EVOA in vogelvlucht. 1 Inleiding. 2 Toepassingsbereik: grensoverschrijdend transport van afval

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EVOA in vogelvlucht. 1 Inleiding. 2 Toepassingsbereik: grensoverschrijdend transport van afval"

Transcriptie

1 EVOA in vogelvlucht Mr. E.T. Sillevis Smitt* 1 Inleiding Overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Unie is gebonden aan regels die zijn gesteld in de Verordening (EG) nummer 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA). Deze verordening is vanaf 12 juli 2007 in de lidstaten van toepassing en vervangt haar voorloper, de EVOA 259/93, die sinds 1994 vigeerde. De reden voor het opstellen van een nieuwe EVOA is onder meer ingegeven vanuit verdere harmonisatie van regelgeving tussen de lidstaten van de Europese Unie, waarbij ook eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie is verankerd. Het kenmerk van een Europese verordening is dat deze rechtstreeks geldend is binnen de Europese lidstaten en de lidstaten enkel in nationale regelgeving regels kunnen of moeten stellen, zoals nader geduid in de EVOA. Die nationale regels zijn in Nederland opgenomen in (met name) titel 10.7 Wet milieubeheer (Wm). In artikel Wm is de minister van VROM als bevoegde autoriteit in Nederland onder de EVOA aangewezen. Verder is in artikel Wm een groot aantal verboden opgenomen als het gaat om grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen vanuit of naar Nederlands grondgebied, welk artikel de grondslag biedt voor zo nodig bestuursrechtelijke handhaving indien met die regels in strijd wordt gehandeld. Overigens is het handelen in strijd met de voorschriften van de EVOA ook strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten (WED). Op 12 juli 2007 is tevens een aantal wettelijke bepalingen aangepast aan de nieuwe EVOA. Hierna zullen de hoofdlijnen van de EVOA worden besproken, waarbij ook ingegaan wordt op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de voorloper, de EVOA 259/93. 2 Toepassingsbereik: grensoverschrijdend transport van afval Op het moment dat wordt besloten afvalstoffen uit te voeren in of vanuit de Europese Unie, komt men met de EVOA in aanraking. Het doel van de EVOA is om overheden op de hoogte te stellen van een voorgenomen overbrenging van afvalstoffen en de autoriteit van verzending, doorvoer en bestemming in de gelegenheid te stellen gemotiveerde bezwaren daartegen te maken om op die wijze uitvoering te kunnen geven aan hun afvalbeheerplannen. De EVOA dient tevens ter ondersteuning van de controle op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen. De EVOA is niet alleen van toepassing op grensoverschrijdend transport van afval binnen de Europese Gemeenschap, maar ook indien afvalstoffen naar andere delen van de wereld worden overgebracht, of vanuit andere delen van de wereld worden ingevoerd in de Europese Unie. Het moet daarbij dus wel gaan om afvalstoffen in de zin van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen. 1 In concrete gevallen kunnen bedrijven aan het betreffende bevoegd gezag zijn standpunt vragen over de aard van een stof en of deze kwalificeert als afvalstof of niet. Een dergelijke uitspraak kan dus ook aan de minister van VROM bij een 3 * Mr. E.T. (Eveline) Sillevis Smitt is advocaat bij AKD te Rotterdam. Met dank aan Erik Dans voor het constructieve meelezen. 1. Zie voor een jurisprudentieoverzicht over het begrip afvalstof het artikel van E. Dans in dit nummer.

2 4 voorgenomen grensoverschrijdend transport van de betrokken stof worden verzocht. De verklaring van het bevoegd gezag wordt tot op heden door onze administratieve rechter niet gekwalificeerd als een appellabel besluit, nu het niet op zelfstandig rechtsgevolg is gericht. De rechter acht het daarbij relevant dat het niet als onevenredig bezwarend kan worden aangemerkt om een kennisgevingsprocedure onder de EVOA te volgen. Dit betekent dat bij twijfel over de kwalificatie van het materiaal (afval of niet) een voorwaardelijke kennisgevingsprocedure ingezet moet worden en na verkregen toestemming daarover kan worden geprocedeerd. Daarbij zal vervolgens worden aangevoerd dat de toestemming ten onrechte is verleend, aangezien het materiaal niet kwalificeert als afval en de EVOA om die reden geheel niet van toepassing is. Voor zolang als die toestemming van kracht is, dient het transport wel met inachtneming van hetgeen die toestemming (en de EVOA) bepaalt, plaats te vinden. De EVOA geldt dus in principe voor alle afvalstoffen die landsgrenzen overschrijden. Een aantal concreet genoemde afvalstoffen is van het toepassingsbereik van de EVOA uitgezonderd. Deze afvalstoffen staan in artikel 1 lid 3 EVOA opgesomd: lossen aan de wal van afvalstoffen van schepen en offshoreplatforms; afvalstoffen die aan boord van voertuigen, treinen, vliegtuigen en schepen zijn ontstaan, totdat zij gelost zijn; overbrengingen die vallen onder de erkenningseisen van Verordening 1774/2002 (dierlijke bijproducten); radioactief afval; afvalstoffen van delfstofwinning waar andere regelingen voor bestaan; afvalstoffen die ontstaan zijn bij strijdkrachten en hulporganisaties. De EVOA 259/93 kende drie verschillende lijsten van afvalstoffen, namelijk een lijst van niet-gevaarlijke afvalstoffen (groene lijst-afvalstoffen), semigevaarlijke afvalstoffen (oranje lijst-afvalstoffen) en gevaarlijke afvalstoffen (rode lijst-afvalstoffen). In overeenstemming met internationale regelgeving is het onderscheid tussen semigevaarlijke (oranje lijst) en gevaarlijke afvalstoffen (rode lijst) vervallen en bestaat er slechts nog een groene lijst van afvalstoffen (bijlage III) en een oranje lijst (bijlage IV) van de EVOA. De vereisten waaraan een transport van afval moet voldoen, zijn afhankelijk van de aard van de afvalstof, de wijze van verwerking ( nuttige toepassing of verwijdering ), alsmede het land van ontvangst. Op de (procedure)vereisten wordt in paragraaf 4 nader ingegaan. Eerst volgt een opmerking over het onderscheid van de begrippen nuttige toepassing en verwijdering. 3 Nuttige toepassing of verwijdering De procedures die bij grensoverschrijdend transport van afval aan de orde zijn, zijn mede afhankelijk van het antwoord op de vraag of de afvalstof bestemd is voor nuttige toepassing of verwijdering. Er gelden ook meer (en andere) bezwaargronden bij voorgenomen overbrenging voor verwijdering dan bij nuttige toepassing. Voor deze begrippen wordt in artikel 2 EVOA verwezen naar de definities zoals gegeven in de Kaderrichtlijn Afvalstoffen Op 12 december 2008 is de nieuwe Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2008 in werking getreden. De richtlijn moet uiterlijk op 12 december 2010 zijn omgezet in nationale regelgeving. Per die datum wordt de oude Kaderrichtlijn ingetrokken. Verwijzingen naar de oude richtlijn moeten vanaf 12 december 2010 worden gelezen als een verwijzing naar de nieuwe Kaderrichtlijn volgens de in bijlage V van deze Richtlijn 2008/98 opgenomen concordantietabel. Hierna zullen met name de belangrijkste wijzigingen die vanaf 12 december 2010 voor de begrippen nuttige toepassing en verwijdering zullen gaan gelden, worden besproken. Deze definities zijn in de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2008 op onderdelen aangepast. De EVOA verwijst in artikel 2 lid 4 voor het begrip verwijdering naar artikel 1 onder e van Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2006, dat vanaf 12 december 2010 ingevolge de concordantietabel moet worden gelezen als de definitie gegeven in artikel 3 onder 19 van de nieuwe Kaderrichtlijn. Daar wordt het begrip verwijdering gedefinieerd als: elke handeling die geen nuttige toepassing is zelfs indien de handeling er in tweede instantie toe leidt dat stoffen of energie worden teruggewonnen. Bijlage I bevat een niet-limitatieve lijst van verwijderingshandelingen. Bijlage I verschilt niet veel van de (huidige) bijlage II A van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen Een aantal verwijderingshandelingen uit bijlage I van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2008 die in de praktijk tot discussie kunnen leiden, wordt hierna opgesomd: D1 Storten op of in de bodem (bijvoorbeeld op een vuilstortplaats enz.); D3 Injectie in de diepe ondergrond (bijvoorbeeld injectie van verpompbare afvalstoffen in putten, zoutkoepels of van nature gevormde holten enzovoort); D10 Verbranding op het land; D11 Verbranding op zee; D12 Permanente opslag (bijvoorbeeld plaatsen van houders in mijnen enzovoort); D13 Vermengen voorafgaand aan een van de onder D1 tot en met D12 vermelde behandelingen; D14 Herverpakken voorafgaand aan een van de onder D1 tot en met D13 vermelde behandelingen;

3 D15 Opslag in afwachting van een van de onder D1 tot en met D14 vermelde behandelingen (met uitsluiting van tijdelijke opslag voorafgaande aan inzameling op de plaats van productie). De EVOA verwijst in artikel 2 lid 6 voor het begrip nuttige toepassing naar artikel 1 lid 1 onder f van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2006, dat vanaf 12 december 2010 ingevolge de concordantietabel moet worden gelezen als de definitie gegeven in artikel 3 onder 15 van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen De Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2008 definieert nuttige toepassing als: elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt. Bijlage II bevat een niet-limitatieve lijst van nuttige toepassingen. Bijlage II is qua redactie op een enkel punt aangepast, maar op hoofdpunten gelijk gebleven aan de huidige bijlage II B van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen Een aantal handelingen van nuttige toepassing die in de praktijk discussies geven, wordt hierna opgesomd: R1 Hoofdgebruik als brandstof of als ander middel voor energieopwekking; R4 Recycling/terugwinning van metalen en metaalverbindingen; R5 Recycling/terugwinning van andere anorganische materialen; R6 Regeneratie van zuren of basen; R9 Herraffinage van olie en ander hergebruik van olie; R11 Gebruik van afvalstoffen die bij een van de onder R1 tot en met R10 genoemde handelingen vrijkomen; R12 Uitwisseling van afvalstoffen voor een van de onder R1 tot en met R11 genoemde handelingen; R13 Opslag van afvalstoffen bestemd voor een van de onder R1 tot en met R12 genoemde handelingen (met uitsluiting van tijdelijke opslag voorafgaande aan inzameling op de plaats van productie). Vermeldenswaard is wel dat bij enkele categorieën van nuttige toepassingshandelingen in de voetnoot in de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2008 een nadere uitleg wordt gegeven, zoals bij voornoemde R1-handeling. In die voetnoot staat aangegeven dat bij verbrandingsinstallaties die specifiek bestemd zijn om vast stedelijk afval te verwerken, die verbranding toch als nuttige toepassing kan kwalificeren indien hun energie-efficiëntie ten minste voldoet aan het in die voetnoot bepaalde, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen installaties die voor of na 1 januari 2009 over een vergunning beschikten. Dit regime zal derhalve vanaf 12 december 2010 gelden en tot die tijd geldt de jurisprudentie van het Hof van Justitie, waarbij is uitgemaakt dat verbranden in afvalverbrandingsinstallaties altijd als verwijdering wordt aangemerkt, ook indien energie wordt teruggewonnen. De uitspraken van het Hof van Justitie van 13 februari 2003 zijn daarvoor relevant. In die uitspraken is een aantal duidelijke criteria ter onderscheiding van verbranden op land (D10, verwijdering) en het nuttig toepassen van afval als brandstof (R1, nuttig toepassen) door het Hof geformuleerd. Het Hof van Justitie heeft daarbij uitgemaakt dat er sprake is van verbranden op land in de vorm van verwijdering D10, indien afvalstoffen worden verbrand in een installatie die speciaal is ontworpen met het oog op de verwijdering van afvalstoffen, zelfs indien bij verbranding de geproduceerde warmte geheel of gedeeltelijk wordt teruggewonnen. Dit betekent dat het verbranden in een afvalverbrandingsinstallatie altijd als verwijdering wordt aangemerkt. Ingevolge de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2008 zal dit dus vanaf 12 december 2010 anders kunnen zijn indien het gaat om een verbrandingsinstallatie bestemd om vast stedelijk afval te verwerken met een energie-efficiëntie die voldoet aan het gestelde in de voetnoot onder R1 in bijlage II van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen Verder heeft het Hof van Justitie in 2003 aangegeven dat het verbranden van afval wordt aangemerkt als nuttige toepassing in de vorm van hoofdgebruik als brandstof of een andere wijze van energieopwekking (R1), indien de installatie niet speciaal is ontworpen ten behoeve van het verwijderen van afvalstoffen en als het verbranden voornamelijk ten doel heeft de afvalstoffen te gebruiken voor energieopwekking. De afvalstoffen vervullen dan een nuttige functie, aangezien zij in de plaats komen van een primaire energiebron die anders voor die functie had moeten worden aangewend. Dit betekent dat verbranden van afvalstoffen in een elektriciteitscentrale, een cementoven, enzovoort als R1 wordt aangemerkt, mits aan de twee volgende voorwaarden wordt voldaan: Bij de verbranding moet meer energie worden opgewerkt en teruggewonnen dan bij het verbrandingsproces wordt verbruikt, en het surplus aan energie moet hetzij onmiddellijk, in de vorm van warmte, hetzij na omzetting, in de vorm van elektriciteit, daadwerkelijk worden gebruikt. Het merendeel van de afvalstoffen moet worden verbrand, waarbij het merendeel van de vrijgekomen energie moet worden teruggewonnen en gebruikt, en om die reden dienen de afvalstoffen voor meer dan 50% te bestaan uit organische stof. De criteria zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 4 van het recent in november 2009 vastgestelde Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2). 2 Ook het op of in de bodem brengen kan soms kwalificeren als verwijdering D1, storten op of in de bodem, of als nuttige toepassing. Het Hof van Justitie heeft in de uitspraak van 27 februari 2002, C-6/00 (Abfall Service AG (ASA)) aangegeven dat sprake is van nuttige toepassing, indien het afval ergens wordt toegepast, waarbij de 2. Het LAP2 is digitaal te raadplegen op < 5

4 6 afvalstoffen een nuttige functie vervullen, doordat zij in de plaats komen van andere materialen die anders voor die functie hadden moeten worden ingezet. De Raad van State volgt deze uitspraak en kwalificeert het toepassen van afvalstoffen die bijvoorbeeld worden gebruikt als opvulling in mijnen om instorten tegen te gaan, als een handeling van nuttige toepassing, mits anders primaire grondstoffen hadden moeten worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor gebruik van afvalstoffen als vulstof in zoutkoepels. Deze jurisprudentie is in de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2008 in de definitie in artikel 3 onder 15 verwoord. Of materiaalterugwinning kwalificeert als nuttige toepassing of verwijdering, wordt eveneens in het LAP2 uitgebreid uiteengezet aan de hand van jurisprudentie. Ingevolge een uitspraak van het Hof van Justitie is de eerste handeling die de afvalstoffen na een overbrenging ondergaan, relevant voor de vraag of de verwerking kwalificeert als verwijderingshandeling of nuttige toepassing. Overigens heeft de EVOA ook het begrip voorlopige verwijdering en voorlopige nuttige toepassing in artikel 2 lid 5 en 7 gedefinieerd. Voorlopige verwijdering ziet op de verwijderingshandelingen D13 tot en met D15 als omschreven in bijlage II A van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2006, en voorlopige nuttige toepassing ziet op de handelingen R12 en R13 als omschreven in bijlage II B van deze richtlijn. Indien een kennisgeving moet worden verricht om expliciet toestemming te verkrijgen voor de overbrenging (zie hierna par. 4), dan moeten voorlopige en niet-voorlopige handelingen van nuttige toepassing of verwijdering worden vermeld. Ook tegen de voorlopige nuttige toepassing of verwijdering kunnen de autoriteiten bezwaren maken. Het gaat daarbij om voorbereidende handelingen voor een uiteindelijke verwerking door middel van verwijdering of nuttige toepassing. Voor de vraag of de uiteindelijke verwerkingswijze als zodanig kwalificeert, zal de eerste handeling na de voorlopige nuttige toepassing of voorlopige verwijdering bepalend zijn. 4 De procedures bij transport binnen de Unie Een stof uit de groene lijst, bestemd voor nuttige toepassing, kan zonder kennisgeving binnen de Europese Unie de grens over. Wel dient aan algemene informatieverplichtingen voor en tijdens het transport te worden voldaan. Een afvalstof kan slechts als groene lijst-stof kwalificeren indien zij opgenomen is in bijlage III van de EVOA, waarbij de afvalstof niet met andere stoffen verontreinigd mag zijn waardoor de aan de afvalstof verbonden risico s zodanig toenemen dat zij, gelet op de bepaalde gevaarlijke eigenschappen, voor de controleprocedure van schriftelijke kennisgeving en toestemming in aanmerking komt, of nuttige toepassing van de afvalstoffen op milieuhygiënisch verantwoorde wijze niet mogelijk is. Voorts is in de EVOA expliciet opgenomen dat mengsels van twee of meer afvalstoffen die niet onder één afvalstoffencode vallen, alleen nog maar als groene lijst-stof aangemerkt kunnen worden indien zij als zodanig expliciet worden opgenomen in bijlage III A van de EVOA. In artikel 2 lid 3 is het begrip mengsel van afvalstoffen gedefinieerd en is aangegeven dat afvalstoffen die ontstaan door opzettelijke of onopzettelijke vermenging van twee of meer verschillende afvalstoffen, voor welk mengsel geen afzonderlijke code is opgenomen, als dergelijke mengsels kwalificeren. Afvalstoffen die uit twee of meer soorten afvalstoffen bestaan, die onderling te scheiden zijn, worden niet als een mengsel gekwalificeerd. Met deze definitie en het gevolg dat alleen mengsels die expliciet zijn opgenomen in bijlage III B als groene lijst-stof kunnen kwalificeren, lijkt een einde te zijn gekomen aan eerdere jurisprudentie over de kwalificatie van mengsels. 3 Met de nieuwe EVOA en het daarmee vervallen van de voormalige oranje lijst is de mogelijkheid van stilzwijgende toestemming voor grensoverschrijdend transport, zoals de EVOA 259/93 die nog kende, komen te vervallen. Grensoverschrijdend transport binnen de Europese Unie is onderworpen aan de volgende procedures: a. Voor groene lijst-stoffen, die dus vermeld staan in bijlage III, alsmede mengsels van bijlage III A, die bestemd zijn voor nuttige toepassing en waarvan de samenstelling dus tevens geen gevaar vormt voor de milieuhygiënische toepassing daarvan, gelden slechts de algemene informatieverplichtingen neergelegd in artikel 18 EVOA. Hetzelfde geldt voor afvalstoffen die uitdrukkelijk bestemd zijn voor laboratoriumanalyse ter bepaling van hun fysische of chemische eigenschappen of van hun geschiktheid voor nuttige toepassing of verwijdering. Dit geldt alleen voor de kleinste hoeveelheid van de betrokken stof die redelijkerwijs nodig is om een dergelijke analyse te laten plaatsvinden, en bedraagt in ieder geval ten hoogste 25 kilogram (zie art. 3 lid 4 EVOA). b. Voor alle andere gevallen geldt de procedure van voorafgaande kennisgeving en expliciete schriftelijke toestemming (zie art. 3 lid 1 EVOA). Dat geldt dus voor groene lijst-stoffen bestemd voor verwijdering, en oranje lijst-stoffen bestemd voor nuttige toepassing of verwijdering. Ad a. De voornoemde vereiste algemene informatieverplichtingen bij intracommunautair afvaltransport houdt in dat alle in bijlage VII genoemde informatie door middel van een standaardformulier bij het transport aanwezig moet zijn. Daarbij moeten de opdrachtgever voor de overbrenging, de ontvanger, de hoeveelheid, de aard van de afvalstof, de vervoerder en de producent, de nuttige toepassingshandelingen en de betrokken staten van uitvoer, doorvoer en bestemming worden vermeld. Het formulier moet door de opdrachtgever, als informatie 3. HvJ EG 25 juni 1998, zaak C-192/96, AB 1998, 339 (Beside), alsmede HvJ EG 21 juni 2007, zaak C-259/05, AB 2007, 325 (Omni Metal).

5 naar beste weten en volledig en correct verstrekt, worden ondertekend. Voordat de overbrenging plaatsvindt, moet een juridisch bindend contract gesloten zijn tussen de opdrachtgever van de overbrenging enerzijds en de ontvanger voor de nuttige toepassing van de afvalstoffen anderzijds, waarin een onvoorwaardelijke verplichting moet zijn opgenomen voor de opdrachtgever dat hij de afvalstoffen terugneemt of ervoor zorgt dat deze op een andere wijze nuttig worden toegepast, en dat hij zo nodig ook zorgt voor tussentijdse opslag daarvan indien de ontvanger de nuttige toepassing niet op de geplande wijze kan voltooien. Op verzoek van de betrokken bevoegde autoriteit verstrekt de opdrachtgever of de ontvanger van de overbrenging een afschrift van het contract (art. 18 EVOA). Ad b. Voor de hiervoor onder b genoemde afvalstoffen en wijzen van verwerking is dus een voorafgaande kennisgeving en expliciete schriftelijke toestemming voor overbrenging nodig. Om een kennisgeving te doen moeten twee documenten volledig worden ingevuld: het kennisgevingsdocument (opgenomen in bijlage I A, EVOA) en het vervoersdocument (opgenomen in bijlage I B, EVOA). Deze documenten moeten aan de autoriteit van verzending worden verstrekt, die de informatie doorzendt aan de eventuele lidstaten van doorvoer en de lidstaat van ontvangst. Bij uitvoer uit Nederland moet om die reden het in Nederland beschikbaar gestelde document worden gebruikt. De kennisgeving moet bij het bevoegd gezag worden ingediend. Nederland accepteert documenten in de Nederlandse, Engelse of Duitse taal. De informatie die door de kennisgever moet worden verstrekt, staat opgesomd in bijlage II van de EVOA. In deel 1 staat de informatie op te nemen in het kennisgevingsformulier, in deel 2 de informatie op te nemen in het vervoersdocument, en in deel 3 staat de aard van de eventueel aanvullende informatie die de bevoegde autoriteiten kunnen verlangen, vermeld. De EVOA bepaalt dat de autoriteit van verzending een afschrift van de kennisgeving binnen drie werkdagen doorzendt aan de bevoegde autoriteit van bestemming en indien van toepassing aan de autoriteit van het land van doorvoer. Binnen drie werkdagen na ontvangst kan de bevoegde autoriteit van verzending nadere informatie vragen aan de kennisgever indien de kennisgeving niet correct is verricht. De kennisgeving is niet correct verricht indien de informatie neergelegd in bijlage II niet of niet volledig is verstrekt (zie art. 7 jo. 4 lid 2 EVOA). Ook de autoriteiten van bestemming of doorvoer kunnen aanvullende informatie vragen indien niet alle benodigde informatie conform het bepaalde in bijlage II naar hun mening is verstrekt. De autoriteiten van verzending, bestemming en van doorvoer dienen in beginsel binnen een termijn van dertig dagen na de datum van ontvangstbevestiging te beslissen over (a) het verlenen van toestemming voor het transport zonder voorwaarden, (b) het verlenen van toestemming met voorwaarden (die vermeld staan in art. 10 EVOA), of (c) het maken van bezwaar, welke bezwaargronden limitatief staan aangegeven in artikel 11 en 12 EVOA (art. 9 EVOA). Indien een kennisgevingsprocedure vereist is, dient altijd een schriftelijke expliciete toestemming vóór het transport aanwezig te zijn. Alleen de autoriteit van doorvoer kan naast expliciet ook stilzwijgend toestemming verlenen, door niet binnen dertig dagen bezwaar te maken. Met andere woorden: de stilzwijgende toestemming bij oranje lijst-stoffen bestemd voor nuttige toepassing onder de EVOA 259/93 is niet meer aan de orde. Indien die expliciete toestemming (te lang) op zich laat wachten, is er, voor zover de minister van VROM in Nederland toestemming moet verlenen, sprake van een fictieve weigering waartegen men bezwaren kan indienen en in beroep kan gaan bij de administratieve rechter. Op de gronden van bezwaar wordt in paragraaf 6 nader ingegaan. Net als de EVOA 259/93 bevat de nieuwe EVOA de mogelijkheid dat een algemene kennisgeving wordt gedaan voor verschillende ( repeterende ) transporten, indien deze plaatsvinden met afvalstoffen met in essentie soortgelijke fysische en chemische eigenschappen, die naar dezelfde ontvanger en dezelfde inrichting worden getransporteerd en waarvan de route dezelfde is. Die algemene kennisgeving gold onder de EVOA voor maximaal één jaar en kan onder de nieuwe EVOA worden verlengd voor een periode van maximaal drie jaar (art. 13 en 14 EVOA). Verder bevat de EVOA, anders dan de EVOA 259/93, de mogelijkheid dat de bevoegde autoriteit van bestemming specifieke inrichtingen voor nuttige toepassing voorafgaand voor dat oogmerk goedkeurt en wel voor een periode van maximaal drie jaar. Er geldt dan een afwijkende beslistermijn van zeven werkdagen na verzending van de ontvangstbevestiging van de kennisgeving in plaats van de gebruikelijke dertig dagen (art. 14). 5 Overbrenging vanuit betrokken derdelanden buiten de Europese Unie De EVOA kent een aantal verboden voor uitvoer en invoer van afvalstoffen naar en uit landen buiten de Europese Unie. De verboden zijn in grote lijnen gelijk aan die uit de EVOA 259/93 en een aantal van de belangrijkste verboden wordt hierna opgesomd. Uitvoer vanuit de Europese Unie van voor verwijdering bestemde afvalstoffen is verboden, tenzij afvalstoffen worden verwerkt in een land van de Europese Vrijhandelsassociatie die partij is bij het Verdrag van Bazel. In dat geval is uitvoer toegestaan indien het betrokken land van invoer de ontvangst van dergelijke afvalstoffen niet heeft verboden en de bevoegde autoriteit van verzending geen reden heeft om aan te nemen dat in het land van bestemming de afvalstoffen niet op een milieuhygië- 7

6 8 nisch verantwoorde wijze zullen worden verwerkt (art. 34 EVOA). De uitvoer uit de Europese Unie van afvalstoffen bestemd voor nuttige toepassing naar landen waarop het OESO-besluit niet van toepassing is, alsmede naar landen en gebieden van overzee, is verboden voor gevaarlijke afvalstoffen, mengsels van gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen en afvalstoffen die door het land van bestemming als gevaarlijk zijn aangemerkt, of waarvan het land van bestemming de invoer heeft verboden. Het verbod geldt ook voor afvalstoffen waarvan de bevoegde autoriteit van verzending redenen heeft om aan te nemen dat de afvalstoffen in het land van bestemming niet op milieuhygiënisch verantwoorde wijze zullen worden verwerkt (art. 36 EVOA). Nieuw is het algemene verbod op de uitvoer van afvalstoffen naar het zuidpoolgebied (art. 39 EVOA). De procedures bij overbrenging van en naar derdelanden buiten de Europese Unie zijn mutatis mutandis hetzelfde als voor intracommunautaire overbrenging, met dien verstande dat alle betrokken landen binnen zestig dagen schriftelijke toestemming moeten verlenen voor de aangemelde overbrenging en het land van verzending pas toestemming mag geven voor de overbrenging nadat de schriftelijke bevestiging van de overige betrokken landen is ontvangen. Invoer in de Europese Unie van voor verwijdering bestemde afvalstoffen is verboden, behoudens uit landen die partij zijn bij het Verdrag van Bazel of andere landen waarmee de Europese Gemeenschap op de afzonderlijke lidstaten overeenkomsten hebben gesloten. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt voor crisissituaties (art. 41 EVOA). 6 Bezwaren tegen overbrenging Als het gaat om intracommunautaire transporten zijn bezwaren van voor verwijdering bestemde afvalstoffen limitatief aangegeven in artikel 11 EVOA en voor transporten van voor nuttige toepassing bestemde afvalstoffen limitatief opgenomen in artikel 12 EVOA. Daarbij geldt dat de bezwaren bij verwijdering ruimer zijn dan bij nuttige toepassing. Bij elke overbrenging kan bezwaar worden gemaakt indien de geplande verwijdering of nuttige toepassing: niet in overeenstemming is met de wetgeving inzake milieubescherming, openbare orde, openbare veiligheid of bescherming van de gezondheid van het bezwaarmakende land; in strijd is met verplichtingen die voor de betrokken lidstaat of lidstaten of de Europese Gemeenschap voortvloeien uit internationale overeenkomsten; of niet in overeenstemming is met de Kaderrichtlijn Afvalstoffen Verder kan bij verwijdering of nuttige toepassing bezwaar worden gemaakt indien: de betrokken afvalstoffen niet worden behandeld conform juridisch bindende milieubeschermingsvoorschriften; de betrokken afvalstoffen niet worden behandeld in overeenstemming met de afvalbeheerplannen die zijn opgesteld krachtens artikel 7 van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen 2006; de betrokken afvalstoffen worden behandeld in een IPPC-inrichting, maar binnen die inrichting niet de best bestaande technieken worden toegepast; de kennisgever of de ontvanger eerder werd veroordeeld voor illegale overbrenging of voor een andere onwettige handeling in verband met de bescherming van het milieu; of de kennisgever of de ontvanger bij eerdere transporten herhaaldelijk de voorschriften waarbij toestemming voor de overbrenging was verleend, heeft overschreden. Bij overbrenging van voor verwijdering bestemd afval kan daarnaast nog bezwaar worden gemaakt indien: de geplande overbrenging voor verwijdering niet in overeenstemming is met de beginselen van nabijheid, voorrang voor nuttige toepassing en zelfverzorging, zoals in Nederland overigens nader geduid in de algemene kaders van het LAP2 en in de sectorplannen voor de specifieke afvalstromen; de lidstaat gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om op grond van artikel 4 lid 1 van het Verdrag van Bazel de invoer van de afvalstoffen opgenomen in bijlage II van dit Verdrag te verbieden; of het gemengd stedelijk afval betreft uit particuliere huishoudens. Bij overbrenging van voor nuttige toepassing bestemde afvalstoffen kan naast voornoemde gezamenlijke gronden van bezwaar ook nog bezwaar worden gemaakt indien: de overbrenging bestemd is voor verwijdering en niet voor nuttige toepassing; de geplande overbrenging of nuttige toepassing niet in overeenstemming is met de nationale wetgeving van het land van verzending, zoals in het geval waarbij in een inrichting waarin de afvalstoffen worden toegepast voor de behandeling minder strenge normen gelden dan in het land van verzending, waarbij goede werking van de interne markt niet uit het oog mag worden verloren. Deze weigeringsgrond is in ieder geval niet van toepassing indien op dat punt gemeenschapsregelgeving bestaat en de nationale wetgeving op dat punt minstens even streng is als de wetgeving van de Gemeenschap of de nuttige toepassingshandeling in het land van bestemming zal plaatsvinden onder voorwaarden die algemeen gesproken gelijkwaardig zijn aan die van de nationale wetgeving in het land van verzending; de verhouding tussen wel en niet nuttig toe te passen afvalstoffen, de geschatte waarde van het materiaal dat uiteindelijk nuttig wordt toegepast, de kosten van nuttige toepassing en de kosten van verwijdering

7 van het niet nuttig toe te passen gedeelte, de nuttige toepassing uit economisch of milieutechnisch oogpunt niet rechtvaardigen. 7 Kennisgever Indien expliciete toestemming moet worden gegeven, dient voorafgaand een kennisgeving te worden gedaan. In de nieuwe EVOA is nog nadrukkelijker een hiërarchie aangebracht in de mogelijke kennisgevers. De hiërarchie is terug te vinden in artikel 2 lid 15, waarin de volgende volgorde ter bepaling van degene die in het betrokken geval van het voorgenomen grensoverschrijdend transport kennis moet geven, staat aangegeven. Dat is allereerst de eerste producent van de afvalstof of de vergunde nieuwe producent die handelingen verricht voor de overbrenging. Een vergunde inzamelaar kan als kennisgever fungeren indien de afvalstof uit diverse kleinere hoeveelheden van eenzelfde soort afvalstoffen uit verschillende bronnen wordt samengesteld. Een geregistreerde handelaar mag als kennisgever fungeren indien deze door de eerste producent, de nieuwe producent of de bevoegde inzamelaar schriftelijk wordt gemachtigd om als kennisgever op te treden. Een geregistreerde makelaar kan als kennisgever optreden indien deze door de eerste producent, de nieuwe producent of de bevoegde inzamelaar schriftelijk wordt gemachtigd om als kennisgever op te treden. Indien al deze personen onbekend of insolvabel zijn, mag de houder van de afvalstoffen als kennisgever optreden. Ook met deze bepaling is eerdere jurisprudentie gecodificeerd en wordt duidelijk aangegeven waar de verantwoordelijkheden liggen en wie in welke volgorde kennisgeving van een voorgenomen overbrenging moet doen. 4 Deze kennisgever kan dus worden aangesproken indien de overbrenging en de verwerking niet worden voltooid, zoals hierna zal worden toegelicht. 8 Terugnameplichten In twee gevallen is de terugnameplicht aan de orde. Allereerst indien de overbrenging, de nuttige toepassing of de verwijdering niet volgens de voorwaarden van het kennisgevingsdocument, het vervoersdocument of het contract tussen de opdrachtgever en de ontvanger kan worden voltooid (art. 22 EVOA). In dat geval zorgt de bevoegde autoriteit van verzending ervoor dat de betrokken afvalstoffen door de kennisgever in de volgorde van artikel 2 lid 15 (zie hiervoor par. 7) of, indien dit niet mogelijk is, door haarzelf of namens haar worden teruggenomen. Die terugnameplicht geldt niet indien de betrokken autoriteiten zich hebben vergewist dat de afvalstoffen in het land van bestemming of elders kunnen worden verwijderd of kunnen worden toegepast. 4. HvJ EG 15 februari 2006, zaak C-215/04, AB 2006, 302. Hetzelfde geldt indien de afvalstoffen onomkeerbaar met andere afvalstoffen zijn vermengd. In beginsel is voor het realiseren van terugzending een nieuwe kennisgeving vereist, tenzij de betrokken bevoegde autoriteiten ermee instemmen dat een gemotiveerd verzoek van de autoriteit van verzending volstaat. Een dergelijke kennisgeving wordt gedaan door de oorspronkelijke kennisgever overeenkomstig de volgorde van artikel 2 lid 15 of, indien dat niet mogelijk is, door de oorspronkelijke autoriteit van verzending. De bevoegde autoriteiten verzetten zich in beginsel niet tegen terugzending van dergelijke afvalstoffen. De kosten van dergelijke terugname van afvalstoffen, met inbegrip van de (alsnog) nuttige toepassing of verwijdering daarvan, worden ingevolge artikel 23 EVOA (in deze volgorde) in rekening gebracht aan: a. de kennisgever in de volgorde van artikel 2 onder punt 15; b. een andere natuurlijke of rechtspersoon; c. de bevoegde autoriteit van verzending; of d. de andere betrokken bevoegde autoriteiten op een door hen overeengekomen wijze. Artikel 23 lid 2 EVOA geeft aan dat de wijze van kostenverdeling het communautaire en nationale aansprakelijkheidsrecht onverlet laat. Deze terugnameplicht is niet langer aan de orde indien de inrichting waar de afvalstoffen zullen worden toegepast, de verklaring van verwijdering of nuttige toepassing heeft afgegeven (art. 16 onder e EVOA). De tweede terugnameverplichting is aan de orde indien er sprake is van illegale overbrenging (art. 24 EVOA). Het begrip illegale overbrenging is gedefinieerd in artikel 2 lid 35 EVOA en ziet op een overbrenging van afvalstoffen zonder kennisgeving, zonder toestemming of een door een verkeerde voorstelling van zaken verkregen toestemming, een feitelijke overbrenging die niet met de kennisgeving of het vervoersdocument overeenstemt, of een overbrenging die resulteert in een verwijdering of nuttige toepassing in strijd met communautaire of internationale regelgeving of waarbij in strijd is gehandeld met de bepalingen van artikel 34, 36, 39, 40, 41 en 43 EVOA (dit betreft samengevat de verbodsbepalingen van grensoverschrijdend transport buiten de Europese Unie). Er is ook sprake van illegale overbrenging indien transport heeft plaatsgevonden onder de algemene informatieverplichting (transport van een groene lijst-stof bestemd voor nuttige toepassing binnen de Europese Unie), maar geen sprake is van een groene lijst-stof, niet wordt voldaan aan artikel 3 lid 4 (beperkte hoeveelheid afvalstoffen bestemd voor laboratoriumanalyse met een maximum van 25 kilogram), of de overbrenging plaatsvindt zonder specificaties neergelegd in het noodzakelijke document aangegeven in bijlage VII. In die gevallen is de te volgen procedure afhankelijk van degene die de verantwoordelijkheid heeft voor de illegale overbrenging. Berust deze bij de kennisgever, dan zorgt de bevoegde autoriteit van verzending ervoor dat de betrokken afvalstoffen worden teruggenomen door de kennisgever of door de bevoegde autoriteit van verzen- 9

8 10 ding zelf. Ligt de verantwoordelijkheid bij de ontvanger, dan is het de bevoegde autoriteit van bestemming waarop een dergelijke verantwoordelijkheid rust. Artikel 25 EVOA heeft nu expliciet bepaald wie in dat geval de kosten van terugname bij een dergelijke illegale overbrenging dient te voldoen. 9 Financiële zekerheid Ter uitvoering van artikel 6 EVOA is in de (op 1 november 2009) aangepaste Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (hierna: Regeling) aangegeven dat bij grensoverschrijdend transport waarbij een kennisgeving moet worden gedaan, de kennisgever financiële zekerheid ten behoeve van de Staat der Nederlanden moet stellen ten bedrage van 450 per ton over te brengen afvalstoffen. Er gelden afwijkende (lagere, namelijk nultarief, maar ook hogere) bedragen voor de in bijlage I van deze Regeling genoemde afvalstoffen. Daarnaast bepaalt artikel 3 lid 3 dat de minister hogere financiële zekerheid kan verlangen, dan wel genoegen kan nemen met een lagere financiële zekerheid, indien de kosten van nuttige toepassing of verwijdering, daaronder begrepen de voorlopige handelingen, alsmede de opslag en het vervoer daarvan in belangrijke mate afwijken van het standaardbedrag van 450 per ton over te brengen afvalstoffen. Overigens kan geen afwijking van de te stellen financiële zekerheid worden verzocht voor de afvalstoffen genoemd in bijlage I. Ingevolge het aangepaste artikel 2 kan financiële zekerheid worden gesteld in de vorm van een waarborgsom of een gelijkwaardige verzekering. Naast het stellen van een bankgarantie of deposito is het sluiten van een verzekering nu dus ook mogelijk. Overigens zijn in artikel 3a in deze Regeling criteria opgenomen op basis waarvan de minister van VROM een inrichting (binnen Nederland) waarin afvalstoffen nuttig worden toegepast, als een vooraf goedgekeurde inrichting kan aanmerken. Het moet dan in ieder geval gaan om een inrichting die een vergunning bezit ingevolge artikel 8.1 Wm en waarvan de vergunning het nuttig toepassen van de in de aanvraag opgenomen afvalstoffen op de op de aanvraag aangegeven wijze toestaat. Voorts dient de inrichting ten minste vier jaar in bedrijf te zijn en moet een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens zijn afgegeven die op het tijdstip van het verzoek niet ouder mag zijn dan twee maanden. Aan de inrichting mogen vier jaar voorafgaand aan het verzoek geen onherroepelijke bestuursrechtelijke sancties zijn opgelegd, zoals genoemd in bijlage 1 bij de Aanwijzing handhaving milieurecht van het College van procureurs-generaal van 29 november Een verzoek om te worden aangemerkt als een vooraf goedgekeurde inrichting wordt gedaan met gebruikmaking van een formulier waarvan het model is opgenomen in bijlage II bij deze Regeling. Een dergelijke afgegeven verklaring wordt door de minister van VROM ingetrokken indien niet meer wordt voldaan aan de vier vereisten genoemd in artikel 3a lid 1 van deze Regeling. 10 Conclusies Met de vaststelling van een nieuwe Europese Verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen wordt dus een verdergaande harmonisatie van regelgeving tussen de verschillende lidstaten beoogd, waarbij ook de jurisprudentie van het Hof van Justitie is verankerd. Gezien de considerans bij de verordening is gekozen voor een volledige vervanging van EVOA 259/93 omwille van de duidelijkheid. Naast verduidelijkingen bevat de nieuwe EVOA ook een aantal nieuwe aspecten. De hoofdlijnen van de EVOA en de belangrijkste verschillen ten opzichte van de oude verordening kwamen hiervoor aan bod. Belangwekkende wijzigingen zijn bijvoorbeeld het samengaan van de oranje en rode afvalstoffenlijst tot één oranje lijst, het vervallen van de mogelijkheid van stilzwijgende toestemming, de mogelijkheid tot het vooraf goedkeuren van inrichtingen bestemd voor nuttige toepassing van afvalstoffen, en de introductie van de begrippen voorlopige verwijdering en voorlopige nuttige toepassing. Ongetwijfeld zullen deze wijzigingen aanleiding geven tot nadere jurisprudentie van het Hof van Justitie en nationale rechters. Hetzelfde zal gelden voor de (overige) verduidelijkingen en in zoverre is deze geschapen duidelijkheid maar relatief.

nr. blz. datum M1 Verordening (EG) nr. 1379/2007 van de Commissie van 26 november L

nr. blz. datum M1 Verordening (EG) nr. 1379/2007 van de Commissie van 26 november L 02006R1013 NL 01.01.2018 012.003 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

12 Toetsingskader in- en uitvoer

12 Toetsingskader in- en uitvoer 12 Toetsingskader in- en uitvoer 12.1 Inleiding De EG-verordening betreffende de Overbrenging van Afvalstoffen ((EG) 1013/2006, hierna: de EVOA) heeft betrekking op de overbrenging van afvalstoffen over

Nadere informatie

VERORDENING (EG) Nr. 1013/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 14 juni 2006. betreffende de overbrenging van afvalstoffen

VERORDENING (EG) Nr. 1013/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 14 juni 2006. betreffende de overbrenging van afvalstoffen 12.7.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 190/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1013/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD HET EUROPEES

Nadere informatie

Kennisgevingsdocument voor grensoverschrijdende afvaloverbrenging 1. Exporteur - Kennisgever Registratienr.: 3. Kennisgeving nr.

Kennisgevingsdocument voor grensoverschrijdende afvaloverbrenging 1. Exporteur - Kennisgever Registratienr.: 3. Kennisgeving nr. NL NL NL Kennisgevingsdocument voor grensoverschrijdende afvaloverbrenging 1. Exporteur - Kennisgever Registratienr.: 3. Kennisgeving nr.: Kennisgeving inzake A.i) Eenmalige overbrenging: ii) Meerdere

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU Brussel, 8 november 2018 (REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 8 februari 2018) KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

Wet en regelgeving ten aanzien van het transport van afval

Wet en regelgeving ten aanzien van het transport van afval Wet en regelgeving ten aanzien van het transport van afval door Mr M.J. van Dam Inleiding: 1 EVOA (Verordening EG) 1. EVOA (Verordening EG). rechtstreekse werking, maar: - de EVOA laat veel over aan nationale

Nadere informatie

2006R1013 NL

2006R1013 NL 2006R1013 NL 12.07.2007 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1013/2006 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Transport van afval. 2. Groene-lijstafvalstoffen: geen kennisgeving, wel contract

Transport van afval. 2. Groene-lijstafvalstoffen: geen kennisgeving, wel contract Transport van afval EVOA-contract overbrenging groene-lijstafval kent valkuilen en verbeterpunten Voor de overbrenging van afvalstoffen als bedoeld in de EVOA, artikel 3, lid 2 en 4, de zogenaamde groene-lijstafvalstoffen

Nadere informatie

De EVOA op hoofdlijnen'

De EVOA op hoofdlijnen' WEG EN WAGEN Oktober 2011 I argang 25 Nummer 64 Mr. R.G.J. Laan, advocaat bij Van Diepen Van der Kroeff Advocaten De EVOA op hoofdlijnen' 1. Inleiding' De Europese Verordening betreffende de overbrenging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/12/2014

Datum van inontvangstneming : 08/12/2014 Datum van inontvangstneming : 08/12/2014 Vertaling C-487/14-1 Zaak C-487/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 november 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 14425 29 september 2009 Regeling van de Minister van Volkshuishuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21

Nadere informatie

VERORDENING (EG) Nr. 1013/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen

VERORDENING (EG) Nr. 1013/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen 2006R1013 NL 10.04.2013 008.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1013/2006 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

B.13 Grensoverschrijdend transport van afvalstoffen

B.13 Grensoverschrijdend transport van afvalstoffen B.13 Grensoverschrijdend transport van afvalstoffen B.13.1 Inleiding Verordening (EG) 1013/2006 betreffende de Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA) heeft betrekking op de overbrenging van afvalstoffen

Nadere informatie

Handleiding EVOA Transportmeldingen. Verordening (EG) 1013/2006

Handleiding EVOA Transportmeldingen. Verordening (EG) 1013/2006 Handleiding EVOA Transportmeldingen Verordening (EG) 1013/2006 Colofon Inspectie Leefomgeving en Transport Portefeuille Afval, Industrie en Bedrijven Vergunningverlening Afval, Industrie en Bedrijven afdeling

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.06.2003 COM(2003)379 definitief 2003/0139 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de overbrenging van

Nadere informatie

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval. TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen

Nadere informatie

Handreiking Transportmeldingen EVOA

Handreiking Transportmeldingen EVOA Handreiking Transportmeldingen EVOA Verordening (EG) 1013/2006 Pagina 1 van 1 HANDREIKING TRANSPORTMELDINGEN EVOA Colofon Projectnaam Handreiking Transportmeldingen EVOA Versienummer Versie 1, november

Nadere informatie

Handleiding EVOA handhaving Verordening (EG) 1013/2006

Handleiding EVOA handhaving Verordening (EG) 1013/2006 Handleiding EVOA handhaving Verordening (EG) 1013 /2006 Handleiding EVOA handhaving Verordening (EG) 1013/2006 02 Handleiding EVOA handhaving Inhoudsopgave Inhoudsopgave 03 Samenvatting 04 1 Inleiding

Nadere informatie

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 1993R0259 01/01/2002 Aantal bladzijden: 83 < Bureau voor officiële

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EEG) Nr. 259/93 VAN DE RAAD

(Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EEG) Nr. 259/93 VAN DE RAAD 6. 2. 93 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 30/ 1 I (Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EEG) Nr. 259/93 VAN DE RAAD van 1 februari 1993 betreffende

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/11 BIJLAGE II TERUGWINNING EN VERWIJDERING VAN AFVALSTOFFEN SECTIE 1.

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/11 BIJLAGE II TERUGWINNING EN VERWIJDERING VAN AFVALSTOFFEN SECTIE 1. 9.12.2002 L 332/11 BIJLAGE II TERUGWINNING EN VERWIJDERING VAN AFVALSTOFFEN SECTIE 1 Dekking 1. De statistieken worden opgesteld voor alle terugwinnings- en verwijderingsinrichtingen die de in sectie 8,

Nadere informatie

Juridische Handreiking Duurzame Energie & Grondstoffen. Workshop 5 maart 2015 Aster Veldkamp

Juridische Handreiking Duurzame Energie & Grondstoffen. Workshop 5 maart 2015 Aster Veldkamp Juridische Handreiking Duurzame Energie & Grondstoffen Workshop 5 maart 2015 Aster Veldkamp Inhoud Workshop Afvalstoffenrecht 1. Introductie 2. Van afvalwaterzuivering naar grondstoffen rwzi 3. Het begrip

Nadere informatie

7. Internationaal transporteren, melden en registeren van afvalstoffen

7. Internationaal transporteren, melden en registeren van afvalstoffen 7. Internationaal transporteren, melden en registeren van afvalstoffen De Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) geeft procedures voor de invoer, uitvoer en doorvoer van afvaltransporten

Nadere informatie

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader TEKST SECTORPLAN 45 (onderdeel LAP) Sectorplan 45 Brandblussers I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op de verwerking van brandblussers. Onderstaand - niet limitatief bedoeld - overzicht bevat

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 10-09-2014) Besluit van 19 maart 2004, houdende regels met betrekking tot het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen (Besluit inzamelen afvalstoffen) Wij Beatrix,

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 17 (onderdeel LAP) Sectorplan 17 Reststoffen van drinkwaterbereiding I Afbakening Reststoffen van drinkwaterbereiding komen vrij bij de bereiding van drinkwater. Deze reststoffen zijn

Nadere informatie

Sectorplan 14 Verpakkingsafval

Sectorplan 14 Verpakkingsafval Sectorplan 14 Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3.

Nadere informatie

Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013

Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013 Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013 Kenniscentrum InfoMil Bianca Schijven Opbouw IPPC-installatie Nieuwe categorieën Wat betekent voor omgevingsvergunning Enkele casussen 2 IPPC-installatie Definitie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AT7390

ECLI:NL:RBROT:2005:AT7390 ECLI:NL:RBROT:2005:AT7390 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08-06-2005 Datum publicatie 15-06-2005 Zaaknummer 10/162624-04 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 987 Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater en de Wet op de economische

Nadere informatie

RICHTLIJN 2006/12/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen

RICHTLIJN 2006/12/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen 27.4.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9 RICHTLIJN 2006/12/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES

Nadere informatie

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties PCB-bevattende apparaten en PCB-houdende olie 2. Belangrijkste bronnen Elektriciteitsbedrijven en industrie

Nadere informatie

Eerste wijziging van het LAP Inspraaknotitie. 7 december 2009

Eerste wijziging van het LAP Inspraaknotitie. 7 december 2009 Eerste wijziging van het LAP 2009-2021 Inspraaknotitie 7 december 2009 Colofon Contactpersoon L.J.W.M. Bergman T 070 339 47 80 F 070 339 12 88 Portefeuille Milieu Directie Duurzaam Produceren Afval en

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie d.d NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9

Publicatieblad van de Europese Unie d.d NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9 27.4.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9 RICHTLIJN 2006/12/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Voor deze afvalstoffen Batterijen, accu s Sectorplan 13: Batterijen en accu s Shredderafval dat ontstaat bij het shredderen van autobanden

Voor deze afvalstoffen Batterijen, accu s Sectorplan 13: Batterijen en accu s Shredderafval dat ontstaat bij het shredderen van autobanden TEKST SECTORPLAN 52 (onderdeel LAP) Sectorplan 52 Autobanden I Afbakening Afgedankte autobanden komen vrij bij demontage van autowrakken en bij onderhoud en reparatie van auto s en aanhangwagens. Dit sectorplan

Nadere informatie

sectorplan 14 Verpakkingsafval

sectorplan 14 Verpakkingsafval sectorplan Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

sectorplan 30 Accu s

sectorplan 30 Accu s sectorplan Accu s 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Startaccu s, tractiebatterijen, stationaire batterijen 2. Belangrijkste bronnen Garagebedrijven, autodemontagebedrijven, schadeherstelbedrijven

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Afvalstoffenverordening Avri 2016 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 3 december 2015 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hebben goedgevonden en verstaan: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Besluit van, houdende regels met betrekking tot het ingeperkt gebruik en de doelbewuste introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen (Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 42 (onderdeel LAP) Sectorplan 42 Verpakkingen van verf, lijm, kit of hars I Afbakening Verpakkingen die vallen onder dit sectorplan bevatten resten verf, lijm, kit en/of hars, danwel zijn

Nadere informatie

Sectorplan 26: Sectorplan 32: Cellenbeton

Sectorplan 26: Sectorplan 32: Cellenbeton TEKST SECTORPLAN 31 (onderdeel LAP) Sectorplan 31 Gips I Afbakening Gips komt vrij bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen en bouwwerken. Gips wordt aan de bron gescheiden (op de lokatie van de

Nadere informatie

Toelichting op het vervoer van asbest SC-531F

Toelichting op het vervoer van asbest SC-531F blad 1 van 5 (-houdend afval) 1 Deze paragraaf is een toelichting op SC-530 par. 7.17 Afvoer asbesthoudende materiaal. Om het vervoer van afvalstoffen (met asbesthoudend afval in het bijzonder) volgens

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ten behoeve van inzamelen van afval (grofvuil) van particulieren (locatie: Electronstraat 2 te Groningen) Groningen,

Nadere informatie

OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN HOUDENDE WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST VAN 29 MEI 1979 INZAKE DE VERWERKING IN FRANKRIJK VAN BESTRAALDE

Nadere informatie

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld textiel is nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik.

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld textiel is nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik. TEKST SECTORPLAN 5 (onderdeel LAP) Sectorplan 5 Gescheiden ingezameld textiel I Afbakening Gescheiden ingezameld textiel is afkomstig van de gescheiden inzameling bij particuliere huishoudens en bedrijven.

Nadere informatie

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 1975L0442 20/11/2003 Aantal bladzijden: 10 < Bureau voor officiële

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Vertaling C-460/15-1 Zaak C-460/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 augustus 2015 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

Sectorplan 29 Batterijen

Sectorplan 29 Batterijen Sectorplan 29 Batterijen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Alkaline batterijen, zinkbruinsteen batterijen, oplaadbare nikkel cadmium batterijen, kwikoxide batterijen, zilveroxide batterijen,

Nadere informatie

Overeenkomst betreffende het aanbieden en (laten) verwerken van huishoudelijk restafval en soortgelijk afval

Overeenkomst betreffende het aanbieden en (laten) verwerken van huishoudelijk restafval en soortgelijk afval Overeenkomst betreffende het aanbieden en (laten) verwerken van huishoudelijk restafval en soortgelijk afval DE ONDERGETEKENDEN: 1. de gemeente x, vertegenwoordigd door naam, functie, handelend ter uitvoering

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 september 2011 (21.09) (OR. en) 14391/11 E V 685 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 14 september 2011 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. Behoort bij raadsvoorstel 2016-348, titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum

Nadere informatie

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel. Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juni 2016; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2129844/3498482 op de op 10 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Plastic Recycling Company BV, om vergunning krachtens de Wet

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag 22 maart 2018

VMR Actualiteitendag 22 maart 2018 VMR Actualiteitendag 22 maart 2018 Afvalstoffenrecht Mr Ron Laan Advocaat Landelijk Afvalbeheerplan 3 LAP 3 afvalbeleid 2017-2023 (met doorkijk 2029) LAP3 in het teken van de transitie naar een circulaire

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Avri 2018

Afvalstoffenverordening Avri 2018 Afvalstoffenverordening Avri 2018 Auteur Avri Versie 1 Datum Juni 2017 Afvalstoffenverordening Avri 2018 Het algemeen bestuur van Avri \besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Avri

Nadere informatie

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL BGBl. III - Ausgegeben am 12. Mai 2010 - Nr. 44 1 von 6 PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL TOT NADERE WIJZIGING VAN HET VERDRAG TOT HET VERMIJDEN

Nadere informatie

Termen, definities en begripsafbakeningen

Termen, definities en begripsafbakeningen 4 Termen, definities en begripsafbakeningen 4.1 Inleiding Eenduidige termen, definities en begripsafbakeningen zijn noodzakelijk om een effectief en uniform afvalbeheer te bereiken en te handhaven. In

Nadere informatie

Wet belastingen op milieugrondslag

Wet belastingen op milieugrondslag Vastgestelde tekst per 1 april 2014 Wet belastingen op milieugrondslag HOOFDSTUK IV. AFVALSTOFFENBELASTING AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 22 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Brussel, 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2012

Datum van inontvangstneming : 22/06/2012 Datum van inontvangstneming : 22/06/2012 tussenvonnis ç~2~oa2--1 'IOOR FOTOCOprE CONFORM De Griffier. RECHTBANK ROTTERDAM Sector strafrecht Parketnummer: 10/994590-08 luxembourg Datum uitspraak: 4 mei

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 337/21

Publicatieblad van de Europese Unie L 337/21 5.12.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 337/21 RICHTLIJN 2006/117/EURATOM VAN DE RAAD van 20 november 2006 betreffende toezicht en controle op overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde

Nadere informatie

20 Verbranden als vorm van verwijdering

20 Verbranden als vorm van verwijdering 20 Verbranden als vorm van verwijdering 20.1 Inleiding Afvalstoffen die niet nuttig kunnen worden toegepast, moeten op een milieuhygiënisch verantwoorde manier worden verwerkt. Het beleid voor brandbaar

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30107 14 september 2015 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 september 2015, nr. 2015-0000245143,

Nadere informatie

Sectorplan 7 Afval van energievoorziening

Sectorplan 7 Afval van energievoorziening Sectorplan 7 Afval van energievoorziening 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Poederkoolvliegas, E-bodemas, rookgasontzwavelinggips, KVvliegas, KV-slak, bodemas en vliegas 2. Belangrijkste

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Afvaltransport, wetgeving internationaal

Afvaltransport, wetgeving internationaal Afvaltransport, wetgeving internationaal www.vandiepen.com Congres TLN, Beurtvaartadres, EVO en Afvalkennis.nl Transport van afval 5 februari 2015 Mr Ron Laan De PARADOX in wetgeving voor internationaal

Nadere informatie

Transport van afval. De EVOA op hoofdlijnen 1

Transport van afval. De EVOA op hoofdlijnen 1 WEG EN WAGEN Oktober 2011 argang 25 Nummer 64 Transport van afval Mr. R.G.J. Laan, advocaat bij Van Diepen Van der Kroeff Advocaten De EVOA op hoofdlijnen 1 1. Inleiding 1 De Europese Verordening betreffende

Nadere informatie

Voorwaarden Gebruik Web Portal TFS

Voorwaarden Gebruik Web Portal TFS Voorwaarden Gebruik Web Portal TFS 1. INLEIDING Dit document geeft de voorwaarden voor het gebruik van de Web Portal TFS van de Minister van Infrastructuur en Milieu beheert door de Inspectie Leefomgeving

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK E03.97.1224/1. Datum uitspraak: 10 april 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en appellanten, gedeputeerde staten van Limburg, verweerders. E03.97.1224/1 2 10 april 2001 1.

Nadere informatie

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN DE A. Brief van de Bondsrepubliek Duitsland Mijnheer, Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017 Afvalstoffenverordening Eemnes 2017 De raad van de gemeente Eemnes; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016

Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016 Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016 De raad van de gemeente Renkum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede

Nadere informatie

Sectorplan 64: PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 82: Kwikhoudend afval

Sectorplan 64: PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 82: Kwikhoudend afval TEKST SECTORPLAN 63 (onderdeel LAP) Sectorplan 63 Overig oliehoudend afval I Afbakening Overig oliehoudend afval bestaat in hoofdzaak uit vast, pasteus en overig oliehoudend afval dat niet valt onder een

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 30 (onderdeel LAP) Sectorplan 30 Zeefzand I Afbakening Zeefzand bestaat in hoofdzaak uit sorteerzeefzand en brekerzeefzand. Sorteerzeefzand ontstaat bij het afzeven van het fijne materiaal

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 1503 DOC.0322/3BIS RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.144/1 van 4 februari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk

Nadere informatie

KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.216/3 van 25 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK E03.97.1813. Datum uitspraak: 26 april 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Moleman Terugwinning B.V.", gevestigd

Nadere informatie

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE L 86/6 Publicatieblad de Europese Unie 5.4.2005 II (Besluiten waar de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 22 maart 2005 tot vaststelling de tabellen

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie