KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK. Onderwijs en samenleving 90. De pedagogische voorbeeldfunctie. van de leerkracht. Dr. C. Klaassen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK. Onderwijs en samenleving 90. De pedagogische voorbeeldfunctie. van de leerkracht. Dr. C. Klaassen"

Transcriptie

1 KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK Onderwijs en samenleving 90 De pedagogische voorbeeldfunctie van de leerkracht Dr. C. Klaassen

2 De pedagogische voorbeeldfunctie van de leerkracht Dr. C. Klaassen

3 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Klaassen, C. C. Klaassen, Nijmegen. Vakgroep Sociologie, Radboud Universiteit. ISBN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. Uitgave: Vakgroep Sociologie Radboud Universiteit Nijmegen Postbus HE Nijmegen C.Klaassen@pwo.ru.nl Copyright Vakgroep Sociologie, 2012 Dit onderzoek is gefinancierd uit het budget dat het ministerie van OCW jaarlijks beschikbaar stelt aan de LPC ten behoeve van Kortlopend Onderwijsonderzoek dat uitgevoerd wordt op verzoek van het onderwijsveld. 2

4 Inhoud Woord vooraf 5 Samenvatting 7 1 Inleiding 9 2 Theorie: De veronderstelde pedagogische voorbeeldfunctie van de leerkracht 11 3 Opzet en uitvoering van het onderzoek naar de pedagogische voorbeeldfunctie van de leerkracht in drie verschillende beroepsopleidingen Uitgangsvraag en onderzoeksopzet Onderzoeksuitvoering Onderzoeksvragen Lijst van variabelen 25 4 Resultaten onderzoek pedagogische voorbeeldfunctie van ROC - leerkrachten 27 5 Resultaten onderzoek pedagogische voorbeeldfunctie PABO leerkrachten 35 6 Resultaten onderzoek pedagogische voorbeeldfunctie van VAKCOLLEGE leerkrachten 41 7 Conclusies, aanbevelingen en discussie 49 8 Literatuur 53 Bijlage 1 Vragenlijst pedagogische modelfunctie ROC leerkrachten 57 Bijlage 2 Resultaten vragenlijst pedagogische modelfunctie ROC leerkrachten 61 Bijlage 3 Percentages vragenlijst modelfunctie PABO leerkrachten 63 Bijlage 4 Percentages vragenlijst modelfunctie VAKCOLLEGE leerkrachten 65 Publicaties in de reeks De Pedagogische Dimensie 67 3

5

6 Woord vooraf Vanuit schoolbesturen en schoolleiding wordt het in verband met de levensbeschouwelijke of pedagogische identiteit van scholen dikwijls belangrijk geacht dat leerkrachten een voorbeeldfunctie vervullen naar de leerlingen toe, maar ook naar anderen. Dit houdt in dat van leerkrachten verwacht wordt dat deze het beste van zichzelf laten zien. Daarbij wordt er van uitgegaan dat leerkrachten bepaalde karaktereigenschappen hebben die door leerlingen geobserveerd en overgenomen worden. Vanuit deze gedachtegang heeft de aanvrager van dit onderzoek een centrale onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe denken leerkrachten over de modelfunctie die zij op pedagogisch c.q. levensbeschouwelijk vlak kunnen vervullen voor de leerlingen?. Ten behoeve van de beantwoording van deze relevante vraag is een exploratief onderzoek uitgevoerd naar de opvattingen die leerkrachten hebben over het zijn van een pedagogisch (c.q. moreel of levensbeschouwelijk) rolmodel voor de leerlingen. Daarbij is niet alleen gefocust op het persoonlijk optreden van de leerkrachten, maar is ook geprobeerd na te gaan op welke wijze de levensbeschouwing en de opvattingen over de identiteit van de school feitelijk of mogelijk een rol spelen in hun voorbeeldgedrag. Daarnaast is ook aandacht besteed aan enige aanvullende vragen: Welke andere beelden en inspiratiebronnen hanteren leerkrachten in hun reflectie op dit aspect van hun pedagogisch handelen?. Zoals vermeld betreft het hier een exploratief onderzoek op een relatief onontgonnen onderwijskundig terrein. Over de modelfunctie van leerkrachten wordt al sinds de oudheid, maar ook speciaal in de laatste jaren veel gesproken, maar er zijn weinig empirische indicaties die inzicht geven in de betekenis en effectiviteit van deze veronderstelde modelfunctie. Met het oog daarop zijn de resultaten van het onderzoek onder ROC leerkrachten in een breder onderzoekskader geplaatst en vergeleken met het empirisch en theoretisch voorinzicht dat uit twee andere door ons uitgevoerde Nederlandse onderzoeken bekend is en waarvan er één ook in het kader van het kortlopend onderwijsonderzoek is uitgevoerd. We willen graag de personen bedanken die hebben deelgenomen aan het onderzoek. Tevens willen wij een woord van dank richten aan Drs. C. van Eerten voor zijn adviezen, begrip en motiverende inbreng bij de uitvoering van dit onderzoek en aan Jetske van de Zande en Iris Tolman voor hun bijdrage aan het Pabo-onderzoek, alsmede aan 5

7 Jolien Wessels voor haar medewerking bij het onderzoek naar de betekenis van het rolmodel in het VAKCOLLEGE. Nijmegen, maart 2012 Dr. Cees Klaassen 6

8 Samenvatting In dit onderzoeksverslag wordt de aandacht gericht op een aantal vragen die te maken hebben met de voorbeeldfunctie van de leerkracht. In brede kring wordt verondersteld dat leerkrachten in het onderwijs fungeren als een model dat leerlingen gaan imiteren en als een persoon waarmee zij zich wellicht gaan identificeren. Een aantal gezaghebbende pedagogische theorieën en onderwijsbewegingen evenals belangrijke klassieke en hedendaagse filosofische beschouwingen gaan uit van de gedachte dat leerlingen in het onderwijs vooral veel leren door het imiteren van en het zich identificeren met een rolmodel, in casu de leerkracht. Dit geldt met name ook voor de attitudinale en morele vorming van de leerlingen. Tijdens de uitvoering van het onderzoek is nagegaan hoe het ROC onderzoek ingebed zou kunnen worden in een breder perspectief dat meer empirische informatie zou kunnen geven over de gepercipieerde en mogelijke voorbeeldrol van leerkrachten. Besloten is om de resultaten van het ROC onderzoek te vergelijken met twee andere onderzoeken onder PABO leerkrachten en leerkrachten van het VAKCOLLEGE (Klaassen & Wessels, 2010). De opzet en uitvoering van de drie gerapporteerde onderzoeken vloeit gedeeltelijk voort uit eerder onderzoek waarbij naar voren kwam dat leerkrachten wel altijd spraken over hun voorbeeldfunctie en over het belang van het model- of voorbeeldleren van leerlingen, maar gelijk abstract wegdoken bij de beantwoording van vragen aangaande de persoonlijke aantrekkelijkheid van deze didactiek en de beoogde en gerealiseerde effectiviteit en efficiency van deze onderwijsmethode. Een aantal leerkrachten geeft er de voorkeur aan om morele vorming op een nonverbale manier tot uitdrukking te brengen en hebben eigenlijk niet de moed om er expliciet over te praten (Klaassen, 2002). De indruk werd gewekt dat de leerkrachten die voorbeeldfunctie het liefst naar het verborgen curriculum zouden willen schuiven of dat al deden. In de hier gepresenteerde vergelijkende studie is dit aspect ook onderzocht. Geconstateerd kan worden dat zelfs in het VAKCOLLEGE dit verschijnsel zich voordoet. Dit is opmerkelijk omdat het VAKCOLLEGE zich duidelijk onderscheidt van andere schooltypen doordat ze de modelfunctie van de leerkracht tot expliciete methode heeft verklaard. Onderzoeksresultaten als deze zijn ook interessant in relatie tot de onderwijsdoelen en veronderstellingen die bijvoorbeeld door vertegenwoordigers van de character education movement naar voren gebracht worden, die hun beste kaarten zetten op de mogelijke effecten van de voorbeeldfunctie van de leerkracht. 7

9 Verder empirisch onderzoek is nodig naar de voorwaarden, effectiviteit, vormgeving en stimulansen van deze methode van waardevormend onderwijs. 8

10 1 Inleiding Hoe een leerkracht als moreel rolmodel of als een moreel voorbeeld functioneert, weten we eigenlijk onvoldoende. Dit ondanks het feit dat veel mensen in de onderwijs- en opvoedingspraktijk ervan uitgaan dat het gezegde goed voorbeeld doet goed volgen in allerlei situaties ook daadwerkelijk effect resulteert. Ook weten we niet goed hoe een rolmodel ingezet kan worden als een didactische strategie in met name de morele vorming van leerlingen. Javidan e.a. (1995) hebben er een aantal jaren geleden al op gewezen dat er weinig empirisch onderzoek is naar rolmodellen. Deze constatering is nog steeds actueel, zeker in de sfeer van onderwijs. Er is weinig bekend over de vraag waarom en hoe een leerkracht als een succesvol rolmodel fungeert. Dit staat in schril contrast met de vele niet-empirische publicaties waarin gesproken wordt over de veronderstelde betekenis van rolmodellen in de opvoeding en het onderwijs van kinderen en jongeren. In de filosofische en pedagogische literatuur treft men verschillende uiteenzettingen aan over de voorbeeldfunctie van de leerkracht. Daarbij wordt er vaak van uitgegaan dat een leerkracht onvermijdelijk een morele voorbeeldfunctie heeft. Door zijn of haar gedrag en attitudes zendt de leerkracht voortdurend in het alledaagse schoolgebeuren waardegerichte en ook morele boodschappen uit. De persoon van de leerkracht, de mens van vlees en bloed, treedt als het goed is naar voren in de professional. Dat is ook wat veel ouders voor ogen hebben als zij spreken over een goede leerkracht (Klaassen en Leeferink, 1998). De theorie van leren via observatie kan al teruggevonden worden in bijvoorbeeld de leer van Confucius, maar ook bij de klassieke Griekse filosofen. Socrates en Aristoteles propageren eigenlijk heel duidelijk de voorbeeldfunctie van de leerkracht. Deze denkers gaan ervan uit dat de morele socialisatie van leerlingen juist via het stellen van het goede voorbeeld op een hoogst effectieve en efficiënte wijze kan plaatsvinden. Plato en Aristoteles concludeerden dat voor het beste menselijke leven het uitvoeren van deugdelijkheid vereist is. Deugden zijn kwaliteiten die het leven bewonderenswaardig maken. Zo wordt bijvoorbeeld de deugd van (morele) moed door iedereen bewonderd. Deugden kunnen volgens Aristoteles geleerd worden door het observeren van anderen. 9

11 Om een meer empirisch inzicht te krijgen in de theoretisch veronderstelde impact van de voorbeeldfunctie van de leerkracht wordt in deze studie getracht om systematisch een serie onderzoeksvragen te beantwoorden over dit aspect van de leerkracht. De onderzoeksvragen zijn een operationalisering van de uitgangsvraag en de achterliggende gedachtegang van de aanvrager van het onderzoek. In het volgende hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de theoretische overwegingen en de reeds aanwezige voorkennis over de voorbeeldfunctie van de leerkracht. De termen rolmodel en voorbeeldfunctie worden in dit onderzoek beschouwd als elkaars equivalent. 10

12 2 Theorie: De veronderstelde pedagogische voorbeeldfunctie van de leerkracht In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op wat op dit moment in grote lijnen theoretisch en empirisch bekend is over het centrale probleem van dit onderzoek. Aan de orde komen de volgende vragen: 1) Wat is een rolmodel? 2) Hoe wordt er gedacht over de voorbeeldfunctie van de leerkracht? 3) Waarin uit zich het rolmodel zijn? 4) Is er een relatie tussen de persoonlijkheid en de voorbeeldfunctie? 5) Hoe ervaren leerlingen rolmodellen? 6) Wat is er bekend over de effectiviteit van de voorbeeldfunctie? 7) Is morele moed nodig voor het uitdragen van een voorbeeldfunctie? 8) Moet de voorbeeldfunctie bewust of onbewust uitgeoefend worden? 9) Welke betekenis hebben vroegere rolmodellen voor de leerkracht? 10) Hoe kan de voorbeeldfunctie worden verbeterd? Ad 1). Wat is een rolmodel? Het algemene begrip rolmodel is bij veel mensen bekend. Het is een populair begrip dat ondanks het veelvuldige gebruik toch niet erg duidelijk is. Vaak wordt erover gesproken, zonder het te definiëren. In het algemeen kan men twee opvattingen onderscheiden. In de traditionele opvatting, waar vrijwel iedereen vanuit gaat, wordt een rolmodel gezien als een concreet persoon die van belang is voor iemands individuele ontwikkeling. Dat kan bijvoorbeeld een directeur van een bedrijf zijn of een goede vriend en natuurlijk en zoals uit onderzoek blijkt zijn het ook vaak familieleden, met name de ouders. In principe kan het ook een leerkracht zijn. Dikwijls is het iemand met een bepaald gedrag dat hoort bij een nastrevenswaardige sociale positie. Dat kan een sociale positie zijn van iemand in de nabije omgeving, maar het kan ook iemand zijn die een opmerkelijke positie inneemt in de samenleving als geheel. Het kunnen dus ook idolen zijn, zelfgekozen idolen of bijvoorbeeld algemeen bekende idolen van de media. Rolmodellen zijn personen die iemand kunnen helpen om de eigen identiteit verder te ontwikkelen. Dat gebeurt doordat deze modellen bijvoorbeeld de opgroeiende kinderen voorzien van een beeld van een persoon dat dit kind zelf zou willen worden. Zo n kind wordt hierdoor gemotiveerd om het gedrag, de houding of beter nog de manier van doen van het aanwezige voorbeeld over te nemen. Rolmodellen worden in 11

13 deze traditionele opvatting dus opgevat als concrete voorbeeldfiguren. Zij zijn van belang voor de identiteitontwikkeling en maatschappelijke voorbereiding van de nieuwe generatie, zo is de algemeen gedeelde idee over rolmodellen. Een andere, minder gebruikte, maar wetenschappelijk gezien zeker niet minder interessante opvatting van het begrip rolmodel bestaat uit een cognitieve constructie in het hoofd van een persoon die is samengesteld uit verschillende elementen die bij elkaar een ideaalmodel vormen van wat iemand zou willen worden. Het is met andere woorden een samenstelling van mogelijke idealen of ideaalbeelden die iemand belangrijk vindt vanwege de eigen behoeften en doelstellingen. In deze opvatting gaat het dus niet om het gedrag van een specifiek (vooraanstaand) persoon. Nee, men bouwt zelf actief een beeld op van een fictief rolmodel. Dit doet men door allerlei belangrijk geachte kenmerken van verschillende mensen of van bijvoorbeeld verschillende romanfiguren of televisiehelden met elkaar te combineren. Het ideale zelfbeeld wordt dan gevormd door de bricolage van uiteenlopende fragmenten die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een persoonlijk ideaal zelfbeeld. Hierbij is dus sprake van een actief leerproces waarbij de leerling zelf zijn model of ideaalbeeld van wat hij of zij zou willen zijn, construeert uit een veelheid van mogelijkheden. Drie wetenschappelijke benaderingen Met deze verschillende opvattingen van het begrip rolmodel gaan ook verschillende wetenschappelijke bestuderingwijzen of benaderingen gepaard. De eerste stroming die gericht is op concreet aanwezige rolmodellen legt de nadruk op wat we zouden kunnen noemen de bestudering van de identificatie met het rolmodel. De tweede bestuderingwijze kijkt meer naar het leerproces en de mechanismen die daarbij een rol spelen. De derde bestuderingswijze richt zich ook op het leerproces, maar dan op de eigen activiteit van een persoon bij het vormen van een ideaalbeeld van wat men nastreven wil. Een bekend voorbeeld van de eerste bestuderingwijze is de identificatietheorie die uitgewerkt is door Erikson en zijn navolgers (Erikson, 1968). Een bekend voorbeeld van de tweede bestuderingwijze is de sociale leertheorie die uitgewerkt is door Bandura en zijn navolgers (Bandura, 1977). Een derde bestuderingswijze richt zich ook op het leerproces, maar gaat uit van een actieve constructie van een rolmodel (Gibson, 2006). Bij de identificatietheorie ligt de nadruk op het feit dat iemand zich aangetrokken voelt door personen met wie deze enige gelijkenis vertoont. Zo kan men bijvoorbeeld denken bepaalde waarden, gedeelde doelen of een bepaald soort gedrag of een gewenste sociale positie met iemand gemeen te hebben. Individuen kunnen een emotionele en cognitieve verbintenis voelen met een rolmodel waarmee ze zich vergelijken en zich 12

14 een gelijke wanen. Men is dan gemotiveerd om die gelijkenis te vergroten en men kan dat dan bereiken door middel van observatie en nabootsing. Erikson heeft veel aandacht besteed aan de identificatiemogelijkheden die rolmodellen bieden voor bijvoorbeeld opgroeiende jongeren die bezig zijn een zelfconcept te ontwikkelen. Wanneer de jongere zich identificeert met een rolmodel (een target person ) dan gaat daar een motivationele werking vanuit, die kan leiden tot imitatie en gedrag modeling. Typisch voor deze benadering van Erikson is de aandacht voor de onderlinge relatie tussen het rolmodel en degene die dit model observeert. Vanuit de identificatietheorie lijkt het van belang om aandacht te hebben voor de sociale en inspirerende rol van het model. Identificatie met een rolmodel kan een bepaalde mate van imitatie stimuleren. De observatie van rolmodellen kan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen bevorderen. In de sociaal leren theorie van Bandura en zijn medewerkers wordt meer de aandacht gericht op het leerproces dat plaatsvindt bij het zogeheten model-leren. Bij deze vorm van leren staat de psychologische matching van cognitieve vaardigheden en gedragspatronen tussen de observerende persoon en het model centraal (Bandura, Ross & Ross. 1961; Bandura, 1977; 1986). Bekend zijn hun experimenten over imitatie en het leren via voorbeeldmodellen. Hun sociaal cognitieve benadering heeft zich gericht op de determinanten en mechanismen die een rol spelen bij het leren via het observeren van rolmodellen. Daarbij hoeft er niet altijd sprake te zijn van een positief rolmodel. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat kinderen het gebruik van agressie in conflicten van hun ouders of van anderen overnemen. Een derde theorie gaat uit van de actieve constructie van een ideaalbeeld van wat men zou willen worden. In deze benadering kunnen de gedragingen en attitudes van meerdere rolmodellen gebruikt worden. Uiteenlopende elementen wegen dan mee in het ontwikkelingsproces van de persoonlijke en beroepsidentiteit van de leerling. Leren van rolmodellen stelt de leerling in staat om een serie possible selves te vormen en deze uit te proberen (Markus & Nurius, 1986; Cross & Markus, 1991). Op basis daarvan kan dan een keuze gemaakt worden die past bij het te ontwikkelen gewenste zelfbeeld. Ad 2. Hoe wordt er gedacht over de voorbeeldfunctie van de leerkracht? In de pedagogische literatuur wordt veel aandacht besteed aan de voorbeeldfunctie van de leerkracht (Kristjánsson, 2006). Virtually all schools involved in character education recognize that the good character consistently modelled by school personnel is among the most powerful means of 13

15 developing good character in students zo staat te lezen in een mission statement van The Character Education Partnership. In Nederland is via diverse onderzoeken naar de pedagogische opdracht een beeld verkregen van hoe leerkrachten aankijken tegen de veronderstelde of hun toegewezen voorbeeldfunctie (Roede, Klaassen, Veugelers, 2003). Uit een onderzoek van Klaassen en Leeferink (1998) onder zowel ouders als leerkrachten blijkt dat veel van de onderzochte leerkrachten van mening zijn dat ze door hun gedrag altijd waarden voorleven. Een van de onderzochte leerkrachten drukte dit als volgt uit: "Je kunt niet lesgeven zonder discussie over waarden en normen. Je kunt niet lesgeven zonder opvoedkundige taken op je te nemen. Leerkrachten die alleen maar lesgeven die hebben ordeproblemen in de klas. En die branden voor hun vijftigste finaal af". Volgens de onderzochte leerkrachten is aandacht voor kennisoverdracht ook niet los te koppelen van waardeopvoeding. Ook ouders zijn deze mening toegedaan: "Ik huur geen robot in. Ik wil graag dat mensen met mijn kinderen omgaan. Ze zijn toch wel een heel groot gedeelte van de dag op school". Uit onderzoek van Veugelers en de Kat (1998) komt naar voren dat leerkrachten zich ervan bewust zijn dat er bij het lesgeven altijd sprake is van waardeopvoeding en dat het voorbeeldgedrag van leerkrachten daarbij belangrijk kan zijn. Aan de discussie over het belang van de voorbeeldfunctie ligt de gedachte ten grondslag dat kinderen al vroeg de kennis van goed en kwaad en van juist en onjuist handelen op kunnen doen door ze te confronteren met deugdzaam gedrag van volwassenen die hen zodoende op het goede spoor zetten. De mensen die een voorbeeldfunctie vervullen voor kinderen en jongeren, de mensen die zij waargenomen hebben en waarmee zij zich identificeren, leveren in feite een bijdrage aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid van die opgroeiende kinderen en jongeren doordat zij deel gaan uitmaken van hun morele waardesysteem en (morele) identiteit. Door het observeren van anderen, Aristoteles wees daar reeds op, kunnen deugden geleerd worden. Deugden worden opgevat als kwaliteiten van een goed karakter. Door het goede voorbeeld te geven kunnen leerlingen gestimuleerd worden tot deugdzaam gedrag doordat zij geïnspireerd worden om dit gedrag te kopiëren. Kinderen ontwikkelen in belangrijke relaties met anderen de kenmerken van deugdelijkheid (Sherman, in Fallona, 2000). Door het observeren van leerkrachten als concrete voorbeeldmodellen kunnen leerlingen op een latente wijze moreel gesocialiseerd worden. Bij dat observeren gaat het volgens Hansen (2001) niet zozeer om the behaviour, maar om the conduct of the teacher. Ad 3). Waarin uit zich het rolmodel zijn? Met name onderzoekers die het zogenaamde verborgen of impliciete curriculum hebben bestudeerd wijzen erop dat het voor de morele vorming van leerlingen belang- 14

16 rijk is hoe leerkrachten zich tegenover hun leerlingen gedragen in hun dagelijkse onderwijspraktijk (Campbell, 2003, 2004; Goodlad, Soder & Sirotnik, 1990; Jackson, Boostrom & Hansen, 1993). Deze onderzoekers laten onder meer zien dat van veel van die gedragingen, soms zonder dat leerkrachten zich daarvan bewust zijn, een moreel signaal uitgaat. Leerkrachten kunnen er met andere woorden niet omheen dat zij een voorbeeld vormen voor hun leerlingen (Hansen, 2001, 2002). Dat kan een voorbeeld zijn waar leerlingen zich mee kunnen identificeren of zich tegen af kunnen zetten. Zo beïnvloeden zij mogelijk onbewust de morele vorming van leerlingen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook specifieke situaties waarin morele aangelegenheden centraal staan. Met name in moreel kritische situaties zenden leerkrachten door hun manier van handelen, of zij daar nu wel of niet bedacht op zijn, een moreel signaal uit. Daarom kunnen dit soort situaties, ongeacht hoe leerkrachten reageren, relevant zijn met het oog op de morele vorming van leerlingen (Sanger, 2001). Een interessant onderzoek naar de uitingsvormen van de voorbeeldfunctie van de leerkracht vormt het Teacher Manner Project van Fenstermacher en Fallona. De manners van een leerkracht zijn de relatief stabiele disposities die een leerkracht in zijn werk met de leerlingen inzet en die kenmerkend zijn voor de persoonlijke en professionele identiteit van de leerkracht. In een breed opgezet onderzoeksproject is nagegaan hoe leerkrachten in de schoolklas al of niet bepaalde morele en intellectuele deugden ten toon spreiden en wat zij doen om het morele gedrag van leerlingen te beïnvloeden. Het is volgens Fenstermacher en Fallona belangrijk dat leerkrachten zich bewust zijn van de mogelijke invloed die manners hebben in de dagelijkse praktijk. Catherine Fallona (2000) heeft in het kader van dit project onderzocht hoe manners zichtbaar gemaakt kunnen worden. Er worden behalve de manners ook nog twee andere relevante aspecten van het gedrag van de leerkracht onderscheiden: namelijk methode en stijl. Manners hebben betrekking op die eigenschappen die het morele en intellectuele karakter van een leerkracht onthullen. Fallona gaat er in haar deelonderzoek vanuit dat in de manners van leerkrachten de waarden naar voren komen die al door Aristoteles beschreven zijn zoals: moed, vriendelijkheid, humor, mildheid, gelukzaligheid, grootmoedigheid, eer, vrijgevigheid, gematigdheid, oprechtheid en gerechtigheid (Fallona, 2000; Fenstermacher,1999; Richardson & Fallona, 2001; Fallona & Richardson, 2006). Ad 4). Is er een relatie tussen de persoonlijkheid en de voorbeeldfunctie? In de literatuur over de pedagogische opdracht, het beroepsethos van de leerkracht (Campbell, 2003) en moral education in algemene zin komt dikwijls naar voren dat er sprake is van een zekere samenhang is of zou moeten zijn tussen de persoonlijke (en levensbeschouwelijke) en de professionele opvattingen van de leerkracht. David Carr 15

17 (2006) wijst erop dat bijna alle beroepen gekenmerkt worden door technische competenties en tevens een moreel aspect hebben, in de zin dat nagedacht moet worden over de morele waarde van de doeleinden die men in de beroepsuitoefening nastreeft. Toch, zo stelt hij, zijn er bepaalde beroepen of professies waarbij ethische richtlijnen en overwegingen constitutief zijn voor de uitoefening van het beroep. Als voorbeelden noemt hij het werk van artsen, juristen en leerkrachten. Van een goede arts of een goede leerkracht verwacht men een bepaald gedrag dat geleid wordt door bepaalde fundamentele morele standaarden. Bij dit type professies is het volgens Carr moeilijk om een duidelijke scheidslijn aan te brengen tussen professionele en private standaarden. Een goede leerkracht moet zich niet alleen aan de gangbare regels van het beroep houden, maar moet ook een goed persoon zijn, zo is zijn stelling. Carr maakt in dit verband een onderscheid tussen de morele aspecten die eigen zijn aan het beroep en the more personal (and interpersonal) related dimensions of teacher attitude and conduct (2006, p 172). Van leerkrachten wordt volgens deze zienswijze ook een bepaalde vorm van deugdzaam gedrag verwacht. Voor het uitoefenen van een voorbeeldfunctie kan deze samenhang tussen beroepsuitoefening en persoon speciaal van belang zijn omdat een rolmodel een persoon is waarvan men een aantal eigenschappen wil verwerven. Door als leerkracht bepaalde morele waarden voor te leven, kunnen deze waarden concreet betekenis krijgen voor leerlingen. De veronderstelling daarbij is dat leerkrachten waarden alleen dán kunnen voorleven als zij persoonlijk betekenis hechten aan die waarden. The ethical teacher is by necessity an ethical person stelt Campbell (Campbell, 2003, p. 23). De beroepsethiek van leerkrachten heeft met andere woorden een belangrijke basis in de persoonlijke ethiek van leerkrachten (Kelchtermans, 1999). Mede daarom wordt van leerkrachten verwacht dat zij inzicht hebben in hun eigen moreel functioneren. Zij worden onder meer geacht zicht te hebben op de morele gevolgen van hun gedrag, op hun morele waarden en op de manier waarop hun morele waarden hun interpretaties, keuzes, doelstellingen en gedragingen kleuren en richting kunnen geven (Campbell, 2004; Klaassen, 2003). Leerlingen kunnen morele voorbeelden niet alleen ontlenen aan concrete personen in de directe leefsfeer. Morele socialisatie kan ook plaatsvinden doordat leerlingen kennis nemen van morele voorbeelden met behulp van bijvoorbeeld verhalen, biografieën of video s. In menige schoolmediatheek treffen leerlingen boeken en allerlei beeldmateriaal aan met daarin verhalen of levensbeschrijvingen van bekende mensen die als moreel voorbeeld mogen gelden zoals Moeder Theresa en Dr. Martin Luther King. Opmerkelijk is dat in de afgelopen decennia de heldenverhalen over morele rolmodellen lange tijd niet erg populair waren in de publieke opinie en in het maatschappelijke discours. Het propageren van morele voorbeelden of het zichzelf aanbieden als een rolmodel werd in onderwijskringen niet altijd gewaardeerd. 16

18 Rolmodellen kunnen een positieve of een negatieve invloed hebben. Bij een positieve invloed is er sprake van een rolmodel met vergelijkbare eigenschappen die gemonitord en gewaardeerd worden en die men zoveel mogelijk probeert te imiteren. Bij een negatief rolmodel probeert men de eigenschappen van het rolmodel te vermijden en niet na te volgen (Lockwood e.a., 2004). Ook negatieve rolmodellen kunnen helpen bij de ontwikkeling van het zelfconcept. Morele rolmodellen kunnen ontleend worden aan de private en de publieke sfeer. Zowel van positieve als van negatieve rolmodellen kan in principe een morele werking uitgaan. Dit is zowel een pedagogisch en onderwijskundig belangrijke constatering die bij het propageren van de model-functie als socialisatie-medium over het algemeen te weinig aandacht krijgt. Ad 5). Hoe ervaren leerlingen rolmodellen? Ook over de vraag of leerlingen bepaalde leerkrachten als rolmodel beschouwen, beschikken we over heel weinig empirische evidentie? Een van de weinige onderzoeken die enige duidelijkheid geven is een onderzoek van Anton Bücher (1997). Deze socioloog heeft in 1997 in Oostenrijk en Duitsland een survey-studie uitgevoerd onder 1150 leerlingen om te kijken wie voor hun nu fungeerden als identificatiefiguren of rolmodellen. Anders dan men doorgaans zou verwachten zijn het niet in de eerste plaats de bekende figuren uit de sport en muziekwereld waarmee kinderen en jongeren zich identificeren. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat jonge mensen primair personen als voorbeeld kiezen die afkomstig zijn uit hun sociale omgeving. De film- en televisiesterren komen duidelijk op de tweede plaats. De echte modellen in het leven van jongeren die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van hun waardesysteem en wiens gedrag zij imiteren, zijn de mensen uit hun naaste omgeving. Ad 6). Wat is er bekend over de effectiviteit van de voorbeeldfunctie? Empirisch onderzoek naar de effectiviteit van rolmodellen in de sfeer van het onderwijs is er betrekkelijk weinig. Dit is merkwaardig gezien de vaak verkondigde en breed gedragen stelling dat leerkrachten voor leerlingen een belangrijke voorbeeldfunctie zouden vervullen. Bovendien zou men kunnen verwachten dat gezien de aandacht voor de genoemde identificatie- en sociaal leren theorieën er meer onderwijsgericht empirisch onderzoek op dit gebied zou zijn. Op theoretisch niveau zijn er bijvoorbeeld ook theorieën over de (mogelijke) betekenis van succesvolle voorbeeldfuncties voor bijvoorbeeld de verbetering van de positie van vrouwen en allochtonen uitgewerkt. Deze theorieën hebben wel geleid tot een uitgebreide onderzoekstraditie die zich richt op de betekenis van, of de behoefte aan, vrouwelijke en allochtone rolmodellen en de relaties met opleiding, carrière en maatschappelijke positie (Speizer, 1981; Gilbert, 1985; Gibson & Cordova, 1999; Javidan, e. a., 1995). Ook in de organisatieli- 17

19 teratuur komt men het rolmodel tegen bij de bestudering van charismatisch leiderschap en inspirerende carrièremogelijkheden. In de sociaalpsychologische literatuur is natuurlijk de sociale vergelijkingstheorie van Festinger en navolgers relevant in dit verband. Personen gaan zich vaak vergelijken met anderen die nastrevenswaardige eigenschappen of vaardigheden bezitten en deze wil men dan zelf ook verwerven. Naar dit vergelijken van personen met bepaalde rolmodellen is wel relatief veel onderzoek gedaan. Maar het moge duidelijk zijn: Er zijn nog vele vragen op dit onderzoeksterrein niet of onvoldoende beantwoord. Het meeste onderzoek naar rolmodellen gedaan onder kinderen en adolescenten. De laatste jaren is er echter ook onderzoek naar de betekenis van rolmodellen op latere leeftijd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de betekenis van rolmodellen voor de beroepscarrière (Cross & Markus, 1991; Gibson, 2003; Ibarra, 1999). Of een leerkracht voor een leerling een rolmodel wordt, hangt niet alleen af van de leerkracht, maar voornamelijk van de betreffende leerling. Over de vraag hoe leerlingen rolmodellen selecteren is weinig informatie voorhanden. Ook weten we niet hoe leerlingen bijvoorbeeld de eigenschappen van hun rolmodellen interpreteren. Veel is afhankelijk van de leerling zelf. Deze kan een of meerdere concrete rolmodellen hebben. De leerling kan ook een ideal self construeren door een samenstelling van rolmodelfragmenten. De leerling kan rolmodellen selecteren uit de dagelijkse interacties met concrete personen in de directe leefwereld of uit de bredere deels geglobaliseerde context van bijvoorbeeld internet, televisie en andere media. Of de personen en idolen die daar acte de presence geven ook daadwerkelijk een modelfunctie gaan vervullen is van meerdere factoren afhankelijk. Het is bijvoorbeeld afhankelijk van wat de leerling bijvoorbeeld wil bereiken, de mate van identificatie en de tijdsperiode die nodig is om de gestelde doelen op dit gebied te bereiken. Volgens de sociaal leren theorie van Bandura (1977) krijgt een leerling door het observeren en imiteren van het gedrag van de leerkracht een idee van hoe nieuwe gedragingen uitgevoerd moeten worden. Op latere momenten kan deze informatie volgens Bandura gebruikt worden als een richtlijn voor hoe men zich moet gedragen. Het leren door eigen ervaringen vindt plaats doordat sommige gedragingen resulteren in succes, terwijl andere geen effect hebben of resulteren in straf. Dit proces van onderscheid in belonen en straffen zorgt ervoor dat succesvolle gedragingen geselecteerd worden en niet-succesvolle gedragingen verdwijnen. Respons wordt dus automatisch en onbewust gevormd door directe consequenties. Het observeren van het effect van eigen gedragingen heeft een informatieve, een motivationele en een versterkende functie. Ad 7). Is morele moed nodig voor het uitdragen van een voorbeeldfunctie? Bij morele moed gaat het erom dat men bereid en in staat is om in het openbaar de eigen principes hoog te houden. Morele moed heeft te maken met het durven presente- 18

20 ren en het vechten voor de eigen principes. Voor leerkrachten betekent het dat men bereid is en in staat is om in bepaalde situaties in te grijpen, niet met lege handen terzijde blijft staan wanneer het erop aan komt, bijvoorbeeld wanneer het welzijn van bepaalde leerlingen in het geding is (Klaassen & Maslovaty, 2010). Voor een leerkracht betekent morele moed dat men dan bewust en bedoeld voor de eigen principes uitkomt. Men is niet bang om morele waarden en normen te propageren. Men schaamt zich er niet voor om deze aan de orde te stellen. Men is ook bereid om eigen fouten op dit gebied toe te geven. Voor een leerkracht betekent morele moed ook dat men actie onderneemt wanneer de eigen morele principes door anderen worden aangevallen. Het betekent ook dat wanneer men erop aangesproken wordt men dan de eigen waarden en normen ook naar voren brengt. Het uiting geven aan het eigen morele oordeel vraagt bewuste inspanning en vereist moed. Leerlingen, maar ook ouders worden niet graag aangesproken op hun morele opvattingen en gedragingen. In bepaalde gevallen is het voor de leerkracht zeker niet gemakkelijk dit wél te doen. Ook het afwijzen van immorele handelingen van anderen (leerlingen, ouders, collega s of de schoolleiding) is geen neutrale aangelegenheid, maar vraagt in veel gevallen morele moed. Het betekent dat men in moeilijke situaties niet wegkijkt of slechts met lege handen toekijkt. Het betekent dat men bereid is te vechten voor de afgesproken principes, ook al wordt men daardoor minder populair. Deze mentale instelling, deze standvastigheid en bereidheid om naar buiten te treden en de uitdagingen aan te gaan, vormen de kern van morele moed. Meer gedetailleerd en systematisch gaat het bij morele moed van leerkrachten volgens onze recente onderzoeken om een drietal aspecten. Allereerst gaat het bij de morele moed van leerkrachten om de durf om op het niveau van de eigen school de eigen principes te presenteren en te verdedigen tegenover leerlingen, ouders, collega s schoolleiding en de discussie aan te gaan over de gemeenschappelijke en niet-gemeenschappelijke principes. Een tweede belangrijk resultaat van ons onderzoek is dat morele moed ook betrekking heeft op de volharding die nodig is in de dagelijkse schoolpraktijk. Het uitoefenen van geduld en het steevast volhouden van de inspanningen met het oog op het welzijn van de leerling is de stille en onopvallende vorm van morele moed van leerkrachten en leerkrachten. Een derde belangrijk aspect van de morele moed van leerkrachten betreft de moed om een moreel rolmodel te durven zijn voor de leerlingen en anderen. Uit het door ons tot nog toe verrichte onderzoek op dit gebied komt naar voren dat leerkrachten en leerkrachten morele moed tot nog toe vooral zien als een individuele aangelegenheid. In hun dagelijkse praktijk maken zij gebruik van hun eigen philosophy of life die gebaseerd is op een combinatie van persoonlijke en professionele waarden. Zij voelen zich op dit gebied eenzaam en zouden graag veel meer ondersteuning krijgen van vooral het schoolteam maar ook van de schoolleiding. Het aan de orde stellen van waarden en normen bij de 19

Fase B. Entree. Leerstijlen. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3

Fase B. Entree. Leerstijlen. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3 N W Fase B O Z Entree Leerstijlen Versie 0.1: januari 20]3 2013 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 Inleiding 2 Indeling 4 Strategie 6 Leerstijl Ieder mens heeft zijn eigen leerstijl. Deze natuurlijke

Nadere informatie

De voorbeeldfunctie van de docent in het vakcollege

De voorbeeldfunctie van de docent in het vakcollege KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK Pedagogische kwaliteit 81 De voorbeeldfunctie van de docent in het vakcollege Dr. Cees Klaassen Jolien Wessels MSc De voorbeeldfunctie van de docent in het vakcollege Dr.

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

12 merken, 13 ongelukken

12 merken, 13 ongelukken 12 merken, 13 ongelukken Karel Jan Alsem & Robbert Klein Koerkamp Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: G2K Designers, Groningen/Amsterdam Aan de totstandkoming van deze uitgave

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

Grafentheorie voor bouwkundigen

Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen A.J. van Zanten Delft University Press CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Zanten, A.J. van Grafentheorie voor bouwkundigen /

Nadere informatie

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel 3/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Begaafde leerlingen komen er vanzelf... toch? Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Teambijeenkomsten Anneke Gielis Begaafde leerlingen

Nadere informatie

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands Betoog door S. 1508 woorden 10 juli 2016 5,5 1 keer beoordeeld Vak Nederlands INSTITUTE FOR GRADUATE STUDIES & RESEARCH (IGSR) (email: igsr@uvs.edu) IGSR GEBOUW (STAATSOLIEGEBOUW), UNIVERSITEITSCOMPLEX,

Nadere informatie

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012 N W O Fase A Z Jij de Baas Gids voor de Starter Versie 1.2: november 2012 2012 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 School De school Inleiding 2 Doelen 3 Middelen 4 Invoering 5 Uitvoering 6 Jij de Baas:

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Auteurs: Drs. G. van der Meulen Referentie: WvdJ/SL 11.0426 Datum: maart 2007 Het lectoraat Morele vorming in het

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Ontwerp omslag: www.gerhardvisker.nl Ontwerp binnenwerk: Ebel Kuipers, Sappemeer Omslagillustratie:

Nadere informatie

Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou

Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou Dick Houtman, Bram Steijn en John van Male redactie Shaker Publishing BV Maastricht Copyright

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Definitie outplacement Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Beroepsonderwijs tussen publiek en privaat: Een studie naar opvattingen en gedrag van docenten en middenmanagers in bekostigde en niet-bekostigde onderwijsinstellingen

Nadere informatie

Daar in die duistere hoek

Daar in die duistere hoek Daar in die duistere hoek Borderline. Dagboek Candy Jadoul 1 Internet : www.jongboek.nl Email: info@jongboek.nl Trefwoord: Opbouw, denkwereld, oplossingen en tips Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

De Kern van Veranderen

De Kern van Veranderen De Kern van Veranderen #DKVV De kern van veranderen marco de witte en jan jonker Alle rechten voorbehouden: niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp 12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp Eerste druk 12 merken, 13 ongelukken 12 merken, 13 ongelukken Karel Jan Alsem & Robbert Klein Koerkamp Eerste druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam

Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam 1 Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam Doel We vinden het belangrijk om een gedragscode voor leerkrachten, ouders en directie op te stellen, waarin

Nadere informatie

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Jaarrekening Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Jaarrekening Opgaven- en werkboek Jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Opmaak binnenwerk:

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor University of Groningen Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen m * * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden L E X I C O N van arbeidsrecht en arbeidsverhoudingen ** k EUR op ir EUROPESE STICHTING TOT VERBETERING VAN DE LEVENS- EN

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white

Nadere informatie

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017 Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017 2016 PQR, all rights reserved. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op geautomatiseerde wijze opgeslagen of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze,

Nadere informatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Kenniskring leiderschap in onderwijs Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Onderzoek doen Wie aanwezig? Wat wilt u weten? Beeld / gedachte / ervaring Praktijkonderzoek in de school = Onderzoek dat wordt

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG Colofon Dorien Voskuil en Deirdre Beneken genaamd Kolmer Denken over technologie, gezondheid en zorg In opdracht van: De Haagse Hogeschool Johanna Westerdijkplein

Nadere informatie

1. Effectiviteittest lesmateriaal. Effectiviteittest lesmateriaal onder 84 kinderen

1. Effectiviteittest lesmateriaal. Effectiviteittest lesmateriaal onder 84 kinderen Effectiviteittest lesmateriaal onder 84 kinderen Kwalitatief onderzoek onder ouders en leerkrachten door IPM Kidwise Bronnenonderzoek Kinderen, media en commercie in Europa en USA 2005 Ontwikkeling Nationale

Nadere informatie

Pol Van Damme. Leesfiches

Pol Van Damme. Leesfiches Pol Van Damme Deze leesfiches bevatten niet zomaar vraagjes bij boeken. Nee, het gaat om leuk en creatief bezig zijn met boeken, om bevorderen van leesbegrip, maar bovenal: om leesplezier! Het boekenpakket

Nadere informatie

W O LOL. Module. Zelfbewust. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: oktober 2013

W O LOL. Module. Zelfbewust. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: oktober 2013 N W O LOL Z Module Zelfbewust Versie 0.1: oktober 2013 2013 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 Inleiding 2 Opbrengst 4 Stakeholders 8 Middelen 12 Strategie 15 INTEGER De reden voor deze module is dat

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007 Aan de slag in beroep en bedrijf februari 2007 Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel

Nadere informatie

Eric Schneider LEZINGEN TER BEWUSTWORDING. Denken en intuïtie

Eric Schneider LEZINGEN TER BEWUSTWORDING. Denken en intuïtie Denken en intuïtie Eric Schneider LEZINGEN TER BEWUSTWORDING Denken en intuïtie Den Haag, 2015 Eerste druk, november 2015 Vormgeving: Ron Goos Omslagontwerp: Ron Goos Eindredactie: Frank Janse Copyright

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

doorzettingsvermogen fantasie opkomen voor de ander Ken je kwaliteiten - (jeugd) kwaliteitenspel Handleiding zelfvertrouwen ideeën

doorzettingsvermogen fantasie opkomen voor de ander Ken je kwaliteiten - (jeugd) kwaliteitenspel Handleiding zelfvertrouwen ideeën doorzettingsvermogen alert fantasie Ken je kwaliteiten - (jeugd) kwaliteitenspel Handleiding opkomen voor de ander ideeën relativeren zelfvertrouwen luisteren creatief Colofon CPS Onderwijsontwikkeling

Nadere informatie

De leraar als rolmodel

De leraar als rolmodel De leraar als rolmodel Dr. Wouter Sanderse Nationale Gymnasiumdag 22 januari 2015 1. Populair maar problematisch Voorbeeldfunctie populair om leerlingen moreel te vormen Voordeel: Leraren willen geen moraalridder

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld Ik ben oké Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld drs. N.S. Martel, drs. M.D. Mostert-Uijterwijk & drs. A.M.J. Braber CCD Uitgevers Arnhem 2015 N.S. Martel,

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Leven met angst voor ernstige ziektes

Leven met angst voor ernstige ziektes Leven met angst voor ernstige ziektes Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op

Nadere informatie

Handleiding e-mail. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding e-mail

Handleiding e-mail. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding e-mail Aan de slag in beroep en bedrijf Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt

Nadere informatie

RESULTAATGERELATEERDE

RESULTAATGERELATEERDE erde OVER NO CURE NO PAY RESULTAATGERELATEERDE BELONING Resultaatgerelateerde beloning Over no cure no pay OVER NO CURE NO PAY RESULT AATGERELATEERDE BELONING RESULTAATGERELATEERDE BELONING 02 Resultaatgerelateerde

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP 12/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP Pagina 1 van 10 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

De mediawijze adolescent

De mediawijze adolescent De mediawijze adolescent Amber Walraven, 12 november 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen 1 Inhoud Wat kunnen adolescenten wel op het gebied van mediawijsheid? Wat kunnen adolescenten niet op het gebied

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Brochure. Primair onderwijs. Brochure. Primair onderwijs

Brochure. Primair onderwijs. Brochure. Primair onderwijs Brochure Primair onderwijs Brochure Primair onderwijs Positive Action Positive Action is een programma waarmee kinderen ondersteund en uitgedaagd worden in het ontwikkelen van hun unieke talenten. Het

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010 WIJZIGINGSBLAD A2 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A2 Publicatiedatum :

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Laat idealen de lesinhoud bepalen

Laat idealen de lesinhoud bepalen Laat idealen de lesinhoud bepalen Laura Boele-de Bruin Dit materiaal is onderdeel van het compendium christelijk leraarschap dat samengesteld is door het lectoraat Christelijk leraarschap van Driestar

Nadere informatie

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht Vragen stellen bij schijnbare vanzelfsprekendheden is een basisvoorwaarde voor wetenschappelijk

Nadere informatie

OENOE WOENOE NOE WOENOE

OENOE WOENOE NOE WOENOE NOE WOENOE ENOE WOENOE OENOE WOENOE NOE WOENOE WOENOE WOE WOENOE WOENO WOENOE WO WOENOE IN WOENO DE OR Wel over eens, niet over eens Een luchtige inleiding in OR-land A. Maat Samensteller(s) en uitgever

Nadere informatie

Handleiding Sonus Communicator voor Rion NL-22 - NL-32

Handleiding Sonus Communicator voor Rion NL-22 - NL-32 versie: V1.0 projectnummer: 04023 datum: oktober 2004 Postbus 468 3300 AL Dordrecht 078 631 21 02 2004, Dordrecht, The Netherlands Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Loopbaanoriëntatie -begeleiding Ik, leren en werken Loopbaanoriëntatie en -begeleiding Loopbaanlogboek voor fase 2 Voorbereiding Colofon Auteur: Edu Actief b.v. Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Edu Actief b.v. Illustraties: Edu

Nadere informatie

Zevende, herziene druk, derde oplage Illustraties Richard Flohr. C.E. Zegwaart-Braam

Zevende, herziene druk, derde oplage Illustraties Richard Flohr. C.E. Zegwaart-Braam verzorging/biologie 1 Zevende, herziene druk, derde oplage 2010 Illustraties Richard Flohr C.E. Zegwaart-Braam ISBN 978-90-76612-84-3 Spondi, Didam, The Netherlands Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De basis van het Boekhouden

De basis van het Boekhouden De basis van het Boekhouden Werkboek Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Hans Dijkink de basis van het boekhouden Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Werkboek Hans Dijkink Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Colofon. Apps, Alles over uitgeven op mobiel en tablet. Dirkjan van Ittersum ISBN: 978-90-79055-10-4

Colofon. Apps, Alles over uitgeven op mobiel en tablet. Dirkjan van Ittersum ISBN: 978-90-79055-10-4 Colofon Titel Apps, Alles over uitgeven op mobiel en tablet Auteur Dirkjan van Ittersum ISBN: 978-90-79055-10-4 Uitgever InCT Postbus 33028 3005 EA Rotterdam www.inct.nl uitgever@inct.nl Vormgeving en

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Ouderschap in Ontwikkeling

Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap

Nadere informatie

Les over gevoelige thema s VVOB 14 november 2017

Les over gevoelige thema s VVOB 14 november 2017 Les over gevoelige thema s VVOB 14 november 2017 Democratische Dialoog Een dienst aan de samenleving 1. GEDAAN MET PRATEN? Vaststelling oktober 2014 Koning Boudewijnstichting België: Verschillen in levensbeschouwing

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs Inhoudsopgave: Het belang van volgens kabinet Balkenende IV Het belang van volgens kabinet Balkenende IV 1 Bramediawijs als onderdeel van het lokaal

Nadere informatie

Een onderzoekende houding

Een onderzoekende houding Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

De zesde rol van de leraar

De zesde rol van de leraar De zesde rol van de leraar De leercoach Susan Potiek Ariena Verbaan Ten behoeve van de leesbaarheid van dit boek is in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Relatie met schoolleiding vraagt aandacht!

Relatie met schoolleiding vraagt aandacht! Schoolleiding Relatie met schoolleiding vraagt aandacht! De samenwerking tussen de schoolleiding en het onderwijzend personeel loopt niet vanzelfsprekend optimaal. In de media en door berichten die je

Nadere informatie

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Niveau 4 PDB Mariëlle de Kock elementaire praktijk van de financiering Niveau 4 PDB Werkboek Mariëlle de Kock Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Training met persolog profielen

Training met persolog profielen Training met persolog profielen Verkrijg de beste resultaten op het werk en in uw dagelijks leven Ontdek een praktische manier om uw persoonlijkheid te ontwikkelen: U leert verschillende gedragstendensen

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent Opvoedingsproject Nieuwen Bosch Humaniora Gent Onze school wil aan jongeren kwalitatief hoogstaand onderwijs bieden in een hartelijk klimaat van samenwerken en samenleven stimuleren we de leerlingen vanuit

Nadere informatie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Bijlage 7: Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Visie opleidingen Pedagogiek Hogeschool van Amsterdam Wij dragen als gemeenschap en daarom ieder van ons als individu, gezamenlijk

Nadere informatie

Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling

Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling Pieternel Dijkstra en Remco Coppoolse Houten 2011 2011 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer

Nadere informatie