Quick Scan Windenergie Korendijk 17 juni 2014 Bob Schulte / Reinder Siebinga

Transcriptie

1 Quick Scan Windenergie Korendijk 17 juni 2014 Bob Schulte / Reinder Siebinga Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 1/26

2 0 Inleiding Tauw en Ecofys zijn door de gemeente Korendijk gevraagd om met behulp van een quick scan te onderzoeken welke locaties er in Korendijk geschikt zijn voor het plaatsen van een windpark van 15 MW. Dit onderzoek is nodig omdat de gemeente zich gecommitteerd heeft tot het plaatsen van windturbines maar nog moet bepalen welke locatie daarvoor het meest geschikt is. Om inzichtelijk te maken welke locaties, volgens de wet- en regelgeving, het meest kansrijk zijn voor het plaatsen van 15MW aan windturbines in de gemeente is aangegeven welke belemmeringen er aanwezig zijn. Het eindresultaat van deze quick scan is een kaart met zoekgebieden (zie bijlage, kaart 6) waarvan we weten dat het plaatsen van windturbines in deze gebieden qua wet- en regelgeving, in principe, mogelijk zou moeten zijn. Door deze eerste indruk wordt het ook duidelijk welke gebieden minder kansrijk zijn omdat daar belemmeringen zijn voor het plaatsen van windturbines. De opzet van de quick scan is als volgt: 1. Identificatie van bestaande en toekomstige geluidsgevoelige objecten (met name woningen) 2. Het tekenen van afstandsbuffers rondom die geluidsgevoelige objecten 3. Identificatie van risicovolle installaties/infrastructuur en het tekenen van afstandsbuffers rond die objecten 4. Identificatie van belemmeringen door luchtvaart en radarstations 5. Identificatie van Natura2000 en stiltegebieden (NB: deze worden niet volledig uitgesloten maar vormen wel een zware belemmering) 6. Op basis van bovenstaande belemmeringen zijn de zoeklocaties bepaald (15 in totaal) en is aangegeven welke van deze zoekgebieden voldoende groot zijn om een windpark, uitgaande van een lijnopstelling of cluster, van 15 MW te plaatsen (9 in totaal) 7. Voor de overgebleven zoekgebieden zijn de zachte belemmeringen aangegeven. Deze zachte belemmeringen zijn niet direct een showstopper voor het plaatsen voor windturbines maar behoeven wel extra aandacht in de vervolgfase (planmer): a. Openheid landschap en EHS b. Cultuurhistorie De onderzochte gebieden zijn met de inwoners van Korendijk besproken tijdens de twee bewonersavonden. Uitkomst van die avonden was dat Natura2000 en stiltegebieden door de bewoners bij voorkeur niet als harde belemmering worden meegenomen in de quick scan. Dat heeft tot gevolg gehad dat er in de zuidwestelijke hoek van de gemeente 2 zoekgebieden zijn toegevoegd aan het proces (4 en 5) en er 2 zoekgebieden (3 en 9) zijn uitgebreid. Tevens is op deze avonden naar voren gekomen dat er belangrijke zorgen zijn met betrekking tot geluid. Mede naar aanleiding van de motie van de raad op dit gebied is hier extra aandacht aan geschonken door middel van een ruimer afstandscriterium. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 2/26

3 Tevens is een enquête uitgezet door de gemeente. De uitkomsten daarvan worden gepresenteerd in dit memo. De enquête bevestigd daarbij het belang dat door de bewoners gehecht wordt aan het zoveel mogelijk beperken van de geluidsoverlast. Gebaseerd op de uitkomsten van de quick scan en de input die is aangeleverd tijdens de bewonersavonden en de enquête wordt een advies gegeven welke locaties zouden kunnen worden meegenomen in de brede planmer. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 3/26

4 1 Identificatie geluidsgevoelige objecten (harde belemmering) Aannames - Selectie uit BAG database op woningen, scholen en ziekenhuizen - In overleg met de gemeente zijn uit de overige gebruiksfuncties de volgende adressen toegevoegd als gevoelige objecten: o Zuidoordseweg 4 Goudswaard o Zuidoordseweg 8 Goudswaard o Nieuwendijk 8 Zuid-Beijerland - Ruimte voor toekomstige ontwikkelingen mogelijk houden o Toekomstige woningbouw uit Ruimtelijk Plan Structuurvisie Hoekse Waard o Gebiedsvisie Hitsertse Kade en Swaneblake Uitleg De BAG database geeft een goede eerste inschatting van alle geluidgevoelige objecten in de gemeente maar kan soms niet geheel actueel of juist zijn. In overleg met de gemeente zijn een paar kleine aanpassingen gedaan. Daarnaast zijn er een aantal geplande ontwikkelingen die niet door de komst van de windmolens gehinderd moeten worden. Dit zijn de ontwikkelingsgebieden zoals opgenomen in de Structuurvisie Hoeksche Waard en het daarop gebaseerde Uitvoeringsprogramma Deze nieuwe ontwikkelingsgebieden worden in zijn geheel als geluidgevoelige bestemming aangemerkt. Het plaatsen van windturbines nabij of in die ontwikkelgebieden zou immers het realiseren van nieuwe woningen (of andere geluidgevoelige bestemmingen) onmogelijk maken en dat is niet wenselijk. Resultaat Kaart 1 in de bijlage laat de resultaten zien. De grijze gebieden zijn de geplande toekomstige ontwikkelingen Uitwerken in MER In het MER zal er in meer detail worden gekeken naar de juistheid van de BAG data. Tevens kunnen actualisaties en detailleringen in de nieuw te ontwikkelen gebieden worden meegenomen. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 4/26

5 2 Afstandsbuffers tot aan geluidgevoelige objecten (harde belemmering) Aannames - 400m afstand tot gevoelige objecten, tevens 500m en 600m afstandsbuffers getoond Uitleg Uitgaande van windturbines van 3 MW kan met een afstand van 400 meter gemiddeld genomen aan de Nederlandse geluidsnorm Lden 47 db / Lnight 41 db worden voldaan. Als 500 of 600 meter afstand wordt aangehouden kan ruimer binnen de Nederlandse geluidsnormen worden gebleven. De Nederlandse geluidsnorm is een dosismaat: de Lden 47 db geeft het gewogen jaargemiddelde geluidsniveau aan waarbij de nacht en avondperiode ook zwaarder meetellen dan de dag. Het zegt dus niet zoveel over het absolute geluidsniveau op een bepaald moment. Op sommige momenten zal het geluidsniveau op een gevel van een woning hoger zijn, veelal zal het lager zijn. Voor een uitgebreidere en genuanceerde uiteenzetting over geluid (en tevens slagschaduw en gezondheid) wordt verwezen naar een RIVM rapport (Windturbines: invloed op de beleving en gezondheid van omwonenden, RIVM rapport /2013). Slagschaduw is in de quickscan niet meegenomen omdat slagschaduw te mitigeren is en het in dit stadium geen onderscheidend criterium is. In het MER wordt dit onderdeel nader onderzocht. Op basis van de inbreng van de omwonenden op de informatieavonden en naar aanleiding van de motie van raad over geluid, is een afstand van minimaal 500 meter uiteindelijk meegenomen bij de selectie van geschikte locaties. Resultaat Kaart 2 in de bijlage laat de resultaten zien. De rood/roze contouren geven de afstandsbuffers aan rondom de geluidgevoelige objecten. Uitwerken in MER Voor de gekozen locaties zullen in het MER windturbineopstellingen ontwikkeld worden, die in meer detail op geluid en schaduw zullen worden onderzocht. Met behulp van geluid- en slagschaduwcontouren zal aangegeven worden wat de impact op de omgeving is. Ook zal daarbij in meer detail worden aangegeven hoeveel woningen er op meter afstand van de gekozen opstelling liggen. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 5/26

6 3 Risicovolle installaties (harde belemmering) Aannames - Generieke afstand van 150m tot risicovolle installaties, buisleidingen en hoogspanningslijnen Uitleg Het Handboek Risicozonering Windenergie geeft allerlei minimale veiligheidsafstanden aan tot risicovolle installaties, infrastructuur etc. In de praktijk kan met een minimale afstand van 150 meter (tiphoogte bij een 3 MW windturbine) voldaan worden aan alle veiligheidsafstanden. Dit is een conservatieve aanname, in de praktijk kan in sommige gevallen ook op kortere afstand een windturbine gerealiseerd worden. Resultaat Kaart 3 in de bijlagen laat de resultaten zien. Dit criterium levert in het geval van Korendijk nauwelijks belemmeringen op. Er ligt slechts één gasbuisleiding in het noorden van de gemeente en er zijn een paar risicovolle installaties. Uitwerken in MER In het MER zal er in meer detail worden gekeken naar afstanden tot (vaar)wegen. Tevens zal in overleg met de gemeente en de Gasunie bekeken worden of de afstand van 150 meter tot aan de gasbuisleiding echt noodzakelijk is. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 6/26

7 4 Luchtvaart (belemmering) Aannames - Zowel civiele als militaire luchtvaart is onderzocht Uitleg Het plaatsen van hoge objecten als windturbines kan gevolgen hebben voor de luchtvaartveiligheid (aanvaringsrisico) en verstoring van radarstations. Als de verstoring op een radarstation te groot is, kan dit een harde belemmering opleveren. Soms kan met een aanpassing van de opstelling van de windturbines de verstoring verminderd worden (en is het dus een zachte belemmering). Resultaat De gemeente ligt in de invloedssfeer van het militaire radar station Woensdrecht. Dit betekent dat er een radarverstoringsonderzoek uitgevoerd zal moeten worden om te beoordelen of de verstoring niet te hoog is (zie planmer). De gemeente ligt niet in de invloedssfeer van de luchthaven Rotterdam. De gemeente ligt geheel in een militaire laagvliegzone voor helikopters. Dit is geen harde belemmering (er staan meer windturbines in laagvlieggebieden voor helikopters van defensie) maar er zal wel een toestemming van defensie nodig zijn. Kaart 4 in de bijlagen laat de resultaten zien. Uitwerken in MER Het MER zal in meer detail ingaan op de eventuele verstoring van militaire radar stations. Tevens zal in meer detail worden ingegaan op de militaire laagvliegzone voor helikopters en een toestemming van defensie worden aangevraagd. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 7/26

8 5 Stiltegebied en Natura 2000 (zware belemmering) Aannames - Natura2000 en stiltegebieden zijn een zware belemmering - Mogelijk kan er een uitzondering worden gemaakt voor de binnendijkse gebieden Uitleg Natuura2000 gebied: Het plaatsen van windturbines kan op drie manieren een impact hebben: - windmolens kunnen leiden tot slachtoffers onder pendelende vogels tussen Haringvliet (waar zij de nacht doorbrengen) en foerageergebieden in de Hoeksche Waard. Aanvaringen kunnen leiden tot significant negatieve effecten op deze soorten - vogels van open gebieden zoals ganzen houden bij het slapen en foerageren een afstand tussen 300 en 600 meter aan tot windmolens. Dit betekent een verlies van draagkracht van het gebied voor deze soorten, wat kan leiden tot een significant negatief effect - windmolens binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied kunnen resulteren in biotoopverlies voor de Noordse woelmuis. Of dit significant is zal onderzocht moeten worden. De buitendijkse delen van de Hoeksche Waard vormen onderdeel van het verspreidingsgebied van deze soort of kunnen in de toekomst daartoe dienen. De Noordse woelmuis kent een negatieve trend in zowel Nederland als in het Natura 2000-gebied Haringvliet zodat geen significante negatieve effecten op deze soort geaccepteerd kunnen worden Stiltegebied: De buitendijkse gebieden vormen samen met samen met polders ten zuiden en westen van Goudswaard het stiltegebied. Stiltegebieden in de provincie Zuid Holland zijn beschermd via de provinciale milieuverordening. Gebiedsvreemd geluid boven de 40 db is niet toegestaan. Via Gedeputeerde Staten is op bepaalde gronden een ontheffing mogelijk. Op voorhand is niet met zekerheid te zeggen of deze ontheffing ook voor windenergie op deze specifieke locatie wordt verleend. Die kans lijkt niet groot maar anderzijds moeten zoekgebieden binnen het stiltegebied niet worden uitgesloten omdat ze mogelijk op andere aspecten wel goed scoren. Resultaat Kaart 5 in de bijlagen laat de resultaten zien. De belemmeringen voor Natura2000 en Stiltegebieden zijn weergegeven. Normaal gesproken zijn Natura2000 gebieden een harde belemmering voor het plaatsen van windturbines. Daar worden alleen uitzonderingen op gemaakt in gevallen van groot openbaar belang en als er geen alternatieven zijn. Ook stiltegebieden worden normaal gesproken gezien als harde belemmering. Echter, om op voorhand geen zoekgebieden uit te sluiten die op andere aspecten wellicht wel heel goed scoren, is besloten om de binnendijkse zoekgebieden die in Natura2000 en stiltegebieden liggen vooralsnog mee te nemen in de verdere beoordeling. De buitendijkse gebieden de Korendijkse Slikken en Tiengemeten worden wel uitgesloten. Uitwerken in MER Voor het MER zal nader onderzoek nodig zijn om vast te kunnen stellen of er significant negatieve effecten zullen worden verwacht. Dit wordt meegenomen in de afweging tussen locaties. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 8/26

9 6 Zoekgebieden Kaart 6 toont de overgebleven zoekgebieden na aftrek van harde en zware belemmeringen. Er blijven in totaal 15 zoekgebieden over, inclusief 4 zoekgebieden die (deels) binnen het stiltegebied vallen en 1 zoekgebied (nr. 3 langs het Spui) dat deels in een Natura2000 gebied valt. Dat zijn zoals gezegd wel zware belemmeringen maar toch lijkt het raadzaam deze zoekgebieden mee te nemen in de vervolgfase om niet op voorhand mogelijk geschikte locaties uit te sluiten. Vervolgens is beoordeeld of de overgebleven zoekgebieden voldoende groot zijn om een windpark van 15 MW te kunnen realiseren. Hierbij is in eerste instantie uitgegaan van een opstelling van 5 windturbines van 3 MW. Dat lijkt op dit moment met de huidige generatie windturbines een logische opstelling. Grotere windturbines van 4 of 5 MW zijn niet uitgesloten maar op dit moment nog niet even rendabel / kosteneffectief als de 3 MW klasse. Veel kleinere windturbines (kleiner dan 2 MW) zijn ook niet uitgesloten maar eveneens minder kosteneffectief. Lijnopstellingen Met name vanuit landschappelijk is er over het algemeen een voorkeur voor een lijnopstelling. Voor een lijnopstelling van 5 windturbines van 3 MW (of bijvoorbeeld 6 van 2,5 MW, of 7 van 2,3 MW) is een lijn met een lengte nodig van minimaal 1,5 km. Dan kunnen de windturbines met een onderlinge afstand van ongeveer 4 maal de rotordiameter geplaatst worden en dat is over het algemeen voldoende om te grote zogeffecten (windschaduw van de ene windturbine op de andere) te voorkomen. In kaart 6 is met dikke lijnen indicatief aangegeven waar er binnen de zoekgebieden ruimte is voor een lijnopstelling van minimaal 1,5 km die op minimaal 500 meter afstand ligt van geluidgevoelige objecten. Er blijven dan 6 locaties (gelabeld A t/m F) over die meegenomen worden in het vervolgtraject. Clusteropstellingen Daar waar geen ruimte is voor een lijnopstelling zou wellicht wel een cluster passen. Indien ook cluster worden meegenomen zijn er nog 3 zoekgebieden met voldoende ruimte. Deze zijn aangegeven met de letters G t/m I. Deze 3 zoekgebieden kunnen ook meegenomen worden in het vervolgtraject. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 9/26

10 7 EHS en openheid van landschap (zachte belemmeringen) Aannames - Bij voorkeur niet plaatsen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) - Voor de EHS bestaat geen externe werking zodat alleen areaalverlies door windmolens van belang is - Voorkeur voor plaatsing aan de randen van het eiland - Aansluiten bij infrastructuur Uitleg EHS: Binnen de Hoeksche Waard zijn diverse delen aangewezen als EHS. Aantasting van EHS betekent een compensatieplicht. Bij eventuele aantasting is het verstandig vooraf in contact te treden met Bevoegd Gezag hoe om te gaan met eventuele consequenties en compensatie Landschap: Voor het onderdeel landschap geldt dat windmolens een grote impact hebben. Te meer omdat het een voormalig nationaal landschap betreft. De relatie tussen wind en (nationaal) landschap is in verschillende studies onderzocht. Specifiek voor de Hoeksche Waard heeft het de voorkeur om windmolens aan de rand van het eiland te plaatsen. Dit omdat windturbines bij de grote maat en schaal van de deltawateren passen en kunnen bijdragen aan het markeren van de heldere grens tussen land en water en de oriëntatie op het eiland. Anderzijds kan plaatsing van windturbines aan de rand van het eiland een ongewenste impact hebben op de openheid, stilte en ruimte van het landschap in de nabij gelegen Natura2000 gebieden (Slikken en Tiengemeten). In het MER zal een daartoe een gedetailleerde afweging gemaakt moeten worden. Op meer lokaal niveau dient er een koppeling plaats te vinden met elementen die in verhouding staan met de grote schaal van de windmolens. Gezien de relatie met de rand van het eiland ligt de koppeling aan de primaire waterkering voor de hand. Per locatie is uiteraard maatwerk nodig; de precieze plaatsing van windturbines in het landschap en in onderlinge afstemming ten opzichte van elkaar is onderwerp van nadere studie (MER) Resultaat Kaart 7 in de bijlagen laat de resultaten zien. Uitwerken in MER In het MER zal nader onderzocht worden wat de impact van windturbines is op de EHS ter plaatse. Afhankelijk van het type EHS kan dit belemmeringen, aanpassingen in het plan of mitigerende maatregelen opleveren. Fysieke aantasting van EHS wordt omschreven in het aantal hectares dat verloren gaat. Indien verlies in oppervlakte inderdaad optreedt, is overleg met Bevoegd Gezag nodig om bijvoorbeeld de mate van compensatie te peilen In het MER zal per locatie tevens verder ingezoomd worden op de landschappelijke inpassing. Daarbij zullen vanuit verschillende zichtpunten visualisaties worden gemaakt en de impact (beleving van rust, stilte en ruimte) van de windturbines op de Natura2000 gebieden gewogen worden. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 10/26

11 8 Archeologie en Cultuur Historie (zachte belemmeringen) Aannames - Uitgangspunt is de cultuurhistorische waardenkaart van de gemeente en van de gegevens voor de Rijksdienst voor Cultureel erfgoed Uitleg De gemeente heeft een specifieke cultuurhistorische waardenkaart opgesteld. In de kaart worden drie verschillende gebieden onderscheiden qua cultuurhistorische waarden: Zeer hoge waarde (rood): Uitgangspunt is dat bij ontwikkelingen de cultuurhistorische waarde versterkt moeten worden Hoge waarde (oranje): Bij ontwikkelingen dient de cultuurhistorische waarde te worden gerespecteerd. Hoge waarde (geel): Bij ontwikkelingen dient het karakter te worden behouden. Met betrekking tot windmolens zijn vooral de vlakken relevant (er van uitgaande dat windmolens niet op dijken worden geplaatst). Deze vlakken beslaan bijna het gehele buitendijkse gebied (m.u.v. de noordrand van de Hoeksche waard), en verder bijna alle boomgaarden, natuur en bosgebieden. Resultaat Kaart 8 in de bijlagen laat de resultaten zien. Uitwerken in MER In het MER zal per zoekgebied de locatie specifieke impact op cultureel erfgoed en archeologie bepaald worden. Dit kan leiden tot wijzigingen in het plan of mitigerende maatregelen. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 11/26

12 9 Uitkomsten bewonersavonden en enquête Er zijn in het proces van het opstellen van de quick scan 2 bewonersavonden georganiseerd. Tevens is de mogelijkheid aan bewoners geboden om via een enquête input te leveren voor het zoekproces naar windlocaties. De beide bewonersavonden zijn elk bezocht door ca 50 belangstellenden. Aan de enquête hebben 956 bewoners deelgenomen. Bewonersavond 1 Op deze eerste bewonersavond heeft een grote meerderheid (ruim 85%) aangegeven dat ze negatief staat tegenover de realisatie van windenergie in de gemeente, en dat niemand een windmolen in zijn nabije omgeving wenst. De aangegeven 3 grootste zorgen betreffen geluidsoverlast, de mogelijke waardedaling van de woning en gezondheidsklachten. De belangrijkste voorwaarden of wensen bij de realisatie van windenergie zijn extra aandacht voor geluidsoverlast, en betrokkenheid van de bewoners, zowel in het ontwikkel- als exploitatietraject. Van de aangegeven zoekgebieden zijn door de bewoners vooral de zoekgebieden langs het Spui (waaronder locatie 50) en in mindere mate zoekgebied 9 als ongeschikt aangemerkt. Het meest zuidoostelijk gelegen zoekgebied (huidig zoekgebied 15) is als veruit meest geschikte locatie naar voren gekomen, zoekgebied 1 (locatie 50) als veruit minst geschikte locatie. Bewonersavond 2 De zorgen die tijdens de tweede bewonersavond zijn geuit zijn sterk vergelijkbaar met die van de eerste bewonersavond: zorgen van financieel-economische aard, geluidsoverlast en gezondheid. Daarnaast is door de bewoners de wens te kennen gegeven om toch ook de mogelijkheid voor windturbines binnen of nabij de natuur- en stiltegebieden te bekijken en niet direct uit te sluiten. Evenals bij de vorige bewonersavond is het meest zuidoostelijk gelegen zoekgebied (zoekgebied 15) als veruit meest geschikte locatie aangeduid, en zoekgebied 1 (locatie 50) als veruit minst geschikte locatie. Daarnaast is door een deel van de bewoners aangegeven dat ook langs de Korendijkse Slikken (voornamelijk binnendijks) sprake is van een geschikte locatie voor windenergie. Enquête De belangrijkste naar voren gekomen zorgen van de bewoners betreffen - geluidsoverlast - aantasting van het landschap - waardedaling van de woning - de nabijheid van windmolens. Hier logisch op aansluitend is aangegeven dat vooral het beperken van geluidsoverlast, het geven van extra aandacht aan landschappelijke inpassing, en het betrokkenheid van de bewoners in het ontwikkel- en exploitatietraject van meeste belang worden geacht. Belangrijkste criteria bij de keuze van zoeklocaties zijn volgens de bewoners zijn geluid, aantal bewoners in nabijheid en het landschap. Met betrekking tot de meest acceptabele en minst acceptabele locatie wordt het beeld bevestigd van de bewonersavonden. In meerderheid wordt zoekgebied 1 (locatie 50) als minst geschikt beoordeeld en wordt de zuidrand langs het Haringvliet als meest geschikt gezien. Op zich is dat ook niet verwonderlijk aangezien de meeste inwoners rondom zoekgebied 1 wonen. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 12/26

13 Resultaten enquête: Drie minst geschikte locaties: 1. Locatie Overig (afstand van woningen en woonkernen) 3. Spui Drie meest geschikte locaties: 1. Zuidrand/haringvliet 2. Geen windmolens 3. Buiten gemeente Samenvattend op hoofdlijnen Bij de zoektocht naar potentieel geschikte locaties vinden de bewoners het aspect geluid van groot belang. In relatie daarmee wordt ook het aantal bewoners in de nabijheid van windmolens als een belangrijk criterium gezien. Dit leidt er onder meer toe dat veel bewoners zoekgebied 15 in de uiterste zuidoosthoek van de gemeente als potentieel meest geschikte locatie aanduiden, en zoekgebied 1 (locatie 50) als minst geschikte locatie. Ook leidt dit tot onder meer tot het benoemen Natura2000- en stiltegebieden als mogelijk geschikte locaties. Op basis van de input van de bewonersavonden en de enquête is besloten om de oorspronkelijke zoekcriteria op 1 punt aan te scherpen en op een ander punt juist te verruimen: - Aanscherping ten gevolge van geluid: bij het plaatsen van windmolens in de zoekgebieden wordt minimaal 500 meter afstand aangehouden tot aan woningen i.p.v. de wettelijk noodzakelijke 400 meter - Verruiming N2000/stiltegebied: deze worden nu als zware belemmering aangemerkt en niet als harde. Dat betekent dat er in de zuidwestelijke hoek van de gemeente 2 zoekgebieden bijkomen (4 en 5) en 2 verruimd worden (3 en 9) Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 13/26

14 10 Advies shortlist zoekgebieden Op basis van de harde en zware belemmeringen zijn in eerste instantie 15 zoekgebieden geïdentificeerd waar eventueel windturbines geplaatst zouden kunnen worden (de longlist). Deze lijst met mogelijke locaties is vervolgens op basis van de beschikbare en noodzakelijke ruimte die nodig is voor 15MW (waarbij uitgegaan is van een lijnopstelling), teruggebracht tot 6 zoekgebieden die meegenomen kunnen worden in het vervolgproces (de shortlist). Deze shortlist van zoekgebieden wordt hieronder in een tabel beschreven en de belangrijkste risico s worden aangegeven. Ook is zeer globaal aangegeven hoeveel omwonenden er bij de verschillende zoekgebieden zijn. Dit is een zeer globale eerste inschatting en nog sterk afhankelijk van de precieze opstelling van het windpark: Als eerste stap in het vervolgproces is het aan de Gemeenteraad van Korendijk om in te stemmen met deze shortlist van zoekgebieden of deze shortlist eerst verder in te korten (tot bijvoorbeeld 5 zoekgebieden). Vervolgens kan gestart worden met de planmer procedure om de gebieden nader te onderzoeken, te wegen en om uiteindelijk een voorkeurslocatie te selecteren. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 14/26

15 11 Beschrijving vervolgonderzoeken/stappen PlanMER Binnen de planmer procedure zal een groot aantal aspecten nader worden bekeken. Niet alleen de aspecten die al in deze quick scan aan de orde zijn gekomen maar ook zaken als gezondheid (effect van geluid en schaduwhinder op bewoners), de inpassing in het landschap met behulp van visualisaties, natuurwaardenonderzoek, et cetera. Het precieze onderzoek zal van te voren worden vastgelegd in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) Het uiteindelijk eindresultaat van de planmer wordt ter inzage gelegd en belanghebbenden kunnen hier op inspreken en hun eventuele bezwaren kenbaar maken. Alternatieven In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor het MER Windenergie Korendijk wordt de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen planmer aangegeven. De notitie beschrijft onder andere het voornemen en geeft de te beschouwen windenergielocaties (alternatieven) weer. In het kader van de m.e.r.-procedure dienen minimaal de volgende alternatieven te worden onderzocht: De referentiesituatie (nulalternatief). Dit betreft de huidige situatie inclusief de autonome ontwikkeling Alternatieven voor de voorgenomen ontwikkeling. In de Wet milieubeheer staat dat in het MER de 'redelijkerwijs in beschouwing te nemen' alternatieven moeten worden beschreven. Wanneer een alternatief moet worden aangemerkt als redelijkerwijs in beschouwing te nemen' is in de wet zelf niet nader gedefinieerd, maar in de praktijk heeft dit inmiddels wel een redelijk vastomlijnde invulling gekregen. Het alternatief moet realistisch zijn, dat wil zeggen: technisch maakbaar, betaalbaar, en principe probleemoplossend. Uiteraard moet een alternatief zodanig zijn dat daarmee de doelstellingen van het plan kunnen worden gerealiseerd. Uitkomst van de quick scan is een aantal mogelijke locaties voor de plaatsing van 5 windturbines van 3 MW. Hieraan worden locaties toegevoegd die de bewoners graag onderzocht zien (in Natura 2000 gebied en in het stiltegebied). Een algemeen uitgangspunt is om in het kader van het PlanMER een brede selectie van realistische locatiealternatieven te onderzoeken. De Commissie voor de m.e.r. beveelt dit aan in actuele windenergieprojecten. Alternatieven kunnen op voorhand uiteraard afvallen omdat ze niet realistisch zijn (bijvoorbeeld vanwege de nabijheid van Natura 2000-gebied) of omdat er niet voldaan wordt aan de doelstelling (bijvoorbeeld, zoals in de quickscan is gebeurd, omdat er onvoldoende ruimte is voor de plaatsing van 15 MW aan windturbines). Uitgangspunt is om alternatieven alleen weloverwogen en goed gemotiveerd af te schrijven in de Notitie reikwijdte en detailniveau, zodat hier verder in de te volgen procedures geen discussie meer over ontstaat. M.e.r-procedure en inspraak Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 15/26

16 Wanneer de formele m.e.r.-procedure wordt gevolgd zijn de volgende momenten van inspraak aan de orde: Notitie Reikwijdte en Detailniveau Wanneer de formele m.e.r.-procedure wordt gevolgd is de Notitie Reikwijdte en Detailniveau het startdocument van de m.e.r.-procedure. In deze notitie worden alle betrokkenen en geïnteresseerde partijen geïnformeerd over het voornemen. Wanneer de m.e.r.-procedure wordt gevolgd wordt de notitie ter inzage gelegd en wordt iedereen in de gelegenheid gesteld om zienswijzen kenbaar te maken. De notitie wordt ook voorgelegd aan de adviseurs en bestuursorganen, die op grond van de wet geraadpleegd moeten worden over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Het raadplegen van de Commissie voor de milieueffectrapportage is in deze fase niet verplicht, maar kan wel zeer nuttig zijn. De Commissie toetst het MER immers, het is handig om vooraf te weten welk onderzoek de Commissie adviseert uit te voeren in het MER. Bij het opstellen van het MER wordt voor zover mogelijk en gewenst rekening gehouden worden met de ingediende zienswijzen, de reacties van betrokken bestuursorganen en het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage. PlanMER en structuurvisie of ontwerpbestemmingsplan In het planmer zal worden ingegaan op de (beleids)achtergronden van het initiatief, alternatieven voor de uitwerking van het initiatief en de te verwachten milieueffecten in vergelijking met de autonome ontwikkeling van het gebied. Parallel aan de m.e.r.-procedure wordt het bestemmingsplan (of de structuurvisie opgesteld). In het ruimtelijke plan wordt gemotiveerd welke rol het planmer heeft gespeeld bij de keuze van het voorkeursalternatief. Het ontwerp van het ontwerpbestemmingsplan (of de structuurvisie) met als bijlage het MER gaan tegelijk in procedure. Tijdens de ter visielegging (voor de duur van zes weken) is het voor eenieder mogelijk om digitaal of schriftelijk op beide documenten zienswijzen in te dienen. De Commissie voor de m.e.r. zal in deze periode haar toetsingsadvies uitbrengen voor het projectmer. Beroepsmogelijkheid Tegen het definitieve bestemmingsplan dat door het bevoegd gezag is vastgesteld, kan men in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dat kan gedurende een periode van 6 weken. Planschade / woningwaarde Het is gebruikelijk om in een vroeg stadium bijvoorbeeld parallel aan of als onderdeel van de plan- MER - te kijken naar de risico s inzake planschade. Een nieuwe ontwikkeling als een windpark kan gevolgen hebben op de omgeving. Als bewoners of bedrijven zich benadeeld of belemmerd voelen door het nieuwe of aangepaste bestemmingsplan dan kunnen zij een planschadeclaim indienen bij de gemeente. Deze claim zal door een onafhankelijke commissie beoordeeld worden. De gemeente zal deze schadeclaims indien gehonoreerd normaal gesproken neerleggen bij de windparkeigenaar maar zal ook op voorhand willen weten of hoe groot het risico op planschadeclaims is. Hiervoor kan een bureau worden ingeschakeld dat dit kan onderzoeken. NB: als vuistregel geldt dat zolang een windpark binnen de Nederlandse wet- en regelgeving gerealiseerd en geëxploiteerd wordt en er dus geen overschrijding is van geluids- en schaduw normen bijvoorbeeld dat dan kans op gehonoreerde planschadeclaims nihil is. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 16/26

17 Tevens kan beoordeeld worden of de komst van het windpark een effect heeft op de waarde van de woningen in de nabijheid. Als dit zo zou zijn, dan zou dit ook leiden tot een lagere WOZ-waarde en lagere OZB. Ook dit mogelijke effect kan in een vroeg stadium bijvoorbeeld parallel aan of als onderdeel van de planmer - onderzocht worden. NB: In zijn algemeenheid is uit onderzoek is gebleken dat windparken geen substantiële of blijvende invloed hebben op de waarde van omliggende woningen (zeer specifieke uitzonderingen daargelaten). Indien er al een effect is op de woningwaarde is dit meestal een klein en tijdelijk effect. Er treedt snel gewenning van de markt op waarbij de woningwaarde herstelt tot de oorspronkelijke waarde (gecorrigeerd voor overige prijsontwikkelingen op de markt). Burgerparticipatie Er is een gedragscode Draagvlak en participatie in ontwikkeling die de initiatiefnemers van windparken en vergunningverlenende instanties bindt aan het vroegtijdig betrekken van de omgeving bij de besluitvorming rondom windturbines en het vergroten van draagvlak door middel van (financiële) participatie tijdens de exploitatie. De gemeente heeft al het initiatief genomen om de burgers te betrekken bij het zoeken naar de meest geschikte locatie voor windenergie en zal dat in het vervolgtraject ook blijven doen. Daarnaast kan de gemeente de initiatiefnemer vragen om participatie door omwonenden mogelijk te maken. Dit kan op verschillende manieren, hieronder worden 2 voorbeelden genoemd: lokale participatie (financiële deelname) waarbij de opbrengsten van windenergie deels in de lokale gemeenschap terugvloeien. eenmalige of jaarlijkse bijdrage aan een gebiedsfonds dat door een onafhankelijk bestuur beheerd wordt. Met de ontwikkelaar van het windpark kan aan de hand van de wensen van de gemeenteraad de participatievorm in een samenwerkingsovereenkomst worden vastgelegd. Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 17/26

18 Bijlagen: Kaart 1: Geluidsgevoelige bestemmingen Kaart 2: Afstanden tot aan geluidgevoelige bestemmingen Kaart 3: Risicovolle objecten en infrastructuur Kaart 4: Luchtvaart Kaart 5: Natura2000 en stiltegebieden Kaart 6: Zoekgebieden Kaart 7: Openheid landschap en EHS Kaart 8: Cultureel erfgoed & archeologie Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 18/26

19 Kaart 1: Geluidsgevoelige bestemmingen Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 19/26

20 Kaart 2: Afstanden tot aan geluidgevoelige bestemmingen Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 20/26

21 Kaart 3: Risicovolle objecten en infrastructuur Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 21/26

22 Kaart 4: Luchtvaart Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 22/26

23 Kaart 5: Natura2000 en stiltegebieden Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 23/26

24 Kaart 6: Zoekgebieden Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 24/26

25 Kaart 7: Openheid landschap en EHS Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 25/26

26 Kaart 8: Cultureel erfgoed & archeologie Quick Scan Windenergie Korendijk (17 juni 2014) 26/26