ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

Transcriptie

1 ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 24 JUNI 2010 Inzake De heer A, en zijn echtgenote Mevrouw B, samenwonende xxx; Eisers, Ter zitting niet vertegenwoordigd; En RO, met maatschappelijke zetel te xxx, licentie xxx - Ondernemingsnr xxx; Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door de heer C, xxx; Hebben ondergetekenden: 1. De heer xxx, met kantoor te xxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het arbitraal college; 2. Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers; 3. Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordigster van de verbruikers; 4. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; 5. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector. Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie), Volgende arbitrale sententie geveld: I Over de rechtsmacht: AANVANG: De stukken van de procedure werden onderzocht. Deze procedure begon met de toezending van het ingevulde vragenformulier. Dit formulier werd door het secretariaat van de 1

2 Geschillencommissie voor ontvangst afgestempeld op 12 oktober Hierdoor werd de vordering op die datum rechtsgeldig aanhangig gemaakt (art. 10 Geschillenreglement). Het vereiste klachtengeld werd vervolgens betaald op 09 oktober 2009 (art. 11 Geschillenreglement) (+ 17,75 op 18 december 2009). AKKOORD TOT ARBITRAGE: - Eisers hebben hun akkoord tot arbitrage (scheidsgerecht) schriftelijk bevestigd met de ondertekening van het vragenformulier. De handtekening van mevrouw B en dhr. A werd immers voorafgegaan door het volgende verzoek: Ondergetekende verzoekt de Geschillencommissie Reizen om het geschil aan het arbitraal College voor te leggen en verklaart zich te onderwerpen aan het reglement van de Geschillencommissie Reizen vzw. De handtekening van dhr. A werd voorafgegaan door een volmachtverklaring aan bovengenoemde om in zijn/haar (hun) naam een eis te stellen en de procedure te voeren bij de Geschillencommissie Reizen vzw. - Voor verweerster mocht het arbitraal akkoord blijken uit het gebruik van de Algemene Voorwaarden van de Geschillencommissie Reizen in haar verkoopsrelatie met de klant. Artikel 18 van deze contractsvoorwaarden bepaalt dat verweerster de arbitrale keuze van eisers zal respecteren indien het geëiste bedrag niet hoger ligt dan Boven dit bedrag kon verweerster binnen een termijn van 10 dagen laten weten de rechtsmacht van de Geschillencommissie Reizen niet te aanvaarden. Eisers vorderden 1.677,50 (zie verder). Verweerster maakte echter geen gebruik van dit procedurele verzakingsrecht waardoor de keuze van eisers voor arbitrage ook verweerster bindt. AANSTELLING ARBITERS: De vzw Geschillencommissie Reizen werd door de procederende partijen gelast met de aanwijzing van de arbiters van het arbitraal College. Deze aanwijzing gebeurde volgens de regels in artikel 5 van het Geschillenreglement. Ons arbitraal College is daarom bevoegd om van onderhavig geschil kennis te nemen. VERLOOP: Voor eisers werd een bundel overgemaakt op 18 maart 2010 Vervolgens werden tussen partijen conclusies (schriftelijke argumentatie) uitgewisseld. Dit gebeurde voor verweerster op 13 april De partijen werden vervolgens behoorlijk opgeroepen per aangetekend schrijven dd. 17 februari 2010 om te verschijnen op de zitting van 24 juni 2010 (mededeling van het uur van de zitting per gewone brief op 10 juni 2010). Op de zitting verschenen partijen zoals hierboven aangegeven. II Over de grond van de zaak: De Feiten Eisers boekten op 23 april 2009 een reis met bestemming Griekenland, Santorini, met verblijf in 2

3 Hotel A, 5*, kamer en ontbijt, met vertrek op 21 juli 2009 en met terugkomst op 28 juli Eisers beklagen zich volgens het vragenformulier (rubriek 17) over het hierna volgende: + Misleidende brochure, info en foto s + Ongehoorde prijzen, ongehoorde sterren en ranking + Service-na-dienst: 0,00! Onze klacht wordt noch gehoord, noch behandeld! Verweerster heeft geen vergoeding voorgesteld. Bij gebreke aan een minnelijke regeling tussen partijen wordt onderhavige zaak voorgelegd aan het arbitraal College van de Geschillencommissie Reizen in zijn bovenvermelde samenstelling. Ter zake de klachten vorderen eisers in de huidige procedure een schadevergoeding tbv. 1677,50 (zie rubriek 20- vragenformulier) Beoordeling Verweerster geeft in eigen naam een brochure uit (RO Middellandse Zee III Zomer 2009) met hotelverblijven in de betrokken regio. Eisers hebben uit deze brochure het product A gekozen (productcode: xxxxx) Op de bestelbon van het reisbureau wordt verweerster aangeduid als reisorganisator. De publieksbrochure van verweerster bevat tevens de Algemene Voorwaarden van de Geschillencommissie Reizen. In artikel 1 van deze standaardvoorwaarden heeft verweerster een zin toegevoegd waarin ze zichzelf ook zonder verder voorbehoud aanduidt als reisorganisator ( De cursief gedrukte gedeelten van deze voorwaarden zijn eigen aan de reisorganisator RO) Wanneer men zich als reisprofessioneel in de precontractuele sfeer én bij de contractsluiting (de gevolmachtigde reisagent gebruikte bovendien dezelfde kwalificatie) voordoet als reisorganisator dan kan men uiteraard bij een latere betwisting, hier niet meer op terugkomen omdat men de erbij horende aansprakelijkheid vreest. Wie vertrouwen wil wekken door zich een bepaalde hoedanigheid aan te meten, hier i.c. de hoedanigheid van reisorganisator, moet aanvaarden daarop te kunnen worden afgerekend. Dit is des te meer het geval nu het alom geweten is dat de definities van de begrippen reisorganisator en reisbemiddelaar in de bestaande RCW verouderd zijn en soms - wegens onduidelijkheid in de door de wet gehanteerde begripsbepalingen - het voorwerp kunnen uitmaken van oeverloze discussies tussen partijen over hun hoedanigheid. De Reiscontractenwet bepaalt verder het wettelijke kader van een dergelijk contract. [Wet 16 3

4 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, verder als RCW afgekort, B.S. 1 april 1994.] Volgens artikel 17 van de Reiscontractenwet is de reisorganisator contractueel aansprakelijk voor de goede uitvoering van het reiscontract. De toetsteen van deze aansprakelijkheid wordt gevormd door de redelijke verwachtingen van de reiziger. De informatie in de reisbrochure zal meestal de basis vormen voor deze beoordeling. Drie vragen komen hierbij aanbod: Wat zijn de gemaakte beloften? Welke redelijke verwachtingen mocht de reiziger koesteren op basis van die beloften? In welke mate week de realiteit af van die verwachtingen? De brochure toont pittoreske beelden van het verblijf en de omgeving. Het hotel zelf wordt vooral voorgesteld omwille van zijn onvergetelijke ligging: Dit exclusieve boutique hotel bevindt zich in het pittoreske Oia. Het geheel bestaat uit 2 delen: Aa en Ab die gescheiden worden van elkaar door de kathedraal van Oia. Beide gedeelten liggen op een meer dan 100 meter hoge kraterrand en bieden buitengewone zichten op het Cadera- bassin. Vervolgens wordt in de brochure enkele faciliteiten weergegeven waaronder 2 zwembaden en zonneterrassen. Daarna wordt de kamerbeschrijving weergegeven: De mooi en uniek ingerichte kamers hebben leefruimte, badkamer met haardroger, bad of douche, airco, telefoon, televisie, CD- speler, minibar, safe en terras met uitzicht op het bassin van Caldera. Deze beschrijving in de brochure dient het objectieve vertrekpunt te vormen van elke beoordeling. In de klacht wordt het bestaan of het voorhanden zijn van deze kenmerken en faciliteiten niet betwist. Wel worden enkele foto s naar voor gebracht die focussen op enkele minder fraaie uitvoeringen. Zo wordt een foto naar voor gebracht van de ophanging van een douchegordijn waar wat verf van blijkt te zijn afgeschilferd. Tevens wordt in het dossier klantenbeoordelingen naar voor gebracht zoals die te vinden zijn op de website van Tripadviser. Bepaalde beoordelingen zijn eerder negatief ( a lot of money for a nice view ), andere zijn daarentegen heel lovend ( My husband and I loved this hotel!!! The rooms were great and the service was amazing! We will be back soon for sure! ) De meningen over de naar voor gebrachte klachten zijn verdeeld. Zo vinden bepaalde arbiters de kamers nogal klein voor een vijf sterrenverblijf en de foto s in de brochure overtrokken mooi. De meerderheid van de leden van ons College vinden evenwel dat dit hier een loutere subjectieve beoordeling betreft en dat het niet afdoend wordt aangetoond door eisers dat het verblijf haaks zou staan op de gemaakte beloften zoals die worden weergegeven in de brochure. Derhalve besluit ons College bij meerderheid der stemmen tot afwijzing van de eis. Als verliezende partij dienen eisers ook de gedingkosten te dragen (zie art. 28 4

5 Geschillenreglement). OM DEZE REDENEN, HET ARBITRAAL COLLEGE Alle andere of ruimere argumenten worden verworpen als ongegrond, niet ter zake dienend of gewoon overbodig; Verklaart zich bevoegd om van de vordering kennis te nemen; Wijst de vordering evenwel af als ongegrond; Laat eisers definitief in de gedingkosten, beperkt tot het klachtengeld, ten bedrage van 167,75 [honderd zevenenzestig euro en vijfenzeventig eurocent]. Aldus uitgesproken, bij meerderheid, te Brussel op 24 juni Het Arbitraal College, 5