INDUSTRIE Opstarthandleiding Remote Service Platform mbconnect24 V2

Transcriptie

1 Opstarthandleiding Remote Service Platform mbconnect24 V2 Versie

2 Inhoud 1. ALGEMEEN LEGENDA INLOGGEN MBCONNECT24.NET Software installatie mbcheck mbDIALUP Inloggen mbconnect MBCONNECT24 CONFIGURATIE Wijzigen van wachtwoord Aanmaken nieuwe gebruiker Aanmaken van een nieuw project Nieuw apparaat toevoegen Configureer het nieuwe apparaat LAADT CONFIGURATIE IN HET APPARAAT Download configuration to PC Importeren configuratie in een mbnet Importeren configuratie in een mbnet.mini Importeren configuratie in een mbspider Submit configuration to device TOEGANG TOT APPARATEN EN MACHINES AFSLUITEN VAN DE MBCONNECT24 SESSIE FACTORY RESET mbnet.mini mbNET SPECIFICATIES INSTELLINGEN ROUTER LAN WLAN Internet WAN Modem FAQ PROBLEMEN OPLOSSEN Pagina 2

3 1. Algemeen Dit document beschrijft de eerste stappen en acties die nodig zijn om een device (mbnet/mbspider) te verbinden met de mbconnect24 V2 portaal server met de remote client software mbdailup. Vereisten / onderdelen: mbconnect24 vanaf V 2.0 mbdialup * vanaf V 3.2 mbcheck * vanaf V mbnet *.. firmware vanaf V mbspider * firmware vanaf V mbnet.mini * firmware vanaf V * De laatste versie kan worden gedownload via downloads.mbconnectline.com Zet- en drukfouten onder voorbehoud. Pagina 3

4 2. Legenda Algemeen.. Notitie... Waarschuwing mbconnect24 legenda.. Object toevoegen... Object verwijderen... Open aanpassingsmenu... Open bewerkingsmenu... Kopieer object... Download/transfer configuratiedata mbconnect24.mbn(x)... Bouw VPN verbinding op met de router... Verbreek VPN verbinding met de router... Openvouwen centrale navigatiemenu... Dichtvouwen centrale navigatiemenu... Open menu Dashboard... Open menu Administration... Open menu Messages... Open menu Tasks... Open menu Reports... Open menu System... Open-/dichtvouwen sub-navigatie menu... Toont de actualisatie van de gebruikersinterface met de rotatie van het pictogram... Toon routers in een lijstoverzicht... Toon routers in een mapoverzicht... Toon het filter... Set filter... Reset filter... Verversen van de widget inhoud... Toon alleen de header van een widget... Toon de complete widget... Toon alle actieve berichten... Toon alle connecties... Toon alle open taken... Toon alle nieuwe berichten Toont de ingelogde gebruiker op het portaal Pagina 4

5 Pagina 5

6 3. Inloggen mbconnect24.net Ga naar downloads.mbconnectline.com om de vereiste software te downloaden om de beveiligde verbinding op te bouwen met het portaal. Heeft u nog geen portaal dan kunt u een nieuwe aanvragen via mbconnect24 account request op Zodra u zich heeft geregistreerd ontvangt u een met uw toegangsinformatie. De komt in 2 delen: De eerste bevat de gebruikersnaam De tweede het wachtwoord Om u te registreren heeft u een serienummer van een mbnet/mbspider nodig. 3.1 Software installatie Onder Software download de programma s mbdialup en mbcheck EUROPE. Nederlandse gebruikers loggen altijd in op de mbconnect24 EUROPE server en hebben dus ook de mbcheck EUROPE nodig. 3.2 mbcheck Na het downloaden en uitpakken van de 2 bestanden moet eerst het programma mbcheck.exe gedraaid worden. Dit programma controleert of tenminste één van de poorten 80TCP, 443TCP of 1194TCP open staan in de firewall. Tenminste mbdialup en een device (mbnet/mbspider) hebben één van deze poorten nodig. U krijgt hiermee een melding of een verbinding via mbdialup met het webportaal mbconnect24 mogelijk is. De data varieert van het type server welke gekozen is: Voor EUROPA is dit (rsp.mbconnect24.net/ ). Pagina 6

7 3.3 mbdialup De mbdialup software maakt het mogelijk om een veilige VPN verbinding op te bouwen met het mbconnect24 portaal. Om mbdialup te installeren kunt u eenvoudig de setup setupmbdialup.exe uitvoeren en start daarna het programma. Tijdens de installatie, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld als Administrator. Server selecteren Voordat u voor de eerste keer verbinding maakt met de portal server, selecteer de mbconnect24.net server. Zorg ervoor dat u de juiste server selecteert wanneer u wilt inloggen op mbconnect24 deze moet hezelfde zijn als onder Server Location bij Account Request. Als u niet de juiste server heeft geselecteerd is het niet mogelijk om een verbinding op te bouwen. Als u bijvoorbeeld Europe als server locatie heeft gekozen en u selecteert vervolgens de server mbconnect24.us (USA/CAN) dan krijgt u een authenticatie foutmelding, omdat u inlogt op een verkeerde server. Toegang via proxy server Als u alleen toegang tot het internet heeft via een proxy server, dan kunt u de gerelateerde instellingen doen in het menu Settings, via het submenu Port/Proxy settings. Pagina 7

8 3.4 Inloggen mbconnect24 U kunt nu inloggen op uw portaal met de informatie (gebruikersnaam, wachtwoord) welke u na registratie heeft ontvangen. Een veilige VPN connectie met uw account op mbconnect24 is nu opgebouwd. 4. mbconnect24 configuratie Hier kunt u: Een nieuw apparaat (router) aanmaken; Configuratie file opslaan; Deze laden in uw mbnet of mbspider. Als de VPN connectie op gebouwd is het scherm van uw account opent op mbconnect24. Pagina 8

9 4.1 Wijzigen van wachtwoord Voor u start met uw configuratie adviseren wij u om het wachtwoord aan te passen. Er blijft een melding in uw scherm staan totdat u het wachtwoord wijzigt: You never changed your password. Change your password by clicking on the button. Wanneer u op de button Change Password klikt wordt u doorgezet naar een menu waar u deze kunt aanpassen. Let op het wachtwoord moet voldoen aan de richtlijnen voor wachtwoorden. Het nieuwe wachtwoord wordt actief op het moment dat u opnieuw inlogt op het portaal. 4.2 Aanmaken nieuwe gebruiker Advies is om direct een nieuwe gebruiker aan te maken en de gebruiker admin@account alleen voor administrator zaken te gebruiken. Open het menu Administration via de knop en kies daarna voor Users. Klik vervolgens op aan te maken. om een nieuwe gebruiker Pagina 9

10 Vul nu een naam en adres in. De overige opties zijn voor een uitgebreide configuratie. Geef onder Access de gewenste rechten in en sla deze gebruiker op via Save. Nu is het advies om verder te gaan door in te loggen met deze nieuwe gebruiker. 4.3 Aanmaken van een nieuw project Een project is de hoogste autoriteit om de volgende taken uit te voeren: Remote Maintenance Data logging Monitoring & Alarmering Web-based Visualisatie Een apparaat (mbnet/mbspider) wordt direct toegewezen aan een project. Het is mogelijk om meerdere apparaten toe te wijzen aan een project. Nadat u het wachtwoord hebt gewijzigd, is er nog een bericht op het startscherm: There are no projects defined in your account. Go to the Administration Section to create your first project! Pagina 10

11 Als u op Administration klikt, wordt u direct doorgestuurd naar het menu Administration. Daar kunt u een nieuw project maken. In het menu, Administration verschijnt de melding: There are no Projects defined in your account. Click on the button to create your first Project! Om een nieuw project te maken klik dan op de knop Create new Project. Voor de basisconfiguratie is het noodzakelijk om de volgende informatie in te vullen: Number Name Description De tabbladen Description en Acces zijn noodzakelijk voor de uitgebreide configuratie.voer de benodigde informatie Pagina 11

12 in het volgende venster in om het project te definiëren. Number:... Uniek projectnummer Name:.... Naam van het project Description:.. Korte projectomschrijving Default dashboard view: Hier kunt u kiezen voor lijstweergave..... of map weergave Image:... Hier kunt u een afbeelding aan het..... project toevoegen Klik op de tab Description. Extended description:.. Hier kunt u een uitgebreidere..... omschrijving van het project invoeren. Klik op de tab ACCESS. Pagina 12

13 Geef aan welke klanten* en/of gebruikers* toegang hebben tot dit project. Meerdere selecties mogelijk. * Voor meerdere selecties moeten er eerst extra klanten of gebruikers aangemaakt worden. Als laatste klik op de knop Save. Je hebt nu succesvol het eerste project aangemaakt. 4.4 Nieuw apparaat toevoegen Nadat het project is aangemaakt verschijnt de volgende melding: There are no Devices defined in this Project. Click on the button to create your first Device in this Project! Klik op de knop Create new Device. Pagina 13

14 Voor de basisconfiguratie is het noodzakelijk om de volgende informatie in te vullen: Device Type Name Description Bij het selectieveld Device Type, kunt u kiezen uit alle apparaten die u kunt definiëren in het portaal. Kies nu uw type apparaat. Het juiste typenummer vindt u op de zijkant van het apparaat. U kunt uw eigen naam voor het apparaat maken. Volgende nummers en letters zijn toegestaan: 0 tot 9, A tot Z, a tot z (vermijd spaties). Bij het veld Description kan een beschrijving van het apparaat ingevoerd worden. Alle getallen, woorden, spaties en/of andere tekens zijn niet toegestaan. Device Device Type: Selecteer het juiste apparaat uit de voorkeurslijst. Name:... Vul een naam in voor het apparaat. Description: Geef een korte omschrijving van het apparaat. Serial Number: Vul hier het serienummer van het apparaat in (zijkant apparaat). Image:.. Als je een foto van het apparaat wilt uploaden De tabbladen Description, Contact, Location, Map en Access zijn te gebruiken voor de uitgebreide configuratie. 4.5 Configureer het nieuwe apparaat Nadat u een nieuw apparaat heeft toegevoegd, opent het actuele configuratie menu. Pagina 14

15 Voor de basisconfiguratie zijn de volgende interfaces noodzakelijk: LAN WLAN Internet WAN Modem Afhankelijk van het type apparaat kan de lijst met interfaces variëren. Om de instellingen aan te passen klikt u op de knop achter de desbetreffende interface. Alle standaardwaarden voor de LAN, Internet en WAN interface kunnen standaard worden gelaten. Moeten er toch uiteenlopende netwerkinstellingen en wijzigingen aangebracht worden van een aantal interfaces, dab vindt u meer informatie in de helpfunctie van het portaal. Pagina 15

16 5. Laadt configuratie in het apparaat Er zijn twee mogelijkheden om voor het eerst een configuratie in het apparaat te laden: Download configuration to PC Sumbit configuration to device Zodra het apparaat is aangemaakt klikt u op het symbool overdrachtsmethode te kiezen. om het type van de Selectie van het type overdracht is gebaseerd op twee essentiële criteria: Download configuration to PC Submitting configuration to device De configuratie PC heeft een VPN verbinding met het portaal. De mbnet/mbspider heeft geen LAN verbinding. De mbnet/mbspider heeft geen connectie met het portaal. De configuratie PC heeft een VPN verbinding met het portaal. De mbnet/mbspider is verbonden met het PC netwerk via de LAN interface. De mbnet/mbspider heeft (vereist) geen connectie met het portaal. Pagina 16

17 5.1 Download configuration to PC Selecteer dit type overdracht als het apparaat niet is aangesloten op een computer via LAN of via een internetconnectie met het mbconnect24 portaal. Na het klikken op Download configuration to PC, wordt de mbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile opgeslagen op de configuratie-pc of direct op een aangesloten USB-stick. BELANGRIJK: De gedownloade mbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile mag niet hernoemd worden en moet worden opgeslagen in de root van een USB-stick. De USB-stick moet het formaat FAT hebben. 5.2 Importeren configuratie in een mbnet Indien de mbnet is verbonden met de stroomvoorziening en klaar voor gebruik kan de USB-stick in de router worden geplaatst. Zodra de router de configuratie file heeft herkend LEDs Fc1 + Fc2 beginnen synchroon te knipperen. Druk nu op Dial Out en houdt deze ingedrukt totdat LED Fc3 knippert. De instellingen van mbconnect24 zijn nu automatisch geladen en de mbnet router reboot nu. Als de mbnet nu een verbinding met het internet kan opbouwen (b.v. netwerk, telefoonkabel, SIM Card, antenne zijn geïnstalleerd) logt hij automatisch in op uw account. Dit is te zien als de LED Con begint te knipperen. Als deze LED knippert met een frequentie van 3 Hz is de router bezig met het opbouwen van een verbinding met het portaal. Als dit succesvol is zal de LED Con langzamer gaan knipperen met 1,5 Hz. In zeldzame gevallen kan het ontwerp van de USB-stick ongeschikt zijn voor deze procedure. Gebruik dan een andere USB-stick. Als de mbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile geïmporteerd is, wordt deze automatisch hernoemd en opgeslagen op de USB-stick als Xmbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile. Pagina 17

18 5.3 Importeren configuratie in een mbnet.mini Indien de mbnet.mini is verbonden met de stroomvoorziening en klaar is voor gebruik kan de USB-stick in de router worden geplaatst. Zodra de router de configuratiefile herkend heeft laat de router dit zien via een blinkende LED Usr (knipperend op 1.5 Hz.). Zodra de LED Usr begint te knipperen*, Druk binnen 10 seconden op de knop Function * knippert met 1.5 Hz Houdt deze knop ingedrukt totdat de LED Usr oplicht. Laat nu de Function button los. Wanneer de LED Usr uitgaat en de LED Pwr + Rdy oplichten is de configuratie geladen. Als de mbnet.mini nu een verbinding met het internet kan opbouwen (b.v. netwerk, telefoonkabel, SIM Card, antenne zijn geïnstalleerd) logt hij automatisch in op uw account. Dit is te zien als de LED Con begint te knipperen. Als deze LED knippert met een frequentie van 3 Hz is de router bezig met het opbouwen van een verbinding met het portaal. Als dit succesvol is zal de LED Con langzamer gaan knipperen met 1,5 Hz. In zeldzame gevallen kan het ontwerp van de USB-stick ongeschikt zijn voor deze procedure. Gebruik dan een andere USB-stick. Als de mbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile geïmporteerd is, wordt deze automatisch hernoemd en opgeslagen op de USB-stick als Xmbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile. Pagina 18

19 5.4 Importeren configuratie in een mbspider Nadat u de configuratiefile mbconnect24.mbn van het web-portaal mbconnect24 op uw USB-stick hebt opgeslagen, gaat u als volgt te werk: Na plaatsen van de USB-stick in de mbspider beginnen LED Fc1 + LED Fc2 te knipperen. Druk binnen 10 seconden op de Function knop en houdt deze ingedrukt. Laat de knop Function los op het moment dat LED Fc1 + LED Fc2 uitgaan en LED Fc3 knippert. Na ongeveer30 seconden gaat LED Fc3 uit. De configuratiefile is succesvol geladen. In zeldzame gevallen kan het ontwerp van de USB-stick ongeschikt zijn voor deze procedure. Gebruik dan een andere USB-stick. Als de mbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile geïmporteerd is, wordt deze automatisch hernoemd en opgeslagen op de USB-stick als Xmbconnect24.mbn/-.mbnx configuratiefile. 5.5 Submit configuration to device Selecteer dit type overdracht als het apparaat is aangesloten op de PC via een LAN-interface (het moet mogelijk zijn om het apparaat te benaderen op de LAN van de PC, ongeacht het LAN IP-adres) en de PC een verbinding met het mbconnect24 portaal heeft. Na het klikken op Submit configuration to device, voert het systeem een scan uit voor alle apparaten verbonden met de LAN interface van de PC en toont deze vervolgens. Pagina 19

20 Indien de configuratiefile en het onbekende apparaat gelijk zijn, klik dan op go>> om te bevestigen. In het volgende scherm kan geklikt worden op start configuration transfer. De instellingen voor mbconnect24 zijn nu succesvol gekopieerd. Als alle items zijn verwerkt bevestigt u de overdracht via de Finished knop. Als het apparaat (b.v. mbnet) nu een verbinding met het internet kan opbouwen (b.v. netwerk, telefoonkabel, SIM Card, antenne zijn geïnstalleerd) logt hij automatisch in op uw account. Dit is te zien als de LED Con begint te knipperen. Als deze LED knippert met een frequentie van 3 Hz is de router bezig met het opbouwen van een verbinding met het portaal. Als dit succesvol is zal de LED Con langzamer gaan knipperen met 1,5 Hz. Pagina 20

21 Uw mbnet is nu online en gereed voor toegang tot uw systemen en machines. Pagina 21

22 6. Toegang tot apparaten en machines Een industriële router (mbnet) kan een verbinding maken met apparaten en machines. Als de mbnet een internetverbinding heeft meldt hij zich op het portaal, de LED wordt dan groen in de statusbalk. Indien u een verbinding wilt maken met uw machine, klik dan op het Connectie icoon. Dit noemen we een actieve verbinding! Nadat de actieve verbinding is opgebouwd verandert de LED van groen naar oranje. Het Connectie icoon verandert van zwart naar oranje en roteert om zijn as. Uw verbinding met de machine is nu gereed. Als u de verbinding wilt verbreken klik dan op het roterende Connectie icoon. 7. Afsluiten van de mbconnect24 sessie Als u de sessie van mbconnect24 op een goede manier wilt beëindigen kiest u voor de button LOGOUT. Als u nu op de button EXIT klikt wordt de software mbdialup afgesloten. U heeft nu de basisinstellingen gedaan, in hoofdstuk 8 gaan we wat dieper in op sommige instellingen. Pagina 22

23 8. Factory reset 8.1 mbnet.mini Voordat de factory reset wordt uitgevoerd controleer het volgende: De mbnet.mini moet operationeel zijn (LED Pwr + Rdy branden continue). Het IP-adres van de router wordt teruggezet naar Om de mbnet.mini te resetten naar de fabrieksinstellingen volg dan nauwkeurig de volgende procedure: Klik eenmalig op de button Reset. Klik hierna direct op de button Function en houdt deze ingedrukt. Na ongeveer seconden gaat de LED Rdy knipperen. (houdt de button Function ingedrukt!) Zodra de LED Usr begint te knipperen kan de button Function losgelaten worden. De mbnet.mini start opnieuw. Wanneer de LED Pwr en Rdy oplichten zijn de fabrieksinstellingen geladen. 8.2 mbnet Schakel de mbnet in. Wacht totdat de LED Rdy begint te knipperen. Klik op de button Dialout en houdt deze ingedrukt totdat LED Fc4 oplicht. Klik opnieuw op de button Dialout en houdt deze ingedrukt totdat LED Fc3 oplicht. Klik opnieuw op de button Dialout en houdt deze ingedrukt totdat LED Fc2 oplicht. Klik voor een laatste keer opnieuw op de button Dialout. De mbnet is nu teruggezet naar de fabrieksinstellingen en start opnieuw op. Het IP-adres van de router is teruggezet naar Pagina 23

24 9. Specificaties instellingen router In dit hoofdstuk uitgebreidere informatie over de instellingen van de router. Als u de instellingen van de interfaces wilt aanpassen kunt u klikken op het Editing icoon. 9.1 LAN Vul een vrij LAN IP-adres in en een Netmask voor het systeem- of machinenetwerk. Let op, dat de LAN en WAN IP-adres zich in een andere netwerkrange van elkaar bevinden. LAN instellingen IP IP-adres van de router. Netmask Voer het subnetmask in waar uw apparaat in moet worden geïntegreerd. 1:1 NAT network Activeren 1: 1 NAT Network, als beide contacten dezelfde Net adressen gebruiken en willen communiceren met elkaar. Virtual Network (1:1 NAT) Vul het adres van uw netwerk (bijv /24) in. Zorg ervoor dat u de CIDR spelling gebruikt voor het IP-adres! 9.2 WLAN Als u de router met WLAN module wilt configureren vul dan de informatie van de router of access-point in. SSID Authentification Mode Encryption Mode Encryption Key Encryption Key Confirmation Channel WLAN instellingen Naam van router of access-points. Selectie methode van de authenticatie methode. Selecteer een encryptie mode. Vul de WLAN key in van de router of access-points. Vul nogmaals de WLAN key in van de router of access-points. Kanaal van de WLAN. Pagina 24

25 WLAN instellingen WAN type: DHCP Selecteer deze optie als er een DHCP server aanwezig is in het netwerk. Gateway Vul in de gateway van het netwerk. WAN IP WAN Netmask Gateway WLAN instellingen Type: External router IP-adres van de externe router. Voer het subnetmask in waar uw apparaat in moet worden geïntegreerd. Gateway van de externe router. Pagina 25

26 9.3 Internet U dient te configureren: Wanneer het apparaat zich aanmeldt op het portaal; Hoe de internetverbinding opgebouwd moet worden; De VPN poort die gebruikt moet worden (welke van de 3 poorten is vrij, te bepalen met mbcheck). Voor het eerste gebruik adviseren we om Always te selecteren bij Connect to server on. De invoervelden kunnen verschillend zijn, dit is afhankelijk van het type router. Pagina 26

27 Connect to the server on Disconnect after a time of inactivity [sec] Connect to send log data Internet connection Test connection Test Interval (s) Test Address Internet instellingen Tijd en moment wanneer een verbinding met het portaal opgebouwd moet worden. Dialout button Wanneer de dialout of function button bedient wordt, wordt een verbinding met het portaal opgebouwd. Always Als het apparaat verbonden is met de voedingsspanning en gereed is, wordt automatisch de verbinding met het portaal opgebouwd. SMS Als u een verbinding met het portaal wilt moet u een SMS sturen met de opdracht een VPN connectie te starten. Input 1 Het apparaat maakt een VPN connectie met het portaal op het moment dat het signaal van de digitale ingang 1 actief is of niet. Nadat het apparaat de ingestelde tijd van inactiviteit heeft bereikt, zal de VPN-connectie verbroken worden. Wanneer het apparaat een verbinding met de server heeft, zal het de log data verzenden in een vooraf ingestelde interval. Het afsluiten van de connectie vindt plaats na de ingestelde time-out. Checkbox met de informatie hoe uw apparaat verbinding moet maken met het internet. External Router Om het apparaat via een externe router te verbinden, moet u het apparaat een IP-adres geven buiten het bereik van de externe router. Voer het IP-adres van de externe router in bij de gateway. Daarnaast moet je een DNS-server in voegen om een naamresolutie te garanderen. External DSL Modem Modem Failover (WAN -> modem) Om een internetverbinding over een DSL modem te maken heeft u de toegangsdata nodig. Indien deze niet bekend zijn moet u navraag doen bij uw Internet provider (ISP). U moet de data invullen in de velden Username en Password. U kunt ook een internetverbinding opbouwen via het geïntegreerde modem. De internetverbinding kan worden opgebouwd over de WAN-interface. Als het apparaat problemen heeft met de WAN-interface of er geen WAN-kabel wordt geplaatst, kan met de functie failover de gebruikte interface overschakelen naar het interne modem. Als deze functie geselecteerd is zal er een ping gedaan worden in de ingestelde interval op het ingestelde testadres om te controleren of er toegang tot het internet is. Zorg ervoor dat het adres permanent toegankelijk is. Interval voor het ping commando voor de testverbinding. Test adres voor het ping commando. Zorg ervoor dat het adres permanen toegankelijk is. Pagina 27

28 Als er een Proxy server is kan deze hier ingevuld worden. Proxy instellingen Als u een Proxy server wilt gebruiken moet u Use Proxy? selecteren. Hierna verschijnen er meer invoervelden. 9.4 WAN Vul hier een vrij WAN IP-adres in en de netmask van het bedrijfsnetwerk. Het is niet noodzakelijk om dit in te vullen, als er in het bedrijfsnetwerk een DHCP server aanwezig is, is een WAN IP-adres niet nodig. Kies dan voor DHCP. U kunt kiezen tussen static IP en DHCP. WAN instellingen: Type: static IP Gebruik het statische IP-adres als je niet beschikt over een DHCP-server in het netwerk. Let op dat u een DNS-server moet gebruiken. WAN IP IP-adres van de externe router. WAN Netmask Voer het subnetmask in waar uw apparaat in moet worden geïntegreerd. Gateway Gateway van de externe router. DNS Server DNS server. WAN instellingen: Type: DHCP Selecteer dit item als er een DHCP-server in uw netwerk is. Uw apparaat krijgt een IP-adres automatisch per DHCP. Gateway Gateway van de externe router. DNS Server DNS server. Pagina 28

29 9.5 Modem Number Mobile APN (provider) APN User Password SIM pin Modem instellingen Telefoonnummer van de gekozen SIM Card. Selecteer een APN van de provider indien aanwezig of als niet in de lijst voor komt kiest u voor Own entry enter login information en vult vervolgens de gegevens handmatig in. Handmatige invoer van APN van provider. Indien noodzakelijk, gebruikersnaam bij de APN. Indien noodzakelijk, wachtwoord bij de APN. SIM-Pin van de gekozen SIM Card. 10. FAQ Voor actuele meeste gestelde vragen en antwoorden verwijzen we u graag naar: Wat is een Xmbconnect24.mbn/.mbnx bestand? Zodra het mbconnect24.mbn configuratiebestand correct geladen is in de mbnet, wordt het bestand automatisch hernoemd naar Xmbconnect24.mbn/.mbnx. Dit zorgt ervoor dat het configuratiebestand niet voor een tweede keer wordt herkent door de router en voorkomt het eindeloos laden van het configuratiebestand. Hoe maak ik een gecodeerd configuratiebestand? Hiervoor kan het serienummer ingegeven worden op het portaal in de configuratie van de router via tabblad Description of dit gebeurt automatisch op het moment dat de router voor het eerst verbinding maakt met het portaal. Mag ik de naam van het configuratiebestand aanpassen? Nee, de naam mag niet aangepast worden, indien dit wel gebeurt resulteert dit erin dat de router het bestand niet herkent. Verschil tussen mbconnect24.mbn en mbconnect24.mbnx? In tegenstelling tot mbconnect24.mbn is het configuratiebestand mbconnect24.mbnx een gecodeerd bestand en kan alleen worden verwerkt/gecodeerd in routers met firmware vanaf versie V Een mbconnect24.mbn bestand kan worden geladen in elke mbnet van hetzelfde type zolang deze gelijk is aan het type in het configuratiebestand en zolang het configuratiebestand nog geen serienummer heeft. Voorbeeld: Als de configuratie van de router is ingesteld op het type MDH816 kan het configuratiebestand in alle MDH816 routers geladen worden. Een mbconnect24.mbnx bestand kan deze alleen geladen worden in een mbnet router van hetzelfde type en met hetzelfde serienummer als geconfigureerd in het configuratiebestand. Pagina 29

30 Verschillen tussen knipperende codes van de Con LED? LED Con knippert snel (ca. 3Hz): a) Router bouwt een verbinding op met het internet b) Router heeft een VPN verbinding met het portaal LED Con brandt continu: Router beschikt over een actieve internet verbinding, maar heeft geen VPN connectie met het portaal LED Con knippert langzaam (ca. 1,5 Hz): VPN verbinding met het portaal is opgebouwd. Hoe kom ik op de web interface van mijn mbnet router? Om de mbnet web interface te bereiken moet het mogelijk zijn om de mbnet te bereiken vanaf uw computer via LAN. Hiervoor moet de computer in hetzelfde adres bereik liggen als de mbnet. Dit geldt voor zowel het IP-adres als het subnetmask van de computer. Zodra het IP-adres van de mbnet router ingevuld wordt in een webbrowser (elke standaard webbrowser wordt ondersteunt) wordt de inlogpagina van de mbnet geopend. Standaard instellingen mbnet: IP-adres: Subnet mask: Gebruikersnaam: admin Wachtwoord: geen Welke informatie heeft 4S industrie nodig voor support? Type router Ingegeven router naam op portaal Naam van portaal Serienummer Firmware versie Portaal versie V1 of V2 De support logs mbnet web interface > expert mode > status > system Het configuratiebestand van mbconnect24 (.mbn) De mbdialup support logs 11. Problemen oplossen Voor actuele probleemoplossingen verwijzen we u graag naar: mbcheck vindt geen vrije VPN poort Zorg ervoor dat tenminste één van de drie volgende poorten niet worden geblokt in de netwerk firewall: TCP80, TCP443 of TCP1194. Indien deze geblokt worden, overleg dan met de IT manager om één van de poorten open te zetten. Pagina 30

31 Geen verbinding tussen de router en het portaal Controleer de benodigde randapparatuur afhankelijk van het type mbnet: Zijn de netwerkkabels en de netwerkverbindingen goed? Is de telefoonkabel verbonden met de router? Is er een SIM kaart geplaatst? Is de SIM kaart geschikt voor data-overdracht? Is het nodig om een pincode in te voeren? Is er een antenne geïnstalleerd? Is de signaalsterkte voldoende? De signaalsterkte kan via de web interface (mbnet) gecontroleerd worden. Controleer de netwerkinstellingen: WAN en LAN IP-adres mogen zich niet in het zelfde bereik vinden. De mbnet/mbspider moeten verbonden zijn met de WAN. Kan het apparaat verbinden met het internet? Dit kan gecontroleerd worden op het apparaat via: Advanced > Status > Diagnostics Geen verbinding met het portaal, aanmelden mislukt De inloggegevens zijn niet goed of niet goed ingevuld. Of met de inloggegevens is al iemand ingelogd. Advies: maak voor elke persoon een eigen inlog en gebruik alleen voor administrator zaken. Pagina 31

32 Een verkeerde server is gekozen. Voor Nederlandse klanten is dit altijd mbconnect24.net(europe). Dit heeft niets te maken met in welke landen de routers geplaatst worden. Sinds voorjaar 2015 is er een nieuw portaal mbconnect24 V2. Deze gebruikers dienen server rsp.mbconnect24.net (EU) te kiezen. De netwerkadapter voor mbdialup mist of staat uitgeschakeld Controleer de netwerkadapter op de PC via systeeminstellingen (Configuratiescherm > Netwerk en internet > Netwerkcentrum > Netwerkverbindingen). Als de adapter is uitgeschakeld schakel deze dan in, is hij niet geïnstalleerd installeer dan mbdialup opnieuw. Loggings aanzetten Om een gedetailleerde fout diagnose te stellen is het mogelijk om een uitgebreide logging te activeren in mbdialup via Settings > Option. In het geval van support door ons hebben we deze logbestanden nodig om uw probleem op te lossen. De logbestanden vindt u op de PC via: OpenVPN Log Windows XP: C:\Documents and Settings\All Users\User Data\MB Connect Line GmbH\mbDIALUP\ ovpn\log System Log Windows XP: C:\Program Files (x86)\mb Connect Line GmbH\mbDIALUP\vpnservicelog.txt OpenVPN Log Windows 7: C:\ProgramData\MB Connect Line GmbH\mbDIALUP\ovpn\log System Log Windows 7: C:\Program Files (x86)\mb Connect Line GmbH\mbDIALUP\vpnservicelog.txt Voor meer informatie over onze producten, handboeken en indien meer support noodzakelijk is verwijzen we u naar onze website Pagina 32