Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Tijdelijke wet voor de penitentiaire noodcapaciteit ten behoeve van drugskoeriers (Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 31 januari 2002 De vaste commissie voor Justitie 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. Algemeen 1 Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Kamp (VVD), Rouvoet (ChristenUnie), O. P. G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GroenLinks), Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP), Wijn (CDA) en Vacature (PvdA). Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), C. Cörüz (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Hoekema (D66), Karimi (Groen- Links), Santi (PvdA), Luchtenveld (VVD), Slob (ChristenUnie), Van den Doel (VVD), Rijpstra (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Van Baalen (VVD), Van Blerck- Woerdman (VVD), Vacature (GroenLinks), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), De Pater-van der Meer (CDA) en Arib (PvdA). De leden van de fractie van de PvdA zijn van mening dat de ernst van de situatie deze tijdelijke wet rechtvaardigt, maar betreuren het zeer dat het zover heeft moeten komen. Tijdens het debat over de problematiek van de stijgende aantallen drugskoeriers op Schiphol, hebben zij de ruimte gegeven voor het nemen van noodmaatregelen. Zij staan echter kritisch ten opzichte van een aantal nieuwe voorstellen die in dit concept staan. De regering stelt niet alleen alternatieven voor om verdachten en veroordeelden in verblijfsruimte voor meerdere personen onder te brengen, zij doet ook zoals bekend was voorstellen om niet regulier justitie personeel in te zetten voor de bewaking en bejegening van gedetineerden. Bovendien stelt zij nu in dit wetsontwerp echter ook een aantal aanvullende maatregelen voor die de rechtspositie en de humane bejegening tot het laagste minimumniveau terugbrengen. Het zijn met name die laatste voorstellen die niet passen in de traditie van de humane bejegening van detentie in Nederland. Bovendien tarten deze nieuwe voorstellen niet alleen de geest maar ook de letter van een aantal internationale verdragen en Europese standaarden. Om echter tot een definitief oordeel over de tijdelijke wet voor penitentiaire noodcapaciteit ten behoeve van drugskoeriers te komen, hebben deze leden nog enige kanttekeningen en vragen. Voor de leden van de fractie van de PvdA geldt als uitgangspunt dat de beperkingen van de rechten, faciliteiten en voorzieningen voor de gedetineerden in dit kader proportioneel dienen te zijn ten opzichte van de omvang van de problematiek van de bolletjesslikkers. Bij de bepaling van de rechtspositie van gedetineerden blijkt dat de regering heel vaak de formulering gebruikt van «zoveel mogelijk» bij de nadere invulling van de bepalingen uit het EVRM, de standaarden van de Raad van Europa, en dergelijke. KST59121 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2002 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 1

2 Gelet op de zwaarte van het delict kunnen gedetineerden binnen het huidige voorstel tot 1 maart 2003 gehecht zijn in een van de noodvoorzieningen. Dit veroorzaakt een dilemma. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat een langdurig verblijf onder de voorgestelde omstandigheden niet meer als proportioneel te beoordelen is. Zij zijn voorstander van een tijdelijk verblijf in de noodvoorziening en vervolgens een zo snel mogelijke doorstroming van gedetineerden naar een reguliere justitiële inrichting. Indien dat niet mogelijk is zal het dringend gewenst zijn om het minimale regime op een meer acceptabeler en dus humaner niveau te brengen. Kan de regering aangegeven in welk tempo zij voorziet dat verdachten die onder deze tijdelijke wet worden gehecht zullen instromen in een reguliere justitiële inrichting? De tijdelijke wet regelt dat zowel de Penitentiaire Beginselenwet als de Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen buiten werking wordt geplaatst voor verdachten van een delict in het kader van de Opiumwet. De leden van de fractie van de PvdA zijn van mening dat het niet gewenst is om jongeren in de leeftijd van 16 jaar en ouder onder de werking van deze tijdelijke wet te brengen. Mede gelet op het feit dat er een verhoogd risico ontstaat dat deze jongeren voor hun delict ook onder het volwassen strafrecht worden gebracht. Hoe denkt de regering dit automatisme te voorkomen? De regering heeft herhaaldelijk aangegeven dat gelet op de groei van het aantal strafrechtelijk geplaatsten en eveneens de toename van het aantal onder toezicht gestelde jongeren, in niet alleen de opvang maar ook de behandelinrichtingen, er nu reeds een capaciteitsprobleem is. Een tekort dat aankomende jaren ernstige vormen zal aannemen. Hoe denkt de regering haar toezegging te kunnen waarmaken dat alleen dan jongeren in de noodvoorzieningen terechtkomen wanneer opzettelijk jongeren als drugskoerier zijn ingezet? Op welke wijze zal de regering de pedagogische taak realiseren naar jongere gedetineerden in de noodvoorzieningen? Hoe beoordeelt de regering haar voorstel om jongeren in de leeftijd van 16 jaar en ouder in de noodvoorzieningen te plaatsen ten opzichte van de letter en geest van het Internationale Verdrag van de rechten van het kind? Is de regering bekend met het gegeven dat de Verenigde Naties al tot twee keer toe een negatief oordeel heeft uitgesproken over het gegeven dat en de omvang waarop in Nederland jongeren onder de 18 volgens het volwassen strafrecht worden berecht en zelfs in inrichtingen voor volwassen gedetineerden worden gehecht? De leden van de fractie van de PvdA staan positief tegenover de afgegrensde werkingsduur van de tijdelijke wet. Deze constructie biedt de mogelijkheid om de omstandigheden opnieuw te beoordelen bij de afloop van deze wet. Voorziet de regering dat het pakket aan aanvullende maatregelen voldoende zullen zijn om te voorkomen dat er wederom zulk een tijdelijke wetgeving noodzakelijk is? De inwerkingtreding van deze tijdelijke wet vraagt nog een enorme inspanning van het justitieel apparaat om niet alleen de materiele voorzieningen maar ook de bemensing van de functies op niveau en op tijd gerealiseerd te krijgen. Wat voor activiteiten onderneemt de minister om op zo een korte termijn een optimaal resultaat te bereiken? Zogenaamde «bolletjesslikkers» zijn in toenemende mate verantwoordelijk voor de invoer van cocaïne in Nederland. Zij slikken daartoe allereerst een groot aantal speciaal geprepareerde bolletjes met daarin cocaïne en nemen vervolgens een vlucht naar, in het bijzonder, Schiphol. De leden van de VVD-fractie zijn van oordeel dat de invoer in Nederland van harddrugs, waaronder ook cocaïne, zoveel mogelijk moet worden tegengegaan. Zij steunen daarom ook de door de regering reeds vorig jaar ingezette intensivering van de controle op Schiphol (met als doel het betrappen van de bolletjesslikkers). Het succes van deze aanpak blijkt wel uit het gegeven Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 2

3 dat er op korte termijn onvoldoende celcapaciteit is gaan ontstaan om alle aangehouden bolletjesslikkers ingesloten te houden tot het moment van de strafzitting. Het is echter ongewenst dat dit gegeven zou leiden tot het verzwakken van deze effectieve aanpak. De leden van de VVD-fractie hebben daarom met grote belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel dat er toe strekt om bij wijze van een tijdelijke maatregel de detentiecapaciteit voor deze personen aanzienlijk te vergroten. De leden van deze fractie zijn zich er overigens terdege van bewust dat de rechten van degenen die op grond van het voorliggende wetsvoorstel zullen worden ingesloten ingrijpend worden beperkt, vergeleken met de huidige situatie. Daar staat echter tegenover dat de ongekende toename van aanhoudingen van bolletjesslikkers het nemen van de voorgestelde noodmaatregelen rechtvaardigt. Het alternatief, de heenzending wegens een gebrek aan celcapaciteit, is namelijk niet te tolereren. De leden van de VVD-fractie zijn met de regering van oordeel dat het voorliggende wetsvoorstel zowel voor verdachten als veroordeelden van toepassing dient te zijn (ter zake de strafbare feiten zoals genoemd in het voorgestelde artikel 2). Het is immers aannemelijk dat, meer dan nu het geval is, verdachten tot aan de strafzitting ingesloten zullen blijven. Het gevolg hiervan is dat bij onherroepelijke strafvonnissen opgelegde gevangenisstraffen eerder ten uitvoer zullen kunnen worden gelegd. De leden van de VVD-fractie hebben nog wel de volgende vragen. Kan de regering aangeven op welke wijze invulling zal worden gegeven aan de opmerking van de Raad van State om een soortgelijke regeling te treffen tussen de drie landen van het Koninkrijk als in het verdrag dat is gesloten tussen de Verenigde Staten en het Koninkrijk inzake zogenaamde preflight control? Is de regering met de leden van de VVD-fractie van mening dat het gezamenlijk insluiten van minder- en meerderjarigen zoveel mogelijk moet worden voorkomen? Kan de regering nader uiteenzetten op welke wijze de in het voorgestelde artikel 8 lid 3 genoemde scheiding feitelijk zal worden vormgegeven? De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. De leden van deze fractie kunnen van harte instemmen met het wetsvoorstel, ook al vinden zij het pakket maatregelen, zoals voorgesteld door de regering, aan de late kant, zoals ook bleek bij het debat van 23 januari jongstleden. De leden van de CDA-fractie juichen toe dat de regering stevige maatregelen neemt om eindelijk wat te doen aan de drugssmokkel op en rond Schiphol. Met instemming nemen zij dan ook kennis van het feit dat het wetsvoorstel niet alleen ziet op de zogenaamde bolletjesslikkers, maar op een ieder die drugs ons land probeert binnen te smokkelen. Zij stemmen in met het gegeven dat hiervoor een leeftijdsgrens van zestien jaar geldt. Klopt het dat de noodcapaciteit voor alle categorieën personen in de strafrechtelijke keten bedoeld is? Zoals deze leden het begrijpen vallen diegenen die verdacht worden van drugssmokkel onder het voorstel, evenals diegenen die wachten op hun rechtszaak, maar ook diegenen die veroordeeld zijn voor drugssmokkel. Een aparte categorie vormen dan nog de minderjarige koeriers. De leden van de CDA-fractie stemmen met deze bepaling in. Als het nodig is moeten deze groepen bij elkaar ingesloten kunnen worden. Het moet afgelopen zijn met het heenzenden van drugskoeriers met als reden dat er te weinig capaciteit is in de strafrechtelijke keten om ze de gevolgen te laten dragen van hun gedrag. Begrijpen deze leden goed dat mensen die aangehouden worden voor de inwerkingtreding van de wet en berecht worden na inwerkingtreding van de wet onder het wetsvoorstel vallen en dat mensen die veroordeeld worden voor de inwerkingtreding van de wet niet onder het wetsvoorstel vallen? Kan de regering aangeven wat met deze groep personen verder gebeurt? Een gevolg van deze tijdelijke wet is wel dat er rechtsongelijkheid optreedt. Een bepaalde groep criminelen krijgt een andere behandeling Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 3

4 dan andere groepen criminelen. Hoe is dit te rijmen met het gelijkheidsbeginsel, zo vragen deze leden. Terwijl in heel Nederland sprake is van een cellentekort, personeelstekort, overbelasting van de strafrechtelijke keten en heenzendingen aan voor- en achterdeur wordt alleen voor deze specifieke groep criminelen een pakket maatregelen getroffen. Waarom kunnen voor andere criminelen, zoals kortgestraften en zelfmelders, niet soortgelijke maatregelen genomen worden totdat de belasting van het gevangeniswezen en de rest van de strafrechtelijke keten weer redelijk op peil is? De leden van de CDA-fractie menen dat voor deze aanpak geen enkel beletsel bestaat. Als de regering een noodwet kan maken om drugskoeriers aan te pakken, kan zij dat ook voor andere criminelen. Graag vernemen deze leden een reactie van de regering hierover. De leden van de CDA-fractie vinden het een gemis dat, gezien het tijdelijke karakter van de regeling, niet voorzien is in een mogelijkheid de werking van het wetsvoorstel te verlengen. Het lijkt niet reëel te verwachten dat door een jaar lang intensief op te sporen en te bestraffen de drugssmokkel na dat jaar zal ophouden te bestaan. Tijdelijke maatregelen die tot dan toe genomen zijn, moeten een meer structureel karakter krijgen. De achterstand die in het afgelopen jaar is ontstaan laat duidelijk zien dat een intensivering van de opsporing en een forse investering noodzakelijk zijn. Dit dient te gebeuren met structurele maatregelen. Kan de regering aangeven in hoeverre in het plan van aanpak sprake is van eenmalige dan wel structurele maatregelen? Gaat de regering meer structurele maatregelen treffen, bovenop het pakket maatregelen dat zij nu heeft afgekondigd? Kan de regering aangeven of ook de uitbreiding van de zogenaamde slikkerscellen onder het onderhavige wetsvoorstel valt of komt hiervoor nog een aparte regeling? Zo ja, waarom wordt hier niet op ingegaan in het onderhavige voorstel? Zo nee, onder welke regeling valt deze wel en wanneer is deze te verwachten? Het moge duidelijk zijn dat een intensivering van opsporing en bestraffing van drugssmokkel valt of staat met het beschikbaar hebben van genoeg slikkerscellen. De leden van de CDA-fractie vragen de regering om inzicht te geven in de situatie in andere Europese landen (in ieder geval Italië en Griekenland) als het gaat om de regimes, de bewaking, de bejegening en de inrichting. Deze leden hebben begrepen dat de minister gezegd zou hebben dat andere landen, bijvoorbeeld Duitsland, cellen beschikbaar stellen aan Nederland. Is dit juist en zijn er nog andere landen waarop Nederland een beroep zou kunnen doen? Met grote reserve hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de drastische maatregelen die in het voorstel worden aangekondigd, niet in die mate hadden hoeven worden voorgesteld, indien de minister van Justitie eerder extra personeel en extra celcapaciteit op Schiphol ter beschikking had gesteld. Was er op een consequente manier intensief naar drugskoeriers op Schiphol gecontroleerd, dan zouden de drugsorganisaties die drugskoeriers naar Schiphol laten reizen, wellicht andere aanvoerroutes naar Europa gekozen hebben en was het probleem op Schiphol minder nijpend geweest. Deze leden staan kritisch tegenover de voorstellen, maar voelen zich als gevolg van de opgetreden noodsituatie (soms veertig drugskoeriers op één vlucht vanuit de Antillen naar Nederland) in de positie gemanoeuvreerd dat zij het wetsvoorstel moeten steunen. Het alternatief zou zijn dat drugskoeriers structureel op Schiphol zouden worden heengezonden na inbeslagname van de drugs. Dat achten deze leden een optie die nog onwenselijker is. Het valt de D66-fractieleden op dat de regering niet onderbouwt waarom de beide beginselenwetten voor de duur van één jaar buiten toepassing worden verklaard. Waarom niet voor de duur van 6 maanden, met een evaluatiemoment ingebouwd? Wat als de instroom van drugskoeriers op Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 4

5 Schiphol na enkele weken fors daalt en de maatregelen uit de noodwet niet meer noodzakelijk zijn om de drugskoeriers op een normale manier te detineren? Zal de noodwet dan opgeschort kunnen worden? Het wetsvoorstel geeft de mogelijkheid om mensen die in voorarrest zitten, te plaatsen met mensen die hun straf opgelegd hebben gekregen voor een drugsmisdrijf. Waarom wordt er niet naar gestreefd beide groepen uit elkaar te houden? Volgens artikel 10 van het BUPO-verdrag is dat een internationaalrechtelijke verplichting. Nu niet is aangegeven dat de plaatsing van afgestraften in gevangenissen op grote plaatsproblemen stuit, dient de regering extra te onderbouwen, waarom deze groepen in strijd met internationale regels door elkaar worden geplaatst. De leden van de D66-fractie maken er bezwaar tegen dat de regels van toepassing zijn op zowel volwassenen als strafrechtelijk minderjarigen. Volgens deze leden komt een dergelijke menging in strijd met het Verdrag van de rechten van het kind (IVRK). Inhoudelijk levert het bezwaren op omdat de kans op slechte beïnvloeding en geestelijk dan wel lichamelijk misbruik van de minderjarigen te groot wordt. Deze leden verzoeken de regering minderjarigen apart op te sluiten en verzoeken de regering hier op in te gaan. De leden van deze fractie constateren dat de Raad van State soortgelijke bezwaren heeft geuit, evenals de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Deze leden overwegen amendering op dit punt. Niet valt in te zien waarom de gedetineerden geen kontakten met de buitenwereld zouden mogen hebben en waarom de klachtenregeling voor hen niet geldt. Op zijn minst zou onderscheid gemaakt kunnen worden tussen degenen in voorarrest en de afgestraften. Als een rode draad door de toelichting loopt het personeelstekort. In de toelichting wordt met geen woord gerept over de bewakers. Uit andere stukken menen de leden van de D66-fractie te kunnen opmaken dat de gedetineerden door militairen worden bewaakt. Op zichzelf hebben deze leden tegen inzet van het leger als ondersteuning van het werk van daarvoor opgeleide penitentiair inrichtingenwerkers geen bezwaar, maar uit de voorstellen blijkt niet of de militairen een opleiding hebben genoten cq. zullen gaan volgen hoe om te gaan met deze moeilijke gedetineerdenpopulatie. De gedetineerden spreken vaak geen Nederlands en zijn over het algemeen sociaal niet sterk, hetgeen extra eisen stelt aan de bewaking en begeleiding. Kan de regering aangeven of geprobeerd wordt zo snel mogelijk ervaren personeel met de militairen te laten samenwerken? Gelet op het tekort aan personeel is nog te zeggen dat de gedetineerden niet een volwaardig dagprogramma krijgen aangeboden, maar het voorgestelde is naar de opvatting van de leden van de D66-fractie te kaal. Is het niet mogelijk om groepsactiviteiten te organiseren, zoals filmvertoningen, waarbij ook leerzame films worden getoond over de situatie in de Antillen, in Nederland en hoe specifieke problemen rond Antilliaanse jongeren en drugsproblemen zouden kunnen worden aangepakt? Dergelijke voorlichting zal kunnen bijdragen aan de bewustwording van de noodzaak tot oplossingen te komen van de drugsgerelateerde problematiek. De leden van de D66-fractie lijkt het van groot belang dat alles op alles wordt gezet dat de drugskoeriers, veelal uit één of een beperkt aantal landen afkomstig, door een geestelijk verzorger, bekend met hun cultuur, wordt bezocht. Dit klemt te meer, daar de meeste koeriers sociaal zwak in hun eigen samenleving staan. Met geestelijke bijstand kan de detentieperiode nog enigszins dragelijk worden. Tijdens de provisorische opsluiting in het calamiteitenhospitaal in Utrecht werd de klacht geuit dat bij het verstrekken van voedsel geen rekening werd gehouden met de geloofsovertuiging van de gedetineerden. De leden van de D66-fractie vermogen niet in te zien, waarom varkensvlees aan moslimgedetineerden moet worden geserveerd. Is het niet rekening Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 5

6 houden met de levensovertuiging van de gedetineerde niet in strijd met artikel 6 van de Grondwet? De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige noodwet. In de weken voorafgaande aan de aanbieding van dit wetsvoorstel is er in de Tweede Kamer uitgebreid gesproken over mogelijkheden die de organen van de strafrechtspleging ten dienste moeten staan om de ongewenste situatie rondom de afhandeling van strafzaken tegen drugskoeriers op met name Schiphol aan te pakken. De leden van de GroenLinks-fractie willen benadrukken niet tegen constructieve en rechtsstatelijk te verantwoorden maatregelen zijn. Dat impliceert dat de leden vinden dat onder alle omstandigheden de rechtspositie van dergelijke verdachten zelfs in de situatie van capaciteitstekorten gewaarborgd moet blijven. De erkenning en waarborging van aan verdachten én veroordeelden toekomende rechten vormt de kern van de rechtsstaat. Inperking van die rechten dient met de meeste omzichtigheid plaats te vinden. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met kritische belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel, dat een onderdeel vormt van het plan van aanpak drugssmokkel Schiphol van 18 januari Met belangstelling, aangezien zij doordrongen zijn van de noodzaak om zonodig met behulp van onorthodoxe maatregelen, waaronder noodwetgeving het probleem van de drugssmokkel via koeriers («bolletjesslikkers») het hoofd te bieden. Kritisch, omdat deze leden van mening zijn dat ook onorthodoxe maatregelen behoren te voldoen aan bepaalde minimumeisen, waaronder in elk geval verenigbaarheid met de Grondwet en internationale verdragen. Met name op dit laatste punt hebben zij bij de voorgestelde regeling de nodige vragen en kanttekeningen, die voor een belangrijk deel ook in het advies van de Raad van State aan de orde zijn gesteld. Bij de beoordeling van het voorliggende wetsvoorstel hebben de leden van de fractie van de ChristenUnie in aansluiting op het standpunt van de Raad van State een centraal uitgangspunt geformuleerd, waaraan de voorgestelde bepalingen zijn getoetst. Dit centrale uitgangspunt luidt dat de regering naar het oordeel van deze leden óók bij noodwetgeving als de onderhavige gehouden is om zorg te dragen dat afwijkingen van bepalingen uit internationale documenten waarbij Nederland bij de ondertekening voorbehouden heeft gemaakt en beperkingen van de grondrechten van burgers niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is met het oog op de oplossing van de problemen waarop die wetgeving is gericht, in casu het tekort aan celruimte en het tekort aan penitentiair personeel. Voor dergelijke afwijkingen respectievelijk beperkingen is in elk geval een deugdelijke, dragende motivering vereist en de noodzaak en de proportionaliteit ervan dienen nauwgezet verantwoord te worden. Ook na kennisneming van het Nader rapport van de regering zijn deze leden er nog niet van overtuigd dat de voorgestelde bepalingen op alle punten de toets der kritiek van dit criterium kunnen doorstaan. In het vervolg willen zij vooral op die bepalingen waar hun aarzelingen in dit opzicht het grootst zijn ingaan. Tegen de achtergrond van dit uitgangspunt willen de leden van de fractie van de ChristenUnie in algemene zin opmerken dat zij met teleurstelling hebben moeten constateren dat aanvankelijk nog veel verdergaande beperkingen van grondrechten waren voorgesteld, die pas naar aanleiding van het advies van de Raad van State zijn gemitigeerd. Zo wijzen zij op de opmerking in de oorspronkelijk toelichting bij artikel 26 van het wetsvoorstel dat onder meer het bij de voedselverstrekking rekening houden met de godsdienst of levensovertuiging van de gedetineerden «arbeidsintensief is en derhalve voor deze voorziening niet uitvoerbaar». Zij zien hierin een voorbeeld van lichtvaardige en onverantwoord en Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 6

7 onnodig vergaande beperking van fundamentele rechten en zijn op zichzelf tevreden dat de regering zich in dit opzicht heeft laten corrigeren. Overigens komen zij verderop terug op de vraag of de aangepaste tekst in voldoende mate tegemoet komt aan het geformuleerde uitgangspunt. Met betrekking tot de opzet van het wetsvoorstel gaat de regering in haar nader rapport voorbij aan de opmerking van de Raad van State dat het in plaats van de gekozen opzet van het geheel niet van toepassing verklaren van de Penitentiaire Beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, ook denkbaar was geweest sommige bepalingen uit die wetten buiten toepassing te verklaren. Wil de regering alsnog aangeven waarom niet is gekozen voor een dergelijke opzet, die minder vergaande en ingrijpend is en in het licht van de beperking van grondrechten eenvoudiger te verantwoorden? In reactie op het advies van de Raad van State om minimumeisen op te nemen waaraan een voorziening moet voldoen wil ze in gebruik kunnen worden genomen, merkt de regering op dat de in het wetsvoorstel opgenomen eis van humane bejegening impliceert dat de gebouwelijke voorzieningen zodanig dienen te zijn dat de bejegening ook in dit opzicht humaan kan zijn. De leden van de fractie van de ChristenUnie leiden uit dit antwoord af dat de regering meent dat in het bijzonder met de bepaling van artikel 7 in voldoende mate wordt tegemoet gekomen aan dit advies van de Raad. Zij wijzen er echter op dat artikel 7 ziet op de de beslissingen die jegens de gedetineerden worden genomen, derhalve op de behandeling van de gedetineerden in de voorziening, niet op de (gebouwelijke) voorziening zelf. Om deze reden vragen zij of de regering bereid is alsnog te overwegen om zekere minimumeisen in het wetsvoorstel op te nemen. De leden van de SP-fractie uiten hun bezorgdheid over de constatering van RSJ dat er verschillen zijn in de ervarenheid en opleiding van het bewakend personeel. Wil de regering toezeggen dat de criteria voor bewakend personeel zoals die gelden in «gewone» inrichtingen tevens zullen gelden voor het personeel in de noodcapaciteit? Tevens constateren zij dat er gebruik gemaakt wordt van particuliere beveiliging. De SP-fractie uit andermaal haar afkeuring hierover. Welke taken zullen deze bewakers mogen verrichten? Zullen zij direct bij vrijheidsbenemende maatregelen betrokken zijn (boeien, opsluiten enz.)? Deze leden wensen graag een reactie van de regering op de vraag aan wie een personeelslid van een particuliere beveiligingsorganisatie verantwoording schuldig is bij geconstateerde fouten in handelen. Zal de minister ook voor dit personeel verantwoordelijk zijn? Heeft het personeel dat moet waken over een groep van gedetineerden hiervoor extra opleiding gekregen? Acht de regering de bezetting van het bewakend personeel groot genoeg om eventuele agressie en dergelijke die door deze vorm van detentie mogelijk worden, af te wenden? Wat is de reactie van de regering op de zorg die geuit wordt door onder andere de AbvaKabo en de CFO ten aanzien van de veiligheid van bewakend personeel en de gedetineerden? Kan de regering haar mening geven over de constatering van advocaten in het Parool van 29 januari jl. dat de maatregel een verstopping tot gevolg zal hebben, daar de opsluiting krachtens deze maatregelen tijdelijk zal zijn (voor de duur van een medisch onderzoek)? Is de regering van mening dat de gemelde «chaos» in noodgevangenissen van aanvaardbare proporties is en de insluiting zekerder? In de Tijdelijke wet staan de bevoegdheden van de directeur beschreven. Toch achten de leden van de SP-fractie het onwaarschijnlijk dat er in zo n korte tijd zo veel nieuwe directeuren zijn. Is er ten behoeve van de noodcellen op iedere locatie een directeur aanwezig? De leden van de SP-fractie constateren met zorg dat een zorginstelling wordt gebruikt voor het opsluiten van gedetineerden. Is de regering voor- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 7

8 nemens de gedetineerden te verplaatsen uit bijvoorbeeld het calamiteitenhospitaal in Utrecht in geval van een calamiteit? Deze leden verzoeken de regering opheldering te geven over de mogelijke duur van de Tijdelijke wet naar aanleiding van de mogelijkheid tot vervallen van de regeling dat deze met een jaar kan worden verlengd. De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling van het met uitzonderlijke voortvarendheid ingediende wetsvoorstel kennisgenomen. Het wetsvoorstel, alsmede de memorie van toelichting, heeft hen aanleiding gegeven tot het stellen van enige vragen. De eerste vraag van deze leden is of en zo ja, in hoeverre in procedureel opzicht in de fase vóór de indiening van het wetsvoorstel is afgeweken van de gang van zaken bij reguliere wetsvoorstellen. Vervolgens vragen deze leden wat het wil zeggen dat de regering de opmerking van de Raad van State (om een soortgelijke regeling te treffen tussen de drie landen van het Koninkrijk als in het verdrag dat is gesloten tussen de Verenigde Staten en het Koninkrijk inzake zogenaamd pre-flight control op vluchten naar de Verenigde Staten) «ter harte neemt». Het onderhavige wetsvoorstel bevat een volledig uitgeschreven regeling voor de insluiting van drugskoeriers. Deze leden vragen op grond van welke overwegingen voor deze vormgeving van de noodwet is gekozen en of het niet beter ware dat de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen een «noodartikel» zouden kennen. Zij verwijzen voor de laatstgenoemde benadering naar de Vreemdelingenwet. Heeft deze aanpak, mits de wet voorziet in krachtige waarborgen tegen lichtvaardig gebruik van het noodartikel, geen voordelen boven de thans gevolgde weg? De toepassing van de wet is beperkt tot de personen aangeduid in artikel 2. Deze leden vragen of een aldus gemaakt onderscheid qua penitentiair regiem uit een oogpunt van gelijke behandeling juridisch toelaatbaar en houdbaar is. Deze leden leggen ook de vraag voor of het creëren van tweeërlei regiem er niet gemakkelijk toe kan leiden dat er verdringingseffecten gaan optreden in die zin dat het bijzonder regiem ook voor de omschreven categorie personen zal worden toegepast ook al zou er op zekere ogenblikken (perioden) plaats zijn in inrichtingen die onder het normale regiem vallen. Deze leden hebben begrepen dat tekort aan opgeleid personeel de eigenlijke oorzaak van veel beperkingen van het bijzonder regiem vormt. Gegeven de bijzondere populatie van de inrichtingen met een bijzonder regiem, stellen deze leden de vraag of er voldoende, eventueel bijzondere waarborgen voor de veiligheid van het personeel nodig zijn, en zo ja, of deze aanwezig zijn. Deze leden willen tenslotte graag vernemen waarom het recht op geestelijke verzorging is vervallen. Wat is de noodzaak hiervan? Artikelsgewijze behandeling Artikel 1 Het begrip voorziening wordt niet nader gedefinieerd. Alleen algemene voorwaarden als het mogelijk maken van wat de minister een humane bejegening noemt. De leden van de fractie van de PvdA hebben bezwaar tegen deze vage formuleringen, zij vormen een vrijbrief om in deze noodsituatie alles in te zetten. Kunnen zij meer concretere begripsomschrijvingen tegemoet zien? Artikel 2 Deze tijdelijke wet biedt de mogelijkheid om verdachten en veroordeelden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 8

9 in dezelfde afdeling onder te brengen. Gelet op de zwaarte van het delict en de mogelijke termijn waarop zij voor langere tijd samen zitten is het niet gewenst om deze personen samen te plaatsen, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Het voorbehoud van de regering bij de ondertekening van het verdrag verhoudt zich niet tegenover het karakter van de noodvoorziening. Gelet op de tijdsduur tot het moment waarop de rechter een uitspraak doet, moet er inmiddels voldoende alternatieve capaciteit beschikbaar kunnen zijn. Op de tweede plaats is het van belang dat vooral gedetineerden met een Nederlands paspoort, die in beginsel terugkeren in de Nederlandse samenleving, een goed aanbod krijgen om die terugkeer in de samenleving adequaat voor te bereiden. De leden van GroenLinks vragen de regering waarom de noodwet gelding krijgt voor beide in de Opiumwet genoemde lijsten. Voert het niet te ver om de strekking van de wet uit te breiden naar de in lijst II genoemde softdrugs? De leden van de fractie van de ChristenUnie begrijpen dat nu het wetsvoorstel ook betrekking heeft op de fase van inverzekeringstelling het mogelijk is dat gedetineerden in een noodvoorziening ondergebracht worden terwijl zij nog drugs in het lichaam hebben. Naar het oordeel van deze leden stelt dit specifieke eisen aan de beschikbare voorzieningen, in het bijzonder wat betreft aanwezige medische expertise. Zij informeren op welke wijze hierin is voorzien en hoe de regering aankijkt tegen de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid in situaties waarin het onverhoopt misloopt. Is het zeker ook hier niet van groot belang om tot de formulering van minimumeisen te komen? Artikel 3 Het opperbeheer van de noodvoorzieningen ligt bij de minister van Justitie, maar de minister geeft onvoldoende duidelijkheid over wie in de dagelijkse praktijk verantwoordelijk is. De minister heeft naar aanleiding van de discussie over verdere verzelfstandiging van de Dienst Justitiële Inrichtingen en mogelijkheden voor privatisering van het gevangeniswezen het standpunt verwoord er de voorkeur aan te geven om de uitvoering van de detentie en het beheer van de inrichtingen onder zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid te houden. Mogen de leden van de fractie van de PvdA hieruit concluderen dat het dagelijkse beheer van de noodvoorziening onder ambtelijke leiding zal staan? Artikel 4 Waarom staan in artikel 4 geen minimumvereisten vermeld, waar de voorzieningen, bestemd voor de insluiting, aan moeten voldoen, zo vragen de leden van de D66-fractie. Ook de leden van de SP-fractie vernemen met zorg van de Raad van State dat er in dit artikel geen minimum criteria staan beschreven ten aanzien van de celruimtes en faciliteiten. Zij verzoeken de regering toe te lichten of er wel criteria zullen worden gehanteerd, en zo ja, wat deze in concreto zijn. Artikel 6 De selectiefunctionaris van Justitie plaatst. In dit voorstel is hiertegen geen beroep mogelijk. De gedetineerde kan alleen via een kort geding beroep aantekenen tegen zijn plaatsing. Hoe denkt de minister de financiële kant van zulk een beroep te regelen bij gevangenen die vaak niet alleen armlastig zijn, maar ook door hun hechtenis niet over inkomsten beschikken? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 9

10 Op de tweede plaats worden geen kwalitatieve criteria, zoals beheersbaarheid van de noodvoorziening en de veiligheid van personeelsleden en/of gedetineerden gebruikt bij de plaatsing van de verdachten. De leden van de fractie van de PvdA zijn van mening dat voorkomen moet worden dat gemeenschapsongeschikte gedetineerden in groepen worden geplaatst. Een aantal jaren geleden zijn vreemdelingen ter uitzetting ongeselecteerd in groepsverband gehecht, hetgeen tot betreurenswaardige gebeurtenissen heeft geleid. Herhaling is absoluut te vermijden. Blijft de regering bij het standpunt om gedetineerden een beklagmogelijkheid te onthouden over het plaatsings- of overplaatsingsbesluit van selectiefunctionarissen, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie. Artikel 7 De leden van de fractie van de PvdA hechten aan het beginsel van resocialisatie. De regering memoreert dat geen gekwalificeerd personeel beschikbaar zou zijn en dat evenmin (geschikte) ruimtes in de noodvoorzieningen te realiseren zouden zijn. Een adequaat resocialitiebeleid helpt voorkomen dat ex-gedetineerden terugvallen in het criminele circuit. Dat komt de veiligheid in de samenleving ten goede. Indien er binnen de noodvoorzieningen geen mogelijkheden voor reïntegratie-activiteiten zijn pleit die situatie er des temeer voor dat gedetineerden zo snel mogelijk doorgeplaatst worden naar een reguliere inrichting. Deelt de regering deze zienswijze van de leden van de fractie van de PvdA? In het verlengde van de discussie over de rechtspositie en dus de faciliteiten voor gedetineerden is het ook vreemd dat de tijdelijke wet geen verlofmogelijkheden kent. Hoe staat het met (begeleid) verlof bij bijzondere familieomstandigheden? Gedetineerden kunnen opgedragen worden om mee te werken aan elektronische beveiliging. De leden van de fractie voor de PvdA zijn van mening dat dit instrument kan bijdragen aan de beheersbaarheid in de noodvoorziening. De materiële beveiliging binnen en rond de inrichting roept vragen op. Welke externe menselijke en materiële beveiliging kennen de voorzieningen? Hoe is het toezicht door ambtenaren of medewerkers binnen de voorzieningen, in het bijzonder op de afdelingen? In wat voor mate wordt er invulling gegeven aan een goede bejegening als de belangrijkste vorm van beveiliging? De leden van de CDA-fractie stemmen in met het voorstel om de Penitentiaire Beginselenwet buiten toepassing te verklaren en een afgeslankte vorm van de Penitentiaire Beginselenwet van toepassing te laten zijn op de tijdelijke cellen. Zij kunnen zich verenigen met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, die ten grondslag liggen aan de Pbw. Zij vragen echter of deze grondslagen expliciet dienen te worden opgenomen in de tijdelijke wet. Artikel 7 stelt kortgezegd dat er zo min mogelijk beperkingen aan de gevangenen worden opgelegd tenzij dit absoluut noodzakelijk is. En beslissingen die jegens de gedetineerde worden genomen zijn zoveel mogelijk gericht op terugkeer in de maatschappij. De leden van de CDA-fractie vragen of dit wel het geval dient te zijn. Er is sprake van een acute noodsituatie wat betreft de drugssmokkel op en rond Schiphol, er is sprake van een noodoplossing. Moet dan expliciet worden vastgelegd dat gewerkt wordt aan terugkeer in de maatschappij? Veiligheid van personeel en het voorkomen van heenzendingen dienen de belangrijkste doelstellingen te zijn. Graag vernemen deze leden een reactie van de regering. Feit is dat ook veel vreemdelingen aangehouden worden op verdenking van drugssmokkel. Hoe gaat dit artikel op voor vreemdelingen die niet in Nederland kunnen blijven na het uitzitten van hun straf? Worden deze personen ook voorbereid op een terugkeer in de maatschappij? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 10

11 Artikel 8 Er dient benadrukt te worden dat de veiligheid van het personeel en de gedetineerden voorop dient te staan bij de plaatsing van gedetineerden in deze bijzondere voorzieningen. Hierboven hebben de leden van de fractie voor de PvdA reeds opgemerkt de samenplaatsing van verdachten en afgestraften onder deze omstandigheden ongewenst te vinden. De regering is voornemens om vrouwen en mannen en jongeren en volwassenen gescheiden te plaatsen voor wat betreft het verblijf in de woon- annex slaapruimten. Dit sluit niet uit dat zij overdag samen in een ruimte verblijven. Gelet op het kleine aantal personeelsleden en de onprofessionele begeleiding is dit niet verantwoord (geweldsdreiging voor vrouwen, pedagogisch ongunstig klimaat voor jongeren). Uit artikel 8 volgt niet hoeveel mensen maximaal in één ruimte mogen worden opgesloten? Wat de D66-fractie betreft moet ook in deze noodwet uitgangspunt zijn dat één persoon per cel wordt opgesloten. Uit de toelichting blijkt dat het er ook meer kunnen zijn. Wat zijn de criteria die de regering aanlegt voor de hoeveelheid mensen in eén ruimte? Kan het zijn dat iemand maximaal één jaar met veel mensen in een ruimte verblijft of zal gedifferentieerd worden naar mate men langer gedetineerd is? Wordt er nog een onderscheid gemaakt tussen de verblijfsruimte, zoals bedoeld in artikel 8 en de voorzieningen, bedoeld in artikel 4? Overnacht de gedetineerde in de verblijfsruimte? Kan de regering aangeven op welke punten de voorgestelde regeling afwijkt van de European prison rules? Op welke wijze wordt geregeld dat bepaalde ruimten voor gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden door de directeur van de voorziening worden aangewezen, zo vragen de leden van de GroenLinksfractie. Houdt dit artikel in dat het mogelijk is dat meer dan twee gedetineerden in één verblijfsruimte verblijven? Kan een gevolg van het bepaalde in het derde lid zijn dat de daar genoemde groepen binnen één verblijfsruimte worden gescheiden? Zo ja, hoe wordt zulks op voor alle betrokkenen veilige wijze gerealiseerd? Verdient het geen aanbeveling de genoemde groepen onder te brengen in aparte, van elkaar gescheiden, verblijfsruimten? De leden van de fractie van de ChristenUnie informeren voor alle zekerheid of met de aangepaste redactie van het derde lid van artikel 8 voorzien is in een daadwerkelijk en volledig gescheiden huisvesting van minderjarige gedetineerden. Artikel 23 en 24 Het recht op het gebruik van de telefoon wordt afhankelijk gemaakt van de gebouwtechnische staat van het gebouw. Wanneer het gaat om telefooncel voorzieningen moet het mogelijk zijn om snel noodlijnen aan te leggen. Grote evenementen waar honderden journalisten verslag van willen doen en een telefoonverbinding gebruiken hebben dat bewezen, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Volgt uit artikel 23 dat de gedetineerde maar gedurende één uur per week contact zou kunnen hebben met zijn rechtshulpverlener of heeft deze te allen tijde toegang tot zijn cliënt, zo vragen de leden van de D66-fractie. Op welke wijze wordt gegarandeerd dat althans op een zeker moment gedetineerden in staat worden gesteld bezoek te ontvangen of te telefoneren, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie. Moet de beperking dat deze rechten alleen kunnen worden uitgeoefend voor zover de bouw- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 11

12 kundige en personele omstandigheden dit toelaten niet worden gevolgd door een minimumnorm voor gedetineerden? Te dien aanzien vragen de leden of de beperkingen waaraan de toegang van de rechtsbijstandverlener ingevolge dit artikel kan worden onderworpen, alsmede het feit dat de advocaat met het mogelijke andere bezoek moet «concurreren» in het ene toegestane uur per week, deze toegang bij een verdachte niet op onwenselijke wijze wordt beperkt. Is zulks in overeenstemming met internationale verplichtingen? Zou het geen aanbeveling verdienen de rechtsbijstandverlener te scharen onder de in het zevende lid van artikel 23 genoemde personen die te allen tijde toegang hebben tot de (verdachte) gedetineerde? Artikel 25 De leden van de SP-fractie constateren dat de aanwezigheid van verzorgend personeel in sommige locaties te wensen overlaat. Is de regering voornemens hiertoe maatregelen te nemen? Artikel 26 Ten aanzien van de persoonlijke verzorging geldt dat bij de voedselverstrekking geen rekening wordt gehouden met de eisen en restricties die bepaalde religies stellen aan de bereiding en het gebruik van bepaald soort voedsel. Merkwaardig is dat er wel een andere voorziening als een broodmaaltijd kan worden aangeboden, maar bijvoorbeeld geen rund of geitenvlees ter vervanging van varkensvlees. Vraag aan de minister is wat hij gaat ondernemen om meer keuze maaltijden aan te bieden? De leden van de fractie van de PvdA pleiten ervoor dat rekening gehouden wordt met dergelijke religieuze vereisten en respect voor de mens in acht genomen dient te worden. Ingevolge het voorgestelde artikel 26 lid 1 wordt bij het verstrekken van voeding «indien mogelijk» rekening gehouden met de godsdienst of levensovertuiging van de gedetineerde. In overweging wordt gegeven om de zinsnede «indien mogelijk» te wijzigen in «zoveel mogelijk», zo merken de leden van de VVD-fractie op. Het is de leden van de fractie van de ChristenUnie opgevallen dat ook in de aangepaste en naar hun oordeel verbeterde tekst van het eerste lid van artikel 26 een verschil bestaat met de tekst van artikel 44, derde lid, Pbw. Waar artikel 44, lid 3 Pbw luidt: «De directeur draagt zorg dat bij de verstrekking van voeding zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de godsdienst of levensovertuiging van de gedetineerden.», spreekt het onderhavige artikel van «indien mogelijk». Kan de regering aangeven wat het inhoudelijke verschil tussen beide formuleringen is? Deze leden hebben vooralsnog de nodige aarzeling of de voorgestelde tekst niet een te grote beperking van het recht op vrijheid van godsdienst of levensovertuiging behelst. Tenslotte geven de leden van de fractie van de ChristenUnie te kennen een nadere toelichting op het laten vervallen van het recht op geestelijke verzorging op prijs te stellen. Ook als de regering gevolgd zou kunnen worden in haar argumentatie dat het nijpende personeelstekort deze beperking noodzakelijk maakt, is de vraag gerechtvaardigd waarom ten aanzien van het recht op geestelijke verzorging niet een vergelijkbare formulering in het wetsvoorstel is opgenomen als ten aanzien van het bij de voedselverstrekking rekening houden met godsdienst of levensovertuiging. Deze leden dringen er bij de regering op aan hier alsnog op gepaste wijze aan te voldoen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 12

13 Artikel 28 en 29 Het kabinet stelt dat «Vanwege de beperkte mogelijkheden zijn de bepalingen die gedetineerden recht geven op arbeid, onderwijs, recreatieve activiteiten alsmede sport achterwege gelaten». Gedetineerden die binnen een reguliere inrichting onder het sober regime vallen, mogen maximaal 6 weken in dergelijke aanbodsarme omstandigheden verblijven. Nu biedt de minister het volgende aan: «Wanneer de bouwkundige en personele omstandigheden hier ruimte voor bieden, de directeur de zorg heeft om in enige mate in dagbesteding van gedetineerden te voorzien». De leden van de fractie van de PvdA uiten hun verwondering over dit grote verschil van benadering. Immers de regering zelf is voorstander van de afschaffing van het sobere regime, mede in het belang van de veiligheid voor de personeelsleden en de gedetineerden, maar ook de beheersbaarheid van de inrichting. Hoe is het mogelijk dat hij vervolgens wel instemt met het realiseren van noodvoorzieningen die zelfs niet eens een minimaal aanbod voor sport en/of dagbesteding kunnen realiseren voor gedetineerden die wellicht gedwongen zijn om langere tijd in deze noodvoorzieningen te verblijven? Op welke wijze gaat de regering een veilige situatie voor de medewerkers en de gevangenen realiseren en dus de beheersbaarheid van de inrichting op peil houden zonder het aanbieden van tenminste luchten, sport en activiteiten om dagelijks de tijd door te komen? De Raad van State adviseert de gedetineerden de mogelijkheid te bieden te sporten, zeker in een situatie, waarin men maar één uur per dag in de buitenlucht kan doorbrengen, zoals artikel 29 regelt. Volgt de regering dat advies op, zo vragen de leden van de D66-fractie. Artikelen 33 tot en met 41 Deze artikelen hebben betrekking tot het klachtrecht van gedetineerden. Dit recht wordt tot een minimum teruggebracht. Het is de combinatie van minimaal regime (nog minder dan sober regime), uitholling van de faciliteiten en voorzieningen zoals sport, dagprogramma s, reïntegratieactiviteiten, en dergelijke in combinatie tot het verblijf in «meermanscellen», die het in de ogen van de leden van de fractie van de PvdA noodzakelijk maken dat er controle is op de dagelijkse gang van zaken. Het bevreemdt de leden van deze fractie dan ook in zeer hoge mate dat de Commissie van Toezicht met de Commissaris van de maand in verband met benodigde personele ondersteuning niet beschikbaar gesteld wordt. Zij zijn van mening dat gelet op het karakter van de tijdelijke wetgeving deze commissie er moet zijn. Het toezicht vanuit de Raad voor de straftoepassing is te weinig frequent en teveel op afstand om in deze bijzondere omstandigheden de rol van de commissie van toezicht te kunnen vervangen. De maandcommissaris van de commissie van Toezicht kan dagelijkse controle toepassen en aanspreekpunt zijn voor gedetineerden. Vraag aan de regering is of hij de veiligheid binnen de inrichting niet wil verbeteren door alsnog de commissie van Toezicht onder te brengen in de tijdelijke wetgeving. Gelet op de noodzakelijkheid van de voorziening zullen ongetwijfeld voldoende personen beschikbaar zijn om een dergelijke taak op zich te nemen. Wat is de reactie van de regering op de berichten uit het AD van 23 januari dat er geen beklagcommissie is in het calamiteitenhospitaal van Utrecht? Artikel 42 Verdient het niet aanbeveling bij de bepaling of de klacht in aanmerking komt voor beroep (na afwijzing van het beklag) mede te laten bepalen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 13

14 door een door klager aangewezen rechtshulpverlener, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie. In hoeverre is de voorgestelde beperkte beschikbaarheid van rechtsmiddelen in overeenstemming met internationale verplichtingen ter zake, zoals bijvoorbeeld artikel 5 en 13 EVRM? Artikel 45 De geldingsduur van het voorliggende wetsvoorstel is bepaald op één jaar. Kan de regering nader aangeven of zij in staat zal zijn om binnen die periode de benodigde uitbreiding van de reguliere celcapaciteit te realiseren? Kan de regering aangeven of het denkbaar is dat de voorgestelde maatregelen, vergeleken met de huidige situatie, kunnen leiden tot een toename van agressie van ingeslotenen jegens hun bewaarders? Op welke wijze zou die agressie kunnen worden tegengegaan en hoe voorziet het voorliggende wetsvoorstel daarin? De voorzitter van de commissie, Swildens-Rozendaal De griffier voor dit verslag, Bregman Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 14

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 202 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 064 Invoering van titel 4 van Boek 7 (Huur) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Invoeringswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 201 Tijdelijke wet voor de penitentiaire noodcapaciteit ten behoeve van drugskoeriers (Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers) Nr. 5 NOTA

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 627 Wijziging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1 Kamerstukken II 2001/2002, 28 192,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 204 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering strekkende tot het openstellen van beroep in cassatie tegen vrijspraken alsmede het doen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 201 Tijdelijke wet voor de penitentiaire noodcapaciteit ten behoeve van drugskoeriers (Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers) Nr. 3 MEMORIE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 072 Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 469 Herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede aanpassing van enkele bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 239 Uitvoering van Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 betreffende bestrijding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 642 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 18 januari 2002 De vaste commissie voor Justitie 1 heeft op 13

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Tijdelijk verlaten van de inrichting Tijdelijk verlaten van de inrichting Conceptwetsvoorstel opheffen samenloop van regelingen met betrekking tot het tijdelijk verlaten van de inrichting advies d.d. 12 februari 2010 1 2 Samenvatting De Raad

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 667 Aanpassing van enkele wetten in verband met de afschaffing van de titelbescherming en beëdiging van makelaars Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 420 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met het penitentiair programma en het elektronisch toezicht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 022 Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 24 november 2014

betreft: [klager] datum: 24 november 2014 nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 887 Samenvoeging van de gemeenten Heerjansdam en Zwijndrecht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 13 november 2001 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Boete en detentie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement Advies 8 juni 2007 De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming draagt er door middel van rechtspraak en advies toe bij dat overheid

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 486 (R1994) Goedkeuring van het op 12 mei 2011 te s-gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 775 Bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (Wet toezicht collectieve

Nadere informatie

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 862 Wijziging van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken en het tijdstip van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 940 Opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat en wijziging van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 078 Burgerlijk huwelijk en kerkelijk huwelijk Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 27 februari 2002 De vaste commissie voor Justitie

Nadere informatie

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden Permanente commissie Secretariaat van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, telefoon 31 (30) 297 42 14/43 28 telefax 31 (30) 296 00 50 e-mail cie.meijers@forum.nl postbus 201, 3500 AE Utrecht/Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 307 (R 1842) Goedkeuring van: de op 25 juni 2003 te Washington D.C. totstandgekomen Overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170 2 Aanleiding Verzoekster was werkzaam als tolk en verrichtte regelmatig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 471 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de

Nadere informatie

Gelet op artikel 19, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 3, vierde lid, van de Penitentiaire maatregel;

Gelet op artikel 19, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 3, vierde lid, van de Penitentiaire maatregel; Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in verband met het meerpersoonscelgebruik en de flexibilisering van het dagprogramma Gelet op artikel 19, derde lid, van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002 Nr. 39 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 43 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Nederland, Aruba,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 982 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES in verband met de strafbaarstelling van het in justitiële inrichtingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 221 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de strafbaarstelling van beledigende uitlatingen en het aanzetten tot haat, discriminatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 587 Aanpassing van de Advocatenwet aan richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 ter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 29 juni 1999 De vaste commissie voor Justitie 1 heeft op 17 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 413 Wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 117 Wijziging van enige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de problematiek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 282 Wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES Nr. 6 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van

Nadere informatie

Ad 2. Verbetering regeling identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden Dit onderdeel van het wetsvoorstel bevat drie wijzigingen.

Ad 2. Verbetering regeling identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden Dit onderdeel van het wetsvoorstel bevat drie wijzigingen. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Circulaire Ministerie van lustitie. r --- - hvan 131. Terminal Noord. inrichtingen; de directeuren van inrichtingen voor verpleging

Circulaire Ministerie van lustitie. r --- - hvan 131. Terminal Noord. inrichtingen; de directeuren van inrichtingen voor verpleging de directeuren van inrichtingen voor verpleging de directeuren van de justitiële jeugdinrichtingen van ter beschikking gestelderi; inrichtingen; Circulaire Ministerie van lustitie Ondewerp Onderdeel Contactpersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 249 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met de verstrekking van bijdragen aan zorgaanbieders die inkomsten derven ten gevolge van

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Y.A.J.M. van Kuijck, waarnemend algemeen voorzitter

Y.A.J.M. van Kuijck, waarnemend algemeen voorzitter Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : 13 februari 2006 kenmerk : CR35/1035453/06/AvdH/TvV betreft : advies over het onderwijs in de p.i.-en Mijnheer de minister, Bij de toezichtbezoeken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 945 (R 1737) Goedkeuring van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 576 Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 746 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten tot versterking van de strafrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 023 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging van de afdelingen 3.4 en 3.5

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf

B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf 7 Klemmende redenen van humanitaire aard Indien de vreemdeling niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf op grond van artikel 3.50

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 237 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 614 Wijziging van titel 5.9. (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 26 november 2002 De vaste commissie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing. van gedetineerden in verband met de modernisering van het

Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing. van gedetineerden in verband met de modernisering van het Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in verband met de modernisering van het gevangeniswezen Advies 10 maart 2011 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Inleiding

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 636 Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ter implementatie van de vierde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 53 Besluit van 28 januari 2000 tot openstelling van het recht op een socialezekerheidsuitkering voor personen die deelnemen aan een penitentiair

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 197 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 192 Drugssmokkel Schiphol Nr. 10 1 Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Nr. 90 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 27 september 2000

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend: Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 203 Nederlanders in buitenlandse gevangenissen en buitenlanders in Nederlandse gevangenissen Nr. 1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 438 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering (elektronische aangiften en processen-verbaal) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 8 april 2004 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 556 Wijziging van de Huisvestingswet (mogelijkheid van bestuurlijke boete voor enkele overtredingen) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 14 oktober 2008

Nadere informatie