Bestemmingsplan Jachthaven camping De Lits

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Jachthaven camping De Lits NL.IMRO BPV

2 versie datum auteur : afdeling : stuknummer : ro S

3 Bestemmingsplan Jachthaven camping De Lits Watersportbedrijf De Lits heeft medewerking gevraagd aan de uitbreiding van het recreatiebedrijf met ca. 5,0 hectare. Het terrein is gelegen in aansluiting op het bestaande campinggedeelte. Hiermee kan een noodzakelijke kwaliteitsslag worden gemaakt in omvang en inrichting. In hoofdstuk 2 wordt het planologische beleidskader geschetst op gemeentelijk niveau. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het gebied. Hoofdstuk 4 behandelt de relevante omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 en 6 komen achtereenvolgens de juridische planopzet en de uitvoerbaarheid aan de orde. Aan het betreffende perceel is in het geldende bestemmingsplan "recreatieterreinen" de bestemming "Natuur - 2" toegekend. Het bestemmingsplan bevat geen ontheffings- of wijzigingsbevoegdheid waardoor toch medewerking aan de gevraagde activiteit kan worden verleend. Er kan alleen medewerking worden verleend via een herziening van het bestemmingsplan. Provinciaal beleid In het streekplan Fryslân 2007 wordt de sector Recreatie en Toerisme een belangrijke economische en maatschappelijke pijler voor de provincie genoemd. Kwalititeitsverbetering van bestaande recreatiebedrijven moet worden bevorderd. Het streekplan geeft voor Eastermar specifiek aan dat hier recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden liggen aan recreatief vaarwater en de karakteristiek van het dorp. Met een zorgvuldige ruimtelijke en landschappelijke inpassing is sprake van een kwaliteitsimpuls voor een bestaand recreatiebedrijf. Ook vormen de plannen een versterking voor de bestaande vaarroute Lits-Lauwersmeer. De ontwikkelingsvisie van Jachthaven-Camping De Lits te Eastermar sluit aan en versterkt de uitgangspunten van het provinciale beleid zoals dat is vastgesteld in het Streekplan Fryslân Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid sluit in grote lijnen aan op de doelstellingen die zijn vastgelegd in het Streekplan Fryslân De gemeente Tytsjerksteradiel heeft de volgende ambitie vastgelegd: het binnen de kaders van de natuurlijke kernwaarden van het gebied ontwikkelen en versterken van het toeristisch recreatieve product van Tytsjerksteradiel om te bewerkstelligen dat deze sector zich ontwikkelt tot een belangrijke economische drager van de gemeentelijke economie. 3

4 De structuurvisie Finster op Romte (2010) bevestigt deze ambitie. In de structuurvisie wordt de inrichting van de gemeente gebiedsgericht benaderd. Het projectgebied ligt in een gebied waar ontwikkelingsmogelijkheden voor recreatieve voorzieningen bestaan. Algemeen wordt ruimte geboden voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme, mits passend in het landschap. Het beleidsplan Toerisme en Recreatie van 2007 van de gemeente Tytsjerksteradiel bevat de volgende uitgangspunten: - groei en kwaliteitsverbeteringvan de watersport; - het stimuleren van de watersport; - versterken samenhang van het toeristisch aanbod; - het creëeren van een herkenbaar toeritisch product; - het versterken van het toeristisch ondernemerschap. De uitbreiding sluit aan bij de gemeentelijke doelstellingen. Er is sprake van kwaliteitsverbetering van een bestaand toeristisch bedrijf die een recreatieve plus vormt voor Eastermar. Het plangebied is ruim van opzet en voorzien van een goede landschappelijke inpassing. De ontwikkeling van Jachthavencamping De Lits past binnen het gemeentelijk beleid. Conclusie De uitbreidingsplannen van De Lits sluiten aan bij en vormen een versterking van de provinciale en gemeentelijke beleidsdoelstellingen Project De uitbreidingsplannen van De Lits zijn er op gericht een meer uniform karakter op het terrein te realiseren. De camping zal worden vergroot in aantal plaatsen (van 40 naar 115), maar niet in soorten verblijfsrecreatieve eenheden (zoals recreatiebungalows en appartementen). Gezien de beperkte omvang van het terrein kan op deze wijze een eenduidige bedrijfsvoering en uitstraling tot stand worden gebracht. De plannen voorzien in een uitbreiding van het aantal stacaravans met circa 75 plaatsen. De nieuwe plaatsen zijn vrijwel allemaal gelegen aan open vaarwater en worden voorzien van een eigen ligplaats. Met het inbrengen van waterwegen tussen de caravanplaatsen wordt een zeer aantrekkelijke situatie gecreëerd. De breedte van de vaargeulen is ca. 10 meter. Hierdoor is het voor een groot deel van de pleziervaartuigen (o.a. sloepen/open zeilboten) goed mogelijk om bij de eigen stacaravan aan te leggen Ruimtelijke inpasbaarheid De noordelijke en de westelijke randen van de uitbreiding worden voorzien van een rietkraag en behouden de bestemming natuur. Tussen de rietkraag en het pad aan de noordelijke rand wordt één rij wilgen aangeplant binnen de aanduiding groen. Aan de westelijke rand worden in de strook met de aanduiding groen drie rijen met wilgen aangeplant. De zichtlijnen in noordelijke richting worden in de beplanting open gelaten. 4

5 3.3. Functionele inpasbaarheid Een uitbreiding van de camping op de gevraagde locatie sluit aan op de bestaande functie(s). Hieruit en het feit dat de gevraagde uitbreiding omliggende functies niet frustreerd achten wij de functie inpasbaar Conclusie Op grond van het voorgaande is de conclusie dat het verzoek past binnen het gemeentelijk beleid. Naast stedenbouwkundige uitgangspunten en bestaand ruimtelijk beleid dient er ook rekening te worden gehouden met de volgende omgevingsaspecten: ecologie, archeologie, bodemgesteldheid, water, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit. Deze aspecten komen in dit hoofdstuk aan bod Ecologie De Flora- en faunawet regelt de bescherming van wilde dier- en plantensoorten. In deze wet zijn de voormalige Jacht- en Vogelwet opgenomen, alsmede de soortbeschermings-paragrafen uit de Natuurbeschermingswet. Tevens is daarin een deel van de verplichtingen op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn opgenomen. Dat betreft de inheemse dieren en planten die genoemd worden in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn en vrijwel alle vogels op grond van de Vogelrichtlijn. In het kader van het bestemmingsplan Recreatieterreinen is een Ecologische beoordeling uitbreiding van drie recreatieterreinen in Tytsjerksteradiel opgesteld (zie bijlage 1). De conclusies voor de uitbreiding van het recreatieterrein De Lits zijn als volgt. Er treden geen conflicten op met de Natuurbeschermingswet ten aanzien van de voor het Natura 2000-gebied Alde Feanen aangewezen natuurwaarden. Ecologische Hoofdstructuur Door de beoogde herinrichting gaat PEHS-gebied verloren en wordt omliggend PEHS-gebied verstoord. Er is sprake van een aantasting van de wezenlijke waarden van de PEHS. De initiatiefnemer wordt daarom geadviseerd om met de provincie Fryslân in overleg te treden om te bepalen hoe de plannen zich verhouden tot de doelstellingen en regelgeving van de EHS. Met de provincie Fryslân is overleg gevoerd. Dit leidt ertoe dat de provincie voornemens is de gronden die nu aangemerkt zijn als PEHS-gebied, uit de PEHS te halen, en hiervoor compensatiegronden aan te wijzen aan de westkant van de Lits. De eigenaar van deze gronden is in principe bereid mee te werken aan inrichting van zijn gronden als PEHS-gebied. Met bovengenoemde maatregelen wordt gewaarborgd dat er geen schadelijke effecten op de PEHS optreden. De herinrichting van deze gronden wordt meegenomen in het project Lits - Leijen. 5

6 Vleermuizen Indien lichtverstoring van vliegroutes van vleermuizen op voorhand kan worden voorkomen, veroorzaken de plannen geen conflict met de Flora- en faunawet ten aanzien van vleermuizen. In paragraaf 4.3 is een aantal maatregelen genoemd om lichtverstoring tegen te gaan. Indien lichtverstoring niet kan worden voorkomen, in aanvullend onderzoek nodig om te bepalen of en in welke mate sprake is van verstoring van vliegroutes van vleermuizen. Overige soorten Soort(groep)en die in paragraaf 4 van bijlage 1 (ecologische beoordeling uitbreiding drie recreatieterreinen in Tytsjerksteradiel) niet worden genoemd, komen naar verwachting niet voor in het plangebied en/of ondervinden geen negatieve effecten van de beoogde herinrichting. De plannen veroorzaken ten aanzien van deze soort(groep)en geen conflicten met de Flora- en faunawet. Conclusie Nader onderzoek in het kader van ecologie wordt op basis van het voorgaande niet noodzakelijk geacht Archeologie Uit een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek (zie bijlage 2) blijkt het volgende. De locatie ligt binnen de gemeente Tytsjerksteradiel. Hij grenst aan een recreatiegebied en bestaat uit onbebouwd grasland. Uit de locatie is geen melding van archeologische vondsten of terreinen bekend. In de omgeving van De Lits zijn vooral vondsten uit de steentijd bekend. Voorafgaand aan het veldwerk is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. De resultaten van het veldwerk voldoen hier deels aan. Op de uitbreidingslocatie bij De Lits was het veenpakket verdwenen. Slechts in enkele boringen werd een restant van een podzolprofiel waargenomen. Dit betekent dat het oorspronkelijke bodemprofiel grotendeels is verstoord (dit geldt met name voor het perceel waar de kruisraai is gezet) of dat de omstandigheden te nat waren voor het ontstaan van een podzolprofiel. De twee vondsten bestaan uit bewerkt vuursteen uit de steentijd. Advies Op basis van de bovenstaande resultaten concluderen wij dat de aanwezigheid van archeologisch grondsporen en archeologisch materiaal op de uitbreidingslocatie niet is uit te sluiten. Er zijn twee stukken bewerkt vuursteen gevonden. Het oorspronkelijke podzolprofiel is ter plaatse van de betreffende boringen echter geheel verdwenen. Dit betekent dat de kans op intacte archeologische sporen zeer klein is. Beperkende of beschermende maatregelen zijn niet wetenschappelijk te verdedigen. Archeologisch vervolgonderzoek is niet noodzakelijk. Wij wijzen erop dat indien er bij de uitvoering onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, deze conform de Monumentenwet 1988 artikel 53 & 54 direct dienen te worden gemeld bij zowel de gemeente Tytsjerksteradiel al bij de provinciaal 6

7 archeoloog, de heer G. de Langen, Postbus 20120,8900 HM Leeuwarden, Conclusie Gelet op het voorgaande is verder archeologisch onderzoek niet nodig Watertoets Op grond van artikel uit het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen waarin wordt aangegeven hoe rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In deze paragraaf dient uiteengezet te worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is een schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van de watertoets is het waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Door middel van de watertoets wordt in een vroegtijdig stadium aandacht besteed aan het wateraspect. Voor de ontwikkelingen die via het voorliggende bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt is de digitale watertoets doorlopen. Op dit bestemmingsplan is de normale watertoetsprocedure van toepassing (zie bijlage 1). Redenen hiervoor zijn dat in het plangebied een boezemkade ligt, dat er oppervlaktewater wordt gedempt en gegraven, dat als gevolg van het plan een peilwijziging nodig is en dat het verhatd oppervlak toeneemt met meer dan 200m². In de normale procedure stelt Wetterskip Fryslân een wateradvies op, waarin zij ingaan op de specifieke punten van het betreffende plan. Het huidige watersysteem in het plangebied De bestaande camping De Lits ligt vrij voor de boezem. Dat wil zeggen dat de camping niet door een boezemkade wordt beschermd tegen hoge waterstanden in de Friese boezem. Het oppervlaktewater in en rond de camping ligt op boezempeil. De Friese boezem heeft een streefpeil van -0,52 m NAP. In extreme omstandigheden kan het water echter veel hoger staan, op de locatie van camping De Lits is het maatgevend boezempeil +0,07m NAP. Het maatgevend boezempeil is het waterpeil, behorend bij een situatie met een kans van voorkomen van 1/100 per jaar. De uitbreidingslocatie van camping De Lits ligt in de bestaande situatie in een polder met een vast peil van -1,10m NAP. Dit peil wordt gehanteerd met behulp van een gemaal. Om dit gebied te beschermen tegen hoge waterstanden in de Friese boezem ligt er een boezemkade langs de Friese boezem. De boezemkade heeft met een bepaalde hoogte een kerende werking en beschermt het achterland tegen hoge waterstanden. Uitbreiding van camping De Lits De plannen voor de uitbreiding van de camping heeft de nodige gevolgen voor het watersysteem en omgekeerd geeft het watersysteem ook randvoorwaarden 7

8 die bij de verdere uitwerking van het plan moeten worden meegenomen. Op deze gevolgen en randvoorwaarden wordt hierna ingegaan. Verleggen kade, wijzigen peil, drooglegging In het voorliggende bestemmingsplan wordt in het uitbreidingsplan nieuw oppervlaktewater aangelegd dat in open verbinding staat met de Friese boezem. Indirect betekent dit dat de regionale kering, die in de bestaande situatie nog rond het plangebied ligt, moet worden omgelegd. Het omleggen van de kade geschiedt op kosten van de initiatiefnemer van het plan. Wetterskip Fryslân geeft aan aan welk profiel (hoogte, kruinbreedte, taluds en dergelijke) de nieuwe kade moet voldoen. Voor het verleggen van de boezemkade is een watervergunning nodig. Meer informatie daarover staat onder het kopje Waterwet. Omdat het plangebied door realisatie van het plan vrij voor de boezem komt te liggen wijzigt het waterpeil in het plangebied. Het peil wijzigt van een vast peil -1,10m NAP naar het boezempeil met een streefpeil van -0,52m NAP. Het bestaande gemaal waarmee het peil van -1,10m NAP wordt beheerd kan vervallen. Voor het wijzigen van het peil is het nodig een peilwijziging aan te vragen. Afhankelijk van de omvang van de wijziging en de mogelijke gevolgend voor derden kan het peil worden gewijzigd met een Watervergunning of door middel van een peilbesluit. Gezien de omvang van het plangebied en de forse wijziging van het peil van bijna 60cm is de verwachting dat de initiatiefnemer voor voorliggend plan een peilbesluitprocedure moet doorlopen. De initiatiefnemer kan het peil pas aanpassen wanneer het peilbesluit genomen is. Bij het realiseren van bebouwing en het aanleggen van de verhadring moet de initiatiefnemer rekening houden met voldoende drooglegging om bijvoorbeeld opdrijven van verhadring te voorkomen. Het wetterskip adviseerd voor bebouwing met kruipruimte een drooglegging van 1,10m en voor bebouwing zonder kruipruimte een drooglegging van 0,70m, gerekend vanaf de te realiseren bovenkant vloer. Ook voor verhadring adviseren wij een drooglegging van 0,70m. Door realisatie van het plan ligt het plangebied in een peilgebied met een streefpeil van -0,52m NAP. De geschatte gemiddelde maaiveldhoogte ligt tussen de -0,70m NAP en de NAP -0,10m NAP. Omdat het plangebied niet door een boezemkade wordt beschermd tegen hoge waterstanden in de Friese boezem moet de initiatiefnemer rekening houden met hoogwater in het kader van regionale wateroverlast. Het bijbehorende maatgevend boezempeil is hier NAP +0,07m NAP. Dit peil, behorend bij een situatie met een kans van voorkomen van 1/100 perjaar, mag tot 1 meter voor de gevel voorkomen. Het maaiveld ligt onder het maatgevend boezempeil. Wanneer het maaiveld niet wordt opgehoogd dan is het mogelijk dat het plangebied onder water komt te staan. Er zijn delen van het plangebied die zelfs onder water staan wanneer de boezem het streefpeil van -0,52m NAP heeft. Bij het bepalen van de aanleghoogten van bebouwing en verhadring dient de initiatiefnemer rekening te houden met het maatgevend boezempeil. Dempen oppervlaktewater, aanbrengen verharding en graven oppervlaktewater In de bestaande situatie liggen enkele sloten in het plangebied die door realisatie van het plan worden gedempt. Dempingen moeten voor 100% worden gecompenseerd in hetzelfde peilvak. Door realisatie van het plan verdwijnt het peilvak echter, de demping moet daarom worden gecompenseerd in het toekomstige peilvak. 8

9 In de bestaande situatie, waarin het terrein onverhard is. Wordt het hemelwater vetraagd afgevoerd. Door realisatie van het plan wordt een deel van het plangebied verhard. Een toename van verhard oppervlak heeft versnelde afvoer van neerslag tot gevolg. Om ervoor te zorgen dat de versnelde afvoer in de toekomst niet tot overlast leidt, hanteert Wetteskip Fryslân het uitgangspunt dat een toename van het verhard oppervlak gecompenseerd moet wordden door waterberging aan te leggen. De toename van verhard oppervlak wordt door de ondernemer gecompenseerd door 10% van de toename van verhard oppervlak als nieuw oppervlaktewater aan te leggen. De kosten van de compensatie zijn voor de initiatiefnemer van het plan. De realisatie van het verhard oppervlak en de realisatie van de waterberging moeten beide plaatsvinden in hetzelfde peilvak. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de benodigde compensatie Oppervlakt Compensatie e Dempen oppervlaktewater 765m² 765m² Stacaravans 5250m² 525m² Overige verhardingen 3400m² 340m² Totaal 1630m² In totaal moet in het plangebied ten minste 1630m² nieuw oppervlaktewater gegraven worden. Op de inrichtingsschets is te zien dat de initiatiefnemer in het plan een soort opvaarten aan gaat leggen. Het gaat hier in totaal om 4415m² nieuw oppervlaktewater. Daarmee is er in het plangebied voldoende oppervlaktewater aanwezig. Voor het dempen en graven van oppervlaktewater is een watervergunning nodig. Meer informatie hierover vindt u onder het kopje Waterwet. Overige aspecten om rekening mee te houden Hoofdwatergang De Lits is een hoofdwtaregang van Wetterskip Fryslân. De hoofdwatergangen hebben een belangrijke aan-, af- en doorvoerfunctie. Voor het onderhoud van deze watergangen is aan beide zijden een obstakelvrije zone van 5 meter vanaf de oever noodzakelijk. In dit gebied mag niet worden gebouwd. Uitzonderingen zijn mogelijk, wanneer onderhoud aan de hoofdwatergang bijvoorbeeld niet vanaf de oever wordt uitgevoerd. Voor het realiseren van de beplanting lang de Lits is een watergangvergunning nodig. Meer informatie vindt u onder het kopje Waterwet. De watergang is tevens een vaarweg in beheer bij de provinsje Fryslân. Op deze vaarweg is de Vaarwegenverordening Fryslân van toepassing. Grondwateronttrekking Bij de aanleg van gebouwen of infrastructuur is het vaak nodig om het grondwater te verlagen om het werk droog te kunnen uitvoeren. Voor het onttrekken van grondwater is een vergunning of melding nodig. Ook het lozen van onttrokken grondwater is meldingsplichtig. Om te weten of u met een 9

10 melding kunt volstaan of een vergunning nodig hebt, kunt u contact opnemen met Cluster Vergunningverlening van Wetterskip Fryslân. Meer informatie over de watervergunning en de meldingsplicht vindt u onder Waterwet in deze brief. Afvalwater- en regenwatersvsteem Om het aantal overstortingen van rioolwater en de belasting van rioolwaterzuiveringen te beperken, is het uitgangspunt om regenwater en rioolwater zoveel mogelijk gescheiden af te voeren. In geval van dit bouwplan kunt u het hemelwater afkomstig van verhard oppervlak, onder bij Waterkwaliteit genoemde voorwaarden, lozen op het oppervlaktewater. Mogelijk is het voor de realisatie van het plan nodig om het bestaande rioolstelsel uit te breiden. Wijzigingen aan het rioolstelsel van het betreffende rioleringsgebied dient u door te geven aan Wetterskip Fryslân. Waterkwaliteit Om een goede waterkwaliteit te realiseren moet u voorkomen dat milieubelastende stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. De bouwwijze en onderhoudstechniek moeten emissievrij zijn. Tevens dient u te bouwen met milieuvriendelijk en duurzaam materiaal. Waterwet Voor alle ingrepen in de waterhuishouding moet de initiatiefnemer tijdig een vergunning aanvragen of een melding indienen in het kader van de Waterwet. Onder ingrepen in het watersysteem verstaan wij ook het onttrekken van grondwater en het lozen daarvan op het oppervlaktewater. Op onze website ( treft u meer informatie aan over de Waterwet en u kunt daar onder andere ook meldingsformulieren en het aanvraagformulier voor een watervergunning downloaden. De aanvraag voor een watervergunning of de melding kunt u ook gelijktijdig met de omgevingsvergunningaanvraag indienen via het omgevingsloket online ( Procesafspraken Wij gaan er van uit dat u de in deze watertoets vermelde adviezen opvolgt en meeneemt in de verdere planvorming. Wij vragen u om het wateradvies te communiceren met de initiatiefnemer. Wanneer u de genoemde uitgangspunten heeft verwerkt in het (voor)ontwerp bestemmingsplan kunnen wij een definitief wateradvies geven Wet geluidhinder De Wet geluidhinder bepaalt dat de geluidsbelasting op geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan een in de wet bepaalde norm. In veel gevallen is deze norm 48dB. Recreatie-objecten zijn niet geluidsgevoelig in het kader van de Wet geluidhinder. Akoestisch onderzoek kan daarom achterwege blijven Externe veiligheid De overheid heeft de afgelopen jaren veiligheidsnormen vastgelegd die in acht moeten worden genomen en waarmee zowel op het gebied van milieu als op het gebied van de ruimtelijke ordening rekening moet worden gehouden. Nieuw 10

11 aan het veiligheidsbeleid is dat de afwegingen ten aanzien van risico s op ongevallen die doden en gewonden tot gevolg kunnen hebben duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt en niet langer onbewust of impliciet plaatsvinden. De provincie Fryslân heeft hiertoe een risicokaart vervaardigd, waarop verschillende risicobronnen en risico-ontvangers zijn aangegeven. Op de risicokaart staan gegevens die met risico te maken hebben, zoals risicoveroorzakende bedrijven die gevaarlijke stoffen gebruiken of produceren of opslaan en ook het vervoer/transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn in dit geval stoffen die een schadelijke invloed hebben op de gezondheid en het milieu. De op de risicokaart getoonde kwetsbare objecten zijn woningen, gebouwen waarin zich veel mensen kunnen bevinden en gebouwen waar niet-zelfredzame mensen aanwezig zijn (zieken, bejaarden, kinderen). Kwetsbare objecten staan op de risicokaart omdat ze extra aandacht verdienen in de buurt van risicobronnen. Daarnaast bestaat er een potentieel risico bij brand of instorting. Bij watersportbedrijf De Lits komen op enige afstand buisleidingen ten behoeve van aardgastransport voor. Deze buisleidingen zijn op voldoende afstand gelegen, waardoor eventuele belemmeringen voor het plan als gevolg gasleidingen niet optreden. De gegevens van watersportbedrijf De Lits zijn als volgt (bron: professionele gebruiker). Leidingnummer Druk in bar Doorsnede in cm PR 10_6 in meters A A Onbekend* A A A * : Uit berekeningen van bureau externe veiligheid van de Milieu Advies Dienst blijkt dat deze leiding op één bepaalde plaats een cirkelvormige risicocontour heeft met een straal van ongeveer 25 meter. Deze PR 10-6 risicocontour is geheel buiten het plangebied gelegen. Verder heeft ook deze leiding geen risicocontour Een zeer klein gedeelte van het plangebied (noordwestelijke puntje) bevindt zich in het gebied dat valt onder de Structuurvisie Buisleidingen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De structuurvisie reserveert gronden voor de aanleg van nieuwe buisleidingen van nationaal belang. De bestaande buisleidingen die hierboven genoemd worden, liggen ook binnen de gronden die vallen onder de Structuurvisie Buisleidingen. De structuurvisie geeft aan dat in het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) geregeld zal worden dat nieuwe bestemmingsplannen de ontwikkelingen in een aangewezen leidingzone op grond van de structuurvisie niet nadelig mogen beïnvloeden. Tot op heden (20 februari 2013) zijn in het Barro nog geen bepalingen hierover opgenomen. Ter plaatse van de gronden die onder de 11

12 structuurvisie vallen, zijn geen gebouwen en overige bouwwerken toegestaan, waardoor er geen nadeliger situatie ontstaat dan in het voorheen geldende bestemmingsplan. Over het bestemmingsplan recreatieterreinen is advies uitgebracht door Bureau externe veiligheid Fryslân van de Milieu Advies Dienst te Leeuwarden (zie bijlage 3). Bij het opstellen van dit advies is rekening gehouden met de geplande uitbreiding Luchtkwaliteit Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor Luchtkwaliteit. Het NSL is in werking getreden op 1 augustus Voor Fryslân is geen regionaal samenwerkingsprogramma afgesproken. Grote projecten moeten dus wel getoetst worden aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Projecten die niet in betekenende mate (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de Regeling NIBM. De regeling houdt in dat als er een verslechtering van de luchtkwaliteit van ten hoogste 3% of minder van de grenswaarde optreedt, het project niet in betekenende mate (nibm) bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Voor de komende jaren wordt door Milieu en Natuur Planbureau een daling van de relevante achtergrondconcentraties van zowel PM10 als NO2 met circa 0,4-0,6 µg/m³ per jaar verwacht als gevolg van (internationaal) bronbeleid. Indien de toename van het verkeer op de weg groter zou zijn dan ongeveer 700 mvt/etmaal kan de grens van 3% (een toename van 1,2 μg/m3 NO2 of PM10) worden overschreden. De toename vanwege het plan wordt lager dan 700 mvt/etm en daarmee wordt aan de 3%-norm voldaan. Het plan kan daarom worden beschouwd als een nibm-project. Onderzoek naar de luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven. 4.7 Brandbeveiligingsverordening De raad heeft op 14 juli 2011 de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening 2011 vastgesteld. In verband met brandveiligheid op recreatieterreinen zijn hierin voorwaarden gesteld voor wat betreft het voorkomen, beperken en 12

13 bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt. De brandbeveiligingsverordening regelt datgene wat niet op een andere wijze wettelijk is vastgelegd, bijvoorbeeld in de Woningwet. De regelgeving uit de brandbeveiligingsverordening is waar dit wenselijk werd geacht meegenomen bij het opstellen van de planregels. Overigens heeft de Brandbeveiligingsverordening ook rechtstreeks bindende werking. Figuur 4. Minimale afstandseisen voor permanente kampeermiddelen (Bron: Handreiking brandveiligheid kampeerterrein, Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijdig (NVBR), 2007) Ten aanzien van minimaal te hanteren afstandseisen tussen permanente kampeermiddelen of van permanente kampeermiddelen tot andere objecten dient de zogenaamde WBDBO 20 minuten te bedragen. De WBDBO is de weerstand tegen brandoverslag (branduitbreiding via de buitenlucht) en branddoorslag (branduitbreiding via de buitenlucht) en branddoorslag (branduitbreiding via een traject dat niet via de buitenlucht gaat). De WBDBO wordt uiteindelijk weergegeven als een bepaalde vrije afstandsmaat tussen twee objecten. Voor permanente kampeermiddelen staat een WBDBO van 20 minuten gelijk aan een vrije tussenruimte van 3 meter. Ook kan een snelle brandoverslag voor niet-permanente standplaatsen, die niet in een brandcompartiment gelegen zijn, worden voorkomen door een WBDBO tussen de kampeermiddelen van 20 minuten en dus een vrije tussenruimte van 3 meter te hanteren. Conclusie Wanneer de gevraagde uitbreiding voldoet aan de hiervoor aangehaalde brandbeveiligingsverordening hoeven er geen extra maatregelen ten aanzien van de brandveilgheid te worden gesteld. 13

14 4.8 Overige Op basis van CROW-publicatie 272 verkeersgeneratie voorzieningen hebben wij het aantal verkeerbewegingen berekend dat een uitbreiding van camping De Lits met zich meebrengt. De CROW-publicatie geeft kengetallen voor bungalows en kampeerplaatsen op een gemiddelde weekdag, met een omrekening naar een werkdag. Door het jaar heen zit er een groot verschil in de aantallen. Hieronder de berekening. gemiddelde wurkdei 121 gemiddelde wykdei 111 januari (wurkdei) 67 februari 94 maart 91 april 110 mei 131 juni 117 juli 178 augustus 213 september 141 oktober 137 november 87 december 82 De ontsluiting vindt plaats via de bestaande in-/uitrit aan de Snakkerbuorren. De nieuw aan te leggen in-/uitrit op de Achterweg is alleen voor voetgangers, fieters en hulpverleningsdiensten. De toename van het aantal verkeersbewegingen zal merkbaar zijn,maar levert niet een zodanige onevenredige verkeersdruk op dat de uitbreiding niet kan plaatsvinden Conclusie Op basis van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het uitbreidingsplan, onder voorwaarden, aanvaardbaar is en er geen nader onderzoek naar de omgevingsaspecten nodig is. Met dit bestemmingsplan wordt aan het betreffende uitbreidingsplan de bestemmingen Recreatie 1-A en Natuur toegekend. In de planregels is bepaald dat gronden met de bestemming Recreatie 1-A bestemd zijn voor gebouwen voor o.a. kampeerterreinen, stacaravans met daarbij behorende gebouwen. Gronden met de bestemming Natuur zijn bestemd voor o.a. water, moeras en rietland en houtsingels en beplanting. 14

15 6.1. Economisch De uitbreiding die met dit wijzigingsplan mogelijk wordt gemaakt, is een particuliere zaak. In financiële zin heeft de gemeente hiermee geen bemoeienis. Met de verzoeker is een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten. 6.2 Maatschappelijk Het plan wordt overeenkomstig artikel 3.8 lid 3 WRO toegestuurd aan de provinsje Fryslân en Wetterskip Fryslân. Daarnaast is het plan, op basis van de gemeentelijke inspraakverordening voorgelegd aan de bevolking en de vereniging van dorpsbelangen Eastermar. 15

16 16