GROND: SOORTEN, BODEMDIEREN
|
|
- Rudolf Lieven de Kooker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bodem en Grond
2 Onder mijn voeten GROND: SOORTEN, BODEMDIEREN Vette vingers van de klei Kriebelend zand in je hand Zand en klei: het ligt soms gewoon onder je voeten. Maar het kan ook best zijn dat er onder jouw voeten nog een andere soort grond is. Het ligt eraan, waar je woont.
3 GRONDSOORTEN Onder je voeten is grond. Iedere soort grond is weer anders. Van klei krijg je vette handen. Ze plakt gewoon aan je vingers vast. Droog zand loopt zo maar tussen je vingers weg. Hoe komt dat nu? Dat komt doordat klei een heel andere soort grond is dan zand. Je kunt dat zien als je klei en zand onder een loep bekijkt. Kijk maar mee: BODEMDIEREN De grond onder je voeten is niet alleen zand, klei of veen. Er liggen vaak allerlei restjes van planten op. Al die restjes samen noemen we de strooisellaag. In die strooisellaag leven veel kleine dieren: Bodemdieren. Je ziet er hieronder een paar getekend. Zijn ze net zo groot als ze in het echt zijn? Hooiwagen Pissebed Klei Zand Door welke loep zie je korrels? Liggen de korreltjes dicht tegen elkaar aan? Waar kan meer lucht in zitten: in klei of in zand? Waar kan water beter doorheen lopen: door klei of door zand? Waar kunnen de wortels van een plantje zich beter vast houden: in klei of in zand? Klei en zand zijn grondsoorten. Er zijn nog meer grondsoorten, bijvoorbeeld veen: Huisjesslak Naaktslak Tuinmier Regenworm Veen Miljoenpoot Duizendpoot
4 Zand In het glas deed Wibo water. Bij het water deed hij zand. Wibo roerde alles goed door. Hij wachtte een tijdje en... het water werd weer helder. Het zand lag onderin het glas. Zijn alle zandkorrels even groot? Doe en denk maar mee. Een handvol zand en de wind. De wind waait de korrels niet allemaal even ver weg. Een kleine, lichte korrel waait verder weg dan een grote, zware korrel. Wind Geef op deze vragen antwoord met ja of nee: A. Waait al het zand even ver weg? B. Is er zand dat verder weg waait? C. Valt het zwaarste zand recht naar beneden? D. Zijn alle zandkorrels even groot Wibo deed thuis een proef. Het ging zo: Wibo zegt: E. Heeft Wibo gelijk? Hoe weet je dat? Spannend Ik heb klei, zand en tuingrond. Welke soort grond zit in welke filter? Kijk en denk maar mee. Ik giet water op de grond in de filter. Ik kijk en ik tel. Na 1 tel: er zit water in pot 2. Na 3 tellen: er zit ook water in pot 1. Na heel veel tellen: er zit water in pot 3. Zet deze kaartjes bij de juiste pot:
5 Enge beesten? Eng, al die kleine dieren? Een eng en een eng? Vind je een eng? Ben je mal, niks eng! Bekijk het diertje maar eens onder een loep. Dan zie je hoe mooi het is. A Even over het gedichtje. Heeft een regenworm echt een kop? Zie je poten? Wat zie je aan zijn lijf? B Een worm leeft onder de grond. Heeft hij daar ogen nodig? C Welk dier laat de grond trillen? Wat doet dat dier met de worm die bovenkomt? En ze doen ook iets nuttigs. Ze eten allerlei restjes uit de natuur op. Zo helpen ze mee afval te verteren. Het zijn echte opruimertjes dus In de grond zitten heel veel regenwormen. Dat is goed voor de tuingrond. Kijk maar wat zij doen: Verschrikkelijk Zijn dit prettige bodemdiertjes? Is de tuinder er blij mee, denk je? Wat zal er met de plant gebeuren, als de diertjes heel veel honger hebben? Regenwormen Je ziet geen kop of poten en hoe hij eet en of hij eet en wat, er is geen touw vast te knopen, hij kronkelt en verdwijnt in de grond en komt weer boven als de grond trilt. Eerste Dag Bladeren Potgrond (4) Zand (3) Potgrond (2) Na een paar dagen Op de eerste dag zijn de laagjes mooi recht. En na een paar dagen? Schijf als antwoord ja of nee op: D Is laagje 1 na een paar dagen nog mooi recht? E Zijn laagje 1en 2 nu een beetje door elkaar geraakt? F Doen regenwormen dit ook in de tuin?
6 ONDER MIJN VOETEN WAAROVER GAAT DE LES? Deze les gaat over grond. Aan de orde komen de grondsoorten zand en klei. Ook wordt aandacht geschonken aan de humus of strooisellaag. De volgende eigenschappen worden onderzocht: structuur, korrelgrootte, waterdoorlatendheid. Mensen gebruiken de eigenschappen van de diverse grondsoorten. De humus of strooisellaag is rijk aan dierlijk leven. De bouw en leefwijze van de betreffende bodemdieren worden nader bekeken. Lesweb De begrippen bodem en grond We gebruiken verschillende woorden voor datgene wat onder onze voeten zit: aarde, bodem, grondsoort en dergelijke. Ruwweg komt het neer op het volgende: met grond worden al die kleine korreltjes rots bedoeld. Bodem is het product dat je krijgt als gevolg van de invloeden van planten, dieren, water en lucht op de grond. In het dagelijks leven is het verschil tussen bodem en grond meer een kwestie van taalgebruik. Voor de basisschool lijkt het ons niet zinvol een duidelijk onderscheid te maken tussen bodem en grond.
7 BENODIGD MATERIAAL Per groepje een loep. Eventueel drie hoge en smalle glazen potten, drie filterhouders met filter. WAT LEREN DE KINDEREN ERVAN? De kinderen maken kennis met het begrip grondsoort en leren kenmerken van zand en klei kennen. Ze leren de eigenschappen van zand en klei kennen.ze geven hun ervaringen met zand en klei weer. Ze maken kennis met de strooisellaag en de bodemfauna (bodemdiertjes). Ze leren bodemdiertjes beter kennen, waardoor ook eventuele angst ervoor vermindert. Ze leren op hun niveau eenvoudige conclusies trekken. Klei en zand zijn anorganische sedimenten, hoewel daar ook heel wat organisch materiaal tussen kan zitten (bv. humus). Afhankelijk van de plaats waar u het vandaan hebt gehaald. Als u de kinderen wat tijd geeft om aan te rommelen met de grondsoorten, ontdekken ze waarschijnlijk nog meer dan wij hier aangeven. De verschillende soorten grond kunnen nog een poosje op de ontdektafel blijven staan. Als de loepen erbij gelegd worden, kunnen de kinderen regelmatig gaan bekijken welke veranderingen er in de loop van de tijd wel of niet bij de verschillende grondsoorten plaatsvinden (klei en veen veranderen het meest). MOGELIJKE STARTACTIVITEIT Gelukkig is bijna iedere school in het bezit van een zandtafel (zandbak) en klei (i.v.m. handvaardigheidlessen), zodat deze startmogelijkheid weinig problemen zal opleveren. De kinderen worden verdeeld in groepjes van vier. Iedere groep krijgt wat zand en wat klei en zo mogelijk een loep. Staat de school op veengrond, dan kan deze grondsoort bij het onderzoek betrokken worden. Vragen aan de kinderen: Welke verschillen zie je? (Kleur, kor reltjes, los of aan elkaar?) Welke verschillen voel je? (Glad, vettig, korrelig, of vies of.) Welke verschillen voel je? (Wat ruikt lekkerder, sterker, viezer of ruik je niets?) N.b.: Veen ruikt sterker. De kinderen zullen er ook restjes van planten in kunnen ontdekken. Impliciet ontdekken ze daardoor dat veen een organisch sediment is, ontstaan uit plantenresten.
8 GRONDSOORTEN De schoolomgeving Staat uw school in gebied met veel zand, klei of veen? De kinderen kunnen dat zien als er bv. gegraven wordt in de schoolomgeving (leggen van kabels, huizenbouw, enz.). De schooltuin is riskant omdat daar vaak tuinaarde opgebracht is. Door het graven van een kuil kunt u de kinderen laten zien wat onder de school en onder het schoolplein waarschijnlijk aanwezig is. Wijs de kinderen erop dat het nooit echte pottenbakkersklei of zuiver zand is (behalve in duingebieden). Bijna overal in Nederland zijn grondsoorten in meer of mindere mate met elkaar vermengd: Zand is: veen is: klei en zand of zand en klei veen en klei enz. De loepen De loepen zijn bedoeld om iets te vergroten, zodat je het beter kunt zien. Klei De karakteristieke scheuren (macroporiën) zijn zichtbaar. De donkere plekken bestaan grotendeels uit humus (half vergaan organisch materaal: plantenresten). Zand De korrels zijn duidelijk zichtbaar. Wijs de kinderen op de vormen (van de kristallen ). BODEMDIEREN De strooisellaag Noem eens op wat je in de strooisellaag ziet. Maak een bordschema. Bordwerk Stooisellaag: dode bladeren takjes gevallen eikels, bessen diertjes: mol, worm molshoop wortels van planten.. N.b.: De werkelijkheid is altijd boeiender veelomvattender dan een tekening kan weergeven. Wijs de kinderen daarop! Misschien geeft deze les u aanleiding de strooisellaag (in de tuin rondom de school bijvoorbeeld) te gaan bekijken. Bordwerk Klei: Zand: vettig (nat) droog plakt plakt niet geen korreltjes te zien veel korreltjes te zien potten bakken taartjes bakken stuift bijna niet stuift droog: scheuren droog: geen scheuren
9 De bodemdiertjes Bij ieder diertje wordt gekeken naar: de vorm: rond, spits, lang, kort enz.; poten: aantal, grootte, wel/ niet goed zichtbaar; ogen: wel niet; voelsprieten: wel/niet, lang/kort; mond: wel/niet, zichtbaar, waar; staart: wel/niet zichtbaar; kleur; totale grootte; voorkomen; leuk; lief ; gezien: waar wanneer. ZAND Ieder kind leest de tekst zelf door. Het is de bedoeling dat vervolgens dat vervolgens de vragen A, B, C en D worden overgeschreven. Achter iedere vraag kiest het kind ja of nee: A Nee B Ja C Ja D Ja De kinderen lezen de tekst in de tweede kolom weer zelfstandig door tot vraag E. E Wibo heeft gelijk. De zwaarste korrels zinken het eerst naar de bodem. Deze proef leent zich voor demonstratie in de klas. SPANNEND Pot 1 is zand. Pot 2 tuingrond. Pot 3 is klei. Ook deze proef leent zich voor demonstratie in de klas. Gebruik bij voorkeur hoge en smalle glazen potten. Eventueel kan zand met verschillende korrelgrootte genomen worden, bv. bouwzand en vogelzand. De proef kan ook eens geprobeerd worden zonder filters. ENGE BEESTEN De tekst kan klassikaal gelezen worden. De bedoeling van deze tekst is kinderen erop te wijzen dat bodemdiertjes vaak mooi zijn als je ze nader (groter) bekijkt. Ze lijken soms wel eng (poten, sprieten), maar in werkelijkheid zijn het schitterende diertjes. Mogelijke vragen: Welke diertjes heb je in het echt gezien? Waar was dat? Werk diertje vind je mooi? Werk diertje vind je een beetje eng om te zien? N.b.: Veel kinderen (en volwassen) vinden bodemdiertjes eng. Misschien omdat de diertjes soms schichtig reageren uit gevoeligheid voor licht: het zijn immers bodemdiertjes. Advies Leer de kinderen hoe ze moeten omgaan met een loep. De vergroting van het beeld hangt af van de sterkte van het vergrootglas en de afstand tot het object. Laat hen zelf maar experimenteren. Verteren Het gedeelte van de tekst over het nut van de bodemdiertjes is een eerste aanzet voor het leren begrijpen van een kringloop in de natuur. Het gaat om de vragen: Welke restjes uit de natuur eten ze op? en Wat zullen ze laten liggen? (een plastic zakje bijvoorbeeld). In de volgende delen van de methode wordt op de kringloop én op het zwerfafval van de mens teruggekomen. Zorg er voor dat de kinderen bodemdiertjes niet te klein tekenen. Als het diertje poten heeft, moet het getekende aantal wel juist zijn. Bij veel dieren zijn vaak duidelijk een kop, borststuk en achterblijf zichtbaar. Deze moeten in de tekening herkenbaar zijn.
10 VERSCHRIKKELIJK Sommige bodemdiertjes kunnen veel schade aanrichten aan planten en gewassen. Bijvoorbeeld de larven van de langpootmug, de emelten, kunnen zeer veel schade aanrichten aan het grasland. Die schade wordt in het voorjaar zichtbaar als kale emeltenplekken. Maar er zijn vele soorten bodemdiertjes die nog veel schadelijker zijn. GRONDIG BEKEKEN Wat heb je nodig? Per tweetal of groepje drie lege filmroldoosjes of lege potjes. Vul elk potje met een andere grondsoort. Dit kan bv. tuingrond, zand, klei, veen of bosgrond zijn. De lege filmroldoosjes zijn bij de meeste fotozaken gratis krijgen. Er kan eventueel een loep of kleine weegschaal gebruikt worden. REGENWORMEN A, B en C. Na het lezen van het gedichtje worden de vragen klassikaal besproken. Mogelijke extra vragen: Hoe beweegt een vorm zich voort? Heb je dat wel eens gezien? Heb je het misschien wel eens gevoeld? Pot met wormen Bekijk in de klas een week lang een pot met wormen. Gebruik de aangegeven laagjes en zorg dat er regelmatig verse bladeren zijn. De pot mag niet in het zonlicht geplaatst worden. Beter is het om er een doos overheen te zetten. Geef af en toe een klein beetje water. Breng de wormen na afloop van de waarnemingsperiode terug naar de plaats waar ze gevangen zijn. D Nee. E Ja. F Ja. Tips Zorg ervoor dat de doosjes vóór de les gevuld zijn met verschillende grondsoorten. Laat de kinderen zelf ontdekkend en grondig bezig zijn. Doe de gebruikte grondsoorten terug in de zak of emmer. Spoel de filmdoosjes schoon. Ze kunnen voor andere proeven opnieuw gebruikt worden. Laat de kinderen hun handen wassen, als ze de grondsoorten aangeraakt (of betast) hebben. Vertel erbij, waarom dat hygiënisch is. Bespreek de opdrachten na en inventariseer de gegevens eventueel op het bord. Onderzoek in het kader van dit lesblad grondsoorten. Gebruik hierbij bv. een grondboor. Stel de monsters ten toon in de klas. Gebruik doorzichtige potjes of neem een vel papier en maak een aantal vierkanten. Smeer ze in met lijm. Strooi er voorzichtig wat van de grondsoorten over. Laat dit drogen. Borstel het daarna schoon. De grondsoort zit nu vastgelijmd. Schrijf er de bijzonderheden bij.
11 EXTRA ACTIVITEITEN Korrelruimte ZOEKEN NAAR BODEMDIERTJES Er kan met de kinderen gezocht worden naar bodemdiertjes. De kinderen kunnen ook zelf buiten schooltijd gaan zoeken. Neem de vangsten in potjes mee naar de klas. De volgende materialen kunnen handig zijn: schepjes en glazen of plastic potjes loepen en insektenzuigertjes Doe de verschillende diertjes in aparte potjes. Sommige soorten zijn namelijk elkaars vijanden en verdragen elkaar niet. Probeer een plaats te vinden waar verschillende bodemdiertjes leven. Meestal zijn dat de rommelige plekjes met oud hout, stenen, zwerfvuil enz. Gebruik tekenpapier en eventueel een zelfgemaakt werkblad. Er kan bijvoorbeeld een ontdektafel ingericht worden. Laat de diertjes na de les weer vrij op de plaats waar ze gevonden zijn. De volgende vragen kunnen gesteld worden: Waar vond je het diertje? Hoe diep zat het? Welke naam zou je het geven? Welke kleuren heeft het? Hoeveel poten tel je? Zie je verschillende delen van het lichaam? Hoe lang is het diertje? Zijn er voelsprieten? Heeft het vleugels? Wat zal het diertje eten? Probeer het diertje zo goed mogelijk te tekenen. Iedere grondsoort heeft een andere korrelstructuur en korrelgrootte. De hoeveelheid lucht en water tussen korrels kan voor kinderen als volgt aangegeven worden. Neem twee doorzichtige glazen potten. Ze moeten allebei even groot zijn. Vul de ene pot met pingpongballen en de andere met knikkers. Er kunnen ook grote en kleine knikkers gebruikt worden. Het gaat erom, dat hoe groter de vorm is, hoe meer lucht ertussen zit. Vraag aan de kinderen in welke pot het meeste water gaat. Probeer het in de klas uit!
12 ACHTERGRONDINFORMATIE GRONDSOORTEN Op de kaart hiernaast staan globaal de grondsoorten die in Nederland voorkomen. Het is dus mogelijk op aan de hand van de kaart te bepalen, op welke grondsoort de school staat. Zand en klei zijn sedimenten, dat wil zeggen: ze zijn hier in Nederland en elders neergelegd. Dat neerleggen of beter afzetten van de gesteenten zand en klei gebeurde door ijs, rivieren en de zee. Zand dat afgezet is door ijs, vinden we o.a. in Drenthe. Zand dat afgezet is door rivieren, vinden we in de Betuwe langs de rivieren. Het zand dat afgezet is door de zee, vormt onze duinen. Als de school in een veengebied ligt, kan er met een schep of grondboor gemakkelijk veen omhoog gehaald worden. In veel gevallen kunnen er dan nog duidelijke plantenresten worden aangetroffen. Löss bestaat net als klei uit heel fijne deeltjes. Het grote verschil is, dat kleideeltjes plat zijn en lössdeeltjes korrelig. Lucht kan goed tussen de löss komen. Omdat er ook veel voedingstoffen voor planten in voorkomen, is löss erg vruchtbaar. We vinden löss hoofdzakelijk in ZuidLimburg. Klei is fijn van structuur, maar manifesteert zich vaak als grove brokken. Zeker wanneer de klei wat uitgedroogd is. Rivierklei is afgezet door de rivieren. Zeeklei afgezet door de zee. Klei plakt goed aan elkaar, als zij vochtig is. Ze laat niet gemakkelijk water door. De structuur ervan is namelijk zeer fijn er zit maar weinig ruimte voor water tussen de korreltjes. Anderzijds laat klei het eenmaal opgenomen water niet makkelijk los. Ze wordt hard als het droog is. Voor sommige planten is klei fijn. Klei houdt het vocht lang vast en dat is voor die planten gunstig. Dit in tegenstelling tot zand, waar het water snel doorheen zakt. Werken in klei (bv. spitten) is erg zwaar. Zand bestaat uit kwarts en klei bestaat uit veldspaat. Beide zijn mineralen, afkomstig uit graniet. Graniet is een gesteente waaruit hele gebergten bestaan. Veen is gevormd door planten, bijvoorbeeld riet, zegge en veenmos. We noemen thans veen beneden N.A.P. laagveen en veen boven N.A.P. hoogveen. Veen bevat veel water en weinig lucht. Daarom is het relatief weinig vruchtbaar. Als veen droogt, wordt het turf. Vroeger werd die veel gebruikt als brandstof. Tegenwoordig wordt hij meestal in de tuinbouw gebruikt. Zand: korrelige deeltjes van circa 0,0150,050 mm Klei: platte deeltjes kleiner dan cica 0,0015 mm
13 Wat is vies? Het verschil tussen zand en klei kun je goed voelen: klei plakt: je krijgt er vette handen van, terwijl zand door je vingers glijdt. Zand en klei ruiken ook verschillend. De kinderen kunnen zelf voelen en ruiken aan zand en klei. Niet alle kinderen zullen dit even enthousiast doen. Als er kinderen zijn die het vervelend vinden om zich vies te maken, kan er misschien een gesprekje gewijd worden aan vies en schoon. Laat de kinderen eens opnoemen wat ze wel en niet vies vinden. Verder kunnen ze zien, dat de handen na afloop met behulp van zeep en nagelborstel weer toonbaar gemaakt kunnen worden. Wat vies gevonden wordt hangt niet zozeer samen met wat schadelijk is voor de gezondheid, maar veel meer met bepaalde opvattingen over hoe het hoort. Sommige kinderen leren van jongs af aan om zich niet vies te maken en handen en kleren netjes te houden. Deze kinderen zullen niet veel plezier beleven aan het knoeien met klei en zand. BODEMDIEREN Mollen en molshopen De mol is een echt bodemdier. In een tuin kunnen mollen lastig zijn, omdat ze bij het graven van gangen grond naar boven duwen. Op deze manier ontstaan de molshopen. Onder de grootste molshoop bevindt zich vaak de woonkamer van de mol. De bouw van hun lichaam past goed bij het leven in de grond. Mollen hebben heel kleine oogjes en een zeer scherpe neus. Oorschelpen ontbreken. Voorts hebben ze sterke voorpoten met flinke nagels. Ze eten vooral insecten, larven en wormen. Voorraden van regenwormen worden in aparte kamers aangelegd. Ze bijten eerst de kop eraf. De worm gaat dan niet dood, maar kruipt ook niet weg. Regenwormen De regenworm heeft geen poten. Hij beweegt zich voort door het samentrekken van de spieren in de segmenten. Je ziet regenwormen vaak boven de grond bij veel regen. Vandaar hun naam. Bij droog weer blijven ze zoveel mogelijk onder de grond. Hun huid moet namelijk vochtig blijven; anders kunnen ze uitdrogen. Wormen graven zich door de grond door de aarde op te eten. Alle verteerbare plantenresten nemen ze op in hun darm. Door hun gegraaf maken ze de grond los. Dit is erg goed voor de wortels van de planten; die krijgen zo meer lucht. Slakken Niet alle slakken hebben een huisje. Slakken zonder een huisje noemen we naaktslakken. Bij gevaar trekt de huisjesslak zich in de schelp terug. Hij is dan ook goed beschermd tegen uitdrogen. Op hun kop hebben slakken twee voelhorens. Ze voeden zich met planten en kunnen vooral aan jonge plantjes schade veroorzaken. Mieren Alle mieren zijn sociale insecten die in kolonies leven, met aan het hoofd één of meer koninginnen. Ze maken hun nesten op allerlei plaatsen, maar meestal onder de grond. Onze tuinmieren voeden zich met zowel plantaardige als dierlijke materialen. Dode insecten en oliehoudende zaden slepen zij naar het nest. Ze zijn vooral dol op zoetigheid; een schaaltje met siroop en vruchtensap dat in de tuin ingegraven is, zal grote aantallen mieren aanlokken. Een mier die de zoetigheid heeft ontdekt, zal een geurspoor achterlaten. Daarna rukken de mieren in grote aantallen uit en volgen dit geurspoor. Als er een ruime hoeveelheid voedsel is, ontstaat er een drukke verkeersweg, gevuld met mieren die van en naar de voedselbron gaan en die onderweg regelmatig stoppen om te praten met tegenliggers. Praten betekent bij mieren, dat ze met de kopjes en de antennes langs elkaar wrijven. Op deze manier brengen ze allerlei informatie over. Dit kan bv. zijn: Ja, dit is de goede weg, er is volop voedsel te halen.
14 Mieren zoeken hun voedsel ook vaak binnenshuis. Ze weten soms zelfs in een koelkast te komen! Duizendpoten en miljoenpoten Het lichaam van de duizendpoten bestaat uit vele segmenten, die elk als regel twee poten hebben. Soorten met duizend poten zijn niet bekend;de meeste hebben er enige tientallen en het maximum is 354. Ze leven van insecten, wormen of andere kleine dieren, die ze met hun gifbeet overmeesteren. De miljoenpoten zijn verwant met de duizendpoten. Hun lichaam bestaat weer uit vele segmenten die in tegenstelling tot de duizendpoten geen twee, maar twee maal twee poten dragen. De meeste miljoenpoten voeden zich met plantaardig materiaal. Grond Inleiding Als we over grond spreken, weten we allemaal wel zo ongeveer wat er mee bedoeld wordt. Maar als kinderen vragen wat grond is of wat het verschil is tussen zand en klei dan weten we daar meestal niet een direct antwoord op te geven. Grond is belangrijk voor ons. We leven er op en er van. Ons voedsel verkrijgen we voor een belangrijk deel van planten die in de grond groeien. Wat er onder andere aan het onderwerp grond vast kan zitten, toont ons het volgende begrippenschema. Gewone hooiwagen De gewone hooiwagen leeft zowel van plantaardig als dierlijk voedsel. Hij komt voor in tuinen, schuren, onder stenen, tussen gras op boomstammen. In augustus zijn de dieren volwassen. De jongen hebben 6 tot 9 maanden nodig om volwassen te worden. Pissebedden De pissebedden leven over het algemeen in vochtige milieus: vaak onder stenen, mos, schors, boomstronken en in kelders. Ze kunnen massaal optreden en soms in kassen schadelijk worden. We zien heel wat aspecten die we bij natuuronderwijs aan de orde kunnen laten komen. Het is handig als leerkrachten daarbij over wat achtergrondinformatie kunnen beschikken: wat is grond eigenlijk? hoe ontstaat grond? welke grondsoorten heb je? welke eigenschappen hebben die grondsoorten?
15 Wat is grond? Als we in de tuin spitten, nemen we steeds een schep grond. Als we die grond eens nader bekijken bijvoorbeeld met een loep dan zien we meestal de volgende bestanddelen: resten van planten; allerlei harde korreltjes en eventueel; kleine levende beestjes bijvoorbeeld een regenworm, of een kevertje. Als we wat dieper graven dan verdwijnen al spoedig die sporen van levende organismen en houden we alleen die korreltjes over. In feite zijn dat hele kleine stukjes rots. Ze kunnen verschillend van grootte, vorm en kleur zijn. Net als bij echte rotsblokken hangt dit af van de samenstelling. We kennen immers verschillende steensoorten met verschillende eigenschappen: graniet, kwarts, basalt, veldspaat, glimmer, krijt, enz. Al die kleine korreltjes zijn inderdaad ontstaan uit grotere stukken rots. Het principe is heel eenvoudig. In feite kun je de aarde beschouwen als een grote steenklomp. Het binnenste van de aarde kennen we niet precies maar de buitenkant bestaat in ieder geval uit harde steen. Door allerlei invloeden van weer en wind brokkelt dit af. Dit vergruizen noemen we erosie. Regenwater en rivieren nemen de kleinere korreltjes mee. Zo komt dit terecht in lager gelegen gebieden zoals Nederland. Ook de zee, de wind en ijs kunnen grond meenemen. In ieder geval zal het duidelijk zijn dat al die korreltjes door de zwaartekracht vooral meegenomen worden naar lager gelegen gebieden. Zo is het ook begrijpelijk waarom je in Nederland vrijwel niets merkt van de stenige buitenkant van de aardkorst. Die is er natuurlijk wèl, maar omdat Nederland zo laag ligt, is die aardkorst hier overal bedekt met een dikke laag van fijne grondbestanddelen, die hier van elders zijn terecht gekomen. Je zult heel diep moeten graven om in Nederland tenslotte op de harde stenige bodem terecht te komen. In dit opzicht is Nederland een tamelijk uniek land. Nu het woord bodem is het ook goed even stil te staan bij de woorden bodem en grond. Fijn zand Grof zand Grind Rotsblokken Gebergte
16 Bodem Grond De bodemdeskundigen verstaan onder bodem en grond niet hetzelfde, maar het onderscheid is eigenlijk alleen interessant voor de bodemdeskundigen zelf. Ruwweg komt het neer op het volgende. Met grond worden al die kleine korreltjes rots bedoeld. Bodem is het produkt dat je krijgt als gevolg van de invloeden van planten, dieren, water en lucht op de grond. In het dagelijks leven is het verschil tussen bodem en grond meer een kwestie van taalgebruik. Voor de basisschool lijkt het ons niet zinvol een duidelijk onderscheid te maken tussen bodem en grond.
17
Grond onder je voeten
Grond onder je voeten Hé hé, wie heeft z n voeten niet geveegd? Overal ligt modder. Kijk allemaal onder je schoenen! Loop je even door de tuin en daar begint het gezeur. Grond op de vloer vinden we blijkbaar
Nadere informatieLes 5 Een goede bodem
Pagina 1 Les 5 Een goede bodem 1 Bodemsoorten-/Composthooples Er zijn verschillende soorten grond in Nederland. Elke soort grond is anders. Sommige planten houden van arme, voedingsloze grond en anderen
Nadere informatieRegenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.
KB2 Tijdsinvestering: 45 minuten Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui. 1. Inleiding Een mol eet per jaar wel 50 kg wormen. Dat is veel, maar als je bedenkt dat in je
Nadere informatieWoordenschat les 8.1. Vervuilde grond?
Woordenschat les 8.1 Vervuilde grond? Afgraven en de afgraving Afgraven is de grond of aarde weghalen door te graven. De afgraving is de plaats waar de grond wordt weggenomen. Boren We boren een gat in
Nadere informatie2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.
Opdracht 1. Gebruik je ogen goed. In het bos kun je van alles ontdekken! Komen er onder de bomen verschillende soorten insecten en of bodemdiertjes voor? Het beste bos 1. Materiaal tas 1: zoekraam, 1 schepje,
Nadere informatieLesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel
Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel
Nadere informatieGrond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.
Les 1 De bodemverontreiniging. afgraven Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De afgraving De plaats waar de grond wordt weggenomen. De bodemverontreiniging De grond
Nadere informatieKleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden.
KB0 Tijdsinvestering: 60 minuten Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. 1. Inleiding Kleine beestjes vinden kun je overal en in elk
Nadere informatieWat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En wat doen onze tuiniers met dode of planten of afgesnoeide takken?
De bodem doorgrond Wat? Voor Leeftijd wie? Duur: Prijs: begeleid actief atelier Basisonderwijs 2 uur 90 per groep van max. 20 lln. Wat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En
Nadere informatieLesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel
Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 6 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel
Nadere informatieDocentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving
Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving Doelgroep: Groep 6,7 en 8 Leerstofgebied: Natuur en techniek Werkvorm: Buiten in groepjes van 3 leerlingen Duur: 45 minuten buiten + 30 minuten nabespreken in
Nadere informatieCOMPOSTEREN MET KINDEREN WERKBLAD 24. Duizendpoot in bed
COMPOSTEREN MET KINDEREN WERKBLAD 24 Duizendpoot in bed COMPOSTEREN MET KINDEREN WERKBLAD 25 Twaalf groepen dieren COMPOSTEREN MET KINDEREN WERKBLAD 26 Instructieblad Jerom knutselen sok stokje prop papier
Nadere informatieOnderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal
Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.
Nadere informatieinhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.
Zee, strand en duin inhoud Zee, strand en duin 3 1. Zand 4 2. Zon en wind 5 3. Het duin 6 4. Dieren in het duin 7 5. Eb en vloed 8 6. De jutter 9 7. Schelpen 10 8. De zeehond 11 9. Naar het strand 12 10.
Nadere informatieWerkblad bodem (vooraf)
Werkblad bodem (vooraf) Wat zit er in de bodem? In en op de bodem leven planten en dieren. Om te kunnen leven hebben ze licht, lucht, water en voeding nodig. Licht valt van boven op de bodem, de rest zit
Nadere informatieEen bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014
Een bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014 Doelgroep: groepen 5 t/m 8 Plaats: Zoek een interessant terrein. Vooral een plek met hoogteverschillen geeft leuke vergelijkingsmogelijkheden.
Nadere informatieinhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon
Kleine beestjes inhoud. De mier 2. De teek 4. De regenworm 5 4. De pissebed 6 5. De hoofdluis 7 6. De vlieg 8 7. De mug 9 8. De vlo 0 9. Filmpje Pluskaarten 2 Colofon 4 Bronnen en foto s 5 . De mier Een
Nadere informatieDoe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6
Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij
Nadere informatieIdeeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo
Ideeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo Om kinderen te interesseren voor kleine kriebelbeestjes is het doen van eigen waarnemingen zeer geschikt. Omdat
Nadere informatieInleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel De doelstellingen...
1 Inhoudsopgave Inleiding...3 1. Doelgroep...4 2. Relatieschema...4 3. Opzet van de lescyclus...5 3.1. Algemeen doel...5 3.2. De doelstellingen...5 4. Relatie met de kerndoelen...6 5. Voorbereidende activiteit
Nadere informatieDe bodemverontreiniging
Les 8.1 Vervuilde grond? 1.Graven : een gat in de grond maken. 5. Boren: met een boor ergens een gat in maken. Dat kan in de grond, maar ook in metaal, hout of gesteente. 2. Afgraven: grond of aarde weghalen
Nadere informatieI NSECTEN 2. Kleine Beestjessafari
Groep 3 (vanaf april) en groep 4 I NSECTEN 2 Kleine Beestjessafari Vlindertje, vlindertje Niks of niets hindert je Was ik maar net als jij licht als een veertje Vliegensvlug fladder jij Ver weg of dicht
Nadere informatieWat weet jij over biologisch en over de bodem?
Met leuke vragen, opdrachten en experimenten voor thuis! Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Biologisch, lekker natuurlijk! Heb je er wel eens over nagedacht dat alles wat je eet, van een plant
Nadere informatieDoel: De kinderen kunnen de verschillende kleine beestjes benoemen en kunnen aangeven hoe deze dieren leven.
Doel: De kinderen kunnen de verschillende kleine beestjes benoemen en kunnen aangeven hoe deze dieren leven. Achtergrondinformatie: Insecten hebben altijd 6 poten en een lijf wat is opgebouwd uit 3 delen:
Nadere informatieTekst en illustraties. Beestjesdeskundige. Zie jij in dit boek 15 keer deze vlieg? Pas op voor neppers!
Tekst en illustraties Beestjesdeskundige Zie jij in dit boek 15 keer deze vlieg? Pas op voor neppers! LEMNISCAAT ROTTERDAM Allerlei beestjes 6 Bidsprinkhanen 38 Beestjesspeurders 8 Waterbeestjes 40 Beestjesstamboom
Nadere informatieONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...
Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Als je naar de takken van de boom kijkt,
Nadere informatieBELANGRIJKE ALGEMENE INFORMATIE
BELANGRIJKE ALGEMENE INFORMATIE Dit lesprogramma is een uitgave van Stichting Educatieve Natuurtuin Goffert te Nijmegen 2013 1e oplage. Ontwerp & Tekst: Louis van der Heijden Bij het maken van deze lesbrief
Nadere informatieVolg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...
Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Kijk goed naar deze boom om te zien of het
Nadere informatie( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:
( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: GROEP:.. BOOM IN DE HERFST waarneemvel 1 WAT IS DE NAAM VAN JULLIE BOOM?.. 1. KRUIS AAN WAT JE ZIET AAN JULLIE TAK Nog groene bladeren Gekleurde bladeren Kale takken Vruchten
Nadere informatieDiertjes vangen en bekijken
Hossebos wateropdracht 1 Diertjes vangen en bekijken Zoek een plekje aan de waterkant, waar je goed bij het water kunt. Leg alle materialen klaar. Vul het aquarium half met water en zet het op een plekje
Nadere informatieLeg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij.
GROND NADER BEKEKEN Opdracht 1. Kennismaken Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij. We gaan de grondsoorten onderling vergelijken. De volgende vragen
Nadere informatieHet kiemen van zaden
Het kiemen van zaden Dit Werkblad is van... Bij deze opdrachten gaan we in een aantal weken het ontkiemen van zaden volgen. We hebben daarvoor bonen uitgekozen, omdat dit zaden zijn, waarbij de ontkieming
Nadere informatieDe bodem Klei Zand Veen Humus
De bodem Het afval van planten en dieren wordt door bodemdieren, bacteriën en schimmels omgezet in voedingsstoffen. Planten nemen om te kunnen groeien met hun wortels deze voedingsstoffen op, die in de
Nadere informatieWerkblad Natuurlijk water in de Kwebben
Werkblad Natuurlijk water in de Kwebben Droppie in de Kwebben Hallo allemaal! Wat fijn dat jullie straks naar de Kwebben in Vught gaan! Mijn naam is Droppie en ik weet alles over water. Wist je dat water
Nadere informatieOpdrachtkaarten Lente
Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Je onderzoekt straks in het duingebied allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten in de
Nadere informatie,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)
ë' - ::s r,:,- -+ o -+ (\') 0 lo., o_ 0 - n. ==} -==-. < (ih o= (h b,. =g ) Tuinwandeling voor groep 1 / 2 van het primair onderwijs HET LIEVEHEERSBEESTJESPAD Tuin: Landzigt Tijdsduur: cira 1 uur Eigen
Nadere informatieDonderdag 9 november Biologische avond: Bodemdieren
Donderdag 9 november 2017 Biologische avond: Bodemdieren Om acht uur is het al lekker druk en wordt er onder het genot van koffie en koek flink gekletst in de lerarenkamer van De Bijenkorf. Voor deze avond
Nadere informatieWerkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water
Werkblad Waterrapport - Kleur van het water Water in sloten, plassen, meren en rivieren kan allerlei verschillende kleuren hebben door de stoffen die erin opgelost zijn. Meestal betekent helder en lichtgekleurd
Nadere informatieZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN..
ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN.. DIT BOEKJE GAAT OVER ZADEN EN WAT ER MEE GEBEURT ALS JE ZE IN DE GROND STOPT Heb jij wel eens wat in de tuin gezaaid? ja / nee Misschien woon je in een huis zonder tuin
Nadere informatieZand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.
5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge
Nadere informatie1 Grond Bodem Minerale bestanddelen Organische bestanddelen De verschillende grondsoorten 16 1.
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Grond 9 1.1 Bodem 9 1.2 Minerale bestanddelen 11 1.3 Organische bestanddelen 13 1.4 De verschillende grondsoorten 16 1.5 Afsluiting 17 2 Verzorging van de bodem 19 2.1
Nadere informatieDe Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 18 februari 2014. Beste natuurliefhebber/- ster,
De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 18 februari 2014 Beste natuurliefhebber/- ster, Het was afgelopen dinsdag beslist niet koud, de wind was ook niet echt hinderlijk, maar de zon liet helaas verstek
Nadere informatieDoe- pad Watertorenweg
Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 1-2 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Milieu in opdracht van gemeente Harderwijk. Wij hebben
Nadere informatieNatuurschatten SPEELNATUUR
Naam: Natuurschatten SPEELNATUUR Groep: LES 10 - WERKBLAD 1 Bekijk het clipje: Speelnatuur a) Als je thuis buiten gaat spelen, waar speel je dan? b) Is er natuur waar jij buitenspeelt? Zo ja, waar speel
Nadere informatieOude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden
Oude bomen meetlint In Amsterdam staan veel bomen. Sommige van die bomen zijn al heel oud en hebben veel meegemaakt. Bomen kunnen veel betekenen voor mensen. Denk bijvoorbeeld aan de kastanjeboom in de
Nadere informatieSpeurtocht in Wetland Passewaay
Speurtocht in Wetland Passewaay Naam:... School:... Groep:... Datum:... Informatieblad Wetland Passewaay Wetland Passewaay Sinds het voorjaar van 1996 is in de uiterwaarden van Tiel veel veranderd. Voor
Nadere informatieinhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten
Herfst inhoud Herfst 3 1. Het weer 4 2. Overal blad 5 3. Zaden 6 4. Paddenstoelen 7 5. De eekhoorn 8 6. De egel 9 7. Insecten 10 8. Vogels op reis 11 9. Filmpje 12 Pluskaarten 13 Bronnen en foto s 15 Colofon
Nadere informatieEen bovenbouwproject van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem voorjaar 2015
Een bovenbouwproject van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem voorjaar 015 Doelgroep: groepen 5 t/m 8 Plaats: Rond de school, in de wijk, in een park, vlindertuin bij d n Aard, Ariespad 5, 550 EZ Veldhoven.
Nadere informatieINSECTEN. werkboekje
INSECTEN werkboekje 20 maart 2009 Dag lieve kleine vlinder Waar vlieg je toch naartoe? Breng jij misschien de eitjes weg, ben jij nu al moe? Jouw eitjes worden rupsjes. die groeien heel erg vlug. ook krijgen
Nadere informatie( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:
( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: GROEP:.. BOOM IN DE ZOMER(beuk, esdoorn, berk) waarneemvel 1a WAT IS DE NAAM VAN JULLIE BOOM?.. 1. WELK SCHORSPLAATJE PAST BIJ JE BOOM? (kruis aan) hoe voelt deze schors?:
Nadere informatieDe grond waarop wij wonen
GROEP 5/6 De grond waarop wij wonen Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de middenbouw.
Nadere informatieHandleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
Handleiding Naam opdracht De omgeving met andere ogen bekeken Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec zeer geschikt ongeschikt Benodigde materialen opdrachtenbladen pen
Nadere informatieLogboek bacteriën-onderzoek. Namen:...
Logboek bacteriën-onderzoek Namen:... 1 Bacteriën verzamelen Nog kort de uitleg van het filmpje: Stap 1: Jullie gaan de potjes goed schoonmaken, jullie maken de potjes steriel. Dit gebeurd met behulp van
Nadere informatieBODEMLEVEN, GROND & BEMESTING
BODEMLEVEN, GROND & BEMESTING Wat gaan we doen De bodem Bodemleven Voorstellen van verschillende groepen Wat doen deze beestjes in de bodem Goede bodemkwaliteit Regenwormen Petra van Vliet Blgg - Oosterbeek
Nadere informatieLeerpad Natuurbeleving kleuters Lesduur: ca 60 minuten Bestemd voor groep 1/2/3 Sluit aan bij kerndoel: 39, 40a
Leerpad Natuurbeleving kleuters Lesduur: ca 60 minuten Bestemd voor groep 1/2/3 Sluit aan bij kerndoel: 39, 40a Inleiding Korte omschrijving van de les: In groepjes van 4 kinderen lopen ze begeleid de
Nadere informatieHoe werk je met het projectenboek?
Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met gewassen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe
Nadere informatieMINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden-
MINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden- Aanwijzingen voor de leerkracht Kinderen willen doorgaans bij natuureducatieve activiteiten dieren zien. Aangezien de meeste dieren eerder zo snel
Nadere informatieLessuggesties voor groep 3 & 4
Lessuggesties voor groep 3 & 4 1 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal - Leskaarten met lessuggesties groep 3 & 4 - Materialen van het pakket: Leskaart
Nadere informatieDe composthoop Een composthoop bij school
De composthoop Afval in de natuur bestaat eigenlijk niet. Alles wat op de bodem komt, wordt uiteindelijk verteerd door bodemdieren, schimmels en bacteriën. In een composthoop gebeurt precies hetzelfde
Nadere informatieDe grond waarop wij wonen.
De grond waarop wij wonen. GROEP 7/8 Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de bovenbouw.
Nadere informatie4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje.
Sterke geuren Pluk een blaadje van een plantje. Wrijf erover met je vingers, en verkreukel het blaadje een beetje. Ruik nu eens. Laat elkaar je blaadje ruiken. Waar ruikt het naar? Aardegeuren Ga op de
Nadere informatieOpdrachten thema. Veluwe
en thema Totaal materialen heide Materialen per groepje 1A Sporen van grazers 3 Witte bakken 3 Pincetten Zoekkaart bos- en heideplanten 1B Dennen trekken Handschoenen voor elk kind Zoekkaart bos- en heideplanten
Nadere informatieGROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!
GROEP 1-2 Wat valt er buiten te BELEVEN?! * Is evenveel ook even zwaar? Is een emmer met bladeren even zwaar als een emmer met stenen of takken? Hoeveel stenen zijn net zo zwaar als een emmer bladeren?
Nadere informatieBuitenles THEMA-handleiding Ribbeltje is zijn geheugen kwijt Groep 3 en 4
BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Buitenles THEMA-handleiding Ribbeltje is zijn geheugen kwijt
Nadere informatieVoorbereiding post 5. Groep 3-4
Voorbereiding post 5 Opzij opzij opzij Groep 3-4 Welkom bij IVN Valkenswaard Dit is de Powerpointserie als voorbereiding op post 5: Opzij opzij opzij, voor groep 3 en 4. Inhoud: Algemeen Verhaal (poppenkast
Nadere informatieDE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN
DE HERFST DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN vanaf 2de graad lager onderwijs. x vak: muzische vorming x duur: halve dag GRIEZELBOS HET KLEINE VIEZE BEESTJES- ONDERZOEK! verloop: x verdeel de klas in verschillende
Nadere informatieLes met werkblad - biologie
Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen hebben na de deze les een idee hoe het is om te wadlopen. Ze weten wat ze onderweg tegen kunnen komen. Materialen: - Werkblad 5: Wadlopen - Platte bak (minimaal
Nadere informatieWriemelbeestjes. Aanwijzingen begeleider: Laat gevangen diertjes naderhand weer los.
Spits je lepeloren Ga zitten en doe je ogen dicht. Draai je lepeloren naar alle kanten. Wat kun je allemaal horen? Hoor je andere konijnen? Sluipt daar een vos door de struiken? Of is het de wind? Laat
Nadere informatieVOEL! KLEUTERS. Vlinderen. --> in zijvak hand
VOEL! KLEUTERS Vlinderen kaart zon/wolk --> in zijvak hand De begeleider kiest een open plek met bloemen. De kinderen zijn vlinders die rondfladderen in het grasland. Vlinders hebben de warmte van de zon
Nadere informatieKaart 10 Sneeuw en ijs
Kaart 10 Sneeuw en ijs Informatiekaart Werkblad Proefjes: o Warme sneeuw? o Gesmolten sneeuw o Een koud kunstje Quiz: o http://natuur.ariena.com Voor de leerkracht: De kinderen leren de volgende begrippen:
Nadere informatieLespakket Strandvondsten
Lespakket Strandvondsten Instructieblad groep 1 & 2 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op www.rotterdam.nl/lesmateriaalnatuuronderwijs - Instructieblad groep 1 & 2 - Materialen van het pakket:
Nadere informatieHET RAAM. Plaats: bij een raam Nodig uit de emmer: loep, plantenspuit
HET RAAM Plaats: bij een raam Nodig uit de emmer: loep, plantenspuit Waar is Druppie gebleven? Is hij misschien tegen het raam gevallen? Ga maar kijken of je Druppie of andere druppels ziet. Zullen we
Nadere informatieAftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Aftekenlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Werkblad 1 Schematisch
Nadere informatieLeskist Grond voor groep 5 en 6. docentenhandleiding
Leskist Grond voor groep 5 en 6 docentenhandleiding Uitgave: Amsterdams NME Centrum Leskist Grond Docentenhandleiding Ontwikkeld in opdracht van Stadsdeel Zeeburg als onderdeel van het project NME in stadsdeel
Nadere informatieEen kreeft in de klas
Een kreeft in de klas Leerdagboek van:... Een kreeft in de klas Wat doet de kreeft? Kijk een poosje heel nauwkeurig naar de kreeft. Schrijf heel nauwkeurig op wat de kreeft doet en hoe hij dat doet. Doe
Nadere informatieVoorbereiding post 5. Groep 1-2
Voorbereiding post 5 Opzij opzij opzij Groep 1-2 Welkom bij IVN Valkenswaard Dit is de Powerpointserie als voorbereiding op post 5: Opzij opzij opzij, voor groep 1 en 2. Inhoud: Algemeen Verhaal (poppenkast
Nadere informatieDe kleine beestjesclub
Thema: mini Biologie Dieren Insecten en spinnen Moeilijkheid: * Tijdsduur: ** Juf Nelly De kleine beestjesclub Doel: Na deze opdracht weet je meer over verschillende insecten Uitleg opdracht Je luistert
Nadere informatieAardoliealarm in het bos
de graad > Landbouw > lesmateriaal > spelkaarten Aardoliealarm in het bos BIOBOER Om goed te kunnen zaaien, moet de aarde los. Daarvoor gebruik je een tractor. Dat gaat vlot. Neem reuzenpassen en ga 5
Nadere informatieJe onderzoekt de grond in jouw buurt. In de grond zitten miljoenen micro-organismen. Bijvoorbeeld
Hoe schoon is de lucht die je inademt? Is zwemwater hetzelfde als drinkwater? Zitten er veel of weinig microben in de grond? En wat betekent dat? Ontdek hoe gezond jouw buurt is en wat je zelf kan doen
Nadere informatieweinig microben vergelijk jouw data
vergelijk jouw data veel microben Microben zijn de allerkleinste levende wezentjes op aarde die je niet zomaar kunt zien. Bacteriën, micro-algen en schimmels zijn bijvoorbeeld zulke micro-organismen. In
Nadere informatie7-12 jaar Scharrelavontuur. 7-12 jaar Scharrelavontuur
Geluiden Wees 1 minuut helemaal stil. Luister naar de geluiden om je heen. Hoeveel geluiden heb je gehoord? Welke geluiden heb je herkend? Je eigen geur maken Verzamel verschillende soorten blaadjes, mos,
Nadere informatie2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van
Nadere informatieOpdrachtkaarten Herfst
Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Je gaat in het duingebied onderzoek doen naar allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten
Nadere informatieinh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.
Dieren in de winter inhoud 1. Dieren in de winter 3 2. De egel 4 3. De vleermuis 5 4. De eekhoorn 6 5. De merel 7 6. De ree 8 7. De pad 9 8. Het lieveheersbeestje 10 9. De koe 11 10. Filmpjes 12 Pluskaarten
Nadere informatieOntdekkend tuinieren. met Milieueducatie. Tuinboek van
Ontdekkend tuinieren met Milieueducatie Tuinboek van Omslag.A4.tuinboek.indd 1 13-03-15 15:39 Tuinboek Ontdekkend Tuinieren Bedenk iets om te proberen in de experimenteertuin! Als je netjes in je boek
Nadere informatiePlaats: bij de oud papier doos in de dolfijnen groep. Nodig: oud papier doos.
Opdracht 1 Plaats: bij de oud papier doos in de dolfijnen groep. Nodig: oud papier doos. Flip heeft gezien dat jullie na het werken papiersnippers in de oud papier doos gooien en niet in de prullenbak.
Nadere informatieTuinboek Ontdekkend Tuinieren
Tuinboek Ontdekkend Tuinieren Bedenk iets om te proberen in de experimenteertuin! Als je netjes in je boek werkt, heb je er later meer plezier van! dit boek is van: uit groep van de school Nodig: Op school
Nadere informatie1 Actief in de natuur. Bodemgespuis en kriebeldiertjes
Bodemgespuis en kriebeldiertjes Overal vind je kriebeldiertjes, als je maar goed kijkt. Zullen we eens samen gaan kijken of er hier ook diertjes zijn? Als je een diertje gevonden hebt, mag je roepen. Dan
Nadere informatieGa je mee op watersafari?
Informatie en reserveringen voor het Nationaal Park Weerribben-Wieden: www.np-weerribbenwieden.nl Beulakerpad 1 8326 AH Sint Jansklooster t 0527-246196 / 06-12890380 e n.vanderlaan@ivn.nl Ga je mee op
Nadere informatieBIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.
BIOBOER 1 Hoe het elk jaar gaat... Om goed te kunnen zaaien, moet de aarde los. Daarvoor gebruik je een tractor. Dat gaat vlot. Neem reuzenpassen en ga 5 vakjes vooruit! Maar vandaag is het aardoliealarm.
Nadere informatieTuin- en keukenresten composteren? Dàt is kinderspel!
Tuin- en keukenresten composteren? Dàt is kinderspel! Hallo. Ik ben Jerom de compostworm. Ik eet alles wat in de natuur groeit. Ik ben verlekkerd op overschotjes uit de tuin en de keuken. Ik sabbel en
Nadere informatielesdoelen - De kinderen ontdekken:
lesbrief moestuintjes - lesvoorbereiding Bij zoekt bloem De kinderen ontleden een bloem en maken bloembommen voor de bijen. benodigdheden tijdens de les - Vijf á zes bloemen waarbij stamper en meeldraden
Nadere informatieTips voor leerlingen. Algemene observatievragen
Tips voor leerlingen * Elk groepje neemt hun potje met diertjes mee. * Raak een diertje alleen voorzichtig aan. * Doe de diertjes in een petrischaaltje, zonder gras, aarde of bladeren, dan kun je ze beter
Nadere informatieWriemelbeestjes. Als je een holletje gaat graven kom je kleine beestjes tegen. Kun jij kleine beestjes vinden als je in de bladhoop graaft?
Spits je lepeloren Ga zitten en doe je ogen dicht. Draai je lepeloren naar alle kanten. Wat kun je allemaal horen? Hoor je andere konijnen? Sluipt daar een vos door de struiken? Of is het de wind? Laat
Nadere informatieWerkboekje 2010. Boerderijles Groep 5/6. Naam..
Werkboekje 2010 Boerderijles Groep 5/6 Naam.. 1 Inhoudsopgave 1 KIPPEN 3 1.1 SOORTEN VEREN. 3 1.2 VERENONDERZOEK. 4 1.3 HET GEDRAG VAN KIPPEN 4 1.4 WAT KIPPEN ETEN. 4 1.5 KAN EEN KIP KNIPOGEN? 4 2 SCHAPEN
Nadere informatieWoordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1 branden Iets dat door vuur kapot en op gaat. de brandweer Een plek waar mensen werken die branden blussen. Ze dragen dikke pakken en rijden in rode brandweerauto
Nadere informatieKlei, Leem, Zand. Er zijn drie grond soorten zoek de juiste naam per foto. ...grond. ...grond. ...grond
A ARDE De aarde is bedekt met grond. Overal op de aarde ligt grond. Grond ziet er niet steeds het zelfde uit. Denk maar aan het strand of het bos daar is de grond anders. Er zijn drie grond soorten zoek
Nadere informatieSteen-0-loog aan de Maas. middenbouw
Steen-0-loog aan de Maas middenbouw Ontstaan van het Maasdal Opdr.1. In de koude tijd is de bodem bevroren. De Maas stroomt over de harde bodem en maakt veel zijtakken en laat overal grind achter. Teken
Nadere informatie