Infonieuws 10/03/2016. Mogen agenten van politie een vuurwapen dragen?

Transcriptie

1 Infonieuws 10/03/2016 Mogen agenten van politie een vuurwapen dragen? De kogel is door de kerk. De onderhandelingen omtrent de wapendracht en de bevorderingsmogelijkheden van de agenten van politie werden afgerond met een gedeeltelijk akkoord vanwege ACV Politie. De bevoegdheden van de agenten van politie wijzigen in eerste instantie niet. Het kader van de agenten van politie behoort tot het operationeel kader. Het zijn echter geen politieambtenaren en bijgevolg zijn ze niet bevoegd voor de uitoefening van alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie. De politiebevoegdheid van de agenten van politie blijft beperkt tot de politie van het wegverkeer, het toezicht op de naleving van de gemeentelijke reglementering en de bijstand aan politieambtenaren. In het kader van deze bijstand mogen de agenten van politie zelf personen fouilleren en gebouwen of transportmiddelen doorzoeken. De uitvoering van speciale opdrachten van bescherming (van personen, goederen en posten) behoort op zich niet tot de bevoegdheden van de agenten van politie, maar alleen tot die van de politieambtenaren. De agenten van politie kunnen niet worden ingezet voor deze opdrachten en kunnen hun vuurwapen dus alleen gebruiken in het kader van hun opdracht van bijstand aan de politieambtenaren (artikel 44/12 Wet op het Politieambt). De agenten van politie hebben tevens een specifieke interventiebevoegdheid ingeval van ontdekking van een misdaad of wanbedrijf op heterdaad. In deze situatie mogen de agenten van politie de dader van de feiten vasthouden, een veiligheidsfouillering op hem uitvoeren en, in voorkomend geval, zijn voertuig tegenhouden. Hoewel ook de modale burger het recht heeft een persoon vast te houden die bij een misdaad of wanbedrijf op heterdaad betrapt werd, kan men het gevaar van zo een interventie niet ontkennen. Het is dan ook moeilijk te verantwoorden dat agenten van politie bijstand moeten verlenen aan politieambtenaren voor een opdracht waarbij alle wapens van de individuele bewapening van de politieambtenaren gedragen moeten worden, zonder dat zij over dezelfde beschermingsmiddelen kunnen beschikken. De vraag tot bewapening voor de agenten van politie is niet nieuw. De noodzaak tot een betere bescherming bleek reeds uit de resultaten van een onderzoek naar geweld bij politie waarbij deze personeelscategorie bijzondere aandacht verdient omdat ze zich bijzonder kwetsbaar voelen. De actuele terreurdreiging en de syndicale druk hebben de onderhandelingen van dit dossier ongetwijfeld bespoedigd. De reglementaire bewapening van de agenten van politie wordt gelijkaardig aan de individuele bewapening van de politieambtenaren. Dit noopt tot een aanpassing van de wet op het politieambt en een aanpassing van de opleiding.

2 De nieuwe agenten van politie zullen automatisch met de individuele bewapening worden uitgerust. De andere agenten van politie kunnen mits hun individueel akkoord en op voorwaarde dat hun overheid toestemming geeft de voorziene opleiding volgen (met de voorwaarde tot toestemming door de respectievelijke overheid was ACV Politie niet akkoord). De collectieve bewapening van de agenten van politie is actueel niet aan de orde. Dit zal ongetwijfeld aan bod komen tijdens de besprekingen van de nieuw op te richten directie van bewaking en bescherming binnen de Federale Politie (bespreking bevoegdheden opleiding bewapening, ). Voor wat betreft de doorstroming van agenten van politie naar inspecteur worden de slaagkansen duidelijk vergroot (meer instroommogelijkheid op beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken en aanpassing van de selectieprocedure). Iedereen zal uiteraard wel moeten bewijzen dat hij na het volgen van de opleiding (volledig of verkort) beschikt over de competenties die men vereist van een inspecteur. Dit alles moet nu nog zijn beslag vinden in aanpassing van de wet- en regelgeving (Wet, KB, MB en omzendbrieven GPI 48 en 62). Wet diverse bepalingen geïntegreerde politie Dit wetsontwerp diverse bepalingen (DOC /001) werd op 9 februari 2016 ingediend in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en biedt een antwoord op politionele noden van diverse aard (strategisch, operationeel, statutair, juridisch-technisch, uitvoering Regeer- en sectoraal akkoord 2014), onder meer: - het verduidelijken van de mogelijkheid voor de agenten van politie om zelf personen te fouilleren en gebouwen of transportmiddelen te doorzoeken in het kader van de bijstand aan de politieambtenaren; - een fijnmaziger rekruteringsproces voor de toekomstige personeelsleden van de geïntegreerde politie, met specifieke aandacht voor risicofactoren, en dit in de huidige context van radicalisering- en terrorismebestrijding (zo zal bv. rekening kunnen worden gehouden met het feit dat de kandidaat een band met het crimineel milieu vertoont, zelfs indien hij zelf (nog) geen strafbare feiten heeft gepleegd; - het toekennen van de bevoegdheid OGP/HPK aan bepaalde inspecteurs van politie, wat de operationaliteit in het gerechtelijke domein sterk zal bevorderen en de flexibiliteit qua personeelsaanwending zal verhogen. (ACV Politie koppelt dit aan doorstromingsmogelijkheden tot de graad van hoofdinspecteur mits het valoriseren van competenties); o de inspecteurs van politie die zijn aangewezen voor de lokale of federale recherche, zullen de OGP/HPK-hoedanigheid verkrijgen (en régime) o de inspecteurs van politie met 6 jaar kaderanciënniteit, zullen eveneens die hoedanigheid kunnen verkrijgen op vrijwillige basis (valoriseren van ervaring uitvoering protocol 340/1 23/04/2014 vereist nog uitvoeringsbesluiten). o de toekenning van die hoedanigheid beoogt de uitvoering van de aan die hoedanigheid verbonden bijzondere bevoegdheden en dus niet de

3 verantwoordelijkheden van omkadering door een lid van het middenkader of het officierenkader. - de mogelijkheid voor de korpsen van lokale politie over te gaan tot defusie, voor zover dit een operationeel-organisatorische meerwaarde heeft en dit kadert in een globalere fusieoperatie; - de overheveling van de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat (close protection) naar een bijzondere personeelscategorie van de federale politie, en dit op zowel statutair, functioneel, organisatorisch als logistiek-budgettair vlak; - de bescherming van de personeelsleden van het operationeel kader tegen mogelijke wraakacties door het vervangen van het naamplaatje door het identificatienummer van het betrokken personeelslid; - aanpassing rechtshulp; - een expliciete rechtsgrond om CALog-personeelsleden in dienst te kunnen nemen door middel van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur wanneer de vacante statutaire betrekkingen dringend moeten worden ingevuld en de mobiliteit dus niet kan worden afgewacht. Wat de invulling van statutaire betrekkingen betreft is en blijft de mobiliteit de basis. Een statutaire betrekking die tijdelijk contractueel wordt ingevuld, moet in de navolgende mobiliteitscyclus vacant worden verklaard (indien naderhand vereist externe statutaire werving); - De door een personeelslid opgebouwde anciënniteit zal gevaloriseerd worden door de toevoeging van het kwalificatief eerste aan de graad (van toepassing op alle personeelsleden van de geïntegreerde politie, ongeacht of ze statutair of contractueel, personeelslid van het operationeel kader of personeelslid van het administratief en logistiek kader zijn). - Zelfde normen inzake integriteit en normbesef voor kandidaten voor het administratief en logistiek kader; - de benoemende overheid de mogelijkheid bieden een contractueel personeelslid dat niet langer een betrekking bekleedt die gefinancierd wordt door tijdelijke of wisselende middelen (bijvoorbeeld: een gesubsidieerde contractueel), onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te houden (regularisatie gesco s Vlaanderen ingevolge akkoord Vlaamse Regering ); De tekst werd aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd (nog geen publicatie in het Belgisch Staatsblad op ogenblik van redactie). NAVAP De ministeriële omzendbrief GPI 85 (25/02/2016) betreffende het eindeloopbaanregime verduidelijkt de term dienstanciënniteit in het kader van de toekenning wachtgeld NAVAP. Onder jaren dienstanciënniteit in de openbare sector worden alle werkelijke diensten verstaan die het personeelslid heeft verricht bij een werkgever in de openbare sector. Onder werkelijke diensten moet worden verstaan: alle aanneembare dienstjaren in de openbare sector (bv. legerdienst) evenals alle diensten vervuld in een administratieve stand op grond waarvan het personeelslid, krachtens het toepasselijke statuut, zijn activiteitswedde, dan wel zijn recht op baremische bevordering, blijft behouden. Aangezien een personeelslid zich bij de meeste verloven in de administratieve stand van dienstactiviteit bevindt, gelden die perioden ook voor de berekening van de dienstanciënniteit. Hetzelfde geldt voor een periode van

4 disponibiliteit wegens ziekte. Wanneer een personeelslid zich in een administratieve stand van non-activiteit bevindt, zal er evenwel geen dienstanciënniteit worden opgebouwd. Zo zullen verlofstelsels als vierdagenweek, halftijds werken vanaf 50/55 jaar, loopbaanonderbreking, verlof om dwingende redenen van familiaal belang,...,wel meetellen voor de berekening van de dienstanciënniteit, maar komt de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden bijvoorbeeld niet in aanmerking voor de berekening. Ook de prestaties als contractueel personeelslid in de openbare sector komen in aanmerking voor de berekening van de dienstanciënniteit in de openbare sector. Kerntaken Bij de uitvoering van het kerntakendebat (20 items: beslissingen of verdere studie) zullen de vakbonden nauw betrokken worden. De roll-out is voorzien tussen 2016 en Meer middelen voor de politie Jarenlang werden de budgetten van de Federale Politie afgekalfd met als gevolg grote tekorten aan materieel en personeel. In het kader van de terreurdreiging heeft de Regering uiteindelijk beslist 400 miljoen bijkomend te investeren. Ondertussen is 300 van de 400 miljoen politiek gevalideerd. De uitvoering leidt tot significante bijkomende middelen voor de politie inzake werking en investering. Wat personeel betreft voorziet men voor de komende drie jaar inspecteurs. Dit zou moeten resulteren in een versterking van het operationeel kader van de federale politie met 1000 personeelsleden (versterking van de speciale eenheden, de federale gerechtelijke politie, mobiele afhandelingsteams, reserve, luchtvaart- en scheepvaartpolitie, uitrol van het ANPRschild, ). Ook de lokale politie zal een deel van de koek krijgen door de uitrol van I-Police en Shared mail +. In de 400 miljoen voorziet men tevens in een deel van de financiering van het nieuw op te richten bewakingskorps. Kanaalplan De aanpak tot uitvoering van het kanaalplan stuitte op heel wat verzet van het personeel met een stakingsaanzegging als gevolg. Voornaamste oorzaak was de nieuwe gewone plaats van het werk waarbij verplaatsingskosten en tijd moesten opgehoest worden door het personeel. Na afloop werd volgend compromis gesloten: 1. Oprichting van een werkgroep bij DGR om een structurele procedure uit te werken voor de toekomst; 2. Oprichting van een werkgroep bij de CG omtrent concept GRG; 3. Premie Brussel moet bekeken worden voor het personeel; 4. Overbrenging GPW naar de CIK s van hun werkplaats en daarna afdelen naar Molenbeek of Vilvoorde, met behoud van alle statutaire rechten die een afdeling met zich meebrengt. Dit met een tijdelijk karakter tot de werkgroep CG zijn werk afgerond heeft (voor een tijdelijke periode van 3 maanden). Bij de verplaatsingen geeft de

5 overheid de voorkeur om de kilometers te betalen i.p.v. een dienstvoertuig ter beschikking te stellen (niet voldoende voertuigen beschikbaar); 5. De echte zware sociale dossiers moeten bekeken worden. Bescherming identiteit Op aandringen van de vakbonden werkt minister Geens van Justitie aan de afscherming van de identiteit voor de leden van speciale eenheden van de federale politie (DSU). De regeling zal onder bepaalde voorwaarden ook gelden voor bepaalde onderzoekseenheden. Tegen het zomerreces zou de nieuwe wetgeving (onderdeel Pot-pourri IV) van kracht moeten zijn. Jan Adam Secretaris