Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 12 oktober 2000 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. 1. Algemeen 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SG), Schutte (GPV), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, De Vries (VVD), Rabbae (GroenLinks), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), Dijksma (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Passtoors (VVD), Wijn (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Örgü (VVD), Nicolaï (VVD), Kortram (PVdA), Halsema (GroenLinks), Eurlings (CDA), Belinfante (PvdA), Van Bommel (SP), Barth (PvdA), Hamer (PvdA) en vacature PvdA. Plv. leden: Schimmel (D66), Stellingwerf (RPF), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Van Baalen (VVD), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Valk (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok (VVD), Verhagen (CDA), Scheijer-Prierik (CDA), Rijpstra (VVD), Voûte-Droste (VVD), Middel (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Visser-van Doorn (CDA), Gortzak (PvdA), Poppe (SP), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA) en De Cloe (PvdA). De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is een uitwerking van hetgeen er in het Regeerakkoord is afgesproken omtrent de uitbreiding van de Wet tegemoetkoming studiekosten (WTS), en tot vreugde van deze leden komt deze uitwerking grotendeels ten goede van de lagere en middeninkomens, die deze uitbreiding het hardst nodig hebben in verband met de sterk gestegen studiekosten. Wel zijn er enkele punten onduidelijk op grond waarvan de aan het woord zijnde leden nog niet volledig instemmen met het onderliggende wetsvoorstel. Zij vragen of met de nieuwe WSF2000 en straks de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) de aansluiting van tegemoetkoming studiekosten op studiefinanciering naadloos is? Ook vragen deze leden of dit ook geldt voor scholieren/studenten die in Nederland wonen maar een opleiding over de grens volgens en voor hen die over de grens wonen maar in Nederland school/studie volgen. In welke gevallen denkt de minister dat gebruik kan worden gemaakt van de hardheidsclausule zoals bedoeld in hoofdstuk 13, zo vragen de leden van de PvdA-fractie? Kan de minister hen informeren over de variëteit aan gemeentelijke regelingen voor tegemoetkoming in de verschillende schoolkosten (reiskosten, lesgeld, leermiddelen, overige schoolkosten)? De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is het gevolg van afspraken in het regeerakkoord om: 1. de tegemoetkoming aan ouders met een relatief laag inkomen aan te passen aan de stijgende prijzen van boeken, leermiddelen en overige schoolkosten; 2. de regeling uit te KST48586 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 1

2 breiden om ook ouders met een inkomen tot een belangrijke tegemoetkoming te geven; 3- armoedevaleffecten zoveel mogelijk te vermijden. Tevens heeft het overleg over de nota «meer voor meer» duidelijk zijn invloed gehad. De leden van de CDA-fractie zien de WTOS als een logisch vervolg op het notaoverleg van 14 februari 2000 over de WTS. Deze leden beoordelen de doelen van de wet positief, maar op een aantal punten blijven nog vragen bestaan. Het is overduidelijk dat de onderwijsvernieuwingen en de aanpassingen van het lesgeld hebben geleid tot stijgingen van kosten voor kinderen die het voortgezet onderwijs bezoeken. Het Nibud onderzoek van 1999 laat zien dat die kostenstijging alweer hoger is dan voorzien in februari 2000 tijdens het notaoverleg. Tevens is duidelijk dat in 1999 nog niet alle kostenverhogingen voor de 2e fase en het vmbo zijn meegeteld. Immers deze vernieuwingen waren in 1999 slechts voor een deel ingevoerd zodat verdere kostenstijgingen door deze vernieuwingen waarschijnlijk zijn. Hoe beoordeelt de regering deze situatie? Acht de regering de kostendekkendheid van de WTOS nu en voor de komende jaren voor de lagere inkomens voldoende gewaarborgd? Acht de regering het mogelijk en wenselijk om de kostenstijgingen in het voortgezet onderwijs in de komende jaren te beperken? Zo ja, langs welke weg wil de regering dit bereiken? De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. De leden onderschrijven de hoofdlijnen van het wetsvoorstel. Zij zien in dat dit wetsvoorstel op een aantal punten verbeteringen voor ouders met schoolgaande kinderen bevat ten opzichte van de «oude» WTS-regeling. De fractieleden van D66 willen in deze inbreng een aantal op- en aanmerkingen maken en volgen hierbij de volgorde van de memorie van toelichting. De leden van de SGP-fractie hebben op hoofdlijnen met waardering kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden steunen de aan het wetsvoorstel ten grondslag liggende gedachte dat het inkomen van ouders de deelname van hun kinderen aan het onderwijs niet mag belemmeren. Vanuit dat oogpunt waarderen zij de uitbreiding van het bereik van de tegemoetkoming, alsmede de introductie van een glijdende schaal en het toepassen van de telkinderensystematiek. De genoemde leden betreuren evenwel dat de regering het niet mogelijk acht om ook de reiskosten in de tegemoetkoming op te nemen. De leden van de fracties van GPV en RPF hebben kennis genomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij vinden het een goede zaak dat door de introductie van een glijdende schaal, armoedevaleffecten zoveel mogelijk worden tenietgedaan. Ook vinden zij het positief dat door de invoering van de zogenaamde telkindersystematiek bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding, rekening wordt gehouden met gezinnen waarvan meerdere kinderen de BOL of het voortgezet onderwijs bezoeken. Tevens waarderen genoemde leden het dat de regering met dit wetsvoorstel gestreefd heeft naar een meer eenvoudige en toegankelijke wet. 2. Hoogte tegemoetkoming schoolkosten In de memorie van toelichting staat vermeld dat er variatie is aan kosten tussen de verschillende opleidingen in de beroepsopleidende leerweg (BOL) (van f 830, tot f 1955, ) en dat de vergoeding in de BOL gemiddeld kostendekkend is, aldus de leden van de PvdA-fractie. In de BOL zou alleen gewerkt kunnen worden met een gemiddelde kostendekkendheid, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 2

3 zonder differentiatie. Differentiatie is niet mogelijk omdat dit onder andere technisch niet uitvoerbaar zou zijn, het zou tot forse uitvoeringsproblemen bij de IB-Groep leiden. Deze leden vragen of de minister kan uitleggen waarom dit technisch niet uitvoerbaar is, op welke problemen de IB-Groep stuit en wat er voor nodig is om dit technisch wel uitvoerbaar te maken. Zij vragen de minister ook of de hardheidsclausule (hoofdstuk 13) in gevallen van uitzonderlijk hoge kosten voor een opleiding uitkomst kan bieden. Tevens staat vermeld dat recht wordt gedaan aan motie 5 van het lid Rehwinkel omdat op basis van de uitkomsten van het Nibud-onderzoek de normbedragen gemiddeld kostendekkend worden. De leden van de PvdAfractie stemden op het moment van het notaoverleg niet in met dit argument; motie 4 van het lid Rehwinkel pleitte dan ook voor een verhoging van 100 gulden, teneinde de kostendekkendheid tegemoet te komen. Aangezien nu blijkt dat de Nibud-cijfers over de schoolkosten waarop de kostendekkendheid van de WTS gebaseerd is niet de reiskosten in ogenschouw hebben genomen, terwijl dit bij de BOL toch een aanzienlijk gedeelte van de deelnemers betreft, zijn zij van mening dat er een oplossing moet komen voor de reiskostenproblematiek in de BOL. Indien dit niet mogelijk is, dan verzoeken de leden van de PvdA-fractie in het kader van motie 5 van het lid Rehwinkel dat op een andere manier tegemoet wordt gekomen worden aan de kostendekkendheid in de BOL. De uitvoering van reiskostenvergoeding via de WTS leidt volgens de IBG tot forse uitvoeringsproblemen. In paragraaf wordt gemeld dat de reiskosten in de BOL hoger zijn dan in het voortgezet onderwijs: de helft van de BOL-deelnemers is gemiddeld f 110 per maand kwijt aan reiskosten. Dit is een gemiddelde (er zijn dus mensen die meer uitgeven aan reiskosten); daarnaast heeft het Nibud-onderzoek naar schoolkosten deze kosten buiten beschouwing gehouden in de berekeningen, omdat «dergelijke kosten slechts door een beperkt deel van de ouders worden gemaakt». De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat wanneer deze (reis)kosten de helft van de BOL-deelnemers betreft, hier sprake is van meer dan een «beperkt deel van de ouders». Daarnaast vinden deze leden dat wanneer geen rekening wordt gehouden met deze toch aanzienlijke kostenpost in de beroepsopleidende leerweg, er sprake is van ondercompensatie, hetgeen volgens hen onwenselijk is. Zij zijn dan ook van mening dat er serieus moet worden gekeken naar een oplossing voor het reiskostenprobleem in de BOL. Waarom, zo vragen deze leden, is het niet mogelijk om op decentraal niveau (bijvoorbeeld door ROC s zelf) het grootste gedeelte van de uitvoering en controle plaats te laten vinden? Een BOL-deelnemer die vindt dat hij/zij recht heeft op reiskostenvergoeding zou dit aan kunnen vragen bij het ROC, dat vervolgens de administratieve handelingen met de IBG zal ondernemen en alwaar tevens controle plaatsvindt op de daadwerkelijke reiskosten. Wat is hierop de reactie van de minister en zou het bovenstaande plan ook f 15 miljoen kosten (evenals de uitvoering van motie 7 van het lid Mosterd), zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Indien bovenstaande niet mogelijk blijkt, biedt dan volgens de minister de hardheidsclausule (hoofdstuk 13) wellicht uitkomst voor leerlingen en deelnemers die onvermijdelijk hoge reiskosten moeten maken? Een groot deel van de extra kosten in het voortgezet onderwijs is volgens het Nibud gelegen in de vrijwillige ouderbijdrage, de boeken en de overige benodigdheden en de excursies, aldus de leden van de CDA-fractie. Hoe groot is de bijdrage van de vrijwillige ouderbijdrage hierin, procentueel en absoluut? Gemiddeld kostendekkend is natuurlijk uitvoeringstechnisch veel beter te hanteren dan kostendekkendheid per schoolsoort. Echter de hanteerbaarheid voor beleid wordt wel sterk beperkt wanneer de verschillen tussen de schoolsoorten erg groot worden. Binnen 1 ROC is de goedkoopste BOL te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 3

4 volgen voor 830 gulden en moet voor de duurste BOL opleiding 1955 gulden worden betaald. Is de regering niet van mening dat in die gevallen bij toepassing van het begrip gemiddeld kostendekkend voor individuele leerlingen of ouders ernstige problemen kunnen ontstaan? Binnen een ROC bepaalt het soort mbo opleiding wel heel erg de kosten. Ook bij reiskosten benadert de regering de materie wel erg simpel, zoals: «In het voortgezet onderwijs maakt slechts 10% reiskosten voor vervoer per auto of openbaar vervoer.» Dat kan wel voor die 10% aanleiding geven tot grote problemen. Voor BOL-deelnemers is het probleem in kwantitatieve zin groter. De helft maakt gemiddeld 110 gulden reiskosten per maand. Omgerekend per jaar is dat circa 1000 gulden. Hoe verklaart u dat de WTOS kostendekkend is voor de lagere inkomens? De leden van de CDA-fractie vinden overleg van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen met de VNG over de gemeentelijke vergoedingen voor schoolkosten zeer op zijn plaats. Doel is dan voorkomen van dubbele vergoedingen en het leveren van maatwerk door gemeenten waardoor knelpunten voor specifieke groepen ouders en leerlingen kunnen worden opgelost. Hoewel inderdaad die gemeentelijke vergoedingen weer aanleiding zijn voor nieuwe armoedevallen weerhoudt dat de leden van de CDA-fractie er niet van om te kiezen voor het oplossen van de knelpunten. De armoedevallen zouden via fiscalisering moeten worden bestreden. Tabel 2 op blz. 7 van de memorie van toelichting laat zien dat de extra 100 gulden uit de motie Rehwinkel en de 150 gulden extra uit de nota Meer voor Meer nodig zijn om kostendekkendheid te bereiken. Helaas is dat voor de bovenbouw vwo nog niet het geval. Aangezien de vernieuwingen 2de fase havo/vwo met betrekking tot de kosten door het Nibud in 1999 nog niet volledig zijn verwerkt, is het de vraag of de werkelijke kosten in 2001 zullen overeenstemmen met de kosten die in tabel 2 worden voorspeld? Kan de regering verzekeren dat de voorspelde kosten in tabel 2 de werkelijkheid zullen dekken. Graag ontvangen zij een reactie van de regering op dit punt. De regering noemt de motie Mosterd c.s. sympathiek maar stelt tegelijk dat deze motie om diverse redenen niet uitvoerbaar is. Het doet de leden van de CDA-fractie deugd dat de regering deze motie sympathiek vindt. Zij gaan hierin een stap verder. Zij vinden deze motie noodzakelijk omdat voor diverse groepen in het voortgezet onderwijs en BOL 18- de reiskosten een onaanvaardbaar beslag leggen op het besteedbaar inkomen. Gaat het bij de duurste groep, vwo bovenbouw, over een tekort van 219 gulden per jaar op de schoolkosten, bij de helft van de BOL 18-leerlingen gaat het om circa 1000 gulden gemiddeld tekort per jaar. Voor de lagereen middeninkomens is dit niet op te brengen. Deze leden zijn ervan overtuigd dat met een betere codering naar ROC en naar de vestiging binnen het ROC waar de leerling les krijgt ook de IB-Groep duidelijk moet zijn waar de leerling zich bevindt. Is de fraudegevoeligheid en de administratieve last van deze maatregel zo n probleem? Ook voor voortgezet onderwijs-leerlingen speelt dit probleem, weliswaar voor een kleine groep, nadrukkelijk. De leden van de CDA-fractie vragen de minister dringend met een passende oplossing te komen ter uitvoering van de motie Mosterd c.s. De leden van de CDA-fractie zouden graag zien dat de fiscaliteit meer zou worden gebruikt voor de studiekosten. Het moet mogelijk zijn de hele WTOS via heffingskortingen in de inkomstenbelasting op te lossen. Dit systeem kan prima aansluiten bij het nieuwe belastingsysteem. In het geval van de WTOS zou heel simpel kunnen worden bepaald dat iemand tot het norminkomen recht heeft op 100% tegemoetkoming van de kosten bedoeld in de WTOS en boven de norm 26% van het belastbaar inkomen zelf moet bijdragen in de WTOS kosten. Wanneer de motie Mosterd c.s. voor de vervoerskosten via de IB-Groep moeilijk uitvoerbaar is, waarom Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 4

5 dan niet de vervoerskostenoplossing via een heffingskorting in de inkomstenbelasting. Graag vernemen zij de mening van de regering hierover, daar op die manier het probleem van controle en fraudegevoeligheid is opgelost. Het door de belastingdienst geaccepteerde belastbaar inkomen van de ouder bepaalt welk deel van de aanvaarde onderwijskosten en lesgeld voor rekening van de ouder blijft. De ouder moet bewijzen dat zijn/haar kind het opgegeven onderwijs heeft gevolgd. De hele vervoersproblematiek van de BOL 18- zou ook kunnen worden opgelost door de BOL 18- onder te brengen onder de WSF Waarom heeft de regering dit niet gedaan? Op deze wijze was de hele BOL onder WSF-2000 gekomen en het gehele voortgezet onderwijs onder WTOS hetgeen toch niet onlogisch mag worden genoemd. Het normbedrag voor de schoolkosten zal voor de onderbouw in het voortgezet onderwijs met 50 gulden worden verhoogd en voor de bovenbouw met 50 gulden en 150 gulden. De leden van de D66-fractie vinden dit onderscheid naar onder- en bovenbouw terecht nu blijkt dat de variatie tussen de schoolsoorten kleiner is dan die binnen de schoolsoort, vooral door de gestegen kosten door invoering van de tweede fase havo en vwo. Zij vinden overigens dat inspanningen nodig blijven om de kosten van de betreffende leermiddelen te beperken. Zij vragen of inzicht kan worden gegeven in de mate waarin de kosten voor de tweede fase omlaag gaan wanneer gebruik wordt gemaakt van boekenfondsen. De kosten voor de BOL blijken gemiddeld wel kostendekkend, maar er is een grote variatie in kosten tussen de verschillende opleidingen. Als voorbeeld wordt gegeven f 830, voor een opleiding apothekersassistente tot f 1955, voor een opleiding informatietechnologie. Differentiatie, zo staat er in de memorie van toelichting lijkt niet mogelijk omdat er geen sluitende typologie van opleidingen is om ze te clusteren en uitvoeringstechnisch een vergoeding per opleiding niet haalbaar is. Ook voor de soms flinke maandelijkse reiskosten, vooral in de beroepsopleidende leerweg, wordt geen afdoende tegemoetkoming gegeven. Nu hebben veel gemeenten wel een regeling, maar sommigen ook niet. De leden willen dan ook dat voor de genoemde problemen algemeen geldende oplossingen gevonden worden, die leerlingen niet afhankelijk maken van het beleid van een individuele gemeente. Het probleem voor een specifieke regeling voor de reiskostenproblematiek is dat IB-Groep niet bijhoudt op welke locatie van een ROC een leerling daadwerkelijk onderwijs volgt omdat dit een uitgebreide registratie vereist. Deze leden vragen af of het in te voeren onderwijsnummer op termijn wellicht uitkomst kan bieden voor beide genoemde problemen. Het valt de leden van de SGP-fractie op dat na de verhogingen van de tegemoetkoming er bij de bovenbouw van het vwo nog sprake is van een groot negatief verschil tussen de tegemoetkoming en de gemiddelde werkelijke kosten. Zij vragen hoe dit te verklaren is, mede in vergelijking met de bovenbouw van de havo. Ook vragen zij of hier sprake is van een structureel groot verschil. In dat geval zijn zij in het licht van de doelstelling van de voorliggende wet voorstander van een specifieke verhoging van de tegemoetkoming voor de bovenbouw van het vwo. Waarom heeft de regering dat niet voorgesteld? De leden van de SGP-fractie stellen vast dat het door de verschillende regelingen inzake de tegemoetkoming in de studiekosten en de studiefinanciering mogelijk is dat leerlingen binnen dezelfde schoolsoort en leerlingen van dezelfde leeftijd in bepaalde gevallen een aanmerkelijk verschillende bijdrage ontvangen. Hiervoor zij bijvoorbeeld verwezen naar het artikel «Mbo-ongelijkheid in de klas» van Kees Klant in de Dekanoloog van oktober De genoemde leden vragen de regering een zo helder en uitgebreid mogelijk overzicht van de bedoelde verschillen te geven. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 5

6 Tevens vragen zij hoe de regering de soms aanzienlijke verschillen in tegemoetkoming beoordeelt. In een motie heeft de Kamer de regering gevraagd te onderzoeken op welke manier de reiskosten boven de grens van vijftien kilometer in de tegemoetkoming kunnen worden opgenomen. De leden van de SGP-fractie waarderen het dat de regering de grondhouding van deze motie sympathiek vindt. Daarnaast concluderen zij dat de uitvoering van de bedoelde motie op aanzienlijke uitvoeringsproblemen stuit. De genoemde leden vragen waarom de regering gegeven deze uitvoeringsproblemen vanuit haar positieve grondhouding niet heeft gezocht naar alternatieven. De leden van de SGP-fractie vragen de regering om zo nauwkeurig mogelijk aan te geven wat de geconstateerde uitvoeringsproblemen inhouden en wat de consequenties hiervan in de praktijk zullen zijn. In dat verband wordt in de memorie van toelichting vermeld dat de instellingen onder meer moeten aangeven welke leerling voor welke opleiding is ingeschreven, waar onderwijs wordt gevolgd en over welke periode binnen het schooljaar. Hierdoor wordt gesuggereerd dat instellingen deze gegevens niet paraat hebben. Moeten de genoemde leden hieruit concluderen dat deze gegevens door de instellingen ook niet worden geregistreerd? De regering geeft aan dat de groep leerlingen die reist om voortgezet onderwijs te volgen beperkt is tot 10% van het totaal. Wat verstaat de regering in dit verband precies onder reizen, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Tevens vragen zij of de relatief geringe omvang van de bedoelde groep volgens de regering een reden is om geen regeling voor deze doelgroep te treffen. Absoluut gezien is er immers wel sprake van een grote doelgroep. Daaronder bevinden zich veel leerlingen waarvoor grote bedragen aan reiskosten worden uitgegeven. Onderkent de regering dat? De regering geeft verder aan dat de leerlingen die voor het volgen van voortgezet onderwijs reizen in veel gevallen ook dichter bij huis onderwijs kunnen volgen en er dus zelf voor kiezen om te reizen. Hiermee wordt gesuggereerd dat zij hun reiskosten dan ook maar zelf moeten bekostigen. De genoemde leden verbazen zich over deze uitlating van de regering. Zij vragen de regering nadrukkelijk welke rol het richtingbegrip volgens haar in dit verband speelt en wat dat betekent voor de taak van de overheid in dezen. De leden van de SGP-fractie willen de regering vragen creatief na te denken over de mogelijkheid om de reiskosten op een of andere manier op te nemen in de tegemoetkoming en tegelijkertijd de uitvoeringsproblemen beperkt te houden. Als alternatief denken zij bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om de tegemoetkoming toe te passen op de afstand tot de meest dichtstbijzijnde plaats waar de gewenste vorm van onderwijs van de gewenste richting wordt aangeboden. Als daarbij verschillende locaties betrokken zijn, kan er met een gewogen gemiddelde afstand worden gerekend. De onderwijsinstelling zou hiervoor een verklaring kunnen afgeven. Zodoende wordt voorkomen dat er ten onrechte een te lange afstand kan worden opgegeven en blijft de administratieve last voor de scholen en de IB-Groep beperkt. Wat is de reactie van de regering op deze suggestie? De leden van de fracties van GPV en RPF betreuren het dat de minister in dit wetsvoorstel geen oplossing heeft kunnen dan wel heeft willen vinden voor de groep ouders die te maken heeft met hoge reiskosten als gevolg van het schoolbezoek van hun kinderen. Zij hebben moeite met de argumentatie die de minister hierbij geeft. In het wetsvoorstel is dus geen regeling getroffen voor ouders die worden geconfronteerd met hoge reiskosten. Zowel voor de BOL als het voortgezet onderwijs zit dit voor een deel vast op uitvoeringstechnische problemen, die voor beide onderwijssoorten gelijk zijn, zo schrijft de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 6

7 minister in de toelichting. Voor wat betreft het voortgezet zijn de genoemde leden hier niet van overtuigd. Een vergelijking tussen ROC s en middelbare scholen met het oog op de uitvoering levert namelijk een verschillend beeld op. Scholen in het voortgezet onderwijs hebben over het algemeen minder locaties dan ROC s en het leerlingenaantal van deze scholen is in de meeste gevallen kleiner. Bovendien brengt een groter deel van de leerlingen in het middelbaar onderwijs zijn schoolloopbaan door op één locatie dan in de BOL het geval is. Verder zal in vergelijking met ROC s voor middelbare scholen de gegevensverstrekking aan de IB-Groep een minder zware administratieve last zijn. De factoren die dus een uitvoering van een regeling voor de tegemoetkoming in de reiskosten in de BOL in de weg zouden staan, gaan volgens de leden van de fracties van GPV en RPF voor het voortgezet onderwijs niet op. Deze leden willen weten waarom desondanks de IB-Groep voor het voortgezet onderwijs niet tot het uitvoeren van genoemde regeling in staat is. Moeite hebben de leden van de fracties van GPV en RPF met de specifieke reden die de minister aandraagt voor het niet regelen van een afzonderlijke vergoeding voor de reiskosten voor het voortgezet onderwijs. Een groot deel van de groep leerlingen die reist zal ook onderwijs dichter bij huis kunnen volgen, zo schrijft de minister, maar hun ouders hebben zelf voor een school verder weg gekozen. Deze redenering was ook al te vinden in de nota Meer voor Meer. Tijdens het overleg over deze nota hebben de leden van de fracties van GPV en RPF te kennen gegeven het hiermee principieel oneens te zijn. De vrijheid van onderwijs kan namelijk pas echt beleefd worden als ouders bij de keuze voor een school van eigen richting niet belemmerd worden door financiële drempels. Daarom kan de overheid niet doen alsof deze keuze haar niet aangaat. De leden van de fracties van GPV en RPF vinden het daarom principieel onjuist dat de minister het argument van een dichter bij huis zijnde school aanvoert voor zijn beleidsbeslissing om in onderhavig wetsvoorstel geen reiskostenvergoedingsregeling voor ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs op te nemen. Onderkent de minister dat de keuze voor een school van de eigen richting voor sommige groepen ouders tot zodanige extra kosten leidt, dat zij deze extra kosten niet zelf kunnen opbrengen en dat het schoolbezoek dan alleen mogelijk is met forse financiële ondersteuning door derden? Weet hij dat op die manier via plaatselijke en landelijke acties jaarlijks enkele miljoenen gulden worden opgebracht? Vormt dit geen aanwijzing dat de vrijheid van onderwijs voor bepaalde groepen ouders op forse reële belemmeringen stuit? 3. Breken van de harde inkomensgrens (glijdende schaal) De glijdende schaal is door de telkinderensystematiek onafhankelijk van het aantal kinderen in een gezin. Het afbouwpercentage blijft altijd 26 procent. Ook in de WSF2000 geldt een glijdende schaal van 26% en een telkinderensystematiek. De leden van de VVD-fractie vragen of deze twee regelingen ook gecombineerd worden toegepast. Wat is het effect wanneer er bijvoorbeeld één kind een tegemoetkoming volgens de WTOS en één kind een aanvullende beurs volgens de WSF2000 ontvangt? Is er dan sprake van een afbouw van 2 maal 26%? Of geldt ook dan dat de totale afbouw nooit meer is dan 26%? Is het juist dat schema 2 de afbouw aangeeft per kind? De leden van de CDA-fractie vinden het positief dat de harde grens van de WTS is vervangen door de glijdende schaal van WTOS. De bizarre armoedevallen worden zo voorkomen. De armoedevallen worden door de burgers niet begrepen en als zeer onrechtvaardig ervaren. Het is jammer dat de helling van de glijdende schaal zo steil is. Door het percentage van 26 daalt de bijdrage wel erg snel en juist wanneer ouders die hier mee te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 7

8 maken krijgen ook nog met hoge woonlasten en zorgkosten zitten, kan zo n cumulatie erg negatief uitwerken. Deze leden hadden daarom liever een lager percentage gezien dan 26. Zij denken dan aan een percentage van 10. Het is teleurstellend dat de WTS 2de fase of de WTOS pas in kan gaan per 1 augustus Ouders met een middeninkomen en hoge schoolkosten in het VO staan in de cursus 2000/2001 in de kou. En dit niet omdat er geen geld is, nee louter omdat de IB-Groep nog niet zover is. Dit had voorkomen kunnen worden en moeten worden. Door de invoering van de glijdende schaal zijn automatisch de problemen voor gezinnen met meerdere kinderen in het voortgezet onderwijs en het mbo opgelost. Dit systeem verleent bij middeninkomens de hoogste bijdrage daar waar de kosten voor de ouders het hoogst zijn. Deze methodiek is eenvoudig en doeltreffend en dit waarderen deze leden zeer. Op blz. 10 van de memorie van toelichting wordt gezegd dat bij uitvoering van de motie Mosterd c.s. het kortingspercentage zou moeten stijgen met 4%. De leden van de CDA-fractie vinden dit argument niet juist. Wanneer de regering de redelijkheid van de bedoeling van de motie wil inzien zou voor deze motie evenals voor de motie Rehwinkel aanvullende dekking mogelijk moeten zijn. De fractieleden van D66 zijn erg blij dat de harde inkomensgrens vervangen wordt door een glijdende schaal waardoor de harde terugval in inkomen tot het verleden gaat behoren. Men kreeg of het maximumbedrag of, als men een gulden teveel verdiende, niets. Zij stemmen ook in met de wijze waarop de glijdende schaal is vormgegeven, namelijk met een vast kortingspercentage van 26 procent. Vast in de zin dat rekening wordt gehouden met het aantal schoolgaande kinderen in het gezin. Voor elke gulden waarmee het belastbaar inkomen van een gezin stijgt betekent het een verlaging van de tegemoetkoming met 26 cent, maximaal. Dus als er twee kinderen zijn komt dat neer op 13 cent per meer verdiende gulden per kind. 4. Lesgeld De leden van de PvdA-fractie vragen of met het voorstel om het lesgeld te indexeren ook een eind gemaakt wordt aan de lesgeldproblematiek die de PvdA in eerdere overleggen aangekaart heeft waarbij door het extra investeren in onderwijs automatisch de lesgelden stijgen. Daarnaast vragen deze leden of een vergelijkend overzicht gegeven kan worden over hoe de afgelopen 10 jaar het verloop is geweest van de herijking en tussentijdse indexering van het lesgeld en hoe dit verloop zou zijn geweest wanneer 10 jaar geleden overgegaan was op indexering op basis van de consumentenprijs. De leden van de CDA-fractie zijn blij op blz. 13 van de memorie van toelichting te lezen dat op aandringen van de Nationale ombudsman voor schrijnende gevallen waarin het ULCN 2000 niet voorziet een hardheidsclausule in de LCW is opgenomen. Deze leden hebben bij vorige discussies betreffen de WTS zelf ook aangedrongen op zo n hardheidclausule. Zij constateren echter dat ondanks schrijnende gevallen sommige hardheidsclausules nooit toegepast worden omdat men niet weet hoe men dat moet doen. Per definitie gaat het om gevallen waarvoor de heersende regelgeving geen uitkomst biedt. Maar uitvoerders moeten wel de verantwoordelijkheid nemen die hardheidsclausules toe te passen. Kan de regering verzekeren dat die hardheidsclausule voor schrijnende gevallen ook daadwerkelijk toegepast zal worden? De leden van de D66-fractie zijn ingenomen met het feit dat afgestapt wordt van de huidige driejaarlijkse herijking. Zij hadden zelf eerder ook al gepleit voor een meer geleidelijke toename van het lesgeld. De driejaar- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 8

9 lijkse herijkingsystematiek veroorzaakte naar hun idee namelijk onverantwoorde schoksgewijze verhogingen van het lesgeld. Ook de genoemde wijzigingen van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet kunnen op instemming van deze leden rekenen. Na de vele uitingen van waardering over de voorstellen willen de leden echter ook een aantal kritische kanttekeningen plaatsen. Zo vragen de aan het woord zijnde leden wat ouders nu per saldo meer of minder moeten betalen aan het onderwijs van hun kinderen. Voor ouders maakt het onderscheid lesgeld en schoolkosten immers niet uit. Zij vragen dus om de relatie tussen de diverse plussen en minnen uit dit wetsvoorstel voor de diverse categorieën ouders: de tegemoetkoming voor de schoolkosten gaat voor de meeste ouders omhoog, het lesgeld echter ook. In dit verband willen de leden overigens opnieuw aangeven dat zij wel eens ten principale willen bespreken hoe om te gaan met lesgeld en de lesgeldverhogingen. Het lesgeld is sinds 1987 gestegen van f 1030, naar maar liefst f 1822, gulden. Nu wordt de stijging veroorzaakt door de gestegen onderwijskosten waarvan het lesgeldbedrag wordt afgeleid. Wettelijk is immers vastgelegd dat het lesgeld 20% van de kosten per leerling bedraagt. Volgens de leden van de D66-fractie zou dit automatische mechanisme van de baan moeten. Niet helder is het de leden of dit mechanisme in dit wetsvoorstel vervalt. Wat is de opvatting van de minister hieromtrent? 5. Leerlingen in (deeltijd-)mavo/havo/vwo (WTS 18+) Voorgesteld wordt dat leerlingen die een (deeltijd-)opleiding mavo, havo of vwo volgen en onder de WTS 18+ vallen voortaan bekostigd te laten worden uit de bijzondere bijstand op gemeenteniveau. De leden van de PvdA-fractie vinden deze gedachte op voorhand niet wenselijk. Het is deze leden bekend dat gemeenten de middelen voor bijzondere bijstand op zeer verschillende manieren inzetten; soms wordt zelfs jaarlijks een eenmalige uitkering aan alle bijstandsgerechtigden hieruit bekostigd. Zij zijn van mening dat leerlingen die een (deeltijd-)opleiding mavo, havo of vwo volgen en onder de huidige WTS 18+ vallen, altijd verzekerd moeten zijn van tegemoetkoming in de studiekosten indien zij daar recht op hebben. Hoe wil de minister bewerkstelligen dat wanneer dit onderdeel van de WTS gedecentraliseerd wordt, leerlingen verzekerd zijn van de hun toekomende bijdrage in de studiekosten, zo vragen de leden van de PvdAfractie. Hoe zal dit kunnen worden gecontroleerd? En hoe zullen toekomstige wijzigingen in de WTOS door kunnen werken in dit gedeelte van de bijzondere bijstand? Bij het notaoverleg is door de leden van de VVD-fractie aandacht gevraagd voor de gemeentelijke regelingen. In de memorie van toelichting staat dat het kabinet met de VNG in overleg zou treden om te voorkomen dat de gemeenten zouden bijdragen aan een op zich zelf al kostendekkende regeling. Tevens wil het kabinet de bijdrage aan leerlingen in (deeltijd) mavo/havo/vwo (WTS 18+) overhevelen naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om via de bijzondere bijstand en de gemeenten een meer op maat gesneden regeling te bieden. Kan de minister aangeven hoe het overleg vordert? Is al duidelijk of de gemeentelijke regelingen voor tegemoetkoming in de schoolkosten worden afgebouwd? Wordt er meer rekening gehouden met werkelijk gemaakte kosten? Wat is de positie van de VNG? Kan de vereniging instemmen met de ideeën hierover van de minister? «Het aantal lesminuten dat de leerling onderwijs volgt, bepaalt bovendien de hoogte van de tegemoetkoming» (memorie van toelichting, blz.13). Wat wordt bedoeld met lesminuten? Gaat het hierbij om studiepunten? Hoe ziet de vertaalslag eruit van lesminuten naar tegemoetkoming. Is deze bijvoorbeeld lineair of is er een basis en variabel deel? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 9

10 De leden van de CDA-fractie stemmen in met een jaarlijkse indexering van het lesgeld op basis van de algemene prijsontwikkeling. De regeling WTS 18+ wordt voor (deeltijd) opleiding mavo, havo en vwo niet succesvol geacht. Kan de regering dit nader toelichten. Hoeveel mensen zijn er bereikt en welk percentage van de doelgroep is dat? Het gaat hier om een specifieke groep die beperkt van omvang is. Overheveling naar de gemeente lijkt logisch, maar kan de regering de verzekering geven dat de groep via de bijzondere bijstand bij de gemeenten beter bereikt en kan en zal worden geholpen? De bijzondere bijstand geld alleen voor minimuminkomens. Bestaat er dan niet de kans dat een deel van de doelgroep 18+ bij de gemeenten niet kan worden geholpen? Er wordt bij de gemeenten nogal eens prioriteit aan andere vormen van educatie gegeven dan aan vavo en het 2de kans onderwijs zoals uit diverse bronnen blijkt. Waarom zou dat in deze situatie ook niet gelden? Komt zo de doelgroep niet in de kou te staan? «Het budget voor tegemoetkoming in de studiekosten van leerlingen in het voortgezet onderwijs van 18 jaren en ouder die geen basistoelage of studiefinanciering ontvangen (1,6 miljoen) wordt overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De minister van dat ministerie zal de gemeenten verzoeken de bijzondere bijstand voor deze doelgroep aan te wenden», aldus de memorie van toelichting bladzijde 13. De leden van de D66-fractie willen graag weten in hoeverre gemeenten verplicht zijn uitvoering te geven aan dit verzoek van de minister. Of kan het betekenen dat er ook leerlingen tevergeefs kunnen aankloppen voor een vergoeding bij hun gemeente? Vanwege de geringe omvang van het aantal leerlingen in mavo, havo of vwo zonder recht op basistoelage of studiefinanciering wordt aangesloten bij regelingen op gemeentelijk niveau. Via de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de gemeenten worden gevraagd om de bijzondere bijstand voor deze doelgroep aan te wenden. De leden van de SGP-fractie vragen hoe is gegarandeerd dat gemeenten dit ook daadwerkelijk doen en dat de hoogte van de bijdrage vergelijkbaar is met die van de tegemoetkoming in de studiekosten. De nieuwe wet zal geen regeling meer bevatten voor leerlingen van 18 jaar en ouder die voortgezet onderwijs volgen en geen basistoelage of studiefinanciering ontvangen. De huidige regeling draagt namelijk het risico in zich dat de doelgroep onvoldoende wordt bereikt. De minister is van mening dat de doelgroep beter via de bijzondere bijstand te bereiken is. Ook de leden van de fracties van GPV en RPF willen weten hoe bovengenoemde leerlingen aan de informatie zullen komen dat er voor hen bij de gemeente een mogelijkheid bestaat een vergoeding voor hun studiekosten te ontvangen. Voorkomen moet worden dat de overheveling van deze regeling naar de gemeenten niets oplost aan het probleem dat de doelgroep onvoldoende bereikt wordt. 6. Lerarenopleidingen en peiljaarverlegging Een student aan een lerarenopleiding heeft recht op een volledige tegemoetkoming bij een gezamenlijk belastbaar inkomen tot f De leden van de PvdA-fractie vragen of dit terecht is; er zou slechts gekeken moeten worden naar het inkomen van de studerende. Zoals door het ministerie zelf wordt aangegeven (onder 2.6), is het opvallend dat het aantal gerechtigden in de nieuwe regeling zal dalen omdat het partnerinkomen nu mee zal tellen. Indien de reden van het uitbreiden van de regeling omtrent lerarenopleidingen is dat zo het tekort aan leraren wellicht zou kunnen worden tegegegaan (omdat meer toekomstige leerkrachten zich zullen scholen, bij- of omscholen), zijn deze leden van mening dat dit doel niet Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 10

11 moet worden onderuitgehaald door de inkomenstoets te wijzigen. Daarnaast hebben zij meer ten principale moeite met het voorstel om het partnerinkomen mee te laten tellen bij de tegemoetkoming studiekosten; een student moet in staat zijn op eigen gelegenheid en op eigen kosten een studie te volgen en daarvoor niet worden gedwongen aanspraak te maken op het inkomen van zijn/haar partner. Verder vragen de leden van de PvdA-fractie in hoeverre een student aan een lerarenopleiding die een tegemoetkoming studiekosten ontvangt, meetelt in de telkinderensystematiek voor zijn/haar ouders. Door de gehanteerde inkomenstoets wordt de doelgroep studenten aan lerarenopleidingen in de tekortvakken onvoldoende bereikt. Kan de regering aangeven hoeveel studenten op dit moment gebruik gemaakt hebben van de WTS voor studenten aan lerarenopleidingen? De leden van de CDA-fractie achten de nieuwe regeling ruimhartig en passend om het doel, meer leraren opleiden, te bevorderen. De verandering van het peiljaar van t-3 naar t-2 zien deze leden als een positieve ontwikkeling. De leden van de fractie van D66 vinden het juist dat studenten in de zogenoemde tekortvakken in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de studiekosten. Ook zijn zij voor uitbreiding van deze regeling naar alle lerarenopleidingen. De leden zouden zelfs graag zien dat deze uitbreiding zo snel mogelijk tot stand komt. Is er een mogelijkheid de uitbreiding te vervroegen? Zo ja, wat zou dat kosten? De leden van de D66-fractie zijn blij dat het peiljaar verlegd wordt van t-3 naar t-2. Zij zouden echter nog liever zien dat het op termijn t-1 zou worden. In het notaoverleg van 14 februari heeft de minister op een vraag van de leden hierover gezegd dat hij voor een mogelijkheid voor een eventuele invoering van een t-1 systematiek afhankelijk is van het aanleveren van de gegevens door de belastingdienst. Kunt u aangeven of dit op termijn dan wellicht mogelijk zal worden? Zou een onderwijsnummer hierbij van pas komen? 7. Berichtenverkeer In de memorie van toelichting staat vermeld dat via ministeriële regeling andere vormen van communicatie zullen worden vastgelegd. De leden van de PvdA-fractie vragen of wel een rechtsgeldig communicatiemiddel is om mutaties door te geven; worden documenten die een student per heeft ontvangen als rechtsgeldig beschouwd? 8. Financiële gevolgen De inkomensgrens voor het verkrijgen van een tegemoetkoming in het lesgeld is opgetrokken naar f (f in 2000/2001). De leden van de PvdA-fractie vragen of de minister kan aangeven hoeveel deze maatregel heeft gekost? De leden van de CDA-fractie zijn nog altijd zeer geïnteresseerd in de verhouding WTS-gerechtigden die niet lesgeldplichtig zijn en het aantal WTS-gerechtigden dat wel lesgeldplichtig is. Tabel 4 op blz. 16 van de memorie van toelichting geeft de aantallen weer. Kan uit tabel 4 de conclusie worden getrokken dat die verhouding ongeveer 1:1 is, terwijl de regering eerst uitging van een verhouding 1:2 en vervolgens, als antwoord op vragen vanuit de leden van de CDA-fractie aangaf dat zij het met hen van mening was dat die verhouding in de toekomst meer naar 2:1 zou gaan. Zijn de financiële uitkomsten door veranderingen in deze verhouding ook gewijzigd? De aan het woord zijnde leden willen bij het bekend zijn van de eerste gebruikcijfers, dus januari 2002, worden geïnformeerd over de verhoudingscijfers in de praktijk. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 11

12 De gespreide betaling van lesgeld wordt kennelijk door de ouders gewaardeerd. De leden van de CDA-fractie hebben eerder gepleit voor gespreide betaling en denken dat het nuttig en nodig is de mogelijkheden voor gespreide betaling te verruimen. 9. Artikelsgewijze toelichting Artikel 11.1 In artikel 11.2 wordt gemeld dat de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is op de WTS/WTOS. De leden van de PvdA-fractie vragen of de minister uiteen kan zetten waarom deze inkomensafhankelijke regeling volgens hem als inkomensvoorziening dient te worden aangemerkt? De toelichting op het eerste lid van dit voorgestelde artikel stelt dat de algemene maatregel van bestuur (AMvB) waarover in dit lid gesproken wordt, bedoeld is om een wijziging in de aanduiding van de index te vergemakkelijken, aldus de leden van de fracties van GPV en RPF. Het systeem van indexering zal niet worden gewijzigd. Uit de tekst van het eerste lid valt evenwel niet anders te concluderen dan dat bij bovengenoemde AMvB de wijze waarop de indexering geregeld is, kan worden gewijzigd. Dit kan dus veel verder gaan dan enkel het regelen van een nieuwe aanduiding bij AMvB. Deze leden zijn van mening dat de minister niet helder aangeeft wat hij beoogt. Moeten wettekst en toelichting niet meer met elkaar in overeenstemming worden gebracht? De voorzitter van de commissie, Van der Hoeven De griffier van de commissie, Coenen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 12

Uw brief van Ons kenmerk Behandelend ambtenaar Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Behandelend ambtenaar Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 346 Wijziging van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met uitbreiding van de doelgroep en verhoging van het normbedrag overige studiekosten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 199 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

De beleidsartikelen (artikel 12)

De beleidsartikelen (artikel 12) 12. TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN 12.0 Hoofdlijnenakkoord Balkenende II 12.0.1 Topprioriteiten (intensiveringen) Van de enveloppemiddelen die ingezet worden voor de «begeleiding nieuwe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 399 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met de vaststelling van de hoogte van het kindgebonden budget met ingang van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2005-2006

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2005-2006 TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2005-2006 30 199 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 december 1999 De vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 662 Uitbreiding tegemoetkoming studiekosten 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 404 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 2012 De

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. SFB/2001/39304 M.T. Crump 15 oktober 2001

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. SFB/2001/39304 M.T. Crump 15 oktober 2001 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 321 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet en van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met het eerder laten ingaan van de lesplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 330 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met de overgang van studerenden van de ziekenfondsverzekering naar de particuliere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 399 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met de vaststelling van de hoogte van het kindgebonden budget met ingang van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 263 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 971 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

2009D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

2009D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 2009D16430 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2009 In de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 096 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een locatiecode Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 397 Vernieuwing studiefinanciering Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 022 Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 597 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs ter bestendiging en actualisering

Nadere informatie

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 24 724 Studiefinanciering Nr. 51 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 juli 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 163 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering onder meer in verband met correctie op de berekening van de aanvullende beurs, alsmede van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 13 juli 2010 Betreft Sardes Schoolkostenmonitor 2009-2010

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 13 juli 2010 Betreft Sardes Schoolkostenmonitor 2009-2010 a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tegemoetkoming ouders in 2010 naar kindgebonden budget

Tegemoetkoming ouders in 2010 naar kindgebonden budget DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.3.314 vervallen: het bericht 'Wtos en kindgebonden budget voor kinderen van 12-18 jaar' (verwachte wijzigingen), datumnr 0812-1225 Tegemoetkoming ouders in 2010

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug Tegemoetkoming Ouders Financieel steuntje in de rug Als uw kind voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs volgt, hebt u te maken met kosten voor schoolboeken, leermiddelen en soms ook lesgeld. Vraag daarom

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 330 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met de overgang van studerenden van de ziekenfondsverzekering naar de particuliere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Middelbaar Beroeps Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 24 724 Studiefinanciering Nr. 133 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 september 2014 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 263 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 321 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet en van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met het eerder laten ingaan van de lesgeldplicht

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 667 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en enige andere wetten in verband met de verlening van een tegemoetkoming aan personen die een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari

Nadere informatie

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën inzake

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 662 Uitbreiding tegemoetkoming studiekosten Nr. 2 NOTA Inhoudsopgave Introductie 2 1. De gedachte achter de Wet tegemoetkoming studiekosten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 249 Voorstel van wet van het lid Lansink tot wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering in verband met de leeftijd waarop aanspraak

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 204b 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 513 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 010 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren

Nadere informatie

INBRENG VAN EEN VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

INBRENG VAN EEN VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG INBRENG VAN EEN VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag

Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Pekela. Datum voorstel : 14 november 2008 Raadsvergadering d.d. : 16 december 2008 Volgnummer : 2008R0071, agendanummer

Nadere informatie

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug Tegemoetkoming Ouders Financieel steuntje in de rug Als uw kind jonger is dan 18 jaar en voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs volgt, kunt u een tegemoetkoming ouders aanvragen. U komt er eerder voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 24 724 Studiefinanciering Nr. 163 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 februari 2017 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 812 Wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 8 oktober 2001 De vaste

Nadere informatie

MODELVERORDENING LANGDURIGHEIDTOESLAG WET WERK EN BIJSTAND

MODELVERORDENING LANGDURIGHEIDTOESLAG WET WERK EN BIJSTAND MODELVERORDENING LANGDURIGHEIDTOESLAG WET WERK EN BIJSTAND De raad van de gemeente.; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van , nr., inzake ; gelet op artikel 36 van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 867 Wijziging van enkele wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met het invoeren van de mogelijkheid tot het heffen van kostendekkende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 732 Wijziging van enige onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele aanpassingen met beperkte beleidsmatige gevolgen en enkele

Nadere informatie

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 15027 Afdeling: Sociale Zaken VERORDENING 4b Datum: 18 december 2008 Onderwerp: Vaststelling Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand De raad van de gemeente

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Besluiten: 1. Bijgaande gewijzigde Beleidsregels lager vaststellen bijstandsnorm 2015 vast te stellen.

Besluiten: 1. Bijgaande gewijzigde Beleidsregels lager vaststellen bijstandsnorm 2015 vast te stellen. B en W-nummer 15.0759; besluit d.d. 1-9-2015 Onderwer p Beleidsregels lager vaststellen bijstandsnorm 2015 (Gewijzigd) Besluiten: 1. Bijgaande gewijzigde Beleidsregels lager vaststellen bijstandsnorm 2015

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 687 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs vanwege overheveling taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 058 Regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee) Nr. 8 NADER VERSLAG Vastgesteld 6 februari 2015 De vaste commissie voor Economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 24 724 Studiefinanciering Nr. 54 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 maart 2002 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006 De Raad van de gemeente Oostzaan, Gelezen het voorstel nummer. van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Gelet op artikel 8 en 30 van de Wet werk en bijstand en de Algemene

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 716 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 011 01 33 04 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling

Nadere informatie

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken; Tijdelijke regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 september 2016, nr. MBO/1051808, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende middelen ten behoeve van een voorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te

Nadere informatie

Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2012

Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2012 De raad van de gemeente Montfoort, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012, gelet op artikel 8 lid 1 onder g, artikel 8 lid 2 onder d, artikel 35 lid 5 van de Wet werk en

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 041 Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 853 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met beëindiging van de voorschotregeling en vaststelling van een grondslag voor het stellen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 33 650 Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Nr. 57 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 april 2019 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

nr Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

nr Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Zevenaar. Nr. CVDR40449_1 21 maart 2017 nr 12.17 Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Zevenaar; gelezen het voorstel

Nadere informatie

tegemoetkoming scholieren een gift voor je toekomst

tegemoetkoming scholieren een gift voor je toekomst tegemoetkoming scholieren een gift voor je toekomst Je wordt 18 jaar en je doet een opleiding in het voortgezet onderwijs of in het volwassenenonderwijs. Voor school moet je dan van alles aanschaffen.

Nadere informatie

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie