Machtsconcentratie in de ketens. het spel der giganten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Machtsconcentratie in de ketens. het spel der giganten"

Transcriptie

1 Machtsconcentratie in de ketens het spel der giganten

2 2Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels 2013 We are the flour in your bread, the wheat in your noodles, the salt on your fries. We are the corn in your tortillas, the chocolate in your dessert, the sweetener in your soft drink. We are the oil in your salad dressing and the beef, pork or chicken you eat for dinner. We are the cotton in your clothing, the backing on your carpet and the fertiliser in your field. (Cargill corporate brochure, 2001). Wij zijn het meel in je brood, de tarwe in je noedels, het zout op je frieten. Wij zijn de maïs in je tortilla s, de chocolade in je dessert, de zoetstof in je frisdrank. Wij zijn de olie in je vinaigrette en het stukje rund, varkensvlees of kip dat je vanavond eet. Wij zijn het katoen in je kleren, de voering van je tapijt en de mest op je land. Machtsconcentratie in de ketens het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels, april Inleiding 3 2. Probleemstelling Nieuwe machtsverhoudingen Marktmacht en welvaartsverlies 7 3. Machtsconcentratie en handel in landbouwgoederen Inleiding Inkijk in de keten Structuur van het voedselsysteem: zandlopervormig Maatschappelijke kost van marktmacht en monopolies Eerlijke handel als deel van de remedie Beleidseisen 20 Ed. oww: april v2

3 1. INLEIDING Hoe komt het dat boeren zelfs bij de huidige hoge voedselprijzen niet in staat zijn om van hun inkomsten te leven? Wie wint en wie verliest eigenlijk bij de huidige handelsverhoudingen? Krijgen boeren wel een eerlijke prijs voor hun producten? Wat is überhaupt een eerlijke prijs? Al die vragen gaan naar de kern van het model van eerlijke handel. Ze dwingen ons opnieuw de vraag te stellen naar het wat en hoe van eerlijke handel. Wat maakt eerlijke handel eerlijker dan de conventionele handel? En waar loopt het mis met conventionele handel? Om een antwoord te bieden op minstens een deel van deze vragen brengt dit achtergronddossier de scheefgetrokken machtsverhoudingen in de handelsketens onder de aandacht als één van de voornaamste redenen van oneerlijke handel. Hiermee vestigen we bovendien de aandacht opnieuw op ruimere handelsstructuren die ervoor zorgen dat de baten van handel ongelijk verdeeld worden. Dit dossier omvat vier grote delen. Na deze korte inleiding gaan we in het tweede deel dieper in op het centrale probleem: het bestaan van marktmacht in de internationale handelsketens. We zullen aantonen dat die marktmacht gepaard gaat met een belangrijk welvaartsverlies. Het derde deel gaat concreter in op de gevolgen van machtsconcentratie in de landbouwketens. Hierbij tonen we aan dat ons internationale voedselsysteem meer en meer op een zandloper of flessenhals begint te lijken. Hierdoor krijgen steeds minder actoren (de zogenaamde giganten ) steeds meer zeggenschap over wat er geproduceerd wordt. Eindigen doen we met enkele beleidseisen die Oxfam-Wereldwinkels aan deze analyse wil koppelen. Ontdek wat Oxfam-Wereldwinkels verstaat onder eerlijke handel: allekaartenoptafel.be Oxfam-Wereldwinkels 2013 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten 3

4 4Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels 2013 samenvatting het spel der giganten In het verwerkingsproces van grondstof tot afgewerkt product komen altijd maar minder verschillende spelers tussen. Oxfam-Wereldwinkels producenten in het Zuiden signaleren steeds vaker dat ze moeten verkopen aan dochterondernemingen van dominante, gevestigde bedrijven. Internationale handel wordt op die manier steeds vaker handel tussen verschillende filialen van hetzelfde moederbedrijf. Kleinschalige, familiale landbouwers worden gereduceerd tot contractarbeiders. De doorslaggevende factor hierbij is niet alleen hoe efficiënt de afzonderlijke spelers tewerk gaan, maar ook hoeveel economische en politieke macht ze hebben. Daarom wordt het steeds belangrijker om ons af te vragen wie de macht heeft om beslissingen te nemen over ons voedsel- en landbouwsysteem. Wie wint en wie verliest eigenlijk bij de huidige handelsverhoudingen? Handel blijft voor Oxfam- Wereldwinkels een ideaal ontwikkelingsinstrument, tenminste als de voorwaarden en handelsspelregels juist zitten. Maar we stellen vast dat de internationale structuur van het handelssysteem en de internationale spelregels nog steeds op het lijf van de machtige spelers geschreven zijn. We bevinden ons in een situatie waarbij enkele grote bedrijven de dans leiden, waarbij een relatief klein aantal bedrijven het merendeel van de internationale handel domineert en het conglomeraten zijn die staten tegen elkaar uitspelen en de institutionele omkadering kneden. Ondernemingen worden uiteraard niet vanzelf dominant in de goederenketens. Dit is een traag en historisch proces van schaalvergroting waarbij drie gecombineerde trends spelen. (1) Horizontale integratie: ondernemingen groeien en voeren in verschillende ketens dezelfde dominante basisactiviteit uit. (2) Verticale integratie: ondernemingen groeien en nemen verschillende opeenvolgende fases in de keten voor hun rekening. (3) Globale expansie: ondernemingen treden buiten de nationale grenzen en opereren in verschillende ketens in verschillende werelddelen. Door deze drie processen krijgt de structuur van ons voedselsysteem steeds meer de vorm van een zandloper. Tussen de honderden miljoenen producenten en de zeven miljard consumenten staan minder en minder firma s, momenteel zo n vijfhonderd. Die kleine groep bedrijven beslist dus over de kwaliteit, de kwantiteit, de plaats van productie en de prijs van ons voedsel. Zij controleren wie wat produceert, wie wat te eten krijgt, en aan welke prijs.

5 De kern van het probleem is dus dat er een structuur ontstaan is waarin een aantal grote spelers in de keten onevenredig veel macht hebben. Daardoor kunnen zij hun beslissingen opleggen aan zwakkere spelers in de keten. Door hun dominante machtspositie kunnen zij de prijszetting beïnvloeden. Het is evident dat zij dit in hun voordeel zullen uitspelen. Men spreekt in dit geval van marktmacht. Een bedrijf met marktmacht is een bedrijf dat zo n grote impact heeft op de markt, dat zijn vraag of aanbod de prijs beïnvloedt. Dit gaat ten koste van producenten en consumenten. Een eerlijke prijs is dus eigenlijk een theoretisch concept. Namelijk: de prijs die tot stand komt op een markt waar vele vragers vele aanbieders ontmoeten en er dus voldoende concurrentie is. In deze situatie heeft geen enkele speler invloed op de marktprijs. Als er niet voldoende concurrentie is, spreken we van een marktfalen. In zo n geval is het een goede zaak voor de welvaart in de maatschappij dat de overheid ingrijpt op de vrije marktwerking. Het zou dus te makkelijk zijn om van de bedrijven de boeman te maken. Het zijn onze overheden die moeten voorkomen dat bedrijven hun machtspositie misbruiken om op kosten van de producent en de consument hun winstmarges te verhogen. Opeenvolgende rondes van handelsliberaliseringen hebben er dan ook niet voor gezorgd dat de markt nu vrij of open is. Wel integendeel. De huidige vrijhandels- en investeringsakkoorden zijn steevast gebaseerd op de foute veronderstelling dat in alle sectoren en ketens vele actoren elkaar actief beconcurreren. Het is nochtans duidelijk dat een liberalisering van de handel niet zorgt voor meer markttoegang voor kleine producenten en ondernemingen zolang bepaalde sectoren gedomineerd worden door enkele grote spelers. Het gevolg van machtsconcentratie in de keten voor boeren is evident: een steeds groter deel van de waarde die zij normaal gezien voor hun producten zouden krijgen, blijft plakken bij de sterke spelers met markmacht. Belangrijk is dat marktmacht ook voor de consument negatieve gevolgen oplevert. Als er ergens in de keten een speler zit die macht heeft over de prijs die hij betaalt, dan is de prijs voor de eindconsument hoger dan die zou zijn als er nergens in de keten onevenredige macht was. Doordat enkele bedrijven de productieketen van bijna alle voeding onder elkaar verdelen, hebben ze ook hun consumenten in de greep. De consument kan niet anders dan van hen te kopen, de bedrijven kunnen hen aanrekenen zoveel ze willen. En daarom is de Westerse consument ook vanuit eigenbelang gebaat bij een structureel eerlijke markt. Oxfam-Wereldwinkels maakt er zoveel mogelijk mensen van bewust dat het huidige handelsmodel grote nadelen heeft (die volkomen vermijdbaar zijn), zowel voor de producenten als voor de consumenten. Het is de missie van Oxfam-Wereldwinkels om de roep naar een ander handelsmodel te versterken, zodat beleidsmakers eindelijk ingrijpen. Oxfam- Wereldwinkels maakt het onrecht bekend en klaagt het aan, maar laat zelf ook zien dat het anders kan. Daarom bieden de wereldwinkels producten van eerlijke handel aan. Als extra, eerlijke aan- en verkoper vervult Oxfam-Wereldwinkels drie doelen: het betaalt de producenten een prijs die hen een perspectief op ontwikkeling biedt en het biedt hoe kleinschalig dat momenteel ook nog maar is de achtergestelde producenten een sterkere positie in de handelstransactie. Bovendien biedt het de consument de kans om voor een alternatief te kiezen en zo te laten merken dat hij voorstander is van een ander handelsmodel. Oxfam-Wereldwinkels 2013 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten 5

6 voortaan een faciliterende omgeving te scheppen en de markt zo veel mogelijk aan zichzelf over te laten. De markt werd als het ware losgeweekt uit de verstorende invloed van staat en maatschappij. 1 6Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels Probleemstelling 2.1. Nieuwe machtsverhoudingen In 1968 lanceerde de UNCTAD (United Nations Conference on Trade and Development), het VN-orgaan verantwoordelijk voor handel en ontwikkeling, de slogan Trade, not Aid. Daarmee wilde het orgaan de aandacht vestigen op het feit dat meer evenwichtige handelsrelaties tussen Noord en Zuid meer baten voor ontwikkelingslanden zouden opleveren dan het louter geven van ontwikkelingshulp (die de ontvangende landen veelal in een passieve positie dwingt). Handel is met andere woorden een ideaal ontwikkelingsinstrument, tenminste als de voorwaarden en handelsspelregels juist zitten. Dit is ook de premisse die Oxfam- Wereldwinkels bij haar ontstaan als beweging voor eerlijke handel onderschreef. Meer dan 40 jaar na datum blijft dit een pertinente vaststelling. Ook vandaag draagt handel nog altijd een enorm ontwikkelingspotentieel in zich (het levert baten op aan zowel producenten als consumenten en werkt welvaartsverhogend), maar dan moeten ontwikkelingslanden wel de vruchten kunnen plukken van hun inspanningen. Maar als we ons afvragen of de handelsvoorwaarden er in de voorbije decennia op vooruit gegaan zijn, kunnen we enkel vaststellen dat de internationale structuur van het handelssysteem en de internationale spelregels nog steeds op het lijf van de machtige spelers geschreven zijn. De redenen waarom de voorwaarden er niet beter zijn op geworden zijn divers, maar een belangrijk aspect is het sinds enkele decennia heersende geloof in de capaciteit van de markt om zichzelf te reguleren. De recentste globaliseringsgolf (jaren 80 nu) werd voortgestuwd door het geloof dat de markt een heel aantal zaken efficiënter kon regelen dan de staat. Staat en overheidsregulering werden diep gewantrouwd. De rol van de staat werd in deze periode dan ook sterk hervormd. De staat diende Deze periode van globalisering laat zich bijgevolg kenmerken door opeenvolgende processen van liberalisering en deregulering (het terugdringen en/of stroomlijnen van regelgeving door de overheid, regering of staat). De macht van overheden om in te grijpen werd bewust ingeperkt, waardoor we geleidelijk aan terechtgekomen zijn in een situatie waar overheden niet meer bij machte (mochten) zijn om in te grijpen, en zelfs veeleer dingen naar de gunsten van private actoren/ondernemingen (fiscale concurrentie). De eenzijdige nadruk op marktbevorderende maatregelen deed zo nieuwe machtsverhoudingen ontstaan tussen staten en private actoren, vaak in het voordeel van die laatste (bv. bedrijven). 2 We bevinden ons dus momenteel in een situatie waarbij grote bedrijven de dans leiden. Waarbij een relatief klein aantal bedrijven het merendeel van de internationale handel domineren en het conglomeraten zijn die staten tegen elkaar uitspelen en/of de institutionele omkadering kneden. Het is dus niet langer zo dat overheden het handelen van CACAO: VERSCHILLEN IN OVERHEIDSAANPAK Meer dan de helft van de cacao wereldwijd komt uit de West- Afrikaanse landen Ivoorkust en Ghana. De lokale ketenprocessen in Ghana en Ivoorkust verschillen van elkaar. De overheid in Ghana beschikt sinds 1947 over juridische instrumenten om de cacaohandel in het land onder controle te houden. De Ghana Cocoa Board (afgekort Cocobod) volgt het ketenproces van nabij op, organiseert kwaliteitscontroles, reglementeert het cacaotransport en voert onderzoek naar de cacaomarkt in het land. In Ivoorkust is de cacaomarkt sinds 1999 bijna volledig geliberaliseerd, een proces dat in 1995 werd opgestart onder druk van de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds. De overheid van Ivoorkust heeft daardoor nauwelijks controle over de cacaomarkt. Ze regelt er wel nog de fiscaliteit en parafiscaliteit, bepaalt de cacaominimumprijzen voor de boeren en voorziet in theorie kwantiteits- en kwaliteitscontroles van de cacaobonen. De liberalisering van de cacaosector in Ivoorkust had tot doel de efficiëntie van de productie te verhogen, de lokale en de internationale marktprijs te koppelen en zo de cacaoboeren een hogere (en eerlijke) prijs te geven. Er zijn evenwel geen bewijzen dat de cacaoboeren voordelen ondervinden van de liberalisering van de cacaomarkt. 3

7 economische actoren reguleren zodat de handel de maatschappelijke welvaart zou optimaliseren. Gevolg is dat een aantal marktfalingen niet langer aangepakt, maar wel gedoogd worden. Machtsconcentratie en marktmacht in de ketens, het probleem dat dit dossier verder bespreekt, is één van de voornaamste voorbeelden hiervan. Toch is het niet zo dat alle staten machteloos geworden zijn. Geïndustrialiseerde staten hebben voor zichzelf namelijk het privilege gevrijwaard hun landbouw te blijven subsidiëren en import te blijven tariferen of belasten. Ondanks de belofte om handel eerlijker te maken, blijven hoge tarieven op typische exportproducten uit ontwikkelingslanden (bijvoorbeeld katoen, suiker, granen en groente- en fruitteelt) grotendeels bewaard, binnen de gemaakte WTO-overeenkomsten. Daarnaast verhindert de strategie waarbij hogere invoertaksen geheven worden naarmate de graad van verwerking van een product toeneemt (tariefescalatie) een verdere verbreding van de exportmogelijkheden voor ontwikkelingslanden. De maatregel ontneemt ontwikkelingslanden de mogelijkheid om producten met een hogere toegevoegde waarde uit te voeren en beschermt zo de verwerkingsindustrie van geïndustrialiseerde landen. De voorbije onderhandelingsrondes van de WTO hebben, ondanks de retoriek, dus een uiterst ongelijk speelveld ingesteld en het onrecht in de handelsverhoudingen blijvend geïnstitutionaliseerd. 5 Het is duidelijk dat beide tendensen (machtsconcentratie/marktmacht in de handelsketens en het institutionele onrecht in de handelsspelregels) elkaar versterken en dezelfde gevestigde spelers en belangen dienen Marktmacht en welvaartsverlies De kern van het probleem is dat een structuur is ontstaan die toelaat dat een aantal grote spelers in de keten onevenredig veel macht hebben en daarmee hun beslissingen kunnen opleggen aan zwakkere MARKTMACHT Marktmacht is het vermogen om prijzen te beïnvloeden en competitie aan banden te leggen. Marktmacht is, meerbepaald, het vermogen om de consumentenprijs boven de evenwichtsprijs bij volkomen concurrentie te zetten (aanbieders- of monopoliemacht) en/of de producentenprijs onder de evenwichtsprijs bij volkomen concurrentie te zetten (opkopers- of monopsoniemacht). Een bedrijf met marktmacht is dus een bedrijf dat zo n grote omvang of impact heeft op de markt, dat haar vraag of aanbod de prijs beïnvloedt. Waardoor het bedrijf zich een groter aandeel van het handelssurplus kan toe-eigenen dan het in een concurrentiële markt zou kunnen. En dit ten koste van producenten en consumenten. 6 spelers in de keten. Door hun dominante machtspositie kunnen zij de prijszetting beïnvloeden. Het is evident dat zij dit in hun voordeel zullen uitspelen. Hiermee snijden we meteen de kwestie van een eerlijke prijs aan. Ter verduidelijking is enige notie nodig van wat marktwerking is. Aan de mogelijkheid om een product te consumeren, gaat een hele keten van productie, verwerking en handel vooraf. Het is deze laatste component die zich op een markt afspeelt. Een markt is een plek waar verkopers en kopers elkaar ontmoeten en waar afhankelijk van de kopersvoorkeuren, en in verhouding tot de respectievelijke marktmacht/positie, de prijs van het verhandelde goed bepaald wordt. Een markt vervult dus verschillende taken: ze brengt alle geïnteresseerde partijen samen (kostenbesparend/ efficiënt) ze stuurt producenten en productiemiddelen (arbeid/ kapitaal) naar die goederen waar een vraag naar is (wie iets produceert dat niemand wil, zal niet verkopen) (allocatie van productiefactoren) ze bepaalt de prijs van goederen (vergoeding van productiefactoren) De prijs van productiefactoren (arbeid en kapitaal) en goederen (zowel de prijs van bijvoorbeeld suiker en cacaobonen, als de prijs van chocolademassa en chocoladerepen) wordt dus op een markt bepaald, en is een functie van de respectievelijke marktvraag/ macht van de (onder)handelende partijen op die markt. Als een markt optimaal functioneert heeft handel een enorm ontwikkelingspotentieel. Een handelstransactie (een hoeveelheid van het product wordt tegen een bepaalde prijs verhandeld) genereert een maatschappelijke welvaartsbaat: voor een normaal product daalt de vraag naar een product naarmate de prijs stijgt, wat wil zeggen dat er bij een hogere prijs minder, maar wel nog vraag is. Omgekeerd stijgt het aanbod naarmate de prijs stijgt, wat wil zeggen dat er voor een lagere prijs minder, maar wel nog aanbod is. Bijgevolg zijn er bij de uiteindelijke prijs altijd vragers die ook bij een hogere prijs zouden gekocht hebben, en aanbieders die ook bij een lagere prijs zouden verkocht hebben. De evenwichtsprijs (de prijs waartegen het product uiteindelijk verhandeld wordt) zorgt dus voor een maatschappelijke welvaartsbaat: de som van de baten van alle vragers die een lagere prijs betaalden dan ze bereid waren te betalen, en de baten van alle aanbieders die verkochten tegen een hogere prijs dan de prijs waartegen ze wilden verkopen. Stel je nu een markt voor waarbij iemand, bijvoorbeeld een koper, zoveel macht heeft dat hij kan kiezen hoeveel hij geeft voor het product dat aangeboden wordt. Veronderstel bijvoorbeeld een monopsonist (zie schema p.6): hij is de enige die iets kan doen met het product dat aangeboden wordt. Als hij het niet koopt, dan levert de hele productie niets op aan de producent (de aanbieder). We spreken van een situatie waarbij één van de marktpartijen marktmacht heeft (zie schema p.7). In die situatie zal de koper de prijs zoeken die hem het grootste voordeel oplevert. En die prijs zal uiteraard lager zijn dan de prijs die tot stand was gekomen als hij niet de macht had gehad om zelf te kiezen hoeveel hij gaf voor het product. Een monopsonist zal er dus in slagen om zogenaamde overwinsten te boeken. Oxfam-Wereldwinkels 2013 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten 7

8 MARKTMACHT VS. VOLDOENDE CONCURRENTIE Monopsonie Monopolie 8Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels 2013 oligopsonie Het is mathematisch/grafisch (zie: bovenstaand schema) relatief eenvoudig om aan te tonen dat de maatschappelijke welvaartsbaat van een handelstransactie maximaal is op een markt waar vele verkopers vele kopers ontmoeten, waar geen enkele actor autonoom de prijs kan beïnvloeden: bij marktmacht van één van de partijen zal een prijs tot stand komen die ofwel minder aanbod (marktmacht van de koper) ofwel minder vraag (marktmacht van de verkoper) oplevert, en dus sowieso minder handel. Dus, op een markt waar een koper macht heeft, zal die een prijs afdwingen die lager is dan de prijs die tot stand zou komen als geen enkele koper macht heeft. Dat betekent dat er minder aanbieders zijn dan er zouden kunnen zijn en er dus minder verhandeld wordt dan er verhandeld zou kunnen worden. En omgekeerd, op een markt waar een verkoper macht heeft, zal de gevraagde prijs hoger zijn, waardoor Voldoende concurrentie oligopolie kleinschalige boer handelaren consument Een pure monopsoniepositie (van het Griekse monos enig - en opsonia - aankopen) of monopoliepositie (van monos en polein - verkopen), waarbij de markt gedomineerd wordt door 1 speler, komt in de praktijk zelden voor. In de realiteit zien we markten wel gedomineerd worden door een beperkt aantal opkopers of aanbieders. Dan spreken we langs vraagzijde van een oligopsonie (van oligoi weinig - en opsonia - aankopen). Het spiegelbeeld van een oligopsonie, langs aanbodzijde, is dan een oligopolie (van oligoi en polein). er minder vraag is en dus minder verhandeld wordt dan er zou kunnen verhandeld worden bij een prijs waar de verkoper meer concurrentie had. Een eerlijke prijs is dus eigenlijk een theoretisch concept, namelijk: de prijs die tot stand komt op een markt waar voldoende concurrentie speelt. Dat is een markt waar vele vragers vele aanbieders ontmoeten, een markt waar geen enkele vrager of aanbieder zelf invloed heeft op de marktprijs: zowel vragers als aanbieders schikken zich naar de marktprijs. Dat is de situatie die elk van ons voor de geest komt bij het concept markt : het snijpunt van vraag en aanbod. Intuïtief komt het er op neer dat de maatschappij in haar geheel het meest gebaat is met een marktwerking waar zowel kopers als verkopers substantieel keuze hebben tussen vele verkopers en kopers: een andere prijs dan degene die zo tot stand komt, zal ofwel minder kopers, ofwel minder verkopers opleveren, en dus de verhandelde hoeveelheid verminderen. Vandaar dat we vanuit algemeen maatschappelijk oogpunt kunnen zeggen dat de huidige, in steeds hogere mate geconcentreerde, internationale handelsmarkt problematisch is: het aantal actoren op de respectievelijke markten is laag en daalt, hun potentieel om de prijs te beïnvloeden stijgt, en dus daalt de maatschappelijke welvaartsbaat gestaag.

9 MARKTMACHT LEIDT TOT MINDER WELVAART VOLDOENDE CONCURRENTIE We weten dat bij normale goederen de vraagcurve daalt (hoe lager de prijs is, hoe meer er van het product gevraagd wordt) en dat de aanbodcurve stijgt (hoe hoger de prijs, hoe lucratiever de productie, dus hoe meer producenten bereid zijn te produceren, dus hoe meer er aangeboden wordt). Dus weten we dat bij een prijs die lager is dan de evenwichtsprijs onder perfecte concurrentie, er minder aangeboden wordt dan er bij perfecte concurrentie aangeboden zou worden, en dat er meer MARKTMACHT gevraagd wordt dan er bij perfecte concurrentie gevraagd zou worden. Dit geeft intuïtief een aanvoelen van een situatie die minder goed is, een oneerlijke situatie. Grafisch ziet dit er als volgt uit: De prijs bij voldoende concurrentie is Pc, en er wordt Qc (hoeveelheid) van het goed verhandeld. Belangrijk hierbij, is dat die handelstransactie voor zowel kopers als verkopers een goede zaak is, een maatschappelijke welvaartsbaat heeft, die bestaat uit: + P Px Py Pc Pz c b d C P Qx Qz Qy Qc Het consumentensurplus (C): bij een prijs Px is er een vraag Qx naar het goed. Dus hebben diegenen die bereid waren Px te betalen, door slechts Pc te betalen een surplus gerealiseerd, dat noemen we het consumentensurplus. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, bij een prijs Py: daar was een vraag Qy, dus diegenen die bereid waren Py te betalen doen bij Pc een koopje. Het totale consumentensurplus kunnen we dan weergeven door de driehoek /cab/. Het producentensurplus (P): zelfde verhaal voor de productie. Bij Pz was er een bereidheid tot produceren van een hoeveelheid Qz. Toch verkopen aan Pc levert een producentensurplus op (het totale producentensurplus wordt weergegeven door driehoek /bad/). De totale welvaartsbaat bij voldoende concurrentie wordt dan weergegeven door de driehoek /cad/: de som van het totale consumentensurplus (C) en het totale producentensurplus (P). a V A P Pc Pm c b e C d P Qm c b V d Qc a Bij marktmacht, bijvoorbeeld als er een consument (in dit geval de opkoper) is die de prijs kan bepalen (die dus vanzelfsprekend lager is dan als hij die macht niet heeft), dan zien we dat de maatschappij welvaart misloopt (maatschappelijk welvaartsverlies (V)): bij bv. de prijs Pm wordt slechts een hoeveelheid Qm aangeboden, en dus verhandeld. We zien dan onmiddellijk dat de totale welvaartsbaat bij marktmacht lager ligt dan bij voldoende concurrentie: het vlak /cc'd'd/ is kleiner dan de driehoek /cad/ (deadweight loss = /c ad / = V). En wat we intuïtief aanvoelen, zien we grafisch duidelijk: bij marktmacht van de consument (hier dus de opkoper), daalt het surplus van de producent (/bad/ > /ed'd/), en de consument zal uiteraard de prijs kiezen die zijn surplus maximaliseert (/cc'd'e/ > /cab/). Daaruit komt voort dat we de prijs bij marktmacht oneerlijk kunnen noemen: zonder marktmacht zouden we uitkomen bij een prijs die een hoger maatschappelijk surplus geeft (weliswaar minder surplus voor diegene met marktmacht, maar zijn verlies wordt meer dan gecompenseerd door de winst van de anderen). V A Q Oxfam-Wereldwinkels 2013 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten 9

10 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels Machtsconcentratie en handel in landbouwgoederen 3.1. Inleiding In de recente decennia heeft de manier waarop voedsel op ons bord belandt dramatische veranderingen ondergaan. Deze veranderingen hebben een enorme sociale, politieke en economische impact op het leven van zowel boeren, consumenten als leefgemeenschappen wereldwijd. In die zin wordt het steeds belangrijker om ons af te vragen wie de macht heeft om beslissingen op te leggen aangaande ons voedsel- en landbouwsysteem. Het voedsel dat ons bereikt, komt van steeds minder en steeds grotere landbouw- en voedselbedrijven. In het verwerkingsproces van grondstof tot afgewerkt product komen steeds minder verschillende spelers tussen. Kleinschalige, familiale landbouwers worden gemarginaliseerd en/of gereduceerd tot contractarbeiders. En de doorslaggevende factor hierbij is niet de mate van efficiëntie van de afzonderlijke spelers, maar wel de mate van economische en politieke macht. In de landbouwketens leeft een sterke trend naar concentratie en consolidatie. 7 Daarmee bevinden we ons vandaag in een zogenaamd bedrijfsgestuurd voedselregime. Een voedselregime moet hierbij opgevat worden als een structuur van (vaak impliciete) regels en verhoudingen die de productie en consumptie van voedsel op een wereldschaal vormgeven. 8 In het moderne voedselregime bepalen steeds vaker enkele grote ondernemingen de regels van het spel, zij bepalen wie mag meespelen en romen steeds meer waarde voor zichzelf af. Tot nog toe bestaat er een groot gebrek aan kennis over de zogenaamde giganten van ons voedselsysteem. Nochtans is een ruimer begrip van de werking van het voedselsysteem noodzakelijk als we de problemen van armoede, honger en (on)duurzaamheid bij de wortels willen aanpakken Inkijk in de keten Door de gecombineerde processen van specialisering en globalisering bestaat een productieketen vandaag uit verschillende componenten of schakels. De keten bestaat dus uit een opeenvolging van verschillende activiteiten die een product maken tot het uiteindelijke afgewerkte product dat we in de winkel kopen. Deze opeenvolging van specifieke activiteiten valt te vergelijken met de assemblagelijnen die we ook terugvinden in industriële en moderne fabrieken. Bij elke opeenvolgende schakel of activiteit in de aanvoerketen wordt waarde toegevoegd aan het eindproduct en staan een koper en verkoper tegenover elkaar. Langsheen elke schakel wordt dus een aanbod met een vraag geconfronteerd. Zo vormt elke schakel een markt (waar vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd). Belangrijk om hierbij op te merken is dat elke schakel in de keten een invloed heeft op zowel de voorgaande als de opvolgende schakel (je zou van een kettingreactie kunnen spreken). Om te kunnen spreken van een goede marktwerking waarbij de maximale maatschappelijke welvaart bereikt wordt voor de ingezette middelen, moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Ten eerste moeten bij elke schakel vele kopers tegenover vele verkopers staan, zodanig dat alle spelers de macht hebben om de overige deelnemers tegen elkaar uit te spelen. Bovendien mag geen enkele speler in staat zijn zodanig grote hoeveelheden te kopen

11 KETEN EN VERSCHILLENDE SCHAKELS 1,5 MILJARD Producenten Agro-inputbedrijven (bv. zaden, mest) Handelaars of te verkopen dat hij individueel de prijs beïnvloedt. Controle over de prijszetting is vanuit maatschappelijk welvaartspunt geen goede zaak. Daarnaast moet informatie over de prijs van producten en diensten doorheen de hele keten vrij en transparant beschikbaar zijn voor iedereen. Op die manier kan de verkoper vrij en rationeel beslissen aan wie hij zijn producten het best verkoopt. Ten slotte moet er sprake zijn van gemakkelijke in- en uittrede in elke fase van de keten. 9 Indien er niet voldaan is aan deze voorwaarden spreekt men van marktfalingen. In deze gevallen zal het mechanisme van de zogenaamde onzichtbare hand haperen en niet optimaal werken. De markt is dan aantoonbaar niet het efficiëntste instrument om middelen te verdelen. De economische literatuur erkent globaal vier situaties (veelal het spiegelbeeld van de eerder genoemde voorwaarden) die aanleiding geven tot marktfalen: monopolievorming, informatieassymmetrie, publieke goederen, en externaliteiten. Waarom monopolievorming vanuit maatschappelijk welvaartsoogpunt tot een minder optimale uitkomst leidt, deden we hierboven al uit de doeken. Het kwam er hierbij op neer dat wanneer één of enkele bedrijven op een bepaalde markt over marktmacht beschikken, en dus Verwerkers de prijszetting kunnen beïnvloeden, de prijzen en geproduceerde hoeveelheden die op die markt tot stand komen niet zullen leiden tot het maximale surplus voor producenten en consumenten. Hetzelfde gebeurt bij informatieassymmetrie: wanneer één partij (bijvoorbeeld de koper) over meer of betere informatie beschikt dan de andere partij (de verkoper). Dit creëert een onevenwicht in het voordeel van de partij met de meeste informatie en/of overzicht. De partij met een informatieoverwicht kan namelijk veel beter de risico s en mogelijke winsten verderop in de keten inschatten en op die manier de prijszetting weer in zijn voordeel gaan manipuleren. Hiermee belanden we dus weer in een situatie van marktmacht. Publieke goederen zijn vaak goederen (of diensten) waarop moeilijk een prijs te plakken valt. Schone lucht, straatverlichting en nationale defensie, zijn voorbeelden van zuivere publieke goederen, publieke gezondheidszorg en universele educatie zijn wat men quasipublieke goederen noemt. In tegenstelling tot private goederen zijn zuivere publieke goederen wat men noemt nietuitsluitbaar en non-rivaliserend. Met niet-uitsluitbaarheid wordt bedoeld dat men mensen niet kan beletten gebruik te maken van het geproduceerde goed of de aangeboden dienst. Mensen 7 MILJARD Voedselbedrijven Supermarkten Consumenten die dus niet meebetalen voor het goed kunnen er toch gebruik van maken (het zogenaamde free riderprobleem). Non-rivaliteit duidt dan weer op het feit dat de consumptie van het goed door één persoon niet leidt tot minder aanbod voor andere personen. Op die manier wordt ook duidelijk waar het marktfalen zich situeert: de wet van vraag en aanbod gaat voor (quasi)publieke goederen niet of nauwelijks op. Ten slotte komen we bij externaliteiten. Algemeen worden ze gedefinieerd als maatschappelijke baten of kosten die niet in rekening gebracht worden in de prijs van een goed of dienst. Externaliteiten treden dus op wanneer een handeling van actor A kosten of baten oplevert aan actor B, zonder dat B hiervoor iets betaalt aan A of B hiervoor vergoed wordt door A. Men spreekt van marktfalen omdat in elk van de bovenstaande gevallen een derde instantie (een regering of overheid) een drijfveer of motief heeft om in te grijpen. 10 Men spreekt van marktfalen omdat in elk van de bovenstaande gevallen een hogere maatschappelijke welvaart kan bereikt worden door in te grijpen op de vrije marktwerking. Overheidsingrijpen is dan niet enkel gewenst, maar vaak ook noodzakelijk: de markt aan zichzelf overlaten leidt immers tot een maatschappelijk minder optimale oplossing. Oxfam-Wereldwinkels 2013 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten 11

12 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels Structuur van het voedselsysteem: zandlopervormig Boeren zijn altijd afhankelijk geweest van opslag en transport voor de verkoop van hun goederen en de uitbereiding van hun afzetmarkten. Terwijl zij zelf vaak met velen zijn (en dus inwisselbaar), zijn de aanbieders van dergelijke diensten (door de aard ervan) meestal schaars. Bovendien zijn landbouwproducten vaak seizoensgebonden en bederven ze snel. Boeren hebben dus maar een beperkte tijd om hun producten te verkopen alvorens ze slecht worden, en brengen hun goederen quasi gelijktijdig op de markt. Een landbouwer heeft dus door de band weinig manoeuvreerruimte: zonder afzetmarkt houdt de boer geen inkomsten over aan het productieproces en blijft hij achter met de schulden van de gemaakte investeringen. De kwestie van markttoegang is dus cruciaal. Hoe minder firma s of ondernemingen die toegang kunnen bieden, hoe minder opties producenten hebben om hun goederen te verkopen. 11 Dit schenkt die ondernemingen extra-economische macht of onderhandelingsmacht. Zij vervullen min of meer de functie van portier of netwerkbeheerder: omdat zij de capaciteit hebben om producenten met consumenten te verbinden, bepalen zij wie toegang krijgt tot het netwerk en wie niet. Omdat ze met een beperkt aantal zijn, kunnen ze bovendien wegen op de prijs, en dus de voorwaarden bepalen. Machtsconcentratie is geen nieuw, maar een oud zeer. Machtsconcentratie gaat al terug tot de periode van de Industriële Revolutie (19e eeuw) en het ontstaan van de spoorwegen: als boeren op het platteland mee wilden groeien, waren ze aangewezen op dit transportsysteem om hun goederen tot bij de verbruikers van voedsel in de steden te krijgen. Maar staten waren voor de aanleg van deze spoorwegsystemen aangewezen op een enorme hoeveelheid kapitaal die enkel grote ondernemingen of erg vermogende families konden bieden. Hierdoor konden die bepalen welke boeren of gemeenschappen werden verbonden met het transportnetwerk. 12 Zij hadden dus de macht A B C D Het is ook in de periode van de Industriële Revolutie dat de ondernemingen van het zogenaamde landbouw-abcd ontstonden. Samen zijn zij vandaag verantwoordelijk voor meer dan 90% van de wereldwijde graanhandel. Maar graan verhandelen is lang niet meer de enige activiteit van deze vier ondernemingen: ADM (Archer Daniels Midland ) is uitgegroeid tot een van de grootste agrarische verwerkers van sojabonen, maïs, tarwe en cacao. ADM produceert ook sojameel en -olie, zoetstoffen, bloem, ethanol en biodiesel. Daarnaast beschikt het over een brede portfolio aan veevoeder en industriële producten. Bunge ( 1818) is een van de grootste bedrijven van de wereld in de agrochemische, voedings- en levensmiddelensector. Het bedrijf claimt 's werelds grootste verwerker te zijn van oliehoudende zaden, de grootste producent en leverancier van meststoffen aan boeren in Zuid- Amerika, de grootste exporteur van soja uit Latijns-Amerika, en een leidinggevende producent van biodiesel. Cargill ( 1865) is ondertussen een dominante speler in het sourcen, verhandelen en verwerken van tarwe, cacao, soja, rijst, gerst, maïs, vlas, haver, koolzaad, suiker, groenten, oliën, gevogelte, rundvlees, varkensvlees, voedingssupplementen en -additieven, en genetisch gemanipuleerde producten. Daarnaast biedt het een aantal financiële diensten aan: leningen, investeringsadvies, risicoverzekeringen, enzovoort. Louis Dreyfus ( 1851) is vandaag een belangrijke handelaar en verwerker van suikerriet, palmolie, sinaasappelen, limoenen, soja, maïs, tarwe, katoen, zonnebloemolie en -zaden, pindanoten en rijst. 13 om boerengemeenschappen tegen elkaar uit te spelen. In de recente decennia is de machtsconcentratie in de keten nog toegenomen. Dit kan worden weergegeven aan de hand van de concentratiegraad van markten: dit is de som van de marktaandelen die de dominante ondernemingen in elke sector voor zichzelf hebben veroverd (zie schema p. 11). Twee tendensen zijn bijzonder opmerkelijk: de sterk toegenomen macht van supermarkten en de sterke machtsconcentratie bij enkele agrochemische bedrijven. In België bedroeg de concentratiegraad van de 5 grootste supermarkten in het jaar 2008 maar liefst 71 procent. 14 In 2008 bezaten zes bedrijven in de agrochemiesector (Bayer, Syngenta, BASF, Dow, Monsanto en DuPont) samen dan weer 75 procent van de globale pesticidemarkt. Drie van hen (Monsanto, DuPont en Syngenta) zijn bovendien verantwoordelijk voor bijna de helft (47 procent) van de globale gepatenteerde zadenverkoop. Terwijl tot halverwege de twintigste eeuw zaden vaak het bezit bleven van boeren of publieke telers, trekken bedrijven de zadenhandel sindsdien meer en meer naar zich toe via patenten en octrooien. In 2008 waren van alle commercieel verkochte zaden maar liefst 82 procent gepatenteerd. 15

13 MARKTAANDEEL TOP 10 BEDRIJVEN IN VERSCHILLENDE SECTOREN Bron: ETC Group, % GEPATENTEERDE ZADEN 40% Supermarkten 26% VOEDSEL - en DRANKENBEDRIJVEN 63% FARMACEUTICA (veeteelt) 89% AGROCHEMICA (pesticiden en kunstmest) 66% BIOTECHNOLOGIE In dit schema wordt aangegeven hoeveel procent van elke sector in handen is van de 10 grootste bedrijven van die sector. Hoe groter dit percentage, hoe groter de machtsconcentratie in een sector. Oxfam-Wereldwinkels 2013 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten 13

14 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels De afhankelijkheidspositie van boeren ten opzichte van dominante spelers in de ketens is in recente jaren dus alleen maar toegenomen. Ondernemingen worden uiteraard niet vanzelf dominant in de goederenketens. Het betreft veelal een traag en historisch proces van schaalvergroting waarbij drie gecombineerde trends die competitie HORIZONTALE INTEGRATIE uitvlakken van belang zijn 16 : Horizontale integratie: De situatie waarbij ondernemingen groeien en in verschillende ketens dezelfde dominante basisactiviteit gaan uitvoeren. Hierbij waaieren ondernemingen dus uit naar verschillende goederen- of grondstoffenketens en gaan ze in die Horizontale integratie: een bedrijf dat dominant is in één bepaalde productieketen, breidt zijn activiteiten uit naar andere ketens. Producenten Handelaars Verwerkers Voedselbedrijven Supermarkten Consumenten ketens dezelfde activiteit vervullen. Een voorbeeld van horizontale integratie is een verwerker van graan en tarwe die na verloop van tijd ook activiteiten als verwerker gaat ontplooien in de keten van maïs, soja, cacao, enzovoort. Bij horizontale integratie wordt een onderneming dus dominanter door zijn zelfde basisactiviteit te vermenigvuldigen naar andere ketens. Verticale integratie: De situatie waarbij ondernemingen groeien en verschillende opeenvolgende fases in de keten voor hun rekening gaan nemen. Hierbij waaieren ondernemingen dus stroomopwaarts en stroomafwaarts uit door verschillende activiteiten in dezelfde keten op te nemen. Een voorbeeld van verticale integratie is een handelaar van graan en tarwe die na verloop van tijd ook een eigen verwerkingscapaciteit opzet om zo zijn graan en tarwe zelf te verwerken. Bij verticale integratie wordt een onderneming dus dominanter door zijn activiteiten binnen eenzelfde keten te gaan diversifiëren. Globale expansie: De situatie waarbij ondernemingen buiten de nationale grenzen treden en in verschillende ketens in verschillende werelddelen gaan opereren. Dit schept de mogelijkheid om aan kruissubsidiëring en/of fiscale optimalisatie te doen. Van kruissubsidie is sprake als tekorten op een bepaald aangeboden goed worden opgevangen door overschotten op een ander aangeboden goed. Kruissubsidie leidt op die manier tot oneerlijke concurrentie. Een marktpartij die op een bepaalde deelmarkt of in een bepaalde keten een zeer dominante positie heeft uitgebouwd en op die manier overwinsten maakt, kan met die opbrengsten goederen of producten op een andere deelmarkt subsidiëren en die goederen daarmee onder de kostprijs aanbieden. Fiscale optimalisatie of transfer pricing is het fenomeen waarbij bedrijven de interne verrekening van kosten afstemmen op het fiscale regime (lees: de te betalen belastingen) van de respectievelijke landen waar het productieproces plaatsvindt. Door intern duurder of goedkoper te factureren, kan het bedrijf bepalen in welk onderdeel van het productieproces de bedrijfswinsten aan de oppervlakte

15 komen, en dus in welk land het bedrijf op haar winst belast wil worden. Zo drukken bedrijven de belastingen die ze betalen (de meeste takken maken nagenoeg nooit winst), en spelen ze bovendien landen fiscaal tegen elkaar uit. GLOBALE EXPANSIE VERTICALE INTEGRATIE $ $ $ Producenten Handelaars Verwerkers Voedselbedrijven Supermarkten Consumenten Globale expansie: een bedrijf actief in (een) bepaalde productieketen(s) in één land of regio, breidt uit naar andere gebieden in de wereld. PRODUCTIE VAN SINAASAPPELSAP IN BRAZILIË De sinaasappelindustrie in Brazilië wordt gedomineerd door drie grote verwerkers: Louis Dreyfus (voorheen Coinbra), Cutrale en Citrosuco (die recent fusioneerde met Citrovita). De concentratie van de sappenmarkt wordt in de hand gewerkt door een aantal drempels die het nieuwe spelers moeilijk maken om op de markt actief te worden: (a) het noodzakelijke startkapitaal ligt hoog; (b) er is een grote hoeveelheid ruwe grondstoffen (sinaasappelen) nodig om efficiënt te kunnen verwerken; en (c) kennis en informatie over internationale klanten en markten is onontbeerlijk. Deze machtsconcentratie betekent dat de industrie meer gaat inzetten op verticale integratie: ze nemen de keten, van sinaasappel tot sap, zelf in handen. Zo is in Brazilië ongeveer de helft van de sinaasappelsappenmarkt in handen van de grote industriële spelers. De industrie verkoopt het sap ook rechtsreeks aan de markt. Coöperaties zien hun rol dus slinken en vele producenten trekken zich uit het productieproces terug door andere gewassen te gaan telen (zoals maïs, soja en katoen) en door hun land te verhuren (voornamelijk aan de bio-ethanolindustrie) of te verkopen. Verticale integratie: een bedrijf gespecialiseerd in één activiteit binnen een productieketen (bv. handel in graan), breidt uit naar andere activiteiten binnen die keten (bv. verwerking van graan). De Braziliaanse sappenpartners van Oxfam-Wereldwinkels (Coagrosol en Coopealnor) proberen aan deze toenemende afhankelijkheidspositie van de grote verwerkers te ontsnappen door de relatie met de industrie om te draaien. Dit betekent dat de industrie een dienst levert aan de producenten door de sinaasappels te verwerken tot sap, maar dat de producent zelf aan het roer blijft staan. De sinaasappels blijven eigendom van de producent en hij beslist zelf aan wie hij het sap verkoopt

16 DE TOELEVERINGSKETEN ALS ZANDLOPER Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels tot 500 bedrijven controleren 70% van de keuze van 7 miljard consumenten Hierdoor krijgt de structuur van ons voedselsysteem steeds meer de vorm van een zandloper of een flessenhals. Tussen de duizenden producenten en miljoenen consumenten staan steeds minder firma s. Net als de nauwe opening van een zandloper bepalen zij welke zandkorrel zich van de top naar de bodem van de zandloper verplaatst. Steeds minder firma s beslissen dus over de kwaliteit, kwantiteit, locatie van productie en de prijs van ons voedsel. Zij controleren wie wat produceert en wie wat te eten krijgt. 18 Dit lijkt enigszins in tegenspraak met de overvloed aan keuze die we vandaag op de supermarktplanken kunnen aantreffen. Maar vaak is deze keuze schijn. Een veelvoorkomende strategie bestaat er namelijk in om de markt te overspoelen met erg verscheiden productgroepen Supermarkten Voedselbedrijven Verwerkers Handelaars of verschillende variëteiten van hetzelfde product. Daardoor ontstaat de illusie van een enorme diversiteit aan producten, maar in realiteit gaat het enkel om een verschil in verpakkingen. Vele producten die met elkaar lijken te wedijveren komen immers van dezelfde spelers. Door deze strategie slagen dominante ondernemingen erin om het merendeel van de winkelplanken in de supermarkten te bezetten. Op die manier consolideren zij niet alleen hun machtspositie maar wordt de competitie nog verder uitgevlakt. Oligopolistische markten worden gekenmerkt door een gebrek aan competitie en weinig spelers, waardoor ze een ideale omgeving zijn voor het ontstaan van kartels en prijsafspraken. Omdat er slechts een beperkt aantal spelers operatief is, wordt het strategische beleid van 7 miljard consumenten voedselketen Producenten Overheden één speler niet zelden overgenomen of geïmiteerd door de andere spelers. Doordat in dergelijke markten het beleid van de ene speler invloed heeft op de winstmarges en het marktaandeel van de andere, gaan de spelers steeds vaker hun strategie op elkaar afstemmen en de markt als het ware onder henzelf verdelen. 19 Bijgevolg geldt hier het tegendeel van makkelijke intrede: om te kunnen wedijveren met deze dominante spelers gelden hoge kapitaalvereisten. Zo wordt de markt quasi afgeschermd.

17 PRIJSAFSPRAKEN Op 31 januari 2013 werden elf chocolade- en koekjesproducerende bedrijven (waaronder Kraft Foods, Ritter, Nestle en Mars) door de Duitse Autoriteit voor de Mededinging veroordeeld tot een fikse boete van 60 miljoen euro. Die kregen ze omdat gebleken was dat ze in 2007 en 2008, in volle voedselcrisis, onderlinge prijsafspraken hadden gemaakt. Hierdoor kwam de gemiddelde chocoladeprijs in Duitsland tot wel 25 procent hoger te liggen dan het geval zou zijn geweest onder concurrentiele omstandigheden. 20 Ons moderne voedselsysteem wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een beperkt aantal dominante spelers die vaak onderling strategische allianties aangaan. Overnames zijn nog steeds een veelgebruikte methode om verschillende spelers bij elkaar te voegen, maar fusies, joint ventures, partnerschappen, samenwerkingen en officieuze afspraken komen ook veel voor. Op die manier ontstaan zogenaamde keten-/systeemclusters. In een dergelijke cluster doorloopt het product alle opeenvolgende fasen in de keten zonder dat het product in wezen nog van eigenaar veran- VALS KEUZEGEVOEL IN DE SUPERMARKT dert. Het blijft altijd in het bezit van één dominante onderneming of een verzameling van ondernemingen die onderling samenwerken. De individuele boer vertolkt in dit schema de rol van loonarbeider die ruwe grondstoffen aanlevert zonder hierover nog zeggenschap te hebben. Bovendien dreigt zo een naadloos systeem te ontstaan waarbij de marktwerking langsheen elke individuele schakel wordt uitgeschakeld en de prijs van een goed pas helemaal op het einde van de keten bekend wordt. 21 Een groot deel van de internationale handel in landbouwgoederen is dan ook niet Bron: Joki Gauthier voor Oxfam Voor meer informatie: langer handel tussen verschillende firma s of actoren maar wel steeds vaker handel tussen verschillende filialen van hetzelfde moederbedrijf. Bijvoorbeeld: Cargill Brazilië verkoopt sojabonen aan Cargill USA, die de bonen verwerkt tot biodiesel en veevoeder om deze op zijn beurt door te verkopen aan Cargill België, zonder dat bij elke stap de onderling betaalde prijzen nog publiek worden gemaakt. Op die manier wordt het mechanisme van prijszetting ondoorzichtig. Oxfam-Wereldwinkels 2013 Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten 17

18 PERFECTE VERTICALE INTEGRATIE Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels In 1999 lanceerden de agrochemiereus Monsanto en agrobusinessgigant Cargill een joint venture onder de naam Renessen. Renessen, een nieuw biotechnologiebedrijf gericht op het commercialiseren van genetisch gemanipuleerde gewassen voor de voeder- en verwerkingsindustrie, werd daarmee de enige aanbieder van het eerste commercieel beschikbare genetisch gemanipuleerde gewas voor biobrandstof, de Mavera High-Value Maïs. Het venijn zit hem in het feit dat boeren voor de verwerking van hun Mavera High Value maïs enkel terecht konden bij verwerkingsbedrijven in het bezit van Renessen/Cargill. Renessen is daarmee een goed voorbeeld van bijna perfecte verticale integratie: Renessen bepaalt de prijs die de boer voor het zaad moet betalen, Monsanto verkoopt de boer op zijn beurt de benodigde chemische bestrijdingsmiddelen en Renessen/ Cargill bepaalt aan welke prijs het gewas wordt teruggekocht. Terwijl de boeren al het risico van de productiefase moeten dragen. Een dergelijk systeem betekent een sterke inperking van de keuzemogelijkheden voor de boer, maar stelt Renessen/Monsanto/ Cargill wel in staat om monopoliewinsten te maken Maatschappelijke kost van marktmacht en monopolies Het gevolg van machtsconcentratie in de keten voor boeren is evident: een steeds groter deel van de waarde die zij normaal gezien voor hun producten zouden krijgen, wordt afgeroomd door de sterke spelers met markmacht. Hoewel boeren de meest risicovolle activiteit in de keten voor hun rekening nemen, worden zij hier vaak niet of onvoldoende voor verloond. Bovendien dreigen in een context van toenemende machtsconcentratie de zogenaamde multiplicatoreffecten van landbouw fors af te nemen. Omdat een groot deel van de wereldbevolking voor zijn inkomen afhankelijk blijft van landbouw, betekent een stijging van het inkomen van de boer ook een stijging van de vraag naar specifieke diensten en niet-landbouwproducten. Op die manier werkt de landbouwsector in normale omstandigheden als een groeimotor voor de rest van de economie. Voorwaarde hierbij is wel dat de inkomsten van de boer evenredig zijn aan zijn activiteiten, zodat meer geld kan circuleren in de lokale economie. Maar in een context van machtsconcentratie zien we dat steeds meer waarde uit het landbouwproces verdwijnt in het voordeel van grote gevestigde spelers. Kleine boeren profiteren op die manier niet of minder mee van de toegenomen handel in landouwproducten. Minder evident is dat marktmacht ook voor de consument negatieve gevolgen oplevert. Het is belangrijk om in te zien dat de marktmacht van één van de schakels doorwerkt in het vervolg van de keten, en dus zorgt voor een hogere prijs bij de eindconsumenten. Door die bril bekeken wordt helder hoe diep het probleem eigenlijk wel zit: machtsconcentratie heeft namelijk ook verderop hoge kosten, meerbepaald: ook de consument in het Westen is er niet mee gebaat. Als er ergens in de productiehandel-verwerkingketen een speler zit die macht heeft over de prijs die TRAPSGEWIJZE PRIJSTRANSMISSIE Marktmacht hij betaalt, dan is de prijs voor de eindconsument altijd hoger dan die zou zijn als er nergens in de keten onevenredige macht was. De essentie is dus dat als één schakel in de keten zich door zijn machtspositie overwinsten kan veroorloven, die overwinsten zich (ook) verderop in de keten in een oneerlijke prijs vertalen. Er is geen reden om aan te nemen dat overwinsten van een dominante tussenschakel in de keten op een van de volgende markten gecompenseerd zal worden. En daarom is de Westerse consument dus ook vanuit eigenbelang meer gebaat met een structureel eerlijke markt (zonder barrières en machtsconcentratie), dan met de huidige oneerlijke markt. Prijs bij marktmacht Prijs bij voldoende marktwerking

ACHTERGRONDDOSSIER. het spel der giganten

ACHTERGRONDDOSSIER. het spel der giganten ACHTERGRONDDOSSIER Machtsconcentratie in de ketens het spel der giganten 2Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels 2013 We are the flour in your bread, the wheat in your

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOSSIER. het spel der giganten

ACHTERGRONDDOSSIER. het spel der giganten ACHTERGRONDDOSSIER Machtsconcentratie in de ketens het spel der giganten 2Machtsconcentratie in de ketens: het spel der giganten Oxfam-Wereldwinkels 2013 We are the flour in your bread, the wheat in your

Nadere informatie

Oxfam Fair Trade Breed assortiment van producten die verhandeld zijn volgens de principes van Fair Trade. 23/07/2013

Oxfam Fair Trade Breed assortiment van producten die verhandeld zijn volgens de principes van Fair Trade. 23/07/2013 Het spel der giganten Machtsconcentratie in de ketens Oxfam- Wereldwinkels Beweging Oxfam Wereldwinkels: Vrijwilligersbeweging 230 autonome wereldwinkels/ vrijwilligersgroepen Bijna 8 000 vrijwilligers

Nadere informatie

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt De perfect werkende markt is een model dat beschrijft hoe markten het meest optimaal zouden functioneren. Bij het bestuderen van echte markten

Nadere informatie

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden. Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

Samenvatting. Kort overzicht. Kartels

Samenvatting. Kort overzicht. Kartels Samenvatting Kort overzicht Dit proefschrift gaat over de economische theorie van kartels. Er is sprake van een kartel wanneer een aantal bedrijven, expliciet of stilzwijgend, afspreekt om de prijs te

Nadere informatie

Week 5 rechtseconomie HC 9, , Onvolledige mededinging

Week 5 rechtseconomie HC 9, , Onvolledige mededinging Week 5 rechtseconomie HC 9, 5-03-2018, Onvolledige mededinging Marktfalen: Marktfalen kunnen ervoor zorgen dat markten niet goed werken. Je hebt marktfalen op verschillende gebieden binnen de economie.

Nadere informatie

Grafieken Economie Hoofdstuk 7

Grafieken Economie Hoofdstuk 7 Economie: Grafieken Hoofdstuk 7 1 Inhoud Grafieken Economie Hoofdstuk 7 door ieter Nobels ONDERNEMERSGEDRG BIJ OLKOMEN CONCURRENTIE... 3 GLOBL MRKTEENWICHT... 3 ERSCHUIINGEN N RG- EN NBODCURE (GLOBLE MRKT)...

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging

Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging Economie, een Inleiding Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging 1 Volmaakte mededinging - Inhoudstafel 1. Kenmerken van de competitieve marktvorm 2. Individueel aanbod van de competitieve onderneming 3. Het

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming?

Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming? Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming? 2.1. Wat je produceert moet je kunnen verkopen. Zie boek: p. 22 25 (+ nota s) Senseo en stadstweewieler van BMW 2.2./2.3./2.4. Vraag en aanbod 1. Voorbeeld

Nadere informatie

Economie Module 3 H1 & H2

Economie Module 3 H1 & H2 Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:

Nadere informatie

Markt. Kenmerken van marktvormen:

Markt. Kenmerken van marktvormen: 1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante

Nadere informatie

Evenwichtspri js MO WINST

Evenwichtspri js MO WINST Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders

Nadere informatie

Examen Economie 30 januari 2012 Professor Koen Schoors

Examen Economie 30 januari 2012 Professor Koen Schoors Naam: Richting: Examen Economie 30 januari 2012 Professor Koen Schoors Algemeen 1. U hebt tijd van 13.30 tot 15.30 2. Dit examen bestaat uit 25 meerkeuzevragen (20 punten). 3. Beantwoord de meerkeuzevragen

Nadere informatie

Chocomelk. van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! www.oww.be. Handel, uit respect.

Chocomelk. van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! www.oww.be. Handel, uit respect. Chocomelk van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! > Handel, uit respect. We slaan de brug tussen boeren uit Noord & Zuid! www.oww.be > Kiezen Kiezen voor nóg meer duurzaamheid Oxfam

Nadere informatie

UIT accijns en btw

UIT accijns en btw Kostprijsverhogende belastingen. Zowel accijnzen als BTW zijn kostprijsverhogende belastingen. Zowel accijnzen als de BTW zijn indirecte belastingen. Ze worden via de tussenhandel geheven en niet direct

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Economie en ontwikkeling

Economie en ontwikkeling Economie en ontwikkeling BTC Infocyclus Annelies Van Bauwel Overzicht Wat is Economie? Functioneren van economie L. Smets en D. Essers De economische kringloop Specialisatie en coördinatieproblemen Rol

Nadere informatie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen

Nadere informatie

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Eco samenvatting; hs 2 + 5 Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product

Nadere informatie

Som eens op welke kosten jullie allemaal zullen maken.

Som eens op welke kosten jullie allemaal zullen maken. De prijs De prijs van het product dat je verkoopt is een erg belangrijk marketinginstrument. De prijs geeft immers de waarde van iets weer. Als je op restaurant gaat en je bestelt een menu van 50,00 EUR,

Nadere informatie

Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal.

Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal. Samenvatting door K. 782 woorden 20 maart 2013 6,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Economie h14 Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal.

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. De kosten van belastingen

Hoofdstuk 8. De kosten van belastingen Hoofdstuk 8 De kosten van belastingen Inleiding In dit hoofdstuk gebruiken we de concepten van vraag en aanbod om de effecten van diverse vormen van overheidsbeleid te analyseren. Tegelijk wordt iets gezegd

Nadere informatie

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen Nederland importland Landgebruik en emissies van grondstofstromen Vraagstelling en invulling Welke materiaalstromen naar en via Nederland veroorzaken wereldwijd de grootste milieudruk? Klimaat, toxische

Nadere informatie

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan? Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze

Nadere informatie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die

Nadere informatie

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van

Nadere informatie

EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018

EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018 EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018 (het examen bestaat uit 25 multiplechoice-vragen, u start op -5 en er is geen giscorrectie. De nadruk ligt op redeneren en economische mechanismes. ) 1) 1e wet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1534 woorden 1 februari 2007 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 2 Bedrijven kunnen op verschillende

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00 EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««Commissie internationale handel 2009 20.9.2005 PE 362.727v01-00 AMENDEMENTEN 1-17 Ontwerpadvies Johan Van Hecke Een ontwikkelingsstrategie voor Afrika (2005/2142(INI))

Nadere informatie

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt: Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid

Nadere informatie

Jong & Duurzaam. Klimaat Dieet

Jong & Duurzaam. Klimaat Dieet Jong & Duurzaam Klimaat Dieet Wie zijn wij en waarom zijn we hier? Wij zijn Wij zijn Werkgroep Jong & Duurzaam Eefke Wij zijn De jongerenvertegenwoordigers Wij zijn 1. 2. 3. 4. Klimaat dieet Duurzame Kleding

Nadere informatie

Hoe een coalitiecampagne uitwerken om kinderarbeidvrije cacao te bevorderen?

Hoe een coalitiecampagne uitwerken om kinderarbeidvrije cacao te bevorderen? Hoe een coalitiecampagne uitwerken om kinderarbeidvrije cacao te bevorderen? Oxfam Wereldwinkels en Fairtrade Campagne Kindslavernij lust ik niet! Doelgroepen Partners: hoe elkaar versterken? En nu? Oxfam

Nadere informatie

Internationale wegen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Internationale wegen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 September 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73828 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 13

Extra opgaven hoofdstuk 13 Extra opgaven hoofdstuk 13 Opgave 1 Stel, dat een markt voor product X zich als volgt ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er voor dit product veel aanbieders en veel vragers. Na verloop van tijd loopt de vraag

Nadere informatie

Wat stelt De Nationale DenkTank 2012 voor om de voedselketen te verduurzamen*?

Wat stelt De Nationale DenkTank 2012 voor om de voedselketen te verduurzamen*? Samenvatting van de bevindingen van de Nationale DenkTank 2012 boer Consument Wat stelt De Nationale DenkTank 2012 voor om de voedselketen te verduurzamen*? verwerker *De voorstellen van de denktank voor

Nadere informatie

Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be)

Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be) Landbouw in Oekraïne 12/05/2011 Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be) Oekraïne is groter dan elk land van de EU. De goede ligging van het land, gecombineerd met de vruchtbare bodems, geeft

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod

Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen

Nadere informatie

Economie Module 2 & Module 3 H1

Economie Module 2 & Module 3 H1 Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid

Nadere informatie

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd De Landsverordening inzake Concurrentie De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd Waar gaat deze brochure over? In deze brochure kunt u lezen over de Landsverordening inzake concurrentie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------

Nadere informatie

Economisten zeggen: eerlijke prijs bestaat niet, of is prijs wat markt bepaalt.

Economisten zeggen: eerlijke prijs bestaat niet, of is prijs wat markt bepaalt. Goed geboerd Verslag plenair gedeelte, 20.30u-21.30u Welkom Inleiding door Gedeputeerde Naeyaert Voorstelling van de panelleden Joost Dessein, professor Santiago Servantes, Fillipijnse melkcoöperatieve

Nadere informatie

Katern 2 Markten en welvaart

Katern 2 Markten en welvaart Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als

Nadere informatie

Eindexamen havo economie 2012 - II

Eindexamen havo economie 2012 - II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat consumenten

Nadere informatie

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Arm en Rijk Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten 2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten De rijke Verenigde Staten Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is. Het BNP

Nadere informatie

Consument. duurzaamheid. Succes. Visie. Gedrag. Belangen. Invloed

Consument. duurzaamheid. Succes. Visie. Gedrag. Belangen. Invloed Consument De consument, dat ben jij! Jij hebt veel te zeggen over hoe de andere partijen in de voedselketen zich gedragen. oefen je uit door bewust in te kopen in de supermarkt, door niet onnodig eten

Nadere informatie

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen?

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen? Duurzame wereldvoedselvoorziening hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen? Even voorstellen: Ruben Bringsken Ondernemer in Food en ICT (focus op duurzame oplossingen) Eigenaar/participatie

Nadere informatie

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen. Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid

Nadere informatie

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Boekverslag door H. 1034 woorden 15 februari 2007 6.6 80 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 2 het Noorden tegenover het Zuiden 2 Noord- Zuidverhoudingen 2.1 De kloof wordt

Nadere informatie

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema De Toekomst van Europa Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema Opzet van het college 1. Balans tussen huidige problemen en de theoretische lens. 2. Politieke economie van Europese integratie.

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

UIEN VOOR INDUSTRIËLE MARKT. Jan Hanssens Ardo

UIEN VOOR INDUSTRIËLE MARKT. Jan Hanssens Ardo UIEN VOOR INDUSTRIËLE MARKT Jan Hanssens Ardo ARDO CORPORATE Wij bewaren wat de natuur ons geeft is al meer dan 40 jaar het motto van Ardo. Jaar na jaar, oogst na oogst belevert Ardo zijn wereldwijd verspreide

Nadere informatie

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7 Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert Prof. Dr. André Van Poeck 15-19 november 2012 1. Welke uitspraak is fout? A. De curve van productiemogelijkheden illustreert het begrip

Nadere informatie

"De financiële sector is het probleem,

De financiële sector is het probleem, 1 van 5 22-2-2019 07:44 sg.uu.nl "De financiële sector is het probleem, niet de oplossing" 6-8 minuten Investeren in een duurzamere wereld? Als het aan de aandeelhouders ligt, liever niet. Onderzoeker

Nadere informatie

UIT externe effecten

UIT externe effecten Externe effecten van de productie. Als bedrijven produceren is er vaak sprake van bijkomende effecten die niet in de prijs van het product zijn opgenomen. Als een bedrijf auto s produceert dan put het

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

WE FEED THE WORLD. Achtergronden bij. Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl

WE FEED THE WORLD. Achtergronden bij. Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl Achtergronden bij WE FEED THE WORLD Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl Meer weten over We feed the world? Zelf bijdragen aan een mens-, dier- en milieuvriendelijke landbouw?

Nadere informatie

Paradoxaal genoeg hebben juist veel landarbeiders geen toegang tot betaalbaar groenten en fruit

Paradoxaal genoeg hebben juist veel landarbeiders geen toegang tot betaalbaar groenten en fruit DAAR PLUKKEN DE BOEREN DE VRUCHTEN VAN HET SUCCES VAN GRUPO HUALTACO Groenten en fruit zijn niet alleen gezond voor ons lichaam, maar ook voor de wereldeconomie. De groente- en fruitsector is een van de

Nadere informatie

UNITING THE ORGANIC WORLD

UNITING THE ORGANIC WORLD International Federation of Organic Agriculture Movements Principles of Organic Agriculture 1 Beginselen van de Biologische Landbouw De Beginselen vormen de wortels, waaruit de biologische landbouw groeit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk

Nadere informatie

Teaser. Pieter Vermeer Exit ready E: pc.vermeer@exitready.nl T: + 31(0)85 0600 320 M: + 31(0)6 1011 8222 Teaser Milan InnoVincY Pagina 1

Teaser. Pieter Vermeer Exit ready E: pc.vermeer@exitready.nl T: + 31(0)85 0600 320 M: + 31(0)6 1011 8222 Teaser Milan InnoVincY Pagina 1 Teaser T: + 31(0)85 0600 320 M: + 31(0)6 1011 8222 Teaser Milan InnoVincY Pagina 1 Missie Transformeren van landbouw waardeketens en verhogen van de productie van gewassen door het verstrekken van betaalbare

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument & Producent

Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen

Nadere informatie

De Afrikaanse boer wordt met uitsterven bedreigd.

De Afrikaanse boer wordt met uitsterven bedreigd. De Afrikaanse boer wordt met uitsterven bedreigd. Afrikaanse boeren en boerinnen met uitsterven bedreigd? Je zal maar boer of boerin wezen in Afrika. Je hebt je veld ingezaaid, misschien wat extra meststoffen

Nadere informatie

Statische markttheorie. College 4, spm 1212

Statische markttheorie. College 4, spm 1212 Statische markttheorie College 4, spm 1212 1 Statische Markttheorie: SCP of SGR Marktstructuur Gedrag actoren Economische resulaten 2 Secundaire structuurkenmerken (basic conditions)! Groei of krimp! Vraagconcentratie!

Nadere informatie

Voedselverlies en-verspilling in het Zuiden. FRDO Forum Brussel, 25 november 2014 Marc Maes,

Voedselverlies en-verspilling in het Zuiden. FRDO Forum Brussel, 25 november 2014 Marc Maes, Voedselverlies en-verspilling in het Zuiden FRDO Forum Brussel, 25 november 2014 Marc Maes, 11.11.11 1 805 miljoen mensen 1 op 9 hebben honger En toch is er voedsel genoeg 2 Er gaat zelfs massaal veel

Nadere informatie

1ste bach PSW. Economie. 1ste semester (H1 - H6) uickprinter Koningstraat Antwerpen B13 6,00

1ste bach PSW. Economie. 1ste semester (H1 - H6) uickprinter Koningstraat Antwerpen   B13 6,00 1ste bach PSW Economie 1ste semester (H1 - H6) Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B13 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Algemene economie Volledige

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Buitenlandse handel Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Link naar editie 2008/2009 van de Europese Schoolagenda: www.ec.europa.eu/consumers/empowerment/cons_education_en.htm#diary

Nadere informatie

In de economie gebruiken we het begrip schaarste in relatieve zin. Een product is schaars als er middelen moeten worden opgeofferd om het te maken.

In de economie gebruiken we het begrip schaarste in relatieve zin. Een product is schaars als er middelen moeten worden opgeofferd om het te maken. Samenvatting door S. 2380 woorden 16 januari 2013 7.9 87 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie Hoofdstuk 1 De spanning tussen oneindige behoeften en beperkte middelen noemen we schaarste.

Nadere informatie

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn

Nadere informatie

ENABEL: Eerlijke handel Barometer 2018

ENABEL: Eerlijke handel Barometer 2018 ENABEL: Eerlijke handel Barometer 2018 Augustus 2018 ivox Over het onderzoek Online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau ivox in opdracht van Enabel tussen 8 en 29 augustus 2018 bij 1.000 Belgen

Nadere informatie

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 14-16

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 14-16 WERELD 5 havo 1 Globalisering 14-16 Melkprijzen wereldwijde concurrentie Hoog: centrumlanden Middel, semi-periferie Laag, periferie Globalisering = concurrentie.. 3 factoren? 1. Opkomst MNO s, mondiale

Nadere informatie

Sluit je aan bij GROW, genoeg te eten heeft..

Sluit je aan bij GROW, genoeg te eten heeft.. Sluit je aan bij GROW, de campagne voor een wereld waarin iedereen genoeg te eten heeft.. In 2050 zijn we met 9 miljard mensen op deze planeet. Om straks al die monden te kunnen voeden, moeten we samen

Nadere informatie

WELKOM! op het Bionext Netwerkevent

WELKOM! op het Bionext Netwerkevent WELKOM! op het Bionext Netwerkevent De dagvoorzitter Twitter mee via #Bio16 Miriam van Bree 4-2-2014 Ontmoet Debbie Duurzaam Link naar filmpje Debbie Duurzaam Ontmoet elkaar Twitter mee via #Bio16 4-2-2014

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en Schokken

Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en Schokken Economie, een Inleiding Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en Schokken 1 Elasticiteiten en Schokken - Inhoudstafel 1. Elasticiteiten 2. De markt in werking 3. Prijsregulering 4. Quota s 5. Indirecte belastingen

Nadere informatie

4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen

4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen 4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen Vb. werknemers en werkgevers CAO-onderhandelingen via vakbonden Stel: vakbond van werknemers eist arbeidstijdverkorting van 4 uur per week; van 40 uur

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

De bouwstenen van een geglobaliseerde economie

De bouwstenen van een geglobaliseerde economie De bouwstenen van een geglobaliseerde economie BTC Informatiecyclus Lodewijk Smets (KUL, UA) Overzicht KISS: de gesloten economie economische kringloop met huishoudens en ondernemingen Arbeidsverdeling

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16 Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16 Samenvatting door M. 1175 woorden 17 juni 2015 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 10 Samenwerken Externe effecten = onbedoelde

Nadere informatie

Eindexamen economie pilot vwo II

Eindexamen economie pilot vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

Leiden is een typische studentenstad en heeft dus veel kamerbewoners.

Leiden is een typische studentenstad en heeft dus veel kamerbewoners. EC 01. EEN KAMER HUREN IN LEIDEN. Leiden is een typische studentenstad en heeft dus veel kamerbewoners. Vermoedelijk blijft het aanbod van kamers achter bij de vraag, waardoor er gemakkelijk prijsopdrijving

Nadere informatie

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw nnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn... Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw een visie over de hervormingen in de landbouw Oktober 2013 nnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn... Inleiding Landbouwbeleid heeft grote invloed op

Nadere informatie

Hoe economie, ecologie en ethisch verantwoord werken hand in hand gaan

Hoe economie, ecologie en ethisch verantwoord werken hand in hand gaan Hoe economie, ecologie en ethisch verantwoord werken hand in hand gaan 4 de Vlaamse afval en materialencongres Brugge, 6 april 2011 Xavier Gellynck & Ray Jacobsen Universiteit Gent pag. 1 Overzicht 1.

Nadere informatie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct. Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 12

Extra opgaven hoofdstuk 12 Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.

Nadere informatie

Eerlijker, eenvoudiger, efficiënter

Eerlijker, eenvoudiger, efficiënter Eerlijker, eenvoudiger, efficiënter Naar een nieuw en modern belastingsysteem #jijmaaktmorgen België is uitzonderlijk. Je belast kapitaal niet en je overbelast arbeid. Dat moet je dus herzien. Pascal Saint-Amans

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie