Multimedia Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 Multimedia Gebruikershandleiding

2 Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. Eerste editie, november 2007 Artikelnummer van document:

3 Kennisgeving over het product In deze gebruikershandleiding worden de voorzieningen beschreven die op de meeste modellen beschikbaar zijn. Sommige voorzieningen zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. iii

4 iv Kennisgeving over het product

5 Inhoudsopgave 1 Multimediahardware gebruiken Geluidsvoorzieningen gebruiken... 1 Belangrijke audio-instellingen... 2 Audio-ingang (microfoon) gebruiken... 2 Audio-uitgang (hoofdtelefoon) gebruiken... 2 Geluidsvolume aanpassen... 2 Quick Launch-knoppen gebruiken... 3 Videovoorzieningen gebruiken... 4 Externe-monitorpoort gebruiken... 4 S-video-uitgang gebruiken (alleen bepaalde modellen)... 5 Webcam gebruiken (alleen bepaalde modellen)... 5 Webcameigenschappen aanpassen... 7 Optische-schijfeenheid gebruiken... 7 Geïnstalleerde optische-schijfeenheid herkennen... 7 Optische schijf plaatsen (cd of dvd)... 7 Optische schijf verwijderen wanneer de computer op accuvoeding of externe voeding werkt... 8 Optische schijf verwijderen als er geen voeding beschikbaar is... 9 Voorzieningen voor het afspelen van media gebruiken... 9 Hotkeys voor het afspelen van media gebruiken... 9 Knoppen voor het afspelen van media gebruiken (alleen bepaalde modellen) Knop Vorige/terugspoelen Knop Afspelen/pauzeren Knop Volgende/vooruitspoelen Knop Stoppen Werken met multimediasoftware Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware openen Multimediasoftware vanaf een schijf installeren Multimediasoftware gebruiken Onderbrekingen tijdens het afspelen voorkomen Regio-instelling voor dvd's wijzigen Waarschuwing met betrekking tot auteursrecht Index v

6 vi

7 1 Multimediahardware gebruiken Geluidsvoorzieningen gebruiken De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de geluidsvoorzieningen van de computer. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel (1) Interne microfoons (2) (alleen bepaalde modellen) Beschrijving Hiermee neemt u geluid op. OPMERKING: Als er zich naast elke microfoonopening een microfoonsymbool bevindt, heeft uw computer interne microfoons. (2) Luidsprekers (2) De luidsprekers geven geluid weer. (3) Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u een optionele headsetmicrofoon, stereomicrofoonarray of monomicrofoon aansluiten. (4) Audio-uitgang (hoofdtelefoon, tweede uitgang alleen op bepaalde modellen) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel aansluiten. (5) Knop Geluid uit Hiermee schakelt u de geluidsweergave van de computer uit (en weer in). (6) Schuifzone voor het geluidsvolume Hiermee past u het geluidsvolume aan. Schuif met uw vinger naar links om het volume te verlagen en naar rechts om het volume te verhogen. U kunt ook tikken op het minteken op deze schuifzone om het geluid zachter te zetten. Tik op het plusteken op deze schuifzone om het geluid harder te zetten. Geluidsvoorzieningen gebruiken 1

8 Belangrijke audio-instellingen Als u een audio- of videoapparaat, zoals een high-definitiontelevisie, aansluit op de HDMI-poort van de computer, krijgt u de beste resultaten als u zich aan de onderstaande richtlijnen houdt: Gebruik QuickPlay als softwaretoepassing. Stel S/PDIF (Sony/Philips Digital Interface) in als standaardafspeelapparaat voor audio. Anders hoort u mogelijk alleen audio via de luidsprekers van de computer en niet via het audio- of videoapparaat. Ga als volgt te werk om S/PDIF in te stellen als standaardafspeelapparaat voor audio: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > pictogram Geluiden. 2. Selecteer het tabblad Afspelen. 3. Selecteer S/PDIF-interface > Standaard en klik vervolgens op OK. 4. Start QuickPlay (of start dit programma opnieuw op als het reeds actief was). Het geluid wordt nu ook weergegeven via het audio- of videoapparaat. Audio-ingang (microfoon) gebruiken De computer is voorzien van een stereomicrofooningang (tweekanaals). Deze ondersteunt een optionele stereomicrofoonarray of een monomicrofoon. Als u geluidsopnamesoftware en een externe stereomicrofoon gebruikt, kunt u stereo-opnamen maken. Gebruik een microfoon met een 3,5-mm connector wanneer u een microfoon op de microfooningang aansluit. Audio-uitgang (hoofdtelefoon) gebruiken WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg voor aanvullende veiligheidsinformatie de Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. VOORZICHTIG: Steek nooit een mono-connector in de uitgang voor de hoofdtelefoon, om schade aan externe apparatuur te voorkomen. Naast een hoofdtelefoon kunt u op de hoofdtelefoonuitgang ook andere audioapparaten aansluiten, zoals luidsprekers met eigen voeding of een stereo-installatie. Gebruik een stereoconnector van 3,5-mm wanneer u een apparaat op de hoofdtelefoonuitgang aansluit. Wanneer u een extern audioapparaat aansluit op de hoofdtelefoonuitgang, worden de luidsprekers uitgeschakeld. Geluidsvolume aanpassen U kunt het geluidsvolume regelen met de volgende voorzieningen: Volumeregeling van de computer: Druk op de knop Geluid uit (1) om het geluid uit of weer in te schakelen. Druk op de knop Geluid zachter (2) om het geluid zachter te zetten. 2 Hoofdstuk 1 Multimediahardware gebruiken

9 Druk op de knop Geluid harder (3) om het geluid harder te zetten. OPMERKING: De tikgeluiden van de volumeknop zijn standaard ingeschakeld. U kunt dit geluid uitschakelen in Computer Setup (Computerinstellingen). Volumeregeling van Windows : a. Klik op het pictogram Volume in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. b. Zet het geluid harder of zachter door de schuifregelaar omhoog of omlaag te schuiven. Klik op het pictogram Geluid uit om het geluid uit te schakelen. of a. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Volume in het systeemvak en klik op Open Volume Mixer (Volumemixer openen). b. In de kolom Apparaat verhoogt of verlaagt u het geluidsvolume door de schuifregelaar omhoog of omlaag te bewegen. U kunt het geluid ook uitschakelen door op het pictogram Geluid uit te klikken. Als het pictogram Volume niet in het systeemvak staat, plaatst u het als volgt in het systeemvak: a. Klik met de rechtermuisknop in het systeemvak en klik op Eigenschappen. b. Klik op het tabblad Systeemvak. c. Schakel onder de systeempictogrammen het selectievakje Volume in. d. Klik op OK. Volumeregeling van programma: Het volume kan ook binnen bepaalde programma's worden geregeld. Quick Launch-knoppen gebruiken De functies van de mediaknop (1) en de dvd-knop (alleen bepaalde modellen) (2) variëren per model en de software die is geïnstalleerd op de computer. Met deze knoppen kunt u films op dvd bekijken, muziek beluisteren en afbeeldingen weergeven. Quick Launch-knoppen gebruiken 3

10 Door op de mediaknop te drukken start u het programma QuickPlay of DVDPlay. Als u op de dvd-knop drukt, start u de voorziening voor het afspelen van dvd's van het programma QuickPlay. OPMERKING: Als de computer zo is geconfigureerd dat een aanmeldwachtwoord vereist is, wordt u mogelijk gevraagd zich aan te melden bij Windows. QuickPlay of DVDPlay wordt gestart nadat u zich heeft aangemeld. Raadpleeg de online Help van QuickPlay of DVDPlay voor meer informatie. Videovoorzieningen gebruiken Externe-monitorpoort gebruiken Via de externe-monitorpoort sluit u een extern weergaveapparaat aan op de computer, zoals een externe monitor of projector. Sluit de kabel van het apparaat aan op de externe-monitorpoort om een weergaveapparaat aan te sluiten. OPMERKING: Als een extern weergaveapparaat op de juiste wijze is aangesloten maar geen beeld geeft, drukt u op fn+f4 om het beeld naar het apparaat te schakelen. Druk meerdere malen op fn+f4 om het beeld te schakelen van het computerbeeldscherm naar het apparaat en terug. 4 Hoofdstuk 1 Multimediahardware gebruiken

11 S-video-uitgang gebruiken (alleen bepaalde modellen) Via de 7-pins S-Video-uitgang kunt u de computer aansluiten op een optioneel S-Video-apparaat zoals een televisie, videorecorder, camcorder, overheadprojector, of video-opnamekaart. Om videosignalen te versturen via de S-Video-uitgang heeft u een S-Video-kabel nodig. Deze is verkrijgbaar bij de meeste elektronicazaken. Wanneer u audio- en videofuncties combineert, zoals wanneer u een dvd-film afspeelt op uw computer en deze op uw televisie weergeeft, heeft u ook een standaard audiokabel nodig die u aansluit op de hoofdtelefoonuitgang. Deze is verkrijgbaar bij de meeste elektronicazaken. De computer ondersteunt één S-Video-apparaat dat is verbonden met de S-Video-uitgang terwijl tegelijkertijd beeld wordt weergegeven op het computerbeeldscherm of een andere ondersteund extern weergaveapparaat. OPMERKING: De S-Video-verbinding geeft beeld van betere kwaliteit dan een samengesteldevideoverbinding. U sluit als volgt een videoapparaat aan op de S-Video-uitgang: 1. Sluit het ene uiteinde van de S-Video-kabel aan op de S-Video-uitgang op de computer. OPMERKING: Als de S-Video-uitgang van de computer niet toegankelijk is omdat de computer in een optioneel dockingapparaat is geplaatst, sluit u de S-Video-kabel aan op de S-Video-uitgang op het dockingapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het weergaveapparaat, zoals aangegeven in de bij het apparaat geleverde gebruikershandleiding. 3. Druk op fn+f4 om het beeld op het scherm naar een ander met de computer verbonden weergaveapparaat te schakelen. Webcam gebruiken (alleen bepaalde modellen) De computer is uitgerust met een ingebouwde webcam. Deze bevindt zich aan de bovenkant van het scherm. Als u de webcam en de CyberLink YouCam-software wilt gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > CyberLink YouCam > YouCam. OPMERKING: De eerste keer dat u de webcamsoftware opent, kan er een korte vertraging optreden omdat de software wordt geladen. Webcam gebruiken (alleen bepaalde modellen) 5

12 Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de webcam de website van HP op Selecteer Nederlands (of desgewenst een andere taal) en zoek naar webcam voor notebook. Als u YouCam gebruikt als standaardwebcamsoftware kunt u experimenteren met de volgende functies: Video opnemen en webcamvideo afspelen: U kunt ook video's per verzenden of uploaden naar YouTube, met behulp van het pictogram in de interface van de software. Streaming video: Als u uw programma voor expresberichten opent, wordt in YouCam een zwevende werkbalk weergegeven waarmee u grafische effecten kunt toevoegen. Speciale effecten: U kunt kaders, filters en emoticons toevoegen aan uw foto's en video. Foto's: U kunt een webcambeeld opslaan als afzonderlijke foto, of snel opeenvolgende webcambeelden opslaan als een reeks foto's. Verbinding maken: U kunt per foto's en video verzenden met behulp van het pictogram in de interface van de software. OPMERKING: Raadpleeg de online Help voor meer informatie over het gebruiken van software voor de geïntegreerde camera. Het cameralampje (1) brandt wanneer de camera (2) wordt gebruikt door videosoftware. Bij het gebruik van de webcam krijgt u de beste resultaten als u zich aan de volgende richtlijnen houdt: Zorg ervoor dat u over de meest recente versie van een programma voor expresberichten beschikt voordat u een videogesprek start. De webcam werkt mogelijk niet goed bij bepaalde netwerkfirewalls. Als u problemen heeft bij het bekijken of verzenden van video naar iemand op een ander LAN of buiten de firewall van uw netwerk, schakelt u de firewall tijdelijk uit. OPMERKING: In bepaalde situaties kan een firewall toegang tot spelletjes op internet blokkeren, het delen van printers of bestanden in een netwerk tegenhouden of toegestane bijlagen bij e- mailberichten blokkeren. U kunt dit probleem tijdelijk oplossen door de firewall uit te schakelen, de gewenste taak uit te voeren en de firewall weer in te schakelen. Configureer de firewall opnieuw als u het probleem blijvend wilt oplossen. Plaats heldere lichtbronnen zo mogelijk achter de camera en buiten het beeldveld. 6 Hoofdstuk 1 Multimediahardware gebruiken

13 Webcameigenschappen aanpassen U kunt de volgende webcameigenschappen aanpassen: Helderheid: De hoeveelheid licht in het beeld. Een hogere instelling voor helderheid zorgt voor een lichter beeld. Een lagere instelling voor helderheid zorgt voor een donkerder beeld. Contrast: Het verschil tussen lichtere en donkerdere delen van het beeld. Een hogere instelling voor contrast zorgt voor een scherper beeld. Een lagere instelling voor contrast behoudt het oorspronkelijke dynamische bereik, maar zorgt voor een vlakker beeld. Kleurtint: Het aspect van een kleur dat de kleur onderscheidt van andere kleuren (waardoor een kleur bijvoorbeeld als rood, groen of blauw wordt waargenomen). Kleurtint is niet hetzelfde als verzadiging. Verzadiging is de intensiteit van de kleurtint. Verzadiging: De kracht van een kleur in het uiteindelijke beeld. Een hogere instelling voor verzadiging zorgt voor een meer uitgesproken beeld. Een lagere instelling voor verzadiging zorgt voor een subtieler beeld. Scherpte: De definitie van randen in een beeld. Een hogere instelling voor scherpte zorgt voor een sterker gedefinieerde afbeelding. Een lagere instelling voor scherpte zorgt voor een zachtere afbeelding. Kleurgamma: Het contrast dat van invloed is op de middelste grijswaarden of middentonen van een beeld. Met deze optie kunt u de helderheid van de middelste grijswaarden en middentonen instellen, zonder de donkere en lichte plekken drastisch aan te passen. Een lagere instelling voor gamma zorgt ervoor dat grijstinten in de richting van zwart gaan en donkere kleuren nog donkerder worden. Tegenlichtcorrectie: Hiermee wordt het beeld gecorrigeerd als er sprake is van veel tegenlicht. Als dit niet zou gebeuren zou het beeld onduidelijk worden of zou alleen een silhouet van het onderwerp zichtbaar zijn. Het dialoogvenster Eigenschappen kan worden geopend vanuit verschillende programma's die met de geïntegreerde camera kunnen werken. Meestal kunt u dit dialoogvenster open vanuit een configuratie-, instellingen- of eigenschappenmenu. Optische-schijfeenheid gebruiken Met de optische-schijfeenheid kunt u cd's en dvd's afspelen, kopiëren en samenstellen, afhankelijk van het type optische-schijfeenheid van uw computer en de software die op uw computer is geïnstalleerd. Geïnstalleerde optische-schijfeenheid herkennen Selecteer Start > Computer. Optische schijf plaatsen (cd of dvd) 1. Zet de computer aan. 2. Druk op de ejectknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen. 3. Trek de lade uit (2). 4. Houd de cd of dvd bij de randen vast om te voorkomen dat u het oppervlak aanraakt en plaats de schijf op de as in de lade met het label naar boven. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden opengeschoven, houdt u de schijf enigszins schuin zodat u deze voorzichtig op de as kunt plaatsen. Optische-schijfeenheid gebruiken 7

14 5. Druk de schijf voorzichtig op de as van de lade totdat de schijf vastklikt (3). 6. Sluit de lade. OPMERKING: Nadat u een schijf heeft geplaatst, volgt een korte pauze. Als u geen mediaspeler heeft geselecteerd, wordt het dialoogvenster Automatisch afspelen geopend. In dit venster kunt u selecteren hoe u de inhoud van het medium wilt gebruiken. Optische schijf verwijderen wanneer de computer op accuvoeding of externe voeding werkt 1. Druk op de ejectknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen en trek de lade voorzichtig zo ver mogelijk uit (2). 2. Verwijder de schijf uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt (3). Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen. 3. Sluit de lade en berg de schijf op in het bijbehorende doosje. 8 Hoofdstuk 1 Multimediahardware gebruiken

15 Optische schijf verwijderen als er geen voeding beschikbaar is 1. Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de schijfeenheid. 2. Druk voorzichtig op de paperclip om de lade te ontgrendelen en trek de lade vervolgens zo ver mogelijk uit (2). 3. Verwijder de schijf uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt (3). Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen. 4. Sluit de lade en berg de schijf op in het bijbehorende doosje. Voorzieningen voor het afspelen van media gebruiken Met de hotkeys en de knoppen voor het afspelen van media (alleen bepaalde modellen) kunt u het afspelen besturen van een audio-cd of een dvd die in de optische-schijfeenheid is geplaatst. Hotkeys voor het afspelen van media gebruiken Een hotkey voor het afspelen van media is een vooraf ingestelde combinatie van de fn-toets (1) en een functietoets. Als een audio-cd of -dvd niet wordt afgespeeld, drukt u op fn+f9 (2) om de schijf af te spelen. Als een audio-cd of een dvd wordt afgespeeld, gebruikt u de volgende hotkeys: Druk op fn+f9 (2) om het afspelen van de schijf te onderbreken of te hervatten. Druk op fn+f10 (3) om het afspelen van de schijf te stoppen. Voorzieningen voor het afspelen van media gebruiken 9

16 Druk op fn+f11 (4) om het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige hoofdstuk van een dvd af te spelen. Druk op fn+f12 (5) om het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende hoofdstuk van een dvd af te spelen. Knoppen voor het afspelen van media gebruiken (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: Het geluid dat wordt gemaakt door de mediaknoppen is in de fabriek ingeschakeld. U kunt het geluid uitschakelen in het Setupprogramma (f10). De volgende afbeelding en onderwerpen geven informatie over de functies van de knoppen voor het afspelen van media. Knop Vorige/terugspoelen (1) Knop Afspelen/pauzeren (2) Knop Volgende/vooruitspoelen (3) Knop Stoppen (4) 10 Hoofdstuk 1 Multimediahardware gebruiken

17 Knop Vorige/terugspoelen Med iast atu s Schi jf wor dt afge spe eld Schi jf wor dt afge spe eld Knop Knop Vorige/terugspoelen fn + knop Vorige/terugspoelen Functie Het vorige muziekstuk of hoofdstuk afspelen. Het huidige muziekstuk of hoofdstuk terugspoelen. Knop Afspelen/pauzeren Med iast atu s Schi jf wor dt niet afge spe eld Schi jf wor dt afge spe eld Knop Knop Afspelen/pauzeren Knop Afspelen/pauzeren Functie Hiermee speelt u de media af. Het afspelen onderbreken. Knop Volgende/vooruitspoelen Med iast atu s Schi jf wor dt afge Knop Knop Volgende/vooruitspoelen Functie Het volgende muziekstuk of hoofdstuk afspelen. Voorzieningen voor het afspelen van media gebruiken 11

18 Med iast atu s spe eld Schi jf wor dt afge spe eld Knop fn + knop Volgende/vooruitspoelen Functie Het huidige muziekstuk of hoofdstuk vooruitspoelen. Knop Stoppen Med iast atu s Schi jf wor dt afge spe eld Knop Knop Stoppen Functie Het afspelen stoppen. 12 Hoofdstuk 1 Multimediahardware gebruiken

19 2 Werken met multimediasoftware Op de computer staat vooraf geïnstalleerde multimediasoftware. Sommige modellen worden geleverd met aanvullende multimediasoftware op een optische schijf. Afhankelijk van de hardware en software die bij de computer is geleverd, kunnen de volgende multimediataken worden ondersteund: digitale media afspelen, waaronder audio- en video-cd's, audio- en video-dvd's en internetradio gegevens-cd's samenstellen of kopiëren audio-cd's samenstellen, bewerken en branden video's of films maken, bewerken en branden op een dvd of video-cd VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om het risico van verlies van gegevens of schade aan een schijf te beperken: Sluit de computer aan op een betrouwbare externe voedingsbron voordat u naar een schijf schrijft. Schrijf niet naar een schijf als de computer op accuvoeding werkt. Sluit alle programma's voordat u naar de schijf begint te schrijven, behalve de schrijfsoftware die u gebruikt. Kopieer niet rechtstreeks van een bronschijf naar een doelschijf of van een netwerkschijf naar een doelschijf. Kopieer eerst van een bronschijf of netwerkschijf naar uw vaste schijf en kopieer vervolgens van de vaste schijf naar de doelschijf. Gebruik het toetsenbord van de computer niet of verplaats de computer niet als de computer naar een schijf schrijft. Het schrijfproces is gevoelig voor trillingen. OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van software die met de computer is geleverd de instructies van de fabrikant van de software. Deze instructies kunnen beschikbaar zijn op schijf, als online Help-bestanden of op de website van de fabrikant. Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware openen 1. Selecteer Start > Alle programma's. 2. Klik op het programma dat u wilt openen. Multimediasoftware vanaf een schijf installeren 1. Plaats de schijf in de optische-schijfeenheid. 2. Volg de installatie-instructies die worden gegeven in de installatiewizard. 3. Start de computer opnieuw op als daarom wordt gevraagd. Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware openen 13

20 Multimediasoftware gebruiken 1. Selecteer Start > Alle programma's en vervolgens het multimediaprogramma dat u wilt gebruiken. Klik bijvoorbeeld op QuickPlay als u een audio-cd wilt afspelen met QuickPlay. OPMERKING: Sommige programma's bevinden zich mogelijk in submappen. 2. Plaats de schijf, bijvoorbeeld een audio-cd, in de optische-schijfeenheid. 3. Volg de instructies op het scherm. of 1. Plaats de schijf, bijvoorbeeld een audio-cd, in de optische-schijfeenheid. Het dialoogvenster Automatisch afspelen wordt geopend. 2. Volg de instructies op het scherm. Onderbrekingen tijdens het afspelen voorkomen U voorkomt als volgt dat het afspelen wordt onderbroken: Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's voordat u een cd of dvd afspeelt. Sluit geen hardware aan en koppel geen hardware los tijdens het afspelen van een schijf. Activeer de slaapstand of hibernationstand (sluimerstand) niet tijdens het afspelen van een schijf. Als u dat wel doet, kan er een waarschuwing worden weergegeven waarin u wordt gevraagd of u wilt doorgaan. Als dit bericht wordt weergegeven, klikt u op Nee. Nadat u op Nee heeft geklikt, kan het volgende gebeuren: Het afspelen wordt hervat. of Het afspeelvenster van het multimediaprogramma wordt mogelijk gesloten. Druk op de knop Afspelen van het multimediaprogramma om het afspelen van de cd of dvd te hervatten. In uitzonderlijke gevallen kan het noodzakelijk zijn het programma af te sluiten en opnieuw te starten. Regio-instelling voor dvd's wijzigen De meeste dvd's met auteursrechtelijk beschermde bestanden bevatten ook regiocodes. Regiocodes zijn een hulpmiddel voor de internationale bescherming van auteursrechten. U kunt een dvd met regiocode alleen afspelen als de regiocode op de dvd overeenkomt met de regioinstelling van uw dvd-drive. VOORZICHTIG: U kunt de regio-instelling van de dvd-drive slechts vijf keer wijzigen. De vijfde regio-instelling die u selecteert, wordt de permanente regio-instelling van de dvd-drive. Op het tabblad DVD-regio kunt u zien hoe vaak u de regio-instelling nog kunt wijzigen. 14 Hoofdstuk 2 Werken met multimediasoftware

21 U wijzigt als volgt de instelling met het besturingssysteem: 1. Selecteer Start > Computer > Systeemeigenschappen. 2. Klik in het linkerdeelvenster op Apparaatbeheer. OPMERKING: Met de voorziening voor het beheer van gebruikersaccounts van Windows kunt u zorgen voor een betere beveiliging van uw computer. U kunt worden gevraagd om toestemming of wachtwoorden voor taken zoals het installeren van applicaties, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigingen van instellingen van Windows. Raadpleeg de online Help van Windows voor meer informatie. 3. Klik op het "+"-teken naast Dvd-/cd-rom-stations. 4. Klik met de rechtermuisknop op de dvd-drive waarvan u de regio-instelling wilt wijzigen en klik vervolgens op Eigenschappen. 5. Breng de gewenste wijzigingen aan op het tabblad DVD-regio. 6. Klik op OK. Waarschuwing met betrekking tot auteursrecht Het illegaal kopiëren van auteursrechtelijk beschermd materiaal, waaronder computerprogramma's, films, uitzendingen en geluidsopnamen, vormt op grond van het van toepassing zijnde auteursrecht een strafrechtelijke overtreding. Gebruik deze computer niet voor dergelijke doeleinden. Waarschuwing met betrekking tot auteursrecht 15

22 Index A audio-ingang (microfoon) 2 Audio-ingang (microfoon) 1 Audio-instellingen 2 Audio-uitgang (hoofdtelefoon) 1, 2 auteursrecht 15 C Cd afspelen 14 beveiligen 13 plaatsen 7 schrijven naar 13 verwijderen, geen voeding beschikbaar 9 verwijderen, voeding beschikbaar 8 D Dvd afspelen 14 beveiligen 13 plaatsen 7 regio-instelling wijzigen 14 schrijven naar 13 verwijderen, geen voeding beschikbaar 9 verwijderen, voeding beschikbaar 8 Dvd, regio-instelling 14 Dvd-knop 3 E Externe-monitorpoort 4 G Geluidsvolume, aanpassen 2 Geluidsvoorzieningen 1 H Hoofdtelefoons 1 I in-/uitgangen audio-ingang (microfoon) 2 In-/uitgangen audio-ingang (microfoon) 1 audio-uitgang (hoofdtelefoon) 1, 2 S-video-uitgang 5 Interne microfoon, herkennen 1 K Knoppen afspelen/pauzeren 10 dvd 3 media 3 stoppen 10 volgende/vooruitspoelen 10 vorige/terugspoelen 10 Knoppen voor afspelen van media, herkennen 10 L Luidsprekers 1 M Media afspelen, hotkeys 9 Mediaknop 3 Microfonen, ondersteund 2 Microfoon, intern 1 Monitor, aansluiten 4 Multimediasoftware definitie 13 gebruiken 14 O Oortelefoon 1 Optische schijf plaatsen 7 schrijven naar 13 verwijderen, geen voeding beschikbaar 9 verwijderen, voeding beschikbaar 8 Optische-schijfeenheid afspelen 14 beveiligen 13 P Poorten externe monitor 4 Programma's gebruiken 14 multimedia 13 Projector, aansluiten 4 Q Quick Launch-knoppen 3 QuickPlay 3 R Regiocode, dvd 14 S Software gebruiken 14 multimedia 13 S-video-uitgang 5 T Televisietoestel 2 V Videorecorder 2 Voorzorgsmaatregelen voor afspelen 14 W Webcam eigenschappen 7 herkennen 5 16 Index

23