Begripsontwikkeling en misconcepten van 5-vwo leerlingen bij het onderwerp elektriciteit. Onderzoek van Onderwijs. Willem Jan Jong
|
|
- Lodewijk Willemsen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Begripsontwikkeling en misconcepten van 5-vwo leerlingen bij het onderwerp elektriciteit Onderzoek van Onderwijs Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede Periode: Oktober 2005 Februari 2006 Begeleiding ELAN: Jan van der Veen Nellie Verhoef In samenwerking met Pius X college te Almelo: Jan Rijvers Leerlingen 5VWO Na1
2 Begripsontwikkeling en misconcepten van 5-vwo leerlingen bij het onderwerp elektriciteit Begeleiding ELAN: Nellie Verhoef Jan van der Veen Onderzoek van Onderwijs Studentnummer: Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede Oktober 2005 December 2005 In samenwerking met Pius X college te Almelo: Jan Rijvers Leerlingen 5VWO Na1 Samenvatting Het thema elektriciteit is in het middelbare onderwijs een lastig thema, waar veel leerlingen veel misconcepten hanteren in hun denken. In dit onderzoek zijn bekende misconcepten aan het begin en einde van een lessenserie in kaart gebracht en de veranderingen daarin bekeken. Om wat dieper in de gedachten van de leerlingen te kijken is ook een aantal interviews met leerlingen afgenomen waarbij de leerlingen hardop denken. Uit het onderzoek blijkt dat met name rond het (omgaan met) begrip spanning nog veel te verbeteren valt. Daarnaast blijkt het misconcept (gedeeltelijk) stroomverbruik slecht aan te pakken, omdat het in spreektal ingebakken zit. In dit onderzoek blijkt, opvallend genoeg, dat lokaal redeneren nog de meeste fouten oplevert bij de leerlingen. Als laatste kan gezegd worden dat misconcepten niet altijd aan het licht komen met schriftelijk toetsen alleen. Om volledig inzicht te kunnen krijgen is ook mondelinge toetsing nodig, omdat misconcepten zeer verborgen kunnen zitten. 1
3 Voorwoord Dit onderzoek is tot stand gekomen als realisatie van het verplichte vak Onderzoek van Onderwijs van de lerarenopleiding Natuurkunde aan de Universiteit Twente. Het onderzoek heb ik opgezet tijdens mijn stage periode bij het PiusX college te Almelo. In mijn stage periode gaf ik les aan bovenbouw leerlingen van de HAVO en VWO afdeling. Een van de onderwerpen die ik gepland had om te gaan behandelen was het onderwerp elektriciteit. Aangezien ik zelf afgestudeerd elektrotechnicus ben, heb ik veel affiniteit met dit onderwerp. Het leek me dan ook zeer leuk om tijdens de lessenserie over elektriciteit een onderzoek te gaan doen. In overleg met mijn stagedocent Jan Rijvers heb ik de lessenserie ingedeeld en daarin ruimte gemaakt voor het onderzoek. Zo heb ik bij dit onderwerp twee toetsten, een practicum en praktische opdrachten met Java-applets gegeven. Daarnaast heb ik interviews afgenomen met leerlingen. Bij deze wil ik Jan Rijvers en de leerlingen van 5 VWO na1 dan ook bedanken voor hun medewerking aan dit onderzoek. Verder bedank ik Jan van der Veen voor het helpen met het opzetten van het onderzoek en de kritiek op de eerste versies van dit verslag. Student universitaire lerarenopleiding natuurkunde 2
4 Inhoud 1. Inleiding Achtergronden...5 Vakinhoudelijke thema: elektriciteit...5 Begripsvorming van leerlingen bij het thema elektriciteit...5 Verschillende manieren van leren Methode...8 De testgroep...8 Onderzoeksplan...8 Diagnostische toets...9 Tweede diagnostische toets...10 Interviews Resultaten...13 Resultaten eerste diagnostische toets...13 Resultaten tweede diagnostische toets...14 Analyse verschuivingen in de scores...16 Gepaarde t-toets:...17 Resultaten interviews...24 Algemeen...24 Leerling Leerling Leerling Conclusies...29 Conclusies eerste diagnostische toets...29 Conclusies na de tweede diagnostische toets...29 Conclusies interviews Discussie en aanbevelingen...33 Discussie...33 Aanbevelingen Referenties...35 Bijlage A Diagnostische toets...36 Bijlage B Inventarisatie diagnostische toets...39 Bijlage C Diagnostische eindtoets...44 Bijlage D Inventarisatie diagnostische eindtoets...48 Bijlage E Statische analyse...53 Bijlage F Setup interviews met leerlingen...55 Bijlage G Verbatim interviews
5 1. Inleiding Een van de lastige onderwerpen in het natuurkundeonderwijs op de middelbare school is elektriciteit. De begrippen spanning en stroom worden vaak door elkaar gehaald en er bestaan veel verschillende misconcepties over deze begrippen bij leerlingen. Dit is zelfs nog het geval nadat onderwijs op dit gebied is gevolgd. Het lijkt me dan ook interessant om de denkbeelden die leerlingen hebben over de concepten spanning, stroom en weerstand in kaart te brengen over een tijdspanne van een lessenserie (10 à 11 lessen). Verder ben ik geïnteresseerd in de verandering van het niveau waarop de leerlingen denken en communiceren over het onderwerp en welke (meta)cognitieve technieken ze daarbij gebruiken. Daarbij wil ik gaan kijken naar de verschillende manieren van leren. De onderzoeksvraag luidt: Welke concepten hanteren VWO leerlingen bij het thema elektriciteit en wat is de verandering daarin over een serie lessen. In het kader van dit onderzoek zal een pre en een posttoets worden afgenomen en interviews worden gehouden met leerlingen. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op aan dit onderzoek aanverwante literatuur. De toetsen zijn gericht op het in kaart brengen van bekende misconcepten. Hoofdstuk 3 geeft aan op welke manier dit bewerkstelligd is. Verder geeft hoofdstuk 3 de opzet van de interviews weer. De interviews zijn gericht op verschillende manieren van leren zoals beschreven door Chin & Brown. De resultaten van de pre en post toets worden in hoofdstuk 4 beschreven. De resultaten zullen worden gebruikt om te kijken naar de verschuiving in concepten die leerlingen hanteren. In hoofdstuk 5 zullen de conclusies over de resultaten worden beschreven. In het zesde laatste hoofdstuk komen de discussie en aanbevelingen aan bod. 4
6 2. Achtergronden Vakinhoudelijke thema: elektriciteit Het tekstboek dat de leerlingen gebruiken, behandelt bij het onderwerp elektriciteit de volgende onderdelen: * Lading * Stroom * Spanning * Weerstand * Stroomkring * Wet van Ohm * Elektrisch vermogen, Elektrische energie * Serie/parallel schakeling * Vervangingsweerstand Begripsvorming van leerlingen bij het thema elektriciteit In het boek children s ideas in science [1] geeft David Shipstone aan dat eenmaal gevormde verkeerde modellen zeer hardnekkig bestand zijn tegen verandering door instructie. Het is dus interessant om te onderzoeken in welke mate, ook na enig onderwijs op het gebied van elektriciteit, nog steeds misconcepten aanwezig zijn bij leerlingen. P. Licht en M. Snoek [2] hebben onderzoek gedaan naar begrips- en redeneerproblemen van leerlingen bij het onderwerp elektriciteit. Het onderzoek werd gehouden onder 307 leerlingen uit vierde klassen HAVO en VWO. In het artikel proberen ze een overzicht te geven van de problemen die leerlingen ook na het elektriciteitsonderwijs nog vaak hebben. Verschillende manieren van leren Chin en Brown [3] hebben onderzoek verricht naar verschillende manieren van leren. Ze spreken over twee globale denkmanieren: deep and surface approach. Ze geven een 5 tal categorieën waaruit de verschillen blijken: Generative thinking, nature of explanations, asking questions, metacognitive activity, approach to tasks. Met name de eerste 4 categorieën wil ik gebruiken om het denk- en communicatieniveau te bepalen. 5
7 Per categorie kan een niveau aan geven worden. Aan de hand van deze niveau s kan worden aan geven of er sprake is van deep dan wel surface approach. Hieronder geef ik voor de categorieën: generative thinking, nature of explenations en asking questions uitwerkingen van de verschillende niveau s. Generative thinking (generatief denken): Niveau 1: De leerling weet geen antwoord te bedenken en stopt met denken. Een standaard antwoord: Ik weet het niet. [en verder geeft de leerling geen respons]. Niveau 2: De leerling geeft een omzeilend antwoord. De leerling geeft een antwoord op iets wat met de vraag te maken heeft, maar niet op de vraag zelf. Niveau 3: De leerling geeft na (lang) nadenken kort en bonding een goed of fout antwoord op de vraag. Niveau 4: De leerling geeft een goed of fout antwoord met veel details en diepgang. Eventueel nog met voorbeelden ter illustratie. De niveau s 1 tot en met 3 geven het beeld van een surface approach. Niveau 4 is in verband te brengen met deep approach. Nature of explenations (Aard van verklaringen): Niveau 1: De leerling geeft een herformulatie van de vraag. Niveau 2: De leerling geeft een black box beschrijving. Hij of zij geeft geen verwijzing naar een mechanische. Niveau 3: De leerling geeft een macroscopische beschrijving: de leerling beschrijft enkel dat gene dat zichtbaar is. Niveau 4: De leerling geeft een microscopische beschrijving. Het gaat dan om een niet zichtbare (theoretische) beschrijving: oorzaak-gevolg-relaties, model, minitheorie. De niveaus 1 tot en met 3 geven het beeld van een surface approach. Niveau 4 is in verband te brengen met deep approach. 6
8 Vragen stellen: De vragen die in verband gebracht kunnen worden met een oppervlaktebenadering (surface approach), hebben meer betrekking op fundamentele, feitelijke of procedurele informatie. De feitelijke vragen zijn vaak gesloten vragen met één enkel ondubbelzinnig antwoord. Typische vragen van dit type zijn vragen naar informatie uit het handboek of vragen over een eenvoudige observatie van een gebeurtenis. Vragen die te verbinden zijn aan een diepte benadering (deep approach) van leren zijn te omschrijven als verwonderingsvragen, die op de nieuwsgierigheid, verbazing, scepticisme, of speculatie van de studenten wijzen. De vragen concentreren zich op verklaringen en oorzaken, voorspellingen, of het oplossen van discrepantie in kennis. Deze vragen zijn meer open, fantasierijk, en weerspiegelend. De vragen worden geworpen op conceptueel hoger niveau, vereisen een toepassing of een uitbreiding van onderwezen ideeën. De vragen komen voort uit een diepe interesse van de leerlingen of zijn het gevolg van een inspanning om de wereld beter te begrijpen. Zij worden gevraagd als leerlingen proberen om nieuwe en bestaande kennis met elkaar in verband te brengen of wanneer ze complexe en uiteenlopende informatie uit meervoudige bronnen proberen te integreren. Ze kunnen ook gesteld worden als leerlingen interne associaties maken onder verschillende aspecten van de nieuwe kennis tijdens hun inspanningen om deze te begrijpen. Verwonderingsvragen omvatten (a) begripsvragen die typisch naar een verklaring zoeken van iets dat niet begrepen wordt, (b) voorspellingsvragen van het type: "Wat zal er gebeuren als " die uitgaan van een zekere speculatie of hypothesecontrole, (c) anomalieopsporingsvragen waarin de leerling scepticisme uitdrukt of tegenstrijdige informatie ontdekt en de abnormale gegevens probeert te verklaren, (d) toepassingsvragen waarin de leerling zich afvraagt waarvoor de om handen informatie dient, en (e) planning of strategie vragen waarin de leerling tijdelijk vast geraakt is en zich afvraagt hoe hij het beste verder kan gaan wanneer vooraf geen procedure aangereikt is. Deze lijst van categorieën van verwonderingsvragen is niet volledig, maar omvat de meeste gebruikelijk gemeenschappelijke vragen van leerlingen. 7
9 3. Methode De testgroep De klas waarin ik het onderzoekje heb opgezet is een 5-VWO klas bestaande uit 25 leerlingen. Deze leerlingen hebben in de vierde klas ook eens kennis gemaakt met het onderwerp elektriciteit. Verder hebben ze 1 les opfrissing gedaan op basis van zelfstudie (doorlezen boek + sommen). Het onderzoek heb ik uitgevoerd in een blok waarin het onderwerp elektriciteit werd behandeld. Onderzoeksplan Om mijn interventies te kunnen toetsen wil ik weten hoe de begripsvorming van de begrippen spanning, stroom en weerstand verloopt over een serie lessen. De opzet is om verschillende toets momenten in te bouwen, na belangrijke leeractiviteiten. Leeractiviteiten: Practicum Wet van Ohm (opnemen I,U-karakteristiek) Klassikale uitleg van de hoofdpunten van de lesstof. Gebruik van een Java applet Doornemen van de lesstof in het tekstboek en het maken van de betreffende sommen (zelfstandig door de leerlingen). Toetsing: Het eerste toetsmoment is in principe al het practicum. De resultaten van het practicum kunnen al een indicatie geven of de leerlingen het verband tussen spanning en stroom bij een ideale geleider en een niet ideale geleider kunnen formuleren. Als tweede en direct volgend op het practicum wordt een diagnostische toets afgenomen. Deze toets is gebaseerd op onderzoek van P. Licht en M. Snoek [2]. De toets is bedoeld om bij leerlingen mogelijk aanwezige misconcepten op te sporen. Het derde middel is een aantal interviews met leerlingen. Deze wil ik bij voorkeur houden nadat leerlingen gewerkt hebben met JAVA applets. In deze gesprekken wil ik meer te weten komen hoe en op welk niveau de leerlingen denken/redeneren over het onderwerp elektriciteit. Als laatste wil ik een afsluitende diagnostische toets doen. Deze is in principe hetzelfde als de eerste toets. Nu zijn dezelfde vragen anders geformuleerd en uitgebreid met wat complexere vragen. Zo is het mogelijk om verandering in (mis)concepten te meten. Tevens is het nu mogelijk om voortschrijdend inzicht te toetsen. 8
10 Diagnostische toets In het kader van dit onderzoek heb ik in de les na het practicum de leerlingen een diagnostische toets laten maken. Deze toets bevatte 7 onderdelen met multiple choise vragen gebaseerd op onderzoek van P. Licht en M. Snoek [2]. Bij de antwoorden stonden naast het goede antwoord ook antwoorden die gebaseerd zijn op verkeerde modellen en of denkwijzen, zogenaamde misconcepten. Aan de hand van de gegeven antwoorden is af te leiden welke mogelijke concepten leerlingen er mogelijk op nahouden. Daarnaast is te zien in welke mate de (mis)concepten aanwezig zijn. Aanpak De toets die afgenomen is weergegeven in bijlage 1. De toets bestaat uit 7 vragen met meerdere onderdelen. De toets is gemaakt door 7 meisjes en 17 jongens. In de vermelde testvragen worden de correcte antwoorden met een kruisje of een getal aangegeven. De percentages sommeren niet iedere keer tot 100 % door afrondingsfouten. De toets richt zich op 6 zaken die bij veel leerlingen fout gaan. Het gaat om: 1. De differentiatie tussen spanning en stroom. 2. Verbruiksideeën bij een brandend lampje. 3. Ideeën over stroombehoud. 4. Ideeën over spanningsverdeling. 5. Lokaal redeneren. 6. Problemen bij veranderingen in schakelingen. Ad1. Eén van de belangrijkste problemen binnen het onderwerp elektriciteit is dat leerlingen de begrippen spanning en stroom niet van elkaar kunnen onderscheiden. In de eerste opgave wordt gevraagd naar de mogelijke aanwezigheid van een spanning of een stroom in enkele eenvoudige situaties. Ad2. Om een lampje te kunnen laten branden, moet er ergens in de schakeling iets verbruikt worden. Het is voor veel leerlingen echter niet vanzelfsprekend, dat het de energie is die wordt verbruikt (of beter: omgezet). Veel leerlingen hebben het idee dat elektrische stroom verbruikt wordt. Ad3. In een schakeling met seriegeschakelde componenten is de stroomsterkte overal even groot. We kunnen hier spreken van stroombehoud. In de opgave is een circuit bestaande uit 1 lus met daar in verschillende componenten gegeven. De leerlingen moeten op verschillende punten de stroomsterkte aangeven. Bij deze opgave kunnen ook verbruiksideeën over stroom naar voren komen. 9
11 Ad4. De opgave bij dit onderwerp vraagt naar de spanningsverdeling over lampjes. Hier dient de regel gebruikt te worden dat de spanning over een weerstandsloze draad nul is en dat de spanning zich verdeelt over de aanwezige (seriegeschakelde) lampjes. In plaats van stroombehoud, wordt hier een soort van spanningsbehoudregel toegepast. Ad5. Een veel voorkomende redeneerwijze is het zogenaamde lokaal redeneren : ieder punt in een schakeling wordt apart bekeken, onafhankelijk van wat zich voor of achter dat punt bevindt. Bij een splitsing in een schakeling betekent dat bijvoorbeeld, dat de stroom zich gelijk opdeelt over de verschillende parallelle takken, onafhankelijk van de weerstanden in deze takken. In de opgave is sprake van drie parallelle lampjes. Maar door de speciale geometrie van de schakeling is het mogelijk om lokale redeneringen op te sporen. Ad6. De laatste twee opgaven betreffen veranderingen in schakelingen. Met behulp van opgave 12 kan de mate van sequentieel redeneren worden vastgesteld. Het gaat daarbij om de redenering, dat een verandering in een schakeling alleen invloed heeft op dat deel van de schakeling achter de verandering. In het deel van de schakeling vóór de verandering is niets gewijzigd. In leerlingentaal: de stroom weet daar nog niet dat er verderop iets is veranderd. Opgave 13 betreft een verandering in een parallelschakeling. Hier blijkt een nog grotere variatie aan antwoorden mogelijk. Deze opgave geeft een beeld van de vele redeneerwijzen die leerlingen kunnen toepassen. Tweede diagnostische toets Het aantal deelnemers aan deze toets is 24, waarvan 6 meisjes en 18 jongens. De toets richt zich op dezelfde 6 zaken als de eerste toets. Het gaat om: 1. De differentiatie tussen spanning en stroom. 2. Verbruiksideeën bij een brandend lampje. 3. Ideeën over stroombehoud. 4. Ideeën over spanningsverdeling. 5. Lokaal redeneren. 6. Problemen bij veranderingen in schakelingen. In principe zijn dezelfde vragen gesteld maar in een ander jasje. Daarnaast komt nog extra het leggen van verbanden in grafieken aanbod. De afgenomen eindtoets is opgenomen in bijlage C. 10
12 Interviews De interviews zijn van belang om wat nauwkeuriger inzichten te verwerven over de manier van denken van de leerlingen. Het is met deze tool tevens mogelijk om te kijken naar metacognitieve denkwijzen. Uit de vragen die de leerlingen zelf stellen tijdens een interview is het ook mogelijk om een indicatie te verkrijgen of ze een deep of een surface approach hanteren. Van drie leerlingen zal een interview worden afgenomen. De leerlingen zijn geselecteerd aan de hand van een globale indruk door het jaar heen. De selectie is zo dat de leerlingen verschillen in attitude, manier van leren en intelligentie. Bij de interviews pas ik het hard-op-denk-protocol toe. De gesprekken worden opgenomen met een taprecorder en naderhand word hiervan een verbatim opgesteld. Tijdens de gesprekken zal worden aangestuurd op antwoorden van de leerlingen die inzicht geven in het denken over de lesstof en over het denken zelf (metacognitief gedrag). De aanpak van de interviews is uitgebreid beschreven in bijlage E. Na afloop van de interviews zal aan de hand van de categorieën van Chin en Brown gekeken worden naar het denken van de leerling. De evaluatie is gericht op: * Het categoriseren van generatief denken (het voorspellen) * Het categoriseren van de verschillende typen verklaringen (aard van de verklaringen) * Het categoriseren van de door de leerlingen gestelde vragen * Het letten op juist taalgebruik (worden begrippen op goede manier gebruikt: geen spanning door, en stroom op ed.) * Het letten op metacognitief gedrag: hoe stelt een leerling zijn beeld over een onderwerp al dan niet bij. Tijdens de interviews wil ik ook een applet gebruiken. Deze applet [4] simuleert een stroomkring met daarin een weerstand waarvan de waarde kan worden aangepast. Tevens is het veranderen van de spanningswaarde mogelijk. Een screen dump van de gebruikte applet is opgenomen in Figuur 1. Aandachtspunten bij het gebruik van de applet: 1. De leerlingen moet je eerst laten voorspellen. 2. Vragen stellen die met goed observeren te beantwoorden zijn (leerlingen moet parameters veranderen) 3. Reflectieve vragen: het toetsen van de eigen voorspelling door de leerling. 4. Vragen naar verbanden. 11
13 Figuur 1: Screen dump van de gebruikte applet 12
14 4. Resultaten Resultaten eerste diagnostische toets De voorkomende antwoordcombinaties zij in bijlage B verzamelt. Per antwoord is ook in een percentage uitgedrukt hoe vaak een bepaald antwoord werd geven in de groep leerlingen. Tevens is in de bijlage de score per categorie van elke leerling opgenomen in een tabel. Daarnaast zijn ook de totale en gemiddelde score per categorie gegeven. Als laatste zijn ook de toetsscore per leerling en de gemiddelde toetsscore vermeld. Nu worden per categorie de resultaten gegeven. De differentiatie tussen spanning en stroom. Ongeveer de helft van de leerlingen geeft hier het goede antwoord en maakt verschil tussen spanning en stroom en erkent de stroomkring als voorwaarde voor stroom. Heel veel leerlingen (84%) geven goed aan waarneer er een stroom loopt (gesloten kring), maar over de spanning zijn er een flink aantal (35%) foutieve variaties. Ideeën die hier aan ten grondslag kunnen liggen zijn: spanning en stroom komen altijd samen voor of spanning en stroom komen nooit samen voor. Verbruiksideeën bij een brandend lampje. Het merendeel van de leerlingen (46%) heeft een gedeeltelijk verbruiksidee over de elektrische stroom. Als goede tweede (21%) wordt het volledige stroomverbruik als concept gehanteerd. Hiernaast zijn er nog leerlingen die twijfelen tussen een volledig en een gedeeltelijk stroomverbruik. Deze zouden kunnen denken dat bij benadering alle stroom verloren gaat. Slechts 1 leerling gaf het goede antwoord. Hieruit kan opgemaakt worden dat het (gedeeltelijke) verbruiksidee van stroom een zeer hardnekkige misconceptie is (slechts 1 leerling dacht aan volledig stroombehoud). Ideeën over stroombehoud. 63% van de leerlingen hanteert het principe van stroombehoud in deze vraag. Daarnaast zijn er verschillende foute antwoorden die berusten op een stroomverbruikprincipe. Uit de andere tests die P. Licht en M. Snoek hebben afgenomen, bleek dat veel leerlingen lampjes en weerstanden opvatten als componenten met nadrukkelijk verschillende eigenschappen. Het is dus mogelijk dat leerlingen die in opgave 2 stroomverbruik bij lampjes hanteerden, in opgaven met weerstanden uitgaan van stroombehoud of omgekeerd. Ideeën over spanningsverdeling. Geen enkel goed antwoord is op deze vraag gegeven. Bijna alle leerlingen gaan uit van een spanningsbehoud (85 % eerste deel, 75 % tweede deel). Daarnaast komen ideeën die berusten op spanningsverbruik veel voor (zolang het lampje niet gepasseerd is, blijft de spanning 6 Volt, daarna verandert de spanning). Het is ook mogelijk dat er daarnaast 13
15 een redenering is opgezet in termen van potentiaal in plaats van potentiaalverschil (spanning). Leerlingen geven daarom massaal aan dat de spanning over enkel een draad ook 6V is. Lokaal redeneren. Het lokaal redeneren is bij de testgroep een dominante fout (62 %). Bij elke splitsing wordt de inkomende stroom gehalveerd. 38 % verdeelt de totale stroom gelijk over de drie paden. Problemen bij veranderingen in schakelingen. Bij de eerste vraag in deze categorie (nummer 12) wordt door 75 % sequentieel geredeneerd: na de verandering van R1 is de stroomsterkte in het lampje kleiner, na de verandering van R2 verandert de stroomsterkte niet. 13 % ziet dat een lokale verandering invloed heeft op de gehele kring. De stroomsterkte verandert bij 8 % van de leerlingen in geen van beide gevallen. Dit duidt weer op een constant stroom-idee, ongeacht de opbouw van de schakeling. De aantallen bij verschillende antwoorden op vraag 13 zijn heel erg verdeeld, maar vaakst (25 %) word het goede antwoord gegeven. Naast het juiste concept wordt door 17 % een constant-stroom-idee of een compensatie-idee toegepast: de bron wordt beschouwd als een constante stroombron, dus I is constant. De afname van I2 wordt gecompenseerd door een toename van I1. Maar verreweg de meeste antwoorden (43 %) hebben weer te maken met foute sequentiële redeneringen. Resultaten tweede diagnostische toets De voorkomende antwoordcombinaties zij in bijlage D verzamelt. Per antwoord is ook in een percentage uitgedrukt hoe vaak een bepaald antwoord werd geven in de groep leerlingen. Tevens is in de bijlage de score per categorie van elke leerling opgenomen in een tabel. Daarnaast zijn ook de totale en gemiddelde score per categorie gegeven. Als laatste zijn ook de toetsscore per leerling en de gemiddelde toetsscore vermeld. Nu worden per categorie de resultaten gegeven. De differentiatie tussen spanning en stroom. Ongeveer de 71 % van de leerlingen geeft hier het goede antwoord en maken dus het verschil tussen spanning en stroom. Deze leerlingen weten dat als er een stroom loopt in een kring dat er sprake van een spanningsbron moet zijn en dat het omgekeerde niet altijd het geval is. Een relatief groot aantal leerlingen (21 %) denkt dat spanning en stroom altijd samen voorkomen. Geen enkele leerling heeft meer het idee dat spanning en stroom nooit samen voor kunnen komen (elkaar uitsluiten). 8 % is nog niet zeker over het juiste antwoord. 14
16 Stroomverbruiksideeën. Het merendeel van de leerlingen (50 %) geeft nu het antwoord dat alle stroom behouden blijft. Als goede tweede (29 %) wordt het gedeeltelijke stroomverbruik als concept gehanteerd. 13 % geeft een onlogisch antwoord, namelijk dat alle drie mogelijkheden niet waar zijn. Uit deze resultaten kan opgemaakt worden dat het gedeeltelijke verbruiksidee van stroom een zeer hardnekkige misconceptie is en blijft. Het volledige stroomverbruiksconcept is wel helemaal verdwenen onder de leerlingen. Ideeën over stroombehoud. 92 % van de leerlingen hanteert het principe van stroombehoud in deze vraag. Daarnaast zijn er twee antwoorden die aanduiden, dat nog niet begrepen is dat dezelfde stroom ook door de spanningsbronnen loopt. Antwoorden die duiden op een stroomverbruikprincipe worden, op een antwoord na, niet meer gegeven. Ideeën over spanningsverdeling. Over ideeën met betrekking tot spanningsverdeling heb ik twee vragen bedacht, vraag 4a en 4c. Op deze vragen word matig gescoord. Op vraag 4a geeft 37 % het goede antwoord, op vraag 4b 38 %. Daarnaast komen ideeën die berusten op spanningsverbruik veel voor (zolang de weerstand niet gepasseerd is, blijft de spanning 12 Volt, daarna verandert de spanning). Het is ook mogelijk dat er daarnaast een redenering is opgezet in termen van potentiaal in plaats van potentiaalverschil (spanning). Leerlingen geven daarom massaal aan dat de spanning over enkel een draad ook 12V is. Verder komen antwoorden voor waaruit blijkt dat leerlingen de bronspanning altijd gelijk verdelen over alle componenten (iets wat slechts correct is als de weerstand van alle componenten gelijk is). Lokaal redeneren. Uit de antwoorden op vraag 5 blijkt dat het lokaal redeneren bij de testgroep een dominante fout is: 75 % geeft een antwoord wat hiermee in verband te brengen is. Bij elke splitsing wordt de inkomende stroom gelijk verdeeld over de paden. 21 % verdeelt de totale stroom gelijk over de vier paden. Problemen bij veranderingen in schakelingen. Bij de eerste vraag in deze categorie (nummer 7b,c,d) wordt door 75 % juist geredeneerd. Sequentiële redenaties zijn niet meer aanwezig. Wel is er een antwoord dat duidt op een constant-stroom-idee, ongeacht de opbouw van de schakeling. De aantallen bij antwoorden op vraag 8c zijn in tweeën gedeeld. 33 % geeft het goede antwoord. De twee typen foute antwoorden hebben te maken met lokale redeneringen: de leerlingen zien niet wat het (juiste) effect is van het weghalen van een weerstand op de gehele schakeling. Bij vraag 8d geeft 33 % het goede antwoord. De foute antwoorden kunnen nu te maken hebben met wederom lokale redeneringen (42 %) of sequentieel redeneren (25 %). Het kan nu ook sequentieel redeneren zijn omdat leerlingen aangeven dat de intensiteit van het lampje niet verandert als je achter het lampje een weerstand weghaalt. 15
17 Verbanden in grafieken. De helft van de leerlingen kan het juiste verband tussen U en I bij een lampje geven. 33 % verwart mogelijk het verband van een lampje met het rechtevenredige verband van een ohmse weerstand. 17 % kiest wel voor een parabolische vorm, maar de verkeerde. Dit kan zijn omdat ze niet goed bij de assen hebben gekeken of uitgaan van R=I/U i.p.v. R=U/I. Analyse verschuivingen in de scores De scores op de pre- en posttoets worden in deze paragraaf per categorie nader geanalyseerd. Tevens zal de totaalscore per leerling nog bekeken worden. Per categorie is gekeken naar de verschuiving per categorie. Tevens is de significantie van de verschuiving bepaald d.m.v. een gepaarde t-test. Deze gepaarde t-test is uitgevoerd met SPSS en de resultaten van de test staan in bijlage E. Categorie 1 Leerling 1e test 2e test Verschuiving Ani H Anne S Bas ter H Bram N Danny B Erhan A Gijs W Inger H Ingmar Van A Laurens W Maaike J Maikel S Mathijs B Narine H Nick A Nick G Niek L Réne N Richard L Robbert T Roy L Stefan L Susan G Totaal Gemiddeld 0,52 0,70 0,17 Categorie 2 Leerling 1e test 2e test Verschuiving Ani H Anne S Bas ter H Bram N Danny B Erhan A Gijs W Inger H Ingmar Van A Laurens W Maaike J Maikel S Mathijs B Narine H Nick A Nick G Niek L Réne N Richard L Robbert T Roy L Stefan L Susan G Totaal Gemiddeld 0,04 0,52 0,48 Tabel 1: Scores categorie 1. Tabel 2: Scores categorie 2. 16
18 Gepaarde t-tets: Als steeds twee waarnemingen worden gedaan op hetzelfde individu, of als de waarnemingen op twee gepaarde individuen worden gedaan, zijn de eerste en de tweede waarneming afhankelijk en vormen zij geen (twee) onafhankelijke steekproeven. De toevallige afwijkingen in de uitkomsten zijn dan gecorreleerd en de standaardfout van het verschil van de steekproefgemiddelden is kleiner dan bij onafhankelijke uitkomsten. Omdat de waarnemingen gepaard zijn, kunnen we de verschillen tussen de waarnemingen op één individu, d = x1 - x2 nu beschouwen als een steekproef uit de populatie van verschillen, d = m1 - m2, en als nulhypothese formuleren, dat H0: d = 0. De toets kan worden uitgevoerd, alsof er maar één steekproef was; een steekproef met continue variabele. De standaardfout van het steekproefgemiddelde, =, is: waarin σ d de standaardafwijking van de verschillen in de populatie en n de steekproefomvang is. De toetsingsgrootheid: heeft de standaard normale verdeling. Meestal is σ d echter niet bekend en moet worden geschat uit de steekproefgegevens. De toetsingsgrootheid heeft dan de t-verdeling met n - 1 vrijheidsgraden [5]. Als de nulhypothese is dat er niets veranderd is na afloop, dan is de verschuiving significant (op niveau 0.05) als de kans op een toevallige verschuiving omhoog of omlaag van die omvang kleiner is dan 5%. Voor tweezijdige waarden wordt getoetst met 2.5%. Namelijk voor 2,5 % boven en 2,5% onder de nulhypothese. Categorie 1: Differentiatie tussen spanning en stroom Tien leerlingen (43 %) hebben vooruitgang geboekt, zie tabel 1. Zes leerlingen (26 %) hebben daar en tegen bij de 2 e toets de vraag fout waar ze de vraag in de 1 e toets nog goed hadden. Het resultaat is dat gemiddeld genomen de groep beter heeft gepresteerd. Er is een stijging in de gemiddelde score van 35 %. De stijging heeft een tweezijdige significantie waarde van 0,328. Dit is dus geen significante stijging. Categorie 2: Stroomverbruikideeën Op dit concept is volgens tabel 2 door de leerlingen enkel vooruitgang of continuering van de score geboekt. Dit komt doordat bijna alle leerlingen de vraag op de 1 e toets fout hadden. 45 % van de leerlingen heeft vooruitgang geboekt. De gemiddelde score op de categorie is dan ook significant hoger: stijging van 1200%. De bijhorende significantie 17
Elektriciteit in de Onderbouw Een inventarisatie van begrips- en redeneerproblemen bij leerlingen
Elektriciteit in de Onderbouw Een inventarisatie van begrips- en redeneerproblemen bij leerlingen P. LICHT EN M. SNOEK Vrije Universiteit Amsterdam, Afdeling Natuurkunde Didaktiek NVON maandblad 11, elfde
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5
Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.
Nadere informatieEen elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.
Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet
Nadere informatieR Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk
PROEFWERK TECHNOLOGIE VWO MODULE 6 ELECTRICITEIT VRIJDAG 19 maart 2010 R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk 2P 2P 2P Opgave 1 Tup en Joep willen allebei in bed lezen. Ze hebben allebei een fietslampje.
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieApplets in havo 4 ter verheldering van misconcepten over elektriciteit
Applets in havo 4 ter verheldering van misconcepten over elektriciteit Onderzoek van Onderwijs Enschede 28 augustus 2006 Jeroen Grijsen Begeleiding: Jan van der Veen ELAN Universiteit Twente Samenvatting
Nadere informatie3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring
1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling
Nadere informatieOpgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.
itwerkingen Opgave Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading. Opgave 2 Een geleider kan de elektrische stroom goed geleiden. Metalen, zout water, grafiet. c. Een isolator kan de
Nadere informatieElektriciteit. Hoofdstuk 2
Elektriciteit Hoofdstuk 2 (het blijft spannend) Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden
Nadere informatieInleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.
Inleiding hv Opdracht Statische elektriciteit Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken Opdracht Serie- en parallelschakeling Leg van elke schakeling uit ) of het een serie-
Nadere informatieWat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren?
Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Op grond van de principes van eerlijkheid en transparantie van toetsing mogen kandidaten verwachten dat het examen waarvoor ze opgaan gelijkwaardig
Nadere informatieBeschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?
Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht
Nadere informatieUitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)
Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),
Nadere informatie4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.
Samenvatting door L. 836 woorden 21 november 2012 4,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Hoofdstuk 3 Stroom, spanning en weerstand. * Elektrische
Nadere informatieEen elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.
Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet
Nadere informatieElektrische huisinstallatie
Elektrische huisinstallatie Titel: Vak: Domein: Sector: 3D aspecten: Elektrische apparaten - Ontwerp een huisinstallatie Natuurkunde Energie Havo - vwo Werkwijze: Modelontwikkeling en gebruik, Onderzoeken,
Nadere informatieHoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen
Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen 6.1 De t-toets voor het verschil tussen twee gemiddelden: In veel onderzoekssituaties zijn we vooral in de verschillen tussen twee populaties geïnteresseerd.
Nadere informatieElektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties
Elektriciteit Inhoud Inleiding : Deze les Spanning: Wat is dat, hoe komt dat? Stroom(sterkte) : Wat is dat, hoe komt dat? Practicum: (I,)-diagram van een lampje en een weerstand Weerstand : Wet van Ohm
Nadere informatieElektrische stroomnetwerken
ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik
Nadere informatieEnergie : elektriciteit : stroomkringen
Energie : elektriciteit : stroomkringen De netspanning is uitgevallen! Pas dan merk je wat elektriciteit voor ons betekent. Geen licht, geen computer, geen playstation, het eten op het elektrisch fornuis
Nadere informatieHfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.
Hfd 3 Stroomkringen Enkele begrippen: Richting van de stroom: Stroom loopt van de plus naar de min pool Richting van de elektronen: De elektronen stromen van de min naar de plus. Geleiders en isolatoren
Nadere informatieWerkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes
Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes In een serieschakeling gaat de stroom door alle onderdelen. In figuur 1 gaat de stroom eerst door lampje 1, dan door lampje 2, om terug te komen bij de spanningsbron.
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit
Nadere informatieLessen in Elektriciteit
Lessen in Elektriciteit Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Tegenwoordig kunnen we niet zonder elektriciteit. Het licht in de klas, de computers waar je op werkt en allerlei andere apparaten
Nadere informatieElektrische energie en elektrisch vermogen
Elektrische energie en elektrisch vermogen Grootheid Symbool Eenheid Lading Q C: Coulomb Spanning U V: Volt Stroomsterkte I A: Ampère Energie E J: Joule Weerstand R Ω: Ohm Spanning: noodzakelijk om lading
Nadere informatieVWO Module E1 Elektrische schakelingen
VWO Module E1 Elektrische schakelingen Bouw de schakelingen voor een elektrische auto. Naam: V WO Module E1 P agina 1 38 Titel: Auteur: Eigenfrequentie, VWO module E1: Elektrische schakelingen Simon de
Nadere informatieCheck Je Kamer Rapportage 2014
Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden
Nadere informatieImpedantie V I V R R Z R
Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 4 VWO 2.6 Serie en parallel 51. Vervanging 52. Bij de winkelstraat zijn de lampen parallel geschakeld en bij de kandelaar in serie. 53. Voorbeeld: Serie De stroom moet
Nadere informatieStatistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018
Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht
Nadere informatieInterfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieInhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies
Onderzoek Instagram Uitgevoerd door Scholieren.com in november 2015 Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies Voorwoord Scholieren.com heeft haar bezoekers middels een enquête vragen
Nadere informatie2 ELEKTRISCHE STROOMKRING
2 ELEKTRISCHE STROOMKRING Om elektrische stroom nuttig te gebruiken moet hij door een verbruiker vloeien. Verbruikers zijn bijvoorbeeld een gloeilampje, een motor, een deurbel. Om een gloeilampje te laten
Nadere informatie3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Nadere informatieGastlessen Duurzaam Energie Gebruik
Gastlessen Duurzaam Energie Gebruik 17 en 19 november 2009 Strabrecht College, Geldrop HAVO/VWO-2 Het doel Het doel van deze gastlessen is om de leerlingen bewust te maken van energieverbruik. De gastles
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding
Nadere informatieEen game based learning -oplossing
Een game based learning -oplossing voor de misconcepties in stroom, weerstand en spanning. M.Koops, 15 januari 2004 De opdrachten voor de game based learning oplossing van de misconcepties in stroom, weerstand
Nadere informatieINLEIDING. Veel succes
INLEIDING In de eerste hoofdstukken van de cursus meettechnieken verklaren we de oorsprong van elektrische verschijnselen vanuit de bouw van de stof. Zo leer je o.a. wat elektrische stroom en spanning
Nadere informatieSleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie
ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan
Nadere informatiePopulaties beschrijven met kansmodellen
Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.
Nadere informatie1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring
1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan
Nadere informatie6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement
6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement Opgave 9 Het rendement bereken je met E nuttig en E in. E nuttig is de hoeveelheid energie die nodig is het water op te warmen. E in is de hoeveelheid energie
Nadere informatieHoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen
Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.
Nadere informatieVWO 4 kernboek B hoofdstuk 8
SAMNVATTING LKTICITIT VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8 HOVLHID LADING Symbool Q (soms q) enheid C (Coulomb) Iedereen heeft wel eens gemerkt dat voorwerpen elektrische eigenschappen kunnen krijgen. Als je over
Nadere informatieinkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1
Nota s: Energie voor de lamp 1. Probleemstelling 50 2. Transport van elektriciteit in een kring 50 2.1. Wat is een elektrische stroomkring? 50 2.2. Stromen van water - stromen van elektriciteit 51 2.3.
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 18 augustus 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding
Nadere informatieTERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014
TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014 Inleiding Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal
Nadere informatieResultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen
Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Rapportage: Analyse en tabellen: 4 Februari 2011 Mariëlle Verhoef Mike van der Leest Inleiding Het Graafschap College
Nadere informatieOPDRACHT 1 Vul zelf de juiste fase in.
Het technologisch proces. Om een technisch probleem op te lossen gaan we altijd werken volgens een bepaalde methode. OPDRACHT 1 Vul zelf de juiste fase in. FASE 1:.. We willen zelf een voorwerp maken om
Nadere informatieTheorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)
les omschrijving 12 Theorie: Halfgeleiders Opgaven: halfgeleiders 13 Theorie: Energiekosten Opgaven: Energiekosten 14 Bespreken opgaven huiswerk Opgaven afmaken Opgaven afmaken 15 Practicumtoets (telt
Nadere informatieIdeeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf
Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend
Nadere informatieNatuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.
Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les ent: Klas: Onderwerp: Materialen: Lokaal: Bord: Man 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens. Significante cijfers.
Nadere informatieKIJKWIJZER COMMUNICEREN MET KINDEREN VOOR WETENSCHAPPERS
KIJKWIJZER COMMUNICEREN MET KINDEREN VOOR WETENSCHAPPERS INLEIDING De kijkwijzer biedt de mogelijkheid om op gestructureerde wijze te reflecteren op een activiteit met kinderen. Hiermee kun je inzicht
Nadere informatieIs het nu geleider of isolator?
Is het nu geleider of isolator? De leerkracht zal alles uitleggen. Luister goed en vul de onderstaande vragen in. Alles zal verschijnen op een PowerPoint. 1. Duid op de onderstaande foto de geleider en
Nadere informatieNETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF
NETWERKEN EN DE WETTEN VN KIRCHHOFF 1. Doelstelling van de proef Het doel van deze proef is het bepalen van de klemspanning van een spanningsbron, de waarden van de beveiligingsweerstanden en de inwendige
Nadere informatievwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011
Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige
Nadere informatieEvalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek
Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2
Nadere informatiegegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden
een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatieOver jezelf. Begripstest Elektriciteit BEGIN DE TEST [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW]
Begripstest Elektriciteit [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW] Deze begripstest gaat over het onderdeel elektriciteit. Als het goed is weet je al veel dingen over dit onderwerp. Met behulp van deze
Nadere informatiePracticum elektriciteit VMBO-t, Havo & Atheneum
De ampèremeter De elektrische stroom is te vergelijken met de hoeveelheid water die voorbij stroomt. De hoeveelheid water meet je in serie met de waterleiding. Op dezelfde wijze meet je elektrische stroom
Nadere informatieLEERACTIVITEIT: De stroomkring in beeld
LEERACTIVITEIT: De stroomkring in beeld Duur leeractiviteit Graad Richting Vak Onderwijsnet Leerplan 2 3 ASO/TSO Fysica Toegepaste Fysica Elektriciteit Vrij onderwijs/go Bruikbaar in alle leerplannen met
Nadere informatieFolkert Buiter 2 oktober 2015
1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de
Nadere informatieDossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek
Dossieropdracht 3 Analyse 1 - Didactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 22 november, 2007 Samenvatting Het realistische wiskundeonderwijs heeft
Nadere informatieBasis Elektriciteit 1B Leerkrachtenbundel
Basis Elektriciteit 1B Leerkrachtenbundel Opbouw cursus - De cursus is opgebouwd in verschillende delen. Het eerste deel bestaat uit de werkblaadjes met de theorie met bijhorende onderzoeksopdrachten.
Nadere informatiePracticum Zuil van Volta
Practicum Zuil van Volta Benodigdheden Grondplaat, aluminiumfolie, stuivers (munten van vijf eurocent), filtreerpapier, zoutoplossing, voltmeter, verbindingssnoeren, schaar Voorbereidende werkzaamheden
Nadere informatieLeerling maakte het bord volledig zelf
3. Oefeningen en Metingen 3.. Montageoefening Bouw een paneel als volgt: lampvoeten monteren draden van de lampvoeten naar een suikertje verbindingsstuk brengen. Twee verbindingsstukken doorverbinden.
Nadere informatieNormering en schaallengte
Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald
Nadere informatieBasisregels voor de stroomverzorging in miniaturen!!!!!!!!!!!
Basisregels voor de stroomverzorging in miniaturen!!!!!!!!!!! Bij vele gesprekken met modelbouwvrienden heb ik vastgesteld dat er weinig bekend is over de grondregels van de elektrotechniek. Daarom wil
Nadere informatieMAVO-D I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT bij het examen NATUURKUNDE MAVO-D. Eerste tijdvak F-D
MAVO-D I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT 1984 bij het examen NATUURKUNDE MAVO-D Eerste tijdvak - 2 - De Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven heeft voor de beoordeling
Nadere informatieWat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden
Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag
Nadere informatieIMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY
IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof
Nadere informatieHoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen
Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie
Nadere informatieSignalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde
Technologie 1 Elektrische en elektronische begrippen Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde Opleiding Pop en Media Peet Ferwerda, januari 2002 Deze instructie wordt tijdens
Nadere informatieOpdracht Inhoud Hoe uitvoeren? Inleveren? Becijfering 1. Onthouden Leswijsopdrachten
Geschiedenis Klas 2 Havo/Vwo H1 Leswijs Tijd van Ontdekkers & Hervormers Leerdoel Je kunt op basis van een zelf gemaakte tijdbalk (bestaande uit bronnen) de continuïteit en verandering tijdens de Tijd
Nadere informatieChecklist Gesprek voeren 2F - handleiding
Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de
Nadere informatieOntwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie
Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Leraren Opleiding Management & Organisatie Naam auteur(s) Vakgebied Bart Deelen M&O Student nr 10761799 Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Procent rekenen
Nadere informatieGroepsrapportage Leerwinst Over Y College
Groepsrapportage Leerwinst Over Y College 2014-2015 Indicatieloket Inhoudsopgave Inleiding 2 Totaalscore en de leerwinst per onderdeel 3 Spelling 6 Woordenschat 8 Begrijpend lezen 10 Rekenen 12 Conclusies
Nadere informatieUITWERKINGEN EXTRA OPGAVEN SCHAKELINGEN
UITWERKINGEN EXTRA OPGAVEN SCHAKELINGEN U. Gegevens invullen: 24 0 24-0 4 V 2a R v2 R R 2. invullen gegevens: R v2 3 4 7 28 b R tot R v. invullen gegevens: 7 dus 4 A U U c R R. invullen gegevens: 3 dus
Nadere informatieStatistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14
Statistiek met Excel Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Schoolexamen Wiskunde VWO: Statistiek met grote datasets... 5 Uibreidingsopdrachten vwo 5... 6 Schoolexamen
Nadere informatie6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl
6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl 6.1 a Stroomkring b Geleiders en isolatoren 6.2 Chemische spanningsbron 6.3 a Schakelingen b Schakelingen (Crocodile) 6.4 a Stroom meten (Crocodile) b Schakelingen
Nadere informatieNationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak natuurkunde havo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieDIDACTISCH GROEPSPLAN
SBO De Boei DIDACTISCH GROEPSPLAN GROEP: Kof LEERKRACHT(EN): Anke Heijs/Margriet Wouda VAKGEBIED: Rekenen PERIODE: Jan.-juni Samenstelling van de groep: Stimulerende factoren: Belemmerde factoren: Beginsituatie:
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent
Nadere informatieEindexamen wiskunde A havo 2011 - I
Zuinig rijden Tijdens rijlessen leer je om in de auto bij foto 20 km per uur van de eerste naar de tweede versnelling te schakelen. Daarna ga je bij 40 km per uur naar de derde versnelling, bij 60 km per
Nadere informatieSERIE-schakeling U I. THEMA 5: elektrische schakelingen. Theoretische berekening voor vervangingsweerstand:
QUARK_5-Thema-05-elektrische schakelingen Blz. 1 THEMA 5: elektrische schakelingen Inleiding: PHET-opdracht ---> GEVAL-1 : SERIE-schakeling OPDRACHT: 1. bepaal de spanningspijlen en de stroomsterkten.
Nadere informatieHoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving
Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed
Nadere informatie2. (regulier vraag 3) 10-6 vergeten bij opzoeken ρ: eerste bolletje weg. bij werken met de dichtheid kan de berekening nog wel worden gecompleteerd.
Verslag examenbespreking pilot-examen VWO 2014 (eerste tijdvak) Utrecht, 19 mei 2015 Eerste resultaten: Totaal 62 kandidaten. Gemiddeld 40,3 punten. 5 lln 32+37+28+39+26 punten. (32,4 gemiddeld). 16 lln
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieScriptie over Personal Branding en Netwerking
Scriptie over Personal Branding en Netwerking 1e versie - 16 november 2012 Jana Vandromme Promotor: Hannelore Van Den Abeele 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Onderzoeksvragen 2.1 Onderzoeksvraag 1 2.2
Nadere informatieBelbin Teamrollen Vragenlijst
Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen
Nadere informatie21 Niveaus van interveniëren in groepen 22
21 Niveaus van interveniëren in groepen 22 ASPECTEN VAN COMMUNICATIE IN GROEPEN In iedere relatie en in elk relatienetwerk waar mensen net elkaar communiceren zijn er vier aspecten te onderscheiden. De
Nadere informatieCondensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U
Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 5 Opgaven... 6 Opgave: Alarminstallatie... 6 Opgave: Gelijkrichtschakeling... 6 Opgave: Boormachine... 7 1/7
Nadere informatieTECHNIEK project LEERKRACHTENBUNDEL. Jeroen De Meutter Olivier Foets Jeroen Smets
TECHNIEK project LEERKRACHTENBUNDEL Jeroen De Meutter Olivier Foets Jeroen Smets 2 INLEIDING ONDERZOEKSOPDRACHTEN De onderzoeksopdrachten, zijn kaarten die best geplastificeerd kunnen worden. De leerlingen
Nadere informatiePracticum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag
Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt
Nadere informatieEindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011
Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie
Nadere informatie