Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen
|
|
- Fanny Vedder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen Drs. B.P.J. Dijcks Dr. S.M.C. Rasquin Drs. I. Winkens Drs. S.F.M. Bouwens Dr. C.M. van Heugten Hoensbroek/Utrecht: Vilans, februari 2008 VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 1
2 Inhoud Inhoud...2 Samenvatting Inleiding Niet aangeboren hersenletsel en de gevolgen daarvan Beschikbare interventies voor mensen met NAH Doelstelling Methode Het programma BreinGrepen Deelnemers aan het onderzoek Gevolgde procedure Instroom deelnemers Verzameling algemene gegevens Neuropsychologisch onderzoek Meetmomenten Gebruikte meetinstrumenten voor de effectevaluatie Meetinstrumenten m.b.t. effecten bij deelnemer aan BreinGrepen met NAH Meetinstrumenten m.b.t. effecten bij de partner/naaste Statistische analyses Resultaten Aantal deelnemers Beschrijving van de onderzoeksgroep Beschrijving van de deelnemersgroep Beschrijving van de naasten van de deelnemers Effecten van het programma BreinGrepen op de deelnemers Effecten van programma op kwaliteit van leven/welbevinden Effecten van programma op (klachten met betrekking tot) cognitief functioneren Effecten van programma op overige uitkomstmaten Vergelijking van de scores tussen de deelnemers Effecten van het programma BreinGrepen op de naasten Conclusies en aanbevelingen Literatuur Dankbetuiging VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 2
3 Samenvatting In dit rapport wordt de effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen beschreven. Dit betreft een poliklinisch programma voor mensen met cognitieve en emotionele problemen als gevolg van niet aangeboren hersenletsel. Het gaat om een zogenaamd laagfrequent programma waarbij deelnemers vijftien weken achtereen een groepsbijeenkomst bijwonen van ongeveer tweeëneenhalf uur. Zes weken na de laatste bijeenkomst is er een terugkombijeenkomst. Het programma is niet gericht op behandeling van de gevolgen van niet aangeboren hersenletsel, maar op het aanleren van strategieën om er op een zo goed mogelijke manier mee om te gaan. In de effectevaluatie zijn zowel de effecten van BreinGrepen op de deelnemers zelf alsmede de effecten op de partner nagegaan. Bekeken is wat de effecten zijn ongeveer 21 weken na de start van de behandeling. In totaal hebben tijdens de onderzoeksperiode vijftien personen met niet aangeboren hersenletsel in drie groepen het programma BreinGrepen gevolgd. Van veertien patiënten was ook de partner bereid om deel te nemen. De deelnemers hebben vlak voor aanvang van het programma en bij de nameting na 21 weken een aantal vragenlijsten ingevuld. De scores op deze twee meetmomenten zijn vergeleken. Bij alle uitkomstmaten is een deel van de groep vooruit gegaan in functioneren en is een deel achteruit gegaan. Dit geldt zowel voor de primaire uitkomstmaten cognitief functioneren en kwaliteit van leven als voor de overige uitkomstmaten: dagelijks functioneren, stemming/depressie, maatschappelijke participatie/ integratie en vermoeidheid. Bij de partner/naaste betroffen dit effecten op het gebied van de ervaren belasting als gevolg van de zorgverlening en op het coping gedrag oftewel de manier waarop deze omgaat met problemen/gebeurtenissen. Bij de volgende uitkomstmaten was de gemiddelde score voor de deelnemers aan het programma bij de nameting gunstiger dan de gemiddelde score bij de voormeting: psychosociaal functioneren (domein van de SA-SIP30), communicatie (subschaal van de SA-SIP30), lichamelijk/sociaal functioneren (totaalscore van de FAI), psychisch en daarmee samenhangend lichamelijk functioneren (totaalscore van de SCL-90), angst, depressie, insufficiëntie van denken en handelen, wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit (vier subschalen van de SCL-90), participatie/integratie thuis en sociale participatie/integratie (twee subschalen van de CIQ). Bij een meerderheid van deze instrumenten/schalen betrof de verbetering in de meeste gevallen een verbetering van minimaal tien procent. Gebleken is dat het over alle uitkomstmaten bekeken niet steeds dezelfde personen zijn die een verbetering van minimaal tien procent laten zien. Naast de genoemde bovenstaande positieve effecten, gaf de CFQ aan dat de deelnemers zich minder zorgen maken over het maken van alledaagse vergissingen bij de nameting en dat de deelnemers zich gemiddeld genomen minder ergeren aan het maken van cognitieve vergissingen. Bij de overige uitkomstmaten voor het meten van de effecten van het programma op de deelnemers, was de score bij de nameting gemiddeld genomen ongunstiger dan bij de voormeting. De gemiddelde verschilscores tussen de twee metingen lijken relatief klein te zijn gegeven de range van scores die kunnen voorkomen op de diverse schalen. Wanneer naar de effecten van het programma op de naaste wordt gekeken, komt naar voren dat twee vormen van coping gemiddeld genomen zijn afgenomen (actief aanpakken en geruststellende gedachten). De overige vijf vormen van VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 3
4 coping die gemeten zijn, zijn toegenomen. De door de partner ervaren belasting verschilt gemiddeld genomen nauwelijks tussen de twee metingen. Bij de conclusies kan worden opgemerkt dat slechter scoren op een aantal meetinstrumenten niet betekent dat men ook slechter functioneert. Men kan zich ook meer bewust zijn geworden van bepaalde zaken. Op grond van de gevonden resultaten kan niet met stelligheid worden beweerd dat het volgen van het programma BreinGrepen een meerwaarde heeft voor de patiënt met niet aangeboren hersenletsel op de gemeten gebieden. Het uitblijven van resultaten die dit wel duidelijk aantonen, zou veroorzaakt kunnen worden doordat de nameting mogelijk te vroeg heeft plaatsgevonden, of doordat de gebruikte vragenlijsten mogelijk niet volledig aansluiten op de doelen van het programma Breingrepen of niet voldoende sensitief zijn om (kleine) veranderingen op te sporen. Aanbevolen wordt om de studie voort te zetten onder een grotere groep patiënten. Daarnaast verdient het aanbeveling om de effecten op langere termijn te meten. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 4
5 1. Inleiding 1.1 Niet aangeboren hersenletsel en de gevolgen daarvan Per jaar lopen in Nederland meer dan 600 mensen een niet aangeboren hersenletsel (NAH) op. De volgende definitie voor NAH wordt gehanteerd: Niet aangeboren hersenletsel is een beschadiging van het hersenweefsel door een hersenaandoening die op enig moment na de geboorte is ontstaan. Door de blijvende gevolgen van die beschadiging ontstaat een breuk in de levenslijn. Hersenletsel kan worden veroorzaakt door invloeden van buitenaf (traumatisch) of door een proces dat zich in het lichaam afspeelt (niet- traumatisch). De gevolgen van NAH zijn, naast lichamelijke beperkingen, beperkingen op zowel cognitief als op emotioneel vlak. Personen met NAH ondervinden hinder in het dagelijks leven omdat cognitieve processen zoals geheugen, snelheid van informatieverwerking of aandacht achteruit zijn gegaan sinds het hersenletsel [1-9]. Bovendien is er bij deze mensen vaak sprake van depressiviteit en/of angstklachten [10-14]. De gevolgen van het hersenletsel zorgen voor ernstige belemmeringen in het dagelijks functioneren [15-17]. Bij een groot percentage van de mensen is na hersenletsel werkhervatting niet of maar beperkt mogelijk [18-22]. Hetzelfde geldt voor het uitvoeren van vrijetijdsactiviteiten [2]. Door eventuele veranderingen in persoonlijkheid kunnen ook problemen optreden in de gezinssituatie [23,24]. Partners kunnen bijvoorbeeld in een sociaal isolement terecht komen omdat ze door hun chronisch zieke partner aan huis gebonden zijn. Een deel van de personen met NAH ondervindt zogenaamde lichte gevolgen van het hersenletsel. Hierbij gaat het met name om personen die motorisch niet veel uitval vertonen. Hoewel deze mensen ogenschijnlijk weinig belemmeringen als gevolg van NAH ervaren, blijkt dat bij terugkeer in de maatschappij niet alles vanzelf gaat. Met name plannen, problemen oplossen, leren, reguleren van emoties en gedrag en goed omgaan met stress, zijn moeilijke aspecten voor iemand met NAH, ook al wordt gesproken van licht NAH. Tot voor kort vielen deze mensen vaak tussen wal en schip. Binnen de (cognitieve) revalidatie was geen plek omdat de problematiek te licht werd bevonden, en binnen de geestelijke gezondheidszorg was vaak te weinig specifieke kennis over de problematiek na NAH aanwezig [25]. 1.2 Beschikbare interventies voor mensen met NAH Binnen de cognitieve revalidatie is een verscheidenheid aan interventies voorhanden voor personen met NAH. Van oudsher zijn de meeste programma s gericht op specifieke problematiek [25]. Interventies gericht op het verbeteren van geheugen, aandacht en mentaal tempo zijn hiervan enkele voorbeelden [26,27]. De laatste jaren ontstaan daarnaast steeds meer cognitieve revalidatie programma s specifiek voor NAH-patiënten die met name op de lange termijn na het hersenletsel tegen problemen aanlopen. In de nieuwere vormen van behandeling wordt niet meer één enkele beperking behandeld, maar een breder scala aan problematiek. Binnen de cognitieve revalidatie wordt op verschillende manieren behandeling aangeboden. Een voorbeeld is het opnieuw aanleren van oude routines. Mocht blijken dat de stoornis niet meer te herstellen is, wat algemeen wordt aangenomen bij cognitieve stoornissen als gevolg van NAH, dan is de behandeling gericht op het aanleren van strategieën, het gebruiken van compensatoire VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 5
6 mechanismen of het leren omgaan met de stoornis en de daarbij behorende beperkingen. In Nederland worden twee vormen van cognitieve revalidatie aangeboden: het zogenaamde laagfrequente en hoogfrequente programma [25]. Met een laagfrequent programma wordt een cognitief revalidatieprogramma bedoeld waarbij de frequentie minder is (twee uur per week) ten opzichte van een hoogfrequent programma (vier dagen per week). BreinGrepen is een voorbeeld van een laagfrequent cognitief revalidatieprogramma. Deze vorm van behandeling wordt sinds drie jaar binnen het Hoensbroeck Revalidatiecentrum aangeboden aan mensen met NAH. Bij deze vorm van behandeling gaat men ervan uit dat de persoon met NAH nog participeert in de maatschappij of nog voldoende mogelijkheden hiertoe heeft. De meerwaarde van BreinGrepen is dat de deelnemers strategieën aangeleerd krijgen om beter met hun beperkingen om te kunnen gaan. Daarnaast krijgen de deelnemers informatie over de eventuele gevolgen van hersenletsel (psychoeducatie). Dit alles wordt ondersteund door twee therapeuten, zodanig dat er sprake is van een therapeutisch klimaat. Lotgenotencontact is ook een aspect van de bijeenkomsten. Een voorbeeld van een hoogfrequent programma in Nederland is Brain Integration van het Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal [28]. In Amsterdam is eveneens een programma ontwikkeld voor intensieve neurorevalidatie, oftewel de hoogfrequente variant. Dit programma wordt momenteel geëvalueerd [25]. Bij een eerdere evaluatie van een laagfrequente variant van cognitieve revalidatie werden personen met NAH die een vorm van cognitieve revalidatie hadden gehad voorafgaand aan de behandeling en na afloop van de behandeling getest. Uit deze voor- en nameting bleek dat mensen na afloop van de behandeling minder stemmingsklachten hadden en een betere kwaliteit van leven, en dat ze minder vaak om hulp hoefden te vragen [25]. Echter voor deze evaluatie volgden deelnemers aan het onderzoek verschillende vormen van cognitieve revalidatie. Dus kon het effect van elk afzonderlijk programma niet worden nagegaan. Evaluatie van een laagfrequent cognitief revalidatie programma dient met name gericht te zijn op de mate van de ervaren beperkingen als gevolg van de stoornis. Er wordt niet verwacht dat de stoornis an sich te behandelen is, maar men gaat bij deze vorm van behandeling uit van het feit dat de persoon met NAH beter leert omgaan met de beperkingen, waardoor de participatie in de maatschappij, de kwaliteit van leven en de mate van welbevinden zullen toenemen. De effecten van het volgen van het programma BreinGrepen zijn tot op heden nog niet onderzocht. 1.3 Doelstelling De studie die in dit verslag wordt beschreven heeft als doel de effecten van deelname aan het programma BreinGrepen, een laagfrequente poliklinische cognitieve revalidatie, na te gaan. De volgende vraagstellingen worden beantwoord: 1) Wat zijn de effecten van deelname aan het programma BreinGrepen op korte termijn voor de persoon met NAH? 2) Wat zijn de effecten van deelname aan het programma BreinGrepen op lange termijn voor de persoon met NAH? 3) Wat zijn de effecten van deelname aan het programma BreinGrepen op korte termijn voor de partner/naaste van de persoon met NAH? 4) Wat zijn de effecten van deelname aan het programma BreinGrepen op lange termijn voor de partner/naaste van de persoon met NAH? Wat de effecten van de persoon met NAH zelf betreft wordt gekeken naar effecten op gebied van dagelijks functioneren, cognitief functioneren, kwaliteit van leven/welbevinden, stemming/depressie, maatschappelijke VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 6
7 participatie/integratie en vermoeidheid. Wat de partner/naaste betreft wordt gekeken naar effecten op gebied van de ervaren belasting als gevolg van de zorgverlening en het coping gedrag van de naaste oftewel de manier waarop deze omgaat met problemen/gebeurtenissen. Onder de korte termijn wordt verstaan een week na de terugkombijeenkomst die zes weken na afloop van het programma oftewel 21 weken na aanvang van het programma Breingrepen plaatsvindt. Onder de lange termijn wordt in deze studie verstaan een half jaar na de terugkombijeenkomst oftewel 46 weken na de start van de behandeling. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 7
8 2. Methode 2.1 Het programma BreinGrepen Doelen BreinGrepen BreinGrepen is een laagfrequent poliklinisch revalidatieprogramma voor mensen met cognitieve en emotionele problemen als gevolg van NAH. Binnen het programma wordt aandacht geschonken aan: 1) het vergroten van inzicht in de gevolgen van hersenletsel oftewel de mogelijkheden en onmogelijkheden op het gebied van cognitieve functies, 2) het aanleren van strategieën om op een zo goed mogelijke manier met de problemen om te gaan, 3) sociale vaardigheidstraining om de assertiviteit met betrekking tot de beperking te optimaliseren, 4) accepteren van de problemen als gevolg van het hersenletsel. Het programma is dus niet gericht op behandeling van de gevolgen van het hersenletsel, maar op het aanleren van strategieën om er op een zo goed mogelijke manier mee om te gaan. Bovendien krijgen deelnemers aan BreinGrepen informatie over NAH en de mogelijke gevolgen hiervan (psychoeducatie). Dit alles wordt in een groep aangeboden waardoor lotgenotencontact een belangrijk onderdeel van de behandeling vormt. Twee therapeuten begeleiden de groep. Frequentie en duur van het behandelprogramma Het programma start meerdere keren per jaar, per groep kunnen maximaal zeven personen deelnemen. Het programma bestaat uit 15 wekelijkse bijeenkomsten van 2½ uur, waarbij twee maal een uur wordt gewerkt met een half uur pauze. Per uur is er afwisselend cognitieve training (o.a. aanleren van strategieën) en sociale vaardigheidstraining. Een essentieel onderdeel van de training zijn de huiswerkopdrachten. Deze zijn vooral gericht op het toepassen van het geleerde in de thuissituatie. Halverwege het programma is er een bijeenkomst waar ook de partner/naaste van de deelnemers verwacht wordt. Zes weken na de laatste van de vijftien bijeenkomsten is er een terugkombijeenkomst. De groep wordt begeleid door twee cognitief trainers. De deelnemers aan de groep worden eveneens twee maal individueel gezien door een psycholoog. Participanten Mensen die in aanmerking komen voor het BreinGrepen programma zijn mensen met niet-aangeboren hersenletsel, waarbij cognitieve, emotionele of gedragsmatige problemen zijn ontstaan als gevolg van het hersenletsel, maar die geen revalidatiedoelen op senso-motorisch gebied (meer) hebben. Tussen het krijgen van het hersenletsel en het moment van aanmelding voor behandeling zijn ten minste drie maanden verstreken en is eventueel al een periode van revalidatie afgerond, waardoor de verwachting dat stoornissen nog spontaan herstellen, afneemt. De communicatie van de persoon met NAH moet dusdanig zijn dat schrijven en lezen mogelijk is. Bovendien moet de persoon met NAH over voldoende inzicht en vaardigheden beschikken om in een groep te kunnen functioneren. Daarnaast moet de deelnemer in staat zijn om de aangeleerde strategieën zelf toe te kunnen passen in het dagelijks leven. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 8
9 2.2 Deelnemers aan het onderzoek De onderzoekspopulatie bestaat uit personen met NAH met cognitieve, emotionele en/of gedragsmatige problemen, die geen revalidatiedoelen meer hebben op sensomotorisch gebied. De deelnemers hebben een indicatie voor cognitieve revalidatie (BreinGrepen groepsbehandeling) met als doel het leren omgaan met de gevolgen van een hersenletsel. Tussen het krijgen van het hersenletsel en het moment van aanmelding voor behandeling is enige tijd verstreken (minimaal drie maanden) en eventueel al een periode van revalidatie afgerond, waardoor de verwachting dat stoornissen nog spontaan herstellen, afneemt. De deelnemers zijn geïncludeerd op basis van klinisch oordeel van een klinisch psycholoog en een revalidatiearts van de NAH afdeling van Revalidatiecentrum Hoensbroeck. Daarnaast zijn ook de naasten (partners) van de deelnemers aan het behandelprogramma gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek. De volgende inclusiecriteria voor de mensen met NAH zijn gehanteerd: leeftijd van 18 jaar of ouder, de periode sinds het NAH is meer dan drie maanden, de deelnemer heeft cognitieve of psychologische problemen waarvoor behandeling noodzakelijk is, de deelnemer heeft voldoende inzicht en vaardigheden om in een groep te kunnen functioneren, op basis van klinisch oordeel van het behandelend team, de deelnemer is in staat om het geleerde in de praktijk toe te passen, de deelnemer heeft voldoende probleemervaring met betrekking tot sociaal disfunctioneren, de deelnemer geeft toestemming om deel te nemen aan het onderzoek. De volgende exclusiecriteria criteria zijn gehanteerd: de deelnemer lijdt aan ernstige of beperkende premorbide aandoeningen ten gevolge van een psychiatrische stoornis (bijvoorbeeld depressie) of middelen misbruik waarvoor de persoon met NAH is opgenomen geweest in een instelling, de deelnemer heeft een progressief neurologische aandoening zoals dementie, de deelnemer heeft een whiplash-trauma, de deelnemer heeft ernstige cognitieve, communicatieve, fysieke of psychologische problemen waardoor de persoon met NAH niet in staat is om het geleerde van BreinGrepen uit te voeren te volbrengen, gebaseerd op het klinische oordeel van het behandeld team, de deelnemer heeft voldoende beheersing van de Nederlandse taal, de deelnemer heeft andere doelstellingen dan de doestellingen van BreinGrepen. Indien een deelnemer aan het programma voldeed aan de criteria en toestemming gaf voor deelname aan het onderzoek, is ook de naaste benaderd voor deelname. De volgende inclusiecriteria voor de naaste van degene met NAH zijn gehanteerd: de naaste dient ouder te zijn dan 18 jaar, de naaste dient een voldoende beheersing van de Nederlandse taal te hebben, de naaste heeft geen NAH of ernstige psychiatrische problematiek, de naaste geeft toestemming om deel te nemen aan het onderzoek. Een deel van de in- en exclusie criteria is toegepast op basis van klinisch oordeel. Deze manier van beoordelen van de geschiktheid van de deelnemers sluit nauw aan bij de wijze waarop in de reguliere patiëntenzorg behandelingen aan de deelnemer worden aangeboden. Het klinisch oordeel is ondersteund met neuropsychologische en medische gegevens. Vooraf is bepaald dat gestopt zou worden met de behandeling van een deelnemer indien naar het oordeel van de klinisch psycholoog voortzetting van deelname geen zin zou hebben of niet verantwoord zou zijn. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 9
10 2.3 Gevolgde procedure Instroom deelnemers Wanneer een deelnemer aan het programma voldeed aan de criteria zoals gesteld in de vorige paragraaf, werd de persoon voor deelname aan het onderzoek benaderd door de psycholoog van de NAH-afdeling van het revalidatiecentrum. Ze vroeg of de persoon ermee instemde om benaderd te worden door de onderzoeker en overhandigde een informatiebrief. Wanneer werd ingestemd nam de onderzoeker een week later telefonisch contact op om mondelinge informatie te verschaffen over het onderzoek. Indien de persoon instemde met deelname aan het onderzoek ontving hij/zij per post het toestemmingsformulier dat hij binnen een week terug kon sturen. Gedurende een periode van ongeveer anderhalf jaar zijn deelnemers geworven. Instroom van deelnemers aan BreinGrepen liep continue door. Nadat de deelnemers toestemming gaven voor deelname aan het onderzoek werd meteen de eerste meting verricht in het kader van het onderzoek. Als deelnemers besloten om niet meer aan het behandelprogramma deel te nemen dan werd hen gevraagd om wel nog aan het onderzoek deel te nemen. Indien de deelnemer niet meer wenste deel te nemen aan het onderzoek maar wel aan de behandeling, dan werd aan hem of haar gevraagd of de gegevens die tot dan toe verzameld waren wel gebruikt mochten worden voor het onderzoek Verzameling algemene gegevens Wanneer een deelnemer geïncludeerd werd in de studie vroeg de onderzoeker de psycholoog van de NAH-afdeling om de onderstaande gegevens uit het medisch dossier te halen: datum, type, zijde en ernst van het niet aangeboren hersenletsel, ziektegeschiedenis, middelenmisbruik en medicijngebruik, psychologische geschiedenis zoals neurologische ziektes (bijv. tumor) of psychiatrische ziektes (bijv. depressie). Tijdens een gesprek met de deelnemer heeft de onderzoeker gevraagd naar de geboortedatum, geslacht en opleiding Neuropsychologisch onderzoek Bij elke deelnemer aan de behandeling is een neuropsychologisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de behandeling. Wanneer bleek dat dit reeds was gedaan tijdens de intake voor deelname aan het behandelprogramma is de deelnemer om toestemming gevraagd om deze gegevens op te vragen. Dit onderzoek vond plaats om voor de volgende gebieden na te gaan op welke cognitief niveau de persoon presteert: werkgeheugen (WAIS Cijferen, ruwe totaal score; 15 Woorden Leer Taak, ruwe totaal score); visueel geheugen (Figuur van Rey, ruwe delayed recall score); executief functioneren (Stroop Kleur Woord Taak, ruwe tijdscore kaart 3; BADS actieplan taak, ruwe score; BADS dierentuin taak, ruwe score; BADS regel wissel test, ruwe score; BADS zes elementen test, ruwe score; Trail Making Test A en B, ruwe tijdscore; GIT letter fluency, ruwe score; GIT semantische fluency, ruwe score); taal (Akense Afasie Test benoemen, ruwe totaalscore); ruimtelijk inzicht (WAIS Matrix, ruwe totaal score). VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 10
11 2.3.4 Meetmomenten In totaal waren er vier meetmomenten gepland waarop de meetinstrumenten zouden worden afgenomen om de effecten van het BreinGrepen programma na te gaan: twee meetmomenten voorafgaand aan de behandeling (baseline metingen) en twee meetmomenten na afloop van de behandeling. De meetinstrumenten die op deze momenten worden afgenomen, zijn weergegeven in paragraaf 2.4. Baseline meting 1 (T0) na toestemming voor deelname In de week nadat de deelnemer toestemming voor deelname gaf, is door de onderzoeker de eerste meting voor het onderzoek verricht. Dit gebeurde bij de deelnemers thuis. Bij de eerste meting werden zowel bij de deelnemers aan het behandelprogramma zelf als bij hun naaste gegevens verzameld aan de hand van vragenlijsten (zie paragraaf 2.4). Deze vragenlijsten werden voorafgaand aan het huisbezoek opgestuurd zodat de deelnemer de vragenlijsten al kon invullen. Tijdens het huisbezoek werden de vragenlijsten doorgenomen om te bekijken of deze compleet waren. De deelnemers aan het onderzoek met NAH, werden nadrukkelijk gevraagd om zelf de vragenlijsten in te vullen, zonder hulp van naasten. Baselinemeting 2 (T1) vlak voor aanvang van het behandelprogramma Bij deze meting werden alle vragenlijsten voor de tweede keer afgenomen (of voor het eerst indien er geen T0 meting had plaatsgevonden), zowel bij de deelnemer aan BreinGrepen als bij diens naaste. De bedoeling was om op deze wijze een dubbele baseline meting te krijgen, waarbij vooraf duidelijk was dat het niet mogelijk zou zijn om de tijd tussen T0 en T1 voor alle deelnemers gelijk te krijgen. Dit heeft te maken met de instroom van deelnemers aan het programma BreinGrepen. De dubbele baselinemeting is uitgevoerd om na te gaan of er sprake is van spontaan herstel tussen de twee baseline metingen. Indien dit het geval zou zijn, zou namelijk ook tijdens de duur van het behandelprogramma spontaan herstel kunnen zijn opgetreden, en zou hiervoor gecorrigeerd moeten worden in de analyses. Verwacht wordt echter dat spontaan herstel minimaal is aangezien het hersenletsel meer dan drie maanden voor aanvang van het behandelprogramma heeft plaatsgevonden. In de praktijk is het niet mogelijk gebleken om bij alle deelnemers een T0- meting te verrichten. De reden hiervan is dat, nadat de onderzoeker een aanmelding had binnen gekregen, op vrij korte termijn daarna het behandelprogramma startte, hetgeen betekende dat meting T1 op dat moment al gedaan moest worden. Nameting 1 () In de eerste week na de terugkombijeenkomst, dus 21 weken na start van de behandeling oftewel zeven weken na de laatste sessie van de vijftien wekelijkse aaneengesloten bijeenkomsten van BreinGrepen, zijn bij zowel de persoon die de behandeling heeft gevolgd als diens naaste opnieuw de vragenlijsten afgenomen. De vragenlijsten zijn wederom voorafgaand aan het huisbezoek opgestuurd, zodat de deelnemer ze thuis kon invullen. Tijdens het huisbezoek werd bekeken of de vragenlijsten compleet zijn. Ook hierbij is nadrukkelijk gevraagd om zelf de vragenlijsten in te vullen, zonder hulp van naasten. Tevens is de onderzoeker bij deze meting nagegaan of de deelnemer nog andere therapieën heeft gehad gedurende de loop van het onderzoek. Deze informatie is gekregen van de deelnemer, diens partner of behandelaars. Nameting 2 (T3) Zes maanden na het einde van de behandeling is dezelfde procedure herhaald als bij de eerste nameting (). Bij deze meting is de onderzoeker nagegaan of de deelnemer nog andere therapieën heeft gehad tussen meting en meting T3. Ook hier is deze informatie verkregen van de deelnemer, diens partner en (indien noodzakelijk) behandelaars. Op het moment dat de onderhavige rapportage werd gemaakt, waren er nog geen gegevens van de T3-meting voorhanden. Deze VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 11
12 worden nog wel verzameld en zullen voor toekomstige rapportages worden gebruikt. 2.4 Gebruikte meetinstrumenten voor de effectevaluatie In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de meetinstrumenten die gebruikt zijn voor de effectevaluatie. Meer informatie over deze instrumenten, evenals de instrumenten zelf, is voor de meeste van de hieronder genoemde meetinstrumenten terug te vinden op de website van het expertisecentrum meetinstrumenten revalidatie ( Meetinstrumenten m.b.t. effecten bij deelnemer aan BreinGrepen met NAH Activiteiten van het dagelijks leven Frenchay Activities Index (FAI) Dit betreft een meetinstrument voor de functionele status van CVA patiënten dat zich specifiek richt op beperkingen in (meer complexe) lichamelijke activiteiten en sociaal functioneren. Het instrument bestaat uit 15 items waarbij de frequentie van daadwerkelijk verrichte handelingen centraal staat, en niet het potentiële vermogen om de betreffende activiteiten te ondernemen. De items worden gescoord op een vierpuntsschaal en hebben betrekking op de afgelopen drie of zes maanden. Er worden drie schalen van elk vijf items onderscheiden: huishouden, werk/vrije tijd en buitenshuis. De betrouwbaarheid en de validiteit van het instrument zijn goed [30]. Omdat er nog vraagtekens geplaatst worden bij de validiteit van de drie subschalen en de FAI geen primaire uitkomstmaat is, wordt in de onderhavige rapportage alleen de totaalscore gebruikt en worden de scores op de drie schalen verder buiten beschouwing gelaten. (Klachten met betrekking tot) cognitief functioneren Cognitive Failure Questionnaire Dit betreft een vragenlijst voor het meten van subjectief cognitief functioneren waarmee de frequentie van alledaagse cognitieve vergissingen wordt nagegaan als gevolg van bijvoorbeeld geheugenproblemen of aandachtproblemen. De lijst bestaat uit 25 items waarbij op een vijfpuntsschaal van zeer vaak tot nooit (score 0-4) kan worden aangegeven hoe vaak een probleem voorkomt. Er kunnen vier subschalen van in totaal 17 items worden onderscheiden: verstrooidheid, verstrooidheid in sociale situaties, namen en woorden, en oriëntatie. De totale lijst heeft een interne consistentie (Cronbach s alpha) van , en een test-hertest betrouwbaarheid van 0.83 [31]. Later zijn door Ponds et al. [31] nog vier items aan het instrument toegevoegd die vragen naar een mogelijke toename van het aantal cognitieve vergissingen en naar de mate waarin de vergissingen als hinderlijk, ergerlijk of zorgelijk werden ervaren. Informant Questionnaire on Cognitive Decline (IQCODE) De IQCODE is een korte vragenlijst die is ontworpen om cognitieve achteruitgang te meten (ten opzichte van voor het hersenletsel). De vragenlijst wordt ingevuld door een direct naast betrokkene of vriend, in dit geval de partner. Deze beantwoordt op een vijfpuntsschaal vragen over het cognitief functioneren ten opzichte van een eerder niveau (tien jaar geleden) [32]. De verkorte versie van 16 items is gebruikt. Kwaliteit van leven en welbevinden Stroke Adapted Sickness Impact Profile De Stroke Adapted Sickness Impact profile (SA-SIP30) is een vragenlijst die de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven meet van een persoon met NAH. Deze bevat 30 items in de vorm van stellingen over (gedrags)beperkingen, VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 12
13 waarbij de respondent moet aangeven of de stelling wel of niet op hem of haar van toepassing is. Binnen de 30 items worden twee dimensies en in totaal acht schalen onderscheiden. De dimensie Fysiek functioneren (11 items) bestaat uit de schalen lichaamsverzorging en beweging, mobiliteit en ambulantie. De dimensie Psychosociaal functioneren (15 items) bestaat uit de schalen sociale Interactie, emotioneel gedrag, bewustzijn en communicatie. Daarnaast is er nog de schaal Huishouden (4 items). De betrouwbaarheid is hoog (Cronbach s alpha 0.85) en de validiteit is vergelijkbaar met de originele versie [33]. Stemming Symptom Checklist 90 items (SCL-90) De Symptom Checklist (SCL-90) is een multidimensionele klachtenlijst die een breed spectrum aan lichamelijke en psychische klachten meet. Het betreft een lijst van in totaal 90 items waarbinnen acht schalen worden onderscheiden: agorafobie, angst, depressie, somatische klachten, insufficiëntie van denken en handelen, wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit, hostiliteit en slaapproblemen. Bovendien geeft de SCL-90 een algemene maat voor psychoneurotisch-somatisch niet-welbevinden oftewel psychoneuroticisme. Dit is op te vatten als een aanduiding voor het algehele niveau van psychisch, dan wel verondersteld daarmee samenhangend lichamelijk, disfunctioneren. Personen geven zelf op een vijfpuntsschaal van helemaal niet tot heel erg (score 1-5), de mate aan waarin zij last hebben gehad van een klacht gedurende de afgelopen week. De interne consistentie voor totale schaal is hoog (Cronbach s alpha ) en de gevonden alpha is ook voor de acht subschalen i.h.a. voldoende tot goed. De test-hertest coëfficiënten zijn hoog en variëren per schaal van 0.66 tot 0.87 [34]. De SCL-90 is ook voor de populatie CVA-patiënten valide bevonden [35]. Mate van integratie in de maatschappij Community Integration Questionnaire Met dit instrument kan inzicht verkregen worden in de mate van integratie/participatie in de maatschappij. Het meet meer gedrag dan gevoelens. De basis voor scoring is primair de frequentie van het uitvoeren van activiteiten of rollen, waarbij van secundair belang is of activiteiten gezamenlijk met anderen of door anderen gedaan worden en de soort van deze andere personen (bijvoorbeeld met of zonder hersenletsel). Het instrument bevat in totaal 15 items, waarbinnen drie subschalen worden onderscheiden: participatie/integratie thuis (5 items), sociale participatie/integratie (6 items), en productieve activiteiten (4 items). Het merendeel van de items wordt gescoord op een driepuntsschaal waarvan de omschrijvingen niet bij alle items gelijk zijn. De ontwikkelaars van het instrument vonden een Cronbach s alpha van 0.76, en een test-hertest correlatie van meer dan 0.90 voor de totale lijst [36]. Vermoeidheid Fatigue Severity Scale De Fatigue Severity Scale is oorspronkelijk ontworpen om medici te ondersteunen bij het herkennen en diagnosticeren van vermoeidheid. De vragenlijst -die door de patiënt zelf wordt ingevuld- bevat negen vragen waarmee de ervaren ernst van de vermoeidheidssymptomen in de afgelopen week in verschillende dagelijkse situaties wordt nagegaan. De patiënt geeft aan in hoeverre de vermoeidheid het functioneren bepaalt. Het instrument bevat negen items die zijn gescoord op een zevenpuntsschaal die loopt van 1 (helemaal eens) tot 7 (helemaal oneens). Cronbach s alpha loopt uiteen van 0.81 tot 0.89 in diverse populaties [37]. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 13
14 2.4.2 Meetinstrumenten m.b.t. effecten bij de partner/naaste Coping gedrag Utrechtse Coping Lijst (UCL) De Utrechtse Coping Lijst is een vragenlijst waarmee men coping strategieën kan classificeren en meten. Coping is de manier waarop iemand met problemen omgaat, of meer specifiek: de manier waarop iemand gedragsmatig, cognitief en emotioneel reageert bij confrontatie met problemen of op een situatie die aanpassing vereist. De test bestaat uit 47 items met vier antwoordmogelijkheden van zelden of niet t/m zeer vaak (score 1-4). De items zijn verdeeld over zeven schalen: actief aanpakken (7 items), palliatieve reactie (8 items), vermijden (8 items), sociale steun zoeken (6 items), depressief reactiepatroon/passief reactiepatroon (7 items), expressie van emoties (3 items) en geruststellende gedachten (5 items). De UCL heeft normtabellen voor mannen en vrouwen die weer zijn ingedeeld naar leeftijd. De interne consistentie van de lijst is goed; Cronbach s Alpha is gemiddeld 0.70 over alle schalen en getest onder verschillende populaties. De test-hertest coëfficiënten zijn redelijk hoog en variëren per schaal van 0.55 tot 0.74 onder een steekproef van de Nederlandse bevolking [38]. Ervaren belasting Caregiver Strain Index (CSI) De CSI is een kort instrument waarmee de belasting gemeten wordt bij personen die de rol hebben van mantelzorger voor een volwassene. Het heeft als doel snel een beeld te krijgen van mogelijke problemen bij de zorg voor een naaste. Nagegaan wordt wat de impact van het zorgen is voor werk, financiën, de fysieke, sociale en emotionele belasting en tijdsinvestering. Het geeft niet alleen de hulpverlener inzicht in de situatie van de mantelzorger, maar geeft de mantelzorger zelf ook inzicht in de (over)belasting. Het instrument meet zowel de objectieve impact van de zorgverlening (bijv. we hebben onze plannen moeten wijzigen ) als de subjectieve impact (bijv. ik word geheel door deze situatie in beslag genomen ). De 13 items van de CSI zijn gebaseerd op tien alledaagse stressoren. Respondenten antwoorden met ja (1) of nee (0). Een voordeel van deze test is dat er een afkappunt is, namelijk een score van 7 of hoger betekent overbelasting. De test heeft een Cronbach s alfa van 0.86 [39]. De primaire uitkomstmaten van het onderzoek zijn de Cognitive Failure Questionnaire en de Stroke Adapted Sickness Impact Profile. 2.5 Statistische analyses De statistische analyses zijn uitgevoerd met het statistisch pakket SPPS versie 15.0 voor Windows. De beschrijving van de onderzoeksgroep op de algemene gegevens alsmede de resultaten uit het neuropsychologisch onderzoek en de scores op de gebruikte meetinstrumenten, zullen worden weergegeven aan de hand van frequentieverdelingen, gemiddelden met standaard deviatie (geeft inzicht in de spreiding van de scores en kan beschouwd worden als de gemiddelde afwijking van de gemiddelde score), mediaan (middelste score wanneer alle scores naast elkaar worden gezet), en de minimum en de maximum scores. Daarnaast wordt per instrument steeds genoemd hoeveel deelnemers minimaal tien procent in score verbeterden. Dit is gedaan door de score op meting te delen door de score op meting T1. Bij de instrumenten waarbij een hogere score slechter functioneren betekent, is bekeken bij hoeveel deelnemers het resultaat van deze deling maximaal 0.90 betreft. Bij de instrumenten waarbij een hogere score beter functioneren betreft, is bekeken bij hoeveel deelnemers de uitkomst van de deling minimaal 1.10 is. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 14
15 De berekening van de score op de diverse instrumenten en subschalen daarvan is als volgt gedaan. Stroke Adapted Sickness Impact Profile De totaalscore, dimensiescores en schaalscores bestaan uit het aantal aangekruiste items (d.w.z. het aantal uitspraken dat op iemand van toepassing is) omgerekend naar een schaal. Dit wordt gedaan door het aantal aangekruiste items te delen door het totaal aantal items en deze score te vermenigvuldigen met 100. Een hogere score betekent slechter functioneren oftewel een lagere kwaliteit van leven. Cognitive Failure Questionnaire De scores op de eerste 25 items zijn gespiegeld en vervolgens is een somscore berekend hierover. De minimale-maximale score (range) die kunnen voorkomen zijn Een hoge score verwijst naar meer alledaagse cognitieve vergissingen. Daarnaast zijn somscores berekend voor de vier subschalen. Voor de vier items die later aan het instrument zijn toegevoegd wordt elk afzonderlijk een gemiddelde score berekend (range 1-5). Een hogere score betekent voor de vier items respectievelijk grotere toename van, meer hinder van, meer zorgen over, en meer ergernissen over de vergissingen. Informant Questionnaire on Cognitive Decline (IQCODE) Er wordt een gemiddelde score berekend door de scores op de zestien items bij elkaar op te tellen en door 16 te delen. Dit resulteert in een score tussen 1 en 5, waarbij een score van 3 betekent dat er geen verandering is opgetreden in cognitief functioneren ten opzichte van een eerder niveau, terwijl score 4 iets slechter betekent en score 5 veel slechter. Frenchay Activities Index (FAI) Er is een somscore berekend van alle 15 items. Deze score kan variëren van 0-45, waarbij een hogere score beter functioneren betekent wat betreft (meer complexe) lichamelijke activiteiten en sociaal functioneren. Symptom Checklist 90 items (SCL-90) Er zijn schaalscores voor de acht schalen berekend door de scores op de items (score 1-5) van de schalen bij elkaar op te tellen. Daarnaast is een totaalscore berekend voor het algehele niveau van psychisch, dan wel verondersteld daarmee samenhangend lichamelijk, disfunctioneren. Dit is gedaan door de scores van de 90 items bij elkaar op te tellen. Een hogere score betekent dat iemand meer klachten heeft op de betreffende gebieden. Community Integration Questionnaire Er is een somscore berekend voor de drie subschalen (participatie/integratie thuis, sociale participatie/integratie en productieve activiteiten) aan de hand van de instructies die hiervoor gelden. Een totaalscore is berekend door de scores op de drie schalen te sommeren. Een hoge score komt overeen met een hoge mate van participatie/integratie in de maatschappij. Fatigue Severity Scale Door de scores op de negen items bij elkaar op te tellen ontstaat een somscore die zich bevindt zich tussen 9 en 63, en wordt vervolgens gedeeld door 9 (range 1-7). Hoe lager de score des te groter is de vermoeidheid/de impact van vermoeidheid op het dagelijks leven. Caregiver Strain Index Om een totaalscore te berekenen worden geteld hoe vaak het antwoord ja is aangekruist bij de 13 items (range 1-13). Hierbij geldt dat hoe hoger de score is, des te groter is de belasting van de mantelzorger. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 15
16 Utrechtse Coping Lijst De schaalscores zijn berekend door de scores per schaal bij elkaar op te tellen. Een hoge score betekent dat meer van de coping strategie die de betreffende schaal meet aanwezig is. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 16
17 3 Resultaten 3.1 Aantal deelnemers Tijdens de onderzoeksperiode waren er drie groepen patiënten die het programma BreinGrepen hebben gevolgd en waarbij de T1 meting (vlak voor aanvang van het behandelprogramma) en meting (in de eerste week na de terugkombijeenkomst oftewel 21 weken na start van de behandeling) zijn verricht. Van de in totaal achttien deelnemers aan het programma, waren er vijftien bereid om mee te doen aan het onderzoek. De drie patiënten die niet mee wilden doen aan het onderzoek, vonden deelname te belastend. Bij veertien van de vijftien personen werd ook een naaste bereid gevonden om deel te nemen aan het onderzoek. Eén partner weigerde deelname aan het onderzoek. 3.2 Beschrijving van de onderzoeksgroep Beschrijving van de deelnemersgroep Algemene gegevens De gemiddelde leeftijd van de deelnemers bij de start van het programma is 47.4 jaar (sd 9.6). Zestig procent van de deelnemers was bij de start jonger dan 50 jaar. De jongste deelnemer is 29 jaar en de oudste is 65 jaar. Van de vijftien deelnemers zijn er zeven van het mannelijk geslacht, en acht van het vrouwelijk geslacht. Wanneer de groep deelnemers qua opleidingsniveau wordt ingedeeld conform de codering van het CBS, dan blijkt dat middelbaar beroepsonderwijs (5 keer) en hoger beroepsonderwijs (4 keer) het vaakst voorkomen. Twee deelnemers hebben voortgezet algemeen onderwijs gevolgd. De opleidingsniveaus lager algemeen onderwijs, lager beroepsonderwijs, hoger algemeen onderwijs en wetenschappelijk onderwijs komen elk één keer voor. Wanneer een indeling van het opleidingsniveau wordt gemaakt conform de codering van Verhagen, dan is de verdeling van de groep van vijftien als volgt: zes klassen lager onderwijs: 1 keer gediplomeerde schoolopleiding minder dan MULO: 2 keer MULO, MAVO4, MTS, MEAO, detailhandel, mid. landbouwschool, KJV, verpleegster/zwakzinnigenverz., LTS C-niveau, 3 jr. onderwijs code 6, diverse MBO-opleidingen: 5 keer HAVO, Atheneum, Gymnasium, Lyceum, HBS, NMS, HTS, HEAO, hogere landbouw/textielschool, HBO, opleiding tot leraar: 5 keer Universitaire opleiding: 2 keer Gegevens m.b.t. het niet aangeboren hersenletsel Op het moment dat het programma BreinGrepen startte was het gemiddeld twee jaar geleden dat de deelnemers het hersenletsel opliepen (sd 1.9, minimum: 0.4 jaar, maximum 6.3 jaar). Voor 40% was het maximaal een jaar geleden dat men het letsel opliep, bij de rest was dit langer dan een jaar. Wanneer naar het type letsel wordt gekeken, dan blijkt dat traumatisch letsel het vaakst voorkomt (5 keer). Dit wordt gevolgd door subarachnoïdale bloedingen (SAB) en epilepsie die beiden drie keer voorkomen. CVA, encephalitis, epidermoïd in cerebellum en zuurstofgebrek na hartoperatie zijn elk één keer genoemd als type hersenletsel. Onder de groep van elf personen waarvan de zijde van het hersenletsel bekend en van toepassing is (gegeven de aard van het letsel is dit niet bij iedereen van toepassing) komt diffuus letsel het vaakst voor (6 keer). Drie personen hebben VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 17
18 het letsel in de rechter zijde van de hersenen, en bij twee personen betreft dit de linker zijde. In de medische dossiers was bij drie personen terug te vinden dat ze na het letsel in coma zijn geweest (respectievelijk 4, 10 en 720 minuten). Bij drie personen werd terug gevonden dat er sprake was van post traumatische amnesie oftewel geheugenverlies direct na trauma (respectievelijk 4½, 21 en 42 dagen). Ziektegeschiedenis, medicijngebruik en psychologische geschiedenis Bij zeven personen werd in het medisch dossier terug gevonden dat men een ziektegeschiedenis had. Onder andere mamacarcinoom, diabetes, hypertensie, rugklachten, astma en operaties kwamen voor. Bij tien personen werd in het dossier terug gevonden dat ze medicatie gebruiken. Deze was zeer verschillend van aard. Wat betreft de psychologisch geschiedenis werd bij twee personen een neurologische ziekte terug gevonden in het dossier (whiplash/nekhernia na auto-ongeval waarvan restloos hersteld en meningeoom) Eveneens bij twee personen werd in het dossier terug gevonden dat ze in het verleden te maken hadden gehad met een psychiatrische ziekte. In beide gevallen betrof het een depressie. Neuropsychologische gegevens Hieronder worden voor alle neuropsychologische maten de score op baselinemeting T1 weergegeven. Eerst worden steeds de laagst en hoogst mogelijke score weergegeven die bij het betreffende instrument kunnen voorkomen (aangeduid met mogelijke range ). Daarachter wordt steeds de gemiddelde score op T1 aangegeven met daarbij de standaarddeviatie. Vervolgens de mediaan en de minimale en maximale score ( range ) die in de onderzoeksgroep voorkomen. Voor de meeste meetinstrumenten betekent een hogere score een gunstiger score. Voor de Trail Making Test en de Stroop Kleur Woord Taak betekent een hogere score echter een slechtere score. In de laatste kolom ten slotte staat steeds het aantal personen uit de onderzoeksgroep dat minstens zo goed presteert als een groep gezonde controle personen, en het aantal personen dat 1 standaarddeviatie of meer onder het gemiddelde van een groep gezonde controle personen scoort. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 18
19 Tabel 1: Neuropsychologische gegevens score t.o.v. controlegroep Mogelijke range Gem. (sd) Medi aan Range <gem gem missing Werkgeheugen WAIS cijferen (4.2) WLT (8.4) Visueel geheugen Rey (6.1) Executief functioneren Stroop (41.2) BADS - Actieplan (1.4) Dierentuin (3.2) Regel wissel (1.2) Zes elementen (1.6) TMTA (1) TMTB (37.7) GIT - letter fluency (6.5) semantische fluency (5.0) Aandacht D (95.6) Taal AAT (3.6) Ruimtelijk inzicht WAIS Matrix (5.2) Voor deze tests heeft de mogelijke range geen bovengrens Gemiddeld genomen laat de onderzoeksgroep geen ernstige stoornissen op de neuropsychologische maten zien. Wel scoort deze groep gemiddeld gezien iets slechter dan een groep gezonde controles: op het domein geheugen scoort de onderzoeksgroep laag gemiddeld tot gemiddeld ten opzichte van een groep gezonde controles. Op het gebied van executief functioneren scoort deze groep eveneens beneden gemiddeld tot gemiddeld. Op het gebied van aandacht scoort de onderzoeksgroep gemiddeld, en op de overige twee domeinen, taal en ruimtelijke inzicht, scoort de onderzoeksgroep vergelijkbaar met een groep gezonde controles [40] Beschrijving van de naasten van de deelnemers De naaste van de deelnemers aan het BreinGrepen programma die deelnam aan het onderhavige onderzoek, betrof in alle gevallen de partner. Zoals eerder aangegeven is, gaf één partner geen toestemming voor deelname. Van de overige veertien partners waren er zes van het vrouwelijk geslacht en acht van het mannelijk geslacht. De gemiddelde leeftijd van deze groep bij de start van het programma was 47.4 jaar (sd 9.0, minimum: 27.5, maximum: 6). VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 19
20 3.3 Effecten van het programma BreinGrepen op de deelnemers Hieronder worden voor alle meetinstrumenten de score op baselinemeting T1 (vlak voor aanvang van het behandelprogramma) vergeleken met de score op de nameting (in de eerste week na de terugkombijeenkomst, dus 21 weken na start van de behandeling oftewel zeven weken na de laatste sessie van de vijftien wekelijkse aaneengesloten bijeenkomsten van BreinGrepen). Allereerst zullen de scores op de primaire uitkomstmaten kwaliteit van leven en (klachten over) cognitief functioneren worden weergegeven. Daarna volgen de scores op de overige uitkomstmaten. In de tweede kolom van de tabellen worden steeds de laagst en hoogst mogelijke score weergegeven die bij het betreffende instrument/subschaal kunnen voorkomen (aangeduid met Mogelijke range ). Daarachter wordt steeds de gemiddelde score op de beide meetmomenten aangegeven met daarbij de standaarddeviatie. Daarnaast worden de mediaan en de minimale en maximale score (range) weergegeven die in de onderzoeksgroep voorkomen. Rechts in de tabel wordt steeds het aantal personen weergegeven dat een lagere score heeft bij meting ten opzichte van T1 (aangegeven in de kolom - ), het aantal dat een exact gelijke score heeft bij de twee metingen (aangegeven in de kolom 0 ), en het aantal personen dat een hogere score heeft op meting (aangegeven in de kolom + ). Daarachter volgt het verschil tussen de gemiddelde scores op de twee metingen, en de mediaan van de verschilscore tussen de twee metingen. Hierbij moet worden opgemerkt dat een hogere score bij meting niet bij elk meetinstrument een gunstigere score betekent. Dit is per instrument verschillend en staat per instrument onder de betreffende tabel aangegeven. Informatie over hoe de scores geïnterpreteerd dienen te worden is eveneens terug te vinden in paragraaf Effecten van programma op kwaliteit van leven/welbevinden Tabel 2 geeft de scores weer op de Stroke Adapted Sickness Impact Profile (SA- SIP30) die de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven meet. Gepresenteerd worden de totaalscore en de scores op de twee dimensies en acht schalen van de SA-SIP30. VILANS / Effectevaluatie van het cognitief revalidatieprogramma BreinGrepen 20
Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek
Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen
Nadere informatiePatiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek
Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen
Nadere informatieHet neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer
Het neuropsychologisch onderzoek Informatie voor de patiënt en verwijzer Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog? De neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het
Nadere informatieSamenvatting in Nederlands
* Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).
Nadere informatieweken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van
Richtlijn Cognitieve revalidatie Niveau A (1) Het is aangetoond dat.. Aandacht Het is aangetoond dat aandachtstraining gedurende de eerste 6 weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen
Nadere informatieLibra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers
Libra R&A locatie Blixembosch Specialistische Cognitieve Revalidatie Informatie voor verwijzers Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch heeft voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie?... 1 Mogelijke gevolgen van hersenproblematiek... 1 Wat is een neuropsychologisch onderzoek?... 2 Voorbeelden van neuropsychologisch
Nadere informatieCognitieve Revalidatie. Dr S. Rasquin 17 september 2015
Cognitieve Revalidatie Dr S. Rasquin 17 september 2015 Definitie Cognitieve Revalidatie CR can apply to any intervention strategy or technique which intends to enable clients or patients and their families
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek Volwassenen. Medische Psychologie
00 Neuropsychologisch onderzoek Volwassenen Medische Psychologie 1 Wie kan doorverwijzen voor onderzoek? Meestal is het een medisch specialist die u doorverwijst voor een neuropsychologisch onderzoek.
Nadere informatieNiet Rennen maar Plannen
Niet Rennen maar Plannen Projectgroep: Caroline Van Heugten Anne Visser-Meily Annette Baars-Elsinga Chantal Geusgens Cognitieve revalidatie Consortium cognitieve revalidatie Protocollen voor cognitieve
Nadere informatieWat is niet aangeboren hersenletsel
Wat is niet aangeboren hersenletsel Wat zijn de symptomen en de onzichtbare problematiek. Danielle Driessen Revalidatiearts revalidatiecentrum Blixembosch Inhoud 1. Wat is NAH 2. Oorzaken 3. Hoe vaak komt
Nadere informatieGEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD
RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis
Neuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis Inleiding In deze folder kunt u lezen over neuropsychologie in het Gemini Ziekenhuis. Aan de orde komen onder meer: met
Nadere informatieVroeginterventie via het internet voor depressie en angst
Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent
Nadere informatieLibra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers
Libra R&A locatie Blixembosch Specialistische Cognitieve Revalidatie Informatie voor verwijzers Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch heeft voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
Nadere informatieNAH-poli Heliomare en E-mental health. Mechteld Dijkman, klinisch psycholoog coördinator NAH-poli
NAH-poli Heliomare en E-mental health Mechteld Dijkman, klinisch psycholoog coördinator NAH-poli Opzet workshop Wat doet de NAH-poli Heliomare? E-mental health: waarom en hoe? Ervaringen patiënten Ervaringen
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieHet neuropsychologisch onderzoek
Het neuropsychologisch onderzoek Afdeling medische psychologie U bent doorverwezen door de behandelend arts of psycholoog voor een neuropsychologisch onderzoek. In deze folder informeren we u over dit
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieLibra R&A locatie Leijpark. Niet Aangeboren Hersenletsel Algemene revalidatie. klinische opname kinderen/jongeren
Libra R&A locatie Leijpark Niet Aangeboren Hersenletsel Algemene revalidatie klinische opname kinderen/jongeren Deze folder is bedoeld voor kinderen/jongeren (of hun ouders/verzorgers) die met de diagnose
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek Inhoudsopgave Wat is neuropsychologie? 3 Wat doet de neuropsycholoog? 3 Hersenletsel 3 Waarom een neuropsychologisch onderzoek? 4 Neuropsychologisch onderzoek 5 Wat gebeurt
Nadere informatieBehandelingen opname. 1 Cognitieve Behandelunit. 2 Intensief Communicatie Programma
31/07/2019 Behandelingen opname 1 Cognitieve Behandelunit We besteden aandacht aan stoornissen van uw cognitieve functies. Uw behandeling vindt grotendeels in een groep plaats met 4 tot 6 andere mensen
Nadere informatieDe (on)zichtbare gevolgen van hersenletsel. 13 november 2018
De (on)zichtbare gevolgen van hersenletsel Evelien Pirard Revalidatiearts Suzanne Lambregts Kinderrevalidatiearts 13 november 2018 NAH: Niet Aangeboren Hersenletsel Hersenletsel = NAH = verzameling van
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek bij ouderen
Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog... 1 Mogelijke gevolgen van een hersenbeschadiging... 1 Wat is een neuropsychologisch
Nadere informatieOmgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné
Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase Henry Honné februari/maart 2017 Breincafés Midden-Limburg 1 Master Neurorehabilitation and Innovation cum laude, en fysiotherapeut.
Nadere informatieArbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer
Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat Informatie voor de verwijzer Arbeidsrevalidatie bij De Trappenberg is voor werknemers met chronische pijnklachten aan het houdings- en
Nadere informatieNeuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Inleiding Neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen gedrag en de werking van de hersenen. De neuropsycholoog stelt met een psychologisch
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieChronische pijn. Locatie Arnhem
Chronische pijn Locatie Arnhem Chronische pijn We spreken van chronische pijn als pijnklachten langer dan zes maanden blijven bestaan. De pijn kan in verschillende delen van het lichaam voorkomen. Soms
Nadere informatieBehandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Bavo Europoort helpt specialist in psychiatrie Inhoudsopgave Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Doelgroep
Nadere informatieLibra R&A locatie Leijpark NAH/CVA. Poliklinische revalidatie
Libra R&A locatie Leijpark NAH/CVA Poliklinische revalidatie Door mijn hersenletsel staat mijn leven op zijn kop. Mijn arm doet het niet meer, ik ben zo moe en ik ben mijn eigen ik kwijt door veranderingen
Nadere informatieSchema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte.
Schema Afasie Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 11 De logopedist
Nadere informatieSCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling
SCHEMA AFASIE Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 4 Wat is voor
Nadere informatieDe functionele mogelijkheden van neuropsychologisch onderzoek
De functionele mogelijkheden van neuropsychologisch onderzoek Max van Dormolen Registerpsycholoog NIP / arbeid en organisatie MfN Registermediator (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk
Nadere informatieRICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE
RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE Samenvatting versie voor mensen met afasie en naasten Afasie is een taalstoornis, geen intelligentiestoornis Juli 2017 1 van 23 Inhoud Inleiding... 3 H1:
Nadere informatieArbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer, werkgever en werknemer
Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat Informatie voor de verwijzer, werkgever en werknemer De werkgever heeft in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter een grote verantwoordelijkheid
Nadere informatieZiekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling
Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Informatie en behandeling Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson is een chronische progressieve neurologische aandoening. Bij deze ziekte gaat
Nadere informatieNeurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie
Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief
Nadere informatieNeuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB
Neuropsychologisch onderzoek (NPO) na een SAB Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Waarom? Ik wil graag weer aan het werk! Ik ben erg moe en prikkelbaar. Ik kan slecht
Nadere informatieRevalidatie bij kanker
REVALIDATIE Revalidatie bij kanker BEHANDELING Revalidatie bij kanker Tijdens en na de behandeling van kanker kunt u allerlei klachten krijgen. Zo gaat onder andere uw conditie achteruit. U kunt zich hierdoor
Nadere informatieInleiding. Hersenletsel en de gevolgen. Het programma
Revalidatie na nietaangeboren hersenletsel 2 Inleiding Door een hersenletsel kan het leven van de één op andere dag ingrijpend veranderen. De polikliniek Revalidatie van Zuyderland Medisch Centrum heeft
Nadere informatieEven voorstellen: Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel van de Amarant Groep
Even voorstellen: Pauwer biedt zorg op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een lichamelijke beperking, een meervoudige beperking of met nietaangeboren hersenletsel. Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel
Nadere informatieRevalidatie na een CVA
Revalidatie na een CVA Revalidatie Locatie Hoorn/Enkhuizen Revalidatie na een CVA Revalidatie van mensen die een CVA hebben gehad (revalidanten) is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren.
Nadere informatieUitgangsvragen en aanbevelingen
Uitgangsvragen en aanbevelingen behorende bij de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van afasie bij volwassenen. De aanbevelingen dienen te worden gelezen in relatie tot de tekst in de desbetreffende
Nadere informatieRuth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans
Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen IMPACT VAN AFASIE OP HET LEVEN Dr. Ruth Dalemans Onderzoek en onderwijs Promotietraject Rol van de student
Nadere informatiePoliklinische revalidatie programma s
Poliklinische revalidatie programma s Mensen met chronische pijnklachten van het bewegingsapparaat (rug, nek, schouder, knie) kunnen revalideren met behulp van gespecialiseerde revalidatieprogramma s.
Nadere informatieArbeidsrevalidatie bij NAH
Arbeidsrevalidatie bij NAH Diagnostisch traject voor mensen met nietaangeboren hersenletsel gericht op arbeid Informatie voor patiënten Quickscan NAH Werknemers met niet-aangeboren hersenletsel, die (dreigen)
Nadere informatieStap voor stap weer aan het werk
Stap voor stap weer aan het werk Re-integratie en diagnose van arbeidsbelastbaarheid Volwassenenrevalidatie Kinderrevalidatie Arbeidsrevalidatie Rijndam Rijndam is hét medisch geneeskundig revalidatiecentrum
Nadere informatiePoliklinische revalidatie programma s
Poliklinische revalidatie programma s Mensen met chronische pijn van het bewegingsapparaat (rug, nek, schouder, knie) kunnen revalideren met behulp van gespecialiseerde revalidatieprogramma s. Er is meer
Nadere informatieSpecialistische begeleiding voor burgers met niet-aangeboren hersenletsel
Specialistische begeleiding voor burgers met niet-aangeboren hersenletsel Informatie voor gemeenten Zelf en samen redzaam Als gemeente wilt u de zorg en ondersteuning van uw burgers zo goed mogelijk organiseren.
Nadere informatiePsychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?
Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Effecten en Werkingsmechanismes van Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Therapie voor Depressie Dr. Lotte Lemmens Maastricht University Psychotherapie
Nadere informatie1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie
18 mei 2017 1. Overzicht neuropsychologische revalidatie 2. Ziekte inzicht 3. casus 4. Specifieke cognitieve problemen 5. Relevante informatie Klinische Neuropsychologie wetenschappelijk onderzoek diagnostiek
Nadere informatieBiowalking voor ouderen
Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN
Nadere informatieBehandelkader Cognitieve Revalidatie
Bijlage ad 8 ALV 11 april 2008 Behandelkader CR definitief concept januari 2008 Behandelkader Cognitieve Revalidatie 1 Algemene inleiding behandelkader 1.1 Aanleiding en doel Sinds 1999 ontwikkelt Revalidatie
Nadere informatieArbeidsrevalidatie bij NAH
Arbeidsrevalidatie bij NAH Diagnostisch traject voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel gericht op arbeid Informatie voor patiënten Quickscan NAH Werknemers met niet-aangeboren hersenletsel, die (dreigen)
Nadere informatieWelkom. Wietske van de Geer Peeters. Revalidatiearts. Klimmendaal locatie Zutphen Gelre. ziekenhuizen Zutphen
Welkom Wietske van de Geer Peeters Revalidatiearts Klimmendaal locatie Zutphen Gelre ziekenhuizen Zutphen Revalidatiegeneeskunde Missie: Actief naar zelfredzaamheid en eigen regie. Visie: Revalidatiegeneeskunde
Nadere informatieFactoren van invloed op de intensiteit van de behandeling van patiënten met een autismespectrumstoornis en het geassocieerde herstel.
Factoren van invloed op de intensiteit van de behandeling van patiënten met een autismespectrumstoornis en het geassocieerde herstel. Intensive Specialized Autism Care Study (ISAC study) Reach-Aut Project
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieNAH op de werkvloer het werkt! Saskia Harmens Aletta Zandbergen
NAH op de werkvloer het werkt! Saskia Harmens Aletta Zandbergen Introductie Stel je hebt een mooie baan, je staat actief in het leven en je wordt getroffen door hersenletsel. Hoe vanzelfsprekend is het
Nadere informatieDynamisch testen. Bruikbaar voor het inschatten van leerbaarheid? Hileen Boosman, Anne Visser-Meily, Caroline van Heugten
Dynamisch testen. Bruikbaar voor het inschatten van leerbaarheid? Hileen Boosman, Anne Visser-Meily, Caroline van Heugten Leerbaarheid Leerbaarheid is de mate waarin iemand profijt heeft van leerervaringen.
Nadere informatieSamenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II
Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II Femke Hoekstra, Trynke Hoekstra Inleiding Het programma Revalidatie, Sport en Bewegen Het doel van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is het stimuleren
Nadere informatieOnzichtbaar maar behandelbaar mits herkend
Onzichtbaar maar behandelbaar mits herkend Anne Visser-Meily Hoogleraar revalidatiegeneeskunde UMC Utrecht Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht Brede diagnostiek: het gaat niet alleen over hersenletsel
Nadere informatiePoliklinische Revalidatie voor kinderen en jongeren met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda
Poliklinische Revalidatie voor kinderen en jongeren met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda Informatie voor ouders/verzorgers Uw kind wordt aangereden door een auto, valt hard van
Nadere informatieLeven met een amputatie. Chris Leegwater Vinke Psycholoog
Leven met een amputatie Chris Leegwater Vinke Psycholoog Amputatie 2 Amputatie is voor de geamputeerde meestal een ernstig trauma, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Naast het verlies van de
Nadere informatieBehandelprogramma. CVA/hersenletsel
Behandelprogramma CVA/hersenletsel Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. In dit hoofdstuk vindt u zoveel mogelijk informatie
Nadere informatieLibra R&A locatie Leijpark. Neuropsychologisch onderzoek
Libra R&A locatie Leijpark Neuropsychologisch onderzoek Graag willen we u met deze folder informeren over de gang van zaken bij een neuropsychologisch onderzoek bij Libra Revalidatie & Audiologie, locatie
Nadere informatieLibra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA. Poliklinische revalidatie
Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA Poliklinische revalidatie U heeft niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en bent verwezen naar Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch voor poliklinische revalidatie.
Nadere informatieDenkWijzertraining Groepsgewijze cognitieve revalidatie
DenkWijzertraining Groepsgewijze cognitieve revalidatie Carline Santman Willem Vreeken Ergotherapeut Kaderarts GRZ i.o. Ik hoop jullie nooit terug te zien. Maar weet ook: Ik zal jullie nooit vergeten!
Nadere informatieNiet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) De Wielingen, Lindenhof en Reigerbos
Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) De Wielingen, Lindenhof en Reigerbos Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) De Wielingen, Lindenhof en Reigerbos Wat is de definitie van Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH)?
Nadere informatieArbeidsrevalidatie. Huizen en Almere
Arbeidsrevalidatie Huizen en Almere Arbeidstraining bij De Trappenberg is voor werknemers met chronische pijnklachten aan het houdings- en bewegingsapparaat zonder duidelijke oorzaak, al dan niet gecombineerd
Nadere informatieBehandel- en expertisecentrum Niet aangeboren hersenletsel (NAH)/ neuropsychiatrie
Behandel- en expertisecentrum Niet aangeboren hersenletsel (NAH)/ neuropsychiatrie 20135014 PP bavo Neuro algemeen brochure.indd 1 24-09-13 13:48 Behandel- en expertise centrum NAH/neuropsychiatrie Het
Nadere informatieIs cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?
Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans
Nadere informatieDe ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie 15-1-2015.
De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe Onno van Schayck Cahag Conferentie 15-1-2015 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients
Nadere informatieCP: hoe leef je ermee?
CP: hoe leef je ermee? Omgaan met langetermijngevolgen van cerebrale parese Veel mensen met cerebrale parese hebben op volwassen leeftijd klachten van pijn en vermoeidheid en bemerken een achteruitgang
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting In Nederland is het Cerebro Vasculair Accident (CVA= hersenbloeding of herseninfarct) de derde doodsoorzaak. Van degenen die getroffen worden door een CVA overleeft ongeveer 75%. Veel van
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek V1_2011 Naam cliënt: Afdeling: U hebt een afspraak op Met: U wordt opgehaald van de afdeling voor bovenstaande afspraak. Waarom een neuropsychologisch onderzoek? Een neuropsychologisch
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieKleinschalig wonen voor ouderen met dementie. Department of Health Care and Nursing Science
Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie Achtergrond Toename aantal ouderen met dementie Verandering in zorgconcept Van oudsher: medisch-somatisch gericht Momenteel: veel aandacht voor welzijn en kwaliteit
Nadere informatieHet kind of de jongere met hersenletsel en het gezin in de participatie / chronische fase
Het kind of de jongere met hersenletsel en het gezin in de participatie / chronische fase Symposium Traumatisch Hersenletsel Kinderen en Jongeren 31 oktober 2018 Drs. Y. Boom MSc. - Neuropsycholoog Disclosure
Nadere informatieZiekte van Parkinson en Parkinsonisme
Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Locatie Arnhem - Doetinchem - Ede Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson en Parkinsonisme kunnen ingrijpende gevolgen hebben. Niet alleen voor
Nadere informatieRevalidatie tijdens en na kanker
Revalidatie tijdens en na kanker Informatie en behandeling Revalidatie tijdens en na kanker Een medische behandeling voor kanker is zwaar, ook nadat de behandeling is afgerond. Het heeft veel impact. Lichamelijk,
Nadere informatieStroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens
Nadere informatierecidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst
Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst
Nadere informatieStress, depressie en cognitie gedurende de levensloop
SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieCVA zorg, topsport voor ons allemaal. Dinsdag 11 april 2017
CVA zorg, topsport voor ons allemaal Dinsdag 11 april 2017 Onzichtbare gevolgen Daniël du Corbier Ergotherapeut / Cognitieve Revalidatie Therapeut (CPCRT) CVA in Nederland 46.000 CVA patiënten per jaar
Nadere informatieROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University
ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem
Nadere informatieDiagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst
Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst Congres Moderne Dementiezorg Sessie Vroegsignalering en diagnosestelling 28 november 2011 Prof. dr. Philip Scheltens Dr. Sietske Sikkes VU Medisch Centrum
Nadere informatieCognitieve revalidatie
Cognitieve revalidatie Caroline van Heugten Symposium MS 2 dec. 2013, Ede Dept P&N, MHeNS, FHML Dept NP&PP, FPN Cognitieve gevolgen van MS Cognitieve gevolgen: * geheugenstoornissen * verminderde mentale
Nadere informatieMS: Revalidatie in de vroege fase. H.G.A. Hacking, revalidatiearts.
MS: Revalidatie in de vroege fase H.G.A. Hacking, revalidatiearts. Wat valt er te revalideren in de vroege fase? Aan bod komen: 1. Wat is revalidatie? 2. Hoe ga ik om met deze chronische aandoening (coping)?
Nadere informatieOncologische revalidatie REVALIDEREN BIJ KANKER
Oncologische revalidatie REVALIDEREN BIJ KANKER ONCOLOGISCHE REVALIDATIE De ziekte kanker kan grote gevolgen hebben. Tijdens en na de behandeling kunt u last krijgen van allerlei klachten. Uw conditie
Nadere informatieCognitieve revalidatie
Cognitieve revalidatie Dennis Felling, MSc. Gz-psycholoog Klimmendaal locatie Zutphen Overzicht Wat is cognitieve revalidatie? Diagnostiek Behandeling Casus Vragen? Zometeen en straks! Wat is cognitieve
Nadere informatieImpact van chronische Q-koorts en QVS op Cognitief Functioneren
Impact van chronische Q-koorts en QVS op Cognitief Functioneren Daphne Reukers, Ellen van Jaarsveld, Joris van Loenhout, Jeannine Hautvast, Koos van der Velden Disclosure belangen spreker Geen (potentiële)
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn
Nadere informatieLange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid. Tessa Westendorp
Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid Tessa Westendorp 24 januari 2014 Hoofdthema s binnen mijn onderzoek: Revalidatiebehandeling Jongeren met chronisch
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS
EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.
Nadere informatie