DARES. Handboek V 1.1. Redactie: Joop Verdoes, PA1JAV Secretaris Stichting DARES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DARES. Handboek V 1.1. Redactie: Joop Verdoes, PA1JAV Secretaris Stichting DARES"

Transcriptie

1 DARES Handboek V 1.1 Redactie: Joop Verdoes, PA1JAV Secretaris Stichting DARES Disclaimer: De op deze publicatie verkondigde mening vertegenwoordigt voor zover niet anders wordt aangegeven, de persoonlijke mening van de redactie. De redactie is niet aansprakelijk voor de inhoud, strekking en consequenties van de in deze publicatie weergegeven informatie. Voor zover niet in strijd met de auteursrechten van derden, kan de in publicatie opgenomen informatie vrijelijk worden gebruikt en worden verspreid op voorwaarde dat aan de oorspronkelijke inhoud niets wordt gewijzigd en een adequate bronvermelding plaatsvindt. Deze versie van het handboek vervangt alle eerdere versies die met het verschijnen van deze versie dan ook niet langer van kracht noch geldig zijn. Publicatiedatum: Uitgave: Stichting Dutch Amateur Radio Emergency Service, DARES Website: www. dares.nl DARES Handboek V 1.1 Pagina 1 / 42

2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 1 Gebruiksaanwijzing 5 2 Introductie Wat is een ramp? C2000 en Nationale Noodnet Grootschalige incidenten en overbelasting netwerken Uitval van reguliere telefoon en GSM netwerken Life-line situaties Juridisch en formeel kader 7 3 DARES Structuur en Organisatie Landelijk Landelijk oproepsysteem & CAP-codes Certificering DARES verbindingsstructuur DARES Landelijk Coördinatie Centrum, DLCC Regionaal Regionale leiding DARES Regionaal Coördinatie Centrum, DRCC Regionaal Oproepsysteem Paraatheidseisen 11 4 Landelijke werkwijze Team samenstelling mobiele en veldstations Soorten stations Calls en Postfix /D Center of Activity Emergency Traffic frequenties Regiofrequenties QSY tactiek Categorieën deelnemers De standaard 13,8V connector Soorten berichten Het standaard berichtenformulier 15 5 Activeringsdoelstellingen Landelijk Regionaal Oefeningen Doelstelling m.b.t. ontwikkeling tot een operationele organisatie 16 6 Alarmering van de Stichting DARES vanuit de overheid Achtergronden Richtlijn Alarmering 17 DARES Handboek V 1.1 Pagina 2 / 42

3 6.3 Verhogen van de paraatheid vanuit de regio zelf 17 7 Alarmering en inzet van DARES teams Voorbereiding Eigen veiligheid eerst Achtergrond en positionering van een DARES inzet Alarmering van DARES teams Opkomst van DARES teams Activering van DARES teams DARES teams zijn operationeel Snel Inzetbare Landelijke Teams (SILTs) 20 8 Alarmering en inzet scenario 21 9 DARES Operating Practice Uitwisselen van berichten In het algemeen Bij een oefening Operating Practice ad-hoc Uitrusting Alarmering Zendapparatuur Stroomvoorziening Antenne s Computers Gereedschap Papierwerk en vastlegging Persoonlijke uitrusting Bijlagen 29 DARES Handboek V 1.1 Pagina 3 / 42

4 Voorwoord Beste DARES deelnemer, Voor u ligt de eerste uitgave van het DARES handboek. Dit handboek heeft als doel, te komen tot een eenduidige inzetprocedure voor alle DARES regio s in ons land. Middels deze procedure zal het mogelijk zijn, om DARES deelnemers voor aanvulling (opschalen) of aflossing, ook in de omliggende regio s inzetbaar te maken. Via de inhoud van dit handboek zal voldoende kennis verzameld kunnen worden, om te komen tot certificering van de deelnemers. Na certificering worden de deelnemers voorzien van een landelijke DARES ID-card, die nodig zal zijn om deel te nemen aan iedere DARES inzet, waar dan ook. Indien de werkwijze, de manier van communiceren en de manier van administreren zal plaats vinden, op de wijze zoals in dit handboek beschreven, kunnen we gerust zeggen dat DARES, op gebied van noodcommunicatie, inmiddels is uitgegroeid tot een goed functionerende en snel inzetbare, ondersteunende hulpverleningsorganisatie. Voorzitter, Leo Leisink, PAØLSK DARES Handboek V 1.1 Pagina 4 / 42

5 1 Gebruiksaanwijzing Dit is versie 1.1 van het DARES Handboek. Zoals met alle 1.* versies is het zeker dat er allerhande updates, correcties en toevoegingen zullen zijn. In Versie 1.1 zijn die correcties en wijzigingen opgenomen die door de werkgroep Examenvragen zijn voorgesteld. Het plan DARES frequentiegebruik is nu grotendeels als bijlage opgenomen om de bestaande paginering geen geweld aan te doen. In een volgende versie zal dit stuk in het handboek zelf worden opgenomen. Deze 1ste versie is het resultaat van vele discussies en brainstorm sessies, waarin bedacht is wat nodig is, hoe zaken zich verhouden en hoe e.e.a. wel of niet kan verlopen. En natuurlijk de nodige 'Research' op het internet. Veel in dit handboek ligt nu vast, andere zaken zullen zeker aan de hand van opgedane ervaringen (snel) moeten worden bijgesteld, weer andere delen geven weer hoe e.e.a. gedacht is te zijn of gaan. Maar ook voor het DARES werk zal de werkelijkheid weerbarstiger blijken te zijn dan gedacht. In die gevallen kan dit handboek gebruikt worden als een houvast bij improvisaties. De in dit handboek genoemde regels, gelden voor alle DARES regio s in ons land. Mede vanwege de mogelijkheid van een eventuele inzet in andere dan de eigen regio, is het van het grootste belang dat alle regio s zich aan deze opgestelde regels houden. Hierdoor ontstaat er namelijk binnen Nederland een uniforme vorm- en regelgeving rond een DARES inzet, die daardoor onafhankelijk is van regionale opleidingen en/of besluiten. Natuurlijk is iedere regio vrij om dit boek aan te vullen met besluiten en regels die betrekking hebben op haar specifieke regionale omstandigheden, voor zover deze niet tegen de landelijke regels en procedures ingaan. Daarnaast zullen regio's hun eigen specifieke informatie aan dit handboek, in de vorm van bijlagen, willen toevoegen. Het handboek bestaat uit vier delen: 1- Het handboek met landelijke informatie, regels, afspraken. Privacy gevoelige informatie maakt ook deel uit van dit handboek, maar zal via een andere weg gedistribueerd worden. 2- Het DARES log- en werkboek met sheets en formulieren die moeten worden gebruikt bij iedere (oefen) inzet. 3- Landelijke bijlagen 4- Bijlagen met de regionale informatie Het is de bedoeling dat iedere DARES deelnemer een hardcopy van dit handboek, samen met een flinke set extra kopieën van de lege log- en werkboeksheets en ander administratief materiaal, in een robuuste binder tot zijn/haar persoonlijke DARES uitrukmap samenvoegt. Gezien de aard van de doelstelling van DARES is het hoogst onverstandig om in het uur U op ICT te vertrouwen. Onderdeel van het paraat zijn is dat de hele papierwinkel zwart-op-wit beschikbaar is, of dit nu betreft dit handboek, deelnemerslijsten, autokaarten, stratengidsen of repeaterlijsten van het web. Naast dit handboek en de bijbehorende bijlagen zal op onder andere ook nog informatie beschikbaar komen met betrekking tot de andere hulpdiensten. Aangezien dit geen DARES eigen informatie is wordt dit niet als een deel van het DARES handboek opgenomen, maar als losse bijlagen. DARES Handboek V 1.1 Pagina 5 / 42

6 2 Introductie Na 9/11 is de wereld voorgoed zijn onschuld kwijt geraakt en is het besef doorgedrongen dat onze moderne samenleving kwetsbaarder is dan ooit te voren voor onheil. Doordat de moderne mens steeds afhankelijker is geworden van moderne communicatiemiddelen en daarbij steeds sterker rekent op de overheid als er iets fout gaat, is de uitval van die communicatie een serieuze bedreiging voor onze samenleving. Op de World Radio Conference 2003 werd door de IARU een motie goedgekeurd waarin het aan gelicenseerde zendamateurs werd toegestaan om zich voor te bereiden op hun inzet voor ondersteuning van noodcommunicatie ten behoeve van derden en tevens dergelijke communicatie daadwerkelijk te verzorgen. Ruim een jaar later heeft de Nederlandse samenleving kennis gemaakt met de gevolgen van de Tsunamiramp in Azië en is méér dan ook de belangrijke ondersteunende rol van zendamateurs bij rampenbestrijding aangetoond. De stichting DARES stelt zich ten doel de kennis en kunde van gelicenseerde zendamateurs en geregistreerde luisteramateurs inzetbaar te maken en te houden voor het ondersteunen van professionele hulpverleningsdiensten bij de bestrijding van rampen en andere grootschalige incidenten. Daarbij spant DARES zich in om een deel van de Radio Communicatie bij Calamiteiten en Noodsituaties te leveren. Dit doel wordt bereikt door het organiseren van gemotiveerde, deskundige en van de noodzakelijke technische middelen voorziene zendamateurs en door het organiseren van de benodigde randvoorwaarden. In november 2005 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties per brief aangegeven dat men de rol van gelicenseerde zendamateurs, bij de ondersteuning van rampenbestrijders, erkent. Dit handboek dient dan ook als leidraad voor alle Nederlandse zendamateurs die zich bezig willen houden met het verwezenlijken van bovenstaande doelen. 2.1 Wat is een ramp? In het kader van deze handleiding wordt onder het begrip ramp allereerst verstaan de situatie waarbij als gevolg van onheil in de breedste zin des woords het leven en het welzijn van grote groepen burgers in gevaar zijn, een ernstige verstoring van de openbare orde kan optreden of grote materiële schade kan ontstaan. Onder dergelijke omstandigheden zal gedurende kortere of langere tijd, de professionele hulpverlening te maken krijgen met een (relatieve) schaarste aan mensen en middelen en zullen noodgedwongen keuzes moeten worden gemaakt over de inzet van het beschikbare hulpverleningspotentieel. Daarnaast zijn er situaties denkbaar waarbij op individueel niveau sprake is van een situatie met acuut levensgevaar of op het optreden van grote materiële schade, terwijl de mogelijkheid om gebruik te maken van reguliere communicatie om deze bedreigingen af te wenden, niet beschikbaar is. In bovenbeschreven situaties kunnen gelicenseerde zendamateurs een ondersteunende rol spelen bij het organiseren en in stand houden van alternatieve communicatienetwerken, zodat essentiële berichten aankomen op de plaats waar dat nodig is. 2.2 C2000 en Nationale Noodnet Het succes van rampenbestrijding is in hoge mate afhankelijk van goede communicatie en informatieuitwisseling tussen de betrokken hulpverleners. Om die reden hebben de professionele hulpverleningsorganisaties zoals ambulancediensten, brandweerkorpsen en politiekorpsen, gezamenlijk het zogenaamde C2000-systeem aangeschaft. Dit is een landelijk dekkend digitaal radioverbindingnetwerk waarmee hulpverleningsvoertuigen en hulpverleners elkaar onder vrijwel alle omstandigheden kunnen bereiken. Genoemde organisaties hebben zich daarbij tevens georganiseerd in 25 Veiligheidsregio's, waarbij iedere Veiligheidsregio beschikt over een Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) die fungeert als regionaal controle- en coördinatiecentrum voor alle communicatie. Naast het C2000 netwerk kunnen professionele hulpverleners beschikken over een speciaal telefoonnetwerk, het landelijke Noodnet, waarop alle voor rampenbestrijding relevante organisaties en instellingen zijn aangesloten. Het landelijke Noodnet blijft in principe functioneren als de reguliere telefoonnetwerken uitvallen. Daarmee zijn de professionele hulpverleningsorganisaties voor wat betreft hun communicatie in staat om datgene te doen waarvoor ze nodig zijn. DARES Handboek V 1.1 Pagina 6 / 42

7 2.3 Grootschalige incidenten en overbelasting netwerken Echter, er zijn situaties voorstelbaar waarin bovengenoemde netwerken te maken zullen krijgen met tijdelijke of langdurige overbelasting en dan niet zozeer voor wat betreft de technische mogelijkheden, maar dan vooral ten aanzien van de menselijke factor. Als er namelijk sprake is van een grootschalig incident of ramp, zullen de professionele hulpverleningsorganisaties de handen vol hebben aan hun eigen werk en de aansturing van de eigen eenheden en zal de capaciteit voor andere organisaties of minder dringende zaken, verminderen. Een centralist van een GMK zal dan gedwongen zijn om prioriteiten aan te brengen in de hoeveelheid en soort berichten die hij kan afhandelen en daarmee beperkingen hebben ten aanzien van de ondersteuning van andere dan zijn eigen primaire taken. Dergelijke situaties zouden kunnen optreden in geval van grootschalige ontruimingen en evacuaties waarbij grote groepen burgers moeten worden verplaatst uit bedreigde gebieden en op diverse locaties opvang- en verzorgingscentra zullen moeten worden ingericht. In dit soort gevallen kunnen goed georganiseerde en adequaat voorbereide en uitgeruste gelicenseerde zendamateurs een wezenlijke bijdrage leveren aan de op dat moment ontstane communicatiebehoefte die optreedt naast de netwerken van de professionele hulpverleningsorganisaties. De ondersteuning van evacuaties, opvang en verzorging is daarmee het belangrijkste doel van de stichting DARES en richt zich daarom primair op de ondersteuning van gemeentelijke diensten en het Rode Kruis die in de gemeentelijke rampenplannen zijn aangewezen om evacuatie, opvang en verzorging te organiseren. 2.4 Uitval van reguliere telefoon en GSM netwerken Naast het bovenstaande primaire doel van de stichting DARES, zijn er situaties denkbaar waarbij er geen sprake is van grootschalige evacuaties, doch wel van grootschalige uitval of onbruikbaarheid van de reguliere telefoon- en GSM-netwerken. In dergelijke situaties, die bijvoorbeeld kunnen ontstaan bij een langdurige uitval van de energievoorziening in een bepaald gebied, zullen inwoners van het getroffen gebied niet in staat zijn om hulpverleningsdiensten te bereiken bij een noodgeval; als de telefoon is uitgevallen kan men 112 niet meer bereiken. Evenmin zullen de inwoners van het getroffen gebied in staat zijn om hun naasten in andere delen van het land te informeren over hun situatie. Ook dan kunnen goed georganiseerde en adequaat voorbereide en uitgeruste gelicenseerde zendamateurs een wezenlijke bijdrage leveren aan de op dat moment ontstane communicatiebehoefte. Als voorbeeld in een dergelijke situatie geldt het leggen van contacten via de amateurradionetwerken met de landelijke 112-centrale, zodat ook in het getroffen gebied om hulp van ambulancedienst, brandweer of politie kan worden gevraagd. 2.5 Life-line situaties Tot slot zijn er situaties denkbaar waarbij amateurradio de enige life-line is tussen mensen in nood en de buitenwereld zonder dat er verder sprake is van een rampsituatie. Te denken valt hierbij aan een noodsituatie in een afgelegen gebied waarbij de in nood verkerende mensen over geen andere communicatiemiddelen dan een zendamateurapparaat kunnen beschikken. In dergelijke situaties kan dan via een amateurradionetwerk contact met bijvoorbeeld 112 of het Kustwacht coördinatiecentrum worden gelegd. 2.6 Juridisch en formeel kader In alle hierboven beschreven situaties dient iedere individuele zendamateur die zich inzet om noodcommunicatie te verzorgen zich te realiseren, dat het onder de huidige regelgeving formeel niet is toegestaan om berichtenverkeer voor derden te verzorgen. Daarbij geldt echter wel het juridisch algemeen erkende en aanvaarde principe nood breekt wet en de in de Nederlandse wetgeving op diverse plaatsen opgenomen plicht voor iedere burger om een medeburger die in nood verkeert, naar beste weten en kunnen te helpen. Achteraf zal men eventueel in staat moeten zijn om aan te tonen dat er, bij de feitelijke overtreding van de regelgeving, naar eigen eer en geweten sprake was van overmacht als gevolg van een (als op dat moment als zodanig ervaren) noodsituatie. Los hiervan dient onder alle omstandigheden te worden voorkomen dat de communicatie van de professionele hulpverleningsdiensten wordt gehinderd of wordt verstoord. DARES Handboek V 1.1 Pagina 7 / 42

8 3 DARES Structuur en Organisatie 3.1 Landelijk DARES is ondergebracht in een stichting en wordt geleidt door een bestuur. Het bestuur bestaat uit een voorzitter, secretaris, penningmeester en enkele toegevoegde leden. Binnen DARES heeft het bestuur als enige contact met de centrale overheid (BZK, AT) en maakt daar afspraken mee. Ook is het bestuur als enige bevoegd een waakvlamovereenkomst met de Veiligheidsregio s af te sluiten. In deze overeenkomst is o.a. opgenomen, dat vanaf een GRIP 2 situatie, DARES operationeel moet zijn. Het hangt dan vervolgens van soort en omvang van de calamiteit af of DARES ook daadwerkelijk ingezet gaat worden. De keuze hiervoor ligt geheel bij de Veiligheidsregio. DARES zal tijdens een daadwerkelijke inzet altijd te maken krijgen met diverse overheidsinstellingen, zoals gemeenten, provincie of het Rijk. Deze werken op hun beurt weer samen met de OOV diensten die zijn ondergebracht in één van de 25 Veiligheidsregio s in ons land. Om die reden heeft DARES de grenzen van haar regio s geconformeerd aan de grenzen van de Veiligheidsregio s. Er zal immers nauw samengewerkt gaan worden met één of meerdere van eerder genoemde diensten. De DARES organisatie is dus eveneens ingedeeld in 25 regio s, waarbinnen haar deelnemers georganiseerd zijn, en actief kunnen gaan optreden. Het bestuur stelt per regio een regiocoördinator aan, die verantwoordelijk is voor de organisatie binnen zijn/haar regio. Tevens is hij de contactpersoon tussen zijn DARES regio en de Veiligheidsregio waartoe hij behoort. Ook zorgt hij ervoor dat de deelnemers uit zijn regio voldoende zijn opgeleid, getraind en zijn uitgerust zijn met de juiste apparatuur. Een regiocoördinator kan een of meerdere plaatsvervangers aanwijzen. In een regio waar (eventueel) geen regiocoördinator beschikbaar is, zal het DARES bestuur zogenoemde SILT s (Snel Inzetbaar Landelijk Team) gaan inzetten. Deze teams komen meestal uit omliggende regio s, en zijn getraind om snel een communicatienetwerk op te zetten, dat volledig onafhankelijk van de (nog) bestaande infrastructuur kan functioneren Landelijk oproepsysteem & CAP-codes Op landelijk niveau wordt het DARES bestuur voor een DARES inzet middels het P2000 systeem door de Landelijke Meldkamer Ambulance Zorg (LMAZ) gealarmeerd. Het DARES bestuur laat op zijn beurt de (plv) RC s eveneens middels het P2000 systeem alarmeren. Een convenant hiervoor is met de LMAZ getekend. De aan DARES toegewezen CAP-codes voor het P2000 systeem zijn: Bestuur RC's Deelnemers SILT's Er is geen aparte CAP-code voor oefeningen, een en ander moet uit de begeleidende tekst blijken. DARES lift mee op de CAP-Code van de Brandweer Noord en Oost Gelderland voor het wekelijkse proefalarm op maandagvaond. Hiermee kan men zien of het hele systeem en de pager nog werkt. Om een eenduidige berichtgeving te verkrijgen en in stressvolle situaties onduidelijkheden te voorkomen is er een lijst met standaard DARES P2000 berichten ontwikkeld, zie de bijlagen. LET OP: indien men alarmeert voor een oefening moet dit ALTIJD vermeld worden, ongeacht op welke manier gealarmeerd wordt. DARES Handboek V 1.1 Pagina 8 / 42

9 3.1.2 Certificering Om te komen tot het bewaken van de kwaliteit van de organisatie, dienen regio's en deelnemers gecertificeerd te zijn. Hieruit zal blijken dat de deelnemers voldoen kennis hebben van de tijdens een inzet te volgen procedures en de daarvoor gemaakte afspraken, dat de regio d.m.v. verschillende oefeningen, organisatie en uitrusting paraat is en blijft. Hierna kunnen zij in het bezit komen van een landelijke DARES ID-card, waarmee toegang kan worden verkregen tot eerder genoemde diensten en/of tot andere, door deze diensten, aangewezen of gebruikte locaties. Mocht het niveau van paraatheid niet behouden blijven, dan kan het certificaat worden ingetrokken. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt certificering als een eis. Een DARES-alarmering, -activering en -inzet kan uitsluitend plaatsvinden op verzoek van een bevoegd functionaris van één van de 25 Veiligheidsregio s. Dit verzoek zal via de LMAZ aan het Stichtingsbestuur gericht worden. Na overleg met de getroffen regio beslist het bestuur over verdere alarmering en eventuele bijstand door meerdere DARES regio s aan het getroffen gebied DARES verbindingsstructuur De DARES verbindingsstructuur is hiërarchisch opgezet. Landelijk is er een DARES Landelijk Coördinatie Centrum, DLCC. Vanuit dit landelijk station wordt verbinding gemaakt met o.a. het DRCC (zie hierna) van de getroffen regio(s), waarbij ondersteunend zal worden optreden. Het landelijk station heeft de mogelijkheid om zowel landelijk, Europees als wereldwijd, verbindingen te maken met getroffen gebieden. Het is dan ook mogelijk om tijdens calamiteiten in het buitenland met behulp van dit amateurstation ondersteuning aan te bieden aan de radioamateurs in een dergelijk getroffen gebied in het buitenland. Regionaal zijn er de DARES Regionaal Coördinatie Centra, DRCC Een DRCC is hét coördinatie centrum tijdens een DARES inzet. Het maakt verbindingen met de veldstations, leidt het radioverkeer, en coördineert de DARES inzet en heeft verbinding met andere instanties. Voor landelijke ondersteuning wordt verbinding gemaakt met het DLCC. Mobiele- en Veldstations. Een veldstation is dé bouwsteen van de DARES verbindingsstructuur en het opstappunt voor het berichtenverkeer in het veld. Berichten worden, tenzij anders wordt bepaald, alleen met het DRCC uitgewisseld. Het DRCC bepaalt of en wanneer veldstations onderling mogen of moeten communiceren. Het DRCC bepaalt waar een veldstation zich moet opstellen en waarheen het zich eventueel moet verplaatsen. De DARES verbindingsstructuur voorziet expliciet niet in een verdere verfijning vanuit de veldstations naar bijvoorbeeld portofonisten rond een veldstation DARES Landelijk Coördinatie Centrum, DLCC DARES beschik over een of meerdere stations die als Landelijk Coördinatie Centrum (DLCC) kunnen opereren. Welk station actueel als DLCC ingezet gaat worden, wordt na alarmering door het Stichtingsbestuur beslist. Dit DLCC zal bij alarmering zo snel mogelijk bemand en geactiveerd worden. Het DLCC wordt bemand en onderhouden door de DLCC-groep uit de regio waar het station gevestigd is. Op de DARES website zal worden gepubliceerd welke stations als DLCC gecertificeerd en paraat zijn. Het DLCC-station is ingericht voor het verzenden van spraak en (later) van data op alle amateurbanden. De beschikbare apparatuur kan zowel op VHF (2m) UHF (70cm) als op HF ingezet worden, waardoor verbindingen zowel landelijk, Europees als wereldwijd mogelijk zijn. DARES Handboek V 1.1 Pagina 9 / 42

10 Het DLCC zal onder de roepnaam PI9D in de lucht komen. Verder zal het DLCC ook tijdens regionale en landelijke of wereldwijde communicatieoefeningen in de lucht komen, om aan deze oefeningen deel te nemen, dan wel deze te leiden dan wel deze te ondersteunen. 3.2 Regionaal Regionale leiding De regionale leiding berust bij de Regiocoördinator (RC) of diens plaatsvervanger (plv-rc). De RC leidt een regio naar een operationele status en houdt dit bij. Er worden regelmatig regiobijeenkomsten gehouden en oefeningen georganiseerd. De RC bepaalt welke deelnemers daadwerkelijk paraat zijn. De RC rapporteert regelmatig het niveau van paraatheid aan het DARES bestuur. Een DARES Regio kan in (geografische) subgroepen zijn onderverdeeld. Zo'n groep staat onder leiding van een groepscoördinator met een (plv) groepscoördinator. Deze groepscoördinator is verantwoordelijk voor het operationeel zijn van zijn groep. De RC houdt echter altijd de formele leiding en onderhoudt de communicatie met het Bestuur DARES Regionaal Coördinatie Centrum, DRCC Iedere parate regio moet een voldoende uitgerust en paraat DRCC hebben. Het DRCC dient te worden bemand en onderhouden door de DRCC groep van de Regio. Het is mogelijk om een DRCC mobiel in te richten, waardoor het mogelijk wordt het DRCC op verschillende plaatsten in de regio in te zetten (indien de geografische omstandigheden dat vereisen). Men dient dan echter wel aan de uitrustingsvoorschriften voor een DRCC te blijven voldoen. (o.a. Internetverbinding, noodstroomvoorziening en verbinding met het DLCC). Een DRCC onderhoudt de verbindingen met de ingezette veldstations. Hiervoor zal zowel VHF (2m) en UHF (70cm) gebruikt worden. Verder onderhoudt het DRCC de verbinding met het DLCC. Gezien de afstand en de propagatiecondities tussen beide stations, zal dit bijna altijd op de korte golf (80m of 40m) plaats vinden, omdat de afstand voor VHF-UHF bijna altijd te groot is. Antennes dienen zoveel mogelijk permanent op of bij het DRCC te zijn gemonteerd, zodat bij het operationeel maken van het DRCC daar niet teveel tijd mee verloren gaat. Ook dient er een internetaansluiting aanwezig te zijn, bijvoorbeeld als alternatief om in contact te kunnen treden met het DLCC. Binnen het DRCC dient iedere in gebruik zijnde transceiver uitsluitend beluisterd te worden middels een koptelefoon of een oortje. Dit omdat er gelijktijdig op meerde frequenties uitgeluisterd wordt, waardoor er door onderlinge (ver)storingen belangrijke berichten (of gedeelten hiervan) verloren kunnen gaan. Indien het reguliere DRCC niet voldoende snel in de lucht kan komen of om andere praktische redenen, kan elk ander voldoende uitgerust en geoefend station de rol van DRCC (tijdelijk) op zich nemen. De regiocoördinator is, i.v.m. de diverse planningsactiviteiten en coördinatie die nodig zal zijn, niet noodzakelijkerwijs een on-air operator van het DRCC Regionaal Oproepsysteem Het regionale oproepsysteem bestaat uit regionale GSM/SMS bellijsten, die door de deelnemers in gedrukte vorm in hun DARES map/handboek moeten worden bewaard. En recent exemplaar dient men altijd bij zich te dragen. Daarnaast is het gewenst om een en ander bij voorbaat in de persoonlijke GSM te zetten en up to date te houden. Het pagen van de regionale deelnemers via P2000 behoort ook tot de mogelijkheden. Bij verhuizing en/of andere wijzigingen dient men deze wijzigingen direct op de DARES website door te voeren, met een mail naar de regiocoördinator. DARES Handboek V 1.1 Pagina 10 / 42

11 3.3 Paraatheidseisen De DARES organisatie heeft alleen zin als op alle niveaus het begrip paraatheid waargemaakt kan worden. Voor de DARES organisatie als geheel houdt dit in dat er voldoende middelen, parate deelnemers en alle procedures ingebed zijn. Voldoende wordt nu (november 2008) opschreven als. Bestuur geoefend en paraat (target ) 3 regio's paraat (target ) per parate regio minimaal 12 deelnemers, met in totaal minimaal 50 deelnemers (target ) een DLCC paraat. (target ) Per regio RC en plvrc benoemd, minimum aantal deelnemers paraat, DRCC met bemanning op orde, papierwinkel op orde, voldoende geoefend Iedere deelnemer - ongeacht de rol van die deelnemer - is paraat als hij, aansluitend bij zijn rol de persoonlijke uitrusting op orde heeft voldoende geoefend is en blijft. DARES Handboek V 1.1 Pagina 11 / 42

12 4 Landelijke werkwijze 4.1 Team samenstelling mobiele en veldstations Een mobiele inzet zal altijd uit 2 personen bestaan, waarvan tenminste één DARES gecertificeerd zendamateur. Dit team zal worden samengesteld door de regiocoördinator. Elk team dient op 2m en op 70cm te kunnen uitkomen. Een veldstation moet altijd op de DRCC frequentie kunnen uitluisteren. Dat wil dus zeggen dat er altijd minimaal één persoon bij de set aanwezig moet zijn. 4.2 Soorten stations Iedere deelnemer/station dient tenminste beschikken over een geladen 2m portofoon met oortje. Een dualband portofoon 2m/70cm wordt sterk aanbevolen. Iedere ingezet station dient permanent berichten van het DRCC kunnen ontvangen. Stations kunnen als volgt ingedeeld worden: Mobiel of veldstation: Deze stations beschikken over de juiste uitrusting zoals die is opgenomen in de bijlage(n) en die op andere dan hun thuislocatie kunnen worden ingezet. Dus ook een station dat tijdelijk 'vast' op/in een geschikte locatie zit. Een thuisstation dat zodanig gelegen is dat het op of dichtbij een door de Veiligheidsregio gewenste locatie is en tevens de uitrusting van een veldstation heeft, kan als dusdanig ingezet worden. Relay-station Stations die vanuit hun (thuis)locatie berichten kunnen relayeren tussen een veldstation en een DRCC. Zij dienen tenminste te beschikken over apparatuur waarmee zowel een veldstation als het DRCC via de radio kan worden bereikt, bij voorkeur tegelijkertijd. DRCC station: Stations die (in aanvulling van het reguliere DRCC) beschikbaar zijn en de juiste uitrusting hebben om te worden ingezet bij/als het DRCC. DLCC station: Stations die (in aanvulling van het reguliere DLCC), beschikbaar zijn en de juiste uitrusting hebben om te worden ingezet bij/als het DLCC. Elk soort station zal wat betreft training en parate technische-, persoonlijke- en administratieve uitrusting aan bepaalde eisen moeten voldoen (certificering). 4.3 Calls en Postfix /D Het Agentschap Telecom heeft aan DARES de callserie PI9DA t/m PI9DZ ter beschikking gesteld. Deze calls worden door het DARES Stichtingsbestuur uitgegeven en ingetrokken. Gecertificeerde regio's kunnen voor hun DRCC een call vanaf PI9DA t/m PI9DS krijgen. SILT's kunnen een call vanaf PI9DT t/m PI9DZ krijgen. De calls worden door het bestuur voor de periode van een jaar aan een RC toegewezen en stilzwijgend verlengd. Bij onjuist gebruik zal het bestuur de toewijzing weer intrekken. De calls mogen van het AT niet in contests gebruikt worden. Om verwarring met PI9D te voorkomen, wordt de call PI9DD niet gebruikt Alle stations die hun eigen call gebruiken zullen voor DARES QSOs de toevoeging /D (stroke Delta) gebruiken. DARES Handboek V 1.1 Pagina 12 / 42

13 4.4 Center of Activity Emergency Traffic frequenties DARES conformeert zich aan de internationale afspraken t.a.v. Center Of Activity (CoA) frequenties. Op dit moment voorziet DARES, via de amateur banden, alleen in spraakcommunicatie. Digitale technieken zullen pas later ingebed worden. Daarmee wordt het DARES landelijk en/of international frequentie gebruik als volgt: DARES Global / Region 1 80m 3.760MHz 3.760MHz 40m 7.110MHz 7.110MHz 20m 17m 15m 2m 70cm MHz MHz MHz MHz MHz Op 18 juni 2009 is er een uitgebreid plan voor het DARES frequentiegebruik in gebruik gekomen. In deze versie van het handboek wordt er hier, om praktische redenen, slechts een korte overzicht gegeven. De volledige tekst van het plan is als bijlage toegevoegd. Dit zal in een volgende versie geïntegreerd worden. 4.5 Regiofrequenties Inmelden gebeurt op de DARES regio frequentie op 2m Mocht er op 2m geen QSO tussen een (mobiel/veld) station en het DRCC mogelijk zijn dan wordt de regionale 70cm frequentie als uitwijk gebruikt. DRCC informeert de veldstations over de te gebruiken frequenties tijdens deze inzet. Berichten bestemd voor het DRCC uitsluitend op de 2m/70cm DRCC frequentie doorgeven De DRCC frequenties zullen NIET gebruikt worden voor onderling verkeer. Berichten bestemd voor het DLCC gaan altijd via het DRCC. En mobiel/veldstation zal altijd naar berichten van het DRCC moeten kunnen luisteren. Daarom wordt er op landelijk niveau niet voorzien in frequenties voor gebruik tussen een mobiel/veldstation en een locale portofoon gebruiker. Mocht het veldstation daartoe qua mankracht en apparatuur in staat zijn, dan wijst het DRCC de frequenties voor lokaal gebruik toe. 4.6 QSY tactiek Veldtests hebben uitgewezen dat er tussen sommige locaties en het DRCC geen radioverkeer op 2m mogelijk is. Tijdens de radio check voor een locatie, wordt 70cm of HF als uitwijk gebruikt. Indien een bepaalde frequentie niet direct beschikbaar is wordt de volgende QSY gebruikt - HF 3kHz up - VHF 12,5 khz up - UHF 12,5 khz up Er zal altijd geprobeerd worden om op de regiofrequeneties regelmatig uit te luisteren voor nieuwe inmelders of nieuw radioverkeer. Nieuwe of latere inmelders moeten luisteren via de bovenvermelde QSY tactiek, om eenvoudig de DRCC werkfrequentie te vinden. DARES Handboek V 1.1 Pagina 13 / 42

14 4.7 Categorieën deelnemers Uitsluitend gecertificeerde DARES deelnemers, die hun uitrusting in alle aspecten op orde hebben, mogen deelnemen aan het berichtenverkeer en deelnemen aan de DARES inzet. Bij een alarmering zullen er meer dan de vaste DARES (kern) deelnemers reageren. Niet gecertificeerde DARES deelnemers kunnen uitsluitend worden ingezet voor lokaal radioverkeer en voor technische ondersteuning, maar zeker niet voor de noodcommunicatie. Simpelweg met een portofoon bij een rampgebied opduiken is van geen enkel nut en men is dan ook niet welkom. 4.8 De standaard 13,8V connector De Neutrik NL4FX-2 (rode uitvoering) is de standaard 13,8V connector voor DARES. De specifieke gebruikseigenschappen van deze connector zijn dat Er gescheiden circuits zijn voor het voeden van verbruiksapparatuur en het laden van accu's. Dit omdat accu laders een hogere spanning leveren dan sommige apparatuur kan hebben. De kabeldelen een goede trek ontlasting hebben Ze eenvoudig te bedienden zijn De verbinding zeer goed lockt Ze niet waterdicht is. Aansluiting: 1+ 13,8V Circuit 2+ Acculader Circuit 1- Gemeenschappelijke min 2- Nooit aangesloten Op een accu mag maar ÉÉN (1) kabeldeel of chassisdeel worden aangesloten, omdat anders alsnog de spanning van een lader op verbruiksapparatuur kan komen te staan. Een accu is dus nooit gelijktijdig op een lader en op de verbruiksapparatuur aangesloten. Teneinde bij sluiting een complete stations black-out te voorkomen, moeten verdeelblokken doelmatig d.m.v. zekeringen in groepen verdeeld zijn. 4.9 Soorten berichten De stichting DARES richt zich primair op de ondersteuning van noodcommunicatie middels het verzorgen van berichtenverkeer voor evacuatie-, opvang- en verzorgingsdoeleinden. Dergelijk berichtenverkeer zal bestaan uit namenlijsten, operationele en logistieke instructies en overige verzoeken om ondersteuning van en naar gemeentelijke centra, Rode Kruis coördinatiecentra en evacuatiecentra. Daarnaast is het enerzijds mogelijk dat berichten moeten worden verzorgd die te maken hebben met acute (potentieel) levensbedreigende situaties, anderzijds met het geruststellen van elders in het land verblijvende verwanten van getroffen burgers. Derhalve worden (in volgorde van urgentie) de volgende soorten berichten onderscheiden: E P W R Emergency / Noodgeval. Onmiddellijk afhandelen Berichten in levensbedreigende situaties, aanvragen van voorraden, instructies aan getroffen gebieden. Zal in het normale verkeer zelden gebruikt worden. Gebruik het in twijfelgevallen niet. Priority / Prioriteit. Binnen een uur afhandelen Berichten die aan tijd gebonden zijn. Officiële berichten, verwonding, andere berichten met betrekking tot de calamiteit. DARES zal GEEN berichten van overlijden verzenden. Welfare. Afhandelen na E en P berichten, maar voor R berichten, binnen 2 uur. Berichten over een vraag naar het welbevinden van een persoon, of het bericht dat in een bepaald gebied iedereen veilig is. Routine. Afhandelen wanneer het kan, en er geen berichten met hogere prioriteit op het netwerk verzonden worden. Wanneer er geen calamiteit is zullen alle berichten deze prioriteit hebben. DARES Handboek V 1.1 Pagina 14 / 42

15 4.10 Het standaard berichtenformulier Om ervoor te zorgen dat berichten zo betrouwbaar mogelijk worden doorgegeven, is het gebruik van het standaard berichtenformulier noodzakelijk. Op het formulier worden de noodzakelijke gegevens ingevuld en ontstaat de mogelijkheid om nogmaals of achteraf een bericht op juistheid en afhandeling te controleren. Het formulier is te downloaden op en u dient een groot aantal blanco formulieren toe te voegen aan uw persoonlijke papierwinkel. DARES Handboek V 1.1 Pagina 15 / 42

16 5 Activeringsdoelstellingen 5.1 Landelijk Na alarmering van het DARES bestuur dient het dienstdoende bestuurslid op een best effort basis, maar bij voorkeur binnen 2h: de andere bestuursleden te pagen dat hij actie onderneemt. contact op te nemen met de betreffende VR, via de procedure die met die VR is overeengekomen. een gedetailleerd inzicht in de aard en ernst van de calamiteit, de geografische spreiding, de wensen van de VR, onze contactpersonen op de toegewezen locaties en autorisaties geregeld te hebben. de in te zetten DR('s) geselecteerd, de (plv)rcs en DLCC teams, via de LMAZ, gealarmeerd te hebben. overleg te hebben met de gealarmeerde (plv)rc's en eventueel gealarmeerde alternatieve (plv)rc (indien de eerst gekozen (plv)rcs niet reageren of niet voldoende mankracht en middelen kunnen leveren.) De (plv)rc aan te wijzen die de overall verantwoordelijkheid draagt. de deelnemers en DRCC teams uit de betreffende DR's te alarmeren. 5.2 Regionaal Bij voorkeur gaat bij een alarmering het DRCC team direct het DRCC bemannen, zodat dit zo snel mogelijk de regie kan nemen. Vaak kan een regio niet garanderen dat het DRCC zeer snel in de lucht is, maar men wil wel zo snel mogelijk weten wat de beschikbare mankracht en middelen zijn en deze ontplooien. En de deelnemers niet in het ongewisse laten Na alarmering melden de deelnemers zich zo spoedig mogelijk op de regiofrequentie. De eerste (ervaren) deelnemer neemt de rol van netcontrol op zich. Zijn taak is te zorgen dat de frequentie voor DARES verkeer ordentelijk in gebruik is en de andere deelnemers zich te laten inmelden met hun call en naam. Hij vervult slechts de taak van receptionist en heeft verder geen (plv)rc taken. De (plv)rc zal zich ook inmelden en, terwijl de netcontrol zorgt voor een ordentelijk verloop, de beschikbare mankracht en middelen noteren, van het bestuur of VR horen wat er verlangd wordt, de teams samenstellen en opdrachten uitgeven. Als het DRCC in de lucht is neemt die netcontrol over en gaat de (plv)rc naar het DRCC. Dit zou samengevat kunnen worden als: de alarmering vindt zo spoedig mogelijk plaats, binnen 30 minuten is er een netcontrol (dit hoeft nog niet het volledige DRCC te zijn). binnen 1 uur heeft 50% van de beschikbare deelnemers zich ingemeld. binnen 2 uur is het DRCC en een net in het veld operationeel. 5.3 Oefeningen Een regio dient diverse oefeningen houden om praktijkervaring op te doen en met deze ervaring de procedures bij te stellen. De regiocoördinator dient de vorderingen van zowel zijn regio als de deelnemers bij te houden. 5.4 Doelstelling m.b.t. ontwikkeling tot een operationele organisatie Landelijk en regionaal moet men zich een tijdschaal stellen om tot een operationele DARES organisatie te komen, bijvoorbeeld: nu tot voorjaar 2009, verdere invulling van procedures en degelijke testen daarvan in oefeningen; midden 2009, in staat om, voor spraak op VHF/UHF, binnen de doelstellingen 3 mobiele posten en een DRCC te hebben; eind 2009, in staat om daarboven voor data 3 mobiele posten en een DRCC operationeel te hebben. DARES Handboek V 1.1 Pagina 16 / 42

17 6 Alarmering van de Stichting DARES vanuit de overheid 6.1 Achtergronden Reeds bij de oprichting van de Stichting DARES was het duidelijk dat er zonder een vorm van officiële erkenning door de overheid voor een groep als DARES geen reden van bestaan is. Daarnaast zijn aan enige vorm van georganiseerde assistentie bij calamiteiten een reeks van juridische en organisatorische aspecten verbonden zoals o.a.: Aansprakelijkheid, wie draai voor de kosten op als een deelnemer tijdens zijn inzet schade oploopt of gewond raakt; wat als een belangrijk bericht niet of niet juist wordt doorgegeven? Zonder de juiste papieren (DARES ID-card) heeft men geen toegang tot hulpverlening gerelateerde gebieden en/of gebouwen. Nu DARES door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties officieel erkend is, en de Veiligheidsregio's is aanbevolen om DARES in hun calamiteitenplannen op te nemen, kan een en ander nu georganiseerd worden. De Veiligheidsregio's zijn nog niet allemaal klaar met hun eigen reorganisatie. De DARES organisatie kon zich daarom tot voor kort niet verder ontwikkelen, totdat het duidelijk was of er erkenning zou zijn en welke vorm dit zou aannemen. Het zal daarom nog wat tijd vergen en er zal nog heel wat werk verzet moeten worden voordat de boven beschreven inzetprocedure ook helemaal gefaciliteerd en waterdicht opgezet is. Desondanks is het onderstaande ook op dit moment al de enige procedure om tot een officiële DARES inzet te komen. 6.2 Richtlijn Alarmering Een DARES inzet kan uitsluitend plaatsvinden op een verzoek van een Veiligheidsregio aan de LMAZ. Na dit verzoek alarmeert de centrale meldkamer Landelijke Meldkamer Ambulancezorg (LMAZ) het complete DARES bestuur. De DARES bestuurder die piketdienst heeft vraagt de LMAZ via P2000 de andere bestuurders te 'alarmeren' dat hij inderdaad actie onderneemt. De DARES bestuurder die piketdienst heeft neemt contact op met de betreffende Veiligheidsregio voor nadere informatie. Het DARES bestuur bepaalt hierna welke regio's of SILT teams ingezet gaan worden en verzoekt de LMAZ om alle regiocoördinatoren (en impliciet DLCC en DRCC teams) te alarmeren voor een DARES inzet. Alleen een officiële inzet via deze procedure is juridisch en organisatorisch afgedekt. Niet geselecteerde teams en niet gealarmeerde deelnemers melden zich niet in en ontplooien geen verdere activiteiten. 6.3 Verhogen van de paraatheid vanuit de regio zelf Let wel: paraatheid betekent klaar staan om in actie te komen, niet dat men daadwerkelijk tot actie overgaat. Er wordt ook geen gebruik gemaakt van de DARES frequenties. Iedere regio is vrij om bij het begin of een vermoeden van een calamiteit of als de sirene gaat, het niveau van paraatheid in zijn regio te verhogen door de eigen DARES regiodeelnemers op voorhand in te lichten. Zeer zware stormen en/of hoge waterstanden zullen enige dagen van te voren voorspeld worden. DARES moet daarop juist reageren door bijvoorbeeld de uitrusting te controleren. Er moet in de berichtgeving duidelijk aangegeven worden dat het om de verhoging van de paraatheid gaat. De deelnemers houden zich beschikbaar voor een eventuele alarmering en inzet, maar ontplooien verder geen activiteiten. Deelnemers kunnen hun DARES regiocoördinator vragen om te overwegen de paraatheid van een DARES regio te verhogen. Maar zoals gezegd: een officiële DARES inzet zal echter altijd en uitsluitend via het Stichtingsbestuur moeten plaatsvinden. DARES Handboek V 1.1 Pagina 17 / 42

18 7 Alarmering en inzet van DARES teams Wat moet u, in het geval van een calamiteit het eerste doen 1. Check dat u en uw familie veilig zijn voordat u reageert op een DARES alarmering. 2. Check dat uw huis veilig en in orde is voordat u reageert op een DARES alarmering. 3. Luister naar de locale rampenzenders 4. Monitor de regiofrequenties en MHz, met inachtneming van de afgesproken QSY tactiek. 5. Volg de instructies van de DARES netcontrol op die frequentie op 6. Neem contact op met uw locale DARES coördinator voor verdere instructies. 7.1 Voorbereiding Het is van belang zich te realiseren dat het van tevoren nadenken over uw eigen reactie op een ramp u kan helpen om zelfredzaam te zijn Door van tevoren na te denken over niet alleen uw eigen situatie en reactie maar ook over de mogelijkheden die u zelf kunt creëren om zo goed mogelijk om te gaan met een ramp, vergroot u uw eigen kansen en die van uw omgeving. Daarnaast kunt u door een goede voorbereiding ook anderen beter helpen. Volg de instructies in de folder "Rampen vallen niet te plannen. Voorbereidingen wel." van de overheid. 7.2 Eigen veiligheid eerst De belangrijkste regel voor een hulpverlener is er voor te zorgen dat zijn eigen veiligheid eerst en voor alles zo groot mogelijk is of blijft. Als er al sprake is van slachtoffers of getroffenen, moet worden voorkomen dat er daar nog meer bij komen. 7.3 Achtergrond en positionering van een DARES inzet De reguliere hulpdiensten zijn goed op hun taak voorbereid en getraind. Ze kunnen tot op zekere hoogte alle hulp leveren die op dat moment nodig mocht zijn en hebben een zeer goede landelijke dekking. Vanaf een GRIP 2 situatie kan een Veiligheidsregio overwegen om DARES daadwerkelijk in te zetten. Dit kan zijn bij grote evacuaties, overstromingen, langdurige spanning- of telefoonuitval, ter ondersteuning van de communicatie tussen hulpverleners, gemeenten, provincie of het Rijk. DARES teams zullen zich uitsluitend bezig houden met berichtenverkeer voor derden. Ze zullen zich dus niet met enige vorm van eerstelijns rampenbestrijding bezig houden. Ze zullen hierdoor, normaal gesproken, het rampgebied dan ook NIET betreden. Bij zulke grote calamiteiten hebben alle organisaties in de eerste fasen hun handen vol aan hun eigen opschaling en onderlinge coördinatie. Een DARES-inzet zal daarom waarschijnlijk pas na geruime tijd na het eerste alarm worden overwogen. Na de daadwerkelijk alarmering van DARES zal de overheid, naast het beheren van hun eigen operatie, tijd nodig hebben om, in overleg met het DARES bestuur en later met de regiocoördinator, te bepalen hoe en waar DARES zal worden ingezet. Er gaat dus heel wat tijd voorbij tussen het eerste alarm en de daadwerkelijke inzet van een DARES deelnemer. Het is dus duidelijk dat DARES geen zwaailicht organisatie is. Daarnaast is het niet reëel te verwachten dat elke deelnemer complete sets met apparatuur en toebehoren ingepakt apart houdt. De benodigde apparatuur wordt vaak ook voor andere delen van de hobby gebruikt. Hetzelfde geldt voor een groot deel van de persoonlijke uitrusting. Vanwege het experimentele karakter van de hobby is de technische uitrusting aan veel veranderingen onderhevig. Dit levert een beeld op dat in geval van een calamiteit een DARES regio zo snel mogelijk gealarmeerd dient te worden, de beschikbare deelnemers zich moeten inmelden en hun parate uitrukuitrusting completeren met de zaken die op het laatste moment verzameld moeten worden. Hier zal enige tijd mee gemoeid zijn. De regiocoördinator kan daarom in die fase voldoende tijd nemen om, gebaseerd op de informatie uit de Veiligheidsregio, wie en wat in de DARES regio beschikbaar is, de inzet van mensen en middelen te plannen. Terwijl de deelnemers na het inmelden wachten tot de RC/het DRCC de team samenstellingen DARES Handboek V 1.1 Pagina 18 / 42

19 klaar heeft en de opdrachten uitdeelt, moeten zij zich verder voorbereiden op de inzet. Een zendamateur die zich binnen het rampgebied bevindt (werkt of woont) zal waarschijnlijk niet deelnemen aan de DARES inzet, omdat hij met de veiligheid van eigen have en goed bezig zal zijn en o.a. geen toegang meer tot zijn huis en/of apparatuur heeft. In het algemeen zullen DARES teams bijna altijd buiten een rampgebied opereren. Dit rampgebied zal voor de meeste deelnemers dus niet dicht bij huis zijn. Men zal dus tijd nodig hebben om naar een toegewezen locatie te gaan en zich daar te installeren. De daadwerkelijke inzet kan in twee fasen plaats vinden. Eerst een basisnet met portofoons of transceivers in de auto's. Als dit in de eerste communicatiebehoefte voorziet kunnen daarna vaste veldstations ter plaatse ingericht gaan worden. Later kan de service opgewaardeerd worden met bijv. extra energie voorzieningen, (en eventueel faciliteiten voor digitale communicatie) etc. 7.4 Alarmering van DARES teams De LMAZ alarmeert, op verzoek van het DARES bestuur, alle (plv)rcs via P2000, en deelt daarbij mede welke regio(s) daadwerkelijk in actie moeten komen. De NIET genoemde regio s ondernemen dus (nog) geen enkele actie. Zij melden zich dus ook niet in op de DARES frequenties. De (plv)regiocoördinator van de gealarmeerde regio alarmeert nu zijn deelnemers. Er zijn een aantal wegen via welke de alarmering van de deelnemers zal plaatsvinden: D.m.v. GSM/SMS telefoon. Waarbij een eerste alarm via SMS zal uitgaan. Vanwege de tijdsvertraging van de SMS service, zullen na de eerste opkomst, deelnemers die zich nog niet hebben ingemeld telefonisch worden benaderd. Wanneer het een oefenalarm betreft moet dat in het alarm aangegeven worden. De (plv)rc belt het bestuur met de vraag de regiodeelnemers via de LMAZ en P2000 te alarmeren. Als de sirene gaat, of bij vermoeden van een calamiteit, of als het duidelijk is dat het elektriciteitsnet of (GSM) telefoonnetwerk uitgevallen zijn, zullen de deelnemers z.s.m. de frequentie regiofrequentie gaan monitoren voor mogelijke instructies en/of overleg. En ook de regionale rampenzender voor boodschappen van de overheid monitoren. Wanneer de sirene op de eerste maandag van de maand om uur af gaat, dan wordt in het kader van een oefening deze procedure ook gevolgd. De regiocoördinator meldt dat dit een (oefen)alarmering is. In de alarmeringsfase van een regio melden de DARES deelnemers zich in, en bereiden zich voor om uit te rukken. Men begint een vers hoofdstuk in het persoonlijk DARES logboek en houdt dat bij. Uitsluitend de gealarmeerde DARES deelnemers mogen zich inmelden, en dienen dat te doen met de toevoeging /D achter hun call. Niet gealarmeerde DARES deelnemers, dienen zich NIET in het net in te melden of anderszins actief te worden. Wel kunnen zij bijvoorbeeld, uitluisteren en een goede log bijhouden wat er gebeurt, zich klaar maken voor inzet op een later tijdstip. Indien nodig wordt, totdat het DRCC bemand is, in onderling overleg bepaald wie, waar de rol van initiële netcontrol op zich neemt. Het beste is als de eerste (ervaren) inmelder de rol van initiële netcontrol op zich neemt. De initiële netcontrol hoeft alleen maar de band te beheren, zodat de (plv)rc zich op zijn taken kan richten, zoals het registreren van de inmelders, de middelen die zij hebben, het maken van de team indeling etc. Terwijl dan toch de band niet leeg is en men op de hoogte blijft van de ontwikkelingen. De rol van netcontrol zal in een latere fase overgedragen worden naar een ander operationeel station. Elk station dat zich opwerpt als operationeel netcontrol/drcc moet over stress bestendigheid en de juiste spullen beschikken, zowel qua apparatuur, training, bezetting, als wat betreft papierwinkel en/of PC met internet etc. Netcontrol zal zich voorbereiden om naast 2m tegelijk ook op 70cm uit te komen. DARES Handboek V 1.1 Pagina 19 / 42

20 Totdat formeel besloten is dat een Regio inderdaad paraat is zullen GEEN acties ter assistentie uit die Regio ondernomen worden. 7.5 Opkomst van DARES teams Na het alarm melden de deelnemers zich, melden hun huidige QTH en beschikbare middelen aan de (plv)rc en wachten op verdere instructies. De (plv)rc zal een zekere tijd nodig hebben om inzicht te krijgen, wat de VR wil, wie waar binnen welke periode, met welke middelen beschikbaar is. Gebaseerd op de beschikbare middelen maakt de inzet coördinator (plv)rc een plan voor de inzet hiervan en zal de deelnemers instrueren voor wat betreft de samenstelling van hun team, hun locatie, werkfrequentie en hun taak. Het kan zijn dat een deelnemer gevraagd wordt eerst nog langs een andere locatie te gaan (eigen huis, DRCC, depot, QTH van een andere deelnemer) om extra uitrusting of een teamlid op te halen. In principe gaat vanaf dit moment alles via radio. De deelnemers begeven zich na de instructie door (plv)rc naar de hun opgegeven locatie en melden zich eenmaal daar op de opgegeven werkfrequentie. 7.6 Activering van DARES teams Op de locatie wordt een verstandige plek uitgezocht, waar veilig gewerkt kan worden. Dan wordt contact gezocht met DRCC voor de radiocheck op 2m en 70cm. Voor iedere veldstation wordt bepaald of op 2m of 70cm gewerkt zal worden. Zo nodig verplaatst het veldstation zich naar een gunstiger locatie of doet iets verstandigs met de antenne. Elk veldstation krijgt een handzame 'teamnaam', die slaat op de locatie en opdracht van de betreffende veldpost. Het DRCC maakt een schematisch overzicht van de uiteindelijke configuratie, zodat er op het DRCC duidelijk overzicht is wie waar zit, en op welke band/frequentie de verbinding onderhouden wordt. Vanwege de tijd die een veldstation mogelijk nodig heeft om van het ene plekje naar het andere te komen, is het te verwachten dat netcontrol meerdere radiochecks parallel kan en zal doen. Een goede radio discipline is dus van groot belang! Na de afwerking van de radiocheck komen het DRCC en het veldstation samen overeen dat een veldstation klaar voor gebruik is. Indien DRCC of het veldstation zich verplaatst moet de radiocheck opnieuw uitgevoerd worden. Het kan ook voorkomen dat een veldstation helemaal niet bij de toegewezen locatie kan komen of dat een veldstation z'n locatie moet verlaten. Er moeten dan dus alternatieven worden bepaald. 7.7 DARES teams zijn operationeel Veldstations wachten berichten en/of opdrachten van het DRCC af, voeren die uit en melden de afloop/uitkomst. Berichten van derden worden door het veldstation aan het DRCC doorgegeven en door het DRCC bevestigd. Voor onderling berichtenverkeer houden de veldstations zich aan de netcontrol van het DRCC. Afhankelijk van hoe de situatie zich ontwikkelt kan het DRCC extra/andere middelen laten aanrukken en uitrollen. 7.8 Snel Inzetbare Landelijke Teams (SILTs) Moet nog ontwikkeld worden. DARES Handboek V 1.1 Pagina 20 / 42

21 8 Alarmering en inzet scenario Alles overziend leidt dit, bij een ideale ramp, tot het volgende theoretische scenario voor de alarmering en inzet van DARES: Fase 1: De externe alarmering Een functionaris van een Veiligheidsregio vraagt de LMAZ om DARES te alarmeren. De LMAZ alarmeert het DARES bestuur. Het dienstdoende bestuurslid vraagt de LMAZ het bestuur te pagen met de tekst dat hij actie onderneemt. Als dit niet gebeurd, moet een ander bestuurslid actie ondernemen. Het dienstdoende bestuurslid belt op het nummer dat in het contract met de VR is vastgelegd met een functionaris die de alarmering van DARES heeft aangevraagd Met behulp van een vragenlijst, en mogelijk overleg binnen het bestuur, wordt de situatie geanalyseerd en globaal het wie/wat/hoe en waar van een DARES inzet bepaald, alsmede welk(e) regio's of SILTs ingezet moeten worden. Fase 2: De alarmering van de regio's Het DARES bestuur vraag de LMAZ om alle (plv)rc s (en impliciet het DLCC team) te alarmeren en geeft daarbij aan welke Regio's daadwerkelijk ingezet gaan worden. Op deze manier zijn ook regio's die niet meteen ingezet worden toch op de hoogte en kunnen zich eventueel klaar maken om extra teams etc te kunnen leveren. Regio's die niet geactiveerd worden dienen geen contact met het bestuur op te nemen en houden een absolute radiostilte op de DARES frequenties. De gealarmeerde (plv)rc neemt contact op met het dienstdoende bestuurslid om te overleggen of de gevraagde teams en middelen binnen korte tijd geleverd kunnen worden en waar deze ingezet moeten worden. Indien de gealarmeerde (plv)rc of de gevraagde teams niet beschikbaar zijn alarmeert het bestuur via de LMAZ een andere Regio. Fase 3: De alarmering van de teams De betreffende regiocoördinator alarmeert de deelnemers in zijn regio via GSM/SMS/P2000 ieder meldt zich in op de regiofrequntie, met GSM/SMS als fallback het DRCC team gaat het DRCC activeren. de eerste inmelder is de initiële netcontrol; deze hoeft alleen maar de calls van de inmelders te registeren en te zorgen dat de frequentie niet leeg is. eenieder begint zijn DARES logboek op een nieuwe bladzijde, de (plv)rcs en het DRCC houden hun specifieke sheets bij. de (plv)rc is i.v.m. de andere taken nu nog NIET de netcontrol. deelnemers melden de middelen die ze (snel) ter beschikking(zullen) hebben aan de (plv)rc, de initiële netcontrol houdt de on-air orde de deelnemers completeren hun uitrusting en luisteren uit. de (plv)rc bepaalt, uit de verzamelde gegevens van het inmelden en de wensen van de VR: wie de veldstations (altijd 2 personen per station) gaan bemannen en waar. wie er thuis blijft, voor aflossing later, logistieke hulp, of extra posten Ieder krijgt zijn teamsamenstelling, teamnaam en toegewezen veldlocatie te horen, bevestigt die, zoekt zijn laatste spullen bij elkaar. Het kan zijn dat een deelnemer de opdracht krijgt om eerst nog een andere deelnemer of extra spullen op te halen voordat hij echt naar zijn toegewezen locatie gaat. Met name het DRCC team maakt goede notities van de taak en locatieverdeling, zodat ze later als de (plv)rc onderweg is naar het DRCC, weten wat de bedoeling is. Fase 4: De geselecteerde deelnemers gaan naar de hun toegewezen locaties en activeren hun station. Ieder gaat op pad en meldt dat aan de (plv)rc. De (plv)rc neemt netcontrol over, zodat de initiële netcontrol ook aan zijn opdracht kan gaan beginnen. De DRCC bemanning zet het DRCC op, inclusief alle papierwerk, flip-overs en (wand)kaarten Als het DRCC on-air is neemt dit netcontrol over van de (plv)rc. De (plv)rc gaat naar het regiostation, eenmaal op het DRCC zal de (plv)rc vanwege andere taken niet noodzakelijkerwijs als operator betrokken zijn bij de uitwisseling van berichten. DARES Handboek V 1.1 Pagina 21 / 42

22 Veldstation bemanningen arriveren op hun toegewezen locatie en melden zich. Als het DRCC on-air is pakt deze dit op, als dit nog niet het geval is houdt de (plv)rc dit aan. In dit geval is de (plv)rc nog alleen en kan dus niet tegelijk op 2m en 70cm uitkomen; wat geduld zal in dit geval nodig zijn. Veldstations en DRCC doen een radio check, en bepalen welke frequenties gebruikt gaan worden. Het DRCC verklaart, in overleg met het betreffende veldstation, elk veldstation operationeel. Fase 5: De operationele fase Operationele berichten kunnen worden uitgewisseld, opdrachten worden uitgevoerd en gelogd. Bewaar alle berichtenformulieren zorgvuldig. Dit kan handig zijn bij een nabespreking, maar ook bij zaken die fout gegaan zijn, waarbij de operator kan overleggen wanneer welk bericht er naar wie is uitgegaan of van wie is ontvangen. In de daarop volgende uren kan de regiocoördinator, naast de coördinatie van de operationele teams, de eventuele opschaling van apparatuur, modes, extra teams, bijstand en/of aflossing uit ander regio's regelen. Vermeld dient te worden dat eventuele opschaling uit andere regio's altijd via het bestuur dient te geschieden. Fase 6: Einde inzet Het sein einde inzet wordt door het DRCC gegeven. Het DRCC geeft elke veldstation daartoe duidelijk opdracht die wordt bevestigd, waarna men op pad gaat naar de verzamelplaats of naar huis. Iedere deelnemer meldt zich op de afgesproken plaats af. Het DRCC turft dit af. Als alle deelnemers zich veilig hebben afgemeld wordt de inzet definitief afgesloten. Alle log- en werksheets worden verzameld voor een latere evaluatie. Het moge duidelijk zijn dat een aantal van deze stappen parallel kunnen lopen en dat bijvoorbeeld het ene veldstation al helemaal operationeel is terwijl het andere nog in de file staat. Het DRCC zal dus een duidelijke status moeten bijhouden, zodat een en ander relatief eenvoudig is over te dragen bij aflossing. Het boven geschetste scenario is natuurlijk geheel theoretisch, de werkelijkheid zal zich niet door een stuk DARES handboek laten vangen. Improviseren en flexibiliteit zal vaak nodig zijn. DARES Handboek V 1.1 Pagina 22 / 42

23 9 DARES Operating Practice 9.1 Uitwisselen van berichten 1. Het DRCC zal regelmatig in het algemeen en aan de veldposten specifiek vragen of er traffic is. 2. Als u specifiek opgeroepen wordt meldt u of u wel of geen traffic hebt. 3. Als u traffic hebt meldt u zich retour en voegt toe dat u traffic voor DARES heeft. Vraag uw tegenstation of hij klaar is om uw bericht aan te nemen, noem de *call van het tegenstation* van *uw call*, en zeg *over*. Blijf deze discipline gedurende de gehele verbinding aanhouden! 4. Als uw tegenstation aangeeft gereed te zijn om het bericht op te nemen en naar u gaat luisteren, meldt u zich met *call tegenstation* de *uw call*, hier volgt mijn bericht 5. Geef vervolgens het bericht 6. Als u uw bericht heeft gegeven, vraag dan aan uw tegenstation om het bericht te herhalen en controleer of deze het juist heeft opgenomen. Zo nodig herhaalt u of corrigeert u. 7. Indien alles correct is overgekomen, geeft u dit aan. 8. Als uw tegenstation een netcontrol is, beëindigt hij de verbinding; is het een ander regulier station, dan beëindigt u zelf de verbinding met UIT Een bericht van het DRCC voor een veldstation gaat natuurlijk op dezelfde manier. 9.2 In het algemeen Luister het DRCC permanent uit, zodat er direct gereageerd kan worden op berichten of opdrachten. Mocht een veldstation berichten te verzenden hebben, meld dan aan het DRCC dat u 'traffic' heeft. Roep het DRCC niet onnodig op maar, als u een dringend bericht heeft, meld dat dan met de oproep DRINGEND of SPOEDBERICHT. Elk station dat zoiets hoort dient direct te wachten zodat het spoedeisende bericht kan worden afgehandeld. Maar een reeds ingezet bericht wordt niet onderbroken. Gebruik het NATO-spellings alfabet. Wacht als u de microfoon krijgt enkele tellen, er kan iemand met een dringend bericht zitten (kiertje laten!!). Het is buitengewoon frustrerend als u een bericht voor officiële instanties heeft en u kunt er niet tussen komen. Niet iedereen heeft een kilowatt ter beschikking; juist portofoons zijn belangrijk. Houdt geen onnodig lange betogen. Kort en zakelijk, het is een calamiteit en u bent in dienst van de autoriteiten. Zeker bij oefeningen is het noodzakelijk u zeer correct op te stellen, anders kan het tegenzin om samen te werken bij officiële diensten oproepen. Een goed bericht bevat die volgende elementen: Wie: van wie is het bericht afkomstig (vraag om naam en functie) en vergewis u goed voor wie is het bericht bedoeld; Wat: wat betreft het onderwerp van het bericht; Wanneer: wanneer speelt de zaak of voor welk moment moet er actie worden ondernomen; Waarom: waarom draait de zaak Waar: waar speelt de zaak zich af, vraag zo mogelijk nauwkeurige coördinaten of vraag om markante (liefst hoge) herkenningspunten in het terrein (bijv. kerktorens). Schrijf zoveel mogelijk met datum en tijd op wat u moet zeggen, herhaal getallen en voorkom moeilijke woorden (eventueel spellen, oefen u daarop). Het is belangrijk dat een bericht meteen goed overkomt; navragen kost onnodig tijd en vergroot de kans op fouten. Noteer direct wat u ontvangt zodat anderen kunnen meelezen. Het versnelt de berichtgeving. Lang niet iedereen is geoefend berichten te verstaan en meteen te onthouden. Andere hulpverleners kunnen over uw schouder meelezend al actie ondernemen zodra het bericht binnen is; het hoeft dan niet nog eens herhaald te worden. Tracht u altijd met tact bij de autoriteit ter plaatse bekend te maken, maar wees hierbij niet opdringerig. Hij/zij kan belangrijker zaken aan het hoofd hebben. In noodgevallen wil iedereen zijn bericht als eerste verzonden hebben. Maar de autoriteit ter plaatse bepaalt de prioriteit. DARES Handboek V 1.1 Pagina 23 / 42

24 Vergewis u van tevoren waar u bent en wie daar de autoriteit is. Geef dat, als er om wordt gevraagd, duidelijk door. Het is van het hoogste belang dat het DRCC direct aan de officiële instanties kan melden waar de berichten vandaan komen. Verlaat uw post nooit en blijf altijd uitluisteren, zeker natuurlijk op de afgesproken tijdstippen. U moet er van uitgaan dat u dienstverlenend bent en dat de noodhulpverlening voornamelijk door beroepskrachten wordt uitgevoerd. Het kan zijn dat u urenlang niets te doen heeft. Als er weinig berichtenverkeer is kunt u afspreken elk kwartier of half uur even te luisteren of contact te maken om uw batterij te sparen. Verlaat uw post alleen na u afgemeld te hebben bij het DRCC. 9.3 Bij een oefening Moet er bij iedere doorgang worden vermeld dat het om een DARES oefening gaat. Begin uw communicatie dan ook met de zin: Dit is een DARES oefening gevolgd door uw bericht. In geval van acute levensbedreigende situaties tijdens een oefening (calamiteit of incident tijdens oefening) belt u112. Indien dit niet kan vraagt u direct of het tegenstation in staat is om 112 te bellen. Is dit het geval, handel dan de melding direct af met voorrang, en geef het volgende woord: NO-PLAY. De NO-PLAY situatie blijft gehandhaafd tot dat de hulpverleners ter plaatse zijn. De melder moet aangeven waar hij zich bevindt, en waar de exacte locatie van het incident is. (eventueel GPS coördinaten) De melder zal geïnformeerd worden over de status. ( Politie, Brandweer of Ambulance zijn gebeld en aanrijdend). De overige deelnemers van de oefening houden in een dergelijk geval radiostilte, tenzij om hun assistentie wordt gevraagd. Daarna kan, als de melder dit aangeeft, de oefening verder gaan. 9.4 Operating Practice ad-hoc Indien u, zonder dat u bij een inzet betrokken bent, te maken krijgt met een calamiteit en daardoor berichtenverkeer ten behoeve van derden moet verzorgen, doet u het volgende. 1. Overtuig u van de uitval van het reguliere GSM- en telefoonnetwerk. Is er geen uitval, gebruik dan GSM en/of telefoon. N.B.: als iedere seconde telt, bel 112. Als dit niet lukt gaat u over naar stap 2! 2. Neem het bericht op en gebruik daarbij het standaard berichten formulier. 3. Zoek contact met het regionale DARES-station in uw regio. 4. Stem daarvoor af op de regiofrequenties, of, als dat niet lukt, op de nationale frequenties. 5. Luister of er al radioverkeer in het kader van de calamiteit plaatsvindt. Is dat het geval, wacht dan tot netcontrol vraagt om inmelders met traffic voor DARES. 6. Is er nog geen netcontrol te horen, zend dan CQ-DARES, CQ-DARES, CQ-DARES de *uw call* *uw call* *uw call* over en wacht op reactie. 7. Als een netcontrol reageert, meldt u zich retour volgens de normale operating procedure en voegt u toe dat u traffic voor DARES heeft. Vraag uw tegenstation of hij klaar is om uw bericht aan te nemen, noem de *call van het tegenstation* van *uw call*, en zeg *over*. Blijf deze discipline gedurende de gehele verbinding aanhouden! 8. In geval van acute levensbedreigende situaties vraagt u direct of uw tegenstation in staat is om 112 te bellen (GSM of telefoon). Is dit het geval, handel dan de melding direct af. Is dit niet het geval, ga dan naar stap Als uw tegenstation aangeeft gereed te zijn om het bericht op te nemen en naar u gaat luisteren, meldt u zich met *call tegenstation* de *uw call*, hier volgt mijn bericht 10. Geef vervolgens het bericht 11. Als u uw bericht heeft gegeven, vraag dan aan uw tegenstation om het bericht te herhalen en controleer of deze het juist heeft opgenomen. Zo nodig herhaalt u of corrigeert u. 12. Indien alles correct is overgekomen, geeft u aan op welke wijze u bereikbaar blijft voor uw tegenstation dat aan de slag gaat met uw bericht. 13. Als uw tegenstation een netcontrol is, beëindigt hij de verbinding; is het een ander regulier station, dan beëindigt u zelf de verbinding met UIT DARES Handboek V 1.1 Pagina 24 / 42

25 DARES Handboek V 1.1 Pagina 25 / 42

26 10 Uitrusting Een checklist voor de uitrusting zal net zoveel dimensies hebben als het aantal variabelen van een DARES inzet: de soorten stations, de rol van de deelnemer, de voortgang van een activatie, de banden die gebruikt worden en de types verbindingen die gemaakt worden. Daarnaast zal er om praktische redenen een verdeling zijn van spullen die meer of minder permanent in de uitruktas wonen en de zaken die tussen alarmering en activering bij elkaar gezocht moeten worden. Deelnemers zullen, aan de hand van onderstaande checklist, zelf in alle eerlijkheid moeten bepalen en aangeven in hoeverre ze klaar zijn om ingezet te worden en welke functie ze kunnen vervullen. Het is de taak van de regiocoördinator om regelmatig de deelnemers te vragen hun spullen aan de hand van de checklist na te lopen en eventuele hiaten aan te vullen Alarmering Voor de alarmering en het op gang brengen van een DARES inzet moet iedere deelnemer, passend bij zijn rol de volgende zaken 'op het lijf' bij zich dragen. Item Bestuur DLCC team DRCC team P2000 pager x x x GSM x x x x Telefoonlijst bestuur x x x Schema piketdienst bestuur (met back-up) Telefoonlijst (plv)rc's x x x x Adressen van DLCC en DRCC's en die bezocht hebben Lijst met status en kerngegevens DARES regio's x x Lijst van vragen die aan de VR gesteld moeten worden x x x x x (plv)rc Lijst van P2000 berichten x x x x x Lijst van VR contacten (uit waakvlam overeenkomst) x x Telefoonnummer LMAZ Gedetailleerde kaart van Nederland x x x x x Stratengids x x x x x Telefoonlijst eigen regio x x x x Deel'r 10.2 Zendapparatuur Met betrekking tot de zendapparatuur is de minimale eis voor elke deelnemer een 2m portofoon, geladen, of met volle batterijen paraat te hebben. een dualband porto wordt ten zeerste aangeraden. een oortje een lader voor 12V (in de auto) en 230V. Mobiele en Veldstations een dualband mobiele transceiver met microfoon & koptelefoon in de auto, en/of een dualband portofoon (met oortje) met magneetvoet antenne DARES Handboek V 1.1 Pagina 26 / 42

27 En thuisstation dat bij een inzet toevallig op of dichtbij een door de VR gevraagde locatie bevindt en als veldstation ingezet wordt, dient natuurlijk over een equivalente uitrusting te beschikken, ook qua papierwinkel etc. Relay-station een dualband set. Omdat zowel de verbinding met een veldstation als met het DRCC op 2m en/of 70cm kan plaatsvinden, dient een dergelijk thuis station idealiter uitgerust zijn met 2 maal een dualband set met bijbehorende antennes. DRCCs Minimaal een 2m set, met microfoon en koptelefoon een 70cm set, met microfoon en koptelefoon (dus TWEE aparte sets!) Voor landelijke dekking extra een HF transceiver met microfoon & koptelefoon (dan dus in totaal 3 sets!) Omdat een DRCC minimaal op 2 banden tegelijk moet kunnen uitkomen en er coördinatie taken zijn, bestaat de minimale bemanning van een DRCC uit 3 personen: 2 operators en de (plv)rc. Alle sets worden geacht met de DARES frequenties en nabije repeaters te zijn voorgeprogrammeerd. In plaats van de dualband sets kunnen natuurlijk ook 2 monoband sets tezamen gebruikt worden. Ook kan netcontrol, bij de formatie van de teams, een dualband station realiseren d.m.v. de team samenstelling. Een kopie van de handleiding van de portofoons, (mobiele)sets hoort ook in de uitrukuitrusting Stroomvoorziening Normaal zal op een mobiel of veldstation de interne accu van de portofoon gebruikt worden, maar daarna zal het nodig zijn om langduriger externe stroomvoorziening te regelen. Een portofoon moet op de 12V van een auto kunnen werken. Voor een mobiele TRX in de auto is dit natuurlijk vanzelfsprekend. Heb niet onnodig meerdere sets op een locatie bij staan. Dit zou vele uren vol te houden moeten zijn. Duurt de inzet wezenlijk langer dan zullen er zwaardere middelen moet worden ingezet zoals een 230V aansluiting op een generator (van de reguliere diensten?). Het DRCC zal accu's of generatoren moeten kunnen nasturen. Er zullen in het algemeen geen grote vermogens gebruikt worden, of zelfs gewenst zijn. Ook zal de dutycycle niet erg groot zijn. Initiële operatie, Mobiel/veldstation Alle soorten en maten batterijen (porto, zaklamp etc) Aansluitsnoeren 12V (ook langere naar bv. auto) Verdeelblokken 12V met de DARES standaard connector Alle soorten en maten zekeringen, ook voor de zekeringen die (in de auto) verborgen zitten Allerhande 12V verlopen (DARES Standard<=>sigaretten aansteker<=>accuklemmen) Verlichting (op batterij en 12V) Langdurige operatie, Mobiel/Veldstation Voeding 230V / 12 volt 10A Verlenghaspel 230V minimaal 20 meter (per deelnemer) 230V verdeelblokken Nagestuurd: 12V accu s Generator Thuis station/drcc/dlcc Naast de normale 230V uit de muur, 12V accu s en/of 12V uit een auto (die voor de deur stationair staat te draaien.) 12V of 230V generator DARES Handboek V 1.1 Pagina 27 / 42

28 10.4 Antenne s Mobiele en Veldstations Om de verbindingen betrouwbaarder te maken een dual band antenne met meer gain, of een richtantenne NVIS antenne een mast(je) touw/tie-wraps/banden om de mast te sjorren of tuien diverse lengtes coax Opmerking: Bij voorkeur GEEN losse verlooppluggen gebruiken Er wordt van uitgegaan dat een DLCC, DRCC en thuis stations dit allemaal permanent hebben geïnstalleerd Computers DARES heeft een standaard voor digitale communicatie gedefinieerd en getest. Niet alle deelnemers hoeven hiervoor hun uitrusting op in te richten. Alles ten aanzien van computerapparatuur is op dit moment dus in het algemeen geen vereist onderdeel van de uitrusting Gereedschap De meeste van de onderstaande items kunnen permanent in een uitrukuitrusting zitten of snel aan de hand van dit lijstje gepakt worden. Apparatuurkoffer of krat Setje (kruiskop)schroevendraaiers kniptang punttang waterpomptang Universeelmeter Boutjes en moeren Draad Kroonsteentjes Tie-wraps (Duct)tape 230V/12V/Gas soldeerbout met soldeer Aansteker Werkhandschoenen Rolletjes pedaalemmer- en vuilniszakken Er wordt van uitgegaan dat thuis en regiostations dit allemaal permanent hebben 10.7 Papierwerk en vastlegging De onderstaande items zijn niet even snel op te zoeken en aan te maken en moeten daarom van tevoren geprint en geregeld worden. Mobiele en veld en thuis stations DARES log- en werkboek (met veel extra kopieën van de lege werkbladen) telefoonlijst schrijfblok / kladblok Pennen / met name potlood wordt aanbevolen omdat dit niet uitloopt in de regen Viltstift A4 clipboard DARES banner (voor op auto etc) DARES badges DARES naamkaartjes paperclips sellotape plastic mapjes autokaarten / gedetailleerde kaart van Nederland stratengids DARES Handboek V 1.1 Pagina 28 / 42

29 DRCC Naast het bovenstaande heeft een DRCC vanwege de centrale- en coördinatietaken extra nodig: bepaalde sheets uit het werkboek op groot formaat (Radiocheck etc) kaart van de veiligheidsregio op groot formaat white-board met bijbehorende stiften en wiper flip-over met viltstiften een faciliteit om een stroom aan berichtenformulieren te beheren 10.8 Persoonlijke uitrusting De meeste van de onderstaande items kunnen permanent in een uitruk uitrusting zitten of snel aan de hand van dit lijstje gepakt worden. Identiteitspapieren etc DARES identiteitspasje Zonnebrand / zonnebril / pet Warme en koude en thermo kleding Regenkleding / laarzen Medicijnen Veiligheidsvest GSM / Camera / radio / laders Zaklamp met reserve batterijen Zakmes / Leatherman tools EHBO-set Kleingeld Energierepen / lunchpakket Thermoskan koffie. Flesje water Rol WC papier Zitlap Indien de reguliere diensten voor DARES geen onderkomen/catering faciliteiten kunnen bieden moet het volgende mee genomen worden. Slaapspullen (Slaapzak, matje etc) Verschoningen Energierepen / noodvoer Toiletartikelen Handdoeken Bestek / mokken / waterflessen Voor 3 * 24 uur eten en drinken Kookpitje + brandstof + pannensetje Deze lijst geldt in zijn geheel ook voor een DLCC, DRCC en sommige items ook voor een thuisstation DARES Handboek V 1.1 Pagina 29 / 42

30 11 Bijlagen Integraal onderdeel van dit DARES Handboek zijn het Werkboek met werk- en logsheets, de landelijke en regionale bijlagen. Deze zijn nog volop in ontwikkeling en worden apart gepubliceerd. Landelijk De landelijke bijlagen omvatten onder andere. De werk- en logsheets met invulwijzer die bij een inzet gebruikt moeten worden De lijst van vragen die gesteld moeten worden aan de VR die een DARES inzet vraagt De lijst van DARES P2000 berichten, met hun codering Tabel met DARES frequenties Landelijke telefoonlijsten (worden om privacy redenen separaat gedistribueerd) Regionaal De onderstaande bijlagen met regionale informatie moet door de regio samengesteld, onderhouden en gedistribueerd worden. Deelnemerslijst: met call, naam, GSM nr, adres, woonplaats, moet vanwege de privacy bescherming separaat worden gedistribueerd. Frequentie en naam van de regionale rampenzender(s) Lijst van repeaters die in en vanuit de regio te gebruiken zijn Lijst van gemeenten in de regio, naam, adres, plaats, telefoonnummer Een lijst met andere belangrijke telefoonnummers en adressen Geef de bijlagen een duidelijke bestandsnaam met datum, regionummer en -naam. Zet dat ook in de kop van elk bladzijde. Als u dan een kopie naar het bestuur mailt voor gebruik in het DLCC, helpt dat bij de landelijke coordinatie. DARES Handboek V 1.1 Pagina 30 / 42

31 11.1 De lijst van vragen die bij alarmering, door het bestuurslid met piketdienst, aan de VR gesteld moeten worden. Datum/tijd Eerst voorstellen: Ik ben xyz bestuurslid van DARES en reageer op uw aanvraag voor assistentie en moet een paar zaken weten om onze teams hun opdrachten te kunnen geven. Wat is uw naam en functie? Hoe kan ik/ons RC/DLCC/DRCC met u in contact komen? Wat is het type van de calamiteit? Waar is de calamiteit? Wat is de omvang? Hoeveel DARES stations wilt u inzetten? Waar wilt u onze stations hebben? Welk berichtenverkeer verwacht u dat het zal betreffen? Bij wie moeten onze veldstations zich melden? Weten die dat we eraan komen? Kunt u het personeel dat de wegen van en naar de locaties bewaken instrueren dat de teams eraan komen.? Hoe lang gaat naar uw voorlopige schatting de inzet duren? Herhaal de informatie; En vraag of dat correct is; Beoordeel of een en ander zinnig is. Bevestig de opdracht en zeg: Ik ga teams alarmeren en hun de opdrachten geven. Ik ben op bereikbaar op nummer<...>, via de LMAZ, op P2000, of via de DARES veldstations.

32 11.2 Certificeringscriteria voor DARES Regio's, V1.0 Een DARES regio moet aan een reeks eisen voldoen voordat de regio als "inzetbaar" beschouwd kan worden. Wanneer er een beroep op DARES gedaan wordt voor noodcommunicatie zal, voor inzet, als aller eerste daarvoor DR's overwogen worden die gecertificeerd inzetbaar zijn. Het DRCC van een gecertificeerde DR kan een PI9D* call aanvragen. De eisen zijn in onderstaande lijst gevat. Intitieel kunnen DR's zichzelf aan de hand van deze lijst certificeren. Deze certificatie is 2 jaar geldig. In het laatste half jaar van deze geldigheid zal door middel van een zogenoemde "Peer-review" door deelnemers uit 1 of 2 andere DRs beoordeeld worden of het certificaat verlengd wordt. Aan de andere kant wordt ook verwacht dat als een DR tussentijds niet meer aan de eisen voldoet de DR zelf de certificatie opgeeft. In de punten in onderstaande lijst is geen poging ondernomen om ieder onderwerp helemaal uitputtend te bespreken. Het gaat om de intentie. Een regio moet bijvoorbeeld een RC hebben, die moet dan wel naar behoren functioneren. Voor ander punten gelden weer andere factoren die vanzelf sprekend zijn. Het is de bedoeling dat al dit soort impliciete factoren loyaal en in hun volle gewicht worden meegenomen. En het is vanzelfsprekend dat de ook voldaan wordt aan de uitrustingseisen zoals in het DARES handboek vermeld. Criterium Is er een RC in functie? Is er minimaal 1 plvrc in functie? Zijn er minimaal 10 gecertificeerde deelnemers in de DARES regio? Wordt er regelmatig maar minimaal 3 keer per jaar geoefend? Nemen de gecertificeerde deelnemers aan minimaal 60% van de oefeningen deel? Worden de diverse aspecten van een DARES inzet geoefend? Heeft DR regelmatig min 2* per jaar) een (niet oefening gerelateerde) bijeenkomst en is daar voldoende informatieoverdracht? Is de deelnemersadmininstratie op orde? Is er een regionale alarmerings en taakverdelings procedure? Is er een DRCC inzetbaar? Kan de minimale bezetting vh DRCC (3 personen) gerealiseerd worden? Weet men hoe men het hele gebied kan dekken? Zijn er minimaal 1 SILTS van 4 deelnemers inzetbaar? Ja/Nee Naast de bovenstaande inzetbaarheidseisen, zijn er een aantal extra expliciete uitrustings eisen naar voren gekomen die nu hier, maar later in een volgende verse van het DARES handboek opgenomen moeten worden. Het DRCC moet beschikken over gedetaillerde kaarten van de regio en de gebieden daarom heen. De locatie van de veldteams en andere belangrijke locaties moeten daarop kunnen worden geplot.

33 11.3 DARES frequentiegebruik per 18 juni Frequentie gebruik Noodverkeer frequenties zijn er enerzijds om berichten uit te wisselen en anderzijds om informatie te verstrekken aan de luisteraars. Afhankelijk van de omstandigheden en de schaal van het noodverkeer kan er van 4 soorten frequentiegebruik sprake zijn: Level 0: Internationaal berichten verkeer Level 1: Nationaal berichten verkeer Level 2: Regionaal berichten verkeer Level 3: Lokaal berichten verkeer Om helder onderscheid en ongestoord frequentie gebruik te bevorderen gebruiken de verschillende niveau verschillen frequenties. De volgende subhoofdstukken geven inzicht in de verschillende gebruikte frequenties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de verschillende type stations door middel van een kleurcodering.

34 Internationaal berichtenverkeer DARES conformeert zich aan de internationale afspraken t.a.v. Center Of Activity (CoA) frequenties. De CoA frequenties zijn primair bestemd voor berichtenverkeer over landsgrenzen en wordt voornamelijk uitgevoerd door de nationale EMCOMM stations. Gebruikte frequenties zijn afhankelijk van de propagatie mogelijkheden.

35 Nationaal berichtenverkeer Al het berichtenverkeer vanuit en naar het landelijk station (DLCC) en tussen geactiveerde regiostations (DRCC) vindt plaats op specifiek daarvoor bestemde frequenties. Alleen DRCC s melden zich bij het DLCC op de genoemde frequenties. VHF en HF frequenties zijn de voorkeursbanden. Op deze frequenties kan door meeluisterende deelnemers nationale en interregionale informatie worden beluisterd.

36 Regionaal berichtenverkeer Iedere geactiveerde Regio werkt met een DRCC al dan niet vast, mobiel, ingevuld door een deelnemer uit de Regio of waargenomen door een andere DRCC in geval van SILT inzet. Ieder DRCC heeft zijn eigen regiofrequentie waarop de Deelnemers zich in melden. Indien de Regio is opgedeeld in meerdere Groepen dan melden de Groepen zich in. Alle berichten worden door Deelnemers rechtstreeks doorgegeven aan het DRCC. VHF is de voorkeursband. Op de regiofrequentie kan door meeluisterende Deelnemers regionale informatie worden beluisterd.

37 Lokaal berichtenverkeer Het lokale berichtenverkeer is primair bedoeld voor verkeer tussen Deelnemers binnen de Groep. Het berichten verkeer beperkt zich tot operationele afstemmingsinformatie over de lokale situatie. SILT Teams acteren als Groep en maken gebruik van een geactiveerde (al dan niet in de regio aanwezig DRCC). VHF is de voorkeursband. Op de lokale frequentie kan door meeluisterende Deelnemers lokale informatie worden beluisterd.

38 Uitwijkfrequenties Niet altijd is een frequentie direct beschikbaar voor het uitwisselen van noodverkeer (al dan niet onder oefenomstandigheden). Indien blijkt dat een frequentie is bezet dan wordt de volgende procedure gevolgd: 1. Aanroepen van de gebruikers met de vraag of zij bereid zijn de frequentie voor (oefen) noodverkeer tijdelijk beschikbaar te stellen. 2. Indien stap 1 niet tot het gewenste resultaat leidt dan wordt van de volgende QSY gebruik gemaakt: HF: 3 KHz up VHF: 12,5 KHz up UHF: 12,5 KHz up 3. Op de QSY frequentie wordt wederom vastgesteld of deze beschikbaar is conform stap 1. Indien het DLCC of een DRCC een QSY frequentie in gebruik neemt blijft deze toch met enige regelmaat de originele frequentie uitluisteren en mensen doorverwijzen. Indien een Deelnemer in een geactiveerde regio op de regiofrequentie niets hoort dan luistert hij/zij primair op de QSY frequentie.

39 DARES Bandplan De bij DARES in gebruik zijnde frequenties zijn conform onderstaande bandplan ingedeeld. Alle Deelnemers worden verzocht maximaal van de beschreven indeling gebruik te maken. In alle gevallen geldt dat het uitgangspunt eenvoud is maar dat in uitzonderlijke omstandigheden op basis van best practice en onze amateur vaardigheden maximaal geïmproviseerd kan/moet worden!

40 DARES Frequentietabel Spraak

41 DARES Regio frequenties In de verschillende regio s zijn onderstaande frequenties in gebruik. Iedere actieve regio stelt vast of en zo ja van welke subnetten en/of repeaters gebruik wordt gemaakt door de Deelnemers en Groepen. Een overzicht daarvan wordt opgenomen in de regionale bijlagen. Bij voorkeur wordt daarbij van de betreffende template gebruik gemaakt en kan er uitzien als onderstaande voorbeeld DARES P2000 Berichten en codes

DARES OPLEIDEN, TRAINEN EN CERTIFICEREN WERKBOEK OPLEIDING TRAINING EXAMINERING CERTIFICERING... 2

DARES OPLEIDEN, TRAINEN EN CERTIFICEREN WERKBOEK OPLEIDING TRAINING EXAMINERING CERTIFICERING... 2 Inhoudsopgave: WERKBOEK OPLEIDING TRAINING EXAMINERING CERTIFICERING... 2 OPLEIDEN DEELNEMER... 3 TRAINEN DEELNEMER... 4 CERTIFICEREN DEELNEMER... 5 HET INRICHTEN VAN EEN VELDSTATION... 6 OPLEIDEN VOOR

Nadere informatie

DARES Regio 25 Flevoland

DARES Regio 25 Flevoland DARES Regio 25 Flevoland Opleiding ter certificering van de leden DARES Flevoland De opstellers: PA3FNT, Foeke en PD0JEW, Gerard DARES REGIO 25 FLEVOLAND 2009 Versie 2.1 Pagina 1 van 18 Inhoud: Algemene

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Een hobbyist die wereldwijd vrienden heeft met dezelfde veelzijdige hobby: communiceren via radiogolven

Een hobbyist die wereldwijd vrienden heeft met dezelfde veelzijdige hobby: communiceren via radiogolven Een zendamateur: wat is dat? Een hobbyist die wereldwijd vrienden heeft met dezelfde veelzijdige hobby: communiceren via radiogolven Dat kan via de microfoon, maar ook via Morse signalen, amateurtelevisie,

Nadere informatie

Radiozendamateurs NVRA vieren 30 jarig bestaan

Radiozendamateurs NVRA vieren 30 jarig bestaan Radiozendamateurs NVRA vieren 30 jarig bestaan Op zaterdag 29 en zondag 30 oktober houden radiozendamateurs van de Nederlandse Vereniging Radio Amateurs (NVRA) ter gelegenheid van het 30 jarig bestaan

Nadere informatie

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers. 10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

Capcode. Regio. Actie. Nivo P2000 X X Y Y Y. Regio

Capcode. Regio. Actie. Nivo P2000 X X Y Y Y. Regio Capcode Regio Nivo Actie P2000 X X Y Y Y Regio 0 0 Alle veiligheidsregio's 0 1 Groningen RC: Ton Gielen PA1TGI plvrc: Bram Molenaar PE2AM 0 2 Friesland (PI9DN) RC: Bram Molenaar PE2AM plvrc: Anton Kerkhof

Nadere informatie

CALAMITEITENPLAN BESTUUR HOOFD VEILIGHEID. Activiteiten van..uur (opbouw) tot.. uur (opruimen) Inhoudsopgave

CALAMITEITENPLAN BESTUUR HOOFD VEILIGHEID. Activiteiten van..uur (opbouw) tot.. uur (opruimen) Inhoudsopgave CALAMITEITENPLAN ORGANISATIE Een calamiteitenplan voorziet in te nemen maatregelen bij de bestrijding van verschillende soorten incidenten, die zich in. voor zouden kunnen doen. Hierdoor kunnen de omvang

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Notitie inzet NL-Alert

Notitie inzet NL-Alert Notitie inzet NL-Alert In de afgelopen jaren richt de (rijks)overheid zich steeds meer op een betere vorm van informatie aan de burger. In het geval van (dreigende) crises of incidenten is het immers van

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Evaluatierapport. DARES oefening LENTE ZWALUW v0.2. Oefening van de regio R10

Evaluatierapport. DARES oefening LENTE ZWALUW v0.2. Oefening van de regio R10 Evaluatierapport DARES oefening LENTE ZWALUW v0.2 Oefening van de regio R10 Zaterdag 14-04-2018 Tijd: 10.00 tot 14.00 uur Index 1 INLEIDING... 1 1.1 ALGEMEEN... 1 1.2 HET THEMA... 1 1.3 DOEL VAN HET EVALUATIERAPPORT...FOUT!

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

DARES oefening HERFSTBLAD 2017 v2.2. Oefening van de regio s R02-R03-R10-R09/R25

DARES oefening HERFSTBLAD 2017 v2.2. Oefening van de regio s R02-R03-R10-R09/R25 DARES oefening HERFSTBLAD 2017 v2.2 Oefening van de regio s R02-R03-R10-R09/R25 zaterdag 25-11-2017 Tijd: 9.00 tot 14.00 uur 2 Naam van de oefening: De oefening is vernoemd naar het jaargetij waarin deze

Nadere informatie

BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BO

BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BO BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BHV Ontruimingsplan stroomschema BO Ontruimingsplan stroomschema Portier

Nadere informatie

1. Checklist klantgegevens SMC V1.0

1. Checklist klantgegevens SMC V1.0 1. Checklist klantgegevens SMC V1.0 SMC en X Guard werken sinds het begin van het jaar zeer nauw samen. Via de servicedesk van X Guard voor SMC wordt er extra aandacht geschonken aan uw vragen en problemen.

Nadere informatie

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Datum: 25-6-13 Onderwerp Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Status Besluitvormend Voorstel Het college toestemming te verlenen tot het wijzigen

Nadere informatie

December Deelproces Verslaglegging en archivering

December Deelproces Verslaglegging en archivering December 2006 Deelproces Verslaglegging en archivering Deelproces verslaglegging en archivering December 2006 Inhoudsopgave 1 Algemeen...2 2 Verslaglegging en dossiervorming...2 2.1 Doel...2 2.2 Doelgroep...2

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden IJsselland TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden Captain crisis campagne In december 2013 is het project Captain Crisis gelanceerd. Het GHOR-bureau hielp de zorginstellingen om:

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

OVEREENKOMST PERSOONSALARMERING

OVEREENKOMST PERSOONSALARMERING OVEREENKOMST PERSOONSALARMERING Artikel 1 Onderwerp van overeenkomst Aanbieder verzorgt voor de klant de dienstverlening m.b.t. persoonsalarmering, te weten: 1.1 Het invoeren van relevante gegevens van

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

BHV-procedures bij incidenten

BHV-procedures bij incidenten BHV-procedures bij incidenten Inclusief instructieblad met toelichting. Bij bedrijfshulpverlening voor ongevallen, brand en ontruiming is het belangrijk dat de BHV ers goede instructies en werkprocedures

Nadere informatie

BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT

BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT C2000 versie 1 24-10-05 Inhoud Algemene informatie: Operationeel verbindingsnetwerk voor de operationele diensten waarvan gebruik gemaakt wordt door: - Brandweer - Politie - GHOR / GGD - Marechaussee Alarmering

Nadere informatie

Internationale oefening RAIN 2018

Internationale oefening RAIN 2018 Internationale oefening RAIN 2018 Evaluatierapport R10 zaterdag 24-11-2018 Tijd: 13.00 tot 14.30 uur Pagina 1 van 10 Inleiding Algemeen Voor dit evaluatierapport is gebruik gemaakt van de verslagen van

Nadere informatie

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen, IFV Naar aanleiding van het afgeven de openbare weg met optische en, heeft het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen een aantal vragen binnengekregen. Om iedereen te informeren,

Nadere informatie

ARBO BIJLAGE D0 AANWIJZINGEN ONTRUIMINGSPLAN: OP TE STELLEN DOOR DE ARBO- COÖRDINATOR

ARBO BIJLAGE D0 AANWIJZINGEN ONTRUIMINGSPLAN: OP TE STELLEN DOOR DE ARBO- COÖRDINATOR ARBO BIJLAGE D0 AANWIJZINGEN ONTRUIMINGSPLAN: OP TE STELLEN DOOR DE ARBO- COÖRDINATOR Opstellen ontruimingsplan: Uitgaan van aanwezigheid gebruikersverklaring en gekeurd centraal meldsysteem (slow whoop)

Nadere informatie

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen Naar aanleiding van het afgeven de openbare weg met optische en, heeft het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen een aantal vragen binnengekregen. Om iedereen te informeren, is daarom een overzicht met veelgestelde

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

GRIP 1, XTC-laboratorium.

GRIP 1, XTC-laboratorium. GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Stichting AED-Netwerk Gemeente Duiven

Huishoudelijk Reglement Stichting AED-Netwerk Gemeente Duiven Huishoudelijk Reglement Stichting AED-Netwerk Gemeente Duiven Versie 2013-2 (23 mei 2013) BESTUUR Artikel 1 Om te voorkomen dat alle bestuursleden om de vijf jaar gelijktijdig zullen aftreden is het volgend

Nadere informatie

C A L A M I T E I T E N P L A N

C A L A M I T E I T E N P L A N C A L A M I T E I T E N P L A N Ontwerp Dit calamiteitenplan is exclusief voor Midden Zeeland EHMZ Calamiteitenplan V5.0 INHOUD BLZ. Inhoudsopgave 1 1 Inleiding 2 2 Doelstelling 2 3 Uitvoering 3 3.1 Verantwoordelijkheden

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G201737 390433 / 390433 I. Drupsteen BVL Ke AGENDANUMMER BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN 08 - Inwoners en bestuur REDEN VAN

Nadere informatie

Beperk schade en letsel bij calamiteiten. Alarmeren Informeren Communiceren

Beperk schade en letsel bij calamiteiten. Alarmeren Informeren Communiceren Beperk schade en letsel bij calamiteiten. Alarmeren Informeren Communiceren Wat klanten zeggen "MultiBel is flexibel en gebruiksvriendelijk. We kunnen de oproepen makkelijk en snel opzetten. Daarnaast

Nadere informatie

Evaluatierapport R10. DARES oefening ENIGMA. Oefening van de regio s 1-2-3, 7, 8, 9, 10, 17, 18, 22, 25

Evaluatierapport R10. DARES oefening ENIGMA. Oefening van de regio s 1-2-3, 7, 8, 9, 10, 17, 18, 22, 25 Evaluatierapport R10 DARES oefening ENIGMA Oefening van de regio s 1-2-3, 7, 8, 9, 10, 17, 18, 22, 25 zaterdag 22-09-2018 Tijd: 10.00 tot 13.00 uur Pagina 1 van 14 Inleiding Algemeen Voor dit evaluatierapport

Nadere informatie

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht BIJLAGE A. bij VOORSTEL Convenant RTV-Utrecht Agendapunt 2013.03.25/07 Convenant calamiteitenzender RTV Utrecht 1 Versie februari 2013 1 Radio Rood - Moritz Ebinger, Museum Boijmans Van Beuningen Bijlage

Nadere informatie

Modelconvenant calamiteitenzender

Modelconvenant calamiteitenzender Modelconvenant calamiteitenzender Opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van provincies, veiligheidsregio s en regionale omroepen. Versie 1.0 d.d. 1 januari

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Het werken op een locatie is niet altijd zonder risico s. Theoretisch

Nadere informatie

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik 1. Overzicht Incident Zaterdag 29 april 2017 Ammoniaklekkage Zwaagdijk Gemeente Medemblik GRIP 1 Omschrijving Op zaterdag 29 april 2017 krijgt de

Nadere informatie

Reactie op rapport loov en ADD over ICMS

Reactie op rapport loov en ADD over ICMS Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-eneraal 6;^ Datum DV/CB Inlichtingen mr. M.S. van Eek T 070.4268844 F Uw kenmerk Onderwerp op rapport

Nadere informatie

Thema: Wachtrij. Toetsvragen. Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Leerlijn: Randapparatuur bedienen Thema: Wachtrij/Busy

Thema: Wachtrij. Toetsvragen. Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Leerlijn: Randapparatuur bedienen Thema: Wachtrij/Busy Toetsvragen Thema: Wachtrij Leerlijn: Randapparatuur bedienen Thema: Wachtrij/Busy Vraag 1 Bij een grootschalig optreden waar zowel politie, brandweer, marechaussee als ambulancedienst bij betrokken zijn,

Nadere informatie

De hierna met een hoofdletter aangeduide begrippen hebben in deze Voorwaarden de volgende betekenis:

De hierna met een hoofdletter aangeduide begrippen hebben in deze Voorwaarden de volgende betekenis: Voorwaarden Preproductieomgeving DigiD Machtigen (Leverancier) Datum 12 juni 2018 Versie 1.9 Inhoud Artikel 1 Begrippen... 1 Artikel 2 Toepasselijkheid en Voorwerp... 2 Artikel 3 Overleg... 3 Artikel 4

Nadere informatie

Ons kenmerk C220/ Aantal bijlagen 1

Ons kenmerk C220/ Aantal bijlagen 1 Directie Bestuur & Organisatie Bestuur en Veiligheid Integrale Veiligheid en Handhaving de leden van de commissie Algemeen Bestuur Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax

Nadere informatie

Nota. Wijk- en Stadszaken. Wonen, Zorg en Welzijn. Doorkiesnummers: Telefoon Aan. Afschrift aan

Nota. Wijk- en Stadszaken. Wonen, Zorg en Welzijn. Doorkiesnummers: Telefoon Aan. Afschrift aan Wijk- en Stadszaken Wonen, Zorg en Welzijn Doorkiesnummers: Telefoon 0152602167 Aan Afschrift aan Nota Datum 09-02-2009 Ons kenmerk 937101 Opsteller yvonne blom Bijlage Onderwerp Wet Tijdelijk Huisverbod

Nadere informatie

Indien er in uw omgeving een medewerker of bezoeker onwel wordt belt u onmiddellijk het alarmnummer 113.

Indien er in uw omgeving een medewerker of bezoeker onwel wordt belt u onmiddellijk het alarmnummer 113. PROCEDURE MELDING Bestemd voor: alle medewerkers buiten kantooruren ALLE GEVALLEN Bel 0-112 en geef door wat er aan de hand is. Bij brand: verlaat het pand via een veilig vluchtweg. PROCEDURE MELDING Bestemd

Nadere informatie

Handleiding Twittergebruik

Handleiding Twittergebruik Handleiding Twittergebruik Toelichting In deze handleiding wordt beschreven hoe u Twitter kunt gebruiken om door Comvio geïnformeerd te worden over relevante informatie en om met Comvio in contact te komen.

Nadere informatie

C2000 in De prestaties. Ministerie van Veiligheid en Justitie

C2000 in De prestaties. Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie C2000 in 2012 De prestaties C2000 is het communicatienetwerk voor de Nederlandse hulpdiensten. Het digitale netwerk voor radiocommunicatie en alarmering is sinds 2005

Nadere informatie

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s Colofon De Raad Directeuren Veiligheidsregio (RDVR) heeft op 15 september 2017 ingestemd met de Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen

Nadere informatie

Bedrijfshulpverlening BHV - Calamiteitenplan

Bedrijfshulpverlening BHV - Calamiteitenplan Bedrijfshulpverlening - Calamiteitenplan Pagina 1 van 6 Opgemaakt door R. Scholman, Voorzitter Bedrijfshulpverlening - Calamiteitenplan Inhoudsopgave 01. Introductie 02. De Taken 03. Hoeveel -ers moeten

Nadere informatie

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur Ondersteuning Proces: Preparatie nafase Positionering van proces in structuur Doel van proces Ondersteunen van de overdracht van de crisisorganisatie naar de projectorganisatie Nafase 11, door in de acute

Nadere informatie

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8 Toelichting RADAR Inleiding De ambitie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is dat eind 2009 de (organisatie van de) rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde moet zijn

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Oplegvel. Onderwerp Regionaal convenant Opvang en Verzorging met het Nederlandse Rode Kruis B&W:

Oplegvel. Onderwerp Regionaal convenant Opvang en Verzorging met het Nederlandse Rode Kruis B&W: Oplegvel Onderwerp Regionaal convenant Opvang en Verzorging met het Nederlandse Rode Kruis Portefeuille mr. B. B. Schneiders Auteur drs. G.E. Sterken Telefoon 5113837 E-mail: gesterken@haarlem.nl VVH/VHR

Nadere informatie

Noodoproep. Korte inhoud van de leerstof. Praktische informatie die je helpt nog beter gebruik te maken van je porto.

Noodoproep. Korte inhoud van de leerstof. Praktische informatie die je helpt nog beter gebruik te maken van je porto. Noodoproep Korte inhoud van de leerstof Noodoproep voor als de veiligheid van jou of je collega in gevaar is. Meldkamer behandelt noodoproep met absolute voorrang. Noodoproep komt altijd aan. Per ongeluk?

Nadere informatie

Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar

Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar Doelstellingen: Het Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten (LPCGBI) heeft twee doelstellingen

Nadere informatie

Vrije Basisschool de Regenboog

Vrije Basisschool de Regenboog + Vrije Basisschool de Regenboog Binnen onze school komen steeds meer computers, niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor de leerkrachten wordt het werken met de computer steeds belangrijker, hierdoor

Nadere informatie

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening Bedrijfsnoodplan en Nederlandse Vereniging van Dierentuinen Postbus 15458 1001 ML Amsterdam 020 5246080 Info@nvddierentuinen.nl Versie D2 van juni 2012 1. Inleiding Dierenparken moeten zijn voorbereid

Nadere informatie

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant Aan de Raad Made, 9 oktober 2006 Raadsvergadering: 14 december 2006 Nummer raadsnota: 13 Onderwerp: Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Hartveilig wonen

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Hartveilig wonen AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Kenmerk: 137502 Sector: Inwonerszaken Team : Openbare Orde, Welzijn & Onderwijs Onderwerp: Hartveilig wonen Besluit: 1. In te stemmen met deelname aan het project Hartveilig

Nadere informatie

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS Paul Geurts Bestuursadviseur openbare orde en veiligheid gemeente Tilburg Niko van den Hout Coördinator BHV & crisismanagement Onderwijsgroep Tilburg Fysieke calamiteiten

Nadere informatie

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Roel Kerkhoff Beleidsmedewerker GHOR Reggie Diets Regionaal Opleidingscoördinator RAV / Officier van Dienst Geneeskundig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 009 00 9 893 Veiligheid van het railvervoer Nr. 0 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN

PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN calamiteit, time-out, capaciteitsbeperking Auteur: Opdrachtgever: Werkgroep meldingen beschikbaarheid ziekenhuizen ROAZ Drenthe/Groningen en ROAZ Friesland

Nadere informatie

A. WhiteVision is gerechtigd onderhoud en support voor de software te leveren;

A. WhiteVision is gerechtigd onderhoud en support voor de software te leveren; ONDERHOUDS- EN SUPPORTOVEREENKOMST Overwegingen A. WhiteVision is gerechtigd onderhoud en support voor de software te leveren; en B. de klant wenst onderhoud en support van WhiteVision te verkrijgen ten

Nadere informatie

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel Nieuwehaven 310 2801 EG Gouda Belangrijke telefoonnummers Landelijk alarmnummer Brandweer Telefoonnummer Dribbel algemeen Politie (niet spoedeisende meldingen) GGD

Nadere informatie

Calamiteitenplan Golfbanen het Woold.

Calamiteitenplan Golfbanen het Woold. Calamiteitenplan Golfbanen het Woold. Doel. Het calamiteitenplan heeft tot doel bij kleine en grote ongevallen en acute ziekten hulp te bieden. Uitvoering. Het calamiteitenplan is opgesteld door de secretaris

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

MIP staat voor Meldingen Incidenten Patiëntenzorg. Van die dingen waarvan je niet wilt dat ze gebeuren maar die desondanks toch voorkomen.

MIP staat voor Meldingen Incidenten Patiëntenzorg. Van die dingen waarvan je niet wilt dat ze gebeuren maar die desondanks toch voorkomen. Algemene inleiding Een onderdeel van de gezondheidswet is dat er uitvoering gegeven moet worden aan de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de zorg. Hiervoor heeft Schouder

Nadere informatie

Het Berichtenformulier en z n gebruik nader verklaard Joop Verdoes 10 december 2011

Het Berichtenformulier en z n gebruik nader verklaard Joop Verdoes 10 december 2011 Het Berichtenformulier en z n gebruik nader verklaard Joop Verdoes 10 december 2011 Inleiding Wanneer twee mensen over een bepaald onderwerp direct inhoudelijk met elkaar kunnen praten is er over het algemeen

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN voor dienstverlening door Knap Kindercoaching

ALGEMENE VOORWAARDEN voor dienstverlening door Knap Kindercoaching ALGEMENE VOORWAARDEN voor dienstverlening door Knap Kindercoaching Artikel 1. Toepasselijkheid Deze algemene voorwaarden zijn, tenzij anders is overeengekomen, van toepassing op alle offertes en overeenkomsten

Nadere informatie

Bedrijfsnoodplan (voorbeeld)

Bedrijfsnoodplan (voorbeeld) Bedrijfsnoodplan (voorbeeld) Naam bedrijf Adres en postcode nog in te vullen. Voorwoord: U heeft in handen het Bedrijfsnoodplan van..dakbedekkingen ook wel ontruimingsplan genoemd. Ondanks allerlei voorzorgsmaatregelen

Nadere informatie

3.3.1.1 Algemeen 14 3.3.1.2 Raad van beheer 16 3.3.1.3 Intern crisisteam 16 3.3.1.4 Eerste interventieploeg 17 3.3.1.5 Aantal personeelsleden 17

3.3.1.1 Algemeen 14 3.3.1.2 Raad van beheer 16 3.3.1.3 Intern crisisteam 16 3.3.1.4 Eerste interventieploeg 17 3.3.1.5 Aantal personeelsleden 17 Canvas intern noodplan woonzorgcentra 3 Inhoud 1. Inleiding 5 1.1 Waarom dit noodplan? 5 1.2 Doel canvas 5 1.3 Doel van het intern noodplan 6 1.4 Wat is een noodsituatie? 7 2. Wetgeving 9 3. De voorbereiding

Nadere informatie

Handleiding Twittergebruik

Handleiding Twittergebruik Handleiding Twittergebruik Toelichting In deze handleiding wordt beschreven hoe u Twitter kunt gebruiken om door Comvio geïnformeerd te worden over relevante informatie en om met Comvio in contact te komen.

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Klachtenregeling Winkler Prins 2017

Klachtenregeling Winkler Prins 2017 Klachtenregeling Winkler Prins 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Soorten klachten... 3 1.2. Verschil klacht, bezwaar en beroep... 3 2. Begripsbepalingen... 4 3. Klachtenprocedure... 5 3.1. Vertrouwenspersoon:

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04. Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

Convenant calamiteitenzender. Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West

Convenant calamiteitenzender. Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West A.6 Bijlage 1 Convenant calamiteitenzender Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West 1 Convenant voor de calamiteitenzender Ondergetekenden, De gemeenten in de Veiligheidsregio Hollands Midden, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Rampenplan en Rampenbestrijdingsplan

Rampenplan en Rampenbestrijdingsplan Datum Rampenplan en Rampenbestrijdingsplan Door ROC Oost-Nederland is een begin gemaakt om een samenhangend veiligheidsbeleid op te zetten. Het College van Bestuur heeft besloten dat er een 'Raamplan calamiteiten'

Nadere informatie

Alles onder controle. Gebruikershandleiding Alarmcentrale. Alarmcentrale: Meer informatie vindt u op alarmcontrol.nl.

Alles onder controle. Gebruikershandleiding Alarmcentrale. Alarmcentrale: Meer informatie vindt u op alarmcontrol.nl. Alles onder controle Gebruikershandleiding Alarmcentrale Alarmcentrale: 0165-555 554. Meer informatie vindt u op alarmcontrol.nl. Alarm Control Nederland Alarm Control Nederland (ACN) zorgt al jaren voor

Nadere informatie

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Per 9 januari starten we een pilot om uit te rukken met 6 personen verdeeld over 2 (meerdere) voertuigen. De onderstaande inzet voorstellen zijn nader uitgewerkt

Nadere informatie

Calamiteitenplan Versie 2.1

Calamiteitenplan Versie 2.1 Calamiteitenplan Versie 2.1 Reddingsbrigade Nederland Landelijk Bureau Dokweg 149 1976 CA IJmuiden Telefoon: 0255 545858 Fax: 0255-512 584 Email: info@reddingsbrigade.nl 1 Inleiding De werkzaamheden die

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Leveringsvoorwaarden Alarmering

Leveringsvoorwaarden Alarmering Leveringsvoorwaarden Alarmering 1. Definities Alarmering mantelzorg: De alarmmelding wordt beantwoord door de alarmcentrale, zo nodig komt een mantelzorger hulp bieden (zie art. 5). Alarmering QuaRijn:

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Bedrijfshulpverleningsplan

Bedrijfshulpverleningsplan Bedrijfshulpverleningsplan voor de openbare apotheek te Datum opmaak: bijlage 8 61 Inhoud 1 Basisgegevens Apotheek Arts Ziekenhuis met EHBO-post Aanwezige bedrijfshulpverleners 2 Informatie/instructie

Nadere informatie

Voorwaarden Preproductieomgeving DigiD (Leverancier)

Voorwaarden Preproductieomgeving DigiD (Leverancier) Voorwaarden Preproductieomgeving DigiD (Leverancier) Datum 15 mei 2012 Versie 4.0 Artikel 1 Begrippen De hierna met een hoofdletter aangeduide begrippen hebben in deze Voorwaarden de volgende betekenis:

Nadere informatie

Oefenen inzet ambulancezorg bij rampen en grootschalige ongevallen.

Oefenen inzet ambulancezorg bij rampen en grootschalige ongevallen. Oefenen inzet ambulancezorg bij rampen en grootschalige ongevallen. Inleiding Het vermogen om zo goed mogelijk de gevolgen van rampen en grootschalige, zware ongevallen te bestrijden vergt van onder meer

Nadere informatie

Rampenprotocol Euregio Scheldemond

Rampenprotocol Euregio Scheldemond 1 Rampenprotocol Euregio Scheldemond H I E R N A G E N O E M D E P A R T I J E N, De Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de heer H. Balthazer, De Gouverneur van West-Vlaanderen, de heer P. Breyne, Gedeputeerde

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN CONSUMENTEN GET1,2 NEDERLAND B.V. Deze algemene voorwaarden zijn op 4 november 2014 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

ALGEMENE VOORWAARDEN CONSUMENTEN GET1,2 NEDERLAND B.V. Deze algemene voorwaarden zijn op 4 november 2014 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. ALGEMENE VOORWAARDEN CONSUMENTEN GET1,2 NEDERLAND B.V. Deze algemene voorwaarden zijn op 4 november 2014 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. ARTIKEL 1 DEFINITIES In deze algemene voorwaarden wordt

Nadere informatie