Meerderjarig in de jeugdzorg, en dan..?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meerderjarig in de jeugdzorg, en dan..?"

Transcriptie

1 Meerderjarig in de jeugdzorg, en dan..? Onderzoek naar de overdracht van 18 plussers van de residentiële jeugdzorg en pleegzorg naar het lokale jeugdbeleid Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg Sylvia Weekers en Roos Sohier s-hertogenbosch, 18 april

2 Inhoudsopgave Samenvatting 2 1 Aanleiding 4 2 Afbakening en aanpak onderzoek Doelgroep Probleemschets Onderzoeksvraag Aanpak onderzoek en opbouw publicatie 6 3 Literatuurstudie Verantwoordelijkheden provincie en gemeenten Aansluiting provinciale jeugdzorg en lokaal jeugdbeleid Pilotprojecten Operatie Jong Huisvestingsproblematiek Zwerfjongeren Cijfermateriaal 11 4 Praktijkervaring Gemeenten Bureau Jeugdzorg Algemeen Maatschappelijk Werk Jeugdzorginstellingen 15 5 Meerderjarig in de Pleegzorg: een verkenning Versterking van de pleegzorg in Noord-Brabant Themanummer tijdschrift voor de pleegzorg Nederlandse vereniging voor Pleeggezinnen Pleegouderraden in Brabant 23 6 Conclusies 25 7 Oplossingsrichting 28 Geraadpleegde publicaties 31 Bijlagen Bijlage 1: Provinciaal gefinancierde jeugdzorg 32 Bijlage 2: Geraadpleegde contactpersonen Bijlage 3: Vragenlijsten 1

3 SAMENVATTING Jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg en die nog zorg/bescherming nodig hebben, kunnen vaak geen passende ondersteuning vinden. Deze problematiek is afgelopen jaar in diverse provinciale overleggen en notities aan de orde geweest. Dit heeft er toe geleid dat de PRVMZ op verzoek van de Provincie Noord-Brabant een quickscan heeft uitgevoerd naar de uitstroomproblematiek van meerderjarige jongeren, zowel uit de residentiële voorzieningen als uit de pleegzorg. Doelgroep Het gaat over jongeren van 18, maar ook van 16 of 17 jaar, die uitstromen uit de geïndiceerde residentiële jeugdzorg en de pleegzorg 1. Bij sommige jongeren gaat dit goed, maar voor een deel van de jongeren geldt dat de stap naar volwassenheid en zelfstandigheid (nog) te groot is. Het meest kwetsbaren zijn de minder begaafde jongeren (maar qua intelligentie vaak te hoog voor LVG), zonder (stabiel) sociaal netwerk, gevoelig voor alcohol/drugs, jongeren met schulden en die genoeg hebben van de hulpverlening.vaak is er dan nog begeleiding nodig om als zelfstandig individu te kunnen functioneren. Probleemschets Bij uitplaatsing is een weg terug naar huis niet altijd mogelijk of wenselijk. Ouders zijn niet altijd in staat om hun kind te ondersteunen.het ontbreken van een sociaal netwerk, geschikte huisvesting en werk/opleiding of een andere dagbesteding vormt een groot risico ten aanzien van het ontstaan van (een opeenstapeling van) problemen en maatschappelijke uitval. Deze jongeren zijn dan ook gebaat bij begeleiding bij het zelfstandig wonen en bij het vinden c.q. behouden van scholing of werk. Een deel daarvan heeft tevens een zorgcomponent nodig in verband met een psychische en/of een (licht) verstandelijke beperking. Overdracht is een zwakke schakel De overdracht van begeleiding en zorg van jeugdhulpverlening naar lokale voorzieningen blijkt de zwakke schakel in de keten. Als de jongere te snel uit beeld raakt bij de jeugdzorg zonder dat de verantwoordelijkheid (waar nodig) is overgedragen aan een andere instelling (de zgn. warme overdracht) dan vallen deze jongeren makkelijk uit het traject. Hierbij spelen veel factoren een rol: beperkte tijd die hulpverleners in de overdracht kunnen steken, beperkte overdracht van informatie waarbij privacyregels ter bescherming van de cliënt als belemmering worden aangevoerd, het soms ontbreken van een (duidelijke) hulpvraag bij de jongere en geen heldere verantwoordelijkheid om in de overdrachtsfase te waarborgen dat de jongere daadwerkelijk de adequate begeleiding krijgt die nodig is. Een kwetsbare groep jongeren raakt daardoor te gemakkelijk uit beeld. Aanbod sluit niet aan op de vraag Lokale voorzieningen en de volwassenenzorg (GGZ en LVG) sluiten niet aan op de specifieke hulpbehoeften van jongeren. Het aanbod is vooral gericht op volwassen en niet toegesneden op de ontwikkelingsfase van jongeren van 18 t/m 23 jaar. Mogelijkheden voor praktische ondersteuning en pedagogische begeleiding zijn beperkt voorhanden. Er ontbreken voor deze jongeren structurele voorzieningen voor huisvesting, werk/opleiding en dagbesteding. Om te voorkomen dat deze groep kwetsbare jongeren geen volwaardige plek vinden in de samenleving is het van belang lokaal een laagdrempelig aanbod te organiseren. Pleegouders op zichzelf aangewezen Bovengenoemde problemen gelden ook voor jongeren die uit een pleeggezin komen. Maar er doen zich in deze situatie een aantal specifieke problemen voor. Pleegouders worden geconfronteerd met kwetsbare pleegkinderen die 18 worden. Formeel ligt de zorgplicht na het achttiende jaar weer bij de (biologische) ouders. Ouders waarmee soms jaren geen (goed) contact mee is geweest. Het kan heel belastend zijn voor jongeren om een beroep te moeten doen op de ouders, als deze al jaren niet meer voor je hebben kunnen zorgen. En lang niet alle ouders zullen op dat moment in staat zijn om praktisch, emotioneel en financieel hun kind te ondersteunen. Het pleegkind moet zelfstandig verder en pleegouders behouden vervolgens een morele zorgplicht. Zij vormen voor het pleegkind de meest natuurlijke basis en de (emotionele en praktische) steun in de rug om de stap naar zelfstandigheid te maken. Maar de begeleiding en de pleegzorgvergoeding stoppen in de meeste gevallen bij 18 jaar. Het is dus aan de pleegouders om te besluiten wel of niet voor de jongere, die wellicht al jaren bij hen 1 Dat wil zeggen: jongeren die komen uit de door de provincie gefinancierde jeugdzorg. Vooralsnog is de uitstroom uit de Jeugdggz, de Jeugd-lgv en de jeugdreclassering niet meegenomen. 2

4 woont, te blijven zorgen en onder welke condities. Belangrijk knelpunt is dat pleegouders onvoldoende en niet (tijdig) geïnformeerd worden en weinig praktische ondersteuning krijgen bij de afhandeling van (financiële) zaken zoals het regelen van uitkering of studiefinanciering, ziektekostenverzekering, het zoeken naar werk en woonruimte. Vanuit het perspectief van de jongeren zou het veel logischer en wenselijk zijn dat ouderlijke bevoegdheden tot 21 jaar bij de voogden en/of pleegouders blijven. Oplossingsrichtingen De verantwoordelijkheid voor een goede aansluiting tussen jeugdzorg en lokale voorzieningen en de volwassenzorg ligt bij velen. Hierin ligt tegelijkertijd het probleem en de oplossing. Doordat er niet één verantwoordelijke is, blijft het onduidelijk wie het voortouw neemt om de knelpunten aan te pakken. Anderzijds: een goede aansluiting kan alleen bereikt worden als alle partijen (de jeugdzorg, de provincie, de lokale overheden en voorzieningen en de zorgsector) zich gezamenlijk inspannen om dit te bewerkstelligen. Oplossingsrichtingen op zorginhoudelijk gebied zijn: Het versterken van het sociale netwerk en sociale vaardigheden als vast onderdeel binnen de jeugdzorg. Daarbij investeren in de band met de ouders en sociaal netwerk en als dat niet mogelijk is zorgdragen voor een alternatieve basis c.q. steunstructuur voor jongeren (met eventueel bijbehorende ouderlijke bevoegdheden die tot het 21 ste jaar gelden); De begeleiding en hulpverlening gericht op de volwassenheid en rekening houdend met de problematiek van het (pleeg)kind, moet in een veel eerder stadium en structureel ingezet worden. Begeleiders vanuit de jeugdzorg moeten (pleeg)ouders en jongeren tijdig informeren en praktische ondersteuning bieden bij het regelen van allerlei zaken in verband met het bereiken van de meerderjarigheidsgrens; Continuïteit van zorg waarborgen zowel in tijd als in inhoudelijke begeleiding. Dit betekent: - Tijdig een inschatting maken van de risico s, mogelijkheden en beperkingen zodat tijdig passende begeleiding gerealiseerd kan worden; - Het creëren van een passend aanbod voor de kwetsbare groep jongeren met aandacht voor alle levensgebieden (wonen, werk/opleiding, financiën, sociaal netwerk etc.). Dit niet in de vorm van nazorg, maar als doorlopend begeleidingstraject; - Begeleidingscontacten pas beëindigen als de begeleiding door een ander daadwerkelijk is opgepakt en er een goede informatieoverdracht heeft plaatsgevonden (de zgn. warme overdracht); Het realiseren van laagdrempelig aanbod voor en het blijven monitoren van jongeren die geen (directe) hulpvraag of -behoefte hebben maar waar wel zorgen over zijn. Oplossingsrichtingen op beleidsniveau zijn: Het verleggen van de leeftijdsgrens voor jeugdzorg van 18 naar 21 of 23 jaar. Heldere indicaties en versoepeling voor verlengde (pleeg)zorg, ook voor jongeren die niet meer afhankelijk willen zijn van hulp maar waar de problematiek zodanig is dat zij het risico lopen op problemen op diverse leefgebieden; Het verhogen van de pleegzorgleeftijd tot 21 jaar en/of zorgdragen dat waar nodig in een eerder stadium van de pleegzorg ouderlijke bevoegdheden toebedeeld worden aan de pleegouders; De provincie maakt heldere afspraken met gemeenten over de overdracht van 18-jarigen naar lokale voorzieningen met betrekking tot wonen, werk/opleiding, financiën, sociaal netwerk en hulpverlening; Heldere rol en taakverdeling tussen betrokken ketenpartners (jeugdzorgaanbieders, Bureau Jeugdzorg, gemeentelijke voorzieningen, AWBZ-zorg); Heldere (provinciale en gemeentelijke) regelingen om financiële problemen te voorkomen als de (biologische) ouders niet kunnen of willen voldoen aan de onderhoudsplicht; De aansluiting, afstemming en samenwerking borgen op beleids- en bestuurlijk niveau; Aantallen in beeld: Bureau Jeugdzorg en de VVP dienen (in opdracht van de provincie) per jaar aan te geven hoeveel 16, 17 en 18 jarigen uitstromen, naar welke gemeente zij gaan en welke vervolghulp nodig dan wel gerealiseerd is; Het opstellen van standaardregeling en convenanten waarbij de zorgplicht voor jarigen uit de pleegzorg, wordt geregeld in Noord-Brabant (bijvoorbeeld aanspraken op bijstand, bijzondere bijstand, AWBZ, etc.) door zorgkantoren, Bureau Jeugdzorg, gemeenten en zorgaanbieders. 3

5 1. Aanleiding Jongeren van 18 jaar die uitstromen uit de jeugdzorg en die nog jaren zorg/bescherming nodig hebben, kunnen vaak nergens terecht. Deze problematiek is afgelopen jaar in diverse provinciale overleggen en notities aan de orde geweest: - In het Bestuurlijk Overleg Jeugdzorg, waarin de jeugdzorgaanbieders, Bureau jeugdzorg n de Provincie Noord-Brabant vertegenwoordigd zijn, is deze problematiek aan bod gekomen. Dit ondermeer naar aanleiding van een informatieronde langs de instellingen voor maatschappelijke opvang, waarbij de provincie geconstateerd heeft dat bijna alle zwerfjongeren een geschiedenis in de jeugdzorg/ggz of LVG sector hebben. - In ditzelfde Bestuurlijke Overleg Jeugdzorg zijn in september 2006 de onderzoeksrapporten van de PRVMZ besproken die ingaan op instroom, doorstroom en uitstroom in de residentiële jeugdzorg in Noord-Brabant. Ook hier kwam het probleem van 18-plussers met een hulpverleningsgeschiedenis naar voren. Een citaat uit het eindrapport: Jongeren van 18 die uitstromen en niet zelfstandig genoeg zijn en nog jaren zorg/bescherming nodig hebben kunnen vaak nergens terecht. Het aanbod aan woonruimte voor jongeren die wel zelfstandig kunnen wonen is ook niet voldoende. In het rapport wordt daarnaast een pleidooi gegeven voor aandacht voor de relatie met studie/werk/inkomen van 18-plussers en voor goede nazorg. - In een brief, opgesteld door de 27 grootste gemeenten van Nederland, die in november 2006 is gestuurd naar de (fictief net aangetreden) minister van Jeugd wordt de wens geuit voor een verhoging van de leeftijdsgrens voor jeugdzorg naar 23 jaar. Achterliggende gedachte is dat alle jongeren en ouders een passende vorm van ondersteuning krijgen. Voor de groep van 18 tot 23 jaar biedt de volwassenenzorg niet altijd goede begeleiding, aldus de auteurs van de brief. - Uit een notitie van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant over 18+ beleid van oktober 2006 blijkt dat er onduidelijkheid bestaat bij de eigen medewerkers wanneer 18- jarigen en ouder nu wel of niet een beroep kunnen doen op Bureau Jeugdzorg. Daarnaast is er verwarring rond begrippen als nazorg, verlengde zorg, voortgezette hulp en 18+ beleid. - In de concept Verbeteragenda provincie gemeenten staat als 8 e verbeterpunt nazorg/doorgaande lijn met als toelichting dat er verbeteringen nodig zijn om de warme overdracht van cliënten te bewerkstelligen van het geïndiceerde naar het niet-geïndiceerde domein en vice versa. De nazorg geldt ook voor jongeren die na de jeugdzorg een zelfstandig bestaan willen opbouwen, aldus de Verbeteragenda. - In de provinciale notitie Versterking pleegzorg 2006/2007 wordt meerderjarigheid in de pleegzorg als speciaal aandachtspunt genoemd. Er wordt gepleit voor een aantal acties; het in kaart brengen van de aantallen, het opstellen van een standaardregeling/protocol waarbij de zorgplicht voor jarigen wordt geregeld en een meer adequate en praktische ondersteuning van pleegouders. Een en ander heeft er toe geleid dat de provincie Noord-Brabant aan de PRVMZ heeft gevraagd om een quickscan uit te voeren naar de uitstroomproblematiek van meerderjarige jongeren, zowel uit de residentiële voorzieningen als uit de pleegzorg.. In de pleegzorg spelen overigens een aantal specifieke zaken, waarop in dit rapport zal worden ingegaan. 4

6 2 Afbakening en aanpak onderzoek 2.1. Doelgroep Deze quickscan gaat over jongeren van 18, maar ook van 16 of 17 jaar, die uitstromen uit de geïndiceerde residentiële jeugdzorg en jongeren in de pleegzorg. Dat wil zeggen: jongeren die komen uit de door de provincie gefinancierde jeugdzorg (zie bijlage 1). Vooralsnog is de uitstroom uit de Jeugd-ggz, de Jeugd-lgv en de justitiële jeugdzorg en -reclassering niet meegenomen. Dit vanwege de beperkte tijdspanne van de quickscan Probleemschets Bij sommige jongeren die bij meerderjarigheid de jeugdzorg verlaten gaat het goed. Maar voor een deel van de jongeren geldt dat de stap naar volwassenheid en zelfstandigheid (nog) te groot is. Vaak is er dan nog jaren begeleiding nodig om als zelfstandig individu te kunnen functioneren. Bij uitplaatsing is een weg terug naar huis niet altijd mogelijk of wenselijk. Maar vaak is er ook geen geschikte huisvesting voor handen in de gemeente waar de jongere wil gaan wonen. Een (stabiel) sociaal netwerk van familie en vrienden ontbreekt. Daarbij is hun financiële situatie over het algemeen slecht. Als zij op hun achttiende de jeugdzorg verlaten, dan moeten deze jongeren werk vinden en behouden of een geschikte opleiding vinden en afmaken. Zij moeten een huishouden draaien, financieel rondkomen (met vaak weinig geld) en vriendschapsrelaties opbouwen en onderhouden. En dit zonder een (stabiele) thuisbasis (ouders) of andere steunstructuur om op terug te vallen. Het risico dat er (een opeenstapeling van) problemen en eventueel maatschappelijke uitval ontstaat is dan groot. Te denken valt hierbij aan overmatig alcohol- en/of drugsgebruik, criminele activiteiten of minder in het oog lopende problemen als sociaal isolement, depressiviteit, schuldenproblematiek, marginalisering en dakloosheid. Deze jongeren zijn dan ook gebaat bij begeleiding bij het zelfstandig wonen. Een deel daarvan heeft tevens een zorgcomponent nodig in verband met bijvoorbeeld psychische en/of (licht) verstandelijke beperkingen. Maar de mogelijkheden van praktische en pedagogische begeleiding na uitplaatsing voor jongeren tussen de 18 en 23 jaar zijn beperkt. Een kwetsbare groep jongeren raakt te gemakkelijk uit beeld. Bij de pleegzorg spelen een aantal specifieke problemen. Pleegouders worden (steeds meer) geconfronteerd met kwetsbare pleegkinderen die 18 worden. Deze jongeren worden geacht op eigen benen te kunnen staan maar hebben vaak onvoldoende opleiding, kunnen niet zelfstandig naar werk zoeken en zijn aangewezen op begeleiding. Formeel ligt de zorgplicht na het achttiende jaar weer bij de ouders. Ouders waarmee soms jaren geen (goed) contact mee is geweest. Het kan heel belastend zijn voor jongeren om een beroep te moeten doen op de ouders, als deze al jaren niet meer voor je hebben kunnen zorgen. En lang niet alle ouders zullen op dat moment in staat zijn om praktisch, emotioneel en financieel hun kind te ondersteunen. Het pleegkind moet zelfstandig verder en moet dan bijvoorbeeld hopen dat de pleegouders, ook zonder dat zij een formele verantwoordelijkheid hebben, hen toch nog de benodigde steun willen en kunnen bieden om de stap naar zelfstandigheid te maken. 5

7 2.3. Onderzoeksvraag De vraag aan betrokken ketenpartners (Bureau Jeugdzorg, de jeugdzorgaanbieders en het maatschappelijk werk) is op welke wijze zij invulling geven aan de aansluitingstaken en aan welke (lokale) partners men de zorg kan overdragen. Kijkt men daarbij ook breed (huisvesting, werk, inkomen etc.), welke knelpunten komt men tegen, welke rol ziet men voor zichzelf en de ketenpartners, zowel in wat zij aan aanbod voor jongeren hebben, als in de aansluiting in de keten. In deze quickscan ligt de nadruk voornamelijk op de aansluiting met het lokale jeugdbeleid. Het is van belang dat gemeenten specifiek aandacht schenken aan de groep uitstromers uit de jeugdzorg en hiervoor ook een integraal beleid gaan ontwikkelen. De vraag is wat gemeenten momenteel doen voor deze groep op het gebied van huisvesting, inkomen, werk, studie. Hoe vinden de jongeren hun plek in de samenleving en hoe levert de gemeente met behulp van welke voorzieningen, daar al dan niet een bijdrage aan. Met behulp van relevante (regionale, provinciale en landelijke) publicaties en de input van een aantal betrokken partners in de provincie, wordt beoogd een beeld te schetsen van de problematiek. Op basis hiervan wordt gezocht naar de mogelijke oplossingsrichting Aanpak onderzoek en opbouw publicatie De quickscan is uitgevoerd in de maanden februari en maart van 2007 en er zijn tot nu toe ongeveer 15 werkdagen in geïnvesteerd. Gezien de korte tijdspanne is gekozen voor een voornamelijk schriftelijke en telefonische communicatie met de contactpersonen in het veld. Allereerst zijn relevante publicaties en websites onderzocht. Het verslag van die zoektocht is te vinden in hoofdstuk 3. Voor de verschillende betrokken partijen zijn vragenlijsten samengesteld (zie bijlage 3). Vervolgens zijn contactpersonen van Brabantse gemeenten, Bureau Jeugdzorg, het Algemeen Maatschappelijk Werk en diverse jeugdzorginstellingen benaderd om mee te werken aan het onderzoek. Met twee contactpersonen is een gesprek op locatie gevoerd, verreweg de meeste contactpersonen hebben in een telefonisch onderhoud antwoord gegeven op de vragen en een deel heeft de vragen schriftelijk geretourneerd per . De bevindingen uit de praktijk staan beschreven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden een aantal specifieke problemen beschreven met betrekking tot de pleegzorg. Hoofdstuk 6 bevat de conclusies van deze quick scan en in hoofdstuk 7 wordt een oplossingsrichting gegeven. Tot slot staat in de bijlagen informatie over de geraadpleegde publicaties en contactpersonen en de vragenlijsten die bij de verschillende partijen zijn uitgezet. 6

8 3 Literatuurstudie Over het onderwerp uitstromende 18 plussers uit de residentiële jeugdzorg is behoorlijk wat materiaal beschikbaar. De bronnen die we hebben gebruikt staan in de lijst van geraadpleegde publicaties. In dit hoofdstuk is er achtereenvolgens aandacht voor: - verantwoordelijkheden van provincies en gemeenten - aansluiting provinciale jeugdzorg en lokaal jeugdbeleid - pilotprojecten Operatie Jong - huisvestingsproblematiek - zwerfjongeren 3.1 Verantwoordelijkheden provincie en gemeenten De provincie is verantwoordelijk voor het aanbod en de financiering van de jeugdzorg, die er in principe is voor kinderen/jongeren tot 18 jaar. Daarna gaat de verantwoordelijkheid over naar de gemeente. De gemeentelijke taken op het gebied van opvoed-, opgroei- en gezinsondersteuning omvatten de volgende vijf functies: - informatie; - signalering; - pedagogische hulp (advisering en lichte hulpverlening); - toegang tot het gemeentelijke hulpaanbod, beoordelen, toeleiding; - coördinatie van zorg op lokaal niveau. De gemeenten hebben regieverantwoordelijkheden voor de uitvoering van en samenhang in de vijf functies van het lokale jeugdbeleid. Bureau Jeugdzorg is de belangrijkste schakel tussen de basishulp op lokaal niveau en de geïndiceerde jeugdzorg op provinciaal niveau. De provincie is verantwoordelijk voor een goede aansluiting van Bureau Jeugdzorg op de gemeentelijke activiteiten. 3.2 Aansluiting provinciale jeugdzorg en lokaal jeugdbeleid Landelijke gegevens Uit landelijk evaluatieonderzoek naar de Wet op de Jeugdzorg blijkt dat er nog veel verbeterpunten zijn wat betreft de aansluiting tussen het lokale jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. 64% van de zorgaanbieders geeft aan dat de voorliggende voorzieningen niet berekend zijn op voldoende mogelijkheden voor nazorg. Slechts 2% geeft aan dat er voldoende mogelijkheden zijn. Van de Bureaus Jeugdzorg geeft 67% aan dat er voldoende mogelijkheden voor nazorg zijn, van de gemeenten geeft 38% dit aan. Met name met de 18-plussers die uitstromen uit de zorg weet men vaak geen raad. Er is over het algemeen nog geen goed contact tussen BUREAU JEUGDZORG en de volwassenenzorg, de reclassering en de woningbouwverenigingen. Gegevensuitwisseling met andere voorzieningen is voor een aantal Bureaus Jeugdzorg problematisch. Privacybescherming, beroepsgeheim en het gegeven dat digitale systemen niet op elkaar zijn afgestemd worden als oorzaken genoemd. Met name met de volwassen-ggz is de samenwerking zeer slecht, volgens het evaluatieonderzoek. Volgens veel informanten wordt er nog te weinig en te versnipperd hulp verleend op het lokaal niveau. Bovendien biedt het lokale jeugdbeleid te weinig perspectief in de vorm van nazorg na afronding van geïndiceerde zorg. De relatie van Bureau Jeugdzorg met de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs en de politie is volgens de provincies wisselend. Daar waar het lokale jeugdbeleid onvoldoende inhoud heeft of 7

9 krijgt, bestaat er volgens de provincies een zekere neiging een (te) groot en overmatig beroep te doen op de aansluitingstaken van het Bureau Jeugdzorg. De ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin zou het voor Bureaus Jeugdzorg kunnen vergemakkelijken om een goede aansluiting te realiseren. Deze nieuwe ordening van lokale voorzieningen voor jeugd en gezin, is een mogelijke oplossing voor de ervaren lokale versnippering en draagt er toe bij dat het aantal lokale gesprekspartners voor Bureau Jeugdzorg kleiner en overzichtelijker wordt. Als de aansluiting bij uitstroom uit de jeugdzorg onvoldoende is, dan is een van de gevolgen verstopping in de keten. Belangrijk is dat lokaal meer structurele voorzieningen worden gecreëerd voor ondermeer huisvesting, financiën en dagbesteding voor deze doelgroep. Het gaat om voorzieningen waarmee een goede terugkeer naar de samenleving kan worden gefaciliteerd. De jeugdzorg kan hierbij desgewenst zorgdragen door het bieden van tijdelijke begeleiding (ambulante zorg) en/of zorgvuldige overdracht aan lokale partners. Deze voorzieningen kunnen ook benut worden om opname in een residentiële instelling te voorkomen. Voor het creëren van dergelijke voorzieningen is de medewerking van verschillende partijen van belang. Gemeenten zijn hierbij de eerst aangewezen partij om een brug te slaan tussen zorg en wonen en om het initiatief te nemen partijen bijeen te brengen voor de vorming van dergelijke voorzieningen. Tot slot twee aanbevelingen vanuit het evaluatieonderzoek: 1. Zorg dat lokaal voldoende voorzieningen beschikbaar zijn waarmee de uitstroom van 16-plussers uit de jeugdzorg kan worden vergemakkelijkt. 2. Maak met de betrokken partijen afspraken over hoe desgewenst tijdelijk vervolgbegeleiding kan worden geboden aan uitgestroomde cliënten uit de jeugdzorg. Provinciale gegevens In hoofdstuk 1 (aanleiding) is beschreven op welke wijze de 18-plus problematiek in de provincie Noord-Brabant aan de orde is. In Brabant is men met name nog in een oriënterende fase en is dit onderzoek een eerste stap naar het daadwerkelijk aanpakken van deze problematiek. Andere provincies zijn ook actief op dit terrein. Een voorbeeld is de provincie Overijssel. Men heeft een vertaalslag gemaakt in het actieprogramma Jeugdbeleid- Jeugdzorg Hierin staat dat afspraken tussen jeugdzorgaanbieders en lokale voorzieningen over warme overdracht van jongeren die uitstromen uit geïndiceerde zorg vaak ontbreken. Dit heeft sociale uitval tot gevolg. Om dit te voorkomen wordt gezocht naar mogelijkheden om bestaand aanbod in te zetten of dat men nieuw, passend aanbod moet ontwikkelen voor deze doelgroep. In Overijssel regelen gemeenten zelf de projecten nazorg en dragen zij 25% van de kosten bij. Voor de invullingen van projecten nazorg krijgen zij input van de jeugdzorgaanbieders en op individueel niveau bij uitstroom is afstemming Bureau Jeugdzorg. Gemeenten wijzen een lokale voorziening aan voor de coördinatie van de zorg. Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders geven duidelijk aan voor welke cliënten nazorg nodig is. Partijen voeren regelmatig afstemmingsoverleg over de inrichting van de nazorgtrajecten. Gemeentelijke gegevens Uit diverse inventarisatierapporten van K2 over de aansluiting tussen het lokale jeugdbeleid en de jeugdzorg in verschillende regio s in Brabant blijkt dat rond het jaar 2005 de coördinatie van zorg in gezinnen met meervoudige problematiek in de meeste gemeenten niet geregeld was. In de praktijk trad het algemeen maatschappelijk werk vaak op als casemanager bij complexe problemen, gezien het uitgebreide netwerk dat zij zowel lokaal als regionaal heeft. Uit diezelfde rapporten blijkt dat Bureau Jeugdzorg voor vooral kleine gemeenten te veel op afstand staat (geografische afstand en wachtlijsten) en dat er veel 8

10 onduidelijkheid bestond over welke rol Bureau Jeugdzorg zou gaan spelen ten aanzien van de vijf gemeentelijke functies. Ook bleek er in gemeenten ontevredenheid te bestaan over het uitblijven van terugrapportage of begeleiding van jeugdigen en hun ouders bij terugkeer vanuit de regionale jeugdzorgorganisaties. In Sterke Schakels staat letterlijk dat coördinatie van de nazorg ontbreekt als jeugdigen terugkomen uit geïndiceerde jeugdzorgvoorzieningen en (samen met ouders) weer op zichzelf zijn aangewezen. In ditzelfde rapport spreekt men over het belang van de brugfunctie van Bureau Jeugdzorg. Jeugdigen moeten niet alleen toegeleid worden naar de jeugdzorg, maar dienen ook teruggeleid te worden. Het belang van een soepele schakeling tussen het lokale aanbod en het aanbod van de regionale jeugdzorg wordt als groot belang geschetst. In meerdere regiorapporten staat bij de aanbevelingen dat de expertise van de jeugdzorg beschikbaar moet zijn voor de lokale netwerken. De jeugdzorg dient daadwerkelijk te participeren in de activiteiten van de lokale netwerken. In themanummer Sterke schakels van K2 van april 2006 staat een verslag van een werkconferentie tussen Bureau Jeugdzorg en het Algemeen Maatschappelijk Werk in Brabant over samenwerking. Concrete voornemens na afloop van deze conferentie zijn: Zowel regionaal als provinciaal een eenduidige afstemming in de samenwerking. Daarbij zoeken naar aansluiting met gemeenten en de andere ketenpartners. Komen tot eenduidige ontwikkeling van de verwijsformulieren. Werken aan de verder ontwikkeling van een cliëntvolgsysteem. 3.3 Pilotprojecten Operatie Jong Casemanagement Nieuwe Stijl (CNS), pilotproject in Tilburg. Dit pilotproject heeft aangetoond dat er winst te boeken is met geïntegreerde trajecten op maat, waarbij Bureau Jeugdzorg streeft naar het combineren van geïndiceerde en niet-geïndiceerde jeugdzorg. Door versterking van het sociale netwerk van de cliënt wordt het effect van de geïndiceerde jeugdzorg vergroot. De essentie van de functie casemanagement bestaat uit het volgen, afstemmen en toetsen van de doelen die gesteld zijn, zowel in de geïndiceerde zorg als in het lokale veld. Het budget dat voor het project beschikbaar is gaat voor de helft naar Bureau Jeugdzorg ter uitbreiding van de capaciteit casemanagement en ondersteuning van de gedragswetenschapper. De andere helft gaat naar de lokale Maatschappelijk Werk instelling voor capaciteit op netwerkbegeleiding binnen de combinatietrajecten. In het kader van Operatie Jong willen provincie en Bureau Jeugdzorg deze methodiek breder toepassen, in eerste instantie in de 5 grote steden in Noord-Brabant (de zgn. B5-gemeenten). Zorg voor Jeugd Signaleringssysteem, pilotproject in Helmond Gemeente Helmond is proeftuin geweest in het kader van Operatie Jong. Helmond heeft van het Rijk en de Provincie de opdracht gekregen een signaleringssysteem en een werkwijze (afspraken zorgcoördinatie, protocollen) te ontwikkelen. Dit is een virtuele invulling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het gaat om een lokale verwijsindex, waarbij directe hulpverleners direct weten wat er gebeurt met een kind. Signaleren en het toeleiden naar het juiste zorgaanbod zijn belangrijke onderdelen. Er zijn ook duidelijke afspraken gemaakt over zorgcoördinatie. Zodra er twee of meer instellingen zich bezighouden met een kind wordt er een zorgcoördinator aangewezen. Deze zorgcoördinator is een medewerker van Bureau Jeugdzorg, Algemeen Maatschappelijk Werk of de Zorgboog (JGZ/consultatiebureau). Bij overdracht van zorg door het lokale veld naar geïndiceerde jeugdzorg gaat de zorgcoördinatie van Algemeen Maatschappelijk Werk naar Bureau Jeugdzorg en bij 9

11 terugkomst in het lokale veld andersom. De overdracht is zodanig geregeld dat pas als de zorgcoördinatie door de ander daadwerkelijk is overgenomen, men de verantwoordelijkheid pas loslaat. Betrokken instanties zijn: politie, MEE Zuidoost Brabant, Novadic-Kentron, gemeente Helmond (leerplicht, HALT, RMC), Maatschappelijke Dienstverlening Helmond-de Peelzoom, Raad voor de Kinderbescherming, Savant, GGD Zuidoost-Brabant, Bijzonder Jeugdwerk Brabant, De Zorgboog, Stichting Maatschappelijke Opvang Helmond, GGZ Oost Brabant, onderwijs via schoolmaatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. Het signaleringssysteem gaat ook geïmplementeerd worden in Eindhoven, Tilburg, Noordoost-Brabant (21 gemeenten) en de Peellandgemeenten. De provincie heeft in 2006 een beleidsregel subsidieregel coördinatie lokale zorg aan jongeren met complexe meervoudige problematiek in werking gesteld om een extra impuls te geven aan versterking van de keten in de jeugdzorg in Noord-Brabant. 3.4 Huisvestingsproblematiek Het vinden van geschikte en betaalbare huisvesting voor jongeren die uitstromen en die zelfstandig gaan wonen is een probleem. Er zijn steeds meer initiatieven bekend van woningbouwcorporaties en jeugdzorginstellingen die dit probleem samen aanpakken. Enkele voorbeelden van samenwerking worden uitgewerkt in het boekje In beleid kun je niet wonen, een uitgave van de Provincie Noord-Brabant en K2 (december 2006). Knelpunten die hierin beschreven worden zijn: - Jongeren mogen zich pas met 18 jaar inschrijven bij een corporatie. De wachttijd is vervolgens lang. - Heldere communicatielijnen tussen instellingen en corporaties. - Passend woonaanbod (weinig differentiatie, ontbreken van begeleidingsmogelijkheden). - Geen heldere afspraken over gegevensuitwisseling. - Bestemmingsplannen van gemeenten. - Financiering: weinig betaalbare (goedkope) huurwoningen. In het boekje worden diverse initiatieven beschreven die op pragmatische wijze omgaan met genoemde knelpunten: van het huren van woningen door de jeugdzorginstellingen bij corporaties, tot begeleid kamerbewonen en maatjesprojecten. In een aantal gemeenten in Noord-Brabant (ondermeer in Tilburg, Helmond en s- Hertogenbosch) lopen zogenoemde Kamers met Kansen-projecten.Het betreft hier een brede (landelijke) alliantie van woningcorporaties, onderwijsinstellingen, welzijnsinstellingen, bedrijfsleven en overheid. Zij werken samen aan een solide basis voor jongeren die in een achterstandspositie verkeren. Jongeren die het niet op eigen kracht redden en waarbij een preventieve aanpak vroegtijdige schoolverlaters, langdurige jeugdwerkeloosheid en maatschappelijke uitval moet voorkomen. Kamers met Kansen bieden voor jongeren van jaar een integraal pakket van wonen, leren en werken. Jongeren die niet (meer) thuis kunnen of willen wonen, maar die het niet prettig vinden om alleen te wonen, wonen samen met andere jongeren. Ieder heeft wel een eigen kamer. Wie kiest om zo te wonen moet wel een dagbesteding hebben. De jongere moet dus een studie volgen of werk hebben. En hij/zij moet gemotiveerd zijn (bron: 10

12 3.5 Zwerfjongeren In een provinciale notitie over zwerfjongeren staat dat bijna alle zwerfjongeren een geschiedenis in de jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg en/of licht verstandelijke gehandicaptenzorg hebben. In tijdschrift 0/25 is er in november 2006 aandacht voor zwerfjongeren geweest. In onderzoek naar zwerfjongeren, horen zwerfjongeren van 18 jaar en ouder vanwege de aard van hun problematiek thuis in de jeugdhulpverlening. Maar daarvoor komen ze niet meer in aanmerking omdat ze meerderjarig zijn. Ze zijn aangewezen op de voorzieningen voor volwassen dak- en thuislozen. Deze voorzieningen bieden niet de praktische en pedagogische hulp die zwerfjongeren nodig hebben: van leren koken tot regels naleven en relaties aangaan. Als zwerfjongeren op hun 18 e een instelling in de jeugdzorg moeten verlaten, dan gaat het op dat moment vaak mis en belanden ze weer op straat. Het is voor deze jongeren (nog) te hoog gegrepen is. Ze hebben intensievere en langere begeleiding nodig. Aanbevolen wordt dat de zorg voor meerderjarige zwerfjongeren een taak van de centrumgemeenten wordt, met als voorwaarde dat zij daar een geoormerkt budget voor krijgen. Zwerfjongeren hebben meerdere problemen op de volgende terreinen: huisvesting, scholing, werk, geestelijke en lichamelijke gezondheid, financiën, justitie, vrijetijdsbesteding en het ontbreken van een sociaal netwerk. Eenderde van de zwerfjongeren heeft een psychiatrisch probleem en een aanzienlijk aantal een verslavingsprobleem. Tussen de 10-25% van de zwerfjongeren is zwakbegaafd. Bron: tijdschrift 0/25, november Cijfermateriaal Op zijn er 5873 jeugdigen in zorg bij de acht zorgaanbieders in Noord- Brabant. Hiervan zijn er 1495 jeugdigen in pleegzorg en 908 in de residentieel zorg. 87,3% komt uit de provincie Noord-Brabant. De leeftijdsverdeling van deze aantallen is onbekend. Het aandeel jeugdigen in zorg is procentueel en absoluut hoger in de grotere steden. 9% van de jongeren komt uit Eindhoven, gevolgd door Tilburg (8,9%), Breda (6,6%), s-hertogenbosch (5%) en Helmond (4,8%). Bron: Provincie Noord-Brabant. Cijfers over 2006 over aantal jongeren die bij 16, 17 of 18 jaar uitstromen uit de residentiële jeugdzorg zijn helaas niet bekend. Onbekend is ook waar jongeren zich vervolgens vestigen en/of voor hoeveel jongeren vervolghulp wenselijk is (al dan niet geïndiceerde hulp) en voor hoeveel jongeren deze vervolghulp gerealiseerd is. 11

13 4 Praktijkervaring In dit hoofdstuk een weerslag van de informatie die het uitzetten van de vragenlijsten in het veld heeft opgeleverd. Achtereenvolgens is er aandacht voor de visie van gemeenten, Bureau Jeugdzorg, het Algemeen Maatschappelijk Werk en de jeugdzorgaanbieders. 4.1 Gemeenten Reusel-De Mierden Gemeente Reusel-De Mierden heeft inwoners. De groep uitstromers 18 plus is niet in beeld bij de gemeente. In het jeugdzorgteam worden 1x per 6 weken jongeren besproken en volgens de contactpersoon is er sinds 2003 in ieder geval geen uitstromer van 18 uit jeugdzorg besproken. Zover bekend zijn er ook geen zwerfjongeren in gemeente aanwezig. Er is een studie bezig naar de haalbaarheid Centrum voor Jeugd en Gezin in Kempenverband (5 gemeenten). Deze inventarisatie gaat vooral over de aansluiting van lokaal jeugdbeleid naar de jeugdzorg, en niet over de terugkomst van geïndiceerde jongeren naar het lokale jeugdbeleid. Volgens de contactpersoon zijn jeugdzorgaanbieders zelf verantwoordelijk voor een goede overdracht omdat kinderen bij uitstroom daar vandaan komen. Helmond In Helmond is volgens de contactpersoon de groep uitstromers niet als zodanig in beeld. Er zijn regelmatig contacten met Bureau Jeugdzorg en op beleidsniveau is Bureau Jeugdzorg partner van gemeente Helmond. Het gaat dan bijvoorbeeld over voortijdig schoolverlaten. In de pilot in het kader van Operatie Jong (zie paragraaf 3.3) is met name aandacht voor de jeugd tot 18 jaar. Helmond heeft zwerfjongeren maar de gemeente heeft geen cijfers. De contactpersoon van BJ Brabant geeft aan dat het om 50 jongeren gaat. Er zullen volgens de contactpersoon van gemeente Helmond altijd jongeren zijn die tussen de wal en het schip vallen. Vaak zijn dit jongeren die niet bekend zijn bij de instanties. Veldhoven In Veldhoven is er geen specifieke aandacht voor de groep jongeren van 18 plus die uitstroomt uit de geïndiceerde residentiële jeugdzorg. De afgelopen maanden is wel geconstateerd dat dit nodig zou kunnen zijn. De jeugdzorginstelling in de regio (De Combinatie) heeft een beroep op de gemeenten gedaan om mee te denken over jongeren van 18 jaar en ouder die weer terug komen en de begeleiding die zij nodig hebben. Tot nu toe worden deze individuen meegenomen in algemeen beleid rondom de begeleiding van huurders die problemen hebben of problemen veroorzaken. Deze vorm van woonbegeleiding is vrij nieuw bij gemeente Veldhoven en ook jongeren horen tot de doelgroep. In de lokale gemeenschap spelen de volgende voorzieningen een rol bij de terugkeer van jongeren na een residentieel verblijf: Algemeen Maatschappelijk Werk, woningcorporaties en in mindere mate Sociale Zaken. Ook de jeugdzorginstelling De Combinatie en de instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGzE) hebben hierin een rol. De gemeente Veldhoven vindt dat er meer aandacht moet zijn voor de achterdeur van de zorg. Bureau Jeugdzorg zou daar een rol in zou moeten en kunnen spelen. Hier is nog geen gedachtewisseling over geweest. Er is nu weinig tot niks geregeld voor jongeren die niet meer onder de speciale aandacht van de jeugdzorg vallen en te maken krijgen met de reguliere voorzieningen voor volwassenen. Een voortgezette begeleiding vanuit jeugdzorg en 12

14 vanuit jeugdbeleid zou voor de hand liggen. Er vallen nu waarschijnlijk jongeren tussen de wal en het schip. Jongeren die bijvoorbeeld terug willen naar Veldhoven maar daar geen zelfstandige woning kunnen krijgen of niet de begeleiding die ze nodig hebben. Deze jongeren blijven daardoor onnodig lang in de jeugdzorg of komen terecht in woonplaatsen waar ze geen familie en vrienden hebben. De gemeente Veldhoven heeft weinig met zwerfjongeren te maken, die trekken meestal naar de grote stad Eindhoven omdat daar de voorzieningen aanwezig zijn. De gemeente is bezig met de formatie van een Centrum voor Jeugd en Gezin maar weet nog niet precies hoe dat eruit gaat zien. Het 18 plus verhaal moet zeker worden meegenomen in deze ontwikkeling, maar ook hier blijft het probleem dat het Centrum voor Jeugd en Gezin maar tot een bepaalde leeftijdsgrens gaat en dat de jongeren daarna met de volwassenenvoorzieningen te maken krijgen. Ook deze voorzieningen zouden daarom gekoppeld moeten worden aan het Centrum voor Jeugd en Gezin. Er is actie nodig om de overdracht tussen jeugdzorg en lokaal niveau te verbeteren. Dit moet niet allemaal op het bordje van de provincie komen, maar moet een gezamenlijke inspanning zijn. De provincie kan wel als katalysator optreden door in ieder geval Bureau Jeugdzorg en de jeugdzorginstellingen op het spoor van overleg met de gemeente te zetten en in de opdrachten aan deze instellingen expliciet mee te nemen dat ze ook een taak hebben in de overdracht en verdere begeleiding van de jongeren. Deurne Binnen deze gemeente is er geen specifieke aandacht voor groep 18 plussers. Wel heeft Deurne een begeleid wonen project, maar dat is niet gericht op jongeren die uitstromen. Door BJ Brabant en de Combinatie is aandacht gevraagd voor de problematiek van uitstromende jongeren in het ambtelijk overleg in de regio Eindhoven. Het ging vooral om de vraag om huisvesting voor deze groep. Deurne heeft niet te maken met zwerfjongeren en heeft geen zicht op het aantal jongeren dat uitstroomt uit de jeugdzorg en terugkomt naar de gemeente. De gemeente Deurne vindt het van belang dat de indicering ook op lokaal niveau kan plaatsvinden door JPP en SMW. Nu bestaat veelal het gevoel dat dit opnieuw gedaan wordt door Bureau Jeugdzorg. De ambtenaar heeft onvoldoende zicht op de huidige wijze van overdracht. Een warme overdracht is altijd beter, aldus de ambtenaar, maar kost ook meer uren overleg. Hiervoor moet dan wel de ruimte zijn. Tilburg In de gemeente Tilburg is er geen specifiek beleid voor de groep jongeren van 18 jaar die uitstroomt uit de geïndiceerde jeugdzorg. Uiteraard spelen verschillende lokale partners wel een belangrijke rol: het maatschappelijk werk, sociale zaken en de maatschappelijke opvang. Er zijn diverse initiatieven ten aanzien van kwetsbare jongeren, maar die richten zich niet op deze specifieke doelgroep. De invalshoek is anders. Met de vestiging van Bureau Jeugdzorg in Tilburg wordt regelmatig overleg gevoerd. Op individueel niveau komen er bij de gemeente wel vragen binnen ten aanzien van bijvoorbeeld huisvesting en financiën (ook van pleegouders). De contactpersoon van de gemeente Tilburg is van mening dat de jeugdzorgaanbieder de probleemhouder is en initiatief moet nemen om de uitstroom uit de jeugdzorg te verbeteren. De gemeente Tilburg vindt het overigens wel een belangrijk thema en is bereid om mee te denken over oplossingen. Deze oplossingen moeten op lokaal niveau en met lokale partners gezocht en geïnitieerd worden. De contactpersoon is van mening dat verbeteringen met en vanuit de praktijk ontwikkeld dienen te worden. 13

15 4.2 Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg geeft als volgt invulling aan de aansluitingstaken bij uitstroom van 18 plussers uit de residentiële jeugdzorg. In het jaar dat een kind 17 wordt dient er een plan gemaakt te worden onder regie van casemanager of voogd van Bureau Jeugdzorg. In dit plan komen naast eventueel benodigde zorg en begeleiding na meerderjarigheid (volwassenenzorg) ook items als inkomen, werk, studie en vrije tijd aan bod. Dit plan wordt opgesteld door Bureau Jeugdzorg, de jongere zelf, ouders/verwanten en de zorginstelling. De contactpersoon geeft toe dat de regierol bij voogden wat meer vorm krijgt dan bij casemanagers. Door tijdsdruk / hoge caseload is er soms te weinig of te laat aandacht voor het maken van een plan. De overdracht van informatie op de lokale partijen bij uitstroom is per individu verschillend. Er zijn contacten met Maatschappelijk werk, met het Centrum voor Werk en Inkomen en de gemeente inzake bijvoorbeeld de Bijzondere Bijstand. In Helmond (pilot Operatie Jong) zijn er structurele afspraken over zorgcoördinatie. Volgens de contactpersoon van Bureau Jeugdzorg is het wenselijk dit systeem Brabantbreed in te voeren. Opdracht aan de jeugdzorgaanbieders is om zoveel als mogelijk de zorg voorde meerderjarigheidsgrens af te ronden. Bureau Jeugdzorg heeft de mogelijkheid om een verlengde indicatie te geven, zodat de zorgaanbieder in staat wordt gesteld om (beperkt) vervolghulp te bieden. Nazorg wordt niet gewaarborgd voor uitstromers. In de praktijk blijkt de caseload van casemanagers vaak hoog te zijn en vallen er wel eens gaten. Daarnaast is een jongere van 18 jaar handelingsbekwaam en mag hij of zij zelf bepalen of er nazorg nodig is. Vaak willen deze jongeren helemaal niks meer te maken hebben met hulpverlening. Volgens de contactpersoon is voor een bepaalde groep bemoeizorg gewenst. Dat wil zeggen dat hulpverleners wel betrokken blijven, ondanks dat de meerderjarige jongere geen zorg of begeleiding wilt of mijdt. De vraag is alleen bij welke groep je dan de grens legt. Wanneer Bureau Jeugdzorg in de toekomst ook gaat indiceren voor de Licht Verstandelijk Gehandicaptenzorg, wordt dit nog lastiger, want binnen die groep zitten er veel probleemjongeren die geen zorg willen maar het wel nodig hebben na meerderjarigheid. Bij de overdracht vanuit de jeugdzorg naar het lokale beleid zijn er verschillen in de werkwijze van gemeenten. De contactpersoon noemt als voorbeeld het beschikbaar stellen van Bijzondere Bijstand om een periode zonder inkomen te overbruggen. Bureau Jeugdzorg heeft mogelijkheden om bijvoorbeeld een kind van nog geen 18 jaar die op kamers gaat inrichtingskosten te vergoeden (jeugdbescherming). De ontwikkelingen met betrekking tot de Centra voor Jeugd en Gezin zijn natuurlijk ook van belang. Vooralsnog is de rol van Bureau Jeugdzorg binnen deze centra onduidelijk. Er is weer een discussie ontstaan over wie nu eigenlijk moet indiceren. Volgens Bureau Jeugdzorg is het van belang aansluiting op elkaar te vinden en een kindvolgdossier te hebben voor elke kind, zonder bureaucratische beslommeringen. In Eindhoven loopt een pilot met een Centra voor Jeugd en Gezin. 4.3 Algemeen Maatschappelijk Werk De Brabantse Federatie voor Maatschappelijk Werk is een samenwerkingsverband van Brabantse organisaties voor maatschappelijk werk. De federatie heeft een coördinerende rol en zorgt voor afstemming en samenwerking met relevante partners namens alle uitvoerders in Brabant. Met Bureau Jeugdzorg is er sinds 2005 een structureel overleg en zijn er een aantal centrale afspraken gemaakt ten aanzien van de samenwerking en een goede overdracht van cliënten over en weer. Deze afspraken gelden niet specifiek voor de jongeren van 18 jaar die uitstromen uit de jeugdzorg. 14

16 Het maatschappelijk werk in Helmond is betrokken bij de pilot in het kader van operatie Jong (zie ook paragraaf 3.3. en 4.1). De federatie vindt het wenselijk om een dergelijk model in heel Brabant te realiseren.. Er is nog geen vanzelfsprekende overdracht tussen de jeugdzorg en het Algemeen Maatschappelijk werk bij uitstroom uit de jeugdzorg voor die jongeren waar het noodzakelijk kan zijn. Deze jongeren staan niet expliciet op de agenda. De indruk bij de Brabantse Federatie voor Maatschappelijk Werk is dat jeugdzorginstellingen niet erg gericht zijn op de mogelijkheden van lokale voorzieningen. In de praktijk komen jongeren dus pas in beeld als zij problemen krijgen of veroorzaken. De provincie kan in deze een stimulerende rol vervullen en de opdracht geven om de zorg voor 18-plussers te ontwikkelen en te implementeren. Aanbeveling is daarbij om aan te sluiten bij de pilot in Helmond en de mogelijkheden te benutten die Bureau Jeugdzorg hierin heeft als signaleerder naar het voorliggende veld. De gemeenten dienen een duidelijk preventief jeugdbeleid te hanteren en de 'linkingpin' van Algemeen Maatschappelijk Werk naar zwaardere vormen van zorg te faciliteren. Groot voordeel van de betrokkenheid van het maatschappelijk werk in deze is dat zij geen last hebben van leeftijdsgrenzen 4.4 Jeugdzorginstellingen Widdonck De Widdonck heeft weinig ervaring met uitstromers van (bijna) 18 jaar. De enkelen die bij De Widdonck zijn uitgestroomd zijn per definitie naar zorgboerderijen (AWBZ) of beschermd wonen (GGZ) gegaan. Aan deze jongeren geeft De Widdonck geen nazorg, wel een warme overdracht. Dat wil zeggen dat de gedragswetenschapper meegaat naar de nieuwe voorziening met de jongere ter ondersteuning en voor het doorgeven van relevante informatie. De Widdonck heeft als zorgaanbieder dan ook geen ervaring met gemeenten en lokale voorzieningen. Er is nooit een jongere die zomaar op kamers gaat. Bureau Jeugdzorg speelt geen rol in de overdracht. Zij stellen formeel de indicatie. In het vrijwillig kader volgen en toetsen ze alleen. De gezinsvoogd/voogd is vaak meer betrokken en komt ook op het eindgesprek. Van de 109 kinderen die momenteel verblijven bij De Widdonck hebben er 59 een jeugdbeschermingsmaatregel. De provincie zou volgens de contactpersoon van De Widdonck een rol kunnen spelen in het stimuleren van tussenvormen voor jongeren; kamers of kleinschalige woonvormen ter vermaatschappelijking van de Widdonck doelgroep. Lava team Het Lava team in Drunen is een nieuw aanbieder van onder andere residentiële jeugdzorg in Brabant. Het is een doorstroomadres, waar kinderen 3 maanden tot een half jaar residentieel kunnen verblijven. Momenteel zijn er 25 kinderen, waarvan de jongste 5 jaar oud is en de oudste 17 jaar. Komend jaar gaan er kinderen 18 jaar worden en kan het onderwerp van belang worden. Tot op heden is er nog niemand meerderjarig geworden, dus het thema heeft nog geen aandacht gehad. De Combinatie Tijdens residentieel verblijf biedt De Combinatie in alle gevallen ambulante zorg aan in de vorm van een maatschappelijk werker die thuis met de ouders aan de slag gaat. Op die manier wordt de thuissituatie nauw betrokken bij de behandeling. De visie van de Combinatie is dan ook Wonen doe je thuis. Dit noemt de Combinatie geen nazorg, dit is gewoon andere zorg. Afhankelijk van de situatie loopt de ambulante zorg soms door nadat een jongere uitstroomt op de residentiële plek. Soms komt ook het lokale aanbod van het maatschappelijk werk in beeld. 15

17 Bureau Jeugdzorg heeft hierbij vaak geen betrokkenheid. De casemanager is geworden tot een bureaufunctie ( volgen en toetsen ). Er zijn wel verschillen in betrokkenheid per vestiging; Eindhoven heeft een smal Bureau Jeugdzorg met weinig betrokkenheid, in Helmond is die betrokkenheid vaker aanwezig. In het aangeboden zorgtraject is er een verschil in benadering tussen jongeren die naar huis terug gaan en jongeren die op kamers gaan. Bij jongeren die naar huis gaan ligt de nadruk op het ondersteunen van de ouders, op de communicatie tussen ouders en jongere en op het samenleven en samenwonen. Bij jongeren die op kamers gaan ligt de nadruk op praktische vaardigheden. Van de jongeren die dag- en nachthulp krijgen bij De Combinatie gaat ongeveer ¼ naar huis, ½ gaat zelfstandig op kamers wonen of samenwonen en ¼ gaat begeleid kamer wonen. De Combinatie biedt zelf woonbegeleiding aan en kan 30 jongeren een plek bieden. Dit is voor jongeren vanaf 17 jaar. Er wonen 4 à 5 jongeren bij elkaar die worden begeleid door een mentor. Momenteel is er geen wachtlijst. Er zijn geen structurele afspraken tussen De Combinatie en lokale voorzieningen over de overdracht van 18plussers; dat is ook niet nodig. Op individueel niveau zijn er wel afspraken. Het beleid is om een goede overdracht te verzorgen. Sommige jongeren willen dit zelf regelen. Structurele afspraken kunnen volgens de contactpersoon zorgen voor een gevoel van betutteling bij jongeren en dat kan de overdracht tegenwerken. Naar inschatting van de contactpersoon vindt 50% van de jongeren het prettig als er een warme overdracht geregeld is. Voor jongeren die niet naar studentenhuisvesting kunnen is er een huisvestingsprobleem. Bij woningcorporaties kunnen jongeren zich pas met hun 18 e inschrijven. Verder zijn er te weinig kamers. De Combinatie heeft dit probleem aangekaart in een ambtenarenoverleg van de SRE-gemeenten (Samenwerkingsverband gemeenten regio Eindhoven). De ambtenaren ondersteunen het verhaal en verwijzen door naar de woningcorporaties. Zij pakken het huisvestingsprobleem zelf niet op. De houding ten aanzien van deze problematiek verschilt overigens per gemeente. Sommige gemeenten zijn heel actief. Er zijn dan ook grote verschillen tussen gemeenten in de mate waarin zij berekend zijn op de terugkomst van de uitstromende jongeren uit de jeugdzorg. Het valt wel op dat ze soms te hoge verwachtingen hebben van de meerderjarigen die uitstromen. Ze kunnen soms geen ei bakken, aldus de contactpersoon. Wenselijk is vooral aandacht voor koken en voor cursussen budgettering. Schulden onder jong volwassenen is een groot probleem. De knelpunten bij uitstroom zijn: woningmarkt tekort wachtlijsten voor ABWZ-zorg vaak slechte financiële situatie van jongeren (weinig verdienen, dure huisvesting in vrije woningmarkt) eenzaamheid (jongeren vaak lang in hulpverlening, sociale netwerk zijn hulpverleners, ouders soms niet beschikbaar en broers/zussen ook niet, jongeren vallen in gat) Volgens de contactpersoon hebben vooral de minder begaafde jongeren die geen sociaal netwerk hebben, gevoelig zijn voor alcohol/drugs en die genoeg van de hulpverlening hebben, kans om tussen de wal en het schip te vallen. Zij keren zich van hulpverlening af terwijl ze het niet zelf kunnen. Bij jongeren die uiteindelijk gaan zwerven zie je ook vaak randpsychiatrische problematiek en veel indrukwekkende life-events. BJ Brabant Formeel levert BJ Brabant geen nazorg aan 18 plussers, want indicatiebesluiten zijn eindig. In de praktijk wordt soms wel nazorg geleverd op persoonlijke titel. Bureau Jeugdzorg speelt daar geen rol in, die verwijzen naar lokale en AWBZ voorzieningen. 16

18 Ambulante zorg is in principe tot 23 jaar mogelijk. In de praktijk zijn er weinig indicaties voor jeugdzorg na 18 jaar omdat jongeren dat vaak zelf niet willen en omdat het streven is om de zorg met 18 jaar afgebouwd te hebben. In de praktijk is de verlengde zorg nooit langer dan ½ jaar. Vakinternaat Vreekwijk heeft 7 groepen. Van de uitstromers gaat ongeveer de helft naar huis en de andere helft gaat naar kamertraining/adolescentenunit en soms komen ze in de gevangenis terecht. Ruim de helft van de jongeren stroomt uit voor de 18 e verjaardag. Gemiddelde tijd op het vakinternaat is ongeveer een jaar. De adolescentenunit bestaat uit 2 groepen jongeren van jaar die het perspectief hebben om zelfstandig te gaan wonen. Het gaat om 2 fasen: fase 1 is wonen in groepsverband met een gastvrouw en fase 2 is de uitstroomfase waarbij meer nadruk op zelfstandigheid ligt op sociaal en praktisch gebied. In deze fase hebben de jongeren een eigen keuken. BJ Brabant heeft ook nog 2 crisisopvanggroepen waar kinderen in principe vier weken worden opgevangen. Daarna gaat de helft terug naar huis en de helft stroomt door. BJ Brabant heeft geen afspraken met lokale voorzieningen. Men heeft wel contacten op uitvoeringsniveau met medewerkers van lokale voorzieningen en de lvg-sector. Bureau Jeugdzorg speelt geen rol bij de uitstroom. Als het indicatiebesluit is afgelopen is de bemoeienis verdwenen. De casemanagers volgen en toetsen, een voornamelijk administratieve bezigheid. Een gezinsvoogd wil nog wel eens meehelpen met het regelen van vervolgplaatsingen binnen bijvoorbeeld de LVGsector. Van de jongeren op het vakinternaat heeft 2/3 een OTS en 1/3 komt via het vrijwillige kader. Van de jongeren in de adolescentenunit heeft de helft een OTS. BJ Brabant signaleert een gebrek aan vervolgvoorzieningen, vooral op het gebied van huisvesting. Een deel van de jongeren stroomt uit naar AWBZ voorzieningen, vaak wel met lange wachtlijsten, of bijvoorbeeld in Helmond naar het project kamers met kansen (6 plaatsen door AMK en MO aangeboden). Op verzoek van gemeente Deurne heeft BJ Brabant samen met andere partijen in Deurne vier woonbegeleidingsplekken geregeld voor jongeren tussen de jaar die uit Deurne komen (kosten EUR per jaar). Gemeenten hebben vaak geen financiën om deze plekken in stand te houden. De grotere gemeenten hebben hier iets meer mogelijkheden voor (GSB gelden). Woningcorporaties hebben de sociale plicht om voor bepaalde doelgroepen te bouwen en dat is een goede ontwikkeling. Dit gaat vaak alleen om huisvesting, en daarmee is er nog geen hulp of begeleiding geregeld. Voor een deel van de jongeren is er geen aanbod, die vallen in een gat. Hun gedrag is vaak nog niet volwassen en zij hebben het type zorg nodig die door de jeugdzorg geleverd zou moeten worden. Vooral de jongeren met verslavingsproblemen, schulden en geen vaste verblijfplaats matchen nergens en zitten in de gevarenzone. Vaak is er sprake van meervoudige problematiek waardoor niet duidelijk is welke zorgvorm het beste is. Zij zijn ook niet echt gemotiveerd en hebben laagdrempelige voorzieningen nodig. BJ Brabant is momenteel specifiek voor verslavingsproblematiek een project op aan het zetten. De gemeente Helmond heeft ongeveer 50 zwerfjongeren, waarbij de problematiek varieert. Vaak zijn het jongeren die met de jeugdzorg te maken hebben gehad, al komen ze niet altijd rechtstreeks vanuit de jeugdzorg. Wat zijn nu de problemen waar jongeren zelf tegenaan lopen: huisvesting begeleiding praktische ondersteuning bij bijvoorbeeld budgettering Volgens BJ Brabant moeten gemeenten zonder indicatie laagdrempelige voorzieningen aanbieden voor jongeren van jaar en is de taak van de provincie 17

19 om de gemeenten hierbij te ondersteunen. Probleemjongeren van buiten de jeugdzorg vormen overigens ook een groot probleem. Het terugdraaien van de meerderjarigheidsgrens zou niet erg zijn. Erg kwetsbare jongeren kun je op die manier verplichten om bescherming te accepteren. Momenteel willen jongeren bij meerderjarigheid niks meer te maken hebben met hulpverlening en is er volgens de contactpersoon geen juridische basis voor bemoeizorg. Zuidwester/locatie Maria Rabboni (residentiële plekken) In principe gaan er bijna geen jongeren terug naar huis omdat Maria Rabboni aan het einde van de keten zit. Bij Maria Rabboni zijn er in jongeren uitgestroomd vanuit de kamertraining en de zelfstandigheidstraining: 1 naar huis, 1 op kamers in plek van herkomst, 6 op kamers in Breda, 1 in een woonvorm van de GGZ (De Mark) en 1 naar een woonvorm LVG (Prisma). De Zuidwester biedt ambulante nazorg. De verschillende vestigingen van Bureau Jeugdzorg gaan anders om met de duur van de nazorg. Bureau Jeugdzorg komt nooit en jongeren weten vaak niet wie hun casemanager is. Vaak zijn ze alleen in beeld bij het intakegesprek voor komst bij De Zuidwester. Gezinsvoogden/voogden komen wel op besprekingen. Voordat een jongere 18 is wordt daarop geanticipeerd bij De Zuidwester. Elk kind heeft een mentor die praktische zaken als het regelen van een studiebeurs en verzekeringen doorneemt met de jongere. Samen met de orthopedagoog, de leidinggevende en de jongere zelf wordt naar de toekomst gekeken. Er zijn verschillende mogelijkheden: - Jongeren gaan zelfstandig op kamers. - De Zuidwester zelf heeft een project Kamers plus (zie ook hoofdstuk 3). Jongeren huren dan een kamer bij De Zuidwester waar zij begeleiding krijgen. Inwonende studenten van de Hogeschool fungeren als maatjes. - Jongeren die uitstromen gaan ook vaak naar beschermde woonvormen LVG of GGZ. - Ook zijn er flatjes beschikbaar in gemeente Breda (6 stuks) voor uitstromers. Na bespreking van het toekomstplan gaat er een voorstel naar Bureau Jeugdzorg, die een akkoord moeten geven. De uitvoering ligt dan weer bij De Zuidwester. Bij een nieuwe woonvorm bijvoorbeeld gaan iemand van De Zuidwester een keer mee voor de overdracht. Ze kunnen gebeld worden als er iets is. Vanuit Maria Rabboni is er geen structureel contact met gemeenten; wel incidenteel per individu, bijvoorbeeld door mee te gaan naar een spreekuur van het maatschappelijk werk. De Zuidwester als geheel heeft wel connecties met gemeenten, omdat ze ook opereren in het voorliggende veld. Het gros van de uitstromers bij Maria Rabboni gaat in Breda wonen. Slechts een enkeling gaat terug naar de plek van herkomst. Kinderen die langer in zorg zijn hebben daar vaak nauwelijks nog verbintenis mee. Een moeilijke groep zijn de meiden die gesloten hebben gezeten en een korte kamertraining hebben gehad. Zij zijn doorgaans gemakkelijk beïnvloedbaar en laten zich meeslepen. De contactpersoon van de Zuidwester vraagt zich wel af of er nog iemand zicht heeft op alle veranderingen in het aanbod voor uitstromers in de laatste jaren, zowel binnen de jeugdzorg als binnen de AWBZ. Veel jeugdzorginstellingen hebben ook een AWBZ erkenning. De vraag is of er nog wel samenhang is tussen de verschillende nieuwe initiatieven en projecten. Kompaan Kompaan levert (beperkte) nazorg aan uitstromers. Wanneer een jongere zijn verblijf bij de zelfstandigheidstraining afrondt kan hij of zij voor maximaal 3 maanden nabegeleid worden door de betreffende mentor. Het betreft ambulante begeleiding van gemiddeld 1 à 2 gesprekken per week. De hulpvraag van de jongere en de 18

20 ouders is hierbij richtinggevend. Ook kan de ouder- en gezinsbegeleider de ambulante begeleiding voortzetten na afronding van het verblijf. Wanneer blijkt dat de jongere langer begeleiding nodig heeft dan de maximale drie maanden die Kompaan volgens de wet kan bieden, verwijzen ze door naar het maatschappelijk werk. Hierover zijn geen concrete afspraken gemaakt, maar in de praktijk loopt dit redelijk. Er zijn wel afspraken gemaakt met de woningbouwverenigingen in Tilburg en Waalwijk, om te voorkomen dat jongeren lang moeten wachten op een kamer. Verder zijn er geen afspraken met de lokale voorzieningen en wordt per jongere bekeken wat er nodig is in de afstemming. Bureau Jeugdzorg speelt bij de overdracht van 18 plussers over het algemeen geen rol. Dit gezien het feit dat Bureau Jeugdzorg slechts een formele rol heeft bij deze leeftijdscategorie en weinig inhoudelijke bemoeienis. Actieve bemoeienis vanuit Bureau Jeugdzorg wordt in sommige gevallen wel gemist. De contactpersoon heeft er niet helemaal zicht op of gemeenten specifiek beleid hebben ontwikkeld voor deze groep. Wanneer jongeren in staat zijn zelfstandig te wonen na verblijf, leert de ervaring dat de 3 maanden nabegeleiding vaak voldoende zijn en dat in voorkomende gevallen anders op het maatschappelijk werk kan worden teruggevallen. Knelpunt vormt de groep jongeren die aangewezen is op langdurige intensieve zorg na hun 18 e. Er is weinig aanbod op het gebied van beschermde residentiële voorzieningen voor deze doelgroep en er bestaan lange wachtlijsten. Langdurige ambulante begeleiding wordt gemist. Verder zijn niet alle jongeren in staat om een kamer te bekostigen en kunnen ze ook niet altijd op hun ouders terugvallen. Ook hebben jongeren weinig kennis van de sociale kaart: bij wie kan ik terecht voor welke vragen. Tenslotte heeft een aantal jongeren behoefte aan een coach die langdurig met hen meeloopt, het beroemde kijkje over de schouder. De doelgroep die niet in staat is om geheel zelfstandig te wonen maar die qua intelligentie te hoog zit voor woonvoorzieningen als Amarant en Prisma (LVG), valt vaak tussen wal en schip. In 2006 zijn er twee 18 plussers uitgestroomd naar zelfstandig wonen. Het overzicht op het concrete aantal 18 plussers dat is uitgestroomd naar andere plekken heeft de contactpersoon niet voorhanden. In ieder geval is een jongen naar het RIBW (beschermde woonvorm binnen GGZ) gegaan en een jongen terug naar zijn ouders gegaan omdat zelfstandig wonen niet reëel was. De provincie kan volgens de contactpersoon het volgende doen om de overdracht te verbeteren van 18 plussers: op gemeentelijk niveau een functie vervullen in het stimuleren van het totstandkomen van beleid; meer middelen beschikbaar stellen voor het scheppen van voorzieningen voor de doelgroep die is aangewezen op langdurige begeleiding, zowel residentieel als in de vorm van coaches die langdurig begeleiding kunnen bieden. Oosterpoort De Oosterpoort levert in principe geen nazorg aan 18-plussers die uitstromen uit residentiële zorg. In sommige gevallen bieden ze een strippenkaart als de behandeling officieel al afgesloten is. Er zijn geen cijfers beschikbaar over aantallen, en waar uitstromers naar toe gaan. Als een jongere doorstroomt naar de GGZ of een instelling voor verstandelijk gehandicapten, vindt er in principe een warme overdracht plaats. Bureau Jeugdzorg heeft hierbij geen actieve bemoeienis. Vanaf 18 jaar rekent Bureau Jeugdzorg het volgen en toetsen van de hulpverlening tot haar hoofdtaak. Gemeenten waar de Oosterpoort mee te maken heeft, hebben geen eenduidige lijn of een specifiek beleid ten aanzien van deze groep. Oorzaak is waarschijnlijk dat de contacten te incidenteel zijn om er structurele afspraken over te maken. En afspraken die gemaakt zijn, zijn vaak gekoppeld aan bepaalde personen. Als die dan van functie 19

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH = = = = =

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH = = = = = Gedeputeerde Staten STATENNOTITIE Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Statennotitie 18-plus problematiek HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nadere informatie

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Jeugdzorg in Brabant Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Introductie 1. Wet op de Jeugdzorg 2. Financiën 3. Bureau Jeugdzorg 4. Het zorgaanbod 5. Actuele ontwikkelingen Wet op de Jeugdzorg

Nadere informatie

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid Provincie Noord-Brabant Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid 1. Inleiding Het Beleidskader Jeugd 2005-2008 biedt de kaders voor het afsluiten van regionale convenanten

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Startnotitie Wat weten we al over nazorg? Wensen en behoeften: de knelpunten en oplossingen. Deze InZicht. 1. Planmatige aanpak - de voorbereiding

Startnotitie Wat weten we al over nazorg? Wensen en behoeften: de knelpunten en oplossingen. Deze InZicht. 1. Planmatige aanpak - de voorbereiding Startnotitie Wat weten we al over nazorg? Wensen en behoeften: de knelpunten en oplossingen Inleiding De informatie in deze notitie is afkomstig uit verschillende publicaties en is grotendeels gerangschikt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135 Inhoud 1 Inleiding 11 1.1 Jeugdzorg en jeugdbeleid 11 1.2 Leeftijdsgrenzen 12 1.3 Ordening van jeugdzorg en jeugdbeleid 13 1.3.1 Algemeen jeugdbeleid 14 1.3.2 Specifiek gemeentelijk jeugdbeleid 14 1.3.3

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld Begeleid Wonen www.st-neos.nl Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld De stichting Neos is een organisatie voor maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld. De organisatie richt zich

Nadere informatie

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden zorginstellingen

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) (Bron: GGD Amsterdam) bevat onder andere het domein huisvesting. Het afwegingskader in deze bijlage is afgeleid van deze zelfredzaamheidsmatrix.

Nadere informatie

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie + Jeugdzorg verandert Decentralisatie + Wet op de jeugdzorg 2009-2012 Evaluatie transitie van de jeugdzorg Doel nieuwe wet Realiseren van inhoudelijke en organisatorische verandering in de jeugdzorg Terugdringen

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

I m Ready! Jongeren over de weg naar zelfstandigheid

I m Ready! Jongeren over de weg naar zelfstandigheid Mogelijk gemaakt door: Jongeren over de weg naar zelfstandigheid Transformeren doe je samen 16 juni 2014 Welkom! Jongeren over de weg naar zelfstandigheid Project Doel van project Met wie werken we samen?

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht 2018-2022 Taken Regionaal Bureau Leerplicht Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) voert voor de gemeenten in de Duin & Bollenstreek en de Leidse Regio de leerplichtfunctie

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

: Stimuleringsprogramma de Samenhang op Scherp (SOS) Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

: Stimuleringsprogramma de Samenhang op Scherp (SOS) Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5 S T A T E N V O O R S T E L Datum : 14 december 2004 Nummer PS : PS2005ZCW01 Dienst/sector : MEC / DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2004MEC002581i Portefeuillehouder : Kamp Titel : Stimuleringsprogramma

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.

Nadere informatie

AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz)

AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz) AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz) Waar gaan we het over hebben? Wie ben ik en waarom deze presentatie? Algemeen: beleidsregels en doelgroep Welke zorg valt voor onze doelgroep onder de AWBZ? Hoe wordt

Nadere informatie

Beleidsnotitie Dak- en Thuislozen CSA05.062. Aanleiding

Beleidsnotitie Dak- en Thuislozen CSA05.062. Aanleiding Onderwerp CSA05.062 Beleidsnotitie Dak- en Thuislozen Aanleiding In 2004 is al een begin gemaakt met de formulering van genoemd beleid rond dak- en thuislozen. Medio 2004 is in de Commissie Samenleving

Nadere informatie

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen www.pwc.com Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel Inleiding Wiel Janssen Curriculum Wiel janssen: 35 jaar ervaring aan de voorkant van de Jeugdzorg

Nadere informatie

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland 1 Inspectie Jeugdzorg Utrecht, oktober 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein

Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein Gemeente Haarlem Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein Retouradres Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de leden van de

Nadere informatie

Aansluitende zorg en ondersteuning van 18min naar 18plus

Aansluitende zorg en ondersteuning van 18min naar 18plus Toekomstplan Aansluitende zorg en ondersteuning van 18min naar 18plus Initialen jeugdige: Leeftijd: Gemeente (die nu o.b.v. woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is): Casemanager Toekomstplan vanuit de zorgaanbieder:

Nadere informatie

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie

Nadere informatie

* * Statenfractie GroenLinks Mevrouw P.M. Brunklaus Postbus MC S-HERTOGENBOSCH

* * Statenfractie GroenLinks Mevrouw P.M. Brunklaus Postbus MC S-HERTOGENBOSCH Statenfractie GroenLinks Mevrouw P.M. Brunklaus Postbus 90151 5200 MC S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl

Nadere informatie

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen Zorgmodule Fasehuis Zorgaanspraak: Zorgaanbieder: Verblijf met behandeling Entréa HULPVRAAG Doelgroepen De doelgroep bestaat uit normaal begaafde jeugdigen van 16-18 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Midden

Nadere informatie

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen Transitie Jeugdzorg Inhoud Waar gaat het over? Over welke taken jeugdzorg gaat het? Waarom een transitie? Om welke cliënten gaat het? Wie zijn betrokken? Wanneer vindt de transitie plaats? Financiële aspecten

Nadere informatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie ACHTERGRONDINFORMATIE COMMISSIE SOCIALE INFRASTRUCTUUR 15 MEI 2008 1. Inleiding

Nadere informatie

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd Toetsingskader Verantwoorde zorg voor delictplegers met ernstige psychische en/of psychiatrische klachten (Netwerkniveau / Managementniveau); concept, 23 maart 2010 Aspect 1: Doelconvergentie De mate waarin

Nadere informatie

BESLUITEN. B&W-nr.: 07.0267 d.d. 6-3-2007

BESLUITEN. B&W-nr.: 07.0267 d.d. 6-3-2007 Behoudens advies van de commissie OWZ B&W-nr.: 07.0267 d.d. 6-3-2007 Onderwerp Ondertekening convenant Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning (vroegsignalering en zorgcoördinatie) Zuid

Nadere informatie

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Inleiding De overheid heeft besloten over te gaan het scheiden van de financiering van wonen en zorg. De overheid heeft ook besloten tot hervormingen van

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE ONZE AGENDA VOOR 2016-2020 NA INSPRAAK Sommige mensen hebben zo weinig grip op hun dagelijks leven, dat ze niet zelfstandig kunnen wonen.

Nadere informatie

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! Als we over cliënten praten, bedoelen we kinderen, jongeren en hun ouders. Als we over ouders praten, bedoelen we ook eenoudergezinnen, verzorgers, voogden en/of

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Ontwikkelingen in de jeugdzorg g Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Presentatie ti Evaluatie Wet op de jeugdzorg (2009) Contouren nieuwe stelsel Marktanalyse in het kader

Nadere informatie

Laat dit weten vanuit de jeugdzorg, detentie of lokale veld. leefgebieden wat?

Laat dit weten vanuit de jeugdzorg, detentie of lokale veld. leefgebieden wat? - 2 - Naar een integrale aanpak na jeugdzorg regio Arnhem Plaats: Hoofdkantoor Woningcorporatie Vivare te Arnhem Datum: 28 oktober 2010 Verslag werkbijeenkomst integrale nazorg na jeugdzorg Arnhem Focusvraag

Nadere informatie

Een veilige woonplek voor elke jongere! Vijf actiepunten voor lokale politieke partijen

Een veilige woonplek voor elke jongere! Vijf actiepunten voor lokale politieke partijen Een veilige woonplek voor elke jongere! Vijf actiepunten voor lokale politieke partijen Op 21 maart 2018 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Uw kans om lokaal mee te beslissen over de koers van uw gemeente

Nadere informatie

rekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067

rekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067 rekenkamer Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland Datum Bijlage Uw kenmerk Ons kenmerk 19 mei 2011 201 1/GM/067 Onderwerp Aankondiging onderzoek (On)verantwoord wachten op jeugdzorg Geachte

Nadere informatie

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp Ontwikkeling OGGZ-loket als meldpunt voor onrust en overlast Programma / Programmanummer Maatschappelijke zorg en dienstverlening / 7320 Portefeuillehouder G.

Nadere informatie

Coordinatie van de nazorg aan exgedetineerden

Coordinatie van de nazorg aan exgedetineerden Coordinatie van de nazorg aan exgedetineerden Gemeente Purmerend 7 oktober 2010 Bea van Meerten Inhoud van deze presentatie Organisatie van de nazorg Informatie over gerealiseerde zaken op de 5 leefgebieden:

Nadere informatie

Jongeren van 17 tot 25 jaar met meervoudige problemen, die geen stabiele woon- of verblijfplaats hebben, of in de opvang verblijven

Jongeren van 17 tot 25 jaar met meervoudige problemen, die geen stabiele woon- of verblijfplaats hebben, of in de opvang verblijven RAADSVOORSTEL Onderwerp : Met het oog op morgen; sluitende aanpak voor zwerfjongeren in Deventer en omgeving Raadsvergadering : 9 september 2009 Politieke markt d.d. : 26 augustus 2009 Agendapunt : 11

Nadere informatie

Gouda, 9 september Dank voor uw aandacht voor deze groep jonge ouders. Het is belangrijk om hier aandacht voor te vragen!

Gouda, 9 september Dank voor uw aandacht voor deze groep jonge ouders. Het is belangrijk om hier aandacht voor te vragen! Gouda, 9 september 2016 Dank voor uw aandacht voor deze groep jonge ouders. Het is belangrijk om hier aandacht voor te vragen! JSO en Siriz zijn initiatiefnemers van het landelijke programma JOOZ (www.jooz.nu)

Nadere informatie

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1 Agendapunt 7 Vergadering : WGSSD Regio Amersfoort Datum : 3 december 2018 Onderwerp : Stand van zaken Sluitende aanpak 18-/18+ regio Amersfoort Bijlage : Concept presentatie BO SD 20 december Integraal

Nadere informatie

27 januari 2004 Nr , W Nummer 2/2004

27 januari 2004 Nr , W Nummer 2/2004 27 januari 2004 Nr. 2003-23.286, W Nummer 2/2004 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van het Beleidskader jeugdzorg 2004-2007 en het Uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Ter voorbereiding op de transitie maken gemeenten, georganiseerd in zes regio s, en Gedeputeerde Staten van provincie Utrecht,

Nadere informatie

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011 AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011 Den Haag, 11 november 2009 Een trendbreuk in de jeugdzorg De vraag naar jeugdzorg groeit

Nadere informatie

Risico- indicatoren Maart 2014

Risico- indicatoren Maart 2014 Risicoindicatoren Maart 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Risico-indicatoren ambulante jeugdhulp 5 1.1 Risico-indicatoren 5 1.2 Toelichting op de risico-indicatoren 5 2. Risico-indicatoren bureaus jeugdzorg

Nadere informatie

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Info toezichtonderzoek Na de vrouwenopvang door Samenwerkend Toezicht Jeugd / Toezicht

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Factsheet gemeente Westland

Factsheet gemeente Westland In deze factsheet wordt ingegaan op verschillende indicatoren voor het aantal jeugdigen uit uw gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg voor jeugd. Dit wordt per

Nadere informatie

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals Hulp voor jonge ouders Informatie voor professionals Zorg voor kwetsbare meiden Meiden tussen de 16 en 27 jaar die zwanger zijn, of een kind hebben gekregen, kunnen terecht bij Vitree. Het gaat om kwetsbare

Nadere informatie

Zelfstandigheidstraining. voor Jongeren. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Zelfstandigheidstraining. voor Jongeren. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld Zelfstandigheidstraining voor Jongeren www.st-neos.nl Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld Stichting Neos is een HKZ-gecertificeerde organisatie voor maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk

Nadere informatie

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake Lokaal en regionaal beleidskader voor jeugdzorg. Samenvatting Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ. Vrijdag 13 juni 2014

Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ. Vrijdag 13 juni 2014 Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ Vrijdag 13 juni 2014 Wie zijn we? Ons Tweede thuis is een organisatie ten dienste van ongeveer 2000 mensen met een verstandelijke, meervoudige of lichamelijke

Nadere informatie

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Zorg voor jeugdigen in Nederland DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST Zorg voor jeugdigen in Nederland Presentatie Vlaams-Nederlands Huis deburen, Directie Curatieve Zorg, 14 november 2006 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1 ALGEMENE

Nadere informatie

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen! Er zijn 27 Ouder- en Kindteams. 22 teams zitten in de wijken, vier teams zijn er voor het voortgezet onderwijs en één team is er speciaal voor het MBO. We werken samen vanuit een aantal functies: ouder-

Nadere informatie

Methodiek Niemand uit Beeld

Methodiek Niemand uit Beeld Zorg voor jongeren na jeugdzorg Handboek Methodiek Niemand uit Beeld Oktober 2009 Handboek methodiek Niemand uit Beeld - Zorg voor jongeren na jeugdzorg Mens & Maatschappij, Jeugd Inhoudsopgave Voorwoord

Nadere informatie

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Perceelbeschrijving Beschermd wonen Perceelbeschrijving Beschermd wonen Inhoud 1. Beschermd wonen... 3 1.1 Gevraagd product... 3 1.2 Eisen aan aanbieder... 4 1.3 Basisprotocol... 5 Pagina 2 van 5 1. Beschermd wonen 1.1 Gevraagd product De

Nadere informatie

ECSD/U Lbr. 14/010

ECSD/U Lbr. 14/010 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Bestuurljke afspraken clientondersteuning Wmo uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201400446 Lbr. 14/010 bijlage(n)

Nadere informatie

Overgang van jeugd naar volwassenheid Van 18- naar jaar.en dan?

Overgang van jeugd naar volwassenheid Van 18- naar jaar.en dan? Overgang van jeugd naar volwassenheid Van 18- naar 18+ 18 jaar.en dan? Overgang van jeugd naar volwassenheid Van 18- naar 18+ 18 jaar.en dan? Voor jongeren verandert er bij het ouder worden veel: je gaat

Nadere informatie

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp 10 november 2014 Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp Geachte heer, mevrouw, Op 1 januari 2015 gaat de nieuwe Jeugdwet

Nadere informatie

JJEUGDHULP. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland vanaf 2018

JJEUGDHULP. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland vanaf 2018 Gemeenten kopen de specialistische jeugdhulp niet langer als losse producten in, maar als onderdeel van een breder perspectiefplan dat vooraf wordt opgesteld. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Beleidsplan Opvang en Bescherming. Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter)

Beleidsplan Opvang en Bescherming. Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter) Beleidsplan Opvang en Bescherming Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter) 9/21/2015 Even voorstellen Anne-Marie van Bergen Daan Heineke Adviseur Movisie Gespecialiseerd in (O)GGZ 2013

Nadere informatie

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt. VRAGENLIJST Quickscan voorbereiding decentralisatie begeleiding Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt. Vraag

Nadere informatie

Ieder zijn kracht, samen het resultaat

Ieder zijn kracht, samen het resultaat Ieder zijn kracht, samen het resultaat Jeugdhulp op Maat Soms zijn de problemen thuis zo groot of complex, dat een gezin er zelf of met lokale hulpverlening niet meer uitkomt. Jeugdhulp op Maat is er speciaal

Nadere informatie

Transities in het sociale domein

Transities in het sociale domein Transities in het sociale domein 3 transities Transities De landelijke overheid brengt een aantal taken in het sociale domein naar gemeenten. Het gaat om het decentraliseren van alle taken rond Jeugd en

Nadere informatie

Zorgpact Teylingen

Zorgpact Teylingen Zorgpact Teylingen 2015-2016 In 2013 zijn de verschillende partijen gestart met het uitvoeren van het Zorgpact. In het Zorgpact werken de gemeente Teylingen, de huisartsen, Woonstichting Vooruitgang, Warmunda,

Nadere informatie

Voorstel vergoeding bijzondere kosten pleegzorg

Voorstel vergoeding bijzondere kosten pleegzorg Voorstel vergoeding bijzondere kosten pleegzorg Inleiding Met de invoering van de Jeugdwet zijn gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk geworden voor de pleegzorg. Pleegouders die met de pleegzorgaanbieder

Nadere informatie

Jongeren van 17 tot 25 jaar met meervoudige problemen, die geen stabiele woon- of verblijfplaats hebben, of in de opvang verblijven.

Jongeren van 17 tot 25 jaar met meervoudige problemen, die geen stabiele woon- of verblijfplaats hebben, of in de opvang verblijven. Bijlage bij raadsvoorstel 2009.17961 Zwerfjongeren Aanleiding In 2006 is in de voorjaarsnota van de gemeente Deventer een bedrag gereserveerd voor de aanpak van zwerfjongeren. Voorstel was om een voorziening

Nadere informatie

Werkbijeenkomst integrale nazorg na jeugdzorg Doetinchem

Werkbijeenkomst integrale nazorg na jeugdzorg Doetinchem Werkbijeenkomst integrale nazorg na jeugdzorg Doetinchem Plaats: Hart van Doetinchem te Doetinchem Datum: 7 oktober 2010 Focusvraag voor de bijeenkomst: Goede ondersteuning voor jongeren uit de Jeugdzorg/JJI

Nadere informatie

Amarant Amar De W oens else oens else Poort Juni Jun

Amarant Amar De W oens else oens else Poort Juni Jun Pag. 1 Amarant De Woenselse Poort Juni 2011 Pag. 2 Voorstellen Harry Kat Manager specialistische zorg Amarant Pag. 3 Wat wil ik met u bespreken 1. Wat is Amarant 2. Organisatie zorg en behandeling LVG-cliënten

Nadere informatie

Defence for Children over de wetsevaluatie Wet op de jeugdzorg

Defence for Children over de wetsevaluatie Wet op de jeugdzorg Defence for Children over de wetsevaluatie Wet op de jeugdzorg Jeugdzorg nog onvoldoende Defence for Children heeft met zorg kennisgenomen van de evaluatie op de Wet op de Jeugdzorg. In oktober 2009 heeft

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018 Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018 Vraag en antwoord inkoop Tijdelijk Beschermd Wonen LVB 18+ ISD Bollenstreek-Gemeente Katwijk Vragen Antwoord Algemeen

Nadere informatie

MEMO GEMEENTE BOEKEL. Nummer 2016 / 43. : Raads- en burgerleden. : College van B&W. Betreft: : Regionaal Beleidsplan Beschermd Wonen

MEMO GEMEENTE BOEKEL. Nummer 2016 / 43. : Raads- en burgerleden. : College van B&W. Betreft: : Regionaal Beleidsplan Beschermd Wonen GEMEENTE BOEKEL Nummer 2016 / 43 MEMO Aan Van : Raads- en burgerleden : College van B&W Betreft: : Regionaal Beleidsplan Beschermd Wonen 2016-2020 Datum : 4 juli 2016 Geachte Raads- en Burgerleden, Het

Nadere informatie

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker Memo Aan Van Doorkiesnummer AOZW Onderwerp Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker (071) 516 73 66 (071) 516 57 54 Datum Laatste nieuws rond budgetten Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang 29-6-2016

Nadere informatie

De winst van maatwerk: Je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn

De winst van maatwerk: Je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn De winst van maatwerk: Je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn Waarom advies? Adviesaanvraag minister voor Jeugd en Gezin Niet of moeizaam duurzame plaats op arbeidsmarkt Afhankelijkheid collectieve voorzieningen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 606 Jeugdzorg 2003 2006 Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

FACTSHEET PLEEGZORG 2012

FACTSHEET PLEEGZORG 2012 FACTSHEET PLEEGZORG 2012 In Nederland worden veel kinderen door familieleden of bekenden opgevoed wanneer dat door omstandigheden in de thuissituatie niet mogelijk is. Bij deze informele zorg is geen jeugdzorg-

Nadere informatie

Stichting Vroeghulp Rotterdam. Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties:

Stichting Vroeghulp Rotterdam. Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties: Stichting Vroeghulp Rotterdam Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties: - ASVZ. - MEE Rotterdam Rijnmond. - Pameijer. - Rijndam revalidatiecentrum. Later

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Centrum Jeugd & Gezin Maasland 1 Centrum Jeugd & Gezin Maasland Presentatie BJZ Centrum Jeugd & Gezin Maasland "Meer dan een gebouw alleen" 5 juni 2012 2 Het Centrum Jeugd & Gezin Maasland voor Kinderen en jongeren (0-23 jaar) Ouders

Nadere informatie

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd Vastgesteld: 17 september 2018 Voorgeschiedenis In de aanloop naar de nieuwe Jeugdwet maakten VNG en LHV gezamenlijk de werkmap Samenwerking tussen

Nadere informatie

Stichting Vroeghulp Rotterdam. Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties:

Stichting Vroeghulp Rotterdam. Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties: Stichting Vroeghulp Rotterdam Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties: - ASVZ. - MEE Rotterdam Rijnmond. - Pameijer. - Rijndam revalidatiecentrum. Later

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 839 Jeugdzorg Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid Oktober 2013 Samenwerkend Toezicht Jeugd

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

Zelfstandig leven voor mensen met NAH én psychiatrische problematiek

Zelfstandig leven voor mensen met NAH én psychiatrische problematiek Brochure voor verwijzers Zelfstandig leven voor mensen met NAH én psychiatrische problematiek ribw arnhem & veluwe vallei 2 Meedoen in de maatschappij; voor veel mensen met langdurige psychiatrische problemen

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012

Transitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012 Transitie Jeugdzorg Van zorgen voor naar zorgen dat Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012 Doel decentralisatie Één financieringssysteem voor het gehele jeugdbeleid: preventief, ambulant

Nadere informatie

Opsporen problemen. De winst van maatwerk: Je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn

Opsporen problemen. De winst van maatwerk: Je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn Opsporen problemen Risicokinderen snel opsporen Het moeilijke bij het signaleren van problemen is dat er vaak een hele trits kenmerken zijn, maar die kenmerken komen weer niet bij alle kinderen voor. Marina

Nadere informatie

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Samenwerkende gemeenten Friesland Achtkarspelen Ameland het Bildt Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel De Friese Meren Harlingen Heerenveen

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Jaarverslag Leerplicht/RMC 2017-2018 S.A.W. Visser De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 54 66 1 19-12-2018 - Geachte heer, mevrouw, Hierbij presenteren wij u het jaarverslag

Nadere informatie