't Het-woordenboek. Een hulpmiddel voor nieuwelingen in het Nederlands. door Derek j Suchard
|
|
- Patricia Desmet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 't Het-woordenboek? Een hulpmiddel voor nieuwelingen in het Nederlands door Derek j Suchard
2 In den beginne was HET woord Matt. 1:1 Copyright Alle rechten voorbehouden.
3 "Waarom is het?" VOOR DE STUDENT van Nederlands als tweede taal is er niets meer vervelend dan de onzijdige, zeg maar de "het" woorden, te moeten leren. Men maakt het eigenlijk moeilijker dan het is, door het herhalen van het mantra, "Je moet ze gewoon leren." Elk woord, een voor een. Maar zo moeilijk is het toch niet. Na een nauwkeurige analyse van de meer dan 12,000 "het" woorden uit een normale woordenschat van ongeveer 60,000 woorden te hebben uitgevoerd, blijkt dat ook de "het" woorden beheerst kunnen worden, en wel sneller dan de meeste mensen geloven. Dat wil niet zeggen dat alles in een klap duidelijk zal worden, maar wel dat de studenten, uitgerust met een paar aanwijzingen, de "het" woorden sneller dan ooit tevoren zullen kunnen beheersen. Alle talen, en vooral die talen die hun woorden bij geslacht onderscheiden, hebben regels voor hun woorden, en het Nederlands vormt hier geen uitzondering op. In het algemeen, blijken Nederlanders het goed gebruik van de juiste geslachtsvorm als onbelangrijk te beschouwen (in die mate dat o.a. in het Prisma Handwoordenboek Nederlands Engels en Engels Nederlands, en ook in de woordenlijsten van "De Delftse Methode Nederlands voor Buitenlanders" de geslachtsvormen voor de Nederlandse woorden niet te vinden zijn) maar kennelijk beschouwen zij het wel belangrijk dat buitenlanders de taal correct gebruiken en, uiterst hulpvaardig, verbeteren zij konstant hun nieuwe taalgenoten. Het doel van dit werk is een leersysteem te zijn voor de "het woorden" die de meesten problemen voor de leren van NT2 opleveren. "Hoe werkt het?" De "het"-woorden maken tussen een derde en de helft uit van de Nederlandse zelfstandige naamwoorden, en de grootste meerderheid is of onmiddellijk herkenbaar, of maakt deel uit van langere, samengestelde woorden die ook op hun beurt herkenbaar zijn. In het algemeen maakt het niet zo veel uit of een woord mannelijk of vrouwelijk is. Met uitzondering van een klein verschil in het gebruik van het voornaamwoord in de derde persoonsvorm, enkelvoud, en in de tweede naamval, worden alle mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden precies hetzelfde behandeld. In sommige boeken worden toch een beetje aandacht aan het verschil tussen die twee besteden, maar heel weinig aan hoe de "het" woorden herkend kunnen worden. Zo bestaat er bijvoorbeeld een serie achtervoegsels die altijd vrouwelijk zijn. Deze zijn: -heid: schoonheid, gerechtigheid, -nis: betekenis -ing als het achter de stam van een werkwoord valt: regeling 1
4 -st als het achter de stam van een werkwoord valt: kunst -schap wat betreft zaken met een niet-sociale betekenis: blijdschap, boodschap, maar: het admiraalschap. -de/te: koude, kunde. -ij: bedriegerij -ie: discussie -iek/ica: logica -theek: bibliotheek 2 -teit: universiteit -tuur/ture: natuur, vacature -ade/ide: tirade, asteroide -ode: methode -ude: amplitude -age: tuigage -ine: discipline -se: analyse Er bestaat ook een lijst van vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die anders eindigen dan met bovengenoemde achtervoegsels, maar naar de Nederlandse gewoonte is er minder belangstelling voor het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke in het dagelijks gebruik, en zullen wij er geen tijd aan besteden. Voor mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn er echter categorieën van woorden waarvan de belangrijkste zijn die woorden die van werkwoorden afgeleid zijn. Een gemakkelijke regel om te onthouden hoe deze woorden goed gebruikt worden is: als een van een werkwoord-afkomstig zelfstandig naamwoord anders eindigt dan met een -ing of -st achtervoegsel (die vrouwelijk zijn) of met een ge-, be- of ver- voorvoegsel begint (die onzijdig zijn), dan is het gewoon mannelijk. Grof gezien, kunnen de "het" woorden in een aantal klassen onderscheiden worden: Woordsoort bij betekenis: Kleuren: het rood, het zwart, het blauw, enz. Chemische onderdelen en andere stoffen waarvan andere dingen gemaakt kunnen worden. Talen: het Nederlands, het Frans, het Engels, het Turks. Spellen: het voetbal, het hockey, het bridge Werkwoorden die als zelfstandige naamwoorden worden gebruikt: het eten, het drinken, het spelen, het zingen, enz. De streken van het kompas: het noorden, het zuiden, het oosten, het westen, enz. Bont soorten: het skunk, het nerts, enz. Samengestelde woorden die samengevoegd worden met een ander "het" woord. Het zijn ongeveer 300 woorden die herhaaldelijk aan een ander woord voorafgaan volgens de Nederlandse stijl van het samengestelde woorden op te bouwen. Als het eind onderdeel, b.v. "het huis" in het woord "ziekenhuis", een het woord vormt, wordt het hele woord onzijdig; het begin wordt dus een bijvoeglijk voorvoegsel. De allergewoonste achtervoegselwoorden zijn diegene die staan op de lijst die hieronder.
5 Zelfstandige naamwoorden die met de voorvoegsels "ge-", "be-" of "ver-" beginnen en van werkwoorden afgeleid zijn en die niet op "ing" eindigen: het gebabbel, het gezeur, het gelach, het bestuur, het beleid, het verstand, het verschil. Woorden die in een bepaald achtervoegsel eindigen. (t/d/p)je - als verkleinwoord. um: het spectrum, het centrum, het aluminium. Welk woord dan ook, dus, dat van een Latijns onzijdig zelfstandig naamwoord is afgeleid, inclusief varianten als "het stadion" van het Latijns "stadium." De enige uitzondering is de datum. schap: admiraalschap, burgerschap als het over de sociale stand van iemand gaat. -schap is echter vrouwelijk in andere gevallen, b.v. de boodschap. -isme: islamisme, boedhisme, liberalisme, enz. sel: stelsel, beginsel, voegsel, enz. dom: als het over een bepaald aardrijkskundig gebied gaat: b.v. bisdom, eigendom als in "bezit", aartshertogdom. "Dom" is echter een mannelijk, "de" dus, achtervoegsel als het over abstracte ideeën gaat. b.v. rijkdom, eigendom in recht, enz. ment: moment, appartement, enz. gram: kilogram, telegram, enz. tuig: vliegtuig, voertuig, enz. ema: thema, schema, dogma, aroma, axioma, enz. Echter niet cinema. -eem: eczeem, diadeem, enz. Terwijl het voorgaande vaste regels volgt, is er ook een categorie die een soort "fuzzy logic", minder stricte regels, volgt, en alhoewel de aanwezigheid van een van deze karakteristieken een aanwijziging is dat het een "het" woord kan zijn, is dit niet in elke situatie het geval. Dat betekent, dus, dat als je zo'n woord ziet, moet je een beetje oppassen dat je het goede lidwoord gebruikt. De aanwezigheid van een dubbele klinker in de laatste lettergreep, en "-aat" in het bijzonder, (zelfs als het woord uit een lettergreep bestaat): het derivaat, het raam, het etmaal, maar de aal. Woorden die een "ij", lange-ij tweeklank, in de laatste lettergreep hebben (maar niet als de laatste twee letters -- dan is het vrouwelijk. b.v. de rij) : het lijf, het lijk, het onderwijs, maar de pijn, de of het rijm, enz. Woorden die met "ief" eindigen: het motief, het archief, maar de dief en de infinitief. Woorden die met "cht" eindigen. Het of de aanrecht. 3
6 Deze moeten een voor een geleerd worden, maar samen, vormen zij een vrij klein onderdeel van de totale woordenschat, en, wanneer men gewaarschuwd is voor hun bestaan, wordt het leren daarvan veel makkelijker. Misschien bedoeld als een weerspiegeling van de zeer democratische volksaard van de Nederlandse samenleving, heeft men vaak de keuze van geslachtsvorm. Er zijn veel woorden die twee en soms drie verschillende geslachtsvormen gebruiken, zelfs als de betekenis is in alle gevallen hetzelfde. Dat is maar een andere hinder langs het pad naar goed taalgebruik. De beste manier om met die woorden om te gaan is, eens geleerd, kies maar van de mogelijkheden uit, en besteed daaraan weinig tijd verder. Hoewel er maar twee kleine verschillen zijn tussen het gebruik van de mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden, of "zij" of "hij" in de derde persoonsvorm, en of "zijn" of "haar" in de tweede naamval te gebruiken, tussen de "het" woorden en de andere twee soorten, zitten er meer verschillen in. Een daarvan is het verschil in gebruik als iemand een verschil tussen twee bepaalde dingen wil laten zien door gebruik van een aanwijzend voornaamwoord te maken. Deze meid (die vrouwelijk is) wordt Dit meisje (als het onzijdig enkelvoud is), maar Deze meisjes (als het onzijdig meervoud is). Die man (mannelijk), maar Dat kind (onzijdig enkelvoud) en Die kinderen (onzijdig meervoud). Ingewikkelder is het gebruik bij en onbepaald lidwoord. De regel klinkt simpel: in het enkelvoud, bij een onbepaald lidwoord, verliest een bijvoeglijk naamwoord zijn "e". Dus, het witte huis, maar een (als bijvoeglijk naamwoord en niet als telwoord) wit huis. Maar, en in de meeste Nt2 boeken komt dit niet aan bod, de lijst van onbepaalde naamwoorden is uitgebreid: een, zoals gezegd; geen; ieder; elk; welk; en, enig. Dus: Een wit huis. Het witte huis. EN Deze witte huizen. Geen jong meisje. Dit jonge meisje. EN Deze jonge meisjes. Ieder rijk land. Dat rijke land. EN Die rijke landen. Elk wijs kind. Het wijze kind. EN De wijze kinderen. Welk arm bisdom. Het arme bisdom. EN Dat arme bisdom. Enig groot schip. Dat grote schip. EN Die grote schepen. Termen: 4
7 Als een woord dat op de lijst staat gewoon en altijd maar onzijdig is, wordt er geen aantekening bij gezet. Maar als een woord ook andere geslachtsvormen kan hebben, krijgt het een geschikt notitie. b.v. een woord dat ook onzijdig en vrouwelijk is met dezelfde betekenis, maar met de voorkeur voor de onzijdig, dan ziet u onder het woord de notitie: Ook V. Als een woord ook mannelijk en onzijdig is, maar met de voorkeur voor de mannelijk, dan ziet u: Bij voorkeur M. Woorden die verschillende geslachtsvormen krijgen als zij verschillende betekenissen hebben, zijn duidelijk genoteerd met de juiste geslachtsvorm bij de juiste betekenis. B.v.: aal Als biersoort. V. als mestvocht. M. als paling. Dat betekent dus dat aal, dat onzijdig is als biersoort, ook V. qua mestvocht is, en ook M. als het over een paling gaat. De perfectionist onder ons zal merken dat in sommige gevallen geven verzamelaars van andere woordenboeken ook soms meer keuzen qua geslachtsvorm als een woord een andere geslachtsvorm heeft in het zuiden des lands dan in het noorden. Dat heb ik niet gedaan. De meeste buitenlanders leren het Nederlands op school, van de pers en van de omroepmedia, waar de noordelijke stijl de voorkeur heeft. Ik meen dat het belangrijker is voor een leerling van NT2 om in het begin met de fundamentelen te beginnen, en daarna, voor wie dat wil, met de nuancering. 5
8 Het Begin Het-woord achtervoegsellijst De volgende woorden komen heel vaak voor als achtervoegsels aan het einde van samengesteld woorden. Volgens Nederlandsche stijl, krijgt het hele woord het geslacht van het achtervoegselwoord. accent alarm alfabet altaar Ook M. ambt apparaat archief artikel bad bed bedrijf beeld been beest beheer belang bericht besluit bestaan bestuur betoon bewijs bezit bezoek bezwaar biljet blad blik Als stofnaam, voorwerpsnaam. M. als van de ogen. blok Als anders dan klomp of s peelgoed, die M. zijn. bos Als woud. M. als bundel. boek bont bord brood bureau cijfer comité concert conflict congres contract debat deel Als gedeelte. V. als plank, dorsvloer. dictaat dier doek Als schilderij, gordijn. Ook M. als stofnaam. M. als lap. dek donker Ook M. dorp draad Ook M. als stofnaam. M. als voorwerpsnaam. eind einde examen exemplaar feest fonds 6
9 formaat formulier gat gebied gebouw gebruik geheim geld glas goed gras haar hof Tenzij een tuin, die M. is. hok hol Als anders dan het lopen, die M. is. hotel hout huis ijs hoofd ijzer incident insekt instituut jaar jacht Als een schip. V. als het jagen. jong kanaal kantoor kapitaal Als som. V. als hoofdletter. kamp Als een legerplaats. M. in andere gevallen. kasteel katoen Ook M. kind kleed klimaat klooster komplot koor korps kostuum krediet kruid kruis kussen kwartier land leger legioen leven lichaam licht lid lied linnen lokaal loof maal Als maaltijd. Bij voorkeur V. als keer. V. als zak. meel meer merk mes metaal middel misbruik misdrijf monster motief nest net nieuws nummer offer omslag Bij voorkeur M. als voorwerpsnaam. Alleen M. in andere gevallen. onderwijs onderzoek ontwerp oog oordeel order Bij voorkeur V. orgaan orkest overschot paar paard pad Als weg. Anders V. pand Bij voorkeur M. als jas. Anders altijd O. papier 7
10 park patroon Als model. M. als beschermer, baas. V. als huls met lading peil pensioen personeel plan plein poeder Ook M. proces produkt publiek punt Bij voorkeur V. als leeste ken. M. als spits. O. in andere gevallen. raam Anders dan raming, die M. is. rek Anders dan het rekken, veerkracht, die M. zijn. rapport recht register resultaat rooster Bij voorkeur M. sap scherm schild schip schrift schut sein seizoen snoer spel spoor Anders dan voortplantingscel en uitsteeksel, die V. zijn. staal Anders dan steel, tronk, die M. zijn. station strand stro stuk systeem tablet Bij voorkeur V. tapijt tarief teken tekort terrein toestel Als apparaat. M. als verzamelnaam. touw tuig uniform Ook V. vee toneel veld venster verblijf verdriet verhaal verhoor verkeer vermogen vers verslag vertrek vertrouwen vlak Als anders dan een vlek, die V. is. vlees voeder volk vonnis voorstel vuur wapen water woud weer Ook M. als eelt, knoest. M. als ram. V. in andere gevallen. zegel Anders dan om te plakken, die M. is. werk zeil woord 8
11 HET einde 9
Taalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Formuleren
Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;
Nadere informatieBasis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal
Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets,
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatiePLURALIS. Algemeen. Substantief + en o Het tapijt de tapijten Substantief + s o De jongen de jongens. Vorm. A. Substantief + en
Algemeen Substantief + en o Het tapijt de tapijten Substantief + s o De jongen de jongens Vorm A. Substantief + en woorden afgeleid van een adjectief o de arme de armen o de goede de goeden o de slechte
Nadere informatieSamenvatting Nederlands formuleren
Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieLeerstofaanbod groep 4
Leerstofaanbod groep 4 Rekenen Rekenen Methode: RekenZeker De lessen zijn onderverdeeld in een aantal domeinen: getallen, bewerkingen (optellen, aftrekken en tafels en meten van tijd en geld. Optellen
Nadere informatieLeerlijn Spreken & luisteren groep 5
Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in
Nadere informatieThema 10. We ruilen van plek
Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in
Nadere informatieBasisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica
Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding
Nadere informatieInleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9
INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling Samenvatting door W. 754 woorden 2 november 2014 6,8 30 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands hoofdstuk
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatie1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.
1. poes 2. draak 3. muts 4. wolk Duo betekent twee De /u/ doet dus niet mee 5. krant 6. schaap Hoor je na een s een /g/? Dan schrijf je ch en nooit een g! 7. feest / vier Ik verdeel het woord in klankgroepen.
Nadere informatiekettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6
Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 Ik hoor ju. ik schrijf je. kettinkje Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 buiginkje palinkje schuttinkje woninkje Categorie 43f Verkleinwoorden
Nadere informatieWoordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden
Woordsoorten Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden In dit boekje ga je leren dat er verschillende woordsoorten zijn in de Nederlandse taal. Je gaat de verschillende
Nadere informatieHISTORIEK van de taaldossiers op de NTSV-site 2018
HISTORIEK van de taaldossiers op de NTSV-site 2018 31 december 2018 nieuwe dossiers: 1.BESLAG 1, 1.ZIJDE 1 weggevallen/geschrapt: 3.KETEN 1 2.-GRAFIE, 2.-METRIE, 3. -ATOR, 3.WORTEL 2017 vervanging/update
Nadere informatieAls je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt.
Lettergrepen Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt. Om een woord in lettergrepen te verdelen, kijken we naar de klinkers. Als
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieschrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.
Groep 6 Spelling Thema 1 Op heterdaad betrapt ng (tong) ch (pech) ei (reis) ij (ijs) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieMannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus
ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK
Nadere informatieLesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten
groep 6 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les Algemene
Nadere informatieOnderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:
Nadere informatieOverzicht categorieën Taal actief groep 7
Overzicht categorieën Taal actief groep Introductie Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieEen voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig
Bij alle spellen in Taalzee moeten de opgaven binnen een bepaalde tijd opgelost worden. Bij de meeste spellen is dat 20 seconden. Alle spellen bevatten opgaven die variëren van heel makkelijk tot heel
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieThema 2. Rennen voor geld
Thema 2 Rennen voor geld Les 2.1 Berlijnse calorieën zekerheden zebra s onmiddellijk Les 1 reis, ijs Sjoerd vertelt zijn opa dat hij rondjes gaat lopen op een sportterrein. Wat een ander woord voor terrein?
Nadere informatieGevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.
Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieLesbrief groep 5/6. Beste ouders,
Lesbrief groep 5/6 Beste ouders, Het is al weer een tijdje geleden dat we een lesbrief aan jullie hebben gestuurd. Maar met de start op onze prachtige nieuwe school, ook gelijk maar een doorstart met de
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is
Nadere informatiezelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Een zelfstandig naamwoord geeft aan: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets, berg een gebeurtenis: feest, botsing
Nadere informatieDoelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar
Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde
Nadere informatieBasisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling
Basisspelling Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van de Nederlandse spelling; regels die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs nog wordt geoefend.
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica
Nadere informatieTurkije-Turks Leer- en werkboek
Turkije-Turks Leer- en werkboek Deel I Tonyukuk Ersoy Petra van Dongen ITS Serie van Turkse Studies Auteurs: Tonyukuk Ersoy en Petra van Dongen Copyright foto s: Petra van Dongen Foto voorblad: Tegelpaneel
Nadere informatieBasisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.
Basisspelling Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van
Nadere informatieGrammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.
Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.
Nadere informatieKlankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016
Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Inleiding Waarom klopt het niet als je werdt schrijft? Is het kookte of kookde? Als je onvoldoende Nederlands spreekt als tweede
Nadere informatieSpelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:
Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt
Nadere informatieToelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen
Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Formuleren
Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door een scholier 781 woorden 9 maart 2018 9 2 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Formuleren Misleidende tweelingen: als/dan Dan: vergrotende trap
Nadere informatiehond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d
Categorie 44a Woorden met eind d of midden d die klinkt als t Thema 6 groep 7 Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) hond Ik schrijf t Ik schrijf d Categorie 44a
Nadere informatie2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over
Naam Datum Klas Ik luister goed. Ik vul de woorden in. 1 in een 2 leerde ze op school 3 haar met haar 4 leest boeken uit de van de stad en gaat graag naar het zich bij opa en oma in de, dat is in 6 Met
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling
Nadere informatieWOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -
WOORDEN VERANDEREN Kies een woord uit het woordpakket. gras - grap Schrijf dit woord in je schrift. glas kras Maak een nieuw woord door één letter grijs te veranderen. Zoek zoveel mogelijk nieuwe woorden.
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.
Nadere informatieschrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.
Groep 7 Spelling Thema 1 Het landje van ons woorden met ng (tong) woorden met cht (lucht) woorden met i die klinkt als ie (liter) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel
Nadere informatieEigen vaardigheid Taal
Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieSpelling & Formuleren. Week 2-7
Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE
Nadere informatieHet Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]?
Het Adjectief Groen, groot, dik, donker, zijn allemaal adjectieven. We kunnen ze op verschillende manieren in een zin gebruiken. Als we het adjectief direct voor een substantief zetten, komt er soms een
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 2
1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatieIn dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.
In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de
Nadere informatie(werkwoordelijk gezegde)
Grammatica 1F Grammatica 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen
Nadere informatieWoorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten.
Woorden 2F Woorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten. Doelgroepen Woorden 2F Woorden 2F is vooral bedoeld voor
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235
Nadere informatieKlankgroep en lettergreep
Spellingwijzers groep 4 Voor de ouders Klankgroep en lettergreep Een klankgroep is een soort hulpmiddel bij het aanleren van spellingregels. Wat hoor je als je een woord langzaam in stukjes uitspreekt.
Nadere informatieLatijn: iets voor jou?
: n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)
Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling
Nadere informatieCategorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch
Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8 Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8 toelichting overweging samenleving redenering Categorie 13b Woorden met cht Thema
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieTaal: Hfst 1: Duidelijke en correcte woorden: 1.1: Woordkeus en tekst: 1.2: Duidelijke woordkeus: bepaald omdat door 1.3: Correcte woordkeus:
Taal: Hfst 1: Duidelijke en correcte woorden: 1.1: Woordkeus en tekst: Bij zakelijke teksten schrijven moet je op een aantal punten letten: Gebruik zakelijke taal. Gebruik een neutraal perspectief, niet
Nadere informatie4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden
4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden Zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoord Russische zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoord. Of een zelfstandig naamwoord bepaald of onbepaald
Nadere informatieUitzicht op de heuvels 10 km van Kabaya Uitzicht op de heuvels ten noorden van Kabaya. Ongeveer 7 km van het dorp.
Verblijf van Tautvydas Rindzevicius in Kabaya/RWANDA in het kader van het bezoek aan wezen en kwetsbare kinderen gesponsord door de Jyambere stichting. Inleiding Tijdens de periode van juli-augustus 2015,
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatieTAALBESCHOUWING. Vakonderdeel: Doelen. Materiaal. Lesverloop
TAALBESCHOUWING Nadenken over wie luistert en leest, en daarbij de termen luisteraar en lezer gebruiken. De term ontvanger gebruiken. De term zender gebruiken. De term boodschap gebruiken (herhaling).
Nadere informatieIn het volgende overzicht geven we per oefening de doelen van het vakgebied mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden.
thema 9 Info voor de leerkracht 3 Het link.mundopakket heeft als doel om vanuit wereldoriëntatie de stap te zetten naar taal en wiskunde aan de hand van een contractwerkbundel gekaderd in een wereldoriëntatiethema.
Nadere informatieSpelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F
Spelling 1F Spelling 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse spelling die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee leerlingen in het voortgezet onderwijs meestal verder oefenen. Doelgroepen
Nadere informatiering bank touw blauw vinkje kroontje bloempje stoel kast schrift schuur Thema 2 De boom ik leer: woorden lezen die uit twee woorden bestaan, zoals
Thema 2 De boom woorden lezen die uit twee woorden bestaan, zoals wasrek zeeman woorden lezen met ng of nk, zoals ring bank woorden lezen met ou(w) of au(w), zoals touw blauw verkleinwoorden lezen die
Nadere informatieGroep 5 en 6 heeft meegedaan met schoolvoetbal, wat hebben ze goed gespeeld en samengewerkt!
Wat gaan we leren? Groep 5 en 6 heeft meegedaan met schoolvoetbal, wat hebben ze goed gespeeld en samengewerkt! We hebben een drukke periode achter de rug. De Cito-toetsen zitten er op en de kinderen hebben
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.
Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden. Doelgroepen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.
Spelling op maat 2 De programma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 2 is het tweede deel van deze leerlijn.
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieOPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER
OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER BOL/BBL NEDERLANDS 2F module 1 Taalbegrip en taalverzorging basisfase Cohort 2018 2021 kwartiel 1 en 2 DOELSTELLINGEN:
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieLekker puzzelen en lekker met taal bezig zijn. Puzzel mee! Ria van Adrichem Leonie van de Wetering. jaargang /2007. serie 8
Lekker puzzelen en lekker met taal bezig zijn Ria van Adrichem Leonie van de Wetering jaargang 00/00 serie 8 Vormgeving Hein Kreulen jaargang, 00/00, serie 8 00 Niets uit deze uitgave mag gekopieerd worden
Nadere informatieWerkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.
Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent
Nadere informatieThema 4. Straatmuzikanten
Thema 4 Straatmuzikanten Les 4.1 tinnen ideeën pakketten resultaat passage Les 1 de, jarig Een man met korte, grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje. Waar hoor
Nadere informatie