VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET

Transcriptie

1 Stuk 169 ( ) - Nr. 3 VLAAMSE RAAD ZITTING MAART 1987 VOORSTEL VAN DECREET - van de heer P. Breyne C.S. - houdende aanpassing van de regeling voor de toekenning van subsidievoorschotten voor de jeugd- en volwassenenvorming VERSLAG namens de Commissie voor Cultuur uitgebracht door de heer F. Bosmans DAMES EN HEREN, Uw Commissie heeft het onderhavige voorstel van decreet besproken op 5 maart Samenstelling van de Commissie : Voorzitter : de heer P. Breyne. Vaste leden : de heren F. Bosmans, A. Bourgeois, P. Breyne, M. Desutter, Y. Ottenbourgh, R. Peeters ; de heren M. Galle, J. Ramaekers, W. Seeuws, L. Van den Bossche; de heer J. Devolder, mevrouw A. Neyts-Uyttebroeck, de heer J. Vandermarliere ; de heer A. De Beul, mevrouw N. Maes. Plaatsvervangers : mevrouw T. Merckx-Van Goey, de heer F. Piot, mevrouw C. Smitt, de heren F. Vanderborght, A. Van Nevel, R. Vannieuwenhuyze ; de heren W. Content, G. Moens, G. Temmerman, K. Van Miert ; de heren E. Beysen, M. Decoster, 0. Van den Broeck ; de heren W. Luyten, F. Van Steenkiste. Zie : 169 ( ) - Nr. 1 : Voorstel van decreet - Nr. 2 : Amendementen 302

2 169 ( ) - Nr. 3 PI 1. Toelichting van de indiener In zijn mondelinge toelichting wil de indiener er nogmaals op wijzen, zoals hij reeds eerder deed, dat de vertraging in de uitbetaling van de toelagen in de sociaal-culturele sectoren gedeeltelijk ingebouwd is in de decretale bepalingen zelf. Dat die vertraging grote financiële nadelen, werkings- en personeelsproblemen teweeg brengt voor de betrokken instellingen en organisaties hoeft geen betoog. Het verlies aan financiële middelen door het opnemen van kaskredieten loopt soms op tot 10 % van de toelagen. Een mogelijke oplossing kan bestaan in een fonds voor het toekennen, bij wijze van bedrijfskapitaal, van renteloze bestendige voorschotten ten behoeve van de verenigingen of groeperingen, waarvan de subsidiëring van culturele activiteiten bij decreet is ingesteld. Hij heeft daartoe trouwens een voorstel van decreet ingediend. Een andere oplossing bestaat er in dat de uitbetaling van de decretaal voorziene voorschotten vlugger zou geschieden. Dit is evenwel momenteel niet mogelijk omwille van de omslachtige administratieve procedure, en voornamelijk omwille van het feit dat deze voorschotten slechts kunnen uitbetaald worden ná goedkeuring van de rekeningen van het vorig dienstjaar. Daarom stelt indiener voor dat de voorschotten berekend zouden worden op basis van de goedkeuring van de rekeningen en werkverslagen van het voorlaatste jaar, mits een specifieke regeling te voorzien voor de verenigingen die nog geen twee jaar bestaan. Bij de bespreking van de sector cultuur in de begroting voor 1987 bleek dat de Gemeenschapsminister het probleem onderkende en dat hij onderhavig voorstel principieel kon bijtreden. II. Algemene bespreking Bij het begin van de algemene bespreking bevestigt de Gemeenschapsminister zijn mening. Het voorstel beperkt zich terecht, zegt hij, tot die sectoren waar de decreten een zekere eenvormigheid vertonen. Het voorlaatste jaar is inderdaad een beter referentiepunt, aangezien de rekeningen van het laatste jaar ten vroegste tegen 31 maart daaropvolgend kunnen ingediend worden. Het is tevens de gelegenheid om de regeling voor de verschillende sectoren nog eenvormiger te maken. Namens de Executieve dient hij evenwel drie amendementen in : 2 het indienen van een jaarprorgramma ; - het bedrag van het trimestrieel voorschot vast te stellen op 225 % (in plaats van 25 %) om ook aan nieuw erkende organisaties een voorschot te kunnen toekennen. Het saldo kan vóór 1 juli van het volgend jaar betaald worden ; - de terugvorderingsprocedure van de te voorschotten in de decreten in te bouwen. veel uitbetaalde De Commissie staat eensgezind positief achter de filosofie van het voorstel van decreet ; volgende vragen en bedenkingen worden evenwel ter sprake gebracht. De verslaggever formuleert een tegenvoorstel om de voorschotten van de eerste drie kwartalen te behouden op 25 % en tijdens het tweede kwartaal een schijf van 15% uit te betalen. De Gemeenschapsminister antwoordt hierop dat dit voorstel evenwaardig is aan het amendement van de Executieve. Het houdt eveneens rekening met de wenselijkheid

3 [ ( ) - Nr % voor te behouden voor nieuwe erkenningen. Hij pleit voor de eenvormigheid van de voorschotten. De indiener en ook andere leden betwijfelen of een jaarprogramma moet,,goedgekeurd worden door de Executieve. Zij zien hierin de mogelijkheid om betoelagingen van theoretisch bestaande doch niet actieve verenigingen te vermijden. Zij blijven er evenwel bij dat de Executieve zich niet mag inlaten met de inhoud van de werking van de verenigingen en instellingen. Een jaarprogramma is toch iets vertrouwelijks voor de vereniging. Hoe zal men overigens voor een documentatiecentrum een jaarprogramma vastleggen? Bovendien lijkt het in deze context zinloos een jaarprogramma voor het lopende jaar te vragen omdat de voorschotten betaald worden op basis van het voorbije jaar. De Gemeenschapsminister aanvaardt deze argumenten en besluit dit amendement in te trekken. Op de vraag waarom deze wijziging ook niet wordt doorgevoerd voor de sector van de sport antwoordt de Gemeenschapsminister dat in die sector 90 % van de toelagen reeds in februari betaald worden, dank zij het Sportfonds. Aangestipt wordt dat dit voorstel enkel geldt in materies die decretaal geregeld werden. Een commissie onderzoekt momenteel de vereenvoudiging van de uitbetaling van de toelagen in al de gevallen die niet decretaal geregeld zijn. Een lid zegt dat het Rekenhof, dat zelf een voorbeeld is van nauwgezetheid en voorzichtigheid, van oordeel is dat de regeling inzake de uitbetalingen in de socio-culturele sector te stroef wordt. Waarop een ander lid repliceert dat de administratie als dusdanig niets te verwijten valt, maar dat sommige verenigingen zich laten verleiden tot het indienen van verslagen over fictieve activiteiten. Dit lid wil nog weten of de uitbetaling van de wedden in deze sector niet centraal kan gebeuren zoals bijvoorbeeld in het onderwijs. De Gemeenschapsminister is bereid dit te laten onderzoeken. Het betreft hoofdzakelijk contractuelen en dit laat niet gemakkelijk toe via één centrale administratie te werken. In antwoord op de vraag of dit nieuwe decreet de huidige regelingen niet in de war zal sturen, antwoordt de Gemeenschapsminister dat de omschakeling geen problemen schept op voorwaarde dat de administratie vóór 31 maart kan verwittigd worden. III. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 wordt unaniem aangenomen. Artikelen 2 tot 8 Het amendement van de Executieve in verband met het indienen van een jaarprogramma wordt ingetrokken. Het tweede amendement ertoe strekkende de kwartaalvoorschotten op 22,5 % vast te stellen, wordt éénparig aangenomen. Het amendement van de Executieve ertoe strekkend in de artikelen 2 tot en met 8 een alinea toe te voegen dat toelaat de teveel gestorte voorschotten terug te vorderen, wordt zonder discussie eenparig aangenomen. De aldus geamendeerde artikelen worden eenparig aangenomen.

4 169 ( ) - Nr. 3 PI Een lid merkt tenslotte op dat het ontbreken van een gelijkaardige wijziging in het decreet van 27 juni 1985 houdende erkenning en subsidiëring van de privaatrechtelijke Nederlandstalige archief- en documentatiecentra, een hiaat is in het onderhavig voorstel. De Gemeenschapsminister antwoordt dat hij eerst wil onderzoeken of een gelijktiardige aanpassing van genoemd decreet op de archief- en documentatiecentra wel degelijk een verbetering inhoudt. Het lid zal het antwoord van de Gemeenschapsminister bij de bespreking in openbare vergadering afwachten. Indien hij het dan nodig acht zal hij een amendement ter zake indienen. IV. Eindstemming In stemming gebracht wordt het geheel van het voorstel van decreet, zoals geamendeerd, eenparig aangenomen. De Verslaggever, De Wnd. Voorzitter, F. BOSMANS N. MAES

5 PI 169 ( ) - Nr. 3 TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet. Artikel 2 In het decreet van 22 januari 1975 tot regeling van de erkenning en subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk, wordt artikel 16, 0 2 vervangen door wat volgt :,, 2. Onder voorbehoud dat de ingediende begroting voor het lopende begrotingsjaar werd goedgekeurd door de Vlaamse Executieve, worden per trimester van het begrotingsjaar waarvoor zij werden ingeschreven en goedgekeurd, vier voorschotten uitbetaald. van dit voorlaatste gesubsidieerde werkingsjaar werd het jaar dat volgt op het gesubsidieerde werkingsjaar, na werkingsjaar. Artikel 3 In het decreet van 4 juli 1975 houdende de rijkssubsidieregeling voor het Nederlandstalige sociaal-cultureel vormingswerk voor volwassenen in verenigingsverband, wordt artikel 4, 0 7 vervangen door wat volgt :,,$ 7. Onder voorbehoud dat de ingediende begroting voor het lopende begrotingsjaar werd goedgekeurd door de Vlaamse Executieve, worden per trimester van het begrotingsjaar waarvoor zij werden ingeschreven en goedgekeurd, vier voorschotten uitbetaald. van dit voorlaatste gesubsidieerde activiteitsjaar werd het jaar dat volgt op het gesubsidieerde activiteitsjaar, na

6 169 ( ) - Nr. 3 activiteitsjaar. Artikel 4 In het decreet van 2 januari 1976 tot erkenning en subsidiëring van de Nederlandstalige koepelorganisaties voor beleidsvoorbereidend overleg in de sector van het sociaal-culturee1 werk voor volwassenen, wordt artikel 7, 9 2 vervangen door wat volgt :,,$ 2. Onder voorbehoud dat de ingediende begroting voor het lopende begrotingsjaar werd goedgekeurd door de Vlaamse Executieve, worden per trimester van het begrotingsjaar waarvoor zij werden ingeschreven en goedgekeurd, vier voorschotten uitbetaald. van dit voorlaatste gesubsidieerde activiteitsjaar werd het jaar dat volgt op het gesubsidieerde activiteitsjaar, na activiteitsjaar. Artikel 5 In het decreet van 3 maart 1978 houdende de rijkssubsidieregeling voor het Nederlandstalig sociaal-cultureel vormingswerk met volwassenen in instellingen, wordt artikel 13 vervangen door wat volgt :,,Artikel 13 Onder voorbehoud dat de ingediende begroting voor het lopende begrotingsjaar werd goedgekeurd door de Vlaamse Executieve, worden per trimester van het begrotingsjaar waarvoor zij werden ingeschreven en goedgekeurd, vier voorschotten uitbetaald. van dit voorlaatste gesubsidieerde activiteitsjaar werd

7 Vl 169 ( ) - Nr. 3 het jaar dat volgt op het gesubsidieerde activiteitsjaar, na activiteitsjaar. Artikel 6 In het decreet van 20 februari 1980 houdende de rijkssubsidieregeling van de Nederlandstalige organisaties van amateuristische kunstbeoefening, wordt artikel 19 vervangen door wat volgt :,,Artikel 19 Onder voorbehoud dat de ingediende begroting voor het lopende begrotingsjaar werd goedgekeurd door de Vlaamse Executieve, worden per trimester van het begrotingsjaar waarvoor zij werden ingeschreven en goedgekeurd, vier voorschotten uitbetaald. van dit voorlaatste gesubsidieerde activiteitsjaar werd het jaar dat volgt op het gesubsidieerde activiteitsjaar, na activiteitsjaar. Artikel 7 In het decreet van 27 juni 1985 houdende de subsidieregeling van het Nederlandstalig sociaal-cultureel vormingswerk met volwassenen in politieke vormingsinstellingen, wordt artikel 9 vervangen door wat volgt :,,Artikel 9 Onder voorbehoud dat de ingediende begroting voor het lopende begrotingsjaar werd goedgekeurd door de Vlaamse Executieve, worden per trimester van het begrotingsjaar waarvoor zij werden ingeschreven en goedgekeurd, vier voorschotten uitbetaald.

8 169 ( ) - Nr. 3 [81 Elk voorschot bedraagt 225 ten honderd van de subsidie van dit voorlaatste gesubsidieerde werkingsjaar werd het jaar dat volgt op het gesubsidieerde werkingsjaar, na werkingsjaar. Artikel 8 In het decreet van 27 juni 1985 houdende de subsidieregeling van projecten en organisaties inzake het Nederlandstalig ontwikkelingswerk voor volwassenen en specifieke subsidieregeling voor bijzondere doelgroepen en problemen in het kader van het Nederlandstalig sociaal-cultureel vormings- en ontwikkelingswerk, wordt artikel 16, 9 2, vervangen door wat volgt :,, 2. Onder voorbehoud dat de ingediende begroting voor het lopende begrotingsjaar werd goedgekeurd door de Vlaamse Executieve, worden per trimester van het begrotingsjaar waarvoor zij werden ingeschreven en goedgekeurd, vier voorschotten uitbetaald. van dit voorlaatste gesubsidieerde werkingsjaar werd het jaar dat volgt op het gesubsidieerde werkingsjaar, na jaar gedane uitgaven en de voorgelegde betalingswijzen. werkingsjaar. Artikel 9 Dit decreet treedt in werking op 1 januari 1987.