Herbicide. Werkzame stof: Glyfosaat 360 g/l (30,7 % w/w) Aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat (SL) Resistentiegroep: HRAC G9

Transcriptie

1 Glyphogan Herbicide Middel wordt opgenomen en getransporteerd tot de diepste wortelpunten en daardoor effectief op de meest hardnekkige onkruiden Voor het gebruik in vele teelten en terreinen zoals gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing. Werkzame stof: Glyfosaat 360 g/l (30,7 % w/w) Aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat (SL) Resistentiegroep: HRAC G9 Toelatingsnummer: 11230N W.6 Toelatingshouder: ADAMA Registrations B.V. Arnhemseweg GK Leusden, Nederland 5 L Glyphogan is een geregistreerd handelsmerk van ADAMA Registrations B.V. Scan voor gebruik ANEGLYNL5LT/01/A

2 Glyphogan Herbicide Met water mengbaar concentraat (SL) op basis van Glyfosaat 360 g/l (30,7% w/w) Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Voor gebruiksaanwijzing: zie boekje STOFFEN IN HET MENGSEL DIE BIJDRAGEN TOT DE INDELING VAN HET MENGSEL Glyfosaat EERSTE HULP GEVARENAANDUIDINGEN H318: Veroorzaakt ernstig oogletsel. VOORZORGSMAATREGELEN P280: Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. P305+P351+P338: BIJ CONTACT MET DE OGEN: Voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk. Blijven spoelen. P310: Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM / arts raadplegen. AANVULLENDE ETIKETELEMENTEN EUH401: Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. HERBETREDEN Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd; werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen. HANTEREN EN OPSLAG Contact met de huid en ogen voorkomen. Een goede ventilatie van de werkplaats is vereist. Vermijd onnodige blootstelling. Vorstvrij bewaren in originele vaten en in een droge, goed geventileerde ruimte. De verpakking mag niet worden hergebruikt. Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven. GEVAAR NEDERLAND ANEGLYNL5LT/01/B GEBRUIK & DOSIS

3 hier openen Glyphogan Herbicide Met water mengbaar concentraat (SL) op basis van Glyfosaat 360 g/l (30,7% w/w) Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Voor gebruiksaanwijzing: zie boekje STOFFEN IN HET MENGSEL DIE BIJDRAGEN TOT DE INDELING VAN HET MENGSEL Glyfosaat GEVARENAANDUIDINGEN H318: Veroorzaakt ernstig oogletsel. VOORZORGSMAATREGELEN P280: Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. P305+P351+P338: BIJ CONTACT MET DE OGEN: Voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk. Blijven spoelen. P310: Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM / arts raadplegen. AANVULLENDE ETIKETELEMENTEN EUH401: Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. HERBETREDEN Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd; werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen. HANTEREN EN OPSLAG Contact met de huid en ogen voorkomen. Een goede ventilatie van de werkplaats is vereist. Vermijd onnodige blootstelling. Vorstvrij bewaren in originele vaten en in een droge, goed geventileerde ruimte. De verpakking mag niet worden hergebruikt. Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven. GEVAAR NEDERLAND ANEGLYNL5LT/01/B

4 SYMPTOMEN Inslikken Na inslikken van het geconcentreerde product kunnen de volgende symptomen zich voordoen: irritatie van de slijmvliezen, nausea, braken, diarree, buikpijn, hypotensie, shock. EERSTE HULP MAATREGELEN Inademen Frisse lucht, rust. Zo er symptomen zijn, raadpleeg een arts en toon het etiket of de verpakking. Huid (en kleren) Spoel de huid overvloedig met water of neem een douche gedurende 15 minuten. Verwijder ondertussen verontreinigde kledij en schoenen. Zo er symptomen zijn, raadpleeg een arts en toon het etiket of de verpakking. Ogen Spoel overvloedig met water gedurende 10 minuten. Spoel WEG van het nietaangetaste oog. Bij contactlenzen: indien gemakkelijk te verwijderen, verwijder eerst de lenzen, spoel daarna. Raadpleeg een arts en toon het etiket of de verpakking. Inslikken Spoel de mond. Raadpleeg onmiddellijk een arts en toon het etiket of de verpakking. GEBRUIK & DOSIS ADVIES VOOR DE ARTS Symptomatische behandeling. Let op, inslikken van het geconcentreerde product kan een shocktoestand veroorzaken met metabole acidose. 2 15

5 DISCLAIMER De opgegeven eigenschappen van onze producten en de op dit etiket weergegeven wijze van zijn tot stand gekomen op basis van zorgvuldig onderzoek en door ons opgedane ervaringen. Wij garanderen in die zin de kwaliteit van ons product. Daar door ons geen controle over opslag, vervoer, de wijze van gebruik, teeltwijze, de dosering etc. kan worden uitgeoefend, deze omstandigheden de werking van het product en de eventuele reactie van het gewas kunnen beïnvloeden, kunnen wij in verband hiermee geen aansprakelijkheid aanvaarden voor een minder goede werking of schade ontstaan door van ons product. Bij twijfel of onduidelijkheid over geschiktheid van het product bij nieuwe en/of ongebruikelijke teeltwijzen, bij nieuwe rassen e.d. adviseren wij eerst contact op te nemen met uw leverancier om u te laten adviseren omtrent de geschiktheid van dit product voor de door u beoogde. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel doodspuitmiddel middel voor de behandeling van stobben van afgezette bomen en struiken in de volgende sgebieden (volgens Definitielijst sgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde svoorwaarden. Toepassings Type Type Te betstrijdestrijden be Dosering Dosering Maximale Maximale gebied (middel) (middel) dosering organisme organisme per toepassinpassing per (middel) toe dosering aantal (middel) toepassinsing per toepaspesingen toepas per of aantal liter en ha per teelt per middel per of per of 12 Akkerbouwgewassen Doodspuiten Doodspuiten Dekvruchtevruchten Dek 24 L/ha L/ha 1 4 L/ha 1x 1x 4 L/ha Minimum Veiligheidstermijn interval tussen middel per dagen tussen Minimum interval aantal liter ecyclus in of per singen in ha per teelt toepas dagen 12 dagen 4 L/ha per 2812 Pootaard Voor Voor op op Onkruiden Onkruiden 26 L/ha L/ha 1 6 L/ha 1 x per 16 x L/ha per per appel opkomst Consumptie Voor Voor op op Onkruiden Onkruiden 26 L/ha L/ha 1 6 L/ha 1 x per 16 x L/ha per per en zetmeel opkomst aardappel Kort Kort voor voor Onkruiden Onkruiden 26 L/ha L/ha 1 6 L/ha 1 x per 1 x per oogst oogst 6 L/ha per 6 L/ha per Bieten Voor Voor op op Onkruiden Onkruiden 26 L/ha L/ha 1 6 L/ha 1 x per 16 x L/ha per per opkomst 6 L/ha per 28 Aanstrijkestrijken 2 Aan 2 Aardappelopslaopslag Aardappel 1% (100 1% (100 0,4 L/ha 3 0,41 L/ha x per 3 10,4 x per L/ha per ml in 10 liter ml in 10 liter 12 0,4 L/ha per 12 Granen Kort Kort voor voor de Onkruiden Onkruiden 26 L/ha L/ha 1 6 L/ha 1 x per 16 x L/ha per per oogst oogst 6 L/ha per 7 Maïs Aanstrijkestrijken 2 Aan 2 Aardappel Aardappel 1% (100 ml 1% (100 0,4 L/ha ml opslag opslag in 10 liter in 10 liter 0,41 L/ha x per 3 10,4 x per L/ha per 12 0,4 L/ha per Peulvruchten Kort Kort voor voor de Onkruiden Onkruiden 26 L/ha L/ha 1 6 L/ha 1 x per 16 x L/ha per per oogst oogst 6 L/ha per

6 Toepassingsgebied Groenbemestersgewassen Voedergrasland Type Doodspuiten Over het gewas Te bestrijden organisme Groenbemestersgewassen Gras en onkruiden Dosering (middel) per Appel Pleksgewijs Onkruiden 2% (200 ml middel in 10 liter Peer Pleksgewijs Onkruiden 2% (200 ml middel in 10 liter Uien Voor opkomst Maximale dosering (middel) per aantal en per of 24 L/ha 1 4 L/ha 1x 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x 0,6 L/ha 3 1 x 0,6 L/ha 3 1 x Onkruiden 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x per aantal liter middel per ha per of per 12 4 L/ha per 6 L/ha 0,6 L/ha per 12 0,6 L/ha per 12 6 L/ha per Minimum interval tussen en in dagen Veiligheidstermijn in dagen 5 dagen tussen en beweiden en/ of maaien Tijdens opslag en transport moet om de afgevende delen (touw, doek, borstel, spons) van de apparatuur een beschermkap of plastic kap zijn aangebracht zodat contact met de huid uitgesloten is. PLEKSGEWIJS Ter bestrijding van wortelonkruiden zoals distels, klein hoefblad, bentpollen, knolcyperus, kweekgras e.d. door middel van een pleksgewijze bespuiting van de onkruiden. Om beschadiging van het gewas te voorkomen is het aanbevolen een afschermkap te gebruiken. Gewasplanten en/of plantsoenbeplantingen die geraakt worden, sterven af. Ter markering kan een kleurstof aan de spuitoplossing toegevoegd worden. BEHANDELING VAN STOBBEN Verse zaagvlakken van afgezette bomen insmeren met de bokkepoot of bespuiten met een 5% oplossing om uitlopen te voorkomen. Ter markering kan een kleurstof toegevoegd worden. Opmerking: Bij het bespuiten van de stobben (werken met een dop) dient te worden voorkomen dat de omringende vegetatie wordt geraakt. Stobben niet behandelen als ze voorkomen tussen niet afgezette bomen van dezelfde soort, omdat door systemische werking via met elkaar vergroeide wortels schade kan optreden. Vezelhennep De behandeling uitvoeren in het bloeistadium. Asperge In opkweek van uitgangsmateriaal Onkruiden 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x per 6 L/ha per Asperge Na de oogst Onkruiden 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x per 6 L/ha per Bloembol en bloemknolgewassen Voor opkomst Onkruiden 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x per 6 L/ha per 4 13

7 Bosbouw Toepassing: uitsluitend op één à tweejarige loten die geen bessen dragen en niet hoger zijn dan 1,50 m; goede bevochtiging van de bladeren is nodig, zonder afdruipen; spuiten vanaf half augustus tot eind september. Bramen, bosbessen en houtopstand mogen niet worden geraakt, ook moet bevochtiging van de niet verhoute delen van andere gewenste soorten worden voorkomen. Tijdelijk onbeteeld terrein Stoppel, braakliggend bloembollenland en terreinen die bestemd zijn voor beplantingen, alsmede op de ploegvoor. Grondbewerking: bij bestrijding van vnl. éénjarigen 12 dagen na ; bij vnl. overblijvende onkruiden 1 week na. Zaaien en planten: Na grondbewerking kan onmiddellijk worden gezaaid of geplant. Opmerking: Bij toevoeging van voor dit doel toegelaten additieven kan de Glyphogandosering verlaagd worden, doch een minimum is vereist; tegen kweek: 3 L/ha tegen overblijvende tweezaadlobbigen: 4 L/ha. Open verhardingen Toepassingstijdstip: in het voorjaar (maart april) in combinatie met een bodemherbicide; in het najaar (september oktober). Akkerbouwgewassen, fruitgewassen, groenteteelt, kruidenteelt, sierteeltgewassen, cultuurgrasland, openbaar groen AANSTRIJKEN Selectieve bestrijding van onkruiden met behulp van speciaal voor dit doel ontwikkelde onkruidbestrijkers. Ter bestrijding van boven het gewas uitstekend onkruid dient er minimaal een hoogteverschil van 10 cm tussen onkruid en gewas te zijn. Ter bestrijding van individuele onkruidplanten en onkruidhaarden tussen het gewas of beplanting kan handapparatuur worden gebruikt. Ter voorkoming van schade mag het cultuurgewas of de gewenste vegetatie beslist niet in aanraking komen met de Glyphoganoplossing. Bestrijding van riet in cultuurgewassen wordt afgeraden in verband met kans op schade door guttatievocht. Toepassingsgebied Narcis (meerjarige teelt, onbedekt) Kerstbomen Type Na afsterven loof, voordat nieuwe uitloop begint Over het gewas Te bestrijden organisme Doodspuiten Dekvruchten Bosbouw Pleksgewijs Prunus serotina Tijdelijk onbeteeldterrein (m.u.v. akkerranden) Dosering (middel) per Maximale dosering (middel) per aantal en per of 24 L/ha 1 4 L/ha 1 x Onkruiden 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x per Onkruiden 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x 1% (100 ml middel in 10 liter 0,4 L/ha 3 1 x Onkruiden 26 L/ha 6 L/ha 1 x Akkerranden 5 Onkruiden 26 L/ha 6 L/ha 2x Open verhardingen Onkruiden 26 L/ha 6 L/ha 1 x Onverhard Onkruiden 26 L/ha 6 L/ha 1 x aantal liter middel per ha per of 4 L/ha 6 L/ha per 6 L/ha 0,4 L/ha 6 L/ha 6 L/ha 6 L/ha 6 L/ha Minimum interval tussen en in dagen 10 Veiligheidstermijn in dagen Opmerking: Grotere verdunning kan aanleiding geven tot druipen en gewasschade. Alleen toepassen als het gewas en de onkruiden droog zijn. Resterende Glyphoganoplossing dient men in apparatuur te laten zitten of na verdere verdunning te gebruiken voor toegelaten bespuitingdoeleinden. 12 5

8 Toepassingsgebied Akkerbouwgewassen, fruitgewassen, groenteteelt, kruidenteelt, sierteeltgewassen, cultuurgrasland, openbaar groen Akkerbouwgewassen, cultuurgrasland, fruitgewassen, groenteteelt, kruidenteelt, sierteeltgewassen, openbaar groen Akkerbouwgewassen, cultuurgrasland, fruitgewassen, groenteteelt, kruidenteelt, sierteeltgewassen, openbaar groen Type Te bestrijden organisme Dosering (middel) per Aanstrijken Onkruiden 33% (1 liter middel in 2 liter Pleksgewijs Onkruiden 2% (200 ml middel in 10 liter Doodspuiten Gewassen uit fytosanitaire overweging Pleksgewijs 2% (200 ml middel in 10 liter Maximale dosering (middel) per aantal en per of 0,6 L/ha 3 1 x 1,3 L/ha 3 1 x 68 L/ha 1 8 L/ha 1 x 0,8 L/ha 1 x aantal liter middel per ha per of 0,6 L/ha 0,6 L/ha 8 L/ha per 12 0,8 L/ha Minimum interval tussen en in dagen Veiligheidstermijn in dagen a. Doorzaaien (zonder grondbewerking) Toepassing: Bij voorkeur half julihalf september. 1 week na de bespuiting kan zonder grondbewerking met een speciale doorzaaimachine worden gezaaid. Om een goede aanslag van het jonge gras te verkrijgen is het nodig om het bespoten gras af te maaien en te verwijderen. Dit gras mag na 5 dagen afgegraasd of afgemaaid en als kuilvoeder, of als hooi vervoederd worden. Het uitrijden van runderdrijfmest kort voor het doorzaaien verbetert de opkomst van het nieuw ingezaaide gras: opletten voor de wetgeving dienaangaande. b. Herinzaaien, inzaaien of planten van een ander gewas. Toepassing: Herinzaai van grasland bij voorkeur uitvoeren half juli/september. Na de 1 week wachten voor een grondbewerking wordt uitgevoerd. Het afstervende plantenmateriaal moet goed door de grond worden gewerkt alvorens wordt gezaaid of geplant. Appel en peer Toepassingstijdstip: Na de bloei van de bomen tot uiterlijk 1 juli, alleen pleksgewijs toepassen. Bladeren, takken, onverhoute bast, alsook stoot en snoeiwonden van de bomen niet met de spuitvloeistof raken, omdat anders ernstige schade kan optreden. Wortelopslag mag wel worden geraakt. Uien Niet later toepassen dan enkele dagen voor de opkomst. De grond mag nog niet breken. Bloembol en bloemknolgewassen Voor opkomst: Bloembollen: Niet later toepassen dan enkele dagen voor de opkomst. De grond mag nog niet breken. Doodspuiten: Rogge, gerst of gras in het najaar gezaaid op stuifgevoelige grond in de bloembollenteelt sterft na behandeling langzaam af, waardoor de bodembeschermende functie lang behouden blijft. Overwinterende onkruiden worden tegelijkertijd bestreden. In de bloembollenteelt dient het dekgewas te worden doodgespoten ruim voor de opkomst van de bloembolgewassen. Kerstbomen Toepassing: In het najaar vanaf het moment dat het jonge schot van de kerstsparren geheel is verhout. Akkerranden Toepassing: gedurende het gehele groeiseizoen. Niet spuiten op sloottaluds en het gewas niet raken. 6 11

9 Bieten Voor opkomst: Niet later toepassen dan enkele dagen voor de opkomst. De grond mag nog niet breken. Aardappelopslag: Toepassing: Als de aardappelopslagplanten voldoende bladmassa hebben voor opname. De bieten mogen niet meer dan 8 bladeren hebben. Uitsluitend toepassen in een droog gewas. Toepassingsapparatuur: Alleen toepassen met een speciaal voor dit doel ontwikkelde apparatuur die het gewas volledig afschermt. Granen De behandeling uitvoeren wanneer het graangewas geheel is afgerijpt: vlagblad geheel om de stengel geplooid; graankorrel deegrijp en minder dan 30% vocht bevat; het stro geheel geel is doch de knopen nog groengeel zijn. Het behandelde graanstro kan na spoelen (bijv. een week in de regen) gebruikt worden voor alle doeleinden. Grondbewerking, na verwijderen/hakselen van stro, kan onmiddellijk uitgevoerd worden. Alle gewassen kunnen direct ingezaaid worden. Mais Toepassing: Als de aardappelopslagplanten voldoende bladmassa hebben voor opname. De maïs mag niet meer dan 6 blaadjes hebben. Uitsluitend toepassen in een droog gewas. Toepassingsapparatuur: Alleen toepassen met een speciaal voor dit doel ontwikkelde apparatuur die het gewas volledig afschermt. Peulvruchten De behandeling uitvoeren op een afgerijpt gewas wanneer de zaden minder dan 30% vocht bevatten. Het behandelde erwten en bonenstro kan vervoederd worden. Grondbewerking, na verwijderen/hakselen van stro, kan onmiddellijk uitgevoerd worden. Alle gewassen kunnen direct ingezaaid worden. Groenbemestersgewassen Deze wordt uitgevoerd om bij ondiep onderwerken hergroei in het voorjaar te voorkomen. Toepassing: circa 1 week voor de grondbewerking. Toepassingsgebied Akkerbouwgewassen, fruitgewassen, groenteteelt, kruidenteelt, sierteeltgewassen, cultuurgrasland en in openbaar groen Type Behandeling van stobben Te bestrijden organisme (Nieuwe opkomende) scheuten van afgezaagde bomen en struiken Dosering (middel) per 5% (500 ml middel in 10 liter Maximale dosering (middel) per aantal en per of 2 L/ha 1 x aantal liter middel per ha per of 2 L/ha per 12 Minimum interval tussen en in dagen Veiligheidstermijn in dagen 1 Dosering is afhankelijk van het te bestrijden onkruid. 2 Bestrijding van aardappelsopslag dient alleen plaats te vinden wanneer gebruik gemaakt wordt van speciaal voor dit doel ontwikkelde apparatuur. 3 Dit is de totale dosering die per ha toegepast mag worden. 4 Met behulp van onkruidbestrijkers, mits de zodanig plaatsvindt dat het gewenste gewas niet wordt geraakt met het middel, de apparatuur niet druipt en de vloeistof niet van de behandelde planten afloopt. 5 De op akkerranden is slechts toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van methoden en toestellen die geen drift veroorzaken zoals onkruidstrijkers en toestellen met afgeschermde spuitdop. Het gebruik in de teelt van vezelhennep is op basis van een derdenuitbreiding en beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in dit sgebied, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Voedergrasland Ter bestrijding van kweekgras en andere ongewenste vegetaties bij graslandvernieuwing. Na maaien of beweiden wachten met spuiten tot het kweekgras weer 1015 cm lang is, of 46 bladeren heeft. 10 7

10 Toepassingsgebied Vezelhennep Toepassingsvoorwaarden Dit middel mag niet worden toegepast op halfopen en gesloten verhardingen. Bij de op tijdelijk onbeteeld terrein mogen sloottaluds niet gespoten worden. Behandelde vezelhennep niet voor menselijke en/of dierlijke productie bestemmen en/of in de handel brengen. In de bosbouw mag alleen worden toegepast mits niet op vruchtdragende bomen en struiken wordt gespoten en geen bramen en/of bosbessen worden geraakt. In kerstbomen geldt dat het gewas tenminste 2 jaar oud moet zijn. Het doodspuiten van gewassen uit fytosanitaire overweging mag alleen plaatsvinden op aanwijzing van de hoofdinspecteur van de Divisie Landbouw en Natuur van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). AANBEVELINGEN Type Doodspuiten kort voor de oogst Te bestrijden organisme Dosering (middel) per Maximale dosering (middel) per aantal en per Vezelhennep 26 L/ha 1 6 L/ha 1 x per Algemeen Het middel is een nietselectief bladherbicide met systemische werking. Het middel heeft geen werking via de grond. Het werkt tegen eenjarige en overblijvende grasachtige en tweezaadlobbige onkruiden zoals: kweekgras, riet, fioringras, aardappelopslag, klein hoefblad, akkerdistel, akkermunt, veenwortel, knolcyperus, kleefkruid, muur, varkensgras e.a. Minder gevoelig zijn: paardestaart, klaver en wikkesoorten en moerasandoorn. De onkruiden worden zowel in een jong als in een ouder stadium bestreden. Mossen worden niet bestreden. De werking is het beste als de onkruiden voldoende blad hebben ontwikkeld en niet zijn beschadigd door ziekten en plagen. De heeft het beste resultaat tijdens niet te warm, bewolkt weer met een hoge luchtvochtigheid. Het middel dient niet te worden toegepast als er kans is op aanhoudende vorst of als er binnen 4 à 6 uur na de kans bestaat op regen. Tijdens de van het middel dienen gewas en onkruid bij voorkeur droog te zijn. Het middel kan in zeer geringe hoeveelheden al schade doen aan te sparen gewassen, de dient daarom zeer zorgvuldig te geschieden. Gebruik in dit verband een middelmatige of grove druppelgrootte. Attentie Watervolume: liter per ha is aan te bevelen. Lagere watervolumes kunnen worden gebruikt, als de spuitapparatuur hiervoor geschikt is. Bereiding spuitvloeistof: De tank half vullen met water, de roerinrichting starten, de juiste hoeveelheid middel toevoegen, en al roerend de tank verder vullen. Om schuimvorming te voorkomen de vulslang beneden het vloeistofniveau houden. Bij pleksgewijze bespuitingen dient op het spuitstuk een beschermkap te worden gemonteerd ten einde de drift zoveel mogelijk te beperken. Alleen mengen met middelen vermeld in de gebruiksaanwijzing. De spuit voor en onmiddellijk na gebruik grondig schoonmaken. Voorkom drift, spuit met lage druk, houd rekening met de windrichting. Gewassen Akkerbouwgewassen Rogge, gerst of gras in het najaar gezaaid op stuifgevoelige grond in de akkerbouw sterft na behandeling langzaam af, waardoor de bodembeschermende functie lang behouden blijft. Overwinterende onkruiden worden tegelijkertijd bestreden. In de akkerbouw kan vanaf één week na de bespuiting in de onbewerkte grond worden gezaaid. Pootaardappel Niet later toepassen dan enkele dagen voor de opkomst. De grond mag nog niet breken. Consumptie en zetmeelaardappelen Voor opkomst: Niet later toepassen dan enkele dagen voor de opkomst van genoemde gewassen. De grond mag nog niet breken. Onkruidbestrijding, om de oogst te vergemakkelijken: Toepassing: als het loof van de aardappelen is doodgespoten of van nature volledig afgestorven is. De aardappelknollen dienen voldoende door grond bedekt te zijn om directe opname van het middel te voorkomen. Opmerking: Om het middel voldoende gelegenheid te geven in te werken op de onkruiden, dient niet later dan 1 week voor de oogst te worden gespoten. 8 9

11 Glyphogan Herbicide Middel wordt opgenomen en getransporteerd tot de diepste wortelpunten en daardoor effectief op de meest hardnekkige onkruiden Voor het gebruik in vele teelten en terreinen zoals gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing. Werkzame stof: Glyfosaat 360 g/l (30,7 % w/w) Aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat (SL) Resistentiegroep: HRAC G9 Toelatingsnummer: 11230N W.6 Toelatingshouder: ADAMA Registrations B.V. Arnhemseweg GK Leusden, Nederland 4 x 5 L Glyphogan is een geregistreerd handelsmerk van ADAMA Registrations B.V. ANEGLYNL5LT/01/C1 Glyphogan

12 Glyphogan Herbicide Middel wordt opgenomen en getransporteerd tot de diepste wortelpunten en daardoor effectief op de meest hardnekkige onkruiden Voor het gebruik in vele teelten en terreinen zoals gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing. Met water mengbaar concentraat (SL) op basis van Glyfosaat 360 g/l (30,7% w/w) Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Voor gebruiksaanwijzing: zie boekje STOFFEN IN HET MENGSEL DIE BIJDRAGEN TOT DE INDELING VAN HET MENGSEL Glyfosaat GEVARENAANDUIDINGEN H318: Veroorzaakt ernstig oogletsel. VOORZORGSMAATREGELEN P280: Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. P305+P351+P338: BIJ CONTACT MET DE OGEN: Voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk. Blijven spoelen. P310: Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM / arts raadplegen. AANVULLENDE ETIKETELEMENTEN EUH401: Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Werkzame stof: Glyfosaat 360 g/l (30,7 % w/w) Aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat (SL) Resistentiegroep: HRAC G9 HERBETREDEN Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd; werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen. HANTEREN EN OPSLAG Contact met de huid en ogen voorkomen. Een goede ventilatie van de werkplaats is vereist. Vermijd onnodige blootstelling. Vorstvrij bewaren in originele vaten en in een droge, goed geventileerde ruimte. De verpakking mag niet worden hergebruikt. Toelatingsnummer: 11230N W.6 Toelatingshouder: ADAMA Registrations B.V. Arnhemseweg GK Leusden, Nederland 4 x 5 L Glyphogan is een geregistreerd handelsmerk van ADAMA Registrations B.V. Scan voor gebruik GEVAAR NEDERLAND ANEGLYNL5LT/01/C2