ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen Cursus : I. Claesen / R.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen Cursus : I. Claesen / R."

Transcriptie

1 ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen Cursus : I. Claesen / R. Slechten, Versie:13/12/ Gelijkstroogeneratoren Bepaling Toepassingsgebied Werkingsprincipe Saenstelling Werking van de collector -coutator Verschil tussen een wissel- en gelijkstroogenerator Ankerwikkelingen Gegenereerde e..s. in de ankerwikkeling Tegenwerkend koppel van het anker Ankerreactie Verschijnsel Gevolgen Hulppolen Copensatiewikkeling Coutatie Bekrachtiging van gelijkstroogeneratoren Gelijkstroogenerator et onafhankelijke bekrachtiging Opstelling Nullastkarakteristiek Inwendige karakteristiek Uitwendige karakteristiek Gelijkstroogenerator et shuntbekrachtiging Opstelling Werkpunt van de generator Uitwendige karakteristiek Niet op spanning koen Gelijkstroogenerator et copoundbekrachtiging Opstelling Uitwendige karakteristiek Anti-copound Hyper -copound Gebruik van gelijkstroogeneratoren Voorbeelden Polariteit Verogens in een gelijkstroogenerator Rendeent van een gelijkstroogenerator Uitgewerkte opgaven Toepassingen Herhalingstaken... 26

2 1 Gelijkstroogeneratoren 1.1 Bepaling Een gelijkstroogenerator is een elektrische achine, die echanische rotatie-energie ozet in elektrische gelijkstrooenergie. 1.2 Toepassingsgebied Het praktisch gebruik van de gelijkstroogeneratoren is de laatste decennia sterk achteruitgegaan als gevolg van de evolutie van de gelijkrichtingstechniek. Vandaar dat enkel een opsoing gegeven wordt van de belangrijkste toepassingen: - Voeding van gelijkstroootoren et erg veranderlijke belasting; - Voeding van gelijkstroonetten. (Zie labo elektriciteit) - Tachogenerator. 1.3 Werkingsprincipe Twee basisprincipes worden gehanteerd: Als een geleider et lengte l de veldlijnen van een unifor agnetisch veld B et een eenparige snelheid v snijdt onder een hoek a t.o.v. de richting van de veldlijnen, wordt in die geleider een elektroagnetische spanning (es) gegenereerd waarvan de grootte bepaald wordt door: e = Blv...sin α (1) 2

3 Als in een spoel et N windingen een osloten fluxverandering df optreedt in een tijdsinterval dt tengevolge van een beweging, dan is de gegenereerde es: δφ e N δ t = (2) In de praktijk wordt een spoel rondged raaid rond haar as tussen de polen van een agnetisch veld. Er ontstaat dan evenwel volgens uitdrukking (1) een sinusvorige es in de spoel odat de doorlopen hoek a lineair verandert volgens: α = ω.t (3) Deze wisselspanning wordt ogezet in gelijkspanning en vervolgens naar buiten gebracht. Hiertoe gebruikt en de collector-coutator, een echanisch gelijkrichtsystee. Tegenwoordig wordt deze echanische gelijkrichter echter vervangen door elektronische Si-diodes (zie wisselstroo - generatoren: autogenerator). O de zin van de es te bepalen in een geleider gebruiken we de rechterhandregel: - de handpal houden we zodanig dat de zin van het agnetisch veld er binnentredend is; - de dui houden we in de zin van de beweging van de geleider in het agnetisch veld; - de vingers duiden vervolgens de zin van de es aan in de betreffende geleider. 1.4 Saenstelling Een gelijkstroogenerator bezit in de stator de inductoren voor het opwekken van het agnetische veld van de generator en in de rotor (of het anker) de wikkelingen voor het genereren van de es, ankerwikkelingen geheten. Het statorgedeelte bestaat uit een gietstalen geraate dat aan de binnenzijde voorzien is van uitspringende polen die zorgen voor het agnetisch veld in de generator. Iedere pool bestaat uit een (gelaelleerde) kern, een gelaelleerde poolschoen en een bekrachtigings wikkeling. In de bekrachtigingswikkelingen, die aangebracht worden rond de kernen, wordt een gelijkstroo ingestuurd via vaste kleen (kleaanduiding: J-K of C-D). De poolschoen zorgt voor een betere verdeling van de agnetische flux in de luchtspleet tussen de poolschoen en de rotor. De borstels die vervaardigd zijn uit grafiet (koolstof) worden bevestigd in borstelhouders en neen de stroo af van de ronddraaiende collector -coutator. 3

4 De rotor bestaat uit een cilindervorige elektroagnetische keten van gelaelleerd Si-staal, aan de otrek voorzien van gleuven, waarin de werkzae geleiders van de ankerwikkeling (kleaanduiding: A-B) worden aangebracht. De uiteinden van de ankerspoelen zijn verbonden et de koperen laellen van de collector-coutator aan een zijde van het anker aangebracht. De hardkoperen plaatjes zijn onderling geisoleerd door icanietplaatjes. 4

5 1.5 Werking van de collector-coutator Het doel van de collector (verzaelaar) is de gegenereerde spanningen van de verschillende ankerspoelen te verzaelen en via de borstels de ankerwikkeling te verbinden et de verbruiker. Het doel van de coutator (oschakelaar) is de verbindingen van de verschillende ankerspoelen te veranderen op het ogenblik dat de es erin nul wordt en okeert van zin. De eest eenvoudige collector-coutator bestaat uit 2 van elkaar geïsoleerde halve ringen, waaraan de uiteinden van de winding verbonden zijn. De borstels A en B staan diaetraal tegenover elkaar. In de getekende stand van de voorstelling is de es in de geleiders 1 en 2 axiu; de polariteit is zodanig dat borstel A de positieve kle vort (A+ en B-). Op het ogenblik dat de winding voorbij de horizontale (of neutrale) stand kot, is de es in beide geleiders nul; de borstels sluiten de collectorsegenten a en b kart: dit heeft geen gevolgen daar de es in beide geleiders toch nul is. Eens de winding voorbij de neutrale stand, kot geleider 1 in het Z-poolgebied en geleider 2 in het N-poolgebied. De zin van de es in beide geleiders is wel veranderd; ondertussen zijn echter de collectorlaellen a en b in contact gekoen et de andere borstels B en A. Het gevolg is dat borstel A de positieve kle blijft, zodat de stroozin in de verbruiker niet wijzigt. Als het agnetisch veld hoogeen is, zal de es in de winding sinusvorig zijn en de pulserende stroo in de verbruiker is dan saengesteld uit halve sinusoiden. Het agnetisch veld verloopt in de luchtspleet echter radiaal (kortste weg), zodat de es van de winding onder de poolschoen axiu zal zijn (a = 90 ). De es verloopt dan trapeziuvorig. 5

6 1.6 Verschil tussen een wissel- en gelijkstroogenerator Gelijkstroogenerator Wisselstroogenerator 6

7 1.7 Ankerwikkelingen Indien verscheidene windingen over het anker worden verdeeld, dan zal de collector-coutator bestaan uit verschillende segenten, waarop de uiteinden van deze windingen verbonden worden. Door de serie-parallelschakelingen van deze spoelen, krijgen we een nagenoeg constante gelijkspanning. In de volgende voorstelling is een tweepolige luswikkeling getekend. Door gebruik te aken van de rechterhandregel, kunnen we de verschillende stroozinnen opzoeken en bijgevolg ook de plaats van de borstels. In het strookringschea zien we dat de geleiders opgenoen zijn in een serieparallelschakeling: 2 ankertakken en 4 spanningen in serie. Verits het aantal ankertakken van een ankerwikkeling steeds even is, stelt en het aantal paar parallelle ankertakken voor door a. Het aantal parallelle ankertakken is dus 2.a Indien het aantal werkzae geleiders in het anker voorgesteld wordt door z, dan is het z aantal spannigen in serie per tak = 2. a ( Transparant) fig. a fig. b Tot slot illustreert figuur b het uitgeslagen wikkelschea van de voorgestelde luswikkeling. 7

8 1.8 Gegenereerde e..s. in de ankerwikkeling De gegenereerde e..s. opgewekt in een geleider is: E1 =.. In deze uitdrukking stelt: - B de inductie voor: B S φ = - l de lengte van de werkzae geleiders - v de otreksnelheid van het anker: De uitdrukking wordt dan: 1 φ... lπ dn E = 60. S Blv π. dn. tr v = et n in 60 in Verits het aantal polen steeds een even getal is, stellen we het aantal paar polen voor door p. Het aantal polen van de generator is dan 2. p De totale anteloppervlakte van het anker vinden we et de uitdrukking π. dl. (otrek x hoogte). De oppervlakte S per pool is bijgevolg deze totale anteloppervlakte gedeeld door het aantal polen of in forulevor: S π. dl. 2. p = (4) De uitdrukking van de e..s. in een enkele geleider wordt dan: 1 Verits er per ankertak 2ẓ a 2. p.. φ n E = 60 werkzae geleiders zijn, wordt de gegenereerde e..s. in een ankertak: E tak = pz... φ n 60. a De gegenereerde e..s. in de ankerwikkeling van de generator is de es in een ankertak, zodat de algeene uitdrukking van de gegenereerde es in de ankerwikkeling wordt: E = ke.. φ n (5) waarin ke de elektrische achineconstante wordt genoed, verits voor een bepaalde achine p, z en a constanten zijn: pz. ke = (6) 60. a Besluit: De gegenereerde e..s. is dus evenredig et de flux in de generator en et de draaisnelheid van het anker. 8

9 1.9 Tegenwerkend koppel van het anker Zodra de generator elektrische energie levert aan de verbruiker, zal de stroo ervan vloeien door de anker-wikkelingen van de generator. De stroovoerende geleiders van het anker zullen in het agnetisch veld van de generator Lorentzkrachten ondervinden die de drijvende kracht van de aandrijvende achine zal tegenwerken (wet van Lenz). Er ontstaat een tegenwerkend koppel Tt: Tt k.. φ I = (7) a waarin k de echanische achineconstante wordt genoed, verits voor een bepaalde achine p, z en a constanten zijn: k pz. 2. na. = (8) Besluit: Het tegenwerkend koppel van het anker is evenredig et de flux in de genera tor en et de geleverde ankerstroo. (bewijs: zie gelijkstroootoren) Het tegenwerkend koppel dat dus groter wordt et de stroo, zal door de aandrijvende achine overwonnen oeten worden. De aandrijvende achine zal bijgevolg eer rotatie-energie oeten toevoeren Ankerreactie Verschijnsel Als het anker van een gelijkstroogenerator onbelast is, dus geen stroo voert, bestaat in de generator enkel de statorflux Fs, die gericht is volgens de poolaslijn ab. Ze wordt opgewekt door de statorpolen en sluit zich langs de antel van de stator. 9

10 Indien de generator echter belast wordt, zal de ankerstroo een ankerflux Fa voortbrengen, die loodrecht staat op de statorflux en gericht is volgens de neutrale lijn cd. Het ankerveld Fa vort saen et het statorveld Fs een resulterend agnetisch veld F. De inwerking van het ankerveld op het statorveld noet en ankerreactie Gevolgen Door de ankerreactie wordt de inductie onder de uitgaande spitsen (geleider kot onder de pool uit) versterkt en onder de ingaande spitsen verzwakt. Odat echter de agnetische inductie tengevolge van de statorflux groot is, zodat de polen verzadigd zijn, zal geen vereerdering van de inductie kunnen optreden onder de uitgaande spitsen. De fluxverindering zal zich echter wel voordoen onder de ingaande spitsen, zodat resulterend een fluxdaling zal optred en. Hierdoor zal de gegenereerde es in de ankerwikkeling oak dalen. De neutrale lijn verdraait over een hoek B in de draaizin van het anker. Deze hoek is groter naarate de ankerstroo, en dus de ankerreactie groter is. De gegenereerde es wordt nu nul in de nieuwe neutrale lijn, zodat wel degelijk een kleine spanning wordt opgewekt in de stand van de oude neutrale lijn, waardoor het couteren eer wordt beoeilijkt (vonkvoring). 10

11 Hulppolen Deze hulppolen oeten het ankerveld bestrijden. Het zijn kleine, salle polen die tussen de hoofdpolen worden geplaatst. Ze zijn voorzien van weinig windingen dikke draad, die in serie geschakeld zijn et de ankerwikkeling. De polariteit van de hulppool is deze van de in de draaizin volgende polariteit van de hoofdpool. Bij een juiste keuze van het aantal aperewindingen zal de ankerdwarsflux grotendeels geneutraliseerd worden. Hulppolen worden gebruikt bij achines et klein verogen (kw) Copensatiewikkeling De copensatiewikkeling wordt aangebracht in gleuven die voorzien worden in de poolschoenen van de statorhoofdpolen. De copensatiewikkeling staat eveneens in serie et de ankerwikkeling, waardoor het copensatieveld evenredig wordt et de ankerstroo. De zin van de copensatieflux Fc is tegengesteld aan de ankerdwarsflux Fa. Doo r een gepast aantal copensatiewindingen te kiezen, wordt een degelijke copensatie verkregen. Copensatiewikkelingen worden toegepast voor gelijkstroogenerato ren et groot verogen. 11

12 1.11 Coutatie Couteren is het okeren van de stroozin in een wikkelspoel als die van het ene naar het andere poolgebied overgaat. Beschouwen we drie wikkelspoelen (1,2 en 3) waarbij het coutatieverschijnsel zal optreden in wikkelspoel 2. Voor de coutatie begint, krijgt de borstel A (+) die zich bevindt op lael b zijn stroo (Ia) enerzijds via spoel 1 (takstroo I) en anderzijds via spoel 2 (takstroo I). Als de coutatie begint, zal de borstel gelijktijdig in contact zijn et de laellen b en c, zodat wikkelspoel 2 nu kortgesloten wordt, hetgeen niet nadelig is daar de es erin nul is (neutrale lijn). De borstel A krijgt zijn stroo van de linkertak via spoel 1 en lael b en van de rechtertak via spoel 3 en lael c. De stroo I die zojuist in de rechtertak via spoel 2 nog vloeide gaat kleiner worden door de kort-sluiting van spoel 2 via de laellen b en c en de borstel A. Als de coutatie beëndigd wordt, zal de borstel A lael b verlaten en dus alleen aar in contact zijn et lael c. De borstel A krijgt zijn stroo van de rechtertak nog steeds via spoel 3 en lael c, aar krijgt de stroo van de linkertak nu via spoel 2 en lael c. De stroo in spoel 2 is dus plots gestegen van 0 naar I, waardoor in wikkelspoel 2 een zelfinductiespanning gaat optreden, tegen de zin in van de opgedrongen stroo. Het gevolg is dat de stroo gedeeltelijk via lael b naar borstel A zal overspringen onder de vor van een vonk. De voortdurende coutaties zullen de collector oververhitten en beschadigen. O de optredende zelfinductiespanning tegen Ite gaan, worden zogeheten coutatiepolen (zie hulppolen) gebruikt, die tijdens de coutatie een es genereren in de couterende spoelen en op deze anier de zelfinductie-spanningen en dus ook de vonkvoring tegengaan. 12

13 1.12 Bekrachtiging van gelijkstroogeneratoren Bekrachtiging (excitatie) is het opwekken van de agnetische flux in de elektroagnetische keten van een generator. Ze kan bekoen worden et: - peranente agneten: toegepast voor gelijkstroogeneratoren et klein verogen en als tachogenerator gebruikt in de regeltechniek (klespanning evenredig et het toerental); - elektroagneten: toegepast voor gelijkstroogeneratoren et groot verogen, waarbij de veldwikkelingen gevoed worden et behulp van een gelijkstroo; naargelang van de herkost van deze gelijkstroo, spreken we over: - onafhankelijke bekrachtiging: de generator wordt bekrachtigd door een spanningsbron, die onafhankelijk is van de generator (een batterij accuulatoren, een wisselspanningsbron et gelijkrichter, een andere generator). - zelfbekrachtiging: de bekrachtigingswikkeling krijgt een stroo afkostig van de generator zelf (de veldwikkeling wordt in parallel aangesloten op de ankerwikkeling). Zelfbekrachtiging is ogelijk dankzij het reanent agnetise. In de ankerwikkeling die in dit zwak agnetisch veld draait, wordt een kleine es gegenereerd. Die kleine spanning is oorzaak van een kleine stroo in de bekrachtigingswikkeling, waardoor het agnetisch veld versterkt wordt (indien de stroozin goed gekozen is). De rotor draait nu in een sterker agnetisch veld waardoor de gegenereerde es groter geworden is. De stroo in de veldwikkeling neet toe, alsook de gegenereerde es in de ankerwikkeling : we zeggen dat de generator op spanning kot. Dit verschijnsel gaat door totdat de elektroagnetische keten verzadigd is. Bij generatoren et zelfbekrachtiging onderscheiden we: o shuntbekrachtiging: de veldwikkeling wordt in parallel geschakeld et de ankerwikkeling; o copoundbekrachtiging: bezit een bijkoende veldwikkeling voor serieschakeling. Korte shunt lange shunt 13

14 1.13 Gelijkstroogenerator et onafhankelijke bekrachtiging Opstelling In het schakelschea vinden we twee kringen terug: de ankerketen en de veldketen. De ankerketen, die de stroo oet leveren aan een belasting et weerstand R, bestaat uit een serieschakeling van de ankerwikkeling (geschakeld tussen de borstels, kleaanduiding A-B),en de hulpwikkeling en/of copensatiewikkeling (kleaanduiding G-H). De bekrachtigingswikkeling (kleaanduiding J-K) wordt gevoed door een onafhankelijke gelijkstroobron. De grootte van de flux wordt bepaald door de uitdrukking: N. I φ = (9) R De bekrachtigingsstroo I wordt klein gehouden, teneinde de gelijkstroobron zo weinig ogelijk te belasten en een klein jouleverlies in de bekrachtigingswikkeling te laten ontstaan. Dit houdt in dat het aantal windingen N van de veldwikkeling groot oet gekozen worden, hetgeen een hoge zelfinductiecoëfficiënt teweegbrengt: 2 N L = (10) R De draaddoorsnede van de veldwikkeling is klein, waardoor de agnetische weerstand R relatief groot is. O het agnetisch veld veranderlijk te aken, wordt in serie et de veldwikkeling een regelweerstand Rv geplaatst: het is de veldregelaar (kleaanduiding s-t). Odat de veldwikkeling zeer inductief is, oeten er voorzorgen genoen worden bij het onderbreken van de veldketen: de hoge zelfinductiespanning kan doorslag van de isolatie van de veldwikkelingen tot gevolg hebben. Vandaar dat de veldregelaar uitgerust is et een rustcontact (q), waardoor de veldwikkeling wordt kortgesloten bij uitschakeling: hierdoor wordt de veldstroo kortgesloten en de opgehoopte energie in het agnetisch veld wordt dan in de veldwikkeling ogezet in warte. 14

15 Nullastkarakteristiek De nullastkarakteristiek geeft het verband weer tussen de gegenereerde e..s. E in de ankerwikkeling en de bekrachtigingsstroo I in de veldwikkeling, bij constant toerental en bij nullast van de generator: E = f(i ) et (n = constant, la = 0) Als de generator voor het eerst in gebruik wordt genoen, zal voor I = 0 geen es gegenereerd worden in de ankerwikkeling, onafhankelijk van de snelheid. De curve begint dan in de oorsprong 0 (1). Voor relatief kleine waarden van de bekrachtigingsstroo I, is de es evenredig et I, odat nog geen verzadigingsverschijnselen optreden in de agnetische keten. De curve verloopt in het begin dus rechtlijnig. Bij hogere waarden van 1 zal de curve afbuigen naar de I-as, tengevolge van de verzadigingsverschijnselen. Indien nu de bekrachtigingsstroo 1 afneet zal de es E verinderen. We stellen echter vast dat voor eenzelfde waarde van I de es E een hogere waarde heeft dan zojuist (2). Dit is te wijten aan het hysteresisverschijnsel. Als I = 0 geworden is, zal nog een es Er in de ankerwikkelingen gegenereerd worden, tengevolge van het reanent agnetise. Bij een volgende stijging van de bekrachtigingsstroo I zal de curve beginnen in O' (3). Over het algeeen werkt een generator et ongeveer verzadigde agnetische keten Inwendige karakteristiek De inwendige karakteristiek geeft het verband weer tussen de es E in de ankerwikkeling en de uitwendige stroo I, bij constante snelheid n en constante bekrachtigingsstroo I: E = f(i ) et ( n = ct,i = ct) a 15

16 Theoretisch kunnen we stellen dat volgens uitdrukking (5 (E = ke.f.n)) de gegenereerde es E in de ankerwikkeling constant is, en dus onafhankelijk van de belastingsstroo Ia. De curve is een rechte evenwijdig et de I-as. In werkelijkheid kunnen we stellen dat de gegenereerde es E daalt bij toeneende belastingsstroo Ia. Dit is te wijten aan de stijging van de ontagnetiserende invloed van de ankerreactie. De flux daalt dan, waardoor de es E daalt. (De inwendige karakteristiek kan geconstrueerd worden et behulp van de uitwendige karakteristiek en forule 11) Uitwe ndige karakteristiek De uitwendige karakteristiek geeft het verband weer tussen de klespanning U van de generator en de belastingsstroo Ia, bij constante snelheid n en constante bekrachtigingsstroo I: U = f (I ) et ( n = ct,i = ct) a De klespanning U is het verschil tussen de es E gegenereerd in de ankerwikkeling en het inwendig ohs spanningsverlies in de ankerketen (ankerwikkeling en hulpwikkeling): U = E I.( R + R ) (11) a a h Bij toeneende stroo Ia, zal het inwendig ohs spanningsverlies in de ankerketen stijgen, waardoor de klespanning lager daalt dan de es E. Bij stijging van de stroo boven de noinale waarde In, zal de klespanning geleidelijk verder dalen en zelfs afneen tot nul, als de generator wordt kortgesloten. De kortsluitstroo is dan: I k = E R + R a h (12) Kortsluiting levert gevaar op voor verbranding van de ankerwikkelingen van de generator. De spanningsdaling van de klespanning van de gelijkstroogenerator et onafhankelijke bekrachtiging is gelegen tussen 4 en 10 % van de noinale waarde En. 16

17 1.14 Gelijkstroogenerator et shuntbekrachtiging Opstelling Het is een generator et zelfbekrachtiging, waarbij de veldketen parallel wordt geschakeld et de ankerketen. De ankerketen bestaat uit de ankerwikkeling (A-B) en de hulp en/of copensatiewikkeling (G-H), terwijl de veldketen opgebouwd is uit de bekrachtigingswikkeling (C-D) en de veldregelaar (s-t). De ankerstroo Ia splitst zich in de belastingsstroo I in de uitwendige keten en de bekrachtigingsstroo I in de veldketen: I = I + I (13) a Door het feit dat de generator zelf de bekrachtigingsstroo oet leveren, zal de bekrachtigingsstroo I klein worden gehouden o de generator niet te zwaar te belasten. O et deze kleine stroo I de nodige flux F (9) te bekoen, oet en de shuntwikkeling uitvoeren et veel windingen. Veel windingen dunne draad, levert een grote weerstand R, een hoge zelfinductiecoëfficiënt L (10). De veldregelaar wordt dus ook voorzien van een kortsluitcontact q. 17

18 Werkpunt van de generator Veronderstellen we nu dat bij de shuntgenerator de veldregelaar volledig is uitgeschakeld, dan is de weerstand van de veldketen gelijk aan de weerstand van de veldwikkeling R; tussen de klespanning U en de bekrachtigingsstroo I bestaat volgend verband: U = R. I De curve van de agnetisatieketen stelt dus eenvoudigweg een rechte door de oorsprong voor, waarvan de helling bepaald wordt door de weerstand van deze keten: U tg α = = R I Het nullastwerkpunt S van de shuntgenerato r wordt bepaald door het snijpunt van de nullastkarakteristiek en de rechte door de oorsprong. Als we de weerstand van de veldregelaar Rv vergroten, zal ook de weerstand van de veldketen vergroten, waardoor de helling van de rechte groter wordt (a). Het snijpunt S zal dan naar links verplaatsen over de nullastkarakteristiek, waardoor de gegenereerde es kleiner wordt Uitwendige karakteristiek De uitwendige karakteristiek geeft het verband weer tussen de 1 klespanning U van de generator en de belastingsstroo I, bij constante snelheid n en constante weerstand van de Bekrachtigingsketen R: U = f (I) et (n = ct., R = ct.) 18

19 De karakteristiek van de shuntgenerator is dalend, owille van: - de daling van de gegenereerde es in de ankerwikkeling door de ankerreactie; - de daling van de klespanning doordat het inwendig ohs spanningsverlies in de ankerketen toeneet; - de daling van de gegenereerde es in de ankerwikkeling door het feit dat de flux verindert, odat de bekrachtigingsstroo I kleiner wordt, daar U daalt. De daling van de uitwendige karakteristiek is groter dan bij de generator et onafhankelijke bekrachtiging, odat de bekrachtigingsstroo bij de shuntgenerator daalt (odat U daalt) en bij de onafhankelijk bekrachtigde generator constant blijft. Bij de noinale stroo In is de daling van U bij de shuntgenerator ongeveer 15 %. Wordt de shuntgenerator overbelast, dan zal bij een bepaalde axiu stroosterkte Iax een ontagnetisatieverschijnsel optreden, waarna de stroosterkte geleidelijk zal afneen, tot bij kortsluiting van de generator (U = 0). De kortsluitstroo Ik wordt enkel bepaald door de es opgewekt door het reanent agnetise en de inwendige weerstand van de ankerketen: I k = Er R + R a h (14) Door de terugval van de karakteristiek, is het ogelijk de shuntgenerator kort te sluiten zonder gevaar voor verbranding van de ankerwikkelingen, op voorwaarde dat dit niet plots gebeurt Niet op spanning koen De volgende oorzaken van het niet op spanning koen van de shuntgenerator kunnen voorkoen: - Er is geen reanent agnetise aanwezig in de agnetische keten van de generator; vanuit een onafhankelijke bron wordt even een stroo gestuurd in de bekrachtigingsketen. - Het reanent agnetise wordt tegengewerkt, waardoor de es daalt; de stroozin in de veldwikkeling kan ogekeerd worden door de aansluitingen van de veldwikkeling o te keren ofwel kan de zin van de es in de ankerwikkeling ogekeerd worden door de draaizin van de generator te veranderen. - De weerstand van de bekrachtigingsketen is te hoog, waardoor het werkpunt S te laag ligt; de weerstand van de veldketen verlagen door de veldregelaar eer uit te schakelen of door de snelheid te verhogen waardoor de nullastkarakteristiek hoger kot te liggen en het werkpunt naar rechts opschuift. 19

20 1.15 Gelijkstroogenerator et copoundbekrachtiging Opstelling De copoundgenerator bezit twee veldwikkelingen: een veldwikkeling voor parallelschakeling (C-D) en een veldwikkeling voor serieschakeling (E-F). Er bestaan twee ogelijke schakelschea's: - et korte shunt: de shuntwikkeling staat direct parallel over de ankerketen, terwijl de seriewikkeling in serie staat et de belasting; de stroo in de seriewikkeling is dan: Is = I (15) - et lange shunt: de shuntwikkeling staat parallel over de serieschakeling van ankerketen en seriewikkeling; de stroo in de seriewikkeling wordt dan: I s = I (16) a Odat de stroo in de seriewikkeling in beide schakelingen groot is, zal het aantal windingen o de vereiste flux (9) te bekoen relatief klein zijn. De seriewikkeling bestaat dus uit weinig windingen, dikke draad rand de poolkernen. De weerstand Rs en de zelfinductiecoefficient Ls (10) zijn laag Uitwendige karakteristiek De uitwendige karakteristiek geeft het verband weer tussen de klespanning U van de generator en de belastingsstroo I, bij constante snelheid n en constante weerstand van de bekrachtigingsketen R: U = f(i) et n = cte en R = cte 20

21 Als de copoundgenerator onbelast is vloeit er in de seriewikkeling geen stroo, en bestaat er in de generator enkel de flux voortgebracht door de shuntwikkeling, waardoor een bepaalde waarde van de klespanning (es) gegenereerd wordt in de ankerwikkeling. Zonder seriewikkeling, zal als de generator belast wordt et de noinale stroo In een bepaalde spanningsdaling ontstaan, door het feit dat de shuntflux in waarde gedaald is (zie oorzaken bij shuntgenerator). Door een juiste keuze van het aantal windingen van de seriewikkeling, kan de daling van de shuntflux gecopenseerd worden door de serieflux (ee-copound), zodat bij de noinale belastingsstroo In, de oorspronkelijke waarde van de klespanning terug bekoen wordt. Men spreekt dan van juiste copensatie. Fig Anti-copound De aansluiting van de seriewikkeling is zo geaakt, dat de serieflux de shuntflux tegenwerkt. Bij stijgende belastingsstroo I, zal de flux dan sterk dalen, zodat de klespanning ook sterk zal dalen. Fig Hyper-copound De hypercopoundgenerato~ is voorzien van een versterkte seriewikkeling (ee-copound), zodat de klespanning groter is dan de oorspronkelijke waarde bij de noinale stroo. Op deze wijze kunnen de spanningsverliezen in de leidingen r' tussen generator en belasting gecopenseerd worden, zodat de belasting een in of eer constante klespanning ve rkrijgt. 21

22 1.16 Gebruik van gelijkstroogeneratoren Gelijkstroogenerator et peranente agneten: Hij wordt aangewend als tachogenenator in de regeltechniek, waardat het toerental van een bepaalde as ogezet wordt in een evenredige spanning op zijn kleen. Gelijkstroogenerator et onafhankelijke bekrachtiging: We onthouden voornaelijk dat spanningsregeling bij deze generator op een zeer soepele wijze gebeurt, waardoor hij bijzonder geschikt is voor voeding van gelijkstroootoren et sterk wisselende belasting (liften, walsen). Shuntgeneratoren: Ze worden aangewend voor het voeden van gelijkstroonetten (parallelwerking) en voor het laden van batterijen. Copoundgenerator: hij leent zich het best voor het voeden van gelijkstroonetten voor elektrische tractie. Anti-copoundgenerator: wordt aangewend voor vlab ooglasapparaten vooral voor het lassen van non-ferroaterialen Voorbeelden Tachogenerator 1.17 Polariteit O de polariteit van de gegenereerde es en dus van de klespanning te veranderen, volstaat het: ofwel de draaizin van de aandrijfachine o te keren; ofwel de polariteit van de polen te wijzigen. Bij generatoren et een veldwikkeling kan de polariteit van de polen gewijzigd worden door de zin van de veldstroo o te keren; dit kan en bekoen door de aansluitingen van de veldwikkeling te verwisselen. Bij generatoren et zelfbekrachtiging dient en er op te letten, dat de zin van het reanent agnetise eerst wordt gewijzigd, daar anders de generator niet op spanning kan koen; dit kan gebeuren door even een stroo te sturen vanuit een onafhankelijke bron. 22

23 1.18 Verogens in een gelijkstroogenerator Het nuttig verogen Pn van de generator is het elektrisch verogen dat de generator ter beschikking stelt van de belasting: Pn = UI. (17) Het inwendig verogen Pi van de generator is het verogen dat door de ankerwikkeling van de generator ontwikkeld wordt: P i = EI. (18) a Het toegevoerd verogen is het echanisch rotatie-verogen dat door de aandrijfachine aan de as van de generator wordt afgeleverd: Pt = Tω. (19) Bij generatoren et onafhankelijke bekrachtiging wordt ook nog een elektrisch verogen in de bekrachtigingsketen toegevoerd: P = T. ω + ( R + R ). I (20) 2 t v De verogensverliezen die in de generator voorkoen zijn: - de echanische verliezen P: het zijn de wrijvingsverliezen veroorzaakt door de as in de lagers, de borstels op de collector, ventilatie van de generator; - de ijzerverliezen Pfe: hysteresis- en wervelstrooverliezen in de ferro-agnetische keten van de rotor en poolschoenen; - de koperverliezen Pcu: jouleverliezen in de ankerwikkeling, jouleverliezen in de hulp- en/of copensatiewikkeling en jouleverliezen in de veldketen van een generator et zelfbekrachtiging: P = ( R + R ). I + ( R + R ). I + R. I (21) cu a h a v s s Het verband tussen het toegevoerd verogen, het inwendig elektrisch verogen en het nuttig verogen kan et behulp van de volgende uitdrukkingen beschreven worden: Pt = Pi + P + Pfe (22) P = P + P (23) i cu 23

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstraat 28, B -3740 Bilzen Cursus: I. Claesen/R.Slechten Versie:18/11/2004 1 PROEVEN OP GELIJKSTROOMMOTOREN...2 1.1 Inleiding...2

Nadere informatie

SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten

SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten ELEKTRICITEIT THEORIE SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten versie:30/05/2005 1 SYNCHRONE MOTOREN...2 1.1 Bepaling...2 1.2 Samenstelling...2 1.3 Werkingsprincipe...2 1.4 Werkingsprincipe synchrone

Nadere informatie

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator Alternator In dit hoofdstuk zal ik het vooral hebben over de functie is van de alternator in de wagen. En hoe het basisprincipe is van deze generator. 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten

ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten 1 Eenfaze motoren... 2 1.1 Bepaling... 2 1.2 Eenfaze inductiemotoren... 2 1.2.1 Eenfaze statorwikkeling... 2 1.3 De spleetpoolmotor...

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN LABO

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN LABO ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN LABO Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen Cursus : I. Claesen/R.Slechten Versie:20/10/2005 1 PROEVEN OP GELIJKSTROOMGENERATOREN... 2 1.1 Constructie...

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

Leereenheid3. Gelijkstroomnl0toren: theoretische inleiding

Leereenheid3. Gelijkstroomnl0toren: theoretische inleiding Leereenheid3 Gelijkstroomnl0toren: theoretische inleiding Wegwijzer Nu we de beschikking hebben over een generator die ons op continue wijze gelijkstroom energie levert, kan deze gelijkspanningsbron op

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

1.3 Transformator Werking van een dynamo

1.3 Transformator Werking van een dynamo zekering. b. Je gaat twee weken met vakantie en laat al die lampen aanstaan. Hoeveel gaat die stommiteit je kosten? 1 kwh kost 0,12. 1.3 Transformator Magnetische flux (f) is een maat voor het aantal magnetische

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren

Nadere informatie

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren 22 november 2011 Onderwerpen: - Theorie stroomtransformatoren - Vervangingsschema CT -

Nadere informatie

Fundamentele elektriciteit

Fundamentele elektriciteit KONNKLJKE MLTARE CHOOL Leerstoel Elektriciteit 1 oktober 2002 11 TAW Fundamentele elektriciteit Praktisch werk 6 Oplossingen 1. Twee identieke permanente magneten hebben elk een magnetisch veld van 2 T

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning

Nadere informatie

Elektrische stroomnetwerken

Elektrische stroomnetwerken ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen Versie:19/10/2005

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen Versie:19/10/2005 ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstrt 28, B-3740 Bilzen Versie:19/10/2005 Cursus: I. Clesen, R. Slechten 1 Gelijkstroommotoren... 2 1.1 Bepling... 2 1.2 Toepssingsgebied...

Nadere informatie

WOORD VOORAF 1 1. NORMALISATIE 1 1.1 INLEIDING 1

WOORD VOORAF 1 1. NORMALISATIE 1 1.1 INLEIDING 1 IHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF 1 1. ORALISATIE 1 1.1 ILEIDIG 1 1.2 ACHIE-KEPLAATJE 1 1.2.1 OIALE GEGEVES OP EE ACHIE-KEPLAATJE 2 1.2.2 GEGEVES OTRET DE BOUW VA DE ACHIE 4 1.3 AFLEIDBARE GEGEVES VA EE KEPLAAT

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06.

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06. LABO Elektriciteit OPGAVE: Datum van opgave:.../ /... Datum van afgifte:.../ /... Verslag nr. : 06 Leerling: Karakteristieken van synchrone generatoren Assistenten: Klas: 3.2 EIT KTA Ieper Totaal :.../100

Nadere informatie

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring 1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax De elektrische installatie in een woning heeft heel wat elektrische circuits. Een elektrisch circuit of een elektrische stroomkring is opgebouwd uit een stroombron, een verbruiker, een schakelaar en geleiders.

Nadere informatie

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Magnetisch dipooloent Zoals het elektrisch dipooloent is het agnetisch dipooloent een vectoriële grootheid. Het agnetisch dipooloent wordt gedefinieerd voor een gesloten

Nadere informatie

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning.

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. 1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. Bij de industriële opwekking van de elektriciteit maakt men steeds gebruik van een draaiende beweging. Veronderstel dat een spoel met rechthoekige doorsnede

Nadere informatie

Analyse van de Futaba S3003 dc motor

Analyse van de Futaba S3003 dc motor Analyse van de Futaba S3003 dc motor Door Ali Kaichouhi In dit artikel wordt de RF-020-TH dc motor wat nader ondergezocht. Het eerste deel bevat informatie over de constructie en de werking van deze motor.

Nadere informatie

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen

Nadere informatie

3.3.2 Moment op een rechthoekige winding in een magnetisch. veld... 10

3.3.2 Moment op een rechthoekige winding in een magnetisch. veld... 10 Contents 1 Electrostatica 3 1.1 Wet van Coulomb......................... 3 1.2 Elektrische veldsterkte...................... 3 1.3 Arbeid in het electrisch veld................... 3 1.4 Beweging van lading

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) 10 augustus 1999, 14.00 17.00 uur UITWERKING 1 a) De totale weerstand in de keten wor gegeven door de som van de weerstanden van 1 Ω, 5Ω, de parallelschakeling van 30

Nadere informatie

Materialen en onderdelen. Nadruk verboden 1

Materialen en onderdelen. Nadruk verboden 1 Materialen en onderdelen. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Bereken de weerstand van koperdraad waarvan de diameter 2 mm. en de lengte 30 m. bedraagt. 2. Bereken de weerstand van een aluminiumdraad met een

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie . Langere vraag over de theorie. Bereken het magneetveld dat veroorzaakt wordt door een lange, cilindervormige stroomvoerende geleider met straal R en stroom (uniforme stroomdichtheid) en dit zowel binnen

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Lorentzkracht: Massa spectrometer Inductie en Generatoren Transformatoren Massa Spectrometer (Bainbridge-type) Eerste zone: snelheidsselectie Tweede

Nadere informatie

Inleiding Elektromagnetisme en het gebruik

Inleiding Elektromagnetisme en het gebruik Inleiding Inleiding...2 Magnetisme (kort)...3 Het Elektromagnetisch Veld...3 Wet van Faraday...3 Wet van Lenz...3 Wet van Coulomb...4 Wet van Ampère...4 De alternator (wisselstroomgenerator)...4 De dynamo

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 Elektriciteit 1 2.1 Elektriciteit 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 mp3-speler dynamo fiets accu lamp op je kamer stopcontact auto batterij 3

Nadere informatie

Historische autotechniek (4)

Historische autotechniek (4) Historische autotechniek (4) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Dynamo en regelaar 1.1 Gelijkstroomdynamo De klassieke, historische dynamo (generator) staat bekent onder gelijkstroomdynamo. Moderne dynamo

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

Elektriciteit. Wat is elektriciteit Elektriciteit Wat is elektriciteit Elektriciteit kun je niet zien, niet ruiken, niet proeven, maar wel voelen. Dit voelen kan echter gevaarlijk zijn dus pas hier voor op. Maar wat is het dan wel? Hiervoor

Nadere informatie

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Inhoud De schakeling Een blokspanning van 15 V opwekken De wisselspanning omhoog transformeren Analyse van de maximale stroom door de primaire

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia Oefeningen Elekriciei I Deel Ia Di documen beva opgaven die aansluien bij de cursuseks Elekriciei I deel Ia ui he jaarprogramma van de e kandidauur Indusrieel Ingenieur KaHo Sin-Lieven.. De elekrische

Nadere informatie

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen Leereenheid 3 Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met:

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Elektro-akoestische omzetters

Hoofdstuk 5: Elektro-akoestische omzetters Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 5: Elektro-akoestische omzetters In dit korte hoofdstuk is het enkel de bedoeling enkele elektro-akoestische basisprincipes aan bod te

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is

Nadere informatie

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning Cursus/Handleiding/Naslagwerk Driefase wisselspanning INHOUDSTAFEL Inhoudstafel Inleiding 3 Doelstellingen 4 Driefasespanning 5. Opwekken van een driefasespanning 5.. Aanduiding van de fasen 6.. Driefasestroom

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte: .../.../...

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte: .../.../... LABO Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 3 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../... Evaluatie :.../10 Theorie :.../10 Meetopstelling

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

Oefeningen Elektriciteit II Deel II Oefeningen Elektriciteit II Deel II Dit document bevat opgaven die aansluiten bij de cursustekst Elektriciteit II deel II uit het jaarprogramma van het e bachelorjaar industriële wetenschappen KaHo Sint-ieven.

Nadere informatie

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 4 VWO 2.6 Serie en parallel 51. Vervanging 52. Bij de winkelstraat zijn de lampen parallel geschakeld en bij de kandelaar in serie. 53. Voorbeeld: Serie De stroom moet

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Leereenheid2. Typen van gelijkstroomgeneratoren met hun karakteristieken

Leereenheid2. Typen van gelijkstroomgeneratoren met hun karakteristieken Leereenheid2 Typen van gelijkstroomgeneratoren hun karakteristieken Wegwijzer De vorige leereenheid handelde over het schakelen van de wikkelelementen tot een anker wikkeling. Daaruit volgde een formule

Nadere informatie

5. HOOFDSTUK 5 SYNCHRONE MACHINES

5. HOOFDSTUK 5 SYNCHRONE MACHINES 5. HOOFDSTK 5 SYNCHRON MACHNS 5.1 quivalent schema, fasordiagram Zoals bij de inductiemachine heeft men ook hier te doen met een draaiveld. De rotor wordt gevoed met gelijkstroom. De spanningsvergelijkingen

Nadere informatie

1 Overzicht theorievragen

1 Overzicht theorievragen 1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging

Nadere informatie

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement 6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement Opgave 9 Het rendement bereken je met E nuttig en E in. E nuttig is de hoeveelheid energie die nodig is het water op te warmen. E in is de hoeveelheid energie

Nadere informatie

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch

Nadere informatie

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040) 1 Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040) gehouden op vrijdag, 24 augustus 2001 van 14.00 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden met 6 opgaven. Het aantal punten dat u maximaal per opgave

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit. OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit. OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 6 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10 Theorie :.../10

Nadere informatie

Een batterij is een spanningsbron die chemische energie omzet in elektrische (zie paragraaf 3).

Een batterij is een spanningsbron die chemische energie omzet in elektrische (zie paragraaf 3). 5. Opwekken van spanning: Spanningsbronnen Om een lamp te laten branden, een rekenmachine te laten rekenen, een walkman muziek te laten weergeven heb je een bron van elektrische energie nodig. Een spanningsbron

Nadere informatie

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20) 1 Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20) gehouden op donderdag, 28 januari 1999 van 8.30 tot 11.30 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden met 6 opgaven. Het aantal punten dat u maximaal per opgave

Nadere informatie

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op!

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op! Leereenheid 1 Diagnostische toets: Soorten spanningen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan Vragen gemerkt met: J O Sommige

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1 Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken 1. Netwerken en netwerkelementen elektrische netwerken situering brug tussen fysica en informatieverwerkende systemen abstractie maken fysische verschijnselen vb. velden

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 10

jaar: 1989 nummer: 10 jaar: 1989 nummer: 10 Gegeven een cylindervomtige geleider van 1 m lengte met een diameter van 5 mm. De weerstand van de geleider is R. De draad wordt uitgerekt tot een lengte van 1,2 m terwijl het volume

Nadere informatie

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door

Nadere informatie

9 Stugheid en sterkte van materialen.

9 Stugheid en sterkte van materialen. 9 Stugheid en sterkte van aterialen. Onderwerpen: - Rek. - Spanning. - Elasticiteitsodulus. - Treksterkte. - Spanning-rek diagra. 9.1 Toepassing in de techniek. In de techniek ko je allerlei opstellingen

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit 1. Gelijkstroomkringen (DC) De verschillende elektrische grootheden bij gelijkstroom zijn: Elektrische spanning (volt) definitie: verschillend potentiaal

Nadere informatie

3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a

3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Op een vierkantig substraat bevinden zich 4 IC s (warmtebronnen), zoals op de bijgevoegde figuur. Als een van de warmtebronnen een vermogen van 1W dissipeert als warmte (en de andere geen vermogen dissiperen),

Nadere informatie

U niversiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Ten tam en INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (191241770)

U niversiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Ten tam en INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (191241770) U niversiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek Ten tam en NLEDNG ELEKTRSCHE ENERGETECHNEK (191241770) te houden op woensdag 19 januari 2011 van 13.30 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden

Nadere informatie

1. Twee lichamen zijn op een afstand van 30 cm van elkaar opgesteld. Het ene lichaam is negatief geladen met een lading van

1. Twee lichamen zijn op een afstand van 30 cm van elkaar opgesteld. Het ene lichaam is negatief geladen met een lading van Vraagstukken Theoretische Elektriciteitsleer Elektronica Technicus (Rens & Rens) 1. Twee lichamen zijn op een afstand van 30 cm van elkaar opgesteld. Het ene lichaam is negatief geladen met een lading

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2

Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2 Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. Bekijk de twee stroomkringen op de foto s hieronder. stroomkring 1 stroomkring 2 Noem voor beide stroomkringen

Nadere informatie

De Permanent Magneet Motor: Thierry Dejaegere. Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be

De Permanent Magneet Motor: Thierry Dejaegere. Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be De Permanent Magneet Motor: door: Thierry Dejaegere Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be I. Voorwoord De zoektocht naar alternatieve energiebronnen is reeds lange tijd aan

Nadere informatie

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN 9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN Een parallelschakeling komt in de praktijk vaker voor dan een serieschakeling van verbruikers. Denken we maar aan alle elektrische apparaten die aangesloten zijn op

Nadere informatie

Tentamen Octrooigemachtigden

Tentamen Octrooigemachtigden Tentamen Octrooigemachtigden Tentamen Opstellen van een octrooiaanvrage (deel A) elektrotechniek/werktuigkunde 6 oktober 2014 09.00 13.00 uur 1 TENTAMENOPGAVE OPSTELLEN VAN EEN OCTROOIAANVRAGE (A) E/W

Nadere informatie

Elektromagnetische inductie

Elektromagnetische inductie Hoofdstuk 10 Elektromagnetische inductie 1. Wetten en inductieproeven van Faraday. S N v φ i of lamp Figuur 1: inductiewetten van Faraday. Men brengt een magneet in een gesloten wikkeling. Gedurende de

Nadere informatie

Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET. Labo Elektrotechniek

Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET. Labo Elektrotechniek Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET Marijn Roels 3 November 2005 Labo Elektrotechniek Driefasige ASM C A M P U S Geel Docent: Segers

Nadere informatie

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN FEB Exaen D0H1A 7/01/014 NAAM... Prof. Margriet Van Bael Conceptuele Natuurkunde et technische toepassingen Deel OEFENINGEN Instructies voor studenten Noteer je identificatiegegevens (naa, studentennuer)

Nadere informatie

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. gegeven: R1 = 5,0 Ω, R2 = 9,0 Ω

Nadere informatie

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten. NATUURKUNDE KLAS 4 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 2 JAN.. 2009 Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten. Opgave 1 (3 + 4 pt) De batterij in de hiernaast

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 18 augustus 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding

Nadere informatie

I A (papier in) 10cm 10 cm X

I A (papier in) 10cm 10 cm X Tentamen: Fysica en Medische Fysica 2 Tijd: 15:15-18:00 uur, donderdag 28 mei 2009 Plaats: TenT blok 4 (met bijlage van formules, handrekenmachine is toegestaan) Docent: Dr. K.S.E. Eikema Puntentelling:

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme Schriftelijk eamen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgavebladen niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

Vermogen Elektronica : Stappenmotor

Vermogen Elektronica : Stappenmotor Naam : Sven Martens / Rob Nijs Nr : 07 /09 Datum : 8/12/04 Vermogen Elektronica : Stappenmotor 1 1 De stappenmotor De stator bevat een aantal spoelen en om de rotor te laten draaien moeten deze spoelen

Nadere informatie

N 200.664 Elektromotor met permanente magneet

N 200.664 Elektromotor met permanente magneet Elektromotor met permanente magneet Naam: Groep/klas: Inhoud: enodigd gereedschap: 1 triplex 200 x 70 x 10 mm potlood, liniaal, passer 1 triplex 190 / 20 x 10 mm,, 2 x boormachine 1 latje 150 x 10 x 5

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 25 april, 2008, 14.00-17.00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 18 deelvragen. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd formuleblad

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

STOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc 1/13

STOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc 1/13 VAK: Stooturbines A Set Proeftoets AT0 STOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT0 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc /3 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Bescikbare tijd: 00 inuten Uw naa:...

Nadere informatie

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek Verantwoordelijke docent: R. Hoogendoorn, H.J. Wimmenhoven Cursus Analoge- en Elektrotechniek Code MAMAET01 Cursusjaar: 2014 Datum: 2-6-2014 Tijdsduur: 90 min. Modulehouder: R. Hoogendoorn Aantal bladen:

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie Maak gebruik van de methode van de fasoren (teken ook het betreffende diagramma) om het verband tussen stroom en spanning te bepalen in een LC-kring die aangedreven wordt

Nadere informatie

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen Hoofdstuk 4 Magnetisme Doelstellingen 1. Weten welke magnetische grootheden bestaan en de verbanden ertussen kennen 2. Weten dat er verschillende soorten magnetisme bestaan 3. Weten wat inductie is 4.

Nadere informatie

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende Supergeleidende magneten in LHC De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende magneten te gebruiken Magnetiserende veldsterkte H, permeabiliteit, magnetische veldsterkte B De

Nadere informatie

Opgaven bij hoofdstuk 20 20.1. Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20.

Opgaven bij hoofdstuk 20 20.1. Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20. Elektrische Netwerken 49 Opgaven bij hoofdstuk 20 20.1 Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 12 = 1 ks, R 23 = 3 ks, R 31 = 6 ks 20.2 Bepaal R 12 t/m R 31 (in de driehoek)

Nadere informatie