Bij storingen of onjuist gebruik van de unit Controleer Actuele lijst (menu 4) op alarmberichten en gebruik de alarmlijst achterin deze handleiding.

Transcriptie

1 6. Alarmfunctie 6.1 Alarmen en info (menu 4) NB: Bij storingen of onjuist gebruik van de unit Controleer Actuele lijst (menu 4) op alarmberichten en gebruik de alarmlijst achterin deze handleiding. Alarmlijst Hoofdmenu 4 Alarm en info 4.5 Actuele lijst Bedrijfsvorm > Bedrifjsstanden > Instellingen > Alarm en Info > Tijd en weekplan > Versies > Veiligheidsfuncties > Onderhoud > Monteursmenu verlaten > Data opslaan > Alarm Waarschuwing Informatie Reset alarmen > Actuele lijst > Alarmlog lijst > Wis alarm log > Ja Nee Nee Nee Nee Alarm :54:17 Alarm :01:12 Alarm :22:50 Alarm :25:00 Alarm :00: Reset van alarmen De actieve alarmen zijn af te lezen in de actuele alarmlijst menu 4.5. De oorzaak moet worden gevonden... Alarmen kunnen alleen worden gereset als de storing die er de oorzaak van was verholpen is. Menu 4 Alle alarmen worden gereset op alarmen resetten in menu 4. Meerdere alarmen Herhaling van alarmen Als er meerdere alarmen tegelijk actief zijn, worden deze tegelijk gereset. Als een alarm herhaaldelijk blijft optreden, moet er contact worden opgenomen met een servicemonteur. 6.3 Getoonde alarmen - oorzaken van storingen Getoonde alarmen op het display Bij alarmen/waarschuwingen in de unit wordt rechtsboven in de menubalk één van de volgende iconen zichtbaar - ga naar de actuele alarmlijst om het alarm te zien. Hoofdmenu Bedrijfsvorm > Bedrijfsstanden > Hoofdmenu Bedrijfsvorm > Bedrijfsstanden > Actuele lijst 4.5 Actuele lijst Alarm :54:17 Alarm :01:12 Alarm :22:50 Alarm :25:00 Alarm :00:00 55/92

2 Alarmnummer Als er een alarm is op de installatie, verschijnt er een alarmnummer op het display, dat overeenkomt met XXYYZ, waar XX = unit YY = foutnummer Z = alarmcategorie, zie het schema met categorieën verderop in dit hoofdstuk. 16 alarmen Er kunnen tot 16 alarmen op de Actuele lijst staan; de oudste alarmen worden gewist als het aantal alarmen groter wordt dan 16 (FIFO-principe). Info in EXact...wordt alleen getoond in de alarmloglijst menu 4.6. Voorbeeld - alarmlijst ##/nn XXYYZ is een alarm (foutmelding) op frequentie-omvormer 1 (01064). De alarmbeschrijving luidt "De voeding naar de frequentie-omvormer heeft een fase verloren" (01064). De categorie is "Kritisch" (01064). Als er actieve alarmen zijn, wordt dit getoond onder het alarmsymbool. Als er meerdere alarmen tegelijk zijn, worden deze beurtelings gedurende 2 sec. getoond. - xx/## = alarm nr. xx van in het totaal ## alarmen. - XXYYZ zie definitie voor alarmnummer. (Z) Alarmniveau Invloed op de werking... Icoon 1 Info De unit blijft werken 2 Waarschuwing De unit blijft werken 3 Alarm De unit blijft werken, maar met gereduceerde functionaliteit 4 Kritiek De unit stopt 5 Brand De procedure voor geactiveerd brandalarm start Met behulp van het alarmnummer kan in de alarmlijst worden gezocht naar aanwijzingen voor het verhelpen van fouten. Alarmlog lijst - menu 4.6 "Wis alarm log" Achter het alarm- of infonummer staat een letter: C = Clear S = Set De alarmloglijst toont de laatste 100 alarmen, waarschuwingen en informatie. De oudste alarmen/info s verdwijnen van de lijst als het aantal groter wordt dan 100 (FIFO principe). De alarmloglijst kan worden gewist door 'ja' te kiezen. NB: dit kan niet ongedaan worden gemaakt. 56/92

3 Alarmlijst Hoofdregeling VEX Stroom op de regeling aangesloten Onbekende herstart van de regeling Een watchdog heeft de regeling opnieuw gestart De software heeft de regeling opnieuw gestart AHUC Gebruiker heeft de regeling zelf opnieuw gestart Een spanningsstoring in de voeding herstartte de sturing Gebruiker voerde een "Handbediende" afstelling van alarmen uit Hier wordt getoond wanneer er stroom op de regeling aangesloten is. Onbekende fout, haal de servicemonteur erbij. Onbekende fout, haal de servicemonteur erbij. De software heeft de regeling opnieuw gestart. De gebruiker heeft de regeling opnieuw gestart. Herstart van de regeling vanwege een spanningsstoring. De gebruiker heeft de alarmen gereset. 57/92

4 Frequentie-omvormer Eén of meer fasen tussen de frequentie-omvormer en de motor zijn met aarde kortgesloten De motorstroom van de frequentie-omvormer overschrijdt 300% van de toegestane waarde Het frequentie-omvormer DC-circuit heeft een te hoog spanningsniveau in verhouding tot de max. waarden Het frequentie-omvormer DC-circuit heeft een te laag spanningsniveau bij het starten van de motor(en) Het frequentie-omvormer DC-circuit heeft een te laag spanningsniveau als de VEX unit FC1 stopt De voeding naar de frequentie-omvormer heeft een fase verloren De voeding van de frequentie-omvormer naar de motor(en) heeft een fase verloren De frequentie-omvormer is thermisch overbelast (gebaseerd op interne berekeningen) De temperatuur op de koelplaat van de frequentie-omvormer is te hoog De motor(en) op de frequentie-omvormer trekt/trekken te veel stroom Controleer de kabel tussen frequentie-omvormer 1 en de motor. Controleer of er onderspanning naar frequentie-omvormer 1 is. Controleer of er overspanning naar frequentie-omvormer 1 is. Controleer of er onderspanning naar frequentie-omvormer 1 is. Controleer of er onderspanning naar frequentie-omvormer 1 is. Controleer de leidingverbinding van de voedingsaansluiting naar de werkschakelaar in de VEX unit. Controleer de leidingverbinding van de werkschakelaar naar frequentie-omvormer 1. Controleer de kabel tussen frequentie-omvormer 1 en de motor. Controleer daarna de motor op kortsluiting in de wikkelingen. Controleer of de temperatuur in frequentie-omvormer 1 boven de toegestane 35 C is geweest toen het alarm werd geactiveerd. Als de temperatuur te hoog is geweest, moet de installatie weer worden gestart als de luchttemperatuur onder 35 C gekomen is. Controleer of de temperatuur in frequentie-omvormer 1 boven de toegestane 35 C is geweest toen het alarm werd geactiveerd. Als de temperatuur te hoog is geweest, moet de installatie weer worden gestart als de luchttemperatuur onder 35 C gekomen is. Fout op frequentie-omvormer 1. 58/92

5 Frequentie-omvormer Motor 1 op de frequentie-omvormer is oververhit Motor 2 op de frequentie-omvormer is oververhit Ontbrekende modbus frequentie-omvormer Hardware fout op de frequentie-omvormer De software versie in de frequentie-omvormer is te oud Controleer of het wiel op de motor vrij kan draaien. Verzeker u ervan dat het ventilatorwiel niet wordt geblokkeerd Controleer of het wiel op de motor vrij kan draaien. Verzeker u ervan dat het ventilatorwiel niet wordt geblokkeerd Controleer de kabel tussen connection board en frequentie-omvormer 1. Fout op frequentie-omvormer 1. Upgrade de software in frequentie-omvormer 1. 59/92

6 Frequentie-omvormer Eén of meer fasen tussen de frequentie-omvormer en de motor zijn met aarde kortgesloten De motorstroom van de frequentie-omvormer overschrijdt 300% van de toegestane waarde Het frequentie-omvormer DC-circuit heeft een te hoog spanningsniveau in verhouding tot de max. waarden Het frequentie-omvormer DC-circuit heeft een te laag spanningsniveau bij het starten van de motor(en) Het frequentie-omvormer DC-circuit heeft een te laag spanningsniveau als de VEX unit FC2 stopt De voeding naar de frequentie-omvormer heeft een fase verloren De voeding van de frequentie-omvormer naar de motor(en) heeft een fase verloren De frequentie-omvormer is thermisch overbelast (gebaseerd op interne berekeningen) De temperatuur op de koelplaat van de frequentie-omvormer is te hoog De motor(en) op de frequentie-omvormer trekt/trekken te veel stroom Controleer de kabel tussen frequentie-omvormer 2 en de motor. Controleer of er onderspanning naar frequentie-omvormer 2 is. Controleer of er overspanning naar frequentie-omvormer 2 is. Controleer of er onderspanning naar frequentie-omvormer 2 is. Controleer of er onderspanning naar frequentie-omvormer 2 is. Controleer de leidingverbinding van de voedingsaansluiting naar de werkschakelaar in de VEX unit. Controleer de leidingverbinding van de werkschakelaar naar frequentie-omvormer 2. Controleer de kabel tussen frequentie-omvormer 2 en de motor. Controleer daarna de motor op kortsluiting in de wikkelingen. Controleer of de temperatuur in frequentie-omvormer 2 boven de toegestane 35 C is geweest toen het alarm werd geactiveerd. Als de temperatuur te hoog is geweest, moet de installatie weer worden gestart als de luchttemperatuur onder 35 C gekomen is. Controleer of de temperatuur in frequentie-omvormer 2 boven de toegestane 35 C is geweest toen het alarm werd geactiveerd. Als de temperatuur te hoog is geweest, moet de installatie weer worden gestart als de luchttemperatuur onder 35 C gekomen is. Fout op frequentie-omvormer 2. 60/92

7 Frequentie-omvormer Motor 1 op de frequentie-omvormer is oververhit Motor 2 op de frequentie-omvormer is oververhit Ontbrekende modbus frequentie-omvormer Hardware fout op de frequentie-omvormer De software versie in de frequentie-omvormer is te oud Controleer of het wiel op de motor vrij kan draaien. Verzeker u ervan dat het ventilatorwiel niet wordt geblokkeerd Controleer of het wiel op de motor vrij kan draaien. Verzeker u ervan dat het ventilatorwiel niet wordt geblokkeerd Controleer de kabel tussen connection board en frequentie-omvormer 2. Fout op frequentie-omvormer 2. Upgrade de software in frequentie-omvormer 2. Rotorregeling Rotatie-alarm De rotormotor trekt te RHX2M veel stroom Controleer of de aandrijfriem in orde is. Als de riem defect is moet hij worden vervangen door een servicemonteur. Controleer of de rotor gemakkelijk rond kan draaien. Controleer of de rotorbewaking defect is Onderspanningsalarm Controleer op de voedingsklemmen in de regelkast of er onderspanning naar de rotorregeling is Overspanningsalarm Controleer op de voedingsklemmen in de regelkast of er overspanning naar de rotorregeling is De rotorregeling is oververhit Ontbrekende modbus rotorregeling De rotorregeling is buiten werking en de buitentemperatuur is lager dan 3 C Alarm geeft aan dat of de stappenmotor (meest waarschijnlijk) of de rotorregeling defect is. Controleer de delen en vervang het defecte deel. De temperatuur in de rotorregeling is hoger dan 95 C. Vervang de rotorregeling Controleer de kabel tussen het connection board en de rotorregeling. De VEX is gestopt omdat de buitentemperatuur lager is dan 3 C en de rotor niet werkt. 61/92

8 Druktransmitter Ontbrekende modbus druktransmitter De druktransmitter MPT1 wordt geijkt Controleer de modbus kabel tussen connection board en MPT1. Controleer de modbus kabel van de MPT1 naar overige units op montagefouten Fout bij ijking Voer een nieuwe ijkprocedure uit. Als het probleem niet verdwijnt, moet de MPT1 worden vervangen De druktransmitter gebruikt oude ijkwaarden De druktransmitter is niet geijkt MPT 1 wordt geijkt. Als de installatie wordt gestart verschijnt deze informatie. Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de druktransmitter moet worden geijkt. Controleer in menu 8.4 of de MPT buiten z'n ijkwaarden is gekomen en ijk eventueel opnieuw. Schakel de VEX op "OFF" in het gebruikersmenu en open de deuren. Voer daarna een ijkprocedure uit voor de MPT (in menu 8.4.) Druktransmitter Ontbrekende modbus druktransmitter De druktransmitter MPT2 wordt geijkt Controleer de modbus kabel tussen connection board en MPT2. Controleer de modbus kabel van de MPT2 naar overige units op montagefouten Fout bij ijking Voer een nieuwe ijkprocedure uit. Als het probleem niet verdwijnt, moet de MPT2 worden vervangen De druktransmitter gebruikt oude ijkwaarden De druktransmitter is niet geijkt MPT2 wordt geijkt Als de installatie wordt gestart verschijnt deze informatie. Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de druktransmitter moet worden geijkt. Controleer in menu 8.4 of de MPT buiten z'n ijkwaarden is gekomen en ijk eventueel opnieuw. Schakel de VEX op "OFF" in het gebruikersmenu en open de deuren. Voer daarna een ijkprocedure uit voor de MPT (in menu 8.4.) 62/92

9 Druktransmitter Ontbrekende modbus druktransmitter De druktransmitter MPT3 wordt geijkt Controleer de modbus kabel tussen connection board en MPT3. Controleer de modbus kabel van de MPT3 naar overige units op montagefouten Fout bij ijking Voer een nieuwe ijkprocedure uit. Als het probleem niet verdwijnt, moet de MPT3 worden vervangen De druktransmitter gebruikt oude ijkwaarden De druktransmitter is niet geijkt MPT3 wordt geijkt Als de installatie wordt gestart verschijnt deze informatie. Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de druktransmitter moet worden geijkt. Controleer in menu 8.4 of de MPT buiten z'n ijkwaarden is gekomen en ijk eventueel opnieuw. Schakel de VEX op "OFF" in het gebruikersmenu en open de deuren. Voer daarna een ijkprocedure uit voor de MPT (in menu 8.4.) Druktransmitter Ontbrekende modbus druktransmitter De druktransmitter MPT4 wordt geijkt Controleer de modbus kabel tussen connection board en MPT4. Controleer de modbus kabel van de MPT4 naar overige units op montagefouten Fout bij ijking Voer een nieuwe ijkprocedure uit. Als het probleem niet verdwijnt, moet de MPT4 worden vervangen De druktransmitter gebruikt oude ijkwaarden De druktransmitter is niet geijkt MPT4 wordt geijkt Als de installatie wordt gestart verschijnt deze informatie. Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de druktransmitter moet worden geijkt. Controleer in menu 8.4 of de MPT buiten z'n ijkwaarden is gekomen en ijk eventueel opnieuw. Schakel de VEX op "OFF" in het gebruikersmenu en open de deuren. Voer daarna een ijkprocedure uit voor de MPT (in menu 8.4.) 63/92

10 Druktransmitter Ontbrekende modbus druktransmitter De druktransmitter MPT5 wordt geijkt Controleer de modbus kabel tussen connection board en MPT5. Controleer de modbus kabel van de MPT5 naar overige units op montagefouten Fout bij ijking Voer een nieuwe ijkprocedure uit. Als het probleem niet verdwijnt, moet de MPT5 worden vervangen De druktransmitter gebruikt oude ijkwaarden De druktransmitter is niet geijkt MPT5 wordt geijkt Als de installatie wordt gestart verschijnt deze informatie. Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de druktransmitter moet worden geijkt. Controleer in menu 8.4 of de MPT buiten z'n ijkwaarden is gekomen en ijk eventueel opnieuw. Schakel de VEX op "OFF" in het gebruikersmenu en open de deuren. Voer daarna een ijkprocedure uit voor de MPT (in menu 8.4.) Druktransmitter Ontbrekende modbus druktransmitter De druktransmitter MPT6 wordt geijkt Controleer de modbus kabel tussen connection board en MPT6. Controleer de modbus kabel van de MPT6 naar overige units op montagefouten Fout bij ijking Voer een nieuwe ijkprocedure uit. Als het probleem niet verdwijnt, moet de MPT6 worden vervangen De druktransmitter gebruikt oude ijkwaarden De druktransmitter is niet geijkt MPT6 wordt geijkt Als de installatie wordt gestart verschijnt deze informatie. Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de druktransmitter moet worden geijkt. Controleer in menu 8.4 of de MPT buiten z'n ijkwaarden is gekomen en ijk eventueel opnieuw. Schakel de VEX op "OFF" in het gebruikersmenu en open de deuren. Voer daarna een ijkprocedure uit voor de MPT (in menu 8.4.) 64/92

11 Druktransmitter Ontbrekende modbus druktransmitter De druktransmitter MPT7 wordt geijkt Controleer de modbus kabel tussen connection board en MPT7. Controleer de modbus kabel van de MPT7 naar overige units op montagefouten Fout bij ijking Voer een nieuwe ijkprocedure uit. Als het probleem niet verdwijnt, moet de MPT7 worden vervangen De druktransmitter gebruikt oude ijkwaarden De druktransmitter is niet geijkt MPT7 wordt geijkt Als de installatie wordt gestart verschijnt deze informatie. Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de druktransmitter moet worden geijkt. Controleer in menu 8.4 of de MPT buiten z'n ijkwaarden is gekomen en ijk eventueel opnieuw. Schakel de VEX op "OFF" in het gebruikersmenu en open de deuren. Voer daarna een ijkprocedure uit voor de MPT (in menu 8.4.) 65/92

12 Temperatuursensor Temp Alarm beschrijving TE11: TE11: TE12: TE12: TE21: TE21: TE22: in het afvoerkanaal is onderbroken in het afvoerkanaal is kortgesloten in het afblaaskanaal is onderbroken in het afblaaskanaal is kortgesloten in het buitenluchtkanaal is onderbroken in het buitenluchtkanaal is kortgesloten in het toevoerluchtkanaal is onderbroken TE11: appendix 2. TE11: appendix 2. TE12: appendix 2. TE12: appendix 2. TE21: appendix 2. TE21: appendix 2. TE22: appendix 2. 66/92

13 Temperatuursensor TE22: TE-RPT: TE-RPT: TE-SPT: TE-SPT: Tice: Tice: Alarm beschrijving in het toevoerluchtkanaal is kortgesloten in de retourwaterleiding van de warmwaterbatterij is onderbroken in de retourwaterleiding van de warmwaterbatterij is kortgesloten in de toevoerleiding van de warmwaterbatterij is onderbroken in de toevoerleiding van de warmwaterbatterij is kortgesloten in de toevoerleiding van de warmwaterbatterij is onderbroken in de toevoerleiding van de warmwaterbatterij is kortgesloten TE22: appendix 2. TE-RPT: appendix 2. TE-RPT: appendix 2. TE-SPT: appendix 2. TE-SPT: appendix 2. Tice: appendix 2. Tice: appendix 2. 67/92

14 Brandthermostaten Alarm beschrijving BT40/50, FIRE: De VEX unit is gestopt door een geactiveerd brandalarm BT BT70, AUX IN: De VEX unit is gestopt door een geactiveerd brandalarm BT40/50, FIRE: Bij brand: volg de voor het gebouw geldende voorschriften voor noodgevallen. Geactiveerd brandalarm zonder dat er brand was: Het stroomcircuit is verbroken; onderzoek waarom de aangesloten branddetectie-unit het circuit heeft verbroken. Als er geen unit is aangesloten, controleer dan de lus BT70, AUX IN: Bij brand: volg de voor het gebouw geldende voorschriften voor noodgevallen. Geactiveerd brandalarm zonder dat er brand was: Het ruststroomcircuit is verbroken; onderzoek waarom de aangesloten branddetectie-unit het circuit heeft verbroken. Als er geen unit is aangesloten - controleer lus Filters Alarm beschrijving De afvoerluchtfilter moet binnenkort worden vervangen De afvoerluchtfilter moet worden vervangen Filter De buitenluchtfilter moet binnenkort worden vervangen De buitenluchtfilter moet worden vervangen De afvoerluchtfilter moet binnenkort worden vervangen De afvoerluchtfilter moet worden vervangen De buitenluchtfilter moet binnenkort worden vervangen De buitenluchtfilter moet worden vervangen 68/92

15 HC Alarm Alarm beschrijving Oververhittingzekering TSA70 is geactiveerd Oververhittingzekering TSA70 is of was geactiveerd. HCE: De info wordt gereset als de temperatuur tot onder 70 C daalt. HCE: Controleer het luchtdebiet door het elektrische verwarmingselement. Kies dezelfde ventilatiesnelheid als toen het alarm werd geactiveerd Oververhittingzekering TSA120 is geactiveerd Oververhittingzekering TSA120 is of was geactiveerd. HCE De interne oververhittingszekering v/d sturing v/h elektrische verwarmingselement is geactiveerd De interne oververhittingszekering v/d sturing v/h elektrische verwarmingselement is of was geactiveerd Er moeten de volgende min. luchtdebieten zijn over het elektrische verwarmingselement: - HCE240: 135l/s - HCE250: 240l/s - HCE260: 480l/s - HCE270: 750l/s - HCE280: 1.260l/s HCE: De info wordt gereset als de temperatuur tot onder 120 C daalt. HCE: Controleer het luchtdebiet door het elektrische verwarmingselement. Kies dezelfde ventilatiesnelheid als toen het alarm werd geactiveerd. Er moeten de volgende min. luchtdebieten zijn over het elektrische verwarmingselement: - HCE240: 135l/s - HCE250: 240l/s - HCE260: 480l/s - HCE270: 750l/s - HCE280: 1.260l/s NB: Het elektrische verwarmingselement moet handmatig worden gereset voordat het alarm in het bedieningspaneel op nul gezet kan worden. HCE: De info wordt gereset als de temperatuur tot onder 60 C daalt in de regelkast. HCE: De temperatuur in de regelkast van het elektrische verwarmingselement is of was hoger dan 60 C. Controleer wat hiervan de oorzaak kan zijn en herstel indien mogelijk de fout. 69/92

16 HC Alarm Alarm beschrijving HCW De retourwatertemp. wordt te laag. De VEX werkt met gereduceerde werking en vorstbeveiliging. HCW: Controleer of de warmwatertoevoer naar de warmwaterbatterij werkt. Als de warmwatertoevoer werkt, controleer dan of de motorklep opent en of de circulatiepomp werkt. Doe dit door de installatie op "OFF" te zetten in het gebruikersmenu en daarna in specialistmenu 8.3 een gedwongen start van de motorklep en de circulatiepomp uit te voeren De retourwatertemperatuur is te laag. De vorstbeveiliging is geactiveerd en de VEX stopt tijdelijk De door de externe sensor gemeten retourwatertemp. wordt te laag. De VEX werkt met gereduceerde werking. Wanneer de temperatuur boven de warmhoudgrens is beland, wordt het alarm automatisch gereset. HCW: Controleer of de warmwatertoevoer naar de warmwaterbatterij werkt. Als de warmwatertoevoer werkt, controleer dan of de motorklep opent en of de circulatiepomp werkt. Doe dit door de installatie op "OFF" te zetten in het gebruikersmenu en daarna in specialistmenu 8.3 een gedwongen start van de motorklep en de circulatiepomp uit te voeren. Wanneer de temperatuur boven de warmhoudgrens is beland, wordt het alarm automatisch gereset. HCW: Controleer of de warmwatertoevoer naar de warmwaterbatterij werkt. Als de warmwatertoevoer werkt, controleer dan of de motorklep opent en of de circulatiepomp werkt. Doe dit door de installatie op "OFF" te zetten in het gebruikersmenu en daarna in specialistmenu 8.3 een gedwongen start van de motorklep en de circulatiepomp uit te voeren. Wanneer de temperatuur boven de warmhoudgrens is beland, wordt het alarm automatisch gereset. 70/92

17 HC Alarm Alarm beschrijving De door de externe sensor gemeten retourwatertemp. is te laag. De VEX stopt tijdelijk. HCW: Controleer of de warmwatertoevoer naar de warmwaterbatterij werkt. Als de warmwatertoevoer werkt, controleer dan of de motorklep opent en of de circulatiepomp werkt. Doe dit door de installatie op "OFF" te zetten in het gebruikersmenu en daarna in specialistmenu 8.3 een gedwongen start van de motorklep en de circulatiepomp uit te voeren Het maximale aantal pogingen voor herstart binnen het afgelopen uur is bereikt Het is niet gelukt de retourwatertemp. te verhogen binnen 5 min. na vorstbeveiliging met gestopte VEX. Wanneer de temperatuur boven de warmhoudgrens is beland, wordt het alarm automatisch gereset. HCW: Controleer of de warmwatertoevoer naar de warmwaterbatterij werkt. Als de warmwatertoevoer werkt, controleer dan of de motorklep opent en of de circulatiepomp werkt. Doe dit door de installatie op "OFF" te zetten in het gebruikersmenu en daarna in specialistmenu 8.3 een gedwongen start van de motorklep en de circulatiepomp uit te voeren. Wanneer de temperatuur boven de warmhoudgrens is beland, wordt het alarm automatisch gereset. HCW: Controleer of de warmwatertoevoer naar de warmwaterbatterij werkt. Als de warmwatertoevoer werkt, controleer dan of de motorklep opent en of de circulatiepomp werkt. Doe dit door de installatie op "OFF" te zetten in het gebruikersmenu en daarna in specialistmenu 8.3 een gedwongen start van de motorklep en de circulatiepomp uit te voeren. Wanneer de temperatuur boven de warmhoudgrens is beland, wordt het alarm automatisch gereset. 71/92

18 HC Alarm Alarm beschrijving HCE Er is behoefte aan warmte, maar de flow door het elektrische verwarmingselement is te laag. HCE: De installatie heeft het vereiste min. luchtdebiet voor werking met elektrisch verwarmingselement niet bereikt. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. Er moeten de volgende min. luchtdebieten zijn over het elektrische verwarmingselement: - HCE240: 135l/s - HCE250: 240l/s - HCE260: 480l/s - HCE270: 750l/s - HCE280: 1.260l/s 72/92

19 HC-sensor Alarm beschrijving in het toevoerluchtkanaal is onderbroken in het toevoerluchtkanaal is kortgesloten in de toevoerleiding van de warmwaterbatterij is onderbroken in de toevoerleiding van de warmwaterbatterij is kortgesloten in de retourwaterleiding HC van de warmwaterbatterij is onderbroken in de retourwaterleiding van de warmwaterbatterij is kortgesloten De externe temperatuursensor in de retourwaterleiding van de warmwaterbatterij is onderbroken De externe temperatuursensor in de retourwaterleiding van de warmwaterbatterij is kortgesloten De interne temperatuursensor in de warmteregeling is onderbroken appendix 2. moet de sensor worden vervangen. appendix 2. moet de sensor worden vervangen. appendix 2. moet de sensor worden vervangen. appendix 2. moet de sensor worden vervangen. appendix 2. moet de sensor worden vervangen. appendix 2. moet de sensor worden vervangen. appendix 2. moet de sensor worden vervangen. appendix 2. moet de sensor worden vervangen. Vervang de printplaat voor de warmtegeleiding MHCW 73/92

20 HC-sensor Alarm beschrijving De interne temperatuursensor in de warmteregeling is kortgesloten Vervang de printplaat voor de warmtegeleiding MHCW 74/92

21 HC-regeling Alarm beschrijving MHCW: De module is niet correct geconfigureerd. Controleer CN6 op de printplaat HCW: De ventilatorsnelheid is tijdelijk gereduceerd HCW: De VEX stopt tijdelijk HC: De beveiligingsfuncties van de warmte- HC regeling worden in verband met service lokaal overgenomen Controleer de lus in de stekker CN6 op de printplaat voor de warmteregeling: MHCW: - er moet een lus zijn tussen 7 en 8. MHCE: - er moet geen lus gemonteerd zijn. HCW: De ventilatorsnelheid is tijdelijk gereduceerd omdat de waarschuwingsgrens voor vorstbeveiliging van de warmwaterbatterij bereikt is. HCW: De ventilator is tijdelijk gestopt omdat de stoptemperatuur voor vorstbeveiliging van de warmwaterbatterij bereikt is HCW: De VEX stopt HCW: De ventilatoren zijn gestopt vanwege vorstalarm op de warmwaterbatterij HCE: Er is een naloop omdat er binnen de afgelopen 3 min. warmte op het elektrische verwarmingselement was HC: De warmteregeling wordt momenteel in verband met service lokaal overgenomen HC: Er is een warmteregeling gevonden, maar hij is niet in de VEX configuratie gekozen MHC: De warmteregeling is niet correct geconfigureerd in verband met hetgeen in de VEX configuratie gekozen is MHCW: Ontbrekende modbus communicatie naar de regeling van de waterverwarming MHCE: Ontbrekende modbus communicatie naar de regeling van de elektrische verwarming HCE: De ventilatoren hebben een naloop van 3 min. nadat het elektrische verwarmingselement in bedrijf is geweest. HC: De warmteregeling wordt tijdelijk vanaf de Lodam Multi- Tool gestuurd. Het oversturen duurt max. 60 seconden. HC: De warmteregeling wordt tijdelijk vanaf de Lodam Multi- Tool gestuurd. Het oversturen duurt max. 60 seconden. HC: In menu 3.4 "Toebehoren" wordt de naverwarmer geconfigureerd. Controleer de lus in de stekker CN6 op de printplaat voor de warmteregeling: MHCW: - er moet een lus zijn tussen 7 en 8. MHCE: - er moet geen lus gemonteerd zijn. MHCW: Controleer de modbus kabel tussen connection board en MHCW. ontroleer de modbus kabel van de HCW naar de overige units op montagefouten. MHCE: Controleer de modbus kabel tussen connection board en MHCE. Controleer de modbus-kabel van de HCE naar overige units op montagefouten. 75/92

22 Luchtvolume/druk Het luchtdebiet/de druk in het afvoerluchtkanaal is te hoog Het luchtdebiet/de druk in het afvoerluchtkanaal was gedurende 5 min. te hoog Het luchtdebiet/de druk in het afvoerluchtkanaal is te laag Het luchtdebiet/de druk in het afvoerluchtkanaal was gedurende 5 min. te laag Het luchtdebiet/de druk in het toevoerluchtkanaal is te hoog Het luchtdebiet/de druk Air in het toevoerluchtkanaal was gedurende 5 min. te hoog Het luchtdebiet/de druk in het toevoerluchtkanaal is te laag Het luchtdebiet/de druk in het toevoerluchtkanaal was gedurende 5 min. te laag Het minimum luchtdebiet voor koel-/verwarmingsunits in het toevoerluchtkanaal is niet aanwezig Het minimum luchtdebiet voor koel-/verwarmingsunits in het toevoerluchtkanaal was gedurende 5 min. niet aanwezig De installatie produceert een luchtdebiet/druk van meer dan 25% boven het instelpunt. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. De installatie heeft een luchtdebiet/drukniveau gegenereerd dat gedurende 5 minuten meer dan 25% boven het instelpunt lag. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. De installatie produceert een luchtdebiet/druk van meer dan 25% onder het instelpunt. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. De installatie heeft een luchtdebiet/drukniveau gegenereerd dat gedurende 5 minuten meer dan 25% onder het instelpunt lag. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. De installatie produceert een luchtdebiet/druk van meer dan 25% boven het instelpunt. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. De installatie heeft een luchtdebiet/drukniveau gegenereerd dat gedurende 5 minuten meer dan 25% boven het instelpunt lag. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. De installatie produceert een luchtdebiet/druk van meer dan 25% onder het instelpunt. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. De installatie heeft een luchtdebiet/drukniveau gegenereerd dat gedurende 5 minuten meer dan 25% onder het instelpunt lag. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. Het vereiste toevoerluchtdebiet voor bedrijf met koel-/verwarmingsunits is niet bereikt. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. Het vereiste toevoerluchtdebiet voor bedrijf met koel-/verwarmingsunits is niet bereikt binnen 5 minuten. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. 76/92

23 Luchtvolume/druk De koeling kan niet worden vrijgegeven omdat de verhouding toe- en afvoerlucht niet correct is De koeling kan niet worden vrijgegeven omdat de verhouding toe- en afvoerluchtdebiet gedurende 5 min. niet bereikt was Het vereiste evenwicht tussen toevoerlucht en afvoerlucht is hoger dan de toegestane grens van 1,15:1. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. Het vereiste evenwicht tussen toevoerlucht en afvoerlucht is na 5 minuten nog steeds hoger dan de toegestane grens van 1,15:1. Controleer de instellingen voor ventilatorsnelheid in binnenklimaatniveaus en grenzen voor ventilatoren. CO2 sensor MIO-CO MIO- CO2 Ontbrekende modbus MIO CO2 module CO 2 -niveau ligt onder 100 ppm. CO 2 -sensor kan defect zijn. Controleer de modbus kabel tussen connection board en de MIO module. Controleer de modbus kabel van de MIO module naar overige units op montagefouten. Controleer de DIP-switch instellingen in de MIO-module, zie evt. de MIO-module handleiding. CO 2 -sensor is mogelijk defect en moet worden vervangen. 77/92

24 Temperatuursensor MIO-TS Ontbrekende modbus MIO-TS module MIO- is onderbroken TS is kortgesloten Controleer de modbus kabel tussen connection board en de MIO module. Controleer de modbus kabel van de MIO module naar overige units op montagefouten. Controleer de DIP-switch instellingen in de MIO-module, zie evt. de MIO-module handleiding. appendix 2. appendix 2. Vochtsensor MIO-RH MIO- RH Ontbrekende modbus MIO RH module Het vochtniveau is lager dan 2% - de RH sensor is misschien defect Controleer de modbus kabel tussen connection board en de MIO module. Controleer de modbus kabel van de MIO module naar overige units op montagefouten. Controleer de DIP-switch instellingen in de MIO-module, zie evt. de MIO-module handleiding. De vochtsensor is misschien defect en moet worden vervangen. 78/92

25 Bewegingssensor MIO-PIR MIO- PIR Ontbrekende modbus MIO-PIR module Controleer de modbus kabel tussen connection board en de MIO module. Controleer de modbus kabel van de MIO module naar overige units op montagefouten. Controleer de DIP-switch instellingen in de MIO-module, zie evt. de MIO-module handleiding. 79/92

26 Koelunit MCUC De koelinstallatie is gestopt vanwege te lage verdampingsdruk De koelinstallatie is gestopt vanwege te hoge condensatiedruk De koelinstallatie is gestopt vanwege oververhitting in de koelcompressor De koelinstallatie is gestopt vanwege te hoge persgastemperatuur Er is een kouderegeling gevonden, maar hij is niet in de VEX configuratie gekozen Ontbrekende modbus kouderegeling Controleer de lagedrukpressostaat. De lagedrukpressostaat koppelt uit bij 0,69 bar en koppelt weer in bij 2,21 bar. Door met de actuele manometerdruk te vergelijken, kan gecontroleerd worden of de installatie op de lagedrukpressostaat moet zijn uitgekoppeld. Controleer de functie van de EX regelklep. Controleer de vulling op de installatie. De vereiste vulling blijkt uit het typeplaatje. Controleer de hogedrukpressostaat. De hogedrukpressostaat koppelt uit bij 29,3 bar. Door met de actuele manometerdruk te vergelijken kan gecontroleerd worden of de installatie op de hogedrukpressostaat moet zijn uitgekoppeld. Controleer de functie van de EX regelklep. Controleer de vulling op de installatie. De vereiste vulling blijkt uit het typeplaatje. Controleer het stroomverbruik van de compressor. Controleer het luchtdebiet door het koelelement; kies dezelfde ventilatiesnelheid als toen het alarm ging. Er moeten de volgende min. luchtdebieten zijn door het koelelement: - CU240: 195l/s - CU250: 417l/s - CU260: 528l/s - CU270: 611l/s Controleer de functie van de EX regelklep. Controleer de vulling op de installatie. Controleer dat de luchtdebietmeting van de VEX, die het luchtdebiet door het condensatorelement stuurt, correct is. Controleer het luchtdebiet door het koelelement; kies dezelfde ventilatiesnelheid als toen het alarm ging. Er moeten de volgende min. luchtdebieten zijn door het koelelement: - CU240: 195l/s - CU250: 417l/s - CU260: 528l/s - CU270: 611l/s Controleer de vulling op de installatie. In menu 3.3 "VEX configuratie" wordt de koelinstallatie geconfigureerd. Controleer de modbus kabel tussen connection board en de MCUC module. Controleer de modbus kabel van de MCUC module naar overige units op montagefouten. 80/92

27 Externe koelunit (MXCU) sensor in het toevoerluchtkanaal is onderbroken MXCU in het toevoerluchtkanaal is kortgesloten appendix 2. appendix 2. Externe koelunit (MXCU) regeling Alarm beschrijving De module is niet correct geconfigureerd. Controleer CN6 op de printplaat De kouderegeling wordt momenteel in verband met service lokaal overgenomen De beveiligingsfuncties van de kouderegeling worden in verband met service lokaal overgenomen MXCU Er is een kouderegeling gevonden, maar hij is niet in de VEX configuratie gekozen De kouderegeling is niet correct geconfigureerd met betrekking tot hetgeen in de VEX configuratie gekozen is Ontbrekende modbus kouderegeling Controleer de lus in de stekker CN6 op de printplaat voor de kouderegeling. Er moet een lus zijn tussen 4 en 6 evenals tussen 5 en 6. De kouderegeling wordt tijdelijk vanaf het Lodam Multi Tool gestuurd. Het oversturen duurt max. 60 seconden. De kouderegeling wordt tijdelijk vanaf het Lodam Multi Tool gestuurd. Het oversturen duurt max. 60 seconden. In menu 3.4 "Toebehoren" wordt de koelunit geconfigureerd. Controleer de lus in de stekker CN6 op de printplaat voor de kouderegeling. Er moet een lus zijn tussen 4 en 6 evenals tussen 5 en 6. Controleer de modbuskabel tussen connection board en MXCU-module. Controleer de modbus kabel van de MXCU module naar overige units op montagefouten. 81/92

28 MCCW Alarm beschrijving in het toevoerluchtkanaal is onderbroken in het toevoerluchtkanaal is kortgesloten MCCW in de toevoerleiding van de koudwaterbatterij is onderbroken in de toevoerleiding van de koudwaterbatterij is kortgesloten (Zie appendix 1: "Principeschetsen" voor de positie van kleppen, Controleer of de weerstand in de sensor overeenstemt met de actuele temperatuur, zie Temperatuur-weerstandstabel appendix 2. Als de weerstand door de sensor aanzienlijk afwijkt, Controleer of de weerstand in de sensor overeenstemt met de actuele temperatuur, zie Temperatuur-weerstandstabel appendix 2. Als de weerstand door de sensor aanzienlijk afwijkt, Controleer of de weerstand in de sensor overeenstemt met de actuele temperatuur, zie Temperatuur-weerstandstabel appendix 2. Als de weerstand door de sensor aanzienlijk afwijkt, Controleer of de weerstand in de sensor overeenstemt met de actuele temperatuur, zie Temperatuur-weerstandstabel appendix 2. Als de weerstand door de sensor aanzienlijk afwijkt, 82/92

29 MCCW regeling Alarm beschrijving De module is niet correct geconfigureerd. Controleer CN6 op de printplaat De kouderegeling wordt momenteel in verband met service lokaal overgenomen De beveiligingsfuncties van de kouderegeling worden in verband met service lokaal overgenomen MCCW Er is een kouderegeling gevonden, maar hij is niet in de VEX configuratie gekozen De kouderegeling is niet correct geconfigureerd met betrekking tot hetgeen in de VEX configuratie gekozen is Ontbrekende modbus kouderegeling Controleer de lus in de stekker CN6 op de printplaat voor de kouderegeling. Er moet een lus zijn tussen 4 en 6 evenals tussen 5 en 6. De kouderegeling wordt tijdelijk vanaf het Lodam Multi Tool gestuurd. Het oversturen duurt max. 60 seconden. De kouderegeling wordt tijdelijk vanaf het Lodam Multi Tool gestuurd. Het oversturen duurt max. 60 seconden. In menu 3 "Toebehoren" wordt de koelunit geconfigureerd. Controleer de lus in de stekker CN6 op de printplaat voor de kouderegeling. Er moet een lus zijn tussen 4 en 6 evenals tussen 5 en 6. Controleer de modbuskabel tussen connection board en MCCW-module. Controleer de modbus kabel van de MCCW module naar overige units op montagefouten. Modbus Status SendModbusDataReceive fail SendModbusDataSend fail SendModbusDataConnect COMM fail SetRegister Connectfail Neem contact op met EXHAUSTO A/S Neem contact op met EXHAUSTO A/S Neem contact op met EXHAUSTO A/S Neem contact op met EXHAUSTO A/S SetCoil Connect fail Neem contact op met EXHAUSTO A/S GetRegister Connectfail Neem contact op met EXHAUSTO A/S 83/92

30 Externe regeling Ontbrekende modbus MIO- AUX1 (afvoerlucht) module AUX Ontbrekende modbus MIO- AUX2 (toevoerlucht) module Controleer de modbus kabel tussen connection board en de MIO module. Controleer de modbus kabel van de MIO module naar overige units op montagefouten. Controleer de DIP-switch instellingen in de MIO-module, zie evt. de MIO-module handleiding. Controleer de modbus kabel tussen connection board en de MIO module. Controleer de modbus kabel van de MIO module naar overige units op montagefouten. Controleer de DIP-switch instellingen in de MIO-module, zie evt. de MIO-module handleiding. VEX configuratie Alarm beschrijving Het VEX-type is niet geconfigureerd VEX configuratie De VEX-grootte is niet geconfigureerd Configureer de VEX in menu 3.3 Configureer de VEX-grootte in menu /92