Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave"

Transcriptie

1 Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van college van burgemeester en wethouders van de gemeente Abcoude, Bovenkamp 15 te Abcoude, d.d. 29 maart 2005 met nr. 2005WEM001110i Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften Algemeen Werktijden Terreinen en wegen Toegang Gedragsvoorschriften/instructies Milieuaspecten en componenten (Externe) veiligheid Geluidhinder Luchtverontreiniging Geurhinder Bodembescherming Afvalstoffen die binnen de inrichting ontstaan Afvalwater Verruimde reikwijdte Energie Water7 4 Specifieke bedrijfsonderdelen; installaties Elektrische installatie Stookinstallatie (gas) Materiaalopslag van gemeentelijke uitvoerende diensten Stalling voertuigen Opslag bestrijdingsmiddelen Zoutopslag Opslag wegenbouwmaterialen en overige materialen Onderhoud van apparatuur en materialen Onderhoudswerkplaats Gebruik en opslag van gasflessen bestemd voor eigen gebruik Opslag gevaarlijke stoffen Opslag werkvoorraden bodembelastende vloeistoffen Laden van accu s Wasplaats Opslag afvalstoffen afkomstig van gemeentelijke diensten Opslag veegvuil Opslag groenafval Opslag afvalstoffen afkomstig van particulieren en gemeentelijke uitvoerende dienstennn Opslag van klein chemisch (Kca) Opslag van asbest en asbesthoudend materiaal Opslag wit- en bruingoed incl. koel en vriesapparatuur Opslag kadavers Opslag van bouw- en sloopafval en steenachtige materialen...23 Provincie Utrecht 1 Gemeentewerf Abcoude Sector V&H/Ketenbeheer Besluit d.d. 29 maart 2005

2 8.6 Opslag grond Opslag groen-/tuinafval Opslag huishoudelijk restafval Opslag metalen Acceptatie en registratie Acceptatie/registratie van afvalstoffen van particulieren en gemeentelijke uitvoerende diensten Sturing van afvalstromen Milieulogboek Beëindiging van de inrichting...24 BIJLAGE 2: BIJLAGE 3: BEGRIPSBEPALINGEN...26 LITERATUUR...31 BIJLAGE 4: BEOORDELINGSPUNTEN GELUID...33 BIJLAGE 5: BIJLAGE 6: GESCHEIDEN HOUDEN VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN...35 COMPARTIMENTERING VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN...37 Provincie Utrecht 2 Gemeentewerf Abcoude Sector V&H/Ketenbeheer Besluit d.d. 29 maart 2005

3 1 Algemene voorschriften 1.1 Algemeen De inrichting moet in overeenstemming zijn met de bij deze vergunning behorende bescheiden, tenzij de aan deze vergunning verbonden voorschriften anders bepalen. Voor alle documenten en richtlijnen waar in deze vergunning naar wordt verwezen, geldt steeds de versie die ten tijde van het in werking van de vergunning actueel is, tenzij in het voorschrift de versie expliciet is aangegeven De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren. 1.2 Werktijden De inrichting mag alleen in werking zijn van maandag tot en met vrijdag tussen uur en uur en op zaterdag tussen uur en uur In afwijking van het gestelde in voorschrift mag de inrichting op algemeen erkende feestdagen niet in werking zijn Ten behoeve van de onderstaande werkzaamheden mag van de in voorschriften en genoemde werktijden afgeweken worden. Voor de genoemde werkzaamheden gelden de onderstaande werktijden: - hulp bij calamiteiten; gehele dag (24 uur); - gladheidsbestrijding; gehele dag (24 uur). Voor het overige dienen deze werkzaamheden overeenkomstig het gestelde in deze vergunning uitgevoerd te worden In de inrichting moet tijdens de openstelling ten minste één persoon aanwezig zijn die is geïnstrueerd over en verantwoordelijk is voor de naleving van de aan de inrichting opgelegde voorschriften. 1.3 Terreinen en wegen Het bedrijfsterrein en het wegenstelsel moet zodanig zijn ingericht en de toegankelijkheid moet zodanig worden bewaakt, dat ten behoeve van de hulpverlening bij brand en de bestrijding van brand, calamiteiten of bijzondere omstandigheden elk bedrijfsonderdeel goed bereikbaar is De doorstroming van motorvoertuigen die betrokken zijn bij de aan- en afvoer van afvalstoffen mag niet onnodig worden beperkt. Hiertoe is het parkeren van voertuigen binnen de inrichting uitsluitend toegestaan op de hiervoor bestemde plaatsen Het transport, de opslag, overslag en afvoer van afval op het terrein dient zodanig te geschieden dat zich geen afval binnen en buiten de inrichting kan verspreiden. 1.4 Toegang Bij de ingangen moeten borden zijn geplaatst waarop duidelijk zijn vermeld: a. naam van de inrichting; b. het telefoonnummer van de inrichting; c. de openingstijden van de inrichting; d. verbod om het terrein buiten openingstijden te betreden; e. telefoonnummer(s) dat bereikbaar is in geval van calamiteiten; f. (globale)acceptatievoorwaarden Het terrein van de inrichting moet, afgezien van de noodzakelijke ingangen, rondom zijn afgescheiden door een (gesloten) omheining.

4 De omheining moet zodanig zijn uitgevoerd dat onbevoegden zich geen toegang tot het terrein kunnen verschaffen; De ingangen moeten buiten werktijd zijn gesloten, tenzij deze onder toezicht staan van een daartoe door de bedrijfsleiding aangewezen persoon. 1.5 Gedragsvoorschriften/instructies De vergunninghoudster moet alle binnen de inrichting werkzame personen instrueren over de voorschriften van deze vergunning, de algemene veiligheidsvoorschriften, het praktische gebruik van kleine blusmiddelen en de voorschriften in geval van brand, voor zover een en ander op hen van toepassing is. 2 Milieuaspecten en componenten 2.1 (Externe) veiligheid Algemeen Daar waar in de inrichting overeenkomstig de voorschriften uit deze vergunning een rookverbod geldt moet met duidelijk leesbare letters, hoog ten minste 5 cm, het opschrift "ROKEN EN VUUR VERBODEN" zijn aangebracht of een overeenkomstig veiligheidsteken, zoals aangegeven in de norm NEN Hoofdafsluiters voor gas en elektriciteit moeten zijn voorzien van een duidelijk leesbaar opschrift. De hoofdafsluiters moeten voor bevoegden op een bereikbare plaats aanwezig zijn. Brandblusmiddelen Ten einde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn. De brandblusmiddelen die zijn aangegeven op de plattegrondtekeningen van de aanvraag moeten ten minste in de inrichting aanwezig zijn. Een draagbaar blustoestel moet tenminste een blusequivalent van 5 kg poeder bezitten. Een brandblusmiddel moet op een in het oog lopende plaats of wijze zijn aangebracht, onbelemmerd bereikt kunnen worden, in goede staat van onderhoud verkeren en steeds voor direct gebruik beschikbaar zijn Draagbare blustoestellen en slanghaspels moeten jaarlijks worden geïnspecteerd en onderhouden volgens de voorschriften vermeld in de NEN 2559 en NEN-EN Bedrijven die de blusmiddelen onderhouden en inspecteren moeten beschikken over een REOB-erkenning (Regeling voor de Erkenning van Onderhoudsbedrijven kleine Blusmiddelen). Na inspectie moeten blustoestellen en slanghaspels worden voorzien van een van een label of sticker met de inspectiedatum. Draagbare blustoestellen moeten bovendien worden voorzien van een zegel Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. Slanghaspels moeten voldoen aan het gestelde in NEN-EN

5 2.2 Geluidhinder Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) geproduceerd door geluidsbronnen binnen de inrichting mag op een hoogte van 5 meter ter plaatse van de volgende beoordelingspunten niet meer bedragen dan: Immissiepunt* Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) [db(a)] Dagperiode Avondperiode uur uur Nachtperiode uur 7 (Achter de Kerken 25) (Achter de Kerken 31) (Achter de Kerken 37) (Achter de Kerken 43) * Voor de immissiepunten wordt verwezen naar bijlage 4 van deze vergunning Het piekgeluidsniveau (L Amax ) geproduceerd door geluidsbronnen binnen de inrichting mag op een hoogte van 5 meter ter plaatse van de in voorschrift genoemde beoordelingspunten niet meer bedragen dan: 70 db(a), tussen en uur (dagperiode) ; 65 db(a), tussen en uur (avondperiode); 60 db(a), tussen en uur (nachtperiode) Ten gevolge van de activiteiten ten behoeve van de gladheidbestrijding en calamiteitenbestrijding mag het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) op een hoogte van 5 meter ter plaatse van de volgende beoordelingspunten niet meer bedragen dan: Immissiepunt Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,LT) [db(a)] Dagperiode uur Avondperiode uur 7 (Achter de Kerken 25) (Achter de Kerken 31) (Achter de Kerken 37) (Achter de Kerken 43) Nachtperiode uur Het meten en berekenen van de geluidsniveaus, en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (uitgave 1999, Ministerie van VROM) Bij de in- en/of uitrit en ter plaatse van de opstelplaatsen van de containers moet een bordje zijn geplaatst met in letters van minimaal 5 centimeter het opschrift, of een opschrift met vergelijkbare strekking: CONTAINERS MOETEN RUSTIG EN ZACHTJES WORDEN NEERGEZET. De containers moeten zodanig rustig en zachtjes worden neergezet dat in ieder geval aan voorschrift kan worden voldaan De terreinbeheerder moet chauffeurs die containers komen halen en/of brengen op de in voorschrift bedoelde gedragsregel wijzen. 2.3 Luchtverontreiniging Uitmondingen in de buitenlucht van afvoerleidingen van ventilatiesystemen, luchtbehandelinginstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gelegen dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen overlast wordt ondervonden buiten de inrichting. 2.4 Geurhinder De inrichting mag geen geurhinder ter plaatse van woningen en/of gebouwen van derden veroorzaken. Indien door bevoegd gezag, op basis van geregistreerde klachten, wordt

6 vastgesteld dat als gevolg van de bedrijfsactiviteiten toch geurhinder wordt veroorzaakt, moet door vergunninghoudster een onderzoek (geuronderzoek) ingesteld worden naar de oorzaak van de geurhinder. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek dienen maatregelen getroffen te worden om de door of vanwege de inrichting veroorzaakte emissie van reuk- en stankstoffen in de buitenlucht te beperken. De getroffen maatregelen moeten zodanig zijn dat geen geurhinder ter plaatse van woningen en/of gebouwen van derden meer wordt veroorzaakt. 2.5 Bodembescherming Algemeen De opslag en het gebruik van stoffen binnen de inrichting moet zodanig geschieden dat geen verontreiniging van de bodem optreedt Gemorste of gelekte voor de bodem schadelijke (vloei)stoffen moet direct worden opgenomen. Hiertoe moeten voldoende absorptiemiddelen aanwezig zijn. Bodemonderzoek Ter vaststelling van de nulsituatie bodemkwaliteit dient binnen 2 maanden na het van kracht worden van dit besluit, in aanvulling op het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de rapportage `Verkennend bodemonderzoek, Grondslag Milieukundig Adviesbureau BV, project 9241, 20 oktober 2004, de grootte en concentratie van de chlorideverontreiniging in het grondwater ter plaatse van de bestaande (dan wel voormalige) en toekomstige zoutopslag zoals bedoeld in de bovengenoemde rapportage, te worden onderzocht. Het aanvullend onderzoek dient te worden uitgevoerd conform het protocol Nulsituatie/BSB-onderzoek. De analyse van de monsters moet plaatsvinden door een laboratorium dat een kwaliteitsborgingssysteem hanteert dat gebaseerd is op de Europese Norm NEN.EN Van deze normstelling mag worden afgeweken in overleg met en na goedkeuring door het bevoegd gezag. De resultaten van het aanvullende onderzoek dienen binnen 1 maand na uitvoering aan Gedeputeerde Staten van Utrecht te worden overgelegd Indien sanering van de bodem noodzakelijk is dient binnen 1 maand na de sanering een afschrift van het evaluatierapport, waarin de uiteindelijk bereikte bodemkwaliteit is vastgelegd, te worden ingediend bij Gedeputeerde Staten van Utrecht. De in dit evaluatierapport beschreven kwaliteit van de bodem en grondwater zal dan worden aangemerkt als (nieuw) referentiekader (nulsituatie). Voorzieningen Op de volgende locaties binnen de inrichting dient een aaneengesloten verharding aanwezig te zijn: - stallingruimte voor voertuigen; - opslag van vast zout; - acculaadplaats; - opslag van groenafval; - opslag van wit- en bruingoed incl. koel- en vriesapparatuur; - opslag schoon hout (A- en B-hout); - opslag van schone steenachtige fracties; - opslag van grond/zand waarvan met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de grond/zand kan worden aangemerkt als schone dan wel categorie-i grond/zand als bedoeld in het Bouwstoffenbesluit. In overige situaties is een voorziening conform voorschrift dan wel benodigd; - opslag schoon puin/metselpuin;

7 - opslag van niet met voor de bodem schadelijke (vloei)stoffen verontreinigd oud ijzer en metalen. In overige situaties is een voorziening conform voorschrift dan wel benodigd; - laad- en losplaats voor gevaarlijke afvalstoffen, mits gebruik wordt gemaakt van UN-gekeurde verpakkingen; - opslag grof huishoudelijk afval Op de onderstaande locaties dient een vloeistofdichte vloer of vloeistofdichte opvangvoorziening aanwezig te zijn: - (onderhouds)werkplaats; - wasplaats; - opslag van veegvuil; - opslag van gips/metselsteen; - Kca-depot inclusief sorteerruimte; - opslagvoorziening voor gevaarlijke stoffen in de werkplaats; - laad- en losplaats voor gevaarlijke afvalstoffen, mits geen gebruik wordt gemaakt van UN-gekeurde verpakking; - opslag van restfracties; - buitenopslag van geïmpregneerd hout In afwijking van het gestelde in voorschrift kan voor de opslag van gips/metselsteen, restfracties en geïmpregneerd hout worden volstaan met de opslag boven een aaneengesloten vloer mits afdoende maatregelen worden getroffen om de inval van hemelwater te voorkomen (zoals bijvoorbeeld opslag in een gesloten container, afdekking van de opslagvoorziening dan wel overkapping van de opslaglocatie) Regenwater afkomstig van de in voorschrift en bedoelde vloeistofdichte voorzieningen dient zonder dat verspreiding over niet vloeistofdichte terreingedeelten plaatsvindt, afgevoerd te worden naar het vuilwater riool Binnen 6 maanden na het van kracht worden van de beschikking moeten de in voorschrift en genoemde vloeistofdichte voorzieningen, voorzover dit vloeistofdichte vloeren zijn, door een door het bevoegd gezag erkende deskundige conform CUR/PBVaanbeveling 44 worden onderzocht op vloeistofdichtheid Voor alle in voorschrift en bedoelde vloeistofdichte voorzieningen dient, voorzover dit vloeistofdichte vloeren zijn, door een door het bevoegd gezag erkende deskundige een geldige PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening afgegeven te zijn. De verklaring moet worden bewaard in het in voorschrift genoemde milieu-logboek Indien tijdens een interne controle, zoals bedoeld in de PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening, gebreken aan de vloeistofdichte constructie worden vastgesteld dient de constructie te worden hersteld op aanwijzing van een onafhankelijke deskundige, die de constructie na herstel conform CUR/PBV-aanbeveling 44 herkeurt. Van de uitvoering van herstelwerkzaamheden aan de vloeistofdichte constructie moet een aantekening worden gemaakt in het milieulogboek Vloeibare chemicaliën, oliën, afgewerkte olie en andere vloeibare bodembelastende (afval)stoffen moeten worden bewaard in goed gesloten verpakkingen. De verpakkingen moeten staan opgesteld boven/in een lekbakconstructie met een opvangcapaciteit van ten minste de inhoud van de grootste verpakking vermeerderd met 10% van de gezamenlijke inhoud van de overige verpakkingen die boven de lekbakconstructie zijn opgesteld Vloeistofdichte opvangvoorzieningen (bijvoorbeeld lekbakken) moeten zo vaak als de omstandigheden, daartoe aanleiding geven, maar ten minste 4 per jaar visueel worden gecontroleerd op gebreken die afbreuk doen aan de vloeistofdichtheid van de voorziening. De resultaten van deze visuele inspecties moeten worden bewaard in het in voorschrift genoemde milieulogboek.

8 Lege emballage, met stoffen als bedoeld in voorschrift , die niet gereinigd is, moet worden bewaard en behandeld als gevulde emballage De bovengrondse tank voor de opslag van afgewerkte olie moet in een lekbak met een inhoud van de opgesteld tank worden geplaatst Accu s moeten in een elektrolytbestendige lekbak worden geplaatst. Deze lekbak moet tegen inregenen worden beschermd Personeel moet zijn geïnstrueerd en getraind in het voorkomen van morsingen en lekkages en in het toepassen van noodmaatregelen. 2.6 Afvalstoffen die binnen de inrichting ontstaan Hergebruik Van binnen de inrichting afkomstige afvalstoffen moeten met het oog op hergebruik naar soort gescheiden verzameld, bewaard en afgevoerd worden Bij de afvoer van de in voorschrift genoemde afvalstoffen moet gekozen worden voor afgifte (eventueel via een inzamelaar) aan een verwerker die een verwerkingsmethode hanteert met de minst nadelige gevolgen voor het milieu, te weten (in voorkeursvolgorde voor afvalbeheer): - nuttig toepassen door producthergebruik; - nuttige toepassing door materiaalhergebruik; - nuttige toepassing als brandstof; - verbranden als vorm van verwijdering; - verwijdering: storten. Aanvullende eis voor gevaarlijk afval De in de inrichting vrijkomende gevaarlijke afvalstoffen die behoren tot verschillende groepen zoals opgenomen in bijlage 5 dienen gescheiden te worden verzameld, gescheiden te worden bewaard en gescheiden te worden afgevoerd. De opslagmiddelen moeten voldoen aan het in voorschrift gestelde De in voorschrift genoemde gevaarlijke afvalstoffen dienen overeenkomstig het gestelde in paragraaf 8.1 van deze vergunning opgeslagen te worden. 2.7 Afvalwater Algemeen Bedrijfsafvalwater mag uitsluitend in een openbaar riool worden gebracht, als door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan: a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool of de bij een zodanig openbaar riool behorende apparatuur, en b. de verwerking van rioolslib, verwijderd uit het openbaar riool, niet wordt belemmerd De volgende stoffen mogen niet worden geloosd: - stoffen die stankoverlast kunnen veroorzaken; - stoffen die verstopping of beschadiging van een openbaar riool of van de daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; - grove afvalstoffen, evenals snel bezinkende stoffen met een korreldiameter van meer dan 0,75 millimeter. Aanvullende eisen voor de wasplaats en motorvoertuigenstalling

9 2.7.3 Afvalwater afkomstig van de wasplaats en motorvoertuigenstalling dan wel overige locaties waar afvalwater met minerale olie kan worden verontreinigd moet voordat het in het openbaar riool wordt gebracht door een slibvangput en een olieafscheider worden geleid De slibvangput en de olieafscheider waardoor het afvalwater van de wasplaats wordt geleid moeten: - doelmatig werken, en - altijd voor controle bereikbaar zijn Een slibvangput en de olieafscheider waardoor het afvalwater van de wasplaats wordt geleid moeten zo vaak als nodig, maar ten minste éénmaal per jaar worden gereinigd en op eventuele lekkage gecontroleerd. Een schriftelijk bewijs van de laatste reiniging en controle moet worden bewaard in het in voorschrift genoemde milieu-logboek De slibvangput en de olie-afscheider moeten voldoen aan en worden gedimensioneerd, geplaatst, gebruikt en onderhouden overeenkomstig NEN 7089 (1990/C2:1993) en aan de middels ministeriële regeling Regeling slibvangputten en vet- of olieafscheiders gegeven voorschriften Als voor de slibvangput en de olie-afscheider geen kwaliteitsverklaring is verstrekt door een instelling, die door de Raad van Accreditatie is gecertificeerd, moet vergunninghoudster ten genoege van het bevoegd gezag hebben aangetoond dat het effluent van slibvangput en olie-afscheider voldoet aan de kwaliteitseisen, die met de toepasselijke norm NEN 7089 bereikt zouden zijn. 3 Verruimde reikwijdte 3.1 Energie Het energieverbruik dient per jaar, per energiedrager (gas en elektriciteit) geregistreerd te worden. Deze gegevens dienen bewaard te worden in het in voorschrift genoemde logboek. 3.2 Water Het waterverbruik dient per jaar geregistreerd te worden. Deze gegevens dienen bewaard te worden in het in voorschrift genoemde logboek. 4 Specifieke bedrijfsonderdelen; installaties 4.1 Elektrische installatie De elektrische installatie moet voldoen aan NEN De elektrische installatie in ruimten waar zeer licht ontvlambare stoffen, licht ontvlambare of ontvlambare stoffen worden opgeslagen of gebruikt (zoals het KCA-depot en de opslagvoorziening voor gevaarlijke stoffen in de werkplaats), moet voldoen aan de voorschriften zoals aangegeven in de normen NEN 1010 en NEN-EN-IEC en het elektrisch materieel aan NEN-EN-IEC en de NEN-EN tot en met , en In deze ruimten mag niet worden gerookt en is open vuur verboden. 4.2 Stookinstallatie (gas) Algemeen

10 4.2.1 Verwarmings- en stooktoestellen moeten zodanig zijn afgesteld dat een optimale verbranding plaatsvindt. Binnen een inrichting mogen geen andere brandstoffen dan aardgas, propaangas, butaangas of gasolie bedrijfsmatig worden verstookt of verbrand Aan een verwarmings- of stooktoestel en een verbrandingsgasafvoersysteem moet ten minste éénmaal per kalenderjaar onderhoud worden verricht. beoordeling, afstelling, onderhoud en reparaties moet geschieden door: a. een voor die activiteit of activiteiten gecertificeerde natuurlijke persoon of rechtspersoon, of b. een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon die over aantoonbare gelijkwaardige deskundigheid beschikt voor die activiteit of activiteiten. Beoordeling, afstelling, onderhoud en reparaties moet zodanig worden uitgevoerd dat roet, stof of ander vuil zich daarbij niet buiten de inrichting kan verspreiden Brandstofleidingen moeten tegen mechanische beschadiging zijn beschermd of zodanig zijn aangebracht dat hiervoor niet behoeft te worden gevreesd Afsluiters in vaste gasleidingen moeten goed bereikbaar zijn en zijn aangebracht: a. direct voor of na binnenkomst van de leiding in een gebouw; b. aan het einde van elk aftakking van een vaste leiding naar een gebruikstoestel, en in de leidingen op plaatsen waar de leiding geheel of gedeeltelijk kan worden gespoeld met een inert gas, en zodanig dat zij onder alle omstandigheden te bedienen zijn. Installaties met een nominale belasting van 130 kw op bovenwaarde en hoger Verwarmings- of stooktoestellen met een nominale belasting van 130 kw op bovenwaarde of hoger, moeten bij ingebruikname en vervolgens tenminste éénmaal per twee jaar beoordeeld worden op noodzakelijke afstelling en onderhoud teneinde aan het gestelde in voorschrift te voldoen. De verklaring dat de beoordeling is uitgevoerd dient te worden bewaard in het voorschrift genoemde milieulogboek Buiten een stookruimte waarin verwarmings- of stooktoestellen zijn opgesteld met een gezamenlijke nominale belasting van meer dan 130 kw op bovenwaarde, moeten een goed bereikbare brandschakelaar aanwezig zijn en een afsluiter waarmee de brandstoftoevoer kan worden afgesloten. 5 Materiaalopslag van gemeentelijke uitvoerende diensten 5.1 Stalling voertuigen De vloer waarop voertuigen, machines en werktuigen worden gestald moet zodanig zijn uitgevoerd dat eventuele gemorste en/of gelekte (vloei)stoffen snel en volledig verwijderd kunnen worden Bij stalling van voertuigen, machines en werktuigen waarvan gezien de aard of de staat van onderhoud lekkage niet onwaarschijnlijk is moeten voorzieningen (plaatsen van lekbakken of plaatsing op een overeenkomstig CUR/PBV-aanbeveling goedgekeurde vloeistofdichte vloer overeenkomstig het gestelde in paragraaf 2.5) getroffen worden om bodemverontreiniging als gevolg van deze lekkages te voorkomen.

11 5.2 Opslag bestrijdingsmiddelen Bestrijdingsmiddelen en ongereinigde ledige verpakkingen daarvan mogen uitsluitend zijn opgeslagen in een daartoe bestemde kast. In de kast mag niet meer dan 400 kg van die middelen zijn opgeslagen De kast moet van een deugdelijke constructie zijn, doelmatig zijn ingericht, in goede staat van onderhoud verkeren De kast moet doelmatig op de buitenlucht zijn geventileerd In de kast mag geen ander kunstlicht worden gebruikt dan elektrisch licht. De elektrische installatie moet voldoen aan de voorschriften, zoals aangegeven in de norm NEN 1010 met de aanvullende voorschriften voor installaties in vochtige ruimten met bijtende gassen, dampen en stoffen zoals vermeld in hoofdstuk Vloeibare bestrijdingsmiddelen moeten zijn opgesteld in of boven een lekbak De bestrijdingsmiddelen moeten droog en koel worden bewaard. Binnen een afstand van ten minste 2 m van de kast mogen geen vuur en/of oppervlakken met een temperatuur van meer dan C Celsius of licht ontvlambare stoffen aanwezig zijn Vloeibare bestrijdingsmiddelen moeten gescheiden van vaste bestrijdingsmiddelen zijn opgeslagen. Onderlinge vermenging van de bestrijdingsmiddelen en beschadigingen van de verpakkingen moeten worden voorkomen De toegangsdeur van de kast dient buiten de tijd dat hier door een bevoegd persoon bestrijdingsmiddelen worden ingezet of uitgehaald met een deugdelijk slot zodanig te zijn afgesloten dat deze door onbevoegden niet kan worden geopend Op de toegangsdeur van de kast moet duidelijk leesbaar het opschrift "BESTRIJDINGSMIDDELEN" zijn aangebracht, alsmede een afbeelding van een doodshoofd van ten minste 60 mm hoog. 5.3 Zoutopslag Zout mag uitsluitend worden opgeslagen in een speciaal voor deze opslag bestemde voorziening, die bestand is tegen de inwerking van zout. De opslagvoorziening moet zodanig zijn afgedekt of overkapt dat regenwater niet in contact met het zout kan komen Verspreiding van zout buiten de opslagvoorziening dient voorkomen te worden. Eventueel gemorst zout dient direct opgeruimd te worden Het lossen en verplaatsen van zout moet zodanig geschieden dat zo weinig mogelijk zout buiten de voorziening kan geraken. 5.4 Opslag wegenbouwmaterialen en overige materialen Grond/zand moet zodanig worden opgeslagen dat opwaaiing en/of verstuiving wordt voorkomen. Bij het tegengaan van verspreiding van grond/zand moet worden gehandeld of maatregelen worden getroffen in overeenstemming met paragraaf 3.8 van de Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht. 6 Onderhoud van apparatuur en materialen 6.1 Onderhoudswerkplaats De onderhoudswerkplaats moet zijn voorzien van een vloeistofdichte vloer.

12 6.1.2 De in voorschrift genoemde vloer moet zodanig gedimensioneerd zijn dat alle werkzaamheden waarbij bodembedreigende vloeistoffen worden gebruikt boven de vloer kunnen plaatsvinden Oliën, vetten of water mogen niet van de vloer van de werkplaats naar buiten worden geveegd of geschrobd. De vloer mag niet afwaterend naar een uitgang zijn gelegd In de onderhoudswerkplaats geldt een rookverbod De onderhoudswerkplaats moet zodanig worden geventileerd dat, ter voorkoming van brand- of explosiegevaar, voldoende ventilatie is gewaarborgd om gassen of dampen die ontstaan bij lekkage of werkzaamheden, af te voeren Werkzaamheden waarbij vuur wordt gebruikt mogen niet worden verricht aan of in de onmiddellijke nabijheid van een brandstofreservoir of andere delen van een motorvoertuig die brandstof bevatten In de werkplaats alsmede in enig ander gebouw van de inrichting mogen, met uitzondering van het vullen met een brandstof die in de categorie brandbare vloeistof (bv. diesel) valt, geen brandstofreservoirs van motorvoertuigen worden bijgevuld. De brandstofreservoirs van motorvoertuigen moeten, behoudens tijdens aan deze reservoirs te verrichten werkzaamheden, goed zijn gesloten Laswerkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd in een ruimte waar zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare of ontvlambare stoffen zijn opgeslagen of worden gebruikt Lichtverschijnselen als gevolg van laswerkzaamheden mogen geen hinder buiten de inrichting veroorzaken. 6.2 Gebruik en opslag van gasflessen bestemd voor eigen gebruik Algemeen In de inrichting mogen geen gasflessen aanwezig zijn, waarvan de goedkeuring niet tijdig, door een door Onze Minister wie het aangaat aangewezen instantie of een ten minste gelijkwaardige instelling, dan wel door een door een dergelijke instelling erkende deskundige, heeft plaatsgevonden; deze goedkeuring moet blijken uit een op elke gasfles aangebrachte sticker waarop de laatste datum van keuring is vermeld Op de buitenzijde van elke gasfles dient aangegeven te zijn met welk gas deze gevuld is Gasflessen moeten zodanig zijn opgesteld dat zij tegen omvallen en aanrijden zijn beschermd, steeds gemakkelijk bereikbaar zijn en niet in de onmiddellijke nabijheid van brandgevaarlijke stoffen staan Voor lege gasflessen moeten dezelfde veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen als voor gevulde gasflessen Beschadigde of lekke gasflessen moeten onmiddellijk in de buitenlucht worden gebracht en worden gemerkt met het woord "defect" respectievelijk "lek". Ook moeten direct maatregelen worden getroffen om brand- en explosiegevaar, dan wel verstikkingsgevaar te voorkomen. Gebruik van gasflessen Gasflessen die niet aan een vaste plaats zijn gebonden, moeten buiten werktijd op een vaste plaats zijn ondergebracht.

13 6.2.7 Leidingen, toebehoren en pakkingmateriaal moeten mechanisch voldoende sterk zijn, bestand zijn tegen de optredende druk en temperatuur en geschikt zijn voor het te transporteren gas Leidingen en toebehoren moeten zodanig zijn gedimensioneerd, dat bij de te verwachten maximumbelasting van de installatie, het drukverlies en de gassnelheid gelimiteerd blijven tot waarden waarbij de goede regeling van de gasdruk of de juiste werking van de gebruikstoestellen is gewaarborgd De afsluiter van een gasfles die niet in gebruik is moet gesloten zijn Afsluiters moeten goed bereikbaar zijn. Aanvullende eisen voor acetyleen Aansluitingen, leidingen, afsluiters, reduceertoestellen en overig toebehoren voor acetyleen mogen niet van koper zijn, noch van legeringen die meer dan 63% koper bevatten. Aanvullende eisen voor zuurstof Alle onderdelen van een leiding voor zuurstof, waarin een druk kan optreden die hoger is dan kpa (25 bar) en niet hoger dan kpa (150 bar), moeten zijn vervaardigd van koper, messing of roestvast staal. Onderdelen van een leiding voor zuurstof, waarin een druk kan optreden die hoger is dan kpa (150 bar), moeten van koper of messing zijn vervaardigd Alle onderdelen van zuurstofinstallaties, die in aanraking kunnen komen met zuurstof, moeten vrij zijn van olie, vet en stof Voordat een zuurstofinstallatie in gebruik wordt genomen, moet deze worden ontvet met een onbrandbaar ontvettingsmiddel en daarna worden gespoeld met stikstof. Aanvullende eisen voor propaan en butaan Toebehoren van installaties voor propaan of butaan moeten zijn vermeld op de lijst van aanvaarde fabrikaten volgens de "Regels voor toestellen onder druk", dan wel de goedkeuring hebben van door een door Onze Minister wie het aangaat aangewezen instantie of een ten minste gelijkwaardige instelling, dan wel door een door een dergelijke instelling erkende deskundige. Aanvullende eisen voor mobiele snij- en lasapparatuur Niet aan een vaste plaats gebonden snij- en lasapparatuur moeten buiten werktijd op een vaste plaats aanwezig zijn De gasflessen mogen niet horizontaal liggen en moeten zijn geplaatst op een laswagen De laswagen moet tenminste aan de volgende eisen voldoen: a. zowel tussen de flessen als tussen de handvaten en de flessen moet een brandscherm (bijv. een stalen scherm) zijn aangebracht; b. het brandscherm moet breder zijn dan de flessen en buiten de flessen uitsteken en ook hoger zijn dan de kop van de flessen; c. elke fles moet op dusdanige wijze worden vastgezet dat bij het plaatsen of verwijderen van een fles de andere fles niet kan omvallen; d. omdat de slangen niet gebundeld over de kop van de fles of reduceertoestel mogen hangen moet een voorziening aanwezig zijn voor het ophangen van de slangen (bijv. een zogenaamd slangenzadel).

14 Tijdens het in gebruik zijn van een acetyleendissousfles moet de sleutel voor het openen en sluiten op de afsluiter aanwezig zijn. Van een niet in gebruik zijnde fles moet de afsluiter zijn dichtgedraaid Een brander en de aan deze brander en flessen verbonden slangen moeten als ze niet in gebruik zijn, uitsluitend zijn opgehangen over een nabij de flessen geplaatst slangzadel. De slangen moeten met slangklemmen zijn bevestigd aan de brander en aan de flessen De gasdruk in een branderslang moet kunnen worden geregeld door middel van een reduceertoestel, voorzien van manometers. Bewaring en opstelling van gasflessen Gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 110 liter moeten worden bewaard in een gasflessenkast of gasflessenkluis. Hiervan zijn uitgezonderd gasflessen die deel uitmaken van een laskar, met dien verstande dat in een ruimte ten hoogste één laskar aanwezig mag zijn per 50 m 2 vloeroppervlakte In een gasflessenkast of gasflessenkluis mogen uitsluitend gasflessen aanwezig zijn. Het is verboden hier andere goederen op te slaan De vloer van een gasflessenkast of gasflessenkluis mag niet lager zijn gelegen dan het omringende maaiveld of de vloer van nevenruimten De vloer van een gasflessenkast of gasflessenkluis, alsmede doorvoeringen van leidingen en dergelijke in de vloer moeten zodanig zijn uitgevoerd, dat onder de vloer geen gas kan doordringen. Er mag zich geen gas in een riolering kunnen verzamelen Een gasflessenkast of gasflessenkluis mag niet in open verbinding staan of kunnen worden gebracht met een kelder of een souterrain en slechts in directe verbinding staan of kunnen worden gebracht met ruimten, waarin open vuur aanwezig is, als deze verbinding tot stand wordt gebracht via een zelfsluitende deur. Deze deur mag slechts worden geopend voor het onmiddellijk doorlaten van personen en goederen In een gasflessenkast of gasflessenkluis mag - voor zover er gasflessen met brandbare gassen of zuurstof worden bewaard of zijn opgesteld - niet worden gerookt, mag geen open vuur aanwezig zijn, mag geen apparatuur aanwezig zijn met een oppervlaktetemperatuur hoger dan 573 K (300 C) en mogen geen afsluiters van de gasflessen worden geopend. Aan de buitenzijde van een gasflessenkast of gasflessenkluis moeten op de daartoe geschikte plaatsen de betreffende gevarensymbolen zijn aangebracht: a. voor de bewaring of opstelling van gasflessen met brandbare gassen de pictogrammen "vuur, open vlam en roken verboden" en "brandgevaar"; b. voor de bewaring of opstelling van gasflessen met zuurstof het pictogram "vuur, open vlam en roken verboden" Een gasflessenkast of gasflessenkluis moet op de buitenlucht zijn geventileerd De elektrische installatie in een gasflessenkast of gasflessenkluis moet voldoen aan de bepalingen voor een gevarenzone 2 van NEN-EN-IEC In NEN 3410 is aangegeven welke explosieveilige constructies (beschermingswijze tegen ontsteking van elektrisch materieel) in de diverse gevarenzones zijn toegelaten; Voor zover elektrisch materieel binnen de gevarenzones is geplaatst, moet de explosieveiligheid gecertificeerd zijn door een erkend instituut; Eén en ander in relatie tot de voornoemde zonering. Dit certificaat moet geharmoniseerd zijn door CENELEC. De elektrische installatie binnen het explosiegevaarlijke gebied moet door middel van één of meer schakelaars, die in een niet-gevaarlijk gebied zijn geplaatst in alle polen en fasen kunnen worden uitgeschakeld.

15 Het stapelen van gasflessen is alleen toegestaan indien de constructie van de gasflessen hierin voorziet. Het is verboden gasflessen die zijn gevuld met een brandbaar gas dat tot vloeistof is verdicht of in vloeistof is opgelost, in liggende toestand te stapelen. De vaste stand dan wel de vaste ligging van de flessen moet zijn verzekerd. Bewaring en opstelling van gasflessen in een gasflessenkast In een gasflessenkast mag de gezamenlijke waterinhoud van de aanwezige gasflessen niet meer bedragen dan 250 liter Van een gasflessenkast moeten de vloer, de wanden en de afdekking zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal met een brandwerendheid van ten minste 60 minuten. Bewaring en opstelling van gasflessen in een gasflessenkluis Een gasflessenkluis moet op de begane grond zijn gelegen In een gasflessenkluis, die op de begane grond van een gebouw zonder verdiepingen is geplaatst, mag de gezamenlijke waterinhoud van de hierin aanwezige gasflessen ten hoogste liter bedragen Van een gasflessenkluis moeten de vloer, de wanden en de afdekking zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal met een brandwerendheid van ten minste 60 minuten Indien een gasflessenkluis wordt gebruikt voor bewaring of opstelling van gasflessen met brandbare gassen of zuurstof, dan: a. moet het gebouw, waarin een gasflessenkluis is gelegen, in hoofdzaak bestaan uit onbrandbare materialen; b. moet ten minste één wand van de gasflessenkluis een buitenmuur zijn; c. moet het verlengde van de buitenmuur horizontaal over een afstand van ten minste 2 m en verticaal naar boven over een afstand van ten minste 4 m een brandwerendheid hebben van ten minste 60 minuten; d. mag de kluis echter slechts van buitenaf toegankelijk zijn, met uitzondering van één doorlaatopening naar een aangrenzende ruimte; e. moet in de buitenmuur een zwakke plaats zijn aangebracht die bezwijkt wanneer onverhoopt een explosie in de gasflessenkluis plaatsvindt. Deze zwakke plaats moet zodanig zijn uitgevoerd dat in geval van een explosie de rest van de constructie van de gasflessenkluis in stand blijft. De situering van de zwakke plaats moet zodanig zijn dat wanneer deze bij een explosie bezwijkt er geen gevaar of schade voor de omgeving ontstaat In de ruimte waar de gasflessen zijn opgeslagen mogen geen motorvoertuigen aanwezig zijn, anders dan ten behoeve van en slechts gedurende de tijd van het laden en lossen; de motor moet tijdens het laden en lossen zijn afgezet, tenzij deze daarvoor is benodigd. 6.3 Opslag gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen (brandstoffen, terpentine, wasbenzine, remvloeistof en de overige gevaarlijke stoffen zoals aangegeven in bijlage 5 onderdeel brandstoffenkast) moeten, met uitzondering van de werkvoorraden welke voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk zijn, worden opgeslagen overeenkomstig de voorschriften uit de hoofdstukken 6, 8 en 11 uit de CPR 15-1, waarbij de in hoofdstuk 8, onder 3.5.d bedoelde aangrenzende aanmaak- of verwerkingsruimte moet worden gelezen als werkplaats. De voorschriften opgenomen in de paragrafen 11.5 en 11.6 uit de genoemde richtlijn zijn niet van toepassing.

16 6.4 Opslag werkvoorraden bodembelastende vloeistoffen Werkvoorraden bestaande uit vloeistoffen die de bodem kunnen verontreinigen moeten in een vloeistofdichte lekbakconstructie zijn geplaatst, die bestand is tegen de opgeslagen (vloei)stoffen. Deze lekbak moet ten minste de inhoud van het grootst aanwezige vat vermeerderd met 10% van de gezamenlijke inhoud van de overige vaten kunnen bevatten Lege, niet gereinigde, vaten moeten worden bewaard als volle vaten Indien direct uit het vaatwerk vloeistoffen zoals smeerolie, koelvloeistof etc. worden getapt, moet het aftappunt zich boven de lekbak bevinden. 6.5 Laden van accu s Acculaders en accu s moeten tijdens het laden zijn opgesteld in een goed geventileerde ruimte en moeten zodanig ten opzichte van de accu's zijn geplaatst dat zich in de acculader geen waterstofgas kan verzamelen Het aan- en afkoppelen van de aansluitdraden van accu's mag slechts geschieden als de stroom is uitgeschakeld. Een accu-lader moet zijn geaard Een accu-lader en een accu of accubatterij moeten overzichtelijk zijn opgesteld en te allen tijde goed bereikbaar zijn. 6.6 Wasplaats Het reinigen van machines, motorvoertuigen of onderdelen daarvan en/of andere materialen mag in de inrichting uitsluitend geschieden op een wasplaats die zodanig is ingericht, dat tijdens de reinigingswerkzaamheden geen water, nevel of vuil buiten de wasplaats kan geraken. De vloer van de wasplaats moet afwaterend zijn gelegd naar schrobputjes of naar een verzamelgoot die zijn/is aangesloten op de bedrijfsriolering Het gebruik van reinigingsmiddelen of ontvetters die de goede werking van de in voorschrift genoemde olieafscheider belemmeren, is niet toegestaan Veegvuil, oliën, vetten, modder, water etc. mogen niet over de rand van de vloer van de wasplaats geraken, worden geveegd of geschrobd Als brandstof voor een hogedrukreiniger mag slechts dieselolie worden gebruikt; deze dieselolie moet zijn opgeslagen in een tank, die constructief deel uitmaakt van de hogedrukreiniger en geen grotere inhoud heeft dan 30 liter. Deze tank moet van staal zijn en zodanig zijn afgeschermd, dat de inhoud onder normale omstandigheden geen hogere temperatuur kan krijgen dan 40 C De leiding tussen de brandstoftank en de branderinstallatie moet van staal, koper of messing zijn en zijn voorzien van een afsluiter De branderinstallatie moet zodanig zijn ingericht en worden onderhouden, dat over het gehele regelvlak een nagenoeg rookloze verbranding wordt verkregen, waarbij het roetgehalte in de verbrandingsgassen, behoudens onmiddellijk na het starten van de brander, het roetcijfer 2 - gemeten direct achter de hogedrukreiniger en bepaald volgens de filterpapiermethode van Bacharach - niet overschrijdt. De roetdeeltjes mogen niet groter zijn dan 0,5 mm. Tijdens het reinigen met behulp van de hogedrukreiniger moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat rook zich op hinderlijke wijze buiten de inrichting kan verspreiden.

17 6.6.7 Het werken met een hogedrukreiniger mag alleen op zodanige wijze geschieden, dat zich geen vloeistof of damp buiten de inrichting kan verspreiden. Er mag geen vloeistof buiten de aanwezige vloeistofdichte vloer geraken. 7 Opslag afvalstoffen afkomstig van gemeentelijke diensten 7.1 Opslag veegvuil Bij optredende stankoverlast moeten de containers of opvangvoorziening voor de opslag van veegvuil worden afgedekt Percolaat afkomstig uit de in voorschrift genoemde containers of andere opvangvoorziening moet zonder dat verspreiding over niet vloeistofdichte terreingedeelten plaatsvindt, afgevoerd worden naar de bedrijfsriolering. 7.2 Opslag groenafval Geshredderd /verkleind groenafval, grasachtig materiaal, bermmaaisel en slootafval moet binnen drie maal vierentwintig uur na acceptatie uit de inrichting verwijderd worden. Overige groenafvallen moeten in elk geval bij optredende geuroverlast afgevoerd worden. 8 Opslag afvalstoffen afkomstig van particulieren en gemeentelijke uitvoerende dienstennn 8.1 Opslag van klein chemisch (Kca) Algemeen Kca moet worden opgeslagen in een speciaal voor deze opslag bestemde ruimte. In afwijking hiervan mogen accu s in een afgedekte lekbak en afgewerkte olie in een bovengrondse tank op het buitenterrein van de inrichting worden bewaard In de inrichting mag maximaal 10 ton kca opgeslagen worden. Onverenigbare combinaties Gevaarlijke stoffen die met elkaar kunnen reageren en waardoor gevaarlijke gassen of dampen of gevaarlijke situaties zoals explosies, rondspattende gevaarlijke stoffen of excessieve warmteontwikkeling kunnen ontstaan, moeten gecompartimenteerd, afzonderlijk van elkaar, waterdicht van elkaar geïsoleerd en niet boven of onder elkaar worden opgeslagen. Hierbij moeten niet alleen vloeistoffen of de vaste stoffen beschouwd worden, maar ook of dampen en gassen, die van deze vloeistoffen of vaste stoffen afkomstig kunnen zijn en die met elkaar een of meer van de genoemde effecten kunnen veroorzaken Het eerste uitgangspunt voor compartimentering is een minimale verdeling in twee compartimenten, waarbij deze compartimenten altijd bouwkundig moeten worden gescheiden. Deze compartimenten bevatten respectievelijk (licht) ontvlambaar (Cat. III en cat. IV, bijlage 6) en overig materiaal. Binnen elk compartiment dient vervolgens overeenkomstig de indeling uit bijlage 6 een verdere onderverdeling te worden aangebracht. Tevens blijven de passages uit voorschrift en het gestelde in voorschrift van kracht. Indien kleinverpakkingen in een bulkverpakking worden samengebracht behoeven er geen aparte opvangvoorzieningen per categorie aanwezig te zijn.

18 8.1.5 In aanvulling op het gestelde in de voorschriften en is het niet toegestaan de volgende stoffen/materialen gezamenlijk in één compartiment op te slaan: a. zuren en logen; b. zuren en chloriet- of hypochlorietoplossingen; c. salpeterzuur bij mierenzuur, azijnzuur of formaldehydeoplossingen (formaline); d. zuren bij cyaniden; e. zuren bij sulfiden Van stoffen die meer dan één gevaarsaspect bezitten, moet aan de hand van de eigenschappen worden onderzocht welk gevaarsaspect voor wat betreft de veiligheid het belangrijkst is. Als compartimentering niet noodzakelijk is, kan opslag plaatsvinden bij stoffen met overeenkomstige eigenschappen en gevaarsaspecten Kca behorend tot één van de categorieën zoals opgenomen in bijlage 5 dient overeenkomstig deze categorie-indeling opgeslagen en afgevoerd te worden. Verpakkingen en etikettering Binnen de inrichting moet de verpakkingen van de gevaarlijke afvalstoffen zijn geëtiketteerd overeenkomstig de bepalingen van het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en/of de bepalingen uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Bij kleinverpakkingen die zijn samengebracht in een bulkverpakking hoeft alleen de bulkverpakking voorzien te zijn van een juiste etikettering De verpakking van gevaarlijke afvalstoffen moet te allen tijde aan het volgende voldoen: a. niets van de inhoud uit de emballage kan ontsnappen; b. het materiaal van de emballage niet door de betreffende stoffen kan worden aangetast; c. de emballage tegen normale behandeling bestand is; d. van goede kwaliteit zijn; e. sterk genoeg zijn om schokken en belastingen te doorstaan die normaal gesproken tijdens het vervoer, laden, lossen en de behandeling kunnen optreden; f. op zodanige wijze zijn vervaardigd en gesloten dat onder normale omstandigheden elk verlies van de inhoud is uitgesloten; g. zich geen gevaarlijke resten aan de buitenzijde bevinden; h. voldoende ledige ruimte hebben om er zeker van te zijn dat door uitzetting van de vloeistof noch verlies van de inhoud noch blijvende vervorming van de verpakking plaatsvindt. verpakkingen die voor vervoer zijn toegelaten, worden geacht aan de punten a t/m h te voldoen. Gebruik Lege, niet gereinigde emballage moet worden opgeslagen als volle Alleen in de sorteerruimte zijn ompak-activiteiten toegestaan Emballage mag niet worden gestapeld, tenzij deze emballage geschikt is voor stapelen of hiertoe voorzieningen zijn aangebracht. Dit geldt niet voor kleinverpakkingen, die in een bulkverpakking worden opgeslagen Breekbare enkelvoudige emballage mag niet gestapeld worden Een stelling voor de opslag van emballage moet bij normaal gebruik voldoende sterk, bestendig en stabiel zijn Pallets die worden gestapeld moeten van een deugdelijke constructie zijn; er mogen niet meer dan 3 pallets boven elkaar worden geplaatst.

19 In de opslagplaats alsmede binnen een afstand van 2 m daarvan mag niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn Een toegangsdeur tot een opslagplaats moet van buitenaf met een slot en sleutel of op een andere gelijkwaardige wijze afsluitbaar zijn, doch van binnenuit zonder sleutel of los voorwerp kunnen worden geopend. Een toegangsdeur moet behalve tijdens het inbrengen of uitnemen van gevaarlijke stoffen zijn afgesloten, tenzij de toegangsdeur verbinding geeft met een sorteerruimte; een toegangsdeur moet naar buiten opendraaien. Vluchtdeuren moeten van binnenuit geopend kunnen worden zonder gebruik te maken van een sleutel of een los voorwerp. Een als vluchtweg bedoelde uitgang moet zijn voorzien van het opschrift nooduitgang. Instructie, voorlichting en organisatorische maatregelen Bij de opslagplaats moet een duidelijke leesbare instructie zijn aangebracht van de veiligheidshandelingen, de te gebruiken middelen, de eerste hulp bij ongevallen en een alarmregeling Door de bedrijfsleiding moet een aantal personen aangewezen zijn die toegang hebben tot de opslagplaats. Deze personen moeten voldoende op de hoogte zijn van de aard en de gevaarsaspecten van de opgeslagen stoffen en over de veiligheidshandelingen, de te gebruiken middelen bij onvoorziene omstandigheden. Deze personen moeten hieromtrent geïnstrueerd zijn en in het bezit zijn van een geldig certificaat waaruit blijkt dat met goed resultaat de cursus depothouder is gevolgd In de inrichting moet een overzicht aanwezig zijn waarin vermeld is hoeveel gevaarlijke afvalstoffen in het Kca-depot aanwezig zijn. Hierbij kan volstaan worden met vermelding van uitsluitend de bulkhoeveelheden overeenkomstig de categorie-indeling uit bijlage 6. Tevens dient binnen de inrichting van elke opslagplaats een overzicht aanwezig te zijn van de hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die gemiddeld per compartiment (bepaald op grond van een logistieke analyse) en de maximale hoeveelheid per categorie in een compartiment worden opgeslagen. De plaats waar de in dit voorschrift bedoelde overzichten binnen de inrichting bewaard worden dient in overleg met de brandweer bepaald te worden De opslagplaats moet regelmatig worden gecontroleerd op lekkages of beschadiging van de aanwezige emballage. Veiligheidssignalering Bij de compartimenten, alsmede aan de buitenzijde van een opslagplaats moeten waarschuwingsborden worden geplaatst, die het gevaar van de opgeslagen stoffen aanduiden. Op daartoe geschikte plaatsen moeten zijn aangebracht: a. voor wat betreft de opslag van (licht) ontvlambare vloeistoffen (cat. III en cat. IV; bijlage 6), de pictogrammen 'VUUR, OPEN VLAM EN ROKEN VERBODEN' en 'BRANDGEVAAR'; b. voor wat betreft de opslag van oxiderend werkende stoffen of bijtende stoffen (cat I en cat II; bijlage 6) de pictogrammen 'CORROSIEGEVAAR' en 'VUUR, OPEN VLAM EN ROKEN VERBODEN'; c. voor wat betreft de opslag van giftige stoffen (cat. V; zie bijlage 6) het pictogram 'VERGIFTIGINGSGEVAAR' en 'VERBODEN TE ROKEN'; de veiligheidssymbolen moeten zijn uitgevoerd en duidelijk zichtbaar zijn aangebracht overeenkomstig NEN Melding van incidenten Incidenten van enige omvang waarbij gevaarlijke (afval)stoffen zijn betrokken moeten direct worden gemeld bij de bevoegde instanties.

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Montfoort te Montfoort, d.d. 21 februari 2006 met nr. 2006WEM000342i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Loenen, d.d. 9 augustus 2005 met nr. 2005WEM003129i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Bunnik, d.d. 24 oktober 2006 met nr. 2006WEM004199i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Oudewater, d.d. 19 juli 2005 met nr. 2005WEM002702i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Kringloopstation Nieuwegein, d.d. 11 oktober 2005 met nr. 2005WEM004102i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, d.d. 5 augustus 2008 met nr. 2008INT226030 Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN 1. Gegevens bedrijfsdossier 1.1 Algemeen Naam bedrijf Adres Plaats / postcode Telefoon Contactpersoon Inrichtingsnummer Procedurenummer Gecontroleerd door Datum controle

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Woudenberg te Woudenberg, d.d. 18 april 2006 met nr. 2006WEM000657i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek Naam bedrijf Contactpersoon Adres vestiging Postcode + plaats Telefoonnummer Postadres Naam inspecteur Datum controle Activiteitenbesluit Type A Type B Type C Postcode + plaats Telefoonnummer nio = niet

Nadere informatie

EVO PGS-15 Checklist

EVO PGS-15 Checklist Checklist PGS-15 Checklist EVO PGS-15 Checklist evo.nl/pgs15 1 Verkrijg eenvoudig een algemeen inzicht in de PGS-15 richtlijn Bedankt voor uw download Deze PGS-15 checklist is opgesteld om een algemeen

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Baarn, d.d. 17 januari 2005 met nr. 2005WEM005472i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN BESLUIT BEHEER AUTOWRAKKEN 3

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften omgevingsvergunning (Milieu) Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van: CZAV, Havenweg 67-69 te Dinteloord.

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie

odijmond REGIO WATERLAND

odijmond REGIO WATERLAND Gemeente Waterland - k MRĨ 2015 INGEKOMEN Gemeente Waterland O 4 MRT 2015 GESCAND odijmond REGIO WATERLAND Gemeentewerf Monnickendam De heer J.A.J. Borst Postbus 1000 1140 BA MONNICKENDAM VERZONDEN -3

Nadere informatie

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Nr. 4.1.1 Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Vindplaats Activiteitenbesluit: 4.1.1, artikel

Nadere informatie

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V)

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V) Behoort bij de beschikking van 24 mei, onder nummer 2005WEM002003i, van Gedeputeerde Staten van de voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van. I N H O U D V O O R S C H R I F T E N M I L I E

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gemeente Lopik te Lopik, d.d. 1 mei 2007 met nr. 2007WEM001569i Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld In deze factsheet leest u over een aantal milieu- en veiligheidsvoorschriften waar u als ondernemer mee te maken heeft. U ziet voorbeelden hoe u

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Houten te Houten, d.d. 9 oktober 2007 met nr. 2007ONT208524. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12 Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor een milieustraat, grofvuilretourette en brandweeroefenplaats van de gemeente Leusden, dd. 13 januari 2004 nr. 2003WEM006178i. 2003WEMxxxxxi

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van Nieuwegein, d.d. 19 juni 2007 met nr. 2007WEM002171i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

1 Algemene voorschriften

1 Algemene voorschriften BIJLAGE 1 Voorschriften behorende bij het besluit onder nummer ingevolge de Wet milieubeheer op de aanvraag van Driessen-Vreeland B.V. INHOUD VOORSCHRIFTEN 1 Algemene voorschriften 1.1 Algemeen 1.1.1 De

Nadere informatie

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 PGS 15 December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: 2005 Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 Wijzigingen In tabel 1.2 is de ondergrens voor klasse 2 (gassen) gesteld op 125 l (was eerst 50 l). Voorschrift

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Afvalbrengstation Tractieweg te Utrecht, d.d. 19 september 2006 met nr. 2006WEM003841i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de sector integraal wegenbeheer van de Dienst WVV van de provincie Utrect te Utrecht, t.b.v het steunpunt Veenweide IJsselstreek, dd. 21 maart

Nadere informatie

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Hieronder treft u een stappenplan aan waarmee u zelf aan de slag kunt gaan om te bepalen of u onder de werkingssfeer van de nieuwe

Nadere informatie

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Voorschriften Bakwagens/kramen Toelichting Een belangrijke bedreiging van de fysieke veiligheid van

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord

Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten d.d. 24 juli 2007 met nr. 2007INT200822 Bijlage

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van SITA Recycling Services Noord-Oost BV te Veenendaal, d.d. 22 maart 2005 met nr. 2005WEM001070i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE

Nadere informatie

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Korte Checklist 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Er is een logboek aanwezig op het bedrijf / in de stallen. Hierin zijn o.a. certificaten (installaties, brandveiligheidsvoorzieningen)

Nadere informatie

Veilig werken met gassen en correcte opslag.

Veilig werken met gassen en correcte opslag. Veilig werken met gassen en correcte opslag. Hatek Lastechniek heeft op deze pagina de hoofdpunten van de richtlijn PGS15 voor u samengevat. Tevens zijn er op een aantal veelgestelde vragen uit de praktijk

Nadere informatie

1 Milieu Veilig en gezond werken Hygiëne en milieu Opslag van milieugevaarlijke stoffen Samenvatting 11

1 Milieu Veilig en gezond werken Hygiëne en milieu Opslag van milieugevaarlijke stoffen Samenvatting 11 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Milieu 9 1.1 Veilig en gezond werken 9 1.2 Hygiëne en milieu 9 1.3 Opslag van milieugevaarlijke stoffen 10 1.4 Samenvatting 11 2 Grasvelden en bermen 12 2.1 Kruidachtigen

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar. Klasse 6.1. Klasse 9. Klasse 3. Klasse 8. Klasse 5.1

Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar. Klasse 6.1. Klasse 9. Klasse 3. Klasse 8. Klasse 5.1 Verkorte versie van Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 15): UT voorschriften voor opslag en omgaan met gevaarlijke stoffen en gasflessen gebaseerd op de PGS 15 De PGS 15 geeft richtlijnen voor de

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Toegang 3 1.3 Gedragsvoorschriften/instructies 3

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Toegang 3 1.3 Gedragsvoorschriften/instructies 3 Bijlage 1 Voorschriften behorende bij de beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor Autosloperijdemontage bedrijf Firma J. van der Vaart, Leptonenweg 5, 3542 CJ Utrecht nummer 2007WEM000508i Inhoudsopgave

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 08-06-2016 14:42 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m31 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 m t4 122 m23 m26 m27 m21 m29 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen.

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. 1. Het slopen, moet voor zo ver dat betrekking heeft op asbest, worden opgedragen aan een deskundig verwijderingsbedrijf.

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen 1 Aanvulling revisie besl u i t : 1 Gegevens inrichting Behoort bij besluit van Burgem eester en Wethouders da t u m : 25 september 2015 r eg.n r. : Z-HZ_WABO-2014-02205 toegekend Nam ens dezen, de m anager

Nadere informatie

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg A. Open ruimte bij en in de omgeving van de inrichting. 1. Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de brandweer 1.1. De bij de

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Voorschriften milieu Zaaknummer: 607098 Vergunninghouder: Maatschap H. en E. Brink Projectomschrijving: Wijzigen stalinrichting en plaatsen mestloods VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden 11 augustus 2016 Kennemerstrand 802 1976 GA IJmuiden Inhoudspagina Inhoudspagina Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Samenvatting Checklistvragen

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer m265 m299 m266 Afleveren van benzine: Ga na wat

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n en AIM sessie Auznl3qpx2n In de AIM heeft u tijdens sessie Auznl3qpx2n op 21 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren. Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Ballast- Van Oord Grondstoffen VOF (Laurum) te Woerden, d.d. 30 september 2008 nummer 2008INT229983. Bijlage I: Voorschriften Bijlage I: Begripsbepalingen

Nadere informatie

Controlelijst brandveiligheid

Controlelijst brandveiligheid Controlelijst brandveiligheid Naam : Adres : Postcode / plaats : Contactpersoon : Controleur(s) : Datum afgifte gebruiksvergunning : Controlefrequentie : Datum controle : Archiefnummer : Handleiding De

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 t4 122 m23 m26 m27 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand tussen

Nadere informatie

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden.

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden. VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO GAS 5.1 ALGEMENE BEPALINGEN 5.1.1 Controle De gasinstallaties worden, vóór indienststelling, gekeurd door een EDTC. De standhouder of zijn afgevaardigde zal in zijn eigen

Nadere informatie

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen Bron: www.overheid.nl (Tekst geldend op: 25-02-2014) Activiteitenbesluit milieubeheer Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen 4.1.1. Opslaan

Nadere informatie

Brandweer voorwaarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 1 Vrijhouden van terreingedeelten en bereikbaarheid 1.1 De rijbaan en/of de calamiteitenroute moet over een breedte van 3,5 meter vrij blijven.

Nadere informatie

Voorschriften voor evenementen in de openbare ruimte die zijn vrijgesteld van de vergunningplicht Algemeen Toezicht E.H.B.O.

Voorschriften voor evenementen in de openbare ruimte die zijn vrijgesteld van de vergunningplicht Algemeen Toezicht E.H.B.O. Voorschriften voor evenementen in de openbare ruimte die zijn vrijgesteld van de vergunningplicht Algemeen 1. De aanwijzingen van de politie, brandweer en de gemeente dienen stipt en onmiddellijk te worden

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND nr. MPM12072 Wet milieubeheer 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 3 augustus 2007 hebben wij een aanvraag ontvangen van het college van burgemeester en

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE

MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE 1 Rookverbod Bij de ingang van de vestiging moet worden aangegeven dat het verboden is om te roken. Roken is alleen buiten toegestaan of in een apart ingerichte rookruimte. Deze ruimte moet afsluitbaar

Nadere informatie

6 - OPSLAG VAN GASFLESSEN

6 - OPSLAG VAN GASFLESSEN VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Cubri Pallet en Handelsmij BV Kanaalweg 14 te Schoonebeek 2 1 3 - ALGEMEEN 3 1.1. 3.16 - Veiligheidsignalering,

Nadere informatie

Wet belastingen op milieugrondslag

Wet belastingen op milieugrondslag Vastgestelde tekst per 1 april 2014 Wet belastingen op milieugrondslag HOOFDSTUK IV. AFVALSTOFFENBELASTING AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 22 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop

Nadere informatie

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Bodembescherming en de NRB in het Bal Bodembescherming verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Kees Jonker Rijkswaterstaat WVL afd. Bodem en Ondergrond/Bodem+ 25 juni 2019 1 Wat verandert

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Meldingsformulier Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer

Meldingsformulier Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer Meldingsformulier Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer Dit meldingsformulier kan naar onderstaand adres gestuurd worden: Gemeente Oosterhout Afdeling BWO, cluster milieu t.a.v. de heer /

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

Bovengrondse (olie)tanks bij agrarische bedrijven (regels vanaf 1 juni 2011)

Bovengrondse (olie)tanks bij agrarische bedrijven (regels vanaf 1 juni 2011) Bovengrondse (olie)tanks bij agrarische bedrijven (regels vanaf 1 juni 2011) 2 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2. Welke regels gelden er voor (olie)tanks? a) Komt mijn tank in aanmerking voor (her)keuring? b)

Nadere informatie

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+ Bijlage 1 Leidraad toepassing handhavinginstrument 'last onder ' BODEM Keuring tank niet (op tijd) uitgevoerd Geen vloeistofdichte vloer of (lek)bak aanwezig Vloer of (lek)bak niet bestand tegen chemische

Nadere informatie

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden besluiten, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), cot het

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Bijlage 1: Voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Anton van Dijk Recycling BV te Woerden, d.d. 12 juni 2007 met nr. 2007WEM002358i. Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van A. Van de Groep en Zn, Haringweg 27 te Spakenburg, d.d. 13 februari 2007 met nr. 2007WEM000507i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE

Nadere informatie

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf. Toolbox: Brand en Explosie Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat is brand? Brand is een chemische reactie van

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van De Dukdalf Exploitatiemaatschappij B.V. te Mijdrecht, d.d. 8 januari 2008 met nr. 2007INT215689. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1.1

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs 15-02-2017 13:59 m0418 Keuring en controle Ga na hoe vaak u een stookinstallatie moet laten keuren. In werking hebben van een stookinstallatie - Keuring

Nadere informatie

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik.

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik. Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik. Paragraaf 1.4 Bijzondere bepalingen Artikel 1.16 Zorgplicht Een bij of krachtens de wet aanwezige

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. MSV Motodrôme te Emmen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. MSV Motodrôme te Emmen VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting MSV Motodrôme te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN 1 ALGEMEEN 3 1.1. Aanvraag 3 1.2. De inrichting 3 1.3. Openingstijden

Nadere informatie

Bodemrisicoanalyse van Gansewinkel Ede

Bodemrisicoanalyse van Gansewinkel Ede Bodemrisicoanalyse van Gansewinkel Ede Opgemaakt door afdeling SHEQ Versie 2, 20 november 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Werkwijze bodemrisicoanalyse... 4 2. Bedrijfsactiviteiten... 5 3. Bodembedreigende

Nadere informatie

KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT

KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT Stichting VbV Postbus 21, 7300 AA, APELDOORN +31 55-527 05 05 FA: +31 55-522 67 66 Schouwinggegevens VbV referentie: KVB KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT Bedrijfsnaam: Aantal loodsen: Naam

Nadere informatie

Checklist 7. Chemicaliën. School:... Datum:... Vestiging:... Ingevuld door sectie / docent / TOA:... Vak:... Lokaal / kabinet:... in orde d.d.

Checklist 7. Chemicaliën. School:... Datum:... Vestiging:... Ingevuld door sectie / docent / TOA:... Vak:... Lokaal / kabinet:... in orde d.d. Checklist 7 Chemicaliën School:... Datum:... Vestigg:... Ingevuld door sectie / docent / TOA:... Vak:... Lokaal / kabet:... Nr Aandachtspunt Omschrijvg Opmerkg 7.1 Veiligheid en structie 7.1.1 Bij het

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; b

Nadere informatie

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief Bijlage 6 Bodemrisico inventarisatie Voor Scheepswerf Reimerswaal B.V. (hierna: SWR) is ten behoeve van de aanvraag van de oprichtingsvergunning milieu een bodemrisico inventarisatie (BR) volgens de Nederlandse

Nadere informatie

Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i.

Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i. Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1 Algemene voorschriften...2

Nadere informatie

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen Explosiegevaarlijke ruimte: Arbeidsplaats: Beschrijving van gas en/of damp Veiligheidsinformatieblad aanwezig (1) Vlampunt Vlampunt beneden 21 C Vlampunt boven 21 C Beschrijving van de installatie (2)

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. Verordening brandbeveiliging gemeente Gulpen-Wittem 2007. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde

Nadere informatie

1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334) ter uitvoering van artikel 14, eerste

Nadere informatie

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. Behoort bij raadsvoorstel 2016-348, titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Afvalstoffenverordening Avri 2016 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 3 december 2015 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 2. 2 MILIEUASPECTEN Geluidhinder Bodembescherming Geur- en stofhinder 4

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 2. 2 MILIEUASPECTEN Geluidhinder Bodembescherming Geur- en stofhinder 4 Voorschriften behorende bij de beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor het baggerdepot Laagraven te Houten van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, gevestigd nabij de Langeweg in de gemeente

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht Onderwerp : Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen gebeurt, wat wel en niet is toegestaan bij het ter inzameling

Nadere informatie

Niet technische beschrijving revisie vergunning

Niet technische beschrijving revisie vergunning Niet technische beschrijving revisie vergunning Zandwinning Zuidbroek Definitief Zeldenrust Zand en grinthandel Grontmij Nederland B.V. Groningen, 04 december 2015 Verantwoording Titel : Niet technische

Nadere informatie

Bijlage 1. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften. 1.1 Algemeen. 1.2 Toegang. 1.3 Gedragsvoorschriften/instructies

Bijlage 1. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften. 1.1 Algemeen. 1.2 Toegang. 1.3 Gedragsvoorschriften/instructies Bijlage 1 Voorschriften behorende bij de beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor Stomphorst Occasions te Maarssen, d.d. 5 februari 2008, nummer 2008INT217080. Inhoudsopgave 1 Algemene voorschriften

Nadere informatie