Voorwoord. Tilburg, oktober 2009.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorwoord. Tilburg, oktober 2009."

Transcriptie

1 Voorwoord Voor u ligt de scriptie De Nederlandse dividendstrippingmaatregelen bezien vanuit Europees perspectief, waarmee ik mijn tijd als student in Tilburg afsluit. Als participant aan het keuzevak Capita Selecta Europees en internationaal belastingrecht is mijn interesse gegroeid betreft de fricties tussen het Nederlandse belastingstelsel en het Europese gemeenschapsrecht. Heden ten dage is het Nederlandse belastingstelsel op een aantal punten in strijd met het Europese gemeenschapsrecht. Met behulp van mijn scriptiebegeleider heb ik vervolgens het door mij gewenste onderwerp nader vorm gegeven. In mijn onderzoek heb ik een antimisbruikmaatregel uit de Wet op de dividendbelasting 1965 getoetst op potentiële strijdigheid met het Europese gemeenschapsrecht. Hierbij wil ik mijn scriptiebegeleider mr. H.A.J.P. te Niet nadrukkelijk bedanken voor zijn begeleiding gedurende het proces, hetgeen door mij bijzonder prettig ervaren is omdat het niet altijd even gemakkelijk van een leien dakje afging. Tevens wil ik prof. dr. J.A.G. van der Geld bedanken voor zijn deelname in de eindexamencommissie. En natuurlijk gaat mijn dank uit naar alle andere mensen die mij hebben bijgestaan tijdens het schrijven van deze scriptie. Tilburg, oktober

2 Inhoudsopgave Voorwoord / 2 Lijst van gebruikt afkortingen / 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Introductie / Thesis / Doel / Probleemstelling / Aanpak / 8 Hoofdstuk 2 Dividendbelasting 2.1 Systematiek heffing van dividendbelasting / Ontwikkeling / Subject / Belastingplichtige / Inhoudingsplichtige / Object / Opbrengst / Dividend / Op aandelen / Op winstbewijzen / Op hybride leningen / Wijze van heffing / Inhoudingsvrijstelling / Verrekening of teruggaaf / Tarief / Nederlandse behandeling van grensoverschrijdende dividendstromen / Grensoverschrijdend / Inkomend dividend / Uitgaand dividend / Internationale dubbele belasting / Internationaal belastingrecht / Bilaterale belastingverdragen / Belastingregeling voor het Koninkrijk / Besluit voorkoming dubbele belasting / Dividendstripping / Reactie van de wetgever / HR BNB 1994/217 & HR BNB 2001/196 / Totstandkoming maatregelen tegen dividendstripping / Vormen van dividendstripping / Cum-dividend-constructie / Stocklending / Repurchase agreements / Deep in the money / Equity swap / 31 3

3 2.3.3 Beschouwing dividendstrippingmaatregelen / De niet uiteindelijk gerechtigde / De tegenprestatie / In samenhang met de genoten opbrengst / Samenstel van transacties / Ten goede komen / Behoud of verkrijging van een vergelijkbare positie / Bewijs / Overige aspecten / Uitzonderingsgevallen / Gevolgen /39 Hoofdstuk 3 Internationale analyse 3.1 Internationaal belastingrecht / Art. 10 OESO-modelverdrag / Beneficial owner / De nationaalrechtelijke maatregelen vs. belastingverdragen / Europese Gemeenschap / EG-Verdrag / Dividend / De dividendmededeling 2003 / Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap / 48 Hoofdstuk 4 EG-recht vs. Dividendstrippingmaatregelen 4.1 Heeft de belanghebbende toegang tot het EG-Verdrag? / Is er sprake van discriminatie en/of belemmering van één van de verdragsvrijheden? / Is er een rechtvaardigingsgrond aanwezig in de betwiste antimisbruikmaatregel die de belemmering rechtvaardigt (fiscale coherentie van het belastingsysteem, effectieve fiscale controle en het voorkomen van belastingontwijking)? / Is het middel geschikt om het doel te bereiken, gelet op de rechtvaardigingsgrond? / Is het middel proportioneel, gelet op de rechtvaardigingsgrond? / 62 Hoofdstuk 5 Conclusie en aanbeveling 5.1 Conclusie / Situatie / Europees perspectief / Aanbeveling / Afschaffen dividendbelasting / Heffingsbeginselen herzien / Huidige regelgeving aanpassen / 69 Literatuurlijst / 70 Jurisprudentieregister / 73 4

4 Lijst van gebruikte afkortingen A-G Advocaat Generaal AWR Algemene Wet Rijksbelastingen BBI Besluit beleggingsinstelling BNB Beslissingen Nederlandse belastingrechtspraktijk BRK Belastingregeling voor het Koninkrijk BV Besloten vennootschap Bvdb 2001 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 BW Burgerlijk wetboek EG Europese Gemeenschap EU Europese Unie EVA Europese Vrijhandelsassociatie FED Fiscaal Weekblad FED Gw Grondwet HR Hoge Raad der Nederlanden HvJ EG Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap MvA Memorie van antwoord MBB Maandblad Belastingbeschouwingen MDR EG-Moeder-dochterrichtlijn MvT Memorie van toelichting NOB Nederlandse Orde van Belastingadviseurs NTFR Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht NvW Nota van wijziging OESO Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling TFO Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht Uitv. besl. Uitvoeringsbelsuit Uitv. besch. Uitvoeringsbeschikking Uitv. reg. Uitvoeringsregeling V-N Vakstudie Nieuws Wet Div. Wet op de dividendbelasting 1965 Wet IB 2001 Wet op de inkomstenbelasting 2001 Wet Vpb Wet op de vennootschapsbelasting 1969 WFR Weekblad fiscaal recht Wft Wet financieel toezicht 5

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Introductie De Nederlandse dividendbelasting is een bronheffing op uitgedeelde winsten aan aandeelhouders. De heffing is vorm gegeven in de Wet op de Dividendbelasting Staatssecretaris Wijn heeft in het verleden aangekondigd dat de dividendbelasting geen lang leven meer beschoren is en dat hij voorstellen verwachtte die zouden pleiten voor de afschaffing van dividendbelasting. 1 Echter vandaag de dag bestaat de dividendbelasting nog steeds. Het overgrote deel aan Nederlandse dividendbelasting wordt betaald door buitenlandse particuliere aandeelhouders. 2 De dividendbelasting is wellicht niet in overeenstemming met het Europese gemeenschapsrecht betreft de behandeling van binnenlandse dividenden ten opzichte inkomende en uitgaande dividenden. 3 Er is sprake van een trendontwikkeling waarin de dividendbelasting frequenter aanhangig is of aanhangig is geweest in tal van rechtszaken zowel op nationaal als Europees niveau. Redenen hiervoor kan men zoeken in het Europese gemeenschapsrecht zoals deze is vastgelegd in EG-Verdrag, in het bijzonder op het gebied van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van kapitaalverkeer. Zolang de dividendbelasting nog bestaat, dient zij uiteraard in overeenstemming te zijn met het Europese gemeenschapsrecht zodat grensoverschrijdende dividenden gelijk behandeld worden als binnenlandse dividenden. Als men het Nederlandse dividendbelastingstelsel onder de loep neemt dan zijn de dividendstrippingmaatregelen in ieder geval een van de bepalingen die op gespannen voet lijken te staan met het Europese gemeenschapsrecht. 4 Dividendstripping wordt in het algemeen omschreven als transacties waarbij aandeelhouders trachten met behoud van het economische belang bij hun aandelenpakket de dividend- of andere belastingdruk op uitkering op aandelen te verminderen of te voorkomen. 5 Het centrale aanknopingspunt voor de dividendbelasting, net als in belastingverdragen, is de 1 Plenaire behandeling van het Belastingplan 2006/Vpb.-pakket 2006 in de Tweede Kamer, Handelingen II, blz /4. 2 R.P.C.W.M. Brandsma, De dividendbelasting: een kat in het nauw maakt rare sprongen, TFO 2008/57, 1. Hij deelt de groep op in: aandeelhouders die in een ander EU-lidstaat wonen (dan wel EER-lidstaat) en aandeelhouders die buiten de EU wonen, al dan niet een verdragsstaat. 3 Grensoverschrijdende dividenden valt op te splitsen in inkomend- en uitgaand dividend, respectievelijk bekend als inbound en outbound. 4 Staatssecretaris Wijn is van mening dat de Wet op de dividendbelasting EU-proof is. Persbericht Ministerie van Financiën 26 juli 2006, 5 Q.M.A. Eenhorst en A.R.T. van IJlzinga Veenstra, Dividendstripping na 27 april 2001, WFR 2003/449, 1. 6

6 opbrengstgerechtigde. 6 Er is sprake van een opbrengstgerechtigde als vast is komen te staan dat de dividendbelasting uiteindelijk op deze persoon/lichaam drukt. In de praktijk ziet men een tendens om de bepaling van opbrengstgerechtigde te frustreren. Aandeelhouders proberen op die manier de belastingdruk te verminderen of te ontwijken. Kenmerkend voor deze constructies is dat het dividend niet rechtstreeks door de oorspronkelijke aandeelhouder wordt genoten maar door een Nederlands belastingplichtige tegen betaling, zodat deze tijdelijk aan te merken is als de opbrengstgerechtigde. Nederland heeft deze vorm van belastingontwijking proberen te voorkomen door wettelijke bepalingen te introduceren die dividendstripping in zijn verschillende vormen moet voorkomen. 7 De dividendstrippingmaatregelen zijn terug te vinden in de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de dividendbelasting 1965 en in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna; Wet IB 2001, Wet Div. en Wet Vpb.), respectievelijk art. 9.2, tweede en derde lid Wet IB 2001, art. 4, derde, zevende en achtste lid Wet Div. en art. 25, tweede en derde lid Wet Vpb. De invoering van deze maatregelen is niet bepaald vlekkeloos verlopen en bij het uiteindelijke resultaat zijn ook vraagtekens te zetten. De maatregelen resulteren erin, dat wanneer de belastingplichtige niet als uiteindelijk gerechtigde wordt beschouwd tot de opbrengst op aandelen, winstbewijzen of winstdelende obligaties, hij geen recht op een verrekening, vrijstelling, vermindering of teruggaaf van dividendbelasting krijgt, wanneer dit recht gunstiger is ten opzichte van diegene die het daadwerkelijk belang (be)houdt van de aandelen. 1.2 Thesis Doel In deze scriptie zullen de dividendstrippingmaatregelen uit de Wet op de dividendbelasting 1965 worden onderzocht. Met name zal er gekeken worden op welke punten de maatregelen onverenigbaar zijn met het Europese gemeenschapsrecht. Tevens zal aandacht worden besteed aan mogelijkheden om de dividendstrippingmaatregelen alsnog EU bestendig te maken Probleemstelling De probleemstelling die centraal staat in deze scriptie: Zijn de Nederlandse maatregelen om dividendstripping te voorkomen een inbreuk op het Europese gemeenschapsrecht en hoe kan dit voorkomen worden? 6 Ook wel de dividendontvanger genoemd. 7 Welke overigens een volkomen legale vorm van taxplanning, zie; Q.M.A. Eenhorst en A.R.T. van IJlzinga Veenstra, Dividendstripping na 27 april 2001, WFR 2003/449, 1. 7

7 1.2.3 Aanpak Om de bovenstaande probleemstelling te beantwoorden zullen eerst de relevante bepalingen van de dividendbelasting behandeld worden, met in ogenschouw dat alleen dat wordt behandeld hetgeen nodig geacht wordt om de situatie rond dividendstripping te analyseren. Hierbij zal eerst worden gekeken naar de nationale behandeling van dividenden; alvorens de internationale aspecten te behandelen. Vervolgens worden de Nederlandse dividendstrippingmaatregelen uitvoerig beschouwd. Daarna wordt het Europese- en internationale (toetsings)kader geanalyseerd. Aansluitend worden de Nederlandse dividendstrippingmaatregelen daadwerkelijk Europees getoetst. Waarna de eventuele oplossingen betreffende de fricties met het Europese gemeenschapsrecht besproken worden. Daarbij dient te worden opgemerkt dat er onderzocht wordt hoe de dividendstrippingmaatregelen zich verhouden tot het Europese gemeenschapsrecht, in het bijzonder andere lidstaten van de Europese Unie. Eventuele problematiek ten opzichte van derde landen, wordt waar nodig besproken, voor de rest buiten beschouwing gelaten. 8 8 Landen die niet behoren tot de EU of de EER. 8

8 Hoofdstuk 2 Dividendbelasting 2.1 Systematiek heffing van dividendbelasting De Nederlandse dividendbelasting vormt een verrekenbare voorheffing, als de opbrengstgerechtigde van het ontvangen dividend binnenlands of buitenlands belastingplichtig is voor ofwel de inkomstenof de vennootschapsbelasting. Voor aandeelhouders die in het buitenland zijn gevestigd, fungeert de belasting in beginsel als een eindheffing, als zij niet buitenlands belastingplichtig zijn voor de Nederlandse inkomsten- of vennootschapsbelasting. Het belastingtarief wordt vaak door middel van belastingverdrag tot 0/5%, afhankelijk van het deelnemingspercentage en overige vereisten. De geheven Nederlandse dividendbelasting is voor de in het buitenland woonachtige of gevestigde opbrengstgerechtigde, vaak verrekenbaar met de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting in het woonland van de buitenlandse ontvanger, zodat de Nederlandse dividendbelasting ook hier een verrekenbare voorheffing is. Dit geldt ook voor omgekeerde situaties wanneer een in Nederland woonachtige of gevestigde belastingplichtige buitenlands dividend ontvangt waarover buitenlandse bronbelasting is betaald Ontwikkeling Dividendbelasting zelf wordt al geheven sinds de invoering van de Wet op de Dividend- en Tantièmebelasting Sinds het Besluit op de Dividendbelasting 1941 werd het een verrekenbare voorheffing voor Nederlandse belastingplichtigen, voor zowel de inkomsten- als de vennootschapsbelasting. De dividendbelasting zoals wij die vandaag de dag kennen is sinds 1 januari 1966 van kracht en vormgegeven in de Wet op de dividendbelasting 1965, met de invoering vond ook een tariefswijziging plaats van 15% naar 25% (proportioneel). Per 1 januari 2007 is het tarief op ter beschikking gestelde dividenden weer bij gesteld naar 15%. 10 Voor de invoering van de Wet op de dividendbelasting 1965 lag de nadruk erop om het dividend te belasten in de woonstaat van de opbrengstgerechtigde. Daarmee handelde Nederland naar internationaal aanvaarde opvatting betreft het belasten van dividenden, het bronland had namelijk al de heffingsbevoegdheid over de winst van het uitdelende lichaam. 11 Na de Tweede Wereldoorlog wijzigde deze internationale opvatting. Onder de nieuwe heersende opinie kreeg het 9 Marres en Wattel 2006, blz NB. Men krijgt natuurlijk geen voorkoming indien de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. 10 Vanaf 1 januari 2007 het geldende tarief op dividenden die op of na die datum ter beschikking zijn gesteld, Art. III, onderdeel B, Wet van 30 november 2006, Stb. 2006, 631, Wet werken aan winst. 11 Marres en Wattel 2006, blz. 1. 9

9 bronland het heffingsrecht toegewezen over de uitdelingen. Nederland volgde deze wijziging met de invoering van de Wet op de dividendbelasting Sinds 2001 wordt de particuliere aandeelhouder ook niet meer belast voor zijn daadwerkelijke genoten opbrengsten op aandelen, winstbewijzen en hybride leningen. De waarde van de vermogensbestanddelen vallen in box III van de inkomsten belasting en worden forfaitair belast, de wet gaat uit van een fictief rendement van 4% op deze bestanddelen tegen een tarief van 30%. 13 Ondanks de fictieve vermogensrendements-heffing is de daadwerkelijke geheven dividendbelasting wel verrekenbaar met de verschuldigde inkomstenbelasting in box III, het aandeel valt immers in de belastbare grondslag aldus is de dividendbelasting verrekenbaar met die eindheffing Subject Belastingplichtige Het subject is de persoon die gerechtigd is tot de opbrengsten, de dividendbelasting dient op deze zogenaamde opbrengstgerechtigde, te drukken. Art. 1, eerste lid Wet Div. omschrijft de opbrengstgerechtigden als degenen, die - direct of indirect door middel van certificaten - gerechtigd zijn tot de opbrengst van aandelen in, en winstbewijzen van en hybride geldleningen 15 aan in Nederland gevestigde NV s, BV s, open commanditaire vennootschappen en ander vennootschappen welker kapitaal is verdeeld in aandelen. De opbrengstgerechtigde kan dus zowel een natuurlijk- als een rechtspersoon zijn. Het maakt niet uit waar de opbrengstgerechtigde is gevestigd, het gaat erom dat diegene opbrengsten geniet van een in Nederland gevestigde vennootschap waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld. Doorgaans is de opbrengstgerechtigde tot het dividend ook de gerechtigde tot de onderliggende aandelen, uitgezonderd in het geval van een vruchtgebruik op aandelen of dividendbewijzen. Gelet op het woordgebruik in art. 1, lid 1, Wet Div. en de parlementaire geschiedenis lijkt het aannemelijk dat het in deze bepaling, in principe, gaat om de (juridische) eigenaar van het aandeel Marres en Wattel 2006, blz Hetgeen resulteert in een belasting van 1,2% over de gemiddelde waarde van de vermogensbestanddelen, art. 5.2 jo. art Wet IB Art. 15 AWR. 15 Art. 10, lid 1, onderdeel d Wet op de vennootschapsbelasting Q.M.A. Eenhorst en A.R.T. van IJlzinga Veenstra, 1998, blz

10 Inhoudingsplichtige Dividendbelasting wordt geheven door inhouding aan de bron op de opbrengst die uitgekeerd wordt aan de belastingplichtige. De uitkerende vennootschap is de inhoudingsplichtige (art. 7, eerste en tweede lid Wet Div.). 17 De inhoudingsplichtige doet aangifte en draagt dividendbelasting af. Als inhoudingsplichtige kwalificeren in Nederland gevestigde: 18 - naamloze vennootschappen 19 ; - besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid; - open commanditaire vennootschappen; - andere vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal en - fondsen voor gemene rekening met een open karakter. Art. 4 AWR bepaalt in principe of een vennootschap in Nederland gevestigd is, de vestigingsplaats dient naar omstandigheden te worden beoordeeld. 20 Doorgaans is de vestigingsplaats de plaats waar de feitelijke leiding werkelijk gevoerd wordt doorslaggevend. 21 Tevens is in art. 1, lid 3, Wet Div. een vestigingsplaatsfictie voor de dividendbelasting opgenomen. Een vennootschap opgericht naar Nederlands recht, gevestigd in het buitenland, dient ook dividendbelasting in te houden op haar uitkeringen aan de aandeelhouders. 22 Een verdrag met het land waar de naar Nederlands recht opgerichte vennootschap is gevestigd, kan de fictie buiten werking stellen. 23 Deze regel geldt ook voor een Societas Europea, wanneer zij bij haar oprichting door Nederlands recht werd beheerst Object Opbrengst Het object dat in de dividendbelasting in de heffing wordt betrokken is omschreven in art. 2 Wet Div.: opbrengsten van aandelen, winstbewijzen en hybride leningen. Vervolgens specificeert art. 3 Wet Div. de term opbrengst nader. 17 De dividendbelasting is ook bekend onder de naam bronheffing. 18 Genoemd in art. 2, eerste lid, onderdeel a en e Wet Vpb. 19 Ook de Europese variant, een Societas Europea wanneer zij in Nederland gevestigd is (Verordening nr. 2157/2001/EC, Pb EG L 294/1). Zie ook; R.P.C.W.M. Brandsma 2008, onderdeel F. 20 Hof s-gravenhage 22 januari, BNB 1984/9. 21 HR 23 september 1992, BNB 1993/193, r.o De vestigingsplaatsfictie is er voornamelijk om te voorkomen dat men om fiscale redenen een vennootschap naar Nederlands recht naar het buitenland verplaatst, hiermee stelt waarborgt Nederland haar fiscale claim op de vennootschap. 23 HR 28 februari 2001, BNB 2001/295c* 11

11 Hieronder volgt een uitleg over wat onder de opbrengst van aandelen, winstbewijzen en hybride leningen dient te worden verstaan. Voor de betekenis van opbrengst in de Wet Div. moet er gekeken worden naar de inmiddels gedateerde Wet inkomstenbelasting Deze wet definieerde de term opbrengst als volgt: dat voor de totaliteit van de aandeelhouders uiteindelijk als inkomen moet worden beschouwd het totaal van de door de vennootschap vanaf de oprichting tot en met de liquidatie behaald en aan hen als aandeelhouders toekomende winst. 24 Het voortvloeiende rendement uit het door de aandeelhouders beschikbaar gestelde kapitaal dient belast te worden met dividendbelasting. De door de belastingplichtige gemaakte kosten met betrekking tot het behaalde rendement zijn niet aftrekbaar (bruto-opbrengst) immers de inhoudingsplichtige kan niet van die kosten op de hoogte zijn. 25 Het beschikbare kapitaal kan opgedeeld worden in formeel en informeel kapitaal. Het formele kapitaal bestaat uit het nominale kapitaal en de agioreserve. Het nominale kapitaal is het door de aandeelhouders gestorte bedrag op aandelen, wat is vastgelegd in de vennootschapsovereenkomst of in de statuten. 26 Het bedrag dat dient te worden betaald voor de aandelen verminderd met het vastgelegde nominale kapitaal op die aandelen vormt het agio. Van informeel kapitaal is er sprake wanneer er een bevoordeling van de aandeelhouder aan de vennootschap is, welke louter zijn oorsprong vindt in de relatie tussen de vennootschap en zijn aandeelhouder. 27 Zowel formeel als informeel kapitaal wordt fiscaal behandeld als door de aandeelhouder gestort kapitaal, een terugbetaling van een van de twee soorten kapitaal wordt aangemerkt als een terugbetaling van kapitaal. 28 Of een uitdeling van de vennootschap wel of niet een opbrengst van aandelen, winstbewijzen of hybride leningen is, wordt beoordeeld vanuit de uitdelende vennootschap. De uitdelende vennootschap is namelijk door de wetgever aangewezen als inhoudingsplichtige, inhouden kan zij alleen wanneer de uitkering voor haar als een opbrengst aan te merken is. Elke uitkering van de vennootschap die uitgaat boven het op de aandelen gestorte bedrag is daardoor 24 MvT, Kamerstukken II 1958/59, 5380, nr. 3, blz R.P.C.W.M Brandsma 2008, onderdeel d. 25 Marres en Wattel 2006, blz Art. 2:80, lid 1 BW voor de NV en in art. 2:191, lid 1 BW voor de BV. 27 I.J.F.A van Vijfeijken, Inkomsten uit aandelen, Deventer: Kluwer 1994, blz HR 28 juni 1978, BNB 1974/254. NB. Bij een inkoop van eigen aandelen, is het gedeelte dat op de aandelen is gestort niet onderworpen aan de dividendbelasting daarentegen het meerdere (agio) mogelijk wel. Zie onder andere: HR 14 november 1956, BNB 1957/20 en HR 7 juni 1972, BNB 1972/

12 belastbaar. 29 De vorm waarin een opbrengst wordt uitgedeeld door een vennootschap is niet relevant voor de heffing van dividendbelasting, zowel dividend in de vorm van natura als in een vermomde vorm is een belaste verkapte uitdeling (art. 3, eerste lid, onderdeel a Wet Div.). Alvorens de vormen van opbrengst te behandelen is het belangrijk om de termen winst en vermogen te behandelen. De winst van de inhoudingsplichtige wordt in Nederland bepaald volgens het winstbegrip zoals deze is neergelegd in art. 8, eerste en tweede lid Wet Vpb. jo. 3.8 Wet IB De fiscale winst wordt jaarlijks bepaald via vermogensvergelijking. Van der Geld (2008) geeft hiervoor het volgende overzicht: 30 Fiscaal vermogen van het lichaam aan het einde van het belastingjaar Fiscaal vermogen van het lichaam aan het begin van het belastingjaar Vermogensmutatie in het jaar Onttrekkingen in het jaar + Kapitaalterugbetalingen + Kapitaalstortingen -/- Objectieve vrijstellingen -/- -/- Winst van het jaar Het belastbare bedrag aan winst wordt vervolgens op de voet van art. 7 Wet Vpb. bepaald. Het beschikbaar gestelde kapitaal aan de vennootschap heet vermogen. Vermogen is weer te verdelen in eigen vermogen (kapitaal) en vreemd vermogen (schuld), de vergoeding voor beide soorten vermogen wordt fiscaal verschillend behandeld. 31 Dividend is de vergoeding voor het ter beschikking gesteld eigen vermogen en is fiscaal niet aftrekbaar. 32 Dividend is afhankelijk van de door de vennootschap behaalde winst. Indien er geen dividend wordt uitgekeerd in het geval van winst, vergroot de winst het eigen vermogen van de vennootschap. Rente is de vergoeding voor het ter beschikking gesteld vreemd vermogen en is fiscaal aftrekbaar. De vergoeding is in tegenstelling tot dividend in beginsel niet afhankelijk van de behaalde winst. 29 Marres en Wattel 2006, blz Van der Geld 2008, blz. 72. Waarbij voor de vergelijking ervan uit is gegaan dat het een onbeperkt belastingplichtig lichaam betreft. 31 Van der Geld 2008, blz Van der Geld beschrijft hier de essentiële verschillen tussen eigen en vreemd vermogen: 1) rangorde in gerechtigdheid tot eventuele winsten en verliezen 2) de looptijd 3) afhankelijkheid van de verdeling van de winst, en 4) zeggenschap. Het verschil in de fiscale behandeling tussen beide soorten vermogens valt buiten de reikwijdte van deze scriptie. 32 Art. 10, eerste lid, onderdeel a Wet Vpb. 13

13 Dividend Dividend is de meest bekende vorm van een uitdeling van winst aan de aandeelhouder. Het begrip dividend komt niet voor in de Wet op de dividendbelasting 1965, er wordt gesproken over uitdelingen van winst bijvoorbeeld in art. 3, eerste lid, onderdeel a, Wet Div. Het besluiten tot uitkeren van een dividend gebeurt middels een dividendbesluit, het daadwerkelijk uitkeren van dividend heet betaalbaarstelling. 33 De tegenhanger van de al besproken informele kapitaalstorting is het bevoordelen van de aandeelhouder via verkapt dividend. 34 De aandeelhouder ontvangt een niet-zakelijk voordeel van de vennootschap vanwege zijn bijzondere relatie met de vennootschap, een derde zou een dergelijk voordeel niet ontvangen. Uit de jurisprudentie blijkt dat, wil er sprake zijn van een verkapt dividend, een vermogensverschuiving moet plaatsvinden van de vennootschap naar de aandeelhouder. 35 Daarnaast moet zowel de vennootschap als de aandeelhouder zicht bewust zijn van het voordeel om een verkapte dividenduitkering te constateren. 36 Voorbeelden zijn onder gunstige voorwaarden lenen van de vennootschap, een bovenmatig salaris dat niet marktconform is of het verkrijgen van een activum voor een te lage prijs. Het voordeel hoeft niet per definitie aan de aandeelhouder ten goede komen; het kan ook ten goede komen aan verbonden natuurlijk persoon of een verbonden lichaam. Bij constatering van verkapt dividend dient deze gecorrigeerd te worden naar zakelijke maatstaven (art. 8 Wet Vpb. jo. art. 3.8 Wet IB 2001). Dit betekent dat de winst van de vennootschap alsnog wordt gecorrigeerd. De aandeelhouder wordt in de inkomsten- of vennootschapsbelasting voor het bedrag overeenkomend met de eerst genoemde correctie, waarna deze belast wordt in de dividendbelasting. De belasting in de Wet Div. wordt geheven op de opbrengst van aandelen, winstbewijzen en geldleningen, ex. art. 2 Wet Div Op aandelen Waneer het vermogen van een lichaam in evenredige delen (participaties) is verdeeld en elk deel op zich een entiteit vormt en een stemrecht is daaraan verbonden, spreekt men van aandelen Een dividendbesluit staat ook bekend als de declaratie van dividend. 34 Informeel kapitaal besproken op pagina HR 18 februari 1959, BNB 1959/124 en HR 24 september 1980, BNB 1980/ Ondermeer HR 25 oktober, BNB 1978/311 en HR 4 mei 1983, BNB 1983/ I.J.F.A van Vijfeijken, Inkomsten uit aandelen, Deventer: Kluwer 1994, blz. 22. Zij geeft daarbij het onderscheidend criterium dat in eerste instantie de winst wordt toegerekend aan het lichaam en niet direct aan de aandeelhouders/participanten, vervolgens kan het lichaam besluiten om winst uit te keren aan de aandeelhouders/participanten. 14

14 De Hoge Raad heeft in een omschrijving aangegeven wat nu precies als opbrengst van aandelen behandeld moet worden: Dat het kenmerk van een als opbrengst van aandelen in aanmerking komende uitkering in het algemeen is, dat daaraan ten grondslag ligt een vermogensverschuiving van de vennootschap naar de aandeelhouder als gevolg waarvan aan het vermogen van de vennootschap enig geldbedrag of andere waarde, gedekt door de daarin aanwezig winst, ten gunste van de aandeelhouder wordt onttrokken Op winstbewijzen Marres en Wattel omschrijven winstbewijzen als: verhandelbare bewijzen die aanspraak geven tegenover een vennootschap op een of meer winstuitkeringen, zonder een aandeel in het kapitaal te vertegenwoordigen. 39 Winstbewijzen komen in verschillende vormen voor zoals oprichtersbewijzen, prioriteitsbewijzen en amortisatiebewijzen Op hybride leningen Hybride leningen zijn in de Wet Div. omschreven als: geldleningen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de vennootschapsbelasting In artikel 10 Wet Vpb. wordt rente van aftrek uitgesloten bij de bepaling van het winstbegrip (art. 8 Wet Vpb. jo. art. 3.8 Wet IB 2001). De lening is namelijk onder dusdanige voorwaarden aangegaan dat de wetgever spreekt van verstrekt kapitaal. Kenmerken van een hybride lening zijn: een winstafhankelijke vergoeding, achtergesteld op alle concurrente crediteuren en een looptijd van langer dan 50 jaar. 41 Als aan de voorgenoemde voorwaarden cumulatief is voldaan, wordt de lening fiscaal als eigen vermogen behandeld, rentekosten zijn niet aftrekbaar. De rentekosten zijn getransformeerd in kapitaalvergoedingen die zich afspelen in de kapitaalsfeer. De vergoeding op een hybride lening wordt dus als opbrengst gezien waarover dividendbelasting geheven wordt (art. 3, eerste lid, onderdeel f Wet Div.) HR 24 september 1980, BNB 1980/ Zij hebben de omschrijving ontleend van Ch. J. Langereis, Het winstbewijs: een status apart?, in: Fiscale aspecten van onderneming (Meeles-Bundel), Deventer: Kluwer 1985, blz I.J.F.A. van Vijfeijken, Inkomsten uit aandelen, Deventer: Kluwer 1994, blz HR 11 maart 1998, BNB 1998/208 met nuance aanbrenging van HR 25 november 2005, BNB 2006/ Dividendstripping vindt vooral plaats bij op opbrengsten op aandelen en winstbewijzen. Hoewel dividendbelasting ook verschuldigd is op de opbrengsten op hybride leningen, zal men niet zo snel deze opbrengsten nog eens onderdeel uit te laten maken van dividendstripping. Men heeft immers al de aandacht van de fiscus op zich gevestigd vanwege de aangegane hybride lening. 15

15 2.1.4 Wijze van heffing Nadat het subject en het object bepaald zijn, kan de belastingplichtige in sommige gevallen aanspraak maken op een verrekening, vrijstelling, vermindering of teruggaaf van dividendbelasting Inhoudingsvrijstelling De inhoudingsvrijstellingen voor de dividendbelasting zijn terug te vinden in art. 4 tot en met art. 4d Wet Div. Deze scriptie zal gezien de probleemstelling zich beperken tot de inhoudingsvrijstelling van art. 4 Wet Div. De inhoudingsvrijstelling ex. art. 4 Wet Div. verleent de opbrengstgerechtigde de mogelijkheid dat de inhoudingsplichtige te zijnen laste geen dividendbelasting hoeft in te houden, de opbrengstgerechtigde blijft wel subjectief belastingplichtig. De inhoudingsvrijstelling, zoals deze is vastgelegd in art. 4 Wet Div., is afhankelijk van de aard van de opbrengst voor de aandeelhouder. De aard van de opbrengst kan gebaseerd zijn op: opbrengst uit hoofde van een deelnemingssituatie al dan niet afkomstig uit een andere lidstaat uit de Europese Unie (deelnemingsvrijstelling of fiscale eenheid) 43, of opbrengst die toekomt aan een rechtspersoon die gerechtigd is tot een vrijstelling van dividendbelasting. De vrijstelling sluit aan, bij het criterium of op het moment van uitkering een deelneming aanwezig is. Deelnemingsdividenden, bij een participatie van meer dan 5% in het nominale gestorte kapitaal behorend tot het ondernemingsvermogen, zijn namelijk vrijgesteld in de Wet Vpb. Omdat volgens art. 25 Wet Vpb. voor een verrekening vereist dat de dividendbelasting betrekking heeft op een bestanddeel van de winst en deelnemingsdividend vormt geen bestanddeel omdat het al eerder is vrijgesteld, vandaar de vrijstelling van dividendbelasting op deelnemingsdividenden. 44 Omdat de dividendbelasting een heffing aan de bron is, kan de inhoudingsplichtige, rekening houden met de aard van de opbrengst voor de gerechtigde en rekening houden met de van toepasbaar zijnde inhoudingvrijstelling. Art. 4, derde lid Wet Div. bepaalt dat de inhoudingsvrijstelling alleen mag worden toegepast als de belastingplichtige ook de uiteindelijk gerechtigde is tot de opbrengst. De uiteindelijk gerechtigde zal later uitgebreid aan bod komen in Art. 13 Wet Vpb., er van uitgaande wanneer de opbrengst afkomstig is uit een andere lidstaat uit de Europese Unie dat de gerechtigde voldoet aan de eisen van de Moeder-dochterrichtlijn (hierna; MD-RL). Art. 15 Wet Vpb., door de staatssecretaris goedgekeurd dat dividendbelasting onder voorwaarden achterwege mag blijven bij een dividenduitkering binnen een fiscale eenheid, bij Besluit van 29 april 2004, V-N 2004/255. Met uitzondering van dividenden die onder het bereik van de dooruitdelingsfacilitet vallen, artt. 11 en 12 Wet Div. 44 Marres en Wattel 2006, blz. 64. Marres en Wattel spreken ook wel over een objectieve inhoudingsvrijstelling, de inhoudingsvrijstelling in de Wet Div. sluit namelijk aan op overeenkomstige objectieve vrijstellingen in de Wet IB en de Wet Vpb. 16

16 Verrekening of teruggaaf De dividendbelasting is een zelfstandige heffing, geheven ongeacht de behandeling van het dividend in de inkomsten- of vennootschapsbelasting van de belastingplichtige. Wanneer de belastingplichtige in Nederland belastingplichtig is voor het ontvangen dividend voor de inkomstenbelasting 45 (art. 9.2 Wet IB 2001) dan wel de vennootschapsbelasting (art. 25 Wet Vpb.), dan heeft men recht op verrekening om dubbele belasting op het inkomensbestanddeel te voorkomen. De dividendbelasting is dan verrekenbaar met de inkomsten- dan wel de vennootschapsbelasting die de belastingplichtige over zijn inkomen/winst verschuldigd is, het geheven dividend is dan in plaats van de zelfstandige heffing die het eerst was een verrekenbare voorheffing geworden. Daarnaast is er ook een teruggaafregeling ex. art. 10 Wet Div. De volgende rechtspersonen kunnen hier aanspraak op maken: Indien een Nederland subjectief is vrijgesteld op grond van artt. 2 of 3 Wet of subjectief vrijgesteld zijn ex. artt. 5 of 6 Wet Vpb. Deze mogelijkheid staat ook open voor vennootschappen die in een andere Europese lidstaat gevestigd zijn en aldaar ook subjectief zijn vrijgesteld van de vennootschaps- of een gelijksoortige belasting (art. 10, vierde lid Wet Div.). 2. In Nederland gevestigde fiscale beleggingsinstellingen (art. 28 Wet Vpb.), zijn namelijk onderworpen aan een vennootschapsbelastingtarief van 0% (art. 9 BBI); en 3. Lichamen met een deelneming in een Nederlandse vennootschap dat behoort tot het Nederlandse ondernemingsvermogen (een mogelijkheid van teruggaaf indien men heeft verzuimd de inhoudingsvrijstelling te gebruiken). Voor een restitutie van dividendbelasting moet een verzoek om teruggave worden ingediend bij aangifte, binnen 5 jaar na het kalenderjaar van beschikbaarstelling van het dividend. 47 Een recht op een verrekening of teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting geschiedt niet op basis van de Nederlandse belastingwetgeving. Op een eventueel recht op een verrekening of teruggaaf van de geheven dividendbelasting kan door de opbrengstgerechtigde aanspraak worden 45 In box I, II of III. 46 A.C.G.A.C. de Graaf, P. Kavelaars en A.J.A. Stevens 2008, blz Art. 10, eerste lid Wet Div., het restitutiebedrag moet meer dan 23,- bedragen. A. Fortuin, Denkavit Internationaal: The Procedural Issues, European Taxation 2007/5, blz

17 gemaakt indien het land van vestiging of het woonland een belastingverdrag met Nederland heeft afgesloten, waarin dit overeengekomen is. 48 Onder omstandigheden kan de dividendbelasting een eindheffing zijn. Wanneer de opbrengstgerechtigde tot het dividend in het buitenland woonachtig of gevestigd is en deze niet onderworpen is aan de Nederlandse inkomsten- of vennootschapsbelasting, dan fungeert de geheven Nederlandse dividendbelasting meestal als een eindheffing Tarief De dividendbelasting bedraagt het tarief 15% over de opbrengst (art. 5 Wet Div.). De gemaakte kosten van de belastingplichtige met betrekking tot het dividend zijn niet aftrekbaar. 49 Op grond van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting kan het tarief teruggebracht worden tot 0%, 5% of 10% afhankelijk van het deelnemingspercentage van de belastingplichtige en de eventuele. 2.2 Nederlandse behandeling van grensoverschrijdende dividendstromen Grensoverschrijdend Internationale grensoverschrijdende dividendstromen worden als inkomend (inbound) of uitgaand (outbound) behandeld. Inkomend; het dividend wordt betaald door een buitenlandse onderneming aan Nederlandse aandeelhouder. Uitgaand; dividend wordt betaald door een Nederlandse onderneming aan een buitenlandse aandeelhouder. 50 Een grensoverschrijdende dividendstroom kan dubbel belast worden, men spreekt dan van internationale dubbele belasting. Dubbele belasting ontstaat omdat twee soevereine staten hun heffingsbevoegdheid uitoefenen, ofwel door dat haar inwoner buitenlands inkomen geniet, ofwel omdat een bron van inkomen binnen haar territoir is ontstaan Inkomend dividend Wanneer Nederland de woon- of vestigingsstaat is van de opbrengstgerechtigde, dan wordt in Nederland zijn wereldinkomen 51 belast en eventueel gevolgd met een vermindering ter vermijding van dubbele belasting. 48 Een deelnemingspercentage van 10% geldt bij een dividend vanuit een Europese deelneming, Nederland hanteert zelf een deelnemingspercentage van 5%. 49 Zodat 15% over de bruto-opbrengst wordt afgedragen immers de inhoudingsplichtige die de dividendbelasting afdraagt kan niet op de hoogte zijn van de gemaakte kosten. 50 Hierna, afhankelijk van de context, wordt in de scriptie zowel het begrip inbound als outbound als synoniem voor inkomend en uitgaand dividend. 51 Artt. 1.1 en 2.1 Wet IB 2001 en art. 2 Wet Vpb. 18

18 De vermindering ter vermijding van dubbele belasting heeft betrekking op de verschuldigde Nederlandse belasting over het buitenlandse inkomensbestanddeel. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een vermindering voor buitenlands inkomen dat actief of passief is. 52 De dubbele belasting ontstaat omdat de bronstaat, het land waar het dividend uit afkomstig is, belasting heft op het dividend. Vervolgens wordt het buitenlandse dividend bij de Nederlandse belastingplichtige als inkomensbestanddeel van het wereldinkomen belast in de inkomsten- of vennootschapsbelasting omdat Nederland als woonland het wereldinkomen belast. Voor een vermindering van actief buitenlands inkomen wordt de vrijstellingsmethode gehanteerd (conform art.23a OM / art. 24, tweede lid NSV). Nederland verleent een objectvrijstelling ofwel een subjectvrijstelling. Bij een objectvrijstelling 53 wordt het buitenlandse inkomen niet inbegrepen in het belastbare wereldinkomen. De subjectvrijstelling verleent een vermindering ten bedrage van hetgeen de belastingplichtige aan Nederlandse belasting verschuldigd zou zijn over het buitenlandse inkomensbestanddeel. Voor een vermindering van passief buitenlands inkomen wordt de verrekeningsmethode gehanteerd (conform art. 23B OM / art 24, derde lid NSV). De buitenlandse bronheffing over het buitenlandse inkomensbestanddeel wordt verrekend met de Nederlandse belasting die de belastingplichtige verschuldigd is over het wereldinkomen. De verrekening is wel gelimiteerd tot het laagste bedrag van: dat is verschuldigd aan Nederlandse belasting over het specifieke buitenlandse inkomensbestanddeel of hetgeen daadwerkelijk aan buitenlandse bronbelasting geheven is. 54 Mocht Nederland het inkomen objectief vrijgesteld hebben in haar nationale belastingwetgeving of de belastingplichtige is subjectief vrijgesteld van inkomsten- of vennootschapsbelasting dan kan men de buitenlandse bronbelasting niet verrekenen. Het dividend is namelijk in Nederland niet aan een eindheffing onderworpen, zodat de buitenlandse bronbelasting nergens mee verrekend kan worden. De rest van deze scriptie zal voornamelijk de bepalingen behandelen betreft het passief buitenlands inkomen. 52 Actief buitenlands inkomen ziet onder andere op winst uit onderneming (met uitzondering van passieve financieringswinst), winst uit een vaste inrichting, deelnemingsdividend en loon. Passief buitenlands inkomen ziet op interest, royalty s en dividenden. Marres en Wattel 2006, blz Bijvoorbeeld de deelnemingsvrijstelling in art. 13 Wet Vpb. 54 Als de aandelen bij de opbrengstgerechtigde in box III, dan is er maar een limiet; de verrekening bedraagt dan ten hoogste de in box III verschuldigde belasting. 19

19 Uitgaand dividend De dividendbelasting sluit aan op het feit of de uitkerende vennootschap in Nederland is gevestigd. 55 De vestigingsplaats is hier doorslaggevend ongeacht waar de opbrengstgerechtigde woonachtig of gevestigd is. De woon- of vestigingsplaats van de opbrengstgerechtigde is wel relevant indien men de Nederlandse dividendbelasting wil verrekenen. In beginsel kan alleen degene die binnenlands of buitenlands belastingplichtig is de Nederlandse dividendbelasting verrekenen met de verschuldigde inkomsten- of vennootschapsbelasting, de Nederlandse dividendbelasting vormt hier een verrekenbare voorheffing. 56 De Nederlandse dividendbelasting vormt een eindheffing in het geval de buitenlandse opbrengstgerechtigde niet binnenlands of buitenlands belastingplichtig is in Nederland. Nederland zal alleen op grond van een belastingverdrag dat gesloten is met het woonland van de buitenlandse opbrengstgerechtigde een verlaging van dividendbelastingtarief verlenen of een latere teruggaaf van dividendbelasting. Een dergelijk belastingverdrag werkt op basis van reciprociteit, indien Nederland dividenden speciaal behandelt die richting de verdragspartner gaan dan dient het verdragsland dividenden dezelfde behandeling te verlenen van dividenden die richting Nederland gaan. Een eventuele verdere afhandeling betreft het voorkomen van dubbele belasting ligt buiten de jurisdictie van Nederland en is afhankelijk van de nationale jurisdictie van het vestigingsland van de opbrengstgerechtigde Internationale dubbele belasting Internationale dubbele belasting kan zich voordoen wanneer zowel woonstaat als bronstaat aanspraak maken op hun heffingsrecht. We kennen twee vormen van internationale dubbele belasting, juridisch en economisch. Juridisch; wanneer één subject door twee of meer heffingsbevoegde instanties wordt belast ten aanzien van één object. Economisch; indien bij twee verschillende juridische subjecten over hetzelfde object belast worden, formeel-juridisch is het object niet hetzelfde echter materieel beschouwd wel. 57 Belastingverdragen beperken zich vooral tot de voorkoming van internationale juridisch dubbele heffing, via de nationale belastingwetgeving wordt voornamelijk internationale economische dubbele belasting. 58 Internationale dubbele belasting maakt een land minder aantrekkelijk om in te investeren, 55 Beoordeelt naar de feitelijke omstandigheden (art. 1, eerste lid Wet Div. jo. art. 4, eerste lid AWR) of naar welk recht de uitkerende vennootschap is opgericht (art. 1, derde lid Wet Div.). 56 Marres en Wattel 2006, blz Van der Geld 2008 blz. 169, voetnoot C. van Raad 2007, blz

20 dan wel te vestigen, voor belastingplichtigen, hetgeen allerlei, met name negatieve, gevolgen met zich meebrengt. Het belangrijkste negatieve gevolg is een lagere belasting opbrengst, maar ook minder innovatiemogelijkheden en minder werkgelegenheid als resultante van de lagere investeringen leveren zeer zeker geen positieve bijdrage aan de kenniseconomie die Nederland wenst te zijn. Internationale juridische dubbele belasting ontstaat doordat twee soevereine staten hun heffingsbevoegdheid, ieder gebaseerd op verschillende heffingsbeginselen, uitoefenen op hetzelfde object. Hier is een onderscheid te maken tussen persoonlijke en zakelijke heffingsbeginselen. 59 Persoonlijke heffingsbeginselen sluiten aan op de kwaliteit van een subject. Dat kan vanwege de nationaliteit van een persoon zijn dan wel op basis van zijn woonplaats, respectievelijk het nationaliteits- en woonplaatsbeginsel. Beide beginselen hebben als gevolg dat de toepassende staat de persoon als onbeperkt belastingplichtige aanmerkt. Zakelijke heffingsbeginselen sluiten aan op de kwaliteit van het object. Er wordt dan gekeken waar het object is ontstaan, afkomstig uit het territoir van een staat. Dit heet het bronbeginsel, ook wel het oorsprongbeginsel genoemd. Het leidt er toe dat de staat het subject beperkt belastingplichtig acht ten aanzien van het binnen haar territoir ontstane object. Bij internationale dividendstromen leidt de samenloop van het persoonlijke en zakelijke heffingsbeginsel, in principe, tot dubbele belasting Internationaal belastingrecht Nederland kent een aantal maatregelen ter voorkoming van internationale dubbele belasting. 60 Hierna geef ik een uiteenzetting gegeven worden waar alleen de maatregelen besproken worden met betrekking tot dubbele belasting op grensoverschrijdende dividenden. De verdragen verdelen de manier van bronheffing op internationale dividenden om dubbele belasting te voorkomen. Indien er geen belastingverdrag bestaat tussen het bronland en Nederland, dan is het nationale bronheffingtarief van toepassing. Hieronder zal een uiteenzetting gegeven worden waar alleen de maatregelen besproken worden met betrekking tot dubbele belasting op grensoverschrijdende dividenden Bilaterale belastingverdragen Nederland heeft inmiddels met meer dan tachtig landen een belastingverdrag tot het vermijden van 59 Omschrijving van de heffingbeginselen ontleent van: C. van Raad 2007, blz Onder andere: het OESO modelverdrag 2008, bilaterale belastingverdragen, VN-modelverdrag van 2001, het EG-Verdrag, EG-Richtlijnen, het Nederlands Standaard Verdrag 1987 en het Besluit voorkoming van dubbele belasting

21 dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen gesloten. 61 De belastingverdragen zijn gebaseerd op het Nederlands Standaardverdrag 1987 (hierna; NSV). 62 Dit verdrag is weer grotendeels gebaseerd op het Model Tax Convention on Income and Capital (hierna; OESO-modelverdrag) 63, het commentaar van het OESO-modelverdrag wordt vooral geraadpleegd indien er problemen bestaan over de uitleg van een belastingverdrag. Voor de uitleg van belastingverdragen heeft het OESO-modelverdrag de rol van het NSV overgenomen. 64 Het doel van belastingverdragen is om de van toepassing zijnde nationale belastingwetgevingen op elkaar af te stemmen, zo tracht men dubbele belasting (en tevens het dubbel niet belasten) te voorkomen. Per inkomenscategorie wordt in een belastingverdrag aangegeven of de heffingsbevoegdheid de woonstaat of de bronstaat toekomt. Wanneer het heffingsrecht aan de woonstaat toekomt, dient de bronstaat er zich geheel van te onthouden. Echter komt de (gedeeltelijke) heffingsbevoegdheid de bronstaat toe, dan mag de woonstaat het buitenlandse inkomensbestanddeel nogmaals belasten (grondslagvoorbehoud) echter dient zij wel de eventuele onstaande dubbele belasting te voorkomen (artt. 23A en 23B OM). De meeste definities zijn in een verdrag uitgelegd. Wanneer een uitleg ontbreekt, dan mag men de nationale kwalificatie volgen voor zover de bepaling past binnen de verdragscontext, art. 3, tweede lid, OM. 65 In beginsel geldt dat ter zake van een object dat de kwalificatie van de bronstaat doorslaggevend is en ter zake van een subject de kwalificatie van de woonstaat van het subject. 66 Het OESO-modelverdrag bepaalt ten aanzien van dividenden dat beide staten ter zake van de nationale bronheffing wat water bij de wijn doen. De bronstaat heft niet meer dan 5% op het bruto deelnemingsdividend en 15% op het bruto bedrag bij overige dividenden. 67 De woonstaat verleent vervolgens een verrekening van de buitenlandse dividendbelasting wanneer de uit het buitenland ontvangen dividend bij de belastingplichtige in zijn wereldinkomen wordt belast. Om misbruik van verdragen, het zogenaamde treaty-shopping, tegen te gaan wordt in art. 61 C. van Raad, Teksten Internationaal en EG belastingrecht 2008/2009, Deventer: Kluwer 2008, blz. vii. 62 Kamerstukken II, 1987/88, , nrs OECD Draft Double Taxation Convention on Income and Capital , OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, waarin Nederland deelneemt sedert de oprichting van de organisatie. 64 Kamerstukken II, 1997/98, , nr. 4, par C. van Raad 2007, blz A.C.G.A.C. de Graaf, P. Kavelaars en A.J.A. Stevens 2008, blz Art. 10, tweede lid, tegen te gaan,

22 10, tweede lid OM-Verdrag vereist dat de opbrengstgerechtigde ook uiteindelijke gerechtigde (beneficial owner) is tot het dividend. Vermindering van dividendbelasting kan plaatsvinden ofwel direct bij uitdeling van de opbrengst, ofwel nadat het normale bronheffingstarief is ingehouden gevolgd door een teruggaaf op verzoek van het teveel aan ingehouden dividendbelasting. Aanspraak op vermindering van dividendbelasting op grond van een belastingverdrag wordt op verzoek door de fiscus van de woonstaat van de opbrengstgerechtigde verleend. Tegelijkertijd dient belastingplichtige een woonplaatsverklaring te overhandigen aan de buitenlandse fiscus en de uitdelende vennootschap, hierin wordt door de woonstaat van de opbrengstgerechtigde bevestigd dat deze inwoner is van de staat en recht heeft op verdragstoepassing. 68 De uitdelende vennootschap is dan gerechtigd, na ontvangst van de goedgekeurde woonplaatsverklaring, om het verlaagde verdragstarief toe te passen op hetgeen uitgedeeld wordt aan de opbrengstgerechtigde. 69 Een Nederlands belastingplichtige moet een teruggaaf op verzoek indienen binnen 3 jaar na het kalenderjaar van uitdeling. 70 Na toepassing van het verdrag kan de opbrengstgerechtigde, gevestigd of woonachtig in Nederland, het restant aan buitenlandse bronheffing verrekenen als het buitenlandse dividend is in begrepen in zijn belastbare grondslag voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting. 71 De verrekening is logischerwijs beperkt tot het laagste bedrag van of de geheven buitenlandse bronbelasting of de Nederlandse belasting die toe te rekenen is aan het buitenlandse dividend Belastingregeling voor het Koninkrijk De Belastingregeling voor het Koninkrijk is een Rijkswet die qua functie vergelijkbaar is met een bilateraal belastingverdrag. 72 Wanneer een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap haar vestigingsplaats naar de Nederlandse Antillen verplaatst, bepaalt de BRK de verdeling van heffingsrechten indien een gevestigde aandeelhouder op de Nederlandse Antillen dividend ontvangt van een dergelijke vennootschap. 68 Aan de woonplaatsverklaring wordt ook een goedkeuring van de fiscus van de vestigingsstaat van de uitdelende vennootschap toegevoegd. Marres en Wattel 2006, blz Besluit van 28 september 2004, V- N 2004/53.11A en B. 69 Marres en Wattel 2006, blz Art. III van het protocol bij het NSV. 71 Art. 24, derde lid NSV 72 Marres en Wattel 2006, blz Zij merken tevens op dat de Belastingregeling voor het Koninkrijk met betrekking tot dividenden en de staatsrechtelijke status weer afwijkt ten opzichte van gewone belastingverdragen. 23

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Wet op de dividendbelasting 1965

Wet op de dividendbelasting 1965 Wet op de dividendbelasting 1965 Wet van 23 december 1965, houdende vervanging van het Besluit op de Dividendbelasting 1941 door een nieuwe wettelijke regeling, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 611

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 788 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen

Nadere informatie

Het verrekenen van buitenlandse dividendbelasting

Het verrekenen van buitenlandse dividendbelasting Het verrekenen van buitenlandse dividendbelasting Voor particuliere (box 3) beleggers die in Nederland wonen en die dividend ontvangen uit hun portefeuille van beursgenoteerde binnen- en buitenlandse effecten

Nadere informatie

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen

Nadere informatie

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Grondslagen van de interne markt De interne markt omvat een ruimte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Inhoud Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoud Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoud 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 14 Kennisvragen hoofdstuk 1 15 2 De bronnen van

Nadere informatie

Internationaal Belastingrecht

Internationaal Belastingrecht Internationaal Belastingrecht prof. mr. dr. A.CG.A.C de Graaf prof. dr. P. Kavelaars prof. dr. A.J.A. Stevens Zesde herziene druk a Wolters Deventer 2012 business INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

1 Introductie H. Vermeulen. 2 De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen A. Rozendal

1 Introductie H. Vermeulen. 2 De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen A. Rozendal VOORWOORD 1 Introductie H. Vermeulen 2 De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen A. Rozendal 3 Internationale bepalingen in de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de loonbelasting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 396 Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van belastingwetten in verband met dividendstripping en het verlenen van optierechten aan werknemers Wij

Nadere informatie

Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao

Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao Recent heeft de advocaat-generaal bij het Europese Hof van Justitie in Luxemburg (HvJ)

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland

Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland SynVest is als fiscale beleggingsinstelling verplicht om 15% dividendbelasting in te houden op uitgekeerd dividend en dit af te dragen

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen 1. Inleiding In dit memorandum gaan wij in op een aantal fiscale aspecten die een rol kunnen spelen bij het opzetten van een (particulier)

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale

Nadere informatie

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES)

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) 2010/555; Op de voordracht van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches

Nadere informatie

Dividendbelasting. Verzamelbesluit

Dividendbelasting. Verzamelbesluit Dividendbelasting. Verzamelbesluit 1 Dividendbelasting. Verzamelbesluit Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Aspectgebied internationaal belastingrecht Besluit van 16 maart 2007,

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

* * Opgaaf Dividendbelasting Vrijgestelde uitkeringen aan buitenlandse gerechtigden in deelnemingssituaties.

* * Opgaaf Dividendbelasting Vrijgestelde uitkeringen aan buitenlandse gerechtigden in deelnemingssituaties. Belastingdienst Opgaaf Dividendbelasting Vrijgestelde uitkeringen aan buitenlandse gerechtigden in deelnemingssituaties Waarom dit formulier? Met deze opgaaf meldt u ons dat u een inhoudingsvrijstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 709 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en van enige andere belastingwetten in verband met de fiscale begeleiding van de

Nadere informatie

!i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

!i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs !i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen mr. drs. S.A.W.J. Strik voorzitter Commissie Wetsvoorstellen De Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 269 Wet van 21 juli 2007, houdende wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de

Nadere informatie

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs INTERNATIONALE ASPECTEN VAN DE FORFAITAIRE RENDEMENTSHEFFING

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs INTERNATIONALE ASPECTEN VAN DE FORFAITAIRE RENDEMENTSHEFFING JJJ JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs INTERNATIONALE ASPECTEN VAN DE FORFAITAIRE RENDEMENTSHEFFING Onderzoek in opdracht van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Caron & Stevens / Baker

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

vra2005fin-02 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 1 maart 2005

vra2005fin-02 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 1 maart 2005 vra2005fin-02 29 632 Goedkeuring van het op 8 maart 2004 te Washington tot stand gekomen Protocol, met memorandum van overeenstemming, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden

Nadere informatie

Kort Nieuws. Met name uit Nederland. Grensoverschrijdende inbreng in een BV: Eeuwigdurend geconserveerd bedrag mag Hoge Raad, 13 december 2013

Kort Nieuws. Met name uit Nederland. Grensoverschrijdende inbreng in een BV: Eeuwigdurend geconserveerd bedrag mag Hoge Raad, 13 december 2013 Kort Nieuws Met name uit Nederland Grensoverschrijdende inbreng in een BV: Eeuwigdurend geconserveerd bedrag mag Hoge Raad, 13 december 2013 De Nederlandse belastingwetgeving geeft de mogelijkheid om een

Nadere informatie

A. WINST UIT ONDERNEMING: HOOFDSTUK 3 VPB BESCHRIJFT HET OBJECT VOOR DE

A. WINST UIT ONDERNEMING: HOOFDSTUK 3 VPB BESCHRIJFT HET OBJECT VOOR DE Hoorcollege 2 vanaf blz. 14 t/m blz. 21: A. WINST UIT ONDERNEMING: HOOFDSTUK 3 VPB BESCHRIJFT HET OBJECT VOOR DE BINNENLANDS BELASTINGPLICHTIGE LICHAMEN. Hoofdstuk 3 Vpb (art. 17 t/m 19) omschrijft het

Nadere informatie

NEDERBELGENMAIL DECEMBER 2017

NEDERBELGENMAIL DECEMBER 2017 In deze Nederbelgenmail brengen wij u op de hoogte van wat het ondernemen in Nederland voor Belgische inwoners aantrekkelijk maakt, kapitaalvermindering en DBI aftrek. De inhoud van deze mail is louter

Nadere informatie

1. Belanghebbende is een in Finland gevestigd ' open-end '-beleggingsfonds.

1. Belanghebbende is een in Finland gevestigd ' open-end '-beleggingsfonds. IZ /o(8 Den Haag, 8 APR 2012 Kenmerk: DGB 2012-1691 P dividendbelasting voor het jaar 2008. Van deze uitspraak is op 9 maart 2012 een afschrift aan de Belastingdienst/1 toegezonden. AAN DE HOGE RAAD DËR

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011

Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Inhoud Voorwoord 9 Lijst van afkortingen 11 1 Het verdragsbeleid op hoofdlijnen 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Kerninzet 14 1.2.1 Hoofddoelen

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Bijlage: Presentatie van de NOB, gehouden op 4 juli 2016

Bijlage: Presentatie van de NOB, gehouden op 4 juli 2016 Bijlage: Presentatie van de NOB, gehouden op 4 juli 2016 De Nederlandse coöperatie in de dividendbelasting 1 Kader In zijn schrijven van 27 mei 2016, betreffende fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 27 789 Modernisering Successiewetgeving Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1.1 Het voorgestelde artikel 1.1 bevat de naam en de reikwijdte van de voorgestelde bronbelasting op dividenden. De bronbelasting wordt geheven van de opbrengstgerechtigde

Nadere informatie

Het terugkrijgen van buitenlandse dividendbelasting

Het terugkrijgen van buitenlandse dividendbelasting Het terugkrijgen van buitenlandse dividendbelasting Voor particuliere (box 3) beleggers die in Nederland wonen en die dividend ontvangen uit hun portefeuille van beursgenoteerde binnen- en buitenlandse

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 7' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 12/04717 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr.9..~4.a.b.4. 20 december 2013 Luxemburg, 1

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Maarten Jan Brouwer Jan Pieter van Eck Disclaimer vooraf: sinds het opstellen van deze presentatie, is het

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund te houden op 25 april 2014, om 14:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 26c 24 583 (R 1564) Wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk in verband met maatregelen met het oog op het tegengaan van misbruik

Nadere informatie

mr. J. Vleggeert Aftrekbeperkingen van de rente in het internationale belastingrecht

mr. J. Vleggeert Aftrekbeperkingen van de rente in het internationale belastingrecht mr. J. Vleggeert Aftrekbeperkingen van de rente in het internationale belastingrecht Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen V XXVII HOOFDSTUK 1 1.1 1.2 Reikwijdte Opbouw

Nadere informatie

De flexibilisering van het B.V. recht

De flexibilisering van het B.V. recht Seminar De flexibilisering van het B.V. recht 6 juni 2012 Dagvoorzitter: Kees Goeman Sprekers: Dirk School Lisan Vermeer Govert Vorstenbosch Sirik Goeman 1 www.bgadvocaten.nl Bogaerts & Groenen advocaten

Nadere informatie

Verrekenen van bronbelasting Het bepalen van de tweede limiet voor royalty s en interest onder artikel 36 en 36a Besluit voorkoming dubbele belasting

Verrekenen van bronbelasting Het bepalen van de tweede limiet voor royalty s en interest onder artikel 36 en 36a Besluit voorkoming dubbele belasting ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Europese Fiscale Studies Post Master Internationaal en Europees Belastingrecht 2014/2015 Verrekenen van bronbelasting Het bepalen van de tweede limiet voor

Nadere informatie

Nederlandse uitvoeringsvoorschriften inzake het belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika 1992.

Nederlandse uitvoeringsvoorschriften inzake het belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika 1992. Nederlandse uitvoeringsvoorschriften inzake het belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika 1992. Directoraat-Generaal Belastingdienst, Cluster fiscaliteit Regeling van 13 januari 2015, nr.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2585 3 februari 2015 Nederlandse uitvoeringsvoorschriften inzake het belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting. Vermindering, vrijstelling en teruggaaf van dividendbelasting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting. Vermindering, vrijstelling en teruggaaf van dividendbelasting STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2568 13 februari 2012 Dividendbelasting. Vermindering, vrijstelling en teruggaaf van dividendbelasting 25 januari 2012

Nadere informatie

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2008, 574 HOOFDSTUK 1 REIKWIJDTE

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Dit document bevat vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen. ib 801-1z*1fd INKOMSTENBELASTING

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht door Mr. P.M. van Schie Prof. dr. CA. de Kam Mr. J. Lamens Mr. drs. F.J.P.M. Haas Twaalfde herziene druk Kluwer Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij

Nadere informatie

Voorkoming van dubbele belasting. Voorkoming onder de toepassing van de belastingverdragen

Voorkoming van dubbele belasting. Voorkoming onder de toepassing van de belastingverdragen Voorkoming van dubbele belasting. Voorkoming onder de toepassing van de belastingverdragen 1 Voorkoming van dubbele belasting. Voorkoming onder de toepassing van de belastingverdragen Belastingdienst/Centrum

Nadere informatie

Deel Internationaal belastingrecht

Deel Internationaal belastingrecht Deel Internationaal belastingrecht 1 Korte schets internationaal belastingrecht 2 Nederlandse eenzijdige regelingen 3 Methode van berekening van aftrek 4 Verdragen 5 Verdeling van heffingsrechten 6 Bijzondere

Nadere informatie

Artikel 8 Deze regeling kan worden aangehaald als: Gezamenlijke regeling als gevolg van de spaarrenterichtlijn.

Artikel 8 Deze regeling kan worden aangehaald als: Gezamenlijke regeling als gevolg van de spaarrenterichtlijn. Gezamenlijke regeling tussen de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen en de Minister van Financiën en Economische Zaken van Aruba van 20

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17 Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

VOORSTEL VAN WET. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen voor het bedrijfsleven (Wet bronbelasting 2020) VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingrecht niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie 1-0 Geldig

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Zaak C-446/04 Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. 1 Voor lichamen die in de BES eilanden zijn gevestigd worden twee nieuwe fiscale heffingen ingevoerd ter

NOTA VAN TOELICHTING. 1 Voor lichamen die in de BES eilanden zijn gevestigd worden twee nieuwe fiscale heffingen ingevoerd ter NOTA VAN TOELICHTING I. Algemeen Sinds 10 oktober 2010 vormen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES eilanden) een onderdeel van Nederland. Tot 1 januari 2011 blijft het Nederlands-Antilliaanse fiscale stelsel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23722 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965 (uitbreiding van de gevallen waarin inhouding van belasting achterwege blijft) Nr. 3 Herdruk

Nadere informatie

Dit besluit wijzigt het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr De wijzigingen zijn de volgende.

Dit besluit wijzigt het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr De wijzigingen zijn de volgende. Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Fiscale beleggingsinstelling. Wijziging van het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr. 5544 Belastingdienst/Directie Vaktechniek

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1774. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/04717

ECLI:NL:HR:2013:1774. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/04717 ECLI:NL:HR:2013:1774 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 20-12-2013 Zaaknummer 12/04717 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:CA1565,

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen De Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de heer S. Weeber Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Nadere informatie

Staten-Generaal. Den Haag, 13 november De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

Staten-Generaal. Den Haag, 13 november De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd. Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2007 2008 A 31 275 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staten van Jersey inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met winstcorrecties

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

De vrijgestelde beleggingsinstelling

De vrijgestelde beleggingsinstelling Artikel 6a Wet Vennootschapsbelasting 1969 De vrijgestelde beleggingsinstelling Bachelor Thesis Fiscale Economie Rick de Vlam ANR: 285165 Tilburg University Examencommissie: Drs. J.J.H. Gortzak Prof. Dr.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 785 Wijziging van enkele Belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2018) 34 786 Wijziging van enkele Belastingwetten en enige andere

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund te houden op 18 juli 2014, om 11:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam 2 juli 2014 I

Nadere informatie

Wet werken aan winst in Staatsblad

Wet werken aan winst in Staatsblad Wet werken aan winst in Staatsblad De Wet werken aan winst is op 12 december 2006 in het Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de meeste wijzigingen ingevolge deze wet op 1 januari 2007 in werking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk

Nadere informatie

Vaste inrichting vs. Deelneming

Vaste inrichting vs. Deelneming ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Vaste inrichting vs. Deelneming Een Europeesrechtlijke toets in outbound-situaties Naam student: P.D.M.

Nadere informatie

Hybride Financieringen

Hybride Financieringen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Hybride Financieringen Een onderzoek naar de strijd om hybride financieringen tegen te gaan. Auteur: Rogier Vermeer (347869)

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze

Nadere informatie

Curaçaos fiscaal vestigingsklimaat Fiscaal aantrekkelijke investeringslichamen en regelingen

Curaçaos fiscaal vestigingsklimaat Fiscaal aantrekkelijke investeringslichamen en regelingen Curaçaos fiscaal vestigingsklimaat Fiscaal aantrekkelijke investeringslichamen en regelingen Auteurs: V.L.M. Bonifacio-Pieters MSc en J.J. Job MSc 1 Behalve voor het zonnige weer, de uitgestrekte zandstranden,

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding voor het onderzoek

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding voor het onderzoek 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek In dit onderzoek wordt ingegaan op de Nederlandse belastingheffing van dividend dat in grensoverschrijdende verhoudingen door een vennootschap aan natuurlijke

Nadere informatie

Deel Internationaal belastingrecht

Deel Internationaal belastingrecht Deel Internationaal belastingrecht 1 Korte schets internationaal belastingrecht 2 Nederlandse eenzijdige regelingen 3 Methode van berekening van aftrek 4 Verdragen 5 Verdeling van heffingsrechten 6 Bijzondere

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 , C-'1O/-14- Luxembourg Entrée 1 3 JAN. 2014 Hoge Raad der Nederlanden. \)C(=, C-l/o/1 C( Derde Kamer Nr. 12/02502 20 december 2013 Ingeschreven Luxemburg, in het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/09/2012

Datum van inontvangstneming : 13/09/2012 Datum van inontvangstneming : 13/09/2012 Vertaling C-375/12-1 Zaak C-375/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2012 Verwijzende rechter: Tribunal administratif de Grenoble

Nadere informatie