Strategische Milieubeoordeling (SMB) INTERREG V-A Euregio Maas-Rijn - Concept -

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Strategische Milieubeoordeling (SMB) INTERREG V-A 2014-2020 Euregio Maas-Rijn - Concept -"

Transcriptie

1 - Strategische Milieubeoordeling (SMB) INTERREG V-A Euregio Maas-Rijn - Concept - Uitgevoerd in opdracht van: Stichting Euregio Maas-Rijn Nijmegen, november 2014

2 Inhoudsopgave Blz. Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 Inleiding Afbakening programmagebied Aanleiding SMB Doel en inhoud SMB Procedure 6 Hoofdstuk 2 Beoordelingskader Inleiding Cooperation Programma op hoofdlijnen Geselecteerde specifieke doelstellingen Beoordelingsmethodiek en detailniveau 12 Hoofdstuk 3 Beleidscontext en milieusituatie Beleidscontext Milieusituatie: nulsituatie & autonome ontwikkeling 16 Hoofdstuk 4 Milieubeoordeling Inleiding Inschatting van potentiële milieueffecten Impact en samenhang programma niveau Leemte in de kennis Monitoring en evaluatie 35 Bijlage 1 Overzicht beleidskaders EMR 36

3 Samenvatting Een Strategische Milieubeoordeling (SMB) is bedoeld om in een vroeg stadium van de planvorming zicht te krijgen op significante milieu-effecten. Op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze worden de te verwachten gevolgen van het programma voor mens en milieu ingeschat. Het doel is om tijdens de besluitvorming over het programma het milieu een volwaardige plaats te geven en eventuele aandachtspunten vroegtijdig te signaleren. In haar Cooperation Programma (CP) voor de periode heeft de EMR vier prioritaire assen met bijbehorende thematische doelstellingen geformuleerd, namelijk: 1 Innovatie 2020: Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie. 2 Economie 2020: Verbetering van het concurrentievermogen van het midden- en kleinbedrijf (MKB). 3 Sociale inclusie en opleiding: Bevordering van sociale insluiting, bestrijding van armoede en discriminatie. 4 Territoriale ontwikkeling: Verbetering van de institutionele capaciteit en een efficiënt openbaar bestuur. Het CP richt zich met name op innovatiebevordering, ondernemerschap en sociale en territoriale ontwikkeling. Als zodanig ligt de focus van het programma niet op grootschalige ruimtelijk-economische investeringen waarvan een significante impact op het milieu te verwachten is. Voor de prioritaire assen zijn acht specifieke doelstellingen (SD) geformuleerd, waarvan drie met mogelijk een significante milieu-impact: SD 2.1: Vergroting van het concurrentievermogen in het MKB. SD 2.2: Meer efficiënte omgang met hulpbronnen in het MKB. SD 4.2: De verbetering van de attractiviteit van het programmagebied. De economische groei onder invloed van vergroting van het concurrentievermogen van het MKB (SD 2.1) kan negatieve gevolgen hebben voor m.n. ruimtebeslag en mobiliteit, emissies, energiegebruik en afvalstoffen. De meer efficiënte omgang met hulpbronnen in het MKB (SD 2.2) is expliciet gericht op verbetering van natuur en milieu, maar kan ook negatieve effecten hebben op transport, lucht en klimaat, flora en fauna, landschap en biodiversiteit. De extra bezoekers en mobiliteit als gevolg van verbetering van de attractiviteit van het programmagebied (SD 4.2) kan negatieve effecten hebben op o.a. flora en fauna, geluid, luchtkwaliteit en biodiversiteit. Het programma als geheel draagt in positieve zin bij aan verbetering van het milieu op het gebied van lucht en klimaat en energie en afvalstoffen vanuit specifieke doelstelling 2.2 die Buck Consultants International / NC Advies 1

4 nadrukkelijk is gericht op efficiëntere omgang van hulpbronnen in het MKB. Mogelijk significante negatieve milieueffecten worden grotendeels veroorzaakt door de beoogde toename van economische groei, het mogelijk optreden van een extra ruimtebeslag vanwege de herindustrialisatiepolitiek, het aantrekken van meer bezoekers met een verstorende werking op flora en fauna en biodiversiteit en een toename van het aantal vervoersbewegingen als gevolg van het aantrekken van meer bezoekers en de economische groei van de regio. Mogelijke negatieve milieueffecten kunnen (deels) worden ondervangen door maatregelen gericht op een duurzame invulling van programmadoelen. Denk bijvoorbeeld aan innovatieve duurzaamheidmaatregelen als ecodesign en nieuwe duurzame product-markt-combinaties (SD 2.1), een efficiëntere omgang met hulpbronnen door het MKB (SD 2.2), de bescherming van kwetsbare gebieden en het bevorderen van duurzame en intelligente mobiliteit. De voorliggende strategische milieubeoordeling betreft een ex-ante beoordeling op basis van globaal beschreven programmadoelstellingen, met ter indicatie enkele richtinggevende actievoorstellen. De concreet uit te voeren activiteiten in het programma zijn nog niet uitgekristalliseerd. Het betreft hier dan ook een kwalitatieve en globale beoordeling. Voor concrete individuele activiteiten en projecten zal te zijner tijd bepaald moeten worden in hoeverre daarvoor een meer specifieke milieu-effectbeoordeling moet plaatsvinden. Buck Consultants International / NC Advies 2

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Afbakening programmagebied De Euregio Maas-Rijn strekt zich uit over drie landen en bestaat uit de volgende deelgebieden: provincies Limburg (B) en Luik (B) en de Duitstalige Gemeenschap in België, de Region Aachen (D) en het zuidelijke deel van de Nederlandse provincie Limburg (NL). Ook een deel van het Land Rheinland-Pfalz (D), bestaande uit de Eifelkreis Bitburg-Prüm en de Landkreis Vulkaneifel, participeert in het operationeel programma INTERREG V-A Euregio Maas-Rijn De arrondissementen Leuven (B), Zuidoost-Noord-Brabant (NL) en Huy-Waremme (B) participeerden als aangrenzende gebieden in de INTERREG IVA periode. Deze gebieden zullen in het INTERREG V programma via artikel 20 van de Verordening (EC) Europese territoriale samenwerking deelnemen op basis van de tussen de lidstaten afgesproken modaliteiten. Arrondissement Leuven en Zuidoost Noord-Brabant vormen een geprivilegieerd partnerschap binnen de prioritaire as innovatie en de Arrondissementen Huy en Waremme voor de prioritaire assen Sociale inclusie en opleiding en Territoriale ontwikkeling. Figuur 1.1 Programmagebied INTERREG IV-A van de Euregio Maas-Rijn. Bron: Socio-economische analyse OP ETS INTERREG VA (oktober 2013) Buck Consultants International / NC Advies 3

6 Het programmagebied is dichtbevolkt en telt circa 4,2 miljoen inwoners in een gebied van ongeveer km 2 (306 inwoners/km 2 ). Daarvan leven ongeveer 1,4 miljoen inwoners aan de Duitse zijde, 0,8 miljoen aan de Nederlandse zijde en 1,9 miljoen aan de Belgische zijde. Het meest dichtbevolkt zijn de steden Luik, Maastricht, Aken en Düren, alsmede de delen waar vroeger mijnbouw een belangrijke economische activiteit was 1.2 Aanleiding SMB Het samenwerkingsverband Euregio Maas-Rijn (EMR) is één van de oudste Euregio s binnen de Europese Unie, waarin al sinds 1976 drie landen en vijf partnerregio s samenwerken rond grensoverschrijdende thema s op het terrein van de regionale sociaal-economische ontwikkeling. De EMR als drielandenhoek tussen België, Duitsland en Nederland wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan talen, landschappen en culturen die ook over de grenzen heen gewaardeerd en beleefd worden. Ter bevordering van interregionale samenwerking werkt de Europese Commissie al enkele decennia met het INTERREG programma. De EMR valt als grensregio onder INTERREG A, waarvan de vijfde programmacyclus in voorbereiding is, oftewel INTERREG V-A. Onder begeleiding van een Taskforce wordt er momenteel een nieuw Cooperation Programma (CP) voor de periode opgesteld. Met dit programma wil de EMR een bijdrage leveren aan de Europa2020-strategie gericht op slimme, duurzame en inclusieve groei. De ambities voor de komende jaren kunnen als volgt worden samengevat: Verdere ontwikkeling van het programmagebied tot een moderne kennis- en technologieregio met een concurrerende economie. Duurzame ontwikkeling gericht op overgang naar een economie waarin efficiënter met hulpbronnen wordt omgegaan. Stimulering van een hoge levenskwaliteit in een inclusieve gemeenschap die banen schept. Verder uitbouwen van de rol van de EMR als voorbeeldregio voor Europese integratie. Gegeven de grensoverschrijdende uitdagingen voor het gebied is in het INTERREG V-A programma gekozen voor vier prioritaire assen, met bijbehorende thematische doelstellingen met hierbinnen acht specifieke doelstellingen. Zie voor een nadere toelichting de reikwijdte in hoofdstuk 2. Een ex ante evaluatie dient de relevantie van deze strategie ten opzichte van de EUvoorwaarden te beoordelen. Conform de richtlijnen van de Europese Commissie dient in dit kader ook een Strategische Milieubeoordeling (SMB) te worden uitgevoerd. Buck Consultants International / NC Advies 4

7 1.3 Doel en inhoud SMB In de SMB zijn op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze de te verwachten gevolgen van het programma voor mens en milieu ingeschat en beoordeeld. Het doel hiervan is om tijdens de besluitvorming over het programma het milieu een volwaardige plaats te geven, met het oog op een duurzame economische en maatschappelijke ontwikkeling van de regio. De SMB procedure is gekoppeld aan plannen of programma s die (uiteindelijk) kunnen leiden tot concrete projecten of activiteiten met mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu. Bij de uitvoering van het programma zal het gaan om talrijke projecten, verspreid over drie landen, welke een significante cumulatieve impact op het milieu kunnen hebben. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe is daarom voor een volwaardige strategische milieubeoordelingsprocedure gekozen. Gezien het nog globale karakter van de maatregelen in het INTERREG-programma zijn in dit stadium de effecten slechts op hoofdlijnen aan te geven. Het accent in deze SMB analyse ligt op het identificeren van mogelijk significante negatieve en positieve milieueffecten. Conform de EU richtlijnen wordt hierbij achtereenvolgens ingegaan op: Inhoud en doelstellingen van het plan en de mogelijke relatie met andere plannen. Het beoordelingskader van voorliggende ex-ante strategische milieubeoordeling. Relevante beleidsdoelstellingen en de wijze waarop hiermee in het plan rekening is gehouden. Bestaande toestand van het milieu en de te verwachten ontwikkelingen als het plan niet zou worden uitgevoerd. Beschrijving van de mogelijk significante milieugevolgen van zowel het plan als van redelijke alternatieven voor het plan, inclusief een motivering van de wijze waarop deze gevolgen bepaald zijn. Beschrijving van mogelijk significante gevolgen van het plan op gebieden die zijn aangewezen in het kader van Natura 2000 en overige natuurgebieden met een beperkte status. Een beschrijving van maatregelen die redelijkerwijs kunnen worden genomen om mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen, dan wel te beperken of ongedaan te maken. Een overzicht van de leemten als het gevolg van het ontbreken van kennis of informatie. De voorgenomen monitoringsmaatregelen. Het betreft hiermee dus een globale milieubeoordeling in een vroeg stadium van de programmaontwikkeling. Bij de uitvoering van het programma zal door de initiatiefnemer per keer beoordeeld moeten worden of een concreet project/activiteit een meer gespecificeerde milieubeoordelingsplicht kent. Buck Consultants International / NC Advies 5

8 1.4 Procedure Aangezien het INTERREG V A-programma voor de Euregio Maas-Rijn betrekking heeft op gebieden in België (delen van Wallonië, Vlaanderen en Duitstalige gemeenschap), Duitsland (delen van Nordrhein-Westfalen en Rheinland-Pfalz) en Nederland (delen van Limburg en Noord-Brabant), dient in al deze landen de SMB-procedure te worden doorlopen. De gehanteerde procedure is gebaseerd op de EU-Richtlijn 2001/42/EC, die met kleine verschillen in de drie landen is geïmplementeerd. De SMB-procedure bestaat in hoofdlijnen uit vier fases, zijnde: A Scoping B Effectenonderzoek C Inspraak & Besluit D Monitoring & Evaluatie In figuur 1.2 zijn vier fase schematisch weergegeven, met hierbinnen onderscheid in zes concrete stappen. Navolgend worden de zes stappen toegelicht. Figuur 1.2 Schematische weergave vier fase in zes concrete stappen Buck Consultants International / NC Advies 6

9 1 Reikwijdte en detailniveau SMB De aanpak en afbakening van de uit te voeren SMB is vooraf vastgelegd in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (oktober 2014). Deze notitie is aangeboden aan de milieuautoriteiten van de verschillende deelgebieden. Op grond van de ontvangen reacties is de reikwijdte en het detailniveau van de milieubeoordeling vastgesteld. 2 Milieubeoordeling De strategische milieubeoordeling wordt uitgevoerd op basis van de bepaalde reikwijdte en het detailniveau zoals aangegeven in de vorige stap. Van de onderscheiden maatregelen zijn mogelijk belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu in beeld gebracht. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in het voorliggende milieurapport en op een begrijpelijke wijze voor een algemeen publiek samengevat. 3 Consultaties De SMB-richtlijn schrijft voor dat betrokken milieuautoriteiten, publiek en buurlanden in het kader van de strategische milieubeoordeling worden geconsulteerd. De Taskforce die het nieuwe INTERREG-programma voorbereidt, heeft het voornemen om het milieurapport tegelijkertijd met het conceptprogramma middels een brede internet-consultatie aan het publiek voor te leggen. Parallel aan deze internetconsultatie wordt het rapport door de Taskforce aan de milieuautoriteiten van de verschillende deelgebieden voorgelegd. 4 Verwerking en motivering De volgende stap bestaat uit het verwerken en motiveren van de gevolgen van de SMB en van de consultaties voor het definitieve Cooperation Programma. 5 Besluit en bekendmaking De Taskforce biedt het nieuwe INTERREG-programma, met bijbehorende ex-ante evaluatie waarin de SMB is verwerkt, aan de Europese Commissie aan. Na verwerking van eventuele aanvullende opmerkingen zal het definitieve programma worden ingediend en vindt besluitvorming door de Europese Commissie plaats. 6 Implementatie (monitoring en evaluatie) De uitvoering van het nieuwe INTERREG V-A programma, met bijbehorende monitoring en evaluatie van mogelijk onvoorziene milieueffecten, is de verantwoordelijkheid van de Management Autoriteit van het nieuwe programma, dat daarbij gebruik kan maken van de in de SMB benoemde aandachtspunten, indicatoren en redelijkerwijs te nemen maatregelen. Buck Consultants International / NC Advies 7

10 Hoofdstuk 2 Beoordelingskader 2.1 Inleiding De strategische milieubeoordeling is van toepassing op het Cooperation Programma, zoals deze op xxx is aangeboden aan de Europese Commissie. In paragraaf 2.2 volgt een beschrijving van het voorgenomen programma op hoofdlijnen. Niet alle programmaonderdelen zijn even relevant voor het uitvoeren van een milieubeoordeling. Voor sommige programmadoelstellingen geldt dat er niet of nauwelijks sprake zal zijn van een te verwachten milieueffect. Paragraaf 2.3 geeft aan welke specifieke programmadoelstellingen zijn geselecteerd en onderzocht in voorliggende milieubeoordeling. In paragraaf 2.4 wordt vervolgens stilgestaan bij de gehanteerde beoordelingsmethodiek, met een op het voorgenomen besluit passend detailniveau. 2.2 Cooperation Programma op hoofdlijnen Op basis van een strategische evaluatie zijn de uitdagingen voor grensoverschrijdende samenwerking in de EMR voor de periode bepaald. Hierbij is uitgegaan van de EU-brede uitdagingen, de socio-economische analyse van de regio, de regionale beleidsopgaven, en de ervaringen uit het verleden. Dit heeft geleid tot vier prioritaire assen met bijbehorende thematische doelstellingen: 1 Innovatie 2020: Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie. 2 Economie 2020: Verbetering van het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO) / het midden- en kleinbedrijf (MKB). 3 Sociale inclusie en opleiding: Bevordering van sociale insluiting, bestrijding van armoede en elke vorm van discriminatie. 4 Territoriale ontwikkeling: Verbetering van de institutionele capaciteit en een efficiënt openbaar bestuur. Voor elk van deze vier prioritaire assen en thematische doelstellingen zijn zogenaamde specifieke doelstellingen (SD) geformuleerd, welke nader zijn uitgewerkt in mogelijke activiteiten en projecten. Hier volgt per specifieke doelstelling een korte beschrijving. Buck Consultants International / NC Advies 8

11 As 1 Innovatie2020 SD 1.1: Stijging van het percentage KMO/MKB dat innovaties introduceert Valorisatie van kennis wordt gestimuleerd door samenwerking te bevorderen tussen bedrijven en kennisinstellingen onderling en met elkaar. Door steun aan daadwerkelijke ontwikkelprojecten door ondernemingen draagt het programma bij aan meer valorisatie van kennis door innovatie van nieuwe producten en diensten en versterkt zo het bedrijfsleven in de EMR. SD 1.2: Verhogen van verbanden en synergiën tussen ondernemingen, O&I centra en het hoger onderwijs Deze investeringsprioriteit zet in het bijzonder in op technologietransfer van O&I-centra naar het KMO/MKB en de ontwikkeling van innovatieve euregionale economische clusters. Met het bevorderen van samenwerking tussen technologische onderzoekscentra en het KMO/MKB wordt de vergroting van de innovatiekracht binnen het KMO/MKB beoogd. As 2 Economie2020 SD 2.1: Vergroting van het concurrentievermogen in het KMO/MKB Het doel is bestaande ondernemers te stimuleren om zich te richten op vernieuwing en verbetering van hun ondernemerschap en daarnaast nieuwe starters te stimuleren om een onderneming te starten, in beide gevallen specifiek in het KMO/MKB. Ondernemerschap moet hierbij worden gezien in het perspectief van de euregionale economie en de versterking van de grensoverschrijdende dimensie daarvan. Het programma zet in op het aanmoedigen en stimuleren van nieuwe bedrijvigheid en op het aanjagen en uitwisselen van nieuwe ideeën, waardoor nieuwe toepassingen, processen en diensten kunnen ontstaan, met nieuw ondernemerschap tot gevolg. Juist op het scheidsvlak van sectoren liggen kansen voor nieuw ondernemerschap. SD 2.2: Meer efficiënte omgang met hulpbronnen in het KMO/MKB Duurzaam gebruik van hulpbronnen vormt een belangrijke voorwaarde voor het behouden en versterken van bedrijvigheid. Innovatieve technieken kunnen hulpbronefficiëntie bevorderen. Het programma wil investeringen bevorderen in eerste toepassing bij bedrijven van innovatieve technologieën die de omgang met hulpbronnen meer efficiënt maken. Het programma zet daarom in op stimulering, op sensibilisering en op demonstratie. Activiteiten waarmee de bekendheid met technieken en de toepassingsmogelijkheden toeneemt, om daarmee de bereidheid tot investeringen in uitrol van de technieken te verhogen. Daarmee wordt ook de toepassing van nieuw ontwikkelde technieken gestimuleerd. Door het stimuleren van investeringen op dit vlak, neemt de efficiëntie van bedrijfs- en productieprocessen in de omgang met hulpbronnen toe. Buck Consultants International / NC Advies 9

12 As 3 Sociale inclusie en opleiding SD 3.1: Verhoging van de sociale integratie van kwetsbare groepen Inclusieve groei is een van de hoofddoelstellingen van het Europees beleid. Maatschappelijke integratie en demografische ontwikkelingen zijn belangrijke thema s voor een inclusieve samenleving. Gevolgen van werkloosheid (in het bijzonder in steden), vergrijzing en ontgroening vormen grote uitdagingen in de diverse regio s van de EMR. Groepen die kwetsbaar zijn, door armoede, sociale omstandigheden, handicap, etc., lopen een groot risico aansluiting op de maatschappij te verliezen. EMR wil dit voorkomen en beoogt kwetsbare groepen goed sociaal geïntegreerd te houden. SD 3.2: Verbetering van de aansluiting van het grensoverschrijdende opleidingssysteem op de arbeidsmarkt Door te investeren in de kwaliteit van opleidingen en verbeteren van de aansluiting bij de arbeidsmarktvraag wordt invulling gegeven aan uitdagingen waar de EMR voor staat zoals de krimpende beroepsbevolking en demografische veranderingen, tegengaan van de brain drain, onvoldoende aantal hoger opgeleiden en een gebrek aan technisch geschoold personeel. As 4 Territoriale ontwikkeling SD 4.1: Vermindering van de belemmerende werking van de grens voor burgers en instellingen Deze investeringsprioriteit richt zich op versterking van de institutionele capaciteit en een doelmatiger openbaar bestuur door verbeterde samenwerking tussen instellingen en burgers en verbeterde juridische en administratieve grensoverschrijdende samenwerking. Met behulp van een pakket aan grensoverschrijdende maatregelen wordt de barrièrewerking van de grens verminderd en worden grensoverschrijdende interacties tussen burgers en instellingen geïntensiveerd. SD 4.2: Verbetering van de attractiviteit van het programmagebied De EMR wil inzetten op de verhoging van het aantal bezoekers en toeristen voor de regio. Het gaat hierbij onder andere om de verhoging van het aantal bezoeken aan bezienswaardige plekken en toeristische en culturele instellingen. Om het toeristisch aanbod beter te ontsluiten, wordt het gebruik van openbaar vervoer gefaciliteerd. Buck Consultants International / NC Advies 10

13 2.3 Geselecteerde specifieke doelstellingen Het Cooperation Programma richt zich sterk op stimulering van onderzoek en innovatie, samenwerking tussen bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, aansluiting van opleiding en arbeidsmarkt, sociale integratie van kwetsbare groepen en terugdringen van grensbarrières. Als zodanig kent het programma slechts weinig fysieke ingrepen, waarvan een significante impact op het milieu te verwachten is. Voor de meeste specifieke doelstellingen is naar verwachting nauwelijks tot geen impact op het milieu te verwachten. Van de acht specifieke doelstellingen zijn er vijf met een verwaarloosbaar milieu-invloed en drie die wellicht een significante milieu-invloed hebben en derhalve in deze strategische milieubeoordeling zijn meegenomen (zie notitie reikwijdte en detailniveau ). Dit zijn: SD 2.1: Vergroting van het concurrentievermogen in het KMO/MKB De focus ligt hier op het aanmoedigen en stimuleren van nieuwe bedrijvigheid en op het aanjagen en uitwisselen van nieuwe ideeën, waardoor nieuwe toepassingen, processen en diensten kunnen ontstaan met nieuw ondernemerschap tot gevolg. Dit leidt tot oprichting (bijvoorbeeld co-working), groei en overdracht van kleine en middelgrote bedrijven en een mogelijke herontwikkeling, via innovatiebevordering, van bepaalde economische sectoren in het kader van herindustrialisatiepolitiek. Groei en herontwikkeling kunnen een significante impact hebben op het milieu. SD 2.2: Meer efficiënte omgang met hulpbronnen in het KMO/MKB Het gaat hier bijvoorbeeld om het bevorderen van de productie en het gebruik van duurzame energiebronnen en groene energie en eventuele CO 2 -reducerende technologieën. Ook het herstructureren van bepaalde sectoren in het kader van een herindustrialisatiebeleid kan een significante impact hebben op het milieu. SD 4.2: De verbetering van de attractiviteit van het programmagebied De EMR zet in op de verhoging van het aantal bezoekers en toeristen voor de regio. Het gaat hierbij onder andere om de verhoging van het aantal bezoekers aan bezienswaardige plekken en toeristische en culturele instellingen. Om het toeristisch aanbod beter te ontsluiten wordt het gebruik van openbaar vervoer gefaciliteerd. Door de verhoging van het aantal bezoekers ontstaat er een toename van de druk op de natuur en het milieu en zijn er dan ook significante milieueffecten te verwachten. Buck Consultants International / NC Advies 11

14 2.4 Beoordelingsmethodiek en detailniveau De werkwijze is op hoofdlijnen als volgt: In samenwerking met de Taskforce INTERREG V-A is er een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste regionale beleidskaders op het gebied van regionale economie, ruimtelijke ordening en natuur en milieu. Deze documentatie is in hoofdstuk 3 als uitgangspunt gebruikt voor een toets in hoeverre er sprake is van een consistent beleid tussen het Cooperation Programma en het beleid van de verschillende regio s. De regionale uitgangsituatie en de verschillende specifieke uitdagingen zijn per milieuaspect o.b.v. de eerder uitgevoerde SWOT en regioanalyse in kaart gebracht. Dit vormt de referentiesituatie, inclusief de autonome ontwikkelingen in de komende jaren. Vervolgens is beoordeeld wat de (reëel te verwachten) impact is van het voorliggende programma op deze verschillende opgaven/doelstellingen en de te onderscheiden milieuaspecten. Dit leidt tot een multicriteria analyse, waarbij in de voornamelijk kwalitatieve beoordeling tevens rekening is gehouden met de geldende kwantitatieve m.e.r.-kaders. Referentiesituatie De milieubeoordeling is van toepassing op het programmagebied van INTERREG V-A. De grens van het studiegebied kent geen harde lijn, maar een flexibele overgang die kan varieren aansluitend bij een passende schaal van het de verwachten milieu-impact per onderwerp/maatregel. De milieubeoordeling vindt plaats voor het richtjaar De te verwachten milieueffecten, worden hierbij afgezet tegen de zogenaamde referentiesituatie. In dit kader wordt de huidige milieusituatie in beeld gebracht, alsmede de belangrijkste (autonome) ontwikkelingen die de komende jaren los van het programma te verwachten zijn. Dit vormt tevens een eerste basis voor de monitoring gedurende de uitvoeringsfase van het programma. Toets op consistent beleid Er is een beknopte analyse verricht van de belangrijkste beleidskaders van de verschillende overheden in de Euregio Maas-Rijn, teneinde hun ambities op milieugebied te achterhalen. Aan de EMR Taskforce leden is gevraagd de twee belangrijkste beleidsdocumenten binnen hun regioniveau hiervoor aan te leveren (zie bijlage 1). Er is getoetst in hoeverre de beoogde onderwerpen/maatregelen passen bij de regionale en landelijke doelstellingen en beleid. Buck Consultants International / NC Advies 12

15 Beoordeling van milieuaspecten per specifieke doelstelling De milieubeoordeling vindt vervolgens plaats per relevante specifieke doelstelling. Zoals aangegeven in paragraaf 2.2 gaat het om drie specifieke doelstellingen waar mogelijk sprake is van een significant te verwachten milieueffecten. Deze specifieke doelstellingen zijn in de milieubeoordeling getoetst aan de hand van een negental milieuaspecten. Tabel 2.1 geeft een overzicht van de relevante milieuaspecten die per milieudoelstelling zijn onderzocht. Tabel 2.1 Specifieke doelstellingen en relevante milieuaspecten Specifieke doelstellingen Milieuaspecten 2.1) Vergroting van het 2.2) Meer efficiëntere omgang 4.2) Verbetering van de concurrentievermogen in het KMO/MKB met hulpbronnen in het KMO/MKB attractiviteit van het programmagebied Mens, mobiliteit en X X X ruimtelijke aspecten Landschap, erfgoed en X X X archeologie Flora en fauna X X X Bodem en grondwater X X Oppervlakte water X X Geluid en trillingen X Lucht en klimaat X X X Energie en afvalstoffen X X Biodiversiteit X X X De wisselwerking tussen de verschillende milieuaspecten is tevens van belang en zal daar waar relevant meegenomen worden in de milieubeoordeling. Detailniveau passende bij het besluit Het detailniveau van de milieubeoordeling sluit aan bij het huidige detailniveau van het programma. Het programma is een strategisch plan dat de hoofdlijnen van het ontwikkelingsbeleid binnen het programmagebied neerzet. Gezien het nog globale karakter van de maatregelen zullen de effecten in dit stadium slechts op hoofdlijnen worden aangegeven. Bij significant te verwachten milieueffecten zullen er aandachtspunten worden geformuleerd die als basis kunnen dienen voor de toetsing van in te dienen plannen en projecten/activiteiten in de vervolgfase. Per relevant criterium wordt aangegeven waarop in te dienen plannen en projecten getoetst kunnen worden. Het doel hiervan is om, in een later stadium van projectbeoordelingen, een zorgvuldige afweging te kunnen maken van de impact op het milieu op basis van relevante effectindicatoren. Op deze wijze krijgt het milieu een goede plek in de huidige besluitvorming ten aanzien van het INTERREG V A-programma én toekomstige besluitvorming ten aanzien van plannen en projecten/activiteiten. Buck Consultants International / NC Advies 13

16 Hoofdstuk 3 Beleidscontext en milieusituatie 3.1 Beleidscontext Zowel België, Duitsland, als Nederland kennen alle drie een beleid gericht op het voldoen aan de Europese milieudoelstellingen. De Europese regelgeving en ambities wordt dan ook steeds bepalender voor het natuur- en milieubeleid in de afzonderlijke landen. De individuele landen zijn zelf verantwoordelijk voor het vertalen van deze afspraken in eigen wet- en regelgeving. Ieder individueel land kiest hierbinnen zijn eigen manier, met afwijkend tempo van invoering en verschillende typen van maatregelen. Deze individuele invulling uit zich in specifieke wet- en regelgeving op landelijk niveau, met soms ook achterliggende verordeningen op decentraal niveau. We hebben in de EMR te maken met de afzonderlijke beleidskaders op het gebied regionale economie, ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, energiebeleid en natuur- en milieubeleid van drie landen, en alle onderliggende regio`s die hierbinnen vallen. Met voor ieder land en (sub)regio verschillende beleidsvisies, -accenten en (nul)metingen. Er is daarmee dan ook geen integraal Euregionaal milieubeleid. Voor een overkoepelende blik zijn per milieuaspect de belangrijkste beleidsdoelstellingen binnen de Euregio Maas Rijn samengevat (zie tabel 3.1). Tabel 3.1 Samenvatting van de belangrijkste beleidsambities in Euregio Maas Rijn Milieuaspect Mens, mobiliteit en ruimtelijke aspecten Landschap, erfgoed en archeologie Flora en Fauna Bodem en grondwater Ambitie EMR 1: Inzet op duurzame mobiliteit 2: Verhoging eco-efficientie in maatschappelijke sectoren 3: Bewustwording rond biodiversiteit 1: Behoud en versterking van natuurlijke en cultuurhistorische waarden. 2: Bescherming van erfgoed 1: Beschermen van soorten en hun habitats 2: Beschermen leefomgeving van flora en fauna (o.a. reserveren natuurgebieden) 3: Aanleg van groenblauwe netwerken om natuurgebieden te verbinden 1: Voorkomen bodemverontreiniging 2: Sanering vervuilde bodems 3: Bestrijden bodemerosie 4: Verbeteren kwaliteit grondwater en terugdringen emissies naar het water Buck Consultants International / NC Advies 14

17 Milieuaspect Oppervlakte water Geluid en trillingen Lucht en klimaat (emissies) Energie en afvalstoffen (opwekking en gebruik) Biodiversiteit Ambitie EMR 5: Verlagen nutriëntendruk op de bodem 6: Drinkwaterkwaliteit op peil houden door gebieden te reserveren 1: Sanering van vervuilde waterbodems 2: Waterveiligheid vergroten door overloopzones te reserveren 3: Kwaliteit van het oppervlakte- en zwemwater verbeteren 4: Regionale wateroverlast terugdringen 1: Terugdringen geluidsoverlast door weg- rail- en luchtverkeer zodat wordt voldaan aan wettelijke normen Voldoen aan Europese normen voor luchtkwaliteit, door: 1: Reductie van de uitstoot van fijnstof 2: Terugbrengen van de uitstoot van CO2 3: Reductie emissies van verzurende stoffen (NO2, SO2 en NH3) 1: Verhoging gebruik van hernieuwbare energiebronnen 2: Meer gebruik maken van (lokale) organische afvalstoffen en biomassa 3: Energieconsumptie verlagen en energie-efficiëntie vergroten 4: Maximaal hergebruik van afval 5: Milieudruk afvalverwerking verminderen 1: Werken aan het behoud en herstel van biodiversiteit Op basis van deze beleidsanalyse is getoetst in hoeverre de beoogde programmadoelstellingen uit het Cooperation Programma aansluiten bij de Euregionale en landelijke doelstellingen op het gebied van natuur en milieu. Kijken we naar de het Cooperation Programma dan draagt de specifieke doelstelling 2.2 Meer efficiënte omgang met hulpbronnen in het KMO/MKB een direct milieudoel als ambitie in zich. Met het CP wordt op deze milieudoelstelling aanzienlijke inspanningen geleverd en mogen er concreet meetbare resultaten worden verwacht. Voor de overige milieuaspecten liggen de doelen niet in lijn, maar zullen er wel mogelijke afgeleide effecten kunnen meespelen. Zie meer hierover in de ex ante milieubeoordeling van hoofdstuk 4. Buck Consultants International / NC Advies 15

18 3.2 Milieusituatie: nulsituatie & autonome ontwikkeling In deze paragraaf treft u per te beoordelen milieuthema een kort beschrijving aan van de huidige situatie (nulsituatie) en de te verwachten ontwikkelingen die reeds ingezet zijn binnen het vigerende beleid (autonome ontwikkelingen). Daarbij is het thema mens, mobiliteit en ruimtelijke aspecten te breed om hier beknopt te beschrijven. Het thema landschap, erfgoed en archeologie is uiteengelegd in twee subthema s. Landschap A) Nulsituatie De Euregio Maas-Rijn wordt vaak ervaren als sterk verstedelijkt en is dat ook: bijna vier miljoen inwoners wonen op circa km 2. Zuid-Limburg en de Städteregion Aachen zijn de dichtst bevolkte regio s. Tabel 3.2 laat zien dat het landelijke gebied niettemin een belangrijke plaats inneemt, en dat het percentage agrarisch grondgebruik en bos (en natuur) in het Nederlandse en Belgische deel van de Euregio nauwelijks afwijkt van dat in de landen als geheel. Het landelijke gebied vormt voor de Euregio een belangrijk Selling Point, als onderdeel van de woon- en leefomgeving, als vestigingsfactor voor nieuwe ondernemingen en als toeristische trekker. De agrarische sector kan in grote mate een bijdrage leveren aan het waarborgen van de kwaliteiten ervan, mede door een verbreding van haar activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van landschaps- en natuurbeheer, duurzame energie en groen (eco-) toerisme. Tabel 3.2 Grondgebruik in 2011(in %) Landbouw Bos Bebouwd & verkeersopp. Zuid- en Midden-Limburg (NL) 58% 13% 29% Provincie Luik n.b. n.b. n.b. Städteregion Aachen 39% 31% 30% Kreis Düren 57% 21% 22% Kreis Heinsberg 64% 11% 25% Kreis Euskirchen 47% 38% 15% Arr. Hasselt (B) 41% 12% 47% Arr. Maaseik (B) 44% 17% 39% Arr. Tongeren (B) 54% 9% 38% Duitstalige Gemeenschap (B) 42% 41% 18% Eifelkreis Bitburg-Prüm/ 54% 36% 10% Landkreis Vulkaneifel 42% 45% 12% Arrondissement Leuven* n.b n.b n.b Zuidoost-Noord-Brabant** 54% 26% 20% * data voor provincie Luik en Arrondissement Leuven niet beschikbaar ** data uit 2010 Bron: Socio-economische analyse EMR o.b.v. CBS, IT NRW, FÖD Wirtschaft, FOD Economie Buck Consultants International / NC Advies 16

19 In de Europese beleidsnota Natura 2000 worden twee belangrijke ecologische verbindingen aangegeven die dwars door de regio lopen: een droge natuurzone die loopt van de uitlopers van de Vogezen, de Eifel en de Ardennen via Zuid-Limburg naar de Belgische Kempen en langs de rechter Maasoever verder noordwaarts richting Veluwe, en een natte ecologische zone die gevormd wordt door het Maasdal en haar zijrivieren. In het gebied komen zeven grotere Nationale- of natuurparken voor, die van hoge waarde zijn voor de biodiversiteit en het groene karakter van het gebied bepalen: Het Nationale Park Hoge Kempen in België Nationaal Park De Meinweg (NL-D) Nationaalpark Nordeifel (D) Het Nationale Park Südeifel (D) Het Natur- en Geopark Vulkaneifel (D) Natuurpark Hoge Venen-Eifel (B-D) Nationaal Park De Groote Peel (NL) B) Autonome ontwikkeling Naast de twee Natura 2000 gebieden en de zeven grotere Nationale- of natuurparken zijn er diverse grensoverschrijdende landschappen en parken opgericht of in ontwikkeling: Grenspark Maas-Schwalm Nette (NL-D) Grenspark Kempen-Broek (B-NL) Rivierpark Maasvallei (B-NL) Drielandenpark (NL-B-D) Een belangrijk project binnen de Euregio is de ontwikkeling van het Drielandenpark. Het Drielandenpark is een overwegend kleinschalig (cultuur-)landschap tussen twee grote natuurgebieden: de hoge natte bossen met hoogveen en heide (Hoge Venen, Eifel, Ardennen) en de droge boscomplexen van de Belgische Kempen. De grenzen zijn met opzet vaag gehouden, aangezien het Drielandenpark niet wordt beschouwd als een territoriale eenheid. Het Drielandenpark bestaat uit een binnengebied (de landelijke open ruimte tussen de steden), de stedelijke bebouwingszone Luik Maastricht Sittard Geleen Parkstad Aken Eupen en Verviers, en een buitenzone van circa 5 km rondom de stedenring. Voor het Drielandenpark wordt op dit moment ( ) een gemeenschappelijke landschapsvisie geformuleerd met steun van het Europese programma ESPON 1. De studie wordt uitgevoerd door een consortium van Universitaire onderzoekinstituten uit Duitsland, België en Nederland. 1 European Observation Network for Territorial Development and cohesion Buck Consultants International / NC Advies 17

20 Erfgoed en archeologie A) Nulsituatie Het gebied bestond eeuwenlang uit een mengelmoes van tientallen elkaar beconcurrerende hertogdommen, graafschappen, prinsdommen, keurvorstendommen, bisdommen en vrije steden. De regio wordt vaak een Europa in het klein genoemd. Het dynamische verleden van de Euregio is een afspiegeling van de Europese geschiedenis. De eerste landbouwers, de Kelten, de Romeinen, de Franken onder Karel de Grote, de Fransen onder Napoleon en de invasies tijdens de 1 e en 2 e Wereldoorlog; elk van deze tijdperken heeft zijn sporen nagelaten in het landschap, het erfgoed, de archeologie en de cultuur van het gebied. Dwars door het gebied loopt de Limes (de oude Romeinse grenslinie) en zijn er vele cultuur-historische elementen te vinden die verwijzen naar de Romeinse tijd. De kleine riviertjes, watervallen en plateaus zijn karakteristiek voor de aantrekkelijke natuur in het gebied. B) Autonome ontwikkeling De regio ziet haar historische complexiteit en daaruit voortvloeiende diversiteit als belangrijk handelsmerk. De verschillende autoriteiten in de regio zetten dan ook actief in op het behoud en de versterking van haar historisch erfgoed. Zo heeft men met het natuurpark Vulkaneifel en als onderdeel van het Europese netwerk van geoparken zichzelf als doel gesteld om geowetenschappen en toerisme met elkaar te verbinden en duurzaam te ontwikkelen. In 2005 werd het park als Global Geopark aangemerkt als werelderfgoed van UNES- CO. Ook de Limes (de oude Romeinse grenslinie) staat in Duitsland al op de werelderfgoedlijst van UNESCO en in Nederland op de lijst van voorlopige UNESCO werelderfgoederen. Flora en fauna A) Nulsituatie De natuur en flora en fauna in de Euregio Maas-Rijn is divers van aard. Van het Eifel gebergte in het zuidoosten (Rheinland-Pfalz), tot aan het voormalige veengebied de Peel in het noordwesten (Noord-Brabant en Limburg) is er een mix van verschillende natuurgebieden met ieder zijn eigen karakteristieke flora en fauna. Hoewel er sprake is van een groot oppervlak, is de kwaliteit van de natuur in de Euregio een belangrijk aandachtspunt, met name door de intensivering van de landbouw, verdroging en vermesting. Dit heeft consequenties voor de flora en fauna. Zo zijn de afgelopen eeuw zo n 140 rode-lijst soorten verdwenen in alleen al het gewest Vlaanderen. Ook in de andere deelregio s constateren de autoriteiten dat ondanks maatregelen ten behoeve van het behoud van de natuur, de trend van neergaande soortenaantallen nog niet is gekeerd. Er kan dus gesteld worden dat de flora en fauna in de Euregio onder druk staat. Buck Consultants International / NC Advies 18

21 B) Autonome ontwikkeling In verschillende deelregio s van de Euregio Maas-Rijn wordt aandacht besteed aan flora en fauna. Het gaat hierbij met name om het herstel van ecosystemen en het verbeteren van de leefomgeving van bedreigde soorten (rode lijst). Het gewest Vlaanderen heeft bijvoorbeeld de ambitie om ten minste 15% van de aangetaste ecosystemen te herstellen. Daarnaast is de provincie Noord Brabant voornemens om zo compleet mogelijke ecosystemen te ontwikkelen. De provincie onderzoekt hiervoor bijvoorbeeld de haalbaarheid van de introductie van grote zoogdieren zoals edelhert, lynx, otter, bever en wisent. Bodem en grondwater A) Nulsituatie Bodemverontreiniging in de Euregio is een erfenis uit het verleden. De industriële activiteiten van het gebied hebben hun sporen nagelaten. Zo is bijvoorbeeld bodemverontreiniging met zware metalen in Belgisch en Nederlands Limburg en Zuidoost-Noord-Brabant als gevolg van de activiteiten van de daar gevestigde zinkfabrieken een groot probleem. Daarom heeft de sanering en renovatie van oude industrieterreinen door gespecialiseerde deskundigen prioriteit, waarbij tevens wordt gestreefd naar economische ontwikkeling via de totstandkoming van nieuwe hoogwaardige industrieterreinen. Overigens speelt ook de landbouw een rol bij bodemverontreiniging als gevolg van een hoge gehaltes fosfaat en nitraat door te intensieve bemesting. Een ander punt is bodemerosie als gevolg van de toegenomen grootschaligheid van de landbouw en de intensieve bodembewerking. Het gevaar bestaat dat de vruchtbare laag wegspoelt. B) Autonome ontwikkeling Aandacht voor bodemerosie is mede belangrijk in verband met het grensoverschrijdende karakter van waterstromen. De eerste initiatieven op dit vlak zijn reeds genomen. Tegelijkertijd zal het lastig zijn om de geformuleerde doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van bodemkwaliteit, te halen. Zo duurt het uitspoelen van de fosfaat verontreinigde gronden in de provincie Noord-Brabant nog tientallen jaren. Op dit gebied voert de provincie dan ook vooral beleid gericht op het terugdringen van het reeds aanwezige fosfaatoverschot. Oppervlaktewater A) Nulsituatie Mede vanwege de klimaatverandering vraagt de aanpak van regionale wateroverlast in de beekdalen en de veiligheid ten aanzien van overstromingen in het Maasdal nog steeds aandacht. Daarnaast vormt ook watertekort als gevolg van warmere en drogere zomers een Buck Consultants International / NC Advies 19

22 opgave voor het waterbeheer. Daartoe dient de sponswerking van het watersysteem zoveel mogelijk hersteld te worden, het liefst via een beek- een rivierdalbrede aanpak. Daarbij wordt de neerslag zoveel mogelijk vastgehouden via een natuurvriendelijke inrichting van de waterlopen en dalhellingen en via waterinfiltratie in dorpen en steden. Dat komt ten goede aan de leefkwaliteit in het gebied, aan de natuurkwaliteit in en om de beek- en rivierdalen, voorkomt wateroverlast, diffuse verontreiniging en erosie en draagt bij aan de vermindering van piekafvoeren in de Maas. De te sterke ontwatering in bosbouw- en landbouwpercelen, afspoelen van landbouwgronden (erosie), landbouwlozingen (diffuse verontreinigingen) en incidenteel optredende overstorten vormen een probleem in het landelijke gebied. De graad van riolering en zuivering van het oppervlaktewater loopt uiteen. Op het gebied van de waterkwaliteit en -kwantiteit zijn de streefbeelden binnen de partnerregio s ongeveer hetzelfde, namelijk het bevorderen van een natuurgerichte en op ecologische doelen afgestemde inrichting van waterlopen en het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit laatste via een verdergaande realisatie van de rioolaansluitingen, waterzuiveringsinstallaties en overstortbassins, alsmede het aanbrengen van individuele afvalwaterzuiveringsvoorzieningen, waar rioolaansluiting niet doelmatig is. De snelheid van uitvoering verschilt echter aanzienlijk in de afzonderlijke delen van het programmagebied. Naast een enorme variatie aan ecologische en landschappelijk waardevolle beek- en rivierdalen met een hoge toeristische-recreatieve aantrekkelijkheid kent de Euregio Maas- Rijn allerlei watergebonden hulpbronnen: een aanzienlijke energieproductie (stuwdammen), belangrijke waterreserves, commerciële exploitatie van mineraalwater zoals Gerolsteiner, Spa en Chaudfontaine, kuuroorden, etc.. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Europese Richtlijn Overstromingsrisico s (ROR) maken een stroomgebiedsgerichte benadering noodzakelijk. Deze benadering stopt derhalve niet bij de grens. Tot de bestaande grensoverschrijdende overlegstructuren op het gebied van water behoren o.a.: De internationale Maascommissie (IMC) waaraan de gewestregeringen Vlaanderen en Wallonië, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland deelnemen. De provincie Limburg (NL) zit in de voorbereidende overleggroep. De grenswatercommissies en stroomgebiedcomités (kwaliteit en kwantiteit), waarvan Wallonië, Vlaanderen en Duitsland, de Nederlandse waterschappen en de provincie Limburg (NL) deel uitmaken. De laatste jaren is intensief samengewerkt tussen met name regionale partners binnen de Euregio Maas-Rijn om bovengenoemde opgaven grensoverschrijdend aan te pakken. B) Autonome ontwikkeling Ook in de toekomst is een grensoverschrijdende aanpak nodig op het gebied van waterbeheer zowel kwantitatief als kwalitatief. Grensoverschrijdende samenwerking is noodzakelijk om te komen tot een duurzame beheersing van de hoogwaterproblemen en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van de grensoverschrijdende wateren. Dit geldt Buck Consultants International / NC Advies 20

23 voor rivieren als de Maas, maar ook voor regionale stroomgebieden die een grensoverschrijdend karakter kennen. Per stroomgebied moeten maatregelen worden gedefinieerd voor het behalen van de doelstellingen van de KRW en de ROR. In 2015 worden deze maatregelen opnieuw bezien en vervolgens vastgelegd in de stroomgebiedbeheersplannen, die om grensoverschrijdende afstemming vragen. Geluid en trillingen A) Nulsituatie Geluid en trillingen zijn verschijnselen die zich binnen de Euregio vooral voordoen op lokale schaal. De meest dominante oorzaken van geluidsoverlast zijn verschillende vormen van lijninfrastructuur (weg-, rail- en vliegverkeer) en de industrie. Ter illustratie, in de regio Rheinland-Pfalz hebben circa personen (1,5 % van de bevolking) te maken met geluidsoverlast (>65 db). Deze beperkte omvang komt echter ook door de relatief lage bevolkingsdichtheid van deze regio. Dit neemt niet weg dat hinder door geluid en trillingen op lokaal niveau een belangrijk aandachtspunt kunnen zijn, zeker waar het gaat om uitbreidingen ten aanzien van infrastructuur en industriële activiteiten. B) Autonome ontwikkeling Bij infrastructurele maatregelen en/of toewijzing van nieuwe industriële activiteiten wordt de mogelijke impact op trillingen en geluidsoverlast meegenomen in de beleidsafweging. Daar waar lokaal problemen ontstaan, blijkend uit metingen en/of klachten, wordt gezocht naar een passende oplossing. Lucht en klimaat (emissies) A) Nulsituatie De luchtverontreiniging in de Euregio Maas-Rijn is weliswaar afgenomen, maar de luchtkwaliteit laat nog steeds te wensen over. Aanhoudende problemen vereisen verdere inspanning. Een belangrijke vervuiler is het wegverkeer, naar alle waarschijnlijkheid de belangrijkste oorzaak van de overschrijding met betrekking tot NO 2 2. Alleen al in Nederland bedragen de zorgkosten door het wegverkeer 1,7 miljard euro. Nederland en Duitsland scoren met vervuiling door het wegverkeer slecht in Europa 3. Voor de EMR is de landbouw, gegeven het aanzienlijke open areaal, een belangrijke emissiebron. Maar ook de industrie in Nederlands Zuid-Limburg, rond Luik, het Ruhrgebied en Maastricht-Aachen Airport hebben een wezenlijke impact. Europese normen voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO x ) worden plaatselijk overschreden. Naar verwachting levert de industrie van het Ruhrgebied, Zuid-Limburg, Luik en Antwerpen een behoorlijke bijdrage briefmonitoringsrapportage-nsl-2012.html; Europees milieuagentschap (EEA) 2012, 2013 Europees milieuagentschap (ELA) 2012, 2013 Buck Consultants International / NC Advies 21

24 aan de concentratie van fijn stof. Fijn stof (zwevende deeltjes) behoort tot de belangrijkste verontreinigende stoffen in termen van menselijke gezondheid. De WHO heeft gezondheidskundige advieswaarden opgesteld, waarbij geen negatieve gezondheidseffecten meer optreden. Deze liggen beduidend lager dan de wettelijke grenswaarden. B) Autonome ontwikkeling In de Euregio Maas-Rijn worden verschillende activiteiten ondernomen om klimaatverandering tegen te gaan. Zo wordt er geïnvesteerd in energiezuinige industrie- en bedrijventerreinen, slimme energienetten, cradle to cradle -netwerken en CO 2 -reducerende technologie ontwikkeling. Ter illustratie, de regio Nordrhein-Westfalen heeft als doel gesteld dat de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25% en in 2050 met 80% gereduceerd moet zijn ten opzichte van het niveau in Het tegengaan van de uitstoot door het werkverkeer wordt door de landen uit de regio op verschillende manieren ingevuld. Zo maakt Nederland gebruik van het fiscaal instrumentarium (lagere belasting/bijtelling voor schonere auto`s), terwijl Duitsland een Umwelt vignet heeft ingevoerd voor specifiek gekenmerkte milieuzones. Energie en afvalstoffen (opwekking en gebruik) A) Nulsituatie De Euregio kenmerkt zich van oudsher als belangrijke energievoorziener, leunend op de mijnbouw en steenkool in de regio. Dit heeft een negatieve impact op het milieu, maar biedt tegelijkertijd de mogelijkheid om deze milieutechnische belasting te verlagen. De regio is volop in transitie om te komen tot een CO 2 -arm en duurzaam energiesysteem. Sinds begin van deze eeuw is duurzame energieopwekking als aandeel in de totale energievoorziening in alle betrokken landen en deelgebieden gestegen. Tegelijkertijd zijn er grote regionale verschillen. Zie tabel 3.3 voor een overzicht van het huidige aandeel duurzame energieopwekking per (deel)regio. Tabel 3.3 Huidig aandeel duurzame energieopwekking per (deel)regio Aandeel Peiljaar Bron België Nationaal 6,8% 2012 Eurostat, 2014 Wallonië 7,4% 2010 Plan Air Climat Energie Vlaanderen 3,8% 2011 MIRA Indicatorrapport, 2012 Belgisch Limburg Duitstalige gemeenschap Nederland Nationaal 4,5% 2012 Eurostat, 2014 Provincie Limburg 3,0% 2014 Provinciaal Omgevingsplan Limburg, 2014 Provincie Noord-Brabant Duitsland Nationaal 12,4% 2012 Eurostat, 2014 NRW 7,8% 2010 Umweltbericht NRW, 2013 Rheinland-Pfalz 9,2% 2010 Umweltbericht Endgültig, 2014 Buck Consultants International / NC Advies 22

25 B) Autonome ontwikkeling Naast de reductie van broeikasgassen is ook een duurzame opwekking van energie en het terugwinnen van afvalstoffen een belangrijk thema in de regio. Zo heeft Nordrhein- Westfalen de ambitie dat de stroomvoorziening in 2025 voor meer dan 30% uit hernieuwbare energiebronnen komt. Hierbij wordt een grote rol voorzien voor windenergie. Het doel is om windenergie in 2020 te laten voorzien in minstens 15% van de energievoorziening tegenover 4% in Ook in Wallonië wordt een grote rol voor windenergie voorzien in de toekomstige energievoorziening, met als doel om GWh aan hernieuwbare energie op te wekken in 2020, waarvan GWh te realiseren uit windenergie. Om de EU doelstellingen op het gebied van een duurzame groei te realiseren, is in Nederland (samen met 40 organisaties) een versnelling aangebracht via het Energieakkoord. De partijen hebben zich gecommitteerd aan het reduceren van het finale energieverbruik met 1,5 procentpunt per jaar, met hierbinnen een toename van het aandeel hernieuwbare energieopwekking van 4% in 2013 naar 14% in Net als de andere regio`s vormt windenergie (als bewezen technologie) hierin een belangrijke pijler, met zowel winning op land (6.000 MW) als op zee (4.500 MW). Bij het onverminderd doorzetten van deze transitie liggen de nationale en Europese doelstelling van 14% duurzame energieopwekking in 2020 binnen het bereik. Biodiversiteit A) Nulsituatie In veel Europese regio s vormt de teruggang van de biodiversiteit een belangrijke uitdaging. Voor de Euregio Maas-Rijn is dit niet anders. De teruggang van het aantal diersoorten is ondermeer zichtbaar in Rheinland-Pfalz waar weidevogels zoals de veldleeuwerik en de kievit in aantal achteruit gaan. Eenzelfde ontwikkeling is al decennia zichtbaar in Vlaanderen wat betreft de landbouwbouwvogels. Deze trend wordt grotendeels gedreven door de verdergaande intensivering en schaalvergroting van de landbouw. Ook elders in de EMR regio staat de soortenrijkdom onder druk. Zo zijn er als gevolg van de achteruitgang van leefgebieden meer dan duizend soorten planten en dieren in hun voortbestaan bedreigd. Bijvoorbeeld in de provincie Noord-Brabant is tussen 1995 en 2012 de biodiversiteit met 10% afgenomen. Voor de Euregio Maas-Rijn is behoud en herstel van biodiversiteit dan ook een belangrijk aandachtspunt. B) Autonome ontwikkeling Diverse regio s binnen de Euregio Maas-Rijn ontplooien initiatieven om biodiversiteit te behouden en waar mogelijk te herstellen. De provincie Noord-Brabant richt zich bijvoorbeeld het voltooien van de volledige Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Centraal thema hierbij is het ontwikkelen van verbindingen tussen verschillende natuurgebieden, waardoor een aaneengesloten netwerk ontstaat. Op deze wijze is verspreiding van flora en fauna mogelijk, wordt een buffer geboden voor kwetsbare gebieden en kunnen bovendien effecten van klimaatverandering opvangen worden. De ambitie is om alle bedreigde dieren en planten (rode lijstsoorten) weer een geschikte leefomgeving te bieden. Belgisch Limburg heeft ook de ambitie om de biodiversiteit in de regio te vergroten. Zo heeft de regio geparticipeerd in het Solabio project waarin samen met regionale partners uit Vlaanderen en Nederland ge- Buck Consultants International / NC Advies 23

Interreg A Euregio Maas-Rijn

Interreg A Euregio Maas-Rijn Interreg A Euregio Maas-Rijn Growing Together EU 2020 strategie limburg.be EU 2020 strategie limburg.be Inhoud van het Interregprogramma As 1 As 2 As 3 As 4 Innovatie 2020 Economie 2020 Sociale inclusie

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V Interreg Vlaanderen-Nederland Projectmogelijkheden onder Interreg V 2014-2020 EU 2020-strategie De EU 2020-strategie: Inhoudelijke richting voor de Europese fondsen 2014 2020 Meer inhoudelijke focus in

Nadere informatie

EU subsidies voor KRW opgaven

EU subsidies voor KRW opgaven EU subsidies voor KRW opgaven Themabijeenkomst op 26 november 2015 Govert Kamperman en Wimjan van der Heijden Waar staan we bij stil Kerndoelstellingen Europa Europa 2020-strategie EU subsidies, waar begint

Nadere informatie

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa DEFINITIE, DOELSTELLINGEN EN VOORDELEN VAN EIR De Evaluatie uitvoering milieubeleid (EIR)

Nadere informatie

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland 2014 2020 Grensoverschrijdend samenwerken voor groei Algemene informatie - Officiële lancering: 20 en 21 november in Rijsel; - 256 miljoen euro EFRO steun; - Samenwerkingsprojecten

Nadere informatie

Nieuwe indicator die de werking van de nieuwe Wro in beeld brengt. Nieuwe indicator die de werking van de nieuwe

Nieuwe indicator die de werking van de nieuwe Wro in beeld brengt. Nieuwe indicator die de werking van de nieuwe Bijlage behorende bij brief FEZ2009.046.066 van 10 juli 2009 Effect- en prestatieindicatoren begroting 2010 indicatoren begroting 2010 begroting 2009 Toelichting Artikel 1. Optimaliseren van de ruimtelijke

Nadere informatie

Links naar brondocumenten

Links naar brondocumenten Links naar brondocumenten PS-doelen en GS-taken Visie Ruimte en Mobiliteit Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017-2020 Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie

Nadere informatie

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020 Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020 1 INTERREG Wat is INTERREG? INTERREG-programma s zijn subsidieprogramma s die sinds 1990 de samenwerking stimuleren tussen regio s uit

Nadere informatie

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering BIODIVERSITEIT RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering DUURZAME ONTWIKKELING INTEGRAAL WATERBEHEER BIODIVERSITEIT Wat? Belang?

Nadere informatie

Eijsden. Economische activiteit

Eijsden. Economische activiteit Eijsden Eijsden Eijsden is met ruim 8000 inwoners de grootste kern van de Limburgse gemeente Eijsden-Margraten. Deze fusiegemeente, die in 2011 ontstond, bestaat verder uit 14 andere kernen, en 25 gehuchten

Nadere informatie

Balans van de Leefomgeving

Balans van de Leefomgeving Balans van de Leefomgeving 14 september 2010 Maarten Hajer Agenda 2 In vogelvlucht Successen Resterende problemen Inzoomen op grote dossiers, inclusief beleidsopties Gevolgen van economische crisis Successen:

Nadere informatie

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Notitie Reikwijdte en Detailniveau Notitie Reikwijdte en Detailniveau Opdrachtgever: Gemeente Horst aan de Maas projectnummer: 934.00.00.01.00.00 Datum: 17-04-2015 A a n l e i d i n g n i e u w b e s t e m m i n g s p l a n Voor het buitengebied

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

TeTRRA. Voor mensen met ideeën

TeTRRA. Voor mensen met ideeën TeTRRA Voor mensen met ideeën Huy Hasselt Diepenbeek Oupeye Liège Heerlen Heinsberg Aywaille Aachen Eupen Düren Monschau Euskirchen Daun De Euregio Maas-Rijn heeft een oppervlakte van ongeveer 11.000 km²

Nadere informatie

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems De Waterwet en waterbodems De Waterwet en waterbodems Waterbodembeheer Waterbodembeheer onderdeel onderdeel watersysteembeheer watersysteembeheer Een nieuwe, integrale Een nieuwe, integrale Waterwet Waterwet

Nadere informatie

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland BIObased logistiek maintenance hightech systems agrofood overheden RIS3 innovatiebevordering duurzaamheid schone energie welzijn samenwerking gezondheid

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020 SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Noordelijke specialisatie in beeld Samengestelde behoeften Samengestelde oplossingen Achtertuin als proeftuin/

Nadere informatie

Bijeenkomst VNG. Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland

Bijeenkomst VNG. Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland Bijeenkomst VNG Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 18 september 2015 1 Programma verder toegelicht

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Op 11 september 2018 zijn zo n 80 medewerkers van verschillende Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk, Provinciale Staten, andere

Nadere informatie

Factsheet 2. Het opzetten van een project: van. partnerexpertise naar projectidee

Factsheet 2. Het opzetten van een project: van. partnerexpertise naar projectidee Factsheet 2 Het opzetten van een project: van partnerexpertise naar Versie nr. 6 d.d. 13 juli 2016 Inhoudsopgave I. PROJECTIDEE EN GEÏNTERESSEERDE ORGANISATIE: OP ZOEK NAAR GESCHIKTE PARTNERS... 3 A. Achtergrond...

Nadere informatie

Duurzaamheid in Amersfoort: kansen en inspiratie Het Amersfoorts Afwegingskader Duurzaamheid

Duurzaamheid in Amersfoort: kansen en inspiratie Het Amersfoorts Afwegingskader Duurzaamheid Duurzaamheid in : kansen en inspiratie Het s Afwegingskader Duurzaamheid s Afwegingskader Duurzaamheid s Afwegingskader Duurzaamheid Leefomgeving Dit project draagt bij aan een gezond woon- en werkklimaat

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3

Nadere informatie

Topsoil. Korte introductie

Topsoil. Korte introductie Topsoil Korte introductie TOPSOIL is een Europees INTERREG subsidieproject. Het is een samenwerking tussen waterschappen, wetenschappers, overheden en stakeholders uit Nederland, België, Duitsland, Denemarken

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER)

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1 De gemeente Gemert-Bakel wil een nieuw bestemmingplan voor het buitengebied vaststellen. Belangrijk uitgangspunt is om de inhoud af te stemmen op de provinciale

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers AgriFood Capital Monitor 2018 Belangrijkste feiten en cijfers Inleiding AgriFood Capital Monitor In dit boekje presenteren wij de feiten en cijfers van de AgriFood Capital Monitor 2018*. De Monitor geeft

Nadere informatie

Programma van Europese Territoriale Samenwerking INTERREG V-A Euregio Maas-Rijn

Programma van Europese Territoriale Samenwerking INTERREG V-A Euregio Maas-Rijn Programma van Europese Territoriale Samenwerking INTERREG V-A Euregio Maas-Rijn 2014-2020 Beschrijving van de prioritaire assen, thematische en specifieke doelstellingen en investeringsprioriteiten 1 Prioritaire

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Opsterland. Nr. 25469 16 februari 2017 AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND 1.INLEIDING ZONNE-ENERGIE IN OPKOMST Het

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Interreg V Vlaanderen-Nederland

Interreg V Vlaanderen-Nederland Interreg V Vlaanderen-Nederland Waarom deze workshop - Doelstellingen OP-Zuid en Interreg Vlaanderen-Nederland afgestemd - Projectidee past niet zo goed in OP-Zuid, maar wèl in Interreg - Bijkomend: subsidie

Nadere informatie

2015-686 HERZIEN. Spelregelkader EU-cofinanciering

2015-686 HERZIEN. Spelregelkader EU-cofinanciering 2015-686 HERZIEN Spelregelkader EU-cofinanciering Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Financiën, Cultuur, Bestuur en Economie op 9 september 2015 - Provinciale Staten op 23 september 2015 - fatale

Nadere informatie

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie V GEMEENTE VALKE SWAARD Aan de leden van de raad van de gemeente Valkenswaard Uw kenmerk Kenmer Onderwerp Be andeld door Bijlage(n) Datum 799874/830360 Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

Nadere informatie

ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving

ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving Voorzichtig herstel bedreigde soorten Verdere achteruitgang functioneren van ecosystemen en biodiversiteit Meer aandacht voor natuur als basisvoorwaarde

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Samenvatting concept geïntegreerd Meerjarenplan Bonaire

Samenvatting concept geïntegreerd Meerjarenplan Bonaire Samenvatting concept geïntegreerd Meerjarenplan Bonaire 2015-2025 Kralendijk, januari 2015 Contact: Openbaar Lichaam Bonaire Eilandsecretariaat Plasa Reina Wilhelmina 1 Kralendijk, Bonaire Caribbean Netherlands

Nadere informatie

Programma Kies voor de toekomst van Brabant

Programma Kies voor de toekomst van Brabant Programma 2019-2023 Kies voor de toekomst van Brabant Beste Brabander! Voor je ligt de samenvatting van het verkiezingsprogramma 2019-2023 van D66 voor de provincie Noord-Brabant. D66 wil in Brabant en

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Notitie Ons kenmerk: Z-2015-15661 / 15945 Behandeld door: mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Onderwerp: Aantal pag. 5 Bijlagen: Concept notitie reikwijdte en detailniveau planmer Structuurvisie Ondergrond

Nadere informatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen TOPSURFLAND Hieronder wordt beschreven wat de toegevoegde waarde is van Topsurf voor de samenleving en wat de effecten zijn van het gebruik van Topsurfland voor alle belanghebbenden. 1. Waterschappen De

Nadere informatie

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

DUURZAME INFRASTRUCTUUR DUURZAME INFRASTRUCTUUR wisselwerking van stad, spoor, snelweg en fietspad TON VENHOEVEN VENHOEVENCS architecture+urbanism Krimp werkgelegenheid Percentage 65+ Woon-werkverkeer Grondprijzen 2007, Toegevoegde

Nadere informatie

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte Deel I: visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling informatief gedeelte richtinggevend gedeelte I II III IV V bindend gedeelte deel I. visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Advies in reactie op visie bodemdaling ( ) Pagina 1

Advies in reactie op visie bodemdaling ( ) Pagina 1 Advies in reactie op visie bodemdaling (26-10-2018) Pagina 1 d.d. 21 november 2018 Geachte leden van GS en PS, Hierbij een ongevraagd advies, in reactie op de visie bodemdaling versie 26-10-2018. Midden

Nadere informatie

"Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten

Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten Deze conclusies zijn gebaseerd op het verslag: "Beoordeling van het vlaggenschipinitiatief

Nadere informatie

SECRETARIAAT-GENERAAL SECRÉTARIAT GÉNÉRAL. Titre. Klimaatadaptatie in de Benelux: Aanzetten tot convergenties

SECRETARIAAT-GENERAAL SECRÉTARIAT GÉNÉRAL. Titre. Klimaatadaptatie in de Benelux: Aanzetten tot convergenties SECRETARIAAT-GENERAAL SECRÉTARIAT GÉNÉRAL Titre Klimaatadaptatie in de Benelux: Aanzetten tot convergenties Klimaatmatrix Benelux Bronnen: Beschikbare overheidsrapporten Beleidsadviserende onderzoeken

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

INTERREG NOORDWEST-EUROPA Overzichtstabel van de assen, doelstellingen en soorten acties

INTERREG NOORDWEST-EUROPA Overzichtstabel van de assen, doelstellingen en soorten acties INTERREG NOORDWEST-EUROPA Overzichtstabel van de assen, doelstellingen en soorten acties Elke as streeft één of meerdere specifieke doelstellingen na, elk onderverdeeld in soorten acties. De aangehaalde

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Het verbeteren van de waterkwaliteit; de rol van de landbouw Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Broos Water BV Als praktijkgericht kennis- en adviesbureau werken wij aan

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Interreg V Vlaanderen-Nederland

Interreg V Vlaanderen-Nederland Interreg V Vlaanderen-Nederland Peter Moerdijk projectadviseur 3 maart 2015 Waarom deze workshop - Doelstellingen OP-Zuid en Interreg Vlaanderen-Nederland afgestemd - Projectidee past niet zo goed in OP-Zuid,

Nadere informatie

Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020

Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020 Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020 Europa 2020 SLIMME GROEI DUURZAME GROEI INCLUSIEVE GROEI De uitdagingen Groei en banen scheppen Klimaatverandering en Energieafhankelijkheid

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. BBL Studienamiddag Brussel, 13 december 2016

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. BBL Studienamiddag Brussel, 13 december 2016 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen BBL Studienamiddag Brussel, 13 december 2016 Inhoud Ruimte in een veranderende wereld We nemen veel ruimte in, een hypotheek op de toekomst Resultaat van de structuur en gewestplanning

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567 Onderwerp Nederland meest vervuilde land van Europa Aan de leden van Provinciale Staten

Nadere informatie

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen Samenvatting In dit rapport beoordeelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of de milieudoelen gesteld voor 2010 en voor de periode daarna bereikt worden. De informatie in deze rapportage is mede

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter Europese Structuurfondsen Betty De Wachter Politieke Academie 2013 Europese cohesiebeleid Doel: economische, sociale en territoriale samenhang of cohesie in de Europese Unie Principes: ontwikkeling herverdeling

Nadere informatie

Programma van Europese Territoriale Samenwerking INTERREG V Euregio Maas-Rijn 2014-2020 Publieke consultatie (van 24-11-2014 tot 06-02-2015)

Programma van Europese Territoriale Samenwerking INTERREG V Euregio Maas-Rijn 2014-2020 Publieke consultatie (van 24-11-2014 tot 06-02-2015) Programma van Europese Territoriale Samenwerking INTERREG V Euregio Maas-Rijn 2014-2020 Publieke consultatie (van 24-11-2014 tot 06-02-2015) Met de ondersteuning van het Europees Fonds voor regionale Ontwikkeling

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) 4.2 Natuur en landschap in Gelderland De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

RO & Milieu. Gedwongen vriendschap onder de Omgevingswet? Tjeerd vd Meulen Jos Dolstra

RO & Milieu. Gedwongen vriendschap onder de Omgevingswet? Tjeerd vd Meulen Jos Dolstra RO & Milieu Gedwongen vriendschap onder de Omgevingswet? Tjeerd vd Meulen Jos Dolstra Even kennismaken De relatie milieu en RO verandert niet door de Omgevingswet! Milieu en RO nu Milieu (art. 1 Wm) Goede

Nadere informatie

Aan de Minister van VROM Mw. Dr. J.M. Cramer Postbus EZ Den Haag. Mooi Nederland. Mevrouw de minister,

Aan de Minister van VROM Mw. Dr. J.M. Cramer Postbus EZ Den Haag. Mooi Nederland. Mevrouw de minister, Aan de Minister van VROM Mw. Dr. J.M. Cramer Postbus 20951 2500 EZ Den Haag KENMERK RPB200700220-7.51 DATUM 25 oktober 2007 ONDERWERP Advies monitoring programma Mooi Nederland Mevrouw de minister, In

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

Scaldwin slotseminarie 9 december 2014 ISC: een blik op de toekomst

Scaldwin slotseminarie 9 december 2014 ISC: een blik op de toekomst Scaldwin slotseminarie 9 december 2014 Overzicht KRW: 10 Waterbeheerkwesties voor het ISGD ROR: Maatregelen geformuleerd in het ODB voor het ISGD KRW: Waterbeheerkwesties Twee kerndoelstellingen: Het waterbeheer

Nadere informatie

M.e.r.-beoordeling Spui Forum

M.e.r.-beoordeling Spui Forum M.e.r.-beoordeling Spui Forum projectnr. Xxxxx revisie 0 auteur(s) drs. R. (Robbert) Martens datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave Concept Artz v.d. Wetering Inhoud 1 Inleiding...2 1.1

Nadere informatie

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei Projectnummer Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei Projectnummer Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein Memo Ter attentie van Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei 2016 Distributie B.J.M. (Erna) Beernink Projectnummer 160712 Onderwerp Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein 1 WETTELIJK KADER

Nadere informatie

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

Openbare raadpleging in het kader van de fitness check van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Over u Uw naam of de naam van uw organisatie: Geen censuur op natuur! Mogen wij uw bijdrage

Nadere informatie

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN Lezing ter gelegenheid van het GEO Promotion Congres van eigen bodem 10 maart 2017 Groningen. door prof. em. Pier Vellinga Waddenacademie Colin OPBOUW

Nadere informatie

Ambitiedocument ter voorbereiding van de Economische visie gemeente Berg en Dal

Ambitiedocument ter voorbereiding van de Economische visie gemeente Berg en Dal Ambitiedocument ter voorbereiding van de Economische visie gemeente Berg en Dal Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Berg en Dal Buck Consultants International Nijmegen, 25 maart 2016 1 Economisch DNA

Nadere informatie

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Europese subsidies voor de Sociale Economie Europese subsidies voor de Sociale Economie Kader en functioneren van Europese subsidies Hoe werken EU subsidies? 1 EU BELEIDSKADER BEPALEND VOOR DE INHOUD SUBSIDIEPROGRAMMA S (1) Europa 2020 doelstellingen

Nadere informatie

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg memo aan: van: Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg datum: 20 februari 2014 betreft: Luchtkwaliteit Hengevelde, Marke III project: 120218 INLEIDING Aan de zuidwestzijde van de kern van Hengevelde

Nadere informatie

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Nota Ruimte budget 75 miljoen euro voor Brainport Eindhoven en 6,8 miljoen voor ontwikkeling A2-zone Planoppervlak 3250 hectare (Brainport Eindhoven) Trekker

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant Harrie Vissers 21 september 2017 Congres SIKB Varkensdichtheid per gemeente (aantal varkens per ha landbouwgrond) aantal varkens Nederland: 12,5 mln

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Lees ter voorbereiding onderstaande teksten. Het milieu De Europese Unie werkt aan de bescherming en verbetering van

Nadere informatie

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat INTERREG V Deutschland Nederland 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Kader Europa 2020 Strategie Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei Europese Verordeningen Structuurfondsen

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Gebiedsontwikkeling in regio s

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Gebiedsontwikkeling in regio s Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Gebiedsontwikkeling in regio s Partnerforum Gent 18 oktober 2016 Ruimtelijke staat van Vlaanderen Demografische evoluties (groei, krimp, vergrijzing, gezinsverdunning,

Nadere informatie

Oproep voor bijdrage

Oproep voor bijdrage Oproep voor bijdrage Donderdag 16 mei 2019 Concertgebouw de Vereeniging te Nijmegen 31e Symposium Bodem Breed Hèt netwerk event van de bodem en ondergrond www.bodembreed.nl Bodem Breed 2019 Concertgebouw

Nadere informatie

VNG standpunt. heeft ingesteld ter voorbereiding van het groenboek stedelijk. April 2007

VNG standpunt. heeft ingesteld ter voorbereiding van het groenboek stedelijk. April 2007 VNG standpunt Ten aanzien van de internetconsultatie die de Europese Commissie heeft ingesteld ter voorbereiding van het groenboek stedelijk vervoer April 2007 Inleiding De Europese Commissie werkt momenteel

Nadere informatie