Contactgegevens: André van der Bij Dienst Welzijn/ Gemeente Leeuwarden

Transcriptie

1 Visiedocument Dienstverlening Werkplein

2 Contactgegevens: André van der Bij Dienst Welzijn/ Gemeente Leeuwarden

3 Inhoudsopgave Samenvatting 2 1. Inleiding 3 2. Keuze Klantgroepen en Prioriteitsstelling 4 3. Insteek klantbenadering van doelgroepen 7 4. Jongeren, het onderwijs en de WIJ Participatie en Inburgering Aanpak doelgroep Maatschappelijk nuttig werk Handhaving Partnerschap: van regelen naar netwerken Regionaal arbeidsmarktaanpak Schulddienstverlening Verbinding met de wijken Gesubsidieerde Arbeid De relatie met het I-deel Mogelijke financiële gevolgen bij ongewijzigd 32 beleid Visiedocument dienstverlening werkplein 1

4 Samenvatting Leidraad voor dit visiedocument is dat de Gemeente Leeuwarden met de financiële middelen die nog ter beschikking staan duidelijke inhoudelijke keuzes maakt welke inzet zij nog wel en niet meer kan plegen. De financiële kaders zijn zodanig dat de schatting is dat de Gemeente Leeuwarden teruggaat in budget van in 2011 naar in Deze cijfers zijn gebaseerd op huidige bekende cijfers. De stijging van de kosten op het I-deel, de korting op het Participatiebudget en de aankomende Wet Werken naar Vermogen zijn de redenen om de huidige Participatievisie en de dienstverlening op het Werkplein te herzien. Alleen met een aanscherping kan de dienstverlening op het Werkplein overeind blijven. Deze staat in dit Visiedocument op de dienstverlening op het Werkplein beschreven. Het visiedocument loopt vooruit op de nieuwe kadernota wet Werken naar Vermogen. Deze kadernota zal aan de raad worden voorgelegd op het moment dat alle nieuwe wet- en regelgeving op dit terrein door het Rijk zijn vastgesteld. De budgetkortingen en oplopende uitgaven op het I-deel noodzaken ons te anticiperen op de komende ontwikkelingen. De indeling in klantgroepen die bediend gaan worden wordt aangepast. Hierop wordt een heldere prioriteitsstelling doorgevoerd. Alle inzet is gericht op werk waar mogelijk en haalbaar. Er wordt een beroep gedaan op zelfredzaamheid, met indien nodig ook handhaving als instrument. Actief wordt de verbinding gezocht met zorg, de wijkaanpak en bijvoorbeeld een terrein als schuldhulpverlening. De inzet voor ondersteuning richting arbeidsmarkt is met name gericht op de volgende onderverdeling van het klantbestand: 1. Jongeren 2. Inburgeraars jaar en ouder, regulier werk jaar en ouder, maatschappelijk nuttig werk Alle klanten binnen de doelgroep krijgen aandacht maar de hoogste prioriteit wordt gegeven aan mensen met: Groot perspectief op de arbeidsmarkt die goed gemotiveerd zijn Redelijk perspectief op de arbeidsmarkt die goed gemotiveerd zijn Weinig perspectief richting de arbeidsmarkt, maar die wel gemotiveerd zijn De mate en vorm van interventie hangt sterk af van het arbeidsmarktperspectief. Daar waar de gemeente zich terugtrekt wordt actief partnerschap gezocht met partijen rondom de arbeidsmarkt. De partijen waarmee de Gemeente Leeuwarden dit partnerschap wil inrichten zijn met name werkgevers, maar ook bijvoorbeeld het (beroeps-)onderwijs, reïntegratiebedrijven en uitzendbureaus. Vele van deze partijen zijn ook bovenlokaal of regionaal actief, daarom wordt ook actief ingezet op de regionale arbeidsmarkt in de werkgeversbenadering. 2 Visiedocument dienstverlening werkplein

5 1 Inleiding Met de aankomende Wet Werken naar Vermogen ontstaat één voorziening voor de reintegratie van mensen in de WWB, de Sociale Werkvoorziening en de Wajong. Mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt krijgen daardoor gelijke(re) rechten en plichten en kansen op werk. Gemeenten krijgen meer keuzevrijheid en er ontstaan meer mogelijkheden om de uitvoering regionaal te organiseren en om integrale aanpakken voor mensen te ontwikkelen. Maar in de plannen staan ook forse bezuinigingen op de budgetten voor participatie, inburgering en de sociale werkvoorziening en worden bezuinigingen op de uitvoeringskosten ingeboekt. Voor gemeenten betekent meer vrijheid in de besteding dat zij meer dan nu moeten gaan nadenken over de effectiviteit van beleid en door de bezuinigingen over de efficiëntie. Het rendement van arbeidsmarktbeleid moet omhoog. Naast de krimp in het participatiebudget neemt het aantal mensen dat een beroep doet op een uitkering toe, terwijl de kosten per uitkering gelijk blijven. Dat betekent dat de totale kosten toenemen (I-deel). De instroom is in de afgelopen maanden toegenomen en de doorstroom en uitstroom is laag. Deze veranderingen maken dat er een nieuwe visie voor de dienstverlening op het Werkplein nodig is, vooruitlopend op het nieuwe kader van de aankomende Wet Werken naar Vermogen. Het visiedocument loopt vooruit op de nieuwe kadernota wet Werken naar Vermogen. Deze kadernota zal aan de raad worden voorgelegd op het moment dat alle nieuwe wet- en regelgeving op dit terrein door het Rijk zijn vastgesteld. De budgetkortingen en oplopende uitgaven op het I-deel noodzaken ons te anticiperen op de komende ontwikkelingen. De ontwikkelingen maken een omslag in denken nodig, ook in relatie tot het Leeuwarder welzijnsbeleid nieuwe stijl. Er worden heldere keuzes gemaakt t.a.v. de klantgroepen en welke dienstverlening nog voor wie wordt ingezet. Dit nieuwe kader is noodzakelijk voor de dienstverlening op het Werkplein in de komende periode zolang de nieuwe wet er nog niet is. In deze visie op dienstverlening wordt ingegaan op aantal terreinen die veranderingen ondergaan. Elk deelonderwerp wordt behandeld in een apart hoofdstuk. Vanuit de visie wordt ingegaan op de nieuwe de klantgroepen, de klantbenadering, de gevolgen voor de dienstverlening en de invulling van partnerschap met partijen en de regio. Visiedocument dienstverlening werkplein 3

6 2 Keuze Klantgroepen en Prioriteitsstelling Het Werkplein zal een grote aanscherping van haar dienstverlening moeten maken. De basisdienstverlening op het Werkplein zal bestaan uit het uitvoeren van wettelijke basistaken en de inzet op bevordering van participatie van burgers van de gemeente Leeuwarden. Deze participatie is gericht op regulier werk of maatschappelijk nuttig werk. Hierbij blijft de inzet van de Participatieladder gehandhaafd. Vanuit de P-ladder blijft gewerkt worden aan activering van de klant en het bepalen van motivatie en perspectief. De P-ladder is bij uitstek het instrument waarmee de groeipotentie en het doelperspectief kunnen bepaald kan worden. Er zullen ook keuzes t.a.v. de klantgroepen gemaakt moeten worden. Zowel de inhoudelijke als ook de financiële ontwikkelingen maakt dat niet iedereen meer in gelijke mate bediend kan worden. De inzet van de casemanagers op het Werkplein wordt vanuit de W-middelen gefinancierd. Met de forse daling binnen de budgetten in de komende jaren wordt dit jaar al geanticipeerd op deze veranderende situatie en wordt de organisatie opnieuw ingericht. De capaciteit op het Werkplein neemt af en zal nog beperkt zijn. De mensen moeten zo effectief mogelijk ingezet worden. Om tot een prioriteitsstelling van middelen te kunnen komen is er een onderverdeling van klantgroepen opgesteld. Deze volgt hierna: Figuur: onderverdeling klantgroepen 1. Jongeren 2. Inburgering jaar en ouder, regulier werk jaar en ouder, maatschappelijk nuttig werk 4 Visiedocument dienstverlening werkplein

7 De hoogste prioriteit heeft de groep met een: Groot perspectief arbeidsmarkt en goede motivatie Redelijk perspectief op de arbeidsmarkt en goede motivatie Weinig perspectief, maar wel een goede motivatie Niet investeren, maar wel handhaven op de klantgroepen met een: Groot perspectief arbeidsmarkt, maar lage motivatie Redelijk perspectief op de arbeidsmarkt, maar lage motivatie Weinig perspectief en lage motivatie (verwijtbaar) Nieuwe inburgeraars worden niet meer actief begeleid, maar geïnformeerd over de plichten die verbonden zijn aan een inburgeringstraject en de handhaving start. Inzet op Maatschappelijk nuttig werk/zorg/dagbesteding voor de klantgroepen: Mensen met en zonder ontheffing en weinig actueel perspectief op werk. Dit moet uitgewerkt worden op de aspecten van wettelijke verplichtingen waaraan wel voldaan moet worden. Inburgeringsbehoeftigen met weinig kans op slagen voor het inburgeringsexamen, zullen geen traject meer krijgen aangeboden maar richting werk of maatschappelijk nuttig werk geleid worden. Flankerend daaraan worden nog de mogelijkheden bekeken om te: Ontzorgen (bekijken mogelijkheden kinderopvang/mantelzorg) mensen met gedeeltelijke ontheffing die met hulp rondom bijvoorbeeld kinderopvang wel regulier werk kunnen vervullen Her beoordelen mensen met ontheffing periodiek opnieuw beoordelen, om de mate van arbeidsgeschiktheid te bepalen Jongeren vallen vanaf 2012 onder de WWB, daarbinnen is specifiek aandacht voor jongeren. Het Actieplan Jeugdwerkeloosheid (looptijd tot september 2012) is specifiek voor deze doelgroep. De Wet Inburgering is voorlopig ook nog van toepassing, (zie verder hoofdstuk 5). In de komende periode wordt het team Inburgering afgebouwd en wordt deze doelgroep geïmplementeerd in de basisdienstverlening. Inburgeraars die aan het werk kunnen vallen al wel onder de basisdienstverlening. Het werkgeversteam verbindt werkgevers en organisaties met werkzoekenden in creatieve projecten richting betaald werk. Zij werven werkstages en vacatures voor de kansrijken onder de doelgroepen. Onder kansrijken verstaan we het deel van de uitkeringsgerechtigden dat vanaf aanvraag uitkering binnen 1 jaar naar regulier werk kan. Voor mensen zonder actueel perspectief op werk zal m.n. vanuit de sociale wijkteams een koppeling met maatschappelijk nuttig werk gemaakt worden. Visiedocument dienstverlening werkplein 5

8 E-dienstverlening en Informatievoorziening Vanuit de situatie van beperkte financiële middelen en formatie zal de komende periode een groter beroep gedaan worden op de zelfredzaamheid van de burger. Dat betekent dat we nadrukkelijk gebruik gaan maken van de mogelijkheden van e- dienstverlening. Doelstelling Concreet is de opdracht te zorgen voor actuele en eenvoudig bereikbare klantinformatie ter bevordering van optimale dienstverlening. Doel is dat zoveel mogelijk klanten via e-intake hun aanvraag indienen en dat 60% van alle klanten via e- dienstverlening begeleiding ontvangen richting werk of participatie. De benodigde ICT-infrastructuur hiervoor moeten per begin 2012 operationeel zijn. Overigens zal de doelgroep Jongeren niet onder e-dienstverlening vallen zolang de WIJ van kracht is. Er wordt nadrukkelijk gekeken naar het UWV als het gaat om het stroomlijnen van het contact met de klant. Informatie die daar opgevraagd wordt is ook voor de gemeente zeer relevant. Een gezamenlijk gebruik van deze ICT-systemen wordt onderzocht, maar ook andere leveranciers zijn in beeld. 6 Visiedocument dienstverlening werkplein

9 Insteek klantbenadering van doelgroepen Arbeidsparticipatie, maatschappelijke participatie naar vermogen en (sociale)activering is al jaren de kern van het Leeuwarder participatiebeleid. Participatie als hefboom is daarbij het uitgangspunt. Echter de ontwikkelingen binnen het dossier van de sociale zekerheid en met name de komende Wet Werken naar Vermogen vragen om een herijkte visie voor de dienstverlening op het Werkplein. Deze valt in de volgende zin samen te vatten: Participeren binnen de samenleving betekent naar vermogen deelnemen aan die samenleving. Werken is het doel, participeren naar vermogen de norm. Hierbij wordt uitgegaan van maximale deelname en inzet van iedere burger. De gemeente is hierbij niet altijd meer de aangewezen partij om die beweging tot stand te brengen. De burger/klant is probleemhouder en is zelf nu ook vooral aan zet, dat past ook bij het streven naar zelfredzaamheid binnen Werken naar Vermogen, zoals dat in de hoofdlijnen notitie van het Kabinet geformuleerd wordt (zie bijlage). Inzet is gericht op het verhogen van het zelforganiserend vermogen van de werkzoekende. Deze uitwerking maakt een scherpe prioritering naar de beschikbare W-middelen. Dat betekent: maximale uitstroom naar werk en het aangaan van partnerschappen waar mogelijk. Het casemanagement op het Werkplein wordt gefinancierd vanuit de W-middelen en zal als gevolg van de krimp op het budget ook moeten inkrimpen. Dit betekent dat heldere keuzes gemaakt moeten worden t.a.v. het inzetten van deze capaciteit voor welke klant. Het actuele perspectief op werk en de mate van motivatie zijn hierbij belangrijke uitgangspunten, zoals hiervoor aangegeven. Voor de groep die het zelf kan wordt uitgegaan van compliance en handhaving. Zowel in de dienstverlening als ook t.a.v. klantgroepen worden prioriteiten gesteld vanuit de gedachte privaat wat kan, publiek wat moet. De insteek is als volgt: Non-interventie Interveniëren alleen als dat strikt nodig is. Dat vanuit de overtuiging: een deel van de mensen op de arbeidsmarkt vindt zelf zijn weg en zelfredzaamheid is doorslaggevend voor de mate waarin mensen in staat zijn hun eigen kansen te verbeteren. Interventies vertragen voor mensen die het zelf kunnen, de uitstroom naar werk. Gebleken is dat niet helpen ook helpen is. Maar ook om praktische redenen. Overigens hoeft dit niet te betekenen dat er niets gebeurd, alleen wel is duidelijk dat er geen tot weinig inzet is vanuit de gemeente, anders dan het bieden van een platform van e-dienstverlening waarop de werkzoekende zelf zijn weg kan vinden. Binnen non-interventie door de gemeente kan de werkzoekende zelf iets ondernemen of andere (markt)partijen inzet plegen. Hierbij geldt dat wanneer de gemeente iets niet doet, een ander juist wel iets kan doen. Visiedocument dienstverlening werkplein 7

10 In de focus hebben de mensen met een groot of redelijk actueel perspectief op werk en een goede motivatie hoge prioriteit (naast de groep met weinig actueel perspectief op werk en gemotiveerd). Echter, voor de groep met een groot actueel perspectief op werk zal er minder capaciteit op casemanagement en instrumenten ingezet worden omdat deze groep als zelfredzaam gezien wordt. Deze mensen kunnen gebruik maken van e-dienstverlening en gelijk gematched worden op banen of doorverwezen worden naar uitzendbureaus. Inzet is wel op handhaving bij deze groep indien noodzakelijk. Voor de groep met redelijk perspectief op werk wordt nog wel ingezet op begeleiding en instrumenten vanuit partnerschappen. De arbeidsmarkt laat in sommige branches een licht herstel zien, in andere nog niet. Vanuit de verwachting dat de arbeidsmarkt na 2012 weer aantrekt, zal de komende tijd een groep arbeidsfit moeten blijven, die daarna zonder interventie zijn weg kan gaan op de arbeidsmarkt. Handhaven Werken is het doel en participeren de norm. In de dienstverlening speelt daarom compliance een belangrijke rol, oftewel de bereidheid van de klant om vrijwillig aan wettelijke verplichtingen te voldoen, zoals het actief werken aan re-integratie en het verwerven van een baan. De klant beweegt zo veel mogelijk op eigen kracht naar werk en voldoet zo veel mogelijk vrijwillig aan de wettelijke verplichtingen. Klanten krijgen dus meer ruimte, maar ook meer verantwoordelijkheid om zelf actief te werken aan re-integratie en het verwerven van een baan. Stimulans is gericht op mensen om vrijwillig aan hun verplichtingen te voldoen. Maatwerk dus. Ontbreekt de wil en bereidheid om regels na te komen, dan vindt actieve handhaving plaats. Daarin moet de gemeente meer dan ooit helder zijn. Meer over Handhaving is te vinden in hoofdstuk 8. Begeleiden Begeleiding vindt alleen nog plaats op de groepen die echt hulp nodig hebben om stappen te maken richting de arbeidsmarkt. Voorwaarden zijn een hoge motivatie en reëel en actueel perspectief op werk. Ook voor begeleiding wordt eerst gekeken naar marktpartijen die bewezen bijdragen aan een beter perspectief. Pas daarna wordt de rol bepaald die de Gemeente Leeuwarden per klant zelf nog moet spelen in de begeleiding. Over de inzet van een re-integratie-instrument wordt kritisch nagedacht. Het is geen automatisme. De methodiek van de participatieladder blijft gehandhaafd. 8 Visiedocument dienstverlening werkplein

11 Dagbesteding en maatschappelijk nuttig werk Er is een groep mensen zonder actueel perspectief op werk. Deze mensen blijven erbij betrokken middels maatschappelijk nuttig werk, zodat zij in beweging blijven. Mogelijk is er later wel perspectief op werk. Er is ook een groep (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten is, voor wie betaald werk geen reële optie is. Re-integratie leidt voor deze groep niet tot uitstroom naar werk en waar dat wel lukt is er veelal sprake van tijdelijke en publiek gefinancierde arbeidsplekken. Hierbij is het risico van terugval in uitkeringen te groot. Afgebroken of mislukte trajecten moeten worden voorkomen. Dat is demotiverend voor mensen en het is verspilling van de schaarse middelen die voor reintegratie beschikbaar zijn. Wanneer mensen te weinig mogelijkheden hebben om te werken binnen reguliere arbeidsorganisaties komen daarom dagbesteding, sociale activering en maatschappelijk nuttig werk in beeld. Er wordt uitgegaan van maatwerk en naar vermogen meedoen. Bij sommige mensen is op dit moment geen actueel perspectief op werk maar mogelijk later wel. Voorkomen moet worden dat mensen in een sociaal isolement raken. Hiervoor worden partnerschappen met bijvoorbeeld het WSW-bedrijf en instellingen voor vrijwilligerswerk gezocht. Eerdere programma s gericht op maatschappelijke participatie hebben een positief beeld laten zien, zowel bij de deelnemers als bij de deelnemende organisaties. Betrokkenheid, waardering en maatwerk zijn hierbij belangrijke begrippen. Visiedocument dienstverlening werkplein 9

12 4 Jongeren, het onderwijs en de WWWB 2012 Jongeren vormen in lijn met het collegeprogramma een afzonderlijke doelgroep binnen het herontwerp van het Werkplein. Voor jongeren ligt de prioriteit bij het behalen van een startkwalificatie. Een startkwalificatie betekent dat voor een jongere het arbeidsmarktperspectief aanzienlijk stijgt. Maar ook de kans om stevig de toekomst in te gaan. Investeren in jongeren betekent niet alleen investeren in hun toekomst maar ook in de kwaliteit van onze samenleving op langere termijn. Wat de jongeren die nu binnen het onderwijs dreigen uit te vallen betreft, spelen er drie zaken: Inrichting van het onderwijs, gericht op het behalen van een startkwalificatie of diploma. Zorg- en hulpverleningstrajecten, namelijk waar jongeren belemmeringen ondervinden in het onderwijsloopbaan Werk/arbeidsmarkt/inkomen Welke kwalificaties zijn nodig om op de arbeidsmarkt te kunnen slagen. Hoe kan het onderwijs er (met andere organisaties en instellingen, zoals de gemeente) erin slagen leerlingen die kwalificaties te laten behalen. Wat vraagt de arbeidsmarkt aan kennis en ervaring. Hoe kunnen we er voor zorgen dat jongeren die de kwalificaties niet (kunnen) behalen toch een plek op de arbeidsmarkt verwerven. 10 Visiedocument dienstverlening werkplein

13 Projecten met partnerschap met onderwijs Binnen de sector Jeugd & Onderwijs lopen er diverse projecten die de link tussen onderwijs, zorg en arbeidsmarkt versterken. Het project De school als werkplaats richt zich met name op de vraag hoe in het onderwijs de zorg aan leerlingen zo goed mogelijk kan worden georganiseerd. Welke hulp moet in de school worden gegeven, door wie en welke hulp moet buiten de school worden gegeven? Hoe kan door hulp op school te bieden het circus van indicaties vereenvoudigd worden? Het project De werkschool richt zich op de relatie onderwijs en arbeidsmarkt voor die jongeren die geen startkwalificatie zullen halen. Het gaat om jongeren uit het speciaal onderwijs en jongeren met MBO 1 als hoogst haalbaar niveau. Waarschijnlijk wordt de Werkschool een soort schakelpunt waarin onderwijs, zorg en werkgevers samenwerken om jongeren die niet in staat zijn om een startkwalificatie te behalen richting werk te begeleiden. Binnen de sectoren Werk & Inkomen en Sociale Zaken lopen ook diverse projecten die de link tussen onderwijs, zorg en arbeidsmarkt versterken, waaronder de Vliegende brigade 2.0 en het Actieplan Jeugdwerkloosheid Fryslân. In het kader van het regionale actieplan loopt er op dit moment bijvoorbeeld een pilot met korte voorschakeltrajecten voor jongeren. De verschillende ROC s bieden dit voorschakeltraject gezamenlijk aan en na het voortraject vervolgen de jongeren het opleidingstraject bij een bedrijf. Met name de ROC s en HBO s zijn in staat programma s te leveren voor bij- en nascholing voor groepen potentiele arbeidskrachten en voor bedrijven die het eigen personeel verder willen scholen. Daarmee wordt ook een bijdrage geleverd aan het versterken van de arbeidsmarkt. Dergelijke activiteiten vallen buiten de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Ook zullen onderwijsinstellingen uitgedaagd worden om voortrajecten en beroepsopleidingen beter te integreren zodat al in een eerder stadium een beroep op studiefinanciering kan worden gedaan (en geen uitkering verleend hoeft te worden). Visiedocument dienstverlening werkplein 11

14 WWB 2012 In het collegeprogramma is het bestrijden van de jeugdwerkloosheid een belangrijk speerpunt. Extra investeren in jongeren voorkomt dat een hele generatie straks langdurig aan de kant staat met alle negatieve gevolgen van dien. Jongeren vormen een afzonderlijke doelgroep van het Werkplein. Per is de WIJ geïntegreerd in de WWB De eigen verantwoordelijkheid van de jongere is hiermee belangrijker geworden. Het college ondersteund pas nadat alle voorliggende mogelijkheden, zoals (reguliere) scholing en werk zijn onderzocht. Voor jongeren ligt de prioriteit bij het behalen van een startkwalificatie. Voortijdige schooluitval dient te worden voorkomen en jongeren die nog geen startkwalificatie hebben behaald zullen zoveel mogelijk weer richting school worden begeleid. Jongeren die niet in staat zijn om een startkwalificatie te behalen, worden zoveel mogelijk gestimuleerd om het voor hen hoogst haalbare opleidingsniveau te behalen. Voor jongeren die al over een startkwalificatie beschikken en/of niet meer richting school kunnen worden begeleid, zal de dienstverlening zoveel mogelijk gericht zijn op toeleiding naar de arbeidsmarkt. De klantbenadering is vergelijkbaar met de andere doelgroepen van het Werkplein met dien verstande dat het werkleeraanbod niet uit non -interventie kan bestaan. De investering in de kansrijke jongeren en de ongemotiveerde jongeren voor wie betaald werk niet (op termijn) haalbaar is, zal echter wel zeer beperkt zijn. Om te voorkomen dat de jongere onterecht als ongemotiveerd (niet-willer) wordt aangemerkt, moet er zorgvuldig worden beoordeeld of er geen sprake is van andere belemmeringen (niet-kunner) waardoor de jongere in eerste instantie ongemotiveerd lijkt. Voor de doelgroep niet-kunners zal zoveel mogelijk de link naar zorg worden gelegd. 12 Visiedocument dienstverlening werkplein

15 5 Participatie en Inburgering De verwachting is dat er per 2013 ook een nieuwe wet Inburgering is. De doelgroep is dan alleen nog de inburgeringsplichtige en die wordt zelf verantwoordelijk voor de inburgering. Een groot deel van de gemeentelijke taken zullen vervallen. Vanaf 2014 is er geen inburgeringsaanbod meer via de gemeente. In 2012 en 2013 is er al sprake van een forse bezuiniging op het budget. Dit noodzaakt ook voor de inburgering een aanpassing van de klantbenadering. De inburgeringsplichtige zal in de toekomst zelf zijn traject moeten samenstellen en voor de financiering zal een sociaal leenstelsel ontwikkeld worden. Visie op inburgering De visie op inburgering van de gemeente Leeuwarden blijft hetzelfde: Het gedeeld en verantwoord burgerschap voor alle inwoners van de stad centraal stellen en waar mogelijk mensen activeren. Integratie betekent werken aan actief burgerschap. De integratie-, en inburgeringstrajecten zijn erop gericht om via duale trajecten daadwerkelijk meedoen in de buurt, wijk of stad en de arbeidsmarktparticipatie te stimuleren. De klantbenadering voor de inburgeraars wijzigt echter. De begeleiding zal worden beperkt tot de doelgroep inburgeringsplichtigen. En daarbij begeleiden we mensen na de opstart van het traject alleen wanneer dit echt nodig is. Waar nodig zal nog een 2e inburgeringsaanbod kunnen worden ingezet. De duale component van de inburgering zal voortaan vanuit het budget inburgering moeten worden bekostigd. Dit betekent dat het team inburgering zich meer gaat richten op het zelf acquireren van en het begeleiden van leerwerkplekken voor uitkeringsgerechtigde inburgeraars en waar nodig het aanbieden van ondersteunende scholing/examentraining door het team inburgering. Er zal geen actieve werving meer zijn voor inburgerings-behoeftigen. Deze zullen in geval zij uitkeringsgerechtigde zijn binnen de inzet WWNV vallen. In andere gevallen zal actief worden doorverwezen naar de welzijnsinstellingen. Taalloket Voor de inburgering is het partnerschap met de welzijnsinstellingen en dan met name op het MCC Zuidvliet een mogelijkheid om een taalloket in de stad te creëren. Als de gemeentelijke taak voor de inburgering er in 2014 niet meer is, kan dit taalloket voor de inwoners een ontmoetingspunt zijn waar ook informatie en cursusaanbod is. Ook nu al wordt deze verbinding gelegd tussen de integratie, inburgering en participatieactiviteiten Visiedocument dienstverlening werkplein 13

16 6 Aanpak doelgroep werk 27+ Op het Werkplein heeft altijd de focus gelegen op mensen zo snel mogelijk aan het werk te helpen. Hierbij is de inzet zowel gericht op mensen van werk naar werk te helpen als ook mensen weer aan het werk te helpen. Soms hebben mensen nog een tussenstap nodig waarin relevante werkervaring wordt opgedaan. Hiervoor zijn in het verleden met succes leerwerkplekken ingezet die nu doorgezet worden in het concept werkstages. Er wordt nog steeds geleerd in een werksetting, alleen wordt er meer inzet van de werkgever gevraagd. De inzet om mensen aan het werk helpen zal de komende maanden geïntensiveerd worden en meer en meer binnen een netwerkplein georganiseerd moeten worden. Werkgeversteam Werkplein Het werkgeversteam is nu nog een integraal team met medewerkers van Sociale Zaken, van de gemeente Leeuwarden en het UWV Werkbedrijf. Zij hebben tot taak WW-ers, Wajongers, wwb/wij-ers te plaatsen op vacatures in de reguliere arbeidsmarkt, regio Friesland. Ook werft het werkgeversteam werkstages voor de doelgroepen. In de loop van 2011 zal het team niet meer integraal zijn, wel zal er een intensieve samenwerking blijven met het regionale werkgeversteam van het UWV. Het werkgeversteam werkt met onderscheid in functies: Key-accountmanagers Accountmanagers, gericht op het mkb Casemanagers met matcherstaken Casemanagers met jobcoachtaken De teamleider en de key-accountmanagers werken intensief samen met andere sectoren en diensten, zoals werk en inkomen, economische zaken, afdeling infra en inkoop. Het team werft vacatures en werkstages, zorgt voor de juiste matching en verzorgt jobcoaching na plaatsing: aan de slag helpen is één, aan de slag houden is twee. Concept Na het stoppen van de samenwerking met de reïntegratiebedrijven in het voorjaar van 2011 werd duidelijk dat het werkgeversteam opnieuw moest gaan nadenken over de kracht van het team in de huidige nieuwe ontwikkelingen. Het werkgeversconcept van het Werkplein is: Wij verbinden betrokken werkgevers en andere organisaties voor creatieve projecten richting betaald werk. 14 Visiedocument dienstverlening werkplein

17 Kansrijken Vanuit dit concept wordt gerichte inzet gepleegd op de kansrijken in het gehele bestand. Kansrijken zijn dat deel va het bestand waarvan verwacht wordt dat het binnen maximaal 1 jaar na aanvraag uitkering regulier uit kan stromen. Het bestand met kansrijken 27+ valt per juli 2011 onder de verantwoordelijkheid van het werkgeversteam. Voor het plaatsen van jongeren en inburgeraars werkt het werkgeversteam samen met het jongerenteam en team inburgering. Aanpak Non-interventie wordt ingezet voor die groep, die het alleen zou moeten kunnen. Matchers zullen deze klanten na intake direct verwijzen naar partners in de markt (preventie op instroom). Deze partners hebben concrete vacatures beschikbaar en hebben zich gecommitteerd aan het plaatsen van WWB-ers/WIJ-ers op de reguliere arbeidsmarkt. Direct aan de slag banen: kansrijken die aangeven wel te willen, maar slechts voor korte tijd een beroep willen doen op een uitkering of die uitsluitend hun droombaan willen, wordt direct een concreet aanbod gedaan bij 3 partners. Dit zijn leerwerkplekken met behoud van uitkering. Men moet dus direct aan de slag. Eventueel kan handhaving ingezet worden. Verwijzen op vacatures: voor de kansrijken, die een kruiwagen nodig hebben. Dit kunnen vacatures zijn geworven door het werkgeversteam voor de doelgroep, maar ook vacatures van het UWV, uitzendondernemingen, etc. Daar waar nodig wordt jobcoaching ingezet. Werkstages: voor de groep die niet direct aan de slag kan op een vacature, wordt er bemiddeld op werkstages. Deze werkstages worden geworven door het werkgeversteam in de profit en nonprofit. Plaatsing in de profit heeft de voorkeur, omdat daar de uitstroomverwachting hoger ligt. Door de inzet van werkstagecoaching wordt deze groep in beeld gehouden en doorbemiddeld naar regulier werk. Het locked-in effect moet voorkomen worden. Deze groep zal ook getraind gaan worden op werknemers-vaardigheden. Visiedocument dienstverlening werkplein 15

18 7 Maatschappelijk nuttig werk Er vinden op dit moment verschillende ontwikkelingen plaats die maken dat de inzet van maatschappelijk nuttig werk steeds belangrijker wordt zoals: De stapeling van forse bezuinigingen voor de komende jaren. Bezuinigen op heparticipatiebudget, maar ook op het gebied van de Wmo en de AWBZ. Decentralisatie van taken naar de gemeente (dagbesteding en begeleiding vanuit de AWBZ en regelingen over de onderkant van de arbeidsmarkt Wet werk naar vermogen ). Ontwikkeling Welzijn Nieuwe Stijl/Amaryllis. De eis vanuit VWS om de basisfuncties vrijwilligerswerk te waarborgen binnen iedere gemeente. De theorieën op burgerschap/burgerschapsstijlen. Tegelijkertijd trekt de overheid zich meer terug en wordt het in plaats van waar heb ik recht op, meer wat kan ik zelf bijdragen aan een oplossing. Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en het eigen netwerk van mensen. Burgers met een ondersteuningsbehoefte moeten meer gebruik gaan maken van hun eigen netwerk of van hun medeburgers die zich maatschappelijk nuttig voor hen inzetten. Dit vergroot de druk op maatschappelijk nuttig werk. In verband met de toename van het belang van maatschappelijk nuttig werk voor participatie van burgers heeft het college onlangs de beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk vastgesteld. De nota is bedoeld om in beeld te brengen op welke terreinen maatschappelijk nuttig werk een rol speelt en hoe beter gebruik kan worden gemaakt van de bestaande mogelijkheden, hoe verbindingen beter worden gelegd en wat de (faciliterende) rol van de gemeente hierin moet zijn. Het is geen omslag in beleid, nieuw eraan is dat we de verschillende terreinen beter met elkaar willen verbinden waardoor de doelstelling om meer mensen te laten participeren kan worden bereikt. 16 Visiedocument dienstverlening werkplein

19 In het kader van de Wet werken naar vermogen wordt onder maatschappelijk nuttig werk vooral verstaan: Maatschappelijk nuttige activiteiten die mensen zonder ontheffing van de arbeidsplicht met behoud van uitkering verrichten en activiteiten in het kader van het programma maatschappelijke participatie voor uitkeringsgerechtigden die geen arbeidsverplichting hebben, maar wel actief kunnen zijn. De gemeente voert een actief beleid om zoveel mogelijk mensen via werk in hun inkomen te laten voorzien of wanneer dat niet mogelijk is in ieder geval actief te laten participeren in de maatschappij. Daarbij is het motto werken is het doel, participeren is de norm. Maatschappelijk nuttig werk is een manier om te groeien op de Participatieladder. Mensen doen weer mee, krijgen arbeidsvaardigheden, komen weer in een ritme en doen sociale contacten op. Inzet is dit instrument in te zetten voor mensen zonder actueel perspectief op betaald werk. Niet alleen kunnen burgers op deze manier zelf participeren, maar zij maken het ook mogelijk dat de mensen, voor wie zij zich inzetten, mee kunnen doen. Er is een goede infrastructuur nodig, die de mensen uitnodigt om zich maatschappelijk in te zetten en die snel verbindingen kan maken tussen de beschikbare activiteiten en het aanbod van vrijwilligers. De infrastructuur moet aansluiten bij Welzijn Nieuwe Stijl/Amaryllis. Zoveel mogelijk wijk/buurtgericht, erop af, uitgaan van de eigen kracht van mensen. Hiervoor worden partnerschappen met welzijnsinstellingen en maatschappelijke organisaties gezocht. Ook het WSW-bedrijf zou hier wellicht een rol in kunnen spelen. Visiedocument dienstverlening werkplein 17

20 8 Handhaving Het doel van handhaving in de sociale zekerheid is de nalevingbereidheid van uitkeringsgerechtigden te bevorderen en het bewerkstelligen dat aan de juiste personen de juiste uitkeringen worden verstrekt. Handhaving staat derhalve voor alle bewust ondernomen activiteiten, die erop gericht zijn de spontane naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Hierbij is het de kunst om een juiste balans te vinden tussen repressieve en preventieve activiteiten. Visie Het is de visie van de gemeente dat met preventie draagvlak verkregen en geconsolideerd wordt. Het hiermee verkregen draagvlak is nodig om de repressieve elementen in te kunnen zetten. Uitkeringsgerechtigden worden bijvoorbeeld goed geïnformeerd over hun rechten en plichten (preventief: draagvlak opbouwen), maar worden ook intensief gecontroleerd op mogelijke risicogebieden (repressief: draagvlak benutten). Het gaat vooral om het realiseren van de balans tussen preventie en repressie. De gemeente Leeuwarden wil met haar beleid in zijn algemeenheid bereiken dat een ieder die kan werken, ook werkt. Hierbij wordt de klantsituatie centraal gesteld en alle dienstverlening van gemeente en ketenpartners vraaggericht en gecoördineerd ingezet. De mensen die niet in staat zijn tot het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid hebben dus recht op ondersteuning door de gemeente. Daarnaast hebben zij ook plichten. Het niet nakomen van deze plichten heeft automatisch gevolgen. 18 Visiedocument dienstverlening werkplein

21 Doelstellingen De doelstellingen zijn concreet en meetbaar op de volgende onderwerpen: Vraaggerichte dienstverlening: De situatie van de klant staat centraal, waarbij de klant zelf verantwoordelijk is voor zijn traject. Hierbij geldt steeds het uitgangspunt dat een ieder die kan werken, ook werkt. Communicatie op maat: De klant moet optimaal geïnformeerd zijn over zijn rechten en plichten. De toon van communicatie is volwassen en houdt rekening met de situatie van de klant. Hierbij is inzicht in de kenmerken van niet willers en niet kunners van belang om onnodige fouten en onzorgvuldigheid te voorkomen. Maar ook om de lijn duidelijk en rechtvaardig in te kunnen zetten. Bij de intake moeten mensen al goed geïnformeerd worden waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn. Werk boven uitkering: al bij de poort van het Werkplein begint de handhaving door te weren wie zelf in het bestaan kan voorzien en bij doorgang alert te blijven op frauderisico s. Rechtmatige uitkeringen: alleen uitkering voor wie het nodig heeft. Vermindering bijstandsfraude: poortwachtersfunctie en actieve screening van het bestaande klantenbestand door inzet fraudescorekaart, themacontroles, spontane controles en huisbezoeken, verbetering dienstverlening en voorlichting. Concretisering Allereerst is het van belang op te merken dat de veranderingen op het Werkplein ook effect hebben op de visie rondom handhaving. Waar het beleid eerder uitging van 1 klant - 1 klantmanager zal dit nu worden losgelaten. Er worden nieuwe doelgroepen gedefinieerd aan de hand van kenmerken: 1. Jongeren 2. Werk 3. Inburgering 4. Maatschappelijk nuttig werk Visiedocument dienstverlening werkplein 19

22 Ad. 1. Jongeren vormen een afzonderlijke doelgroep van het Werkplein. Per is de WIJ geïntegreerd in de WWB De eigen verantwoordelijkheid van de jongere is hiermee belangrijker geworden. Het college ondersteund pas nadat alle voorliggende mogelijkheden, zoals (reguliere) scholing en werk zijn onderzocht. Ad. 2. Dit is de grootste groep cliënten. De verwachting is dat zij uit kunnen/zullen stromen. In deze groep zijn 3 subgroepen met elk hun eigen dynamiek. Het regiem voor handhaven wordt hieraan aangepast. De groep non-interventie zal moeten worden gehandhaafd op de opgelegde verplichtingen, ook al gaat deze groep niet langer op traject. Handhaving zal dan onderdeel moeten worden van het proces waarbij het doelmatigheidsonderzoek (DMO) automatisch na 8 weken wordt opgeboekt. De groep die bemiddeld kan worden naar werk door het werkgevers team wordt door dit team gehandhaafd. De laatste groep zal op werkstages gaan. Deze groep wordt gehandhaafd in samenwerking met de stage verlenende bedrijven. Bij de laatste zal primair het maatregelwaardig gedrag worden geconstateerd. Ad. 3. Maatregelen in combinatie met inburgering ligt niet direct voor de hand. Immers: inburgering gaat uit van een boete bij het niet nakomen van de inburgeringsverplichtingen. De inburgering kent vanuit de Wet Inburgering eigen richtlijnen rondom handhaving. In geval van de situatie dat een inburgeraar een uitkering heeft worden de verplichtingen rondom inkomen vanuit de WWB gehandhaafd, evenals de verplichtingen rondom werk. Vooralsnog wordt voorgesteld om het beleid voor deze doelgroep niet te wijzigen. Ad. 4. De groep die valt onder het nuttig maatschappelijk werk zal vooral activerend moeten worden gehandhaafd. Immers: vrijwilligerswerk is vrijwillig maar niet vrijblijvend. In geval het iemand met vrijstelling van de arbeidsplicht betreft, wordt het opleggen van maatregelen bij deze groep afgeraden, omdat de vrijstelling niet zonder reden is gebeurd. De casemanagers belast met deze doelgroep zijn ook specifiek geselecteerd op hun agogische vaardigheden. Het handhaven vindt dan ook vooral in die setting plaats. Wat betreft de groep zonder vrijstelling zal dit ook m.n. activerend moeten plaatsvinden. Daar waar sprake is van verwijtbaar gedrag zal wel gehandhaafd worden. 20 Visiedocument dienstverlening werkplein

23 9 Partnerschap: van regelen naar netwerken Partnerschappen zijn nodig om het beleid in te kunnen vullen. Daarom zoekt de gemeente partners bij de uitvoering van de dienstverlening. Vanuit langdurig partnerschap kunnen vanuit meerdere belangen hetzelfde doel gediend worden. Het Werkplein zal toegroeien naar een netwerkplein van organisaties en werkgevers met gedeelde doelen en belangen, waarvan de gemeente er één is. Werkgevers zijn een cruciale samenwerkingspartner voor de gemeente. Daarom zoekt de gemeente partnerschap met koepelorganisaties van werkgevers en met werkgevers zelf. Veel werkgevers hebben vacatures waar kansen liggen voor onze klanten. Voorop staat het belang van werkgevers dat een nieuwe medewerker in het bedrijf past en productief is. Zoek mensen bij een baan. Maar werkgevers zijn zeker ook bereid om mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt een kans te bieden. Inzet moet komen op het ontzorgen van de werkgevers. Doel is zo weinig mogelijk in de bemiddelingsrol te springen als overheid, maar in plaats daarvan in te zetten op kennis en inzicht in de behoeften van de werkgevers. De overheid treedt terug, dat vereist een andere positie van alle spelers. In alle contacten van de gemeentelijke organisatie met werkgevers moet er een natuurlijke signalering zijn op een mogelijke vraag van een werkgever. Structurele samenwerking met Economische Zaken met een arbeidsmarktbeleid gekoppeld aan economische groei moet ook leiden tot meer mogelijkheden. Partnerschappen zijn daarnaast evenzeer nodig met onderwijsinstellingen, verzekeraars, fondsen, uitzendbureaus, het WSW-bedrijf, het UWV en de welzijnsinstellingen. Van elke partij moet helder worden hoe we de gezamenlijke belangen kunnen versterken door onderling een win-win situatie te creëren. Afhankelijk van de relatie wordt aangestuurd op prikkels of een contractrelatie. Enkele partnerschappen worden hierna verder uitgewerkt. Visiedocument dienstverlening werkplein 21

24 PPS constructies met uitzendondernemingen Met name het deel van het klantenbestand dat recente werkervaring heeft of net de opleiding heeft afgerond en gemotiveerd is, is een interessante groep voor uitzendondernemingen. Door het organiseren van speeddates en spreekuren van uitzendondernemingen kunnen de uitzendondernemingen direct hun dienstverlening aanbieden aan door hen geselecteerde kandidaten. Vanuit een aanbesteding flex arbeid met Social Return door de gemeente Leeuwarden hebben drie uitzendondernemingen zich voor de komende 4 jaar gecommitteerd aan het realiseren van tientallen matches per jaar binnen het bestand van WWB- en WIJ-klanten. Het gaat dan om halfjaarcontracten die uitkeringsonafhankelijkheid bieden. PPS met onderwijsinstellingen en andere partijen Er zijn gesprekken gaande met onderwijsinstellingen om ook scholing via PPSconstructies te organiseren. Voorbeelden hiervan zijn de inzet van zgn. OCW 30+ gelden oftewel de Rijksfinanciering voor scholing voor de categorie boven 30 jaar. Daarnaast zijn er initiatieven om social return te koppelen aan werkstages met opleidingen. PPS-constructies met re-integratie bedrijven De re-integratiebedrijven zijn gevraagd mee te denken over de financiële ontwikkelingen van het participatiebudget en daarmee de veranderende rol van de gemeente, burgers en aanbieders. De gemeente is niet langer de aangewezen partij om een beweging tot stand te brengen en de aanbieders worden uitgedaagd om te komen met creatieve slimme constructies. Dit betekent concreet dat deze partijen met het aanbod ook zelf financiering moeten kunnen genereren voor deze trajecten. Inmiddels hebben twaalf aanbieders een aanbod ingediend. Met een aantal aanbieders die voldoen aan de hierboven gestelde uitgangspunten is een vervolggesprek gepland of is al een proefproject gestart. PPS constructies met WSW-bedrijf Caparis Vanuit het herontwerp van het Werkplein in Leeuwarden wordt er een verkenning gemaakt met de mogelijke partners rondom de arbeidsmarkt. Eén daarvan is Caparis. Vanuit de gemeente Leeuwarden: Mogelijk kan Caparis een rol spelen voor delen van klantgroepen op opdrachtbasis. Zaak is na te gaan, welke onderverdeling gemaakt kan worden en om welke groepen klanten het dan gaat. Uiteindelijke doel van de gemeente is de bevordering van uitstroom. Alle activiteiten zijn gericht op directe relatie opdrachtgeveropdrachtnemer. Alle opdrachten moeten uitgevoerd kunnen worden zonder dat dit tot structuurdiscussies voor Caparis leidt. 22 Visiedocument dienstverlening werkplein

25 Fondsenwerving Gemeenten, bedrijfsleven en particuliere fondsen hebben zich in de achterliggende jaren niet altijd weten te vinden. Een onderliggende reden betreft het gemis aan financiële noodzaak en de scheiding van verantwoordelijkheid. Met de drastische vermindering van financiële middelen is deze noodzaak zeer toegenomen. Bundeling van krachten kan voor beide partijen winstgevend zijn. De samenwerking tussen gemeente, fondsen en plaatselijke bedrijven zal maatschappelijk rendabel zijn wanneer elke partij zich zichtbaar kan profileren naar burgers in Leeuwarden. Samenwerking biedt voor partijen tegen de achtergrond van de huidige financiële crisis, in deze tijd van maatschappelijk verantwoord bezig zijn, kansrijke mogelijkheden om via naamsbekendheid de eigen inkomsten te vergroten en de eigen missie gerealiseerd te krijgen. Er zal sprake moeten zijn van een cultuuromslag als het gaat om fondsenwerving. De gemeente kan zich daar op twee manieren in opstellen, namelijk dat: 1. Gemeenten en instellingen samen het vizier op particuliere fondsen en bedrijven moeten richten. Gemeenten kunnen vanuit hun rol als partner van welzijnsinstellingen bijdragen dat instellingen met het oog op fondsenwerving worden toegerust: enerzijds voor wat betreft opstellen van kansrijke projectplannen en inzake kennis van fondsen en sponsoring en anderzijds door het beschikbaar stellen van cofinanciering. 2. Gemeenten zelf voor de uitvoering van eigen beleid aansluiting moeten zoeken bij (particuliere) fondsen. Visiedocument dienstverlening werkplein 23

26 10 Regionale arbeidsmarktaanpak Friesland kent op dit moment nog 6 Werkpleinen in Leeuwarden, Dokkum, Franeker, Drachten, Heerenveen en Sneek. UWV gaat zich terugtrekken tot één Werkplein, mogelijk in Leeuwarden. Dat hoeft niet te betekenen dat de andere Werkpleinen dichtgaan; er is nog steeds behoefte aan een Werkplein op lokaal/bovenlokaal niveau. Het is wel zaak de herschikking van taken zo efficiënt mogelijk in te richten en partners te zoeken zoals bijvoorbeeld onderwijs en werkgevers. Friesland kent ten opzichte van andere arbeidsmarktregio s een grote samenwerking. Dat blijkt ook uit het succes van het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Het actieplan heeft bewezen dat in Friesland op het gebied van onderwijs, werkgevers en overheden goed elkaar kunnen vinden zonder lokale belangen voor te laten gaan. Deze ervaringen zijn een goede basis om nu een stap verder te gaan. Regiostructuur op hoofdlijnen Rekening houdend met de voorgaande punten is het zaak balans te vinden tussen de taken op regionaal en lokaal niveau. De fysieke afstand tussen klant en lokale aanpak mag niet te groot worden, maar sommige taken kunnen met meer samenhang op regio-niveau worden opgepakt. Bedrijven hebben behoefte aan zo weinig mogelijk wisseling van contactpersonen. Het werken met accountmanagers kan aan deze wens voldoen. In de huidige markt is er weinig coördinatie op de werkgeversbenadering. Het kan voorkomen dat een bedrijf door de gemeente, UWV, SW bedrijf, RIB, MEE etc. benaderd wordt voor een vacature of een werkervaringsplaats. Het komt ook voor dat bedrijven worden benaderd door verschillende ambtenaren van dezelfde gemeente. In de praktijk zal een werkgever zijn contacten beperkt houden tot enkele relaties. Het voordeel is dat elk bedrijf altijd wel te maken heeft of krijgt met een gemeente. Is het niet vergunning dan wel voor de gemeentelijke belasting. De relaties zijn dus al bekend. De contacten moeten echter meer gecoördineerd worden. De eis van het rijk is dat de centrumgemeente van de arbeidsmarktregio aanspreekbaar is voor de organisatie, coördinatie, regie en verantwoording van de arbeidsmarktregio richting het ministerie. Op bestuurlijk niveau heeft de centrumgemeente namens alle deelnemende gemeenten overleg met de koepelorganisaties van de sociale partners, zoals VNO-NCW, FNV, CNV, MKB, Onderwijs en Zorg. Hier wordt ook de link gelegd naar economische ontwikkeling van de regio o.a. samen met de provincie Fryslân. NB: Voor zowel inrichting van het bestuurlijke platform als de uitvoering van de werkgeversaanpak kan geleerd worden uit de ervaringen die in Fryslân nu opgedaan worden binnen de Vliegende Brigade waar in projectvorm een dergelijke constructie gehanteerd wordt. 24 Visiedocument dienstverlening werkplein

27 Het regionale netwerkplein (onder aanvoering van de centrumgemeente) voorziet in: distributieconcept face to face en e-dienstverlening voor de regio met daarbij ruimte voor terreinen als schuldhulpverlening en zorg op regionaal niveau inzichtelijk maken van vacatures regionaal netwerk richting bovenlokale partners zoals onderwijs, uitzendbureaus, WSW, etc. bovenlokale integrale werkgeversdienstverlening op basis van regionaal accountteam (zie uitgelicht) arbeids juridische dienstverlening groepsgewijze aanpak organiseren banenmarkten / brancheweken euregionale samenwerking De lokale afgeleide onder aansturing van de eigen gemeente voorziet in: complementaire (intensieve) dienstverlening aan werkzoekenden via job hunting koppeling met het midden- en kleinbedrijf: integrale werkgeversbenadering dicht bij huis met lokaal accountmanagement fysieke digitale ondersteuning voor klant Uitgelicht: werkgeversbenadering in regio en lokaal Regionaal Voor werkgevers die een regionale uitstraling of bereik hebben (meerdere vestigingen) is het verstandig om een accountmanager te benoemen. Deze persoon behartigt provinciaal de belangen van dit bedrijf (op werkgebied). Er wordt een regionaal accountteam opgericht. Hierin worden mensen geplaatst vanuit verschillende gemeenten van Friesland. Dit team werkt vanuit de economische motor Leeuwarden en wellicht ook uit andere plaatsen. Elke gemeente heeft een contactpersoon binnen een op te richten regio werkgeversteam. Elke gemeente heeft inzage in de vacatures en de verdere vraag van de relaties. Lokaal De neiging van gemeenten is dat ze zich vaak te richten op de grote bedrijven. Het potentieel aan werkplekken bij kleinere bedrijven mag men echter niet onderschatten. Lokale bedrijven verdienen ook een lokale benadering. Door job hunting/accountmanagement lokaal vorm te geven kan de directe omgeving van de gemeente bediend worden. Gemeenten richten hiervoor hun eigen team voor werkgeversbenadering op. Vanuit deze teams is er een directe link (en overleg) met het provinciale werkgeversteam. Een mogelijkheid is om het regionale team te vullen (parttime) met consulenten uit de lokale teams. Zo is het directe contact met de gemeenten geborgd. Visiedocument dienstverlening werkplein 25

28 Stip op de horizon Uiteindelijk moet de samenwerking uitmonden in een nieuwe structuur die effectief mensen zoveel mogelijk aan werk helpt. Die stip op de horizon zou er overkoepelend in Friesland als volgt uit kunnen zien: Op 1 juni 2011 is een voorstel van deze strekking in het overleg van Wethouders Werk en Inkomen van de Vereniging Friese Gemeenten (VFG) aan de orde geweest. Daar is besloten dit voorstel uit te gaan werken middels een business case waarin de voor- en nadelen ten opzichte van de huidige werkwijze worden geschetst door een brede ambtelijke werkgroep met een provincie brede dekking. 26 Visiedocument dienstverlening werkplein