Standaard aansluiting elektrisch t/m 80A voor hoogbouw woningen

Transcriptie

1 Blad : 1 van 11 TOEPASSINGSGEBIED: Brabant Drenthe Flevoland Friesland Groningen Limburg Overijssel 1 DOELSTELLING Het tot stand brengen van een goede en veilige huisaansluiting voor hoogbouwwoningen in de laagspanningsnetten. Deze instructie omschrijft de eisen die gesteld worden aan de opstelling van de kwh-meter in woningen en het aanbrengen van de stijgleidingkabel in de huisaansluitcombinatie. 2 TECHNISCHE AFBAKENING Deze instructie geldt voor de medewerkers van en voor aannemers die in opdracht van werkzaamheden verrichten. De instructie is van toepassing voor elektriciteitsaansluitingen in nieuwbouw, bij verzwaringen en bij renovatie van hoogbouwwoningen met een aansluitwaarde van ten hoogste 3 x 80 A. Opmerking: Bij aansluitingen 3 x 50A zal via een capaciteitstoets (Excel tool) worden bepaald of de aangevraagde aansluiting zondermeer gerealiseerd kan worden. Als uit de capaciteitstoets blijkt dat een aansluiting te zwaar is om op het LS-(hoofd)net aan te kunnen sluiten zal de aanvraag in behandeling moeten worden genomen door de engineer van afdeling AE&I Volgens de ontwerpkaders LS en OV wordt hoogbouw als volgt aangesloten: Bij hoogbouw met twee bouwlagen worden de aansluitingen gerealiseerd op de LS-hoofdkabel. Aansluitingen uit de categorie 1x40A t/m 3x40A worden per tweetal met een grondkabel/stijgleiding op het LS-net aangesloten. Op de eerste bouwlaag wordt een stijgleidingkastje toegepast. De diameter van de grondkabel /stijgleiding is altijd 4x16Cu. Aansluitingen uit de categorie 3x50A t/m 3x80A worden individueel aangesloten op de flatkast. De diameter van de grondkabel/stijgleiding is altijd 4x16Cu. Bij hoogbouw met meer dan twee bouwlagen worden de aansluitingen aangesloten op een flatkast.

2 Blad : 2 van 11 3 TERMEN EN DEFINITIES Aansluitkabel hoogbouw De kabel vanaf de hoofdkabel naar de flatkast. Aarde nul koppeling Doorverbinding in de stijgleidingkast waarmee de nulklem (N) en de aardingsklem (PE) worden gekoppeld (PE-N). Als de klant aarding afneemt van wordt dit punt doorverbonden met een klem aan de buitenkant van de kast. Hierop kan de klant zijn aardingssysteem aansluiten. Adereindhuls Een huls die over het einde van de aardlitze of soepele koperen ader geperst wordt om het geheel een massief karakter te geven. Aardlitze in de stijgleidingkabel Aardverbinding in de stijgleidingkabel die de verbinding vormt tussen het aardscherm in de hoofdkabel en de aansluiting in de woning. Afdichtingsplug (of mantelbuisplug) Plug voor het gasbelemmerend en waterdicht doorvoeren van de aansluitkabel door de gevel of fundering. Afdichten van de mantelbuis. Het gasbelemmerend doorvoeren van de aansluitkabel door de gevel of fundering met behulp van kit of 2 componenten PUR schuim Aftakmof Aftakking waarmee een hoogbouwaansluiting op de LS-hoofdkabel wordt aangesloten. Elektriciteitsmeter De elektriciteitsmeter registreert het elektriciteitsverbruik (kwh) van de klant. Flatkast Verdeelinrichting voor de beveiliging van de stijgleidingen in hoogbouwprojecten met meer dan 2 bouwlagen. Hoofdautomaat Beveiliging in de aansluitkast, waarmee de doorlaatwaarde van de aansluiting gecontroleerd wordt. Een 1-fase aansluiting wordt standaard voorzien van een automaat 40 A. Bij een 3-fase aansluiting moeten de drie automaten van hetzelfde fabrikaat, type (karakteristiek) en waarde zijn. In het magazijn zijn automaten verkrijgbaar van 25 A, 40 A, 50 A, (met C- karakteristiek), 63 A en 80 A (met B-karakteristiek).

3 Blad : 3 van 11 Huisaansluitcombinatie voor hoogbouw: Samenstel van stijgleidingkast, huisaansluitkast en meterbord, voorzien van bedrading en automaten en geschikt om een complete hoogbouwaansluiting mee te maken. Voor hoogbouw is er een combinatie voor 1x40 A beschikbaar. Voor de aansluitwaarden tot en met 50 A is een uitbreidingsset beschikbaar met daarin de bedrading voor uitbreiding van 1-fase naar 3-fasen. De bedrading van deze combinatie is uitgevoerd in 10 mm 2. Aansluitingen in hoogbouw vanaf 3x50 A worden aangesloten op een aparte stijgleiding en met een aansluitcombinatie voor laagbouw. Huisaansluitkast In de huisaansluitkast bevinden zich de hoofdautomaten van de installatie. Kabelinvoerstuk Hierin wordt de stijgleidingkabel aan de onder- en bovenzijde van de stijgleidingkast stofdicht afgesloten d.m.v. een rubberring met klemblok. Mantel- of invoerbuis Invoerbuis (50 x 3,2mm) voor de geleiding en bescherming van de aansluitkabel. Meterbord Montagebord voor een elektriciteitsmeter. De bedrading van de meting bevindt zich achter het meterbord. Meterbord verlengstuk Verlengstuk voor het verlengen van het ABB-meterbord van 330 mm tot de standaard lengte van 350 mm. De aansluitcombinaties zijn standaard voorzien een verlengstuk, dat ook los verkrijgbaar is. Meterruimte (volgens meterkast norm NEN2768) Afgescheiden ruimte t.b.v. centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor de voorziening van elektriciteit, gas, drinkwater, elektronische communicatie-netwerksignalen en, voor zover van toepassing, van verwarming die is aangesloten op het openbare net voor warmtedistributie. De eisen voor deze ruimte zijn weergegeven in de norm NEN2768 en in de IWUN vouwbladen. Ombouwset hoogbouw Set van materialen om een 1-fase aansluiting 1 x 40 A hoogbouw om te bouwen naar een 3-fase aansluiting tot en met 3x40 A. De bedrading daarvan heeft een doorsnede van 10 mm 2. Stijgleiding: Kabel die vanaf de flatverdeelkast van 16 mm 2 of vanaf de hoofdkabel door de meterkasten of de schacht van het hoogbouwcomplex loopt tot de bovenste etage.

4 Blad : 4 van 11 Stijgleidingkast Kast waarin de aftakking gemaakt waarmee de woning wordt aangesloten op de stijgleiding. Tijdelijke afschermkap Afschermkap waarmee de meterdraden aan de bovenzijde van het meterbord worden afgeschermd, als de aansluiting wordt opgeleverd zonder dat er een installatie aanwezig is. Deze kap wordt door de installateur verwijderd voordat hij de installatie aansluit op de kwh meter. Trekontlasting De stijgleidingkabel wordt met beugels tegen de achterwand gemonteerd en daarmee op trek ontlast. Deze beugels worden niet in de aansluitcombinatie meegeleverd. Verzegeling Het aanbrengen van zegels op de huisaansluitkast en het kwh meter deksel met een daarvoor geschikte tang. past het Rotoseal verzegelsysteem (zegeldraad en gele zegels) van de fa. Transposafe toe. 4 WERKWIJZE: 4.1 Algemeen De standaard elektriciteitsaansluiting voor huishoudelijk gebruik bestaat uit een meteropstelling voor een 1-fase of een 3-fase meter en een aansluitkabel 4 x 6 mm² Cu of 4 x 16 mm² Cu vanaf de hoofdkabel tot aan de huisaansluitkast. De meteropstelling in een meterruimte voor hoogbouw bevat een stijgleidingkast, een huisaansluitkast met automa(a)t(en), een meterbord en een kwh-meter. De huisaansluitkast en het elektriciteitsmeterdeksel worden verzegeld. 4.2 Standaard materialen De standaard huisaansluitcombinatie voor hoogbouw is uitgevoerd voor 1 x 40 A en is in pakketvorm beschikbaar. Een pakket bestaat uit een stijgleidingkast, een aansluitkast, een meterbord, 1 automaat 40 A met C karakteristiek en bedrading. Uitgezonderd in het pakket zijn de volgende materialen: kwh-meter, en kabelzadels. Voor een aansluiting van 3x 25 A of 3x40 A is een uitbreidingsset beschikbaar, bestaande uit de draden van 10 mm 2. De 3 automaten worden daarvoor afzonderlijk bijbesteld. De stijgleidingkast is geschikt voor een kabel tot en met 4 x 25 mm 2.

5 Blad : 5 van 11 In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de standaard materialen voor elektriciteitsaansluitingen t/m 3x80 A voor hoogbouw Aardingsmogelijkheden De aarding van het laagspanningsnet kan op twee manieren zijn uitgevoerd: volgens een TNstelsel of volgens en een TT-stelsel. Een TN-net is geschikt voor het leveren van aarding aan de klanten. Daarbij zijn de lengte van de aansluitkabel en de hoofdkabel, de aanraakspanning en uitschakeltijd van de netzekering bepalende factoren. De maximale lengte van de hoofdkabel wordt mede bepaald door de lengte en diameter van de aansluitkabel en de kabelzekering. In een TT-net zijn de belasting en de spanningshuishouding de belangrijkste bepalende factoren. Als het laagspanningsnet is uitgevoerd volgens het TT-stelsel kan er bij de aansluitingen geen aarding worden geleverd. De verbruiker moet in dat geval zelf zorgen voor een veiligheidsaarding. In regio s, waar het LS-hoofdnet geschikt is, kan aarding als een dienst aangeboden en geleverd worden via het TN-stelsel. De klant bepaalt of hij van die mogelijkheid gebruik maakt. In dat geval wordt het PEN blok naar buiten uitgevoerd en beschikbaar gesteld aan de klant. Als de klant geen aarding van afneemt, wordt de uitwendige verbinding naar het PEN blok verwijderd Uitvoering van de aarding We onderscheiden 2 situaties; Aarding wordt WEL aangeboden door ; De aansluitcombinaties worden standaard geleverd in een uitvoering die geschikt is voor het aanbieden van aarding aan de linkerzijde van de aansluitkast. De in de kast aanwezige sticker met de tekst netbeheerder biedt aarding aan wordt geplaatst op de voorzijde van de huisaansluitkast. Aarding wordt NIET aangeboden door ; Als GEEN aarding geleverd wordt, dan altijd de aardstrip, de aardklemmen met aarddraad en de sticker met de tekst netbeheerder biedt aarding aan uit de kast verwijderen Faseverdeling Om een zo goed mogelijke spanningskwaliteit in het LS-net te houden is het noodzakelijk de belastingen goed over de fasen L1 L2 L3 te verdelen. Dit geldt alleen voor de 1-fase aansluitingen.

6 Blad : 6 van 11 Voor een goede verdeling geldt de volgende regel: Formule: Huisnummer delen door 3 Restgetal bepaalt op welke fase aangesloten wordt. Restgetal: 0 > Rood > L1 1 > Geel > L2 2 > Blauw > L3 Huisnummers en toevoeging worden bij elkaar geteld. Huisnummer 18a >> = 19 Huisnummer 18b >> = 20 Voorbeeld: 17 : 3 = 5 Rest is 2 > Blauw > L3 34 : 3 = 11 Rest is 1 > Geel > L Verzwaringen In de standaarduitvoering is de bedrading in de aansluitkast 10 mm 2. Bij hoogbouw worden aansluitingen vanaf 3x50 A op een eigen kabel vanaf de flatkast aangesloten. Een standaard 1- fase aansluitkast kan dus worden verzwaard tot maximaal 3 x 40 A. De gewenste automaten worden los besteld. Moet een hoogbouwaansluiting verzwaard worden naar 3 x 50, 63 A of 80 A, dan wordt een nieuwe stijgleiding aangelegd en de aansluitcombinatie aangepast met de juiste bedrading en automaten. 4.3 Algemene richtlijnen meterkast. De meterkast moet voldoen aan de bepalingen genoemd in de norm NEN 2768 en aan de van toepassing zijnde vouwbladen 1 Richtlijnen voor meterkasten in hoogbouwwoningen De aansluiting wordt aangelegd volgens tekening Standaard meteropstelling Elektriciteit Aansluiting <= 80 A Hoogbouw, tekening nummer Eib-0019.T.[2] De gronddekking van de aansluitkabel buiten het gebouw bedraagt tenminste 50 cm. Tevens dient voor de gronddekking en ligging het gemeentelijke normprofiel te worden aangehouden. 4.4 Montage instructies De verpakking van alle aansluitcombinaties is voorzien van een QR code. Hiermee zijn de montage instructies in digitale vorm op te vragen. De montage instructie is te downloaden waarna de instructiefilms afgespeeld kunnen worden. Daarnaast is er per artikelnummer een digitale set documenten beschikbaar in Infarm. [3] 1 Actuele vouwbladen zijn te downloaden op

7 Blad : 7 van 11 ( De aansluitcombinatie is een landelijke standaard en ook geschikt voor andere kabelsoorten dan die van.. Let op!!! De stijgleiding van is van het type VO-YMvKas en heeft een metalen omvlechting met daarin een aardlitze. Deze aardlitze worden aangesloten op het PE-blok. Daarvoor moeten de aanwezige freesklemmen uit het PE blok vervangen worden door twee niet-freesschroeven. Vervolgens worden aardklem en de PE-klem gekoppeld in de stijgleidingkast. In aansluitklemmen van bepaalde slimme meters is het mogelijk dat een 4 mm2 of 6 mm2 ader naast de schroef geplaatst kan worden. Zie instructie Eiz-0003.I Instructie voor vervangen bedrading meterborden en andere oplossingen. [4] 4.5 Het aansluiten van de kwh meter. Per 1 januari 2015 worden alleen slimme kwh meters geplaatst bij nieuwe aansluitingen en bij meterwisselingen In bedrijf stellen aansluiting met een slimme meter. waarbij de installatie wel aanwezig is. Als bij het maken van een nieuwe aansluiting de installatie van de klant gereed is, kan de aansluiting worden gemaakt, de kwh meter worden geplaatst en worden aangesloten op de installatie van de klant. Als de installatie niet aanwezig is : zie par Bij een oplevering van een standaardaansluiting met een slimme meter worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Testen van de slimme meters conform de instructies op de koppelkaart Melden van de technische gegevens van de aansluiting aan het BAK-team van de desbetreffende regio (TIM-melding), Opleveren met de hoofdautomaten ingeschakeld. De aansluiting wordt altijd opgeleverd met de hoofdautomaten in de IN stand. Dit is noodzakelijk omdat de slimme meter zich alleen aanmeldt als hij onder spanning staat gedurende 4 dagen.

8 Blad : 8 van In bedrijf stellen standaardaansluiting met een slimme meter waarbij de installatie niet aanwezig is. Als bij het maken van een nieuwe aansluiting de installatie van de klant nog niet aanwezig is, kan de aansluiting toch worden gemaakt en de kwh meter worden geplaatst. Uit het oogpunt van veiligheid worden de installatiedraden aan de bovenzijde van het meterbord afgeschermd met een afdekkap met waarschuwingssticker met de tekst: Vóór het plaatsen van de verdeelinrichting: 1. Eerst spanningsloos maken! 2. Dan deze tijdelijke afscherming verwijderen (Zie foto) Deze afdekkap wordt door de installateur verwijderd vóór het aansluiten van de installatie. De kap mag worden weggegooid. 4.6 Gasbelemmerend afdichten van de mantelbuis. Na het invoeren van de stijgleiding wordt de mantelbuis gasbelemmerend afgedicht. Dit kan wordt gedaan met afdicht kit. De toe te passen middelen zijn kit van Stopaq of de 2 componenten PUR van Illbruck FM791 2-comp. en zijn te bestellen via Infarm. Zie voor nader informatie de werkinstructie Ezb-0002.I Montage instructies geveldoorvoeren en afdichtsystemen. [5]

9 Blad : 9 van Controleren van de aansluiting Spanning testen Na het monteren van de aansluitkabel in de huisaansluitkast wordt de aansluitkabel op montagefouten gecontroleerd en de spanning gemeten aan de onderzijde van de automaten in de huisaansluitkast Draairichting testen Na het monteren van de aansluitkabel in de huisaansluitkast wordt de draaiveldrichting gecontroleerd. Deze moet voldoen aan de plaatselijke geldende draaiveldrichting. De controle van de draaiveldrichting vindt plaats in de huisaansluitkast op de automaten Controle Verbindingen Vóór het sluiten van de aansluitkast is het verplicht om nog een keer alle verbindingen te controleren. Dit vindt plaats door alle schroeven/bouten, waarmee aders zijn aangesloten, na te draaien totdat deze handvast zitten. Let op: Bij het controleren géén gebruik maken van een schroefmachine Opleveren van de aansluiting Bij het opleveren wordt de checklist in gevuld : Checklist in bedrijfstelling en oplevering E/G aansluitingen incl. Hoogbouw (zie DEN) [6] Werkinstructies voor hoogbouw: Een overzicht voor de werkinstructies voor hoogbouw zijn weergegeven in bijlage Overzicht standaard materialen. Het overzicht van standaardartikelen voor hoogbouwaansluitingen [3] is weergegeven in Infarm. ( 5 OPMERKINGEN Werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de geldende landelijke VeiligheidsWerkInstructie; - VWI-E62 Een aansluiting monteren incl. de aftakmof. 6 BIJLAGEN Bijlage 1: Tekeningen c.q. montage instructie standaard huisaansluiting Elektrisch t/m 80A voor hoogbouw. Bijlage 2: Voorbeeld TGA formulier.

10 Blad : 10 van 11 Bijlage 1: Overzicht werkinstructies en tekeningen Standaard aansluiting elektrisch.

11 Blad : 11 van 11 Bijlage 2: Voorbeeld TGA formulier. TECHNISCHE GEGEVENS AANLEG TECHNISCHE GEGEVENS AANLEG Versie van aansluiting LS/G Lokatie omschrijving LS / G In bedrijf LS G Type afnemer Aansluiting Mof Uit bedrijf (afgekoppeld) Vervallen Afnemer LS / G Sanering Gemeente: Datum - - Woonplaats: Postcode LS Veiligheidshoudertype Wijze van aarding Straat Huisnr 1 x Diazed kll 25A Groep 1: Eigendom klant: Aardelektrode aangelegd 3 x Diazed kll 25A Groep 1: Eigendom klant: Aardelektrode aangelegd derden Diazed 2xkll+1xklll Groep 1: Eigendom klant: Overige uitvoeringsvormen Schets: Automaat Groep 2: Eigendom klant: Waterleiding in convenant procedure EAN-code: 1 x Diazed klll 63A Groep 2: Eigendom klant: Waterleiding niet in convenant procedure 3 x Diazed klll 63A Groep 3: Eigendom : Norm TN-aarding Geen Groep 4: Eigendom : Separaat aardnet Kortsl.vast DIN 00 Groep 4: Eigendom : Loodmantelaarding Kortsl.vast DIN Groep 4: Eigendom : Ondersteuningsaarde Max houder Groep 4: Eigendom : Uitsluitend nulling Max houder > Groep 4: Eigendom : Uitvoeringsvorm onbekend Max houder > Groep 4: Eigendom : Vijfde ader Max houder > Onbekend Aansluit/Meetwijze Zekeringtype Waarde Fase direct gemeten afgetakt Mes R Amp Koppeling Nul aarde direct gemeten eigenrichting Schroef S Ja in direct gemeten afgetakt T Nee in direct gemeten eigenrichting 3-fase G Aansluitingtype Afsluiter Afsluiternummer Wijze van aansluiten G G 4 Ja Aansluiting via hoofdleiding G 6 Nee Aansluiting via stijgleiding G 10 Secundair binnen G 16 Huisdrukreg. Huisdrukregelaartype Secundair buiten G 25 Ja Op regelinstallatie G Nee Afwijkend Onbekend Hoofdkraan type Aansluitleiding koppeling Kogelkraan T-stuk Aansluitpakket Overige namelijk: Verloop Mantelbuis 63mm Zwenkventiel Mantelbuis 75mm Zadel PEKO Opzetstuk Meterput Onbekend N.v.t. Tekeningnr. meteropstelling Zakkende grondconstructie Ja Nee Aansluit lengte materiaal mantel aders diameter hulpaders diameter kabel-1 m X mm 2 X mm 2 -> Vanaf hoofdnet bekeken kabel-2 m X mm 2 X mm 2 lengte diameter materiaal leiding-1 m " / mm leiding-2 m Type Mof " / mm Hoofdnet materiaal mantel aders diameter hulpaders diameter E X mm 2 X mm 2 Groepsnr. sub diameter materiaal Hoofdnet druk G " / mm 30 mbar 100 mbar Opmerking: Aannemer Naam Monteur