Memorie van toelichting bij het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Memorie van toelichting bij het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn"

Transcriptie

1 Memorie van toelichting bij het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 1.ALGEMENE TOELICHTING De Vlaamse Regering heeft de duidelijke keuze gemaakt om de principes en uitgangspunten die aan de grondslag liggen van het gemeentedecreet zoveel als mogelijk ook van toepassing te maken op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Immers, tussen de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn is er een grote samenhang. Voor de burger vormen de gemeentelijke en de diensten van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn een geheel. De raad voor maatschappelijk welzijn wordt verkozen door de gemeenteraad. De organisatie en de werking van beide lokale besturen zijn gelijklopend. Het ligt daarom voor de hand om ook de organisatie van de beide lokale besturen maximaal op elkaar af te stemmen en de onderlinge samenwerking te versterken. Het is niet goed dat de burgers en de lokale bestuurders zelf met verschillende regelgevingen geconfronteerd worden naargelang de lokale overheid waar zij zich aanbieden. Gelijke regels en procedures dragen bij tot een vereenvoudiging van het bestuur. Zij zijn het meest doorzichtig voor de burger, maar ook voor de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, de gemeenteraad, de hogere overheden en ambtenaren op de verschillende bestuursniveaus. Een duidelijke en herkenbare regelgeving bevordert de betrokkenheid van en de informatieverstrekking aan de burger en aan de democratisch verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Ook dit levert voordelen op, op het vlak van personeel en organisatie, nodig voor het verzorgen van deze informatie. In een eerste fase werden de beginselen die ten grondslag lagen aan het gemeentedecreet inzonderheid wat betreft de bestuurlijke organisatie en de werking van de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau, zo veel als mogelijk geregeld volgens gelijke principes als deze opgenomen in het gemeentedecreet, dit alles in het licht van de vernieuwing van de gemeenteraden en de erop aansluitende verkiezing van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Bij decreet van 7 juli 2006 werden aldus een aantal beperkte wijzigingen aangebracht aan de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het oogmerk van dit ontwerp van decreet is, om in deze tweede fase de organieke wet, ook wat de andere aspecten van de organisatie en de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn betreft, maximaal af te stemmen op het gemeentedecreet. Het betreft meer bepaald de regels aangaande het personeel, de financiën en het toezicht. 1

2 Titel VIII van dit ontwerp herneemt louter de inhoud van de artikelen van hoofdstuk XII, XIIbis en XIIter van de organieke wet. Wel wordt het toezicht afgestemd op dit dat van toepassing zal zijn voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en worden bepaalde opmerkingen van de Raad van State al meegenomen. Het vastleggen van een modern kader voor publiek-private samenwerking en de opmerkingen van de Raad van State die de fundamenten van de drie vormen van externe verzelfstandiging raken, komen later aan bod. I. BEVOEGDHEID VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Het voorliggende ontwerp van decreet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn geeft uitvoering aan de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap inzake het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Toch blijft ook de federale overheid bevoegd voor belangrijke aspecten van het beleid hieromtrent. Dat heeft mede tot gevolg dat omvangrijke delen van de huidige wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn niet worden opgeheven voor de Vlaamse gemeenten. De artikelen waarvoor de federale overheid bevoegd is, blijven onverminderd van kracht. In dit ontwerp van decreet wordt hieraan tegemoet gekomen door een algemene bepaling inzake het toepassingsgebied van het decreet te voorzien. Het voorliggende ontwerp van decreet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn is van toepassing op alle gemeenten van het Nederlandse taalgebied, met behoud van voormelde regelingen die voortvloeien uit de Pacificatiewet (wet van 9 augustus 1988). Hoewel de Vlaamse Gemeenschap tevens bevoegd is inzake openbare centra voor maatschappelijk welzijn in de taal- en randgrensgemeenten, mag geen afbreuk worden gedaan aan de regelingen die door de Pacificatiewet werden ingevoerd. Voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad kan de Vlaamse overheid ingevolge artikel 63 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 alleen niet regelend optreden. Anderzijds bevat artikel 5, 1, II, 2, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ook een aantal materiële bevoegdheidsbeperkingen. Ook met andere bevoegdheidsbeperkingen, zoals de federale regeling op het gebied van jurisdictioneel beroep (het instellen van administratieve rechtscolleges (artikel 161 van de Grondwet) en de procedure voor de Raad van State) (wel zijn de gemeenschappen bevoegd om nietjurisdictionele geschillenprocedures of om bemiddelings- of ombudsdiensten in te richten), de toekenning van politieke rechten aan vreemdelingen (artikel 8, tweede tot vierde lid, van de Grondwet) en de regeling van het arbeidsrecht en de sociale zekerheid, werd in dit ontwerp rekening gehouden. De Vlaamse Regering heeft bij de redactie van dit ontwerp van decreet rekening gehouden met de uitzonderingen op de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. In artikel 5, 1, II, 2, van deze bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt het beleid inzake maatschappelijk welzijn, met inbegrip van de organieke regels betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn als persoonsgebonden (dus Vlaamse) aangelegenheid aangeduid, met uitzondering van onder de federale bevoegdheid vallende materies, die hierna worden opgesomd: 2

3 - de vaststelling van het minimumbedrag, de toekenningsvoorwaarden en de financiering van het wettelijk gewaarborgd inkomen overeenkomstig de wetgeving tot instelling van het recht op een bestaansminimum; - de aangelegenheden met betrekking tot de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die geregeld zijn in artikel 1 en 2 en in de hoofdstukken IV, V en VII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met behoud van de bevoegdheid van de Gemeenschappen om aanvullende of bijkomende rechten toe te kennen; - de aangelegenheden met betrekking tot de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die geregeld zijn in de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de commissies van openbare onderstand; - de regelingen met betrekking tot de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de gemeenten vermeld in artikel 6 en 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en van de gemeenten Komen-Waasten en Voeren, die opgenomen zijn in artikel 6, 4, artikel 11, 5, artikel 18ter, artikel 27, 4 en artikel 27bis, 1, laatste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in de wet van 9 augustus 1988 tot wijziging van de gemeentewet, de gemeentekieswet, de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de provinciewet, het Kieswetboek, de wet tot regeling van de provincieraadsverkiezingen en de wet tot regeling van de gelijktijdige parlements- en provincieraadsverkiezingen. Op het gebied van de regelgevende bevoegdheid van Vlaams en federaal niveau m.b.t. het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet derhalve een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de opdrachten van deze bestuursinstellingen en anderzijds de organisatie ervan. Op beide vlakken verschillen de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap op grondige wijze: a) Wat de algemene opdracht en de verschillende concrete taakopdrachten betreft moet zonder meer worden gesteld dat de hoofdbevoegdheid bij de federale overheid ligt. Het komt aldus aan de federale overheid toe om de minimale basisrechten van mensen vast te stellen en ook om het niveau te bepalen, dat als minimum geldt. De federale overheid kan hierin steeds ingrijpen. Het komt wel aan de gemeenschappen toe om aanvullende rechten toe te kennen boven of buiten de rechten, die gewaarborgd zijn in de federale regeling, al dan niet met tussenkomst van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Steeds moeten zij evenwel ook rekening houden met de andere bevoegdheidsverdelende regels, die bv. insluiten dat de sociale zekerheid eveneens een federale aangelegenheid (artikel 6, 1, VI, vierde lid, 12, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen) is gebleven. b) Voor de organieke regeling van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ligt de bevoegdheid in hoofdzaak bij de gemeenschappen, sedert de bijzondere wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de Belgische staatsstructuur. Nu in het kader van de meest recente staatshervorming door de bijzondere wet van 13 juli 2001 ook de bevoegdheden inzake de organieke wetgeving voor de gemeenten -zij het met welbepaalde in die bijzondere wet bevatte restricties- werden overgeheveld, en in uitvoering hiervan onder meer het gemeentedecreet tot stand kwam, is het mogelijk, op het niveau van de Vlaamse overheid, 3

4 bevoegd zowel voor gemeenschaps- als voor gewestaangelegenheden, tot een coherente organisatie te komen van de bestuurlijke instellingen op lokaal vlak. Om een maximale leesbaarheid en rechtszekerheid te bevorderen werd ervoor gekozen om, waar aangewezen geacht met het oog op een goede leesbaarheid, toch een verwijzing te voorzien in het ontwerp van decreet wat deze voorbehouden materiële bevoegdheden betreft. Aldus worden de bevoegdheden van de organen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn omschreven met behoud van de toepassing de federale regelingen ter zake. Apart decreet voor het Nederlandse taalgebied Zoals reeds aangegeven, blijven nogal wat artikelen uit de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van toepassing hoofdzakelijk omdat het federale materies betreffen. Door het opnemen van de bepalingen waarvoor Vlaanderen bevoegd is in een apart decreet, wordt voor de mandataris, de lokale ambtenaar en de burger meer duidelijkheid verschaft over de overheid die verantwoordelijk is voor de regelgeving. Het laat de lokale overheden beter toe te beoordelen welke partij betrokken is wanneer zij een evaluatie maken op het vlak van het Belfortprincipe. Voldoende transparantie voor de gebruiker over de gezamenlijke inhoud van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en voorliggend ontwerp van decreet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en hun uitvoeringsbesluiten zal bekomen worden met een officieuze coördinatie of bundeling van de teksten. II. ALGEMENE SITUERING 1. Situering ten opzichte van het Vlaams regeerakkoord Dit ontwerp van decreet heeft tot doel een vernieuwde organisatie en werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in Vlaanderen volledig tot stand te brengen. De verzelfstandiging in het kader van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zal bij de evaluatie van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking op de Vlaamse noden worden afgestemd. Op het vlak van de bestuurlijke vernieuwing en het scheppen van de voorwaarden voor een modern overheidsmanagement in de lokale besturen moet het voorliggend decreet de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in staat stellen een modern, democratisch en efficiënt beleid en beheer te voeren. Het Vlaams regeerakkoord bevat daartoe duidelijke krijtlijnen: Vlaanderen wil de lokale besturen meer bestuurskracht, ruimte, autonomie en slagkracht geven. Zij staan het dichtst bij de mensen. De Vlaamse Regering erkent hen als partners in het realiseren van een resultaatgerichte en toegankelijke dienstverlening aan burgers en ondernemingen. Dit ontwerp van decreet is het basisdecreet voor de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en bevat de essentiële elementen van de werking van de lokale democratie: de politieke organen, het administratief apparaat, de verhouding met de burger en 4

5 met de Vlaamse overheid. Het beoogt een modernisering van het kader voor het democratisch functioneren van deze gedecentraliseerde overheden. Het ontwerp van het Vlaamse decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voorziet in de mogelijkheid om intern verzelfstandigde agentschappen op te richten. Krachtens het regeerakkoord moet het decreet, op het inhoudelijke vlak, bijdragen tot een versterking van de instellingen en leiden tot meer consistentie en transparantie in de werking van de lokale besturen. In uitvoering van het kerntakendebat wil de Vlaamse Regering meer autonomie geven aan de lokale besturen, daarbij rekening houdend met de verschillen tussen steden, centrumsteden en gemeenten. De openbare centra voor maatschappelijk welzijn krijgen meer ruimte om op eigen maat een vernieuwend beleid uit te bouwen op het vlak van personeelsmanagement, organisatieontwikkeling, financieel beleid en inhoudelijke keuzes. De Vlaamse Regering beoogt enkelvoudige controle- en rapporteringstructuren in het kader van het sectoraal beleid. Het ontwerp van decreet dat de Vlaamse Regering aan het Vlaamse Parlement wenst voor te leggen, past in de uitvoering van deze doelstellingen. 2. Situering t.o.v. de beleidsnota van de inhoudelijk bevoegde minister De beleidsnota van de minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden vermeldt onder punt een decreet op de bestuurlijke organisatie van de OCMW s ontwerpen het volgende: De Vlaamse Regering heeft bij haar interne bevoegdheidsverdeling ook de bestuurlijke organisatie van de OCMW s toegewezen aan de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur. Daarmee wil zij, zowel in de bestuurlijke regelgeving als bij de concrete toepassing ter gelegenheid van de uitoefening van het administratief toezicht, een grotere samenhang tot stand brengen tussen de gemeenten en de OCMW s. Dat is een belangrijke stap naar integratie en vereenvoudiging van het beleid. Voor de burger vormen de gemeentelijke en OCMWdiensten een lokaal geheel. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt verkozen door de gemeenteraad. De organisatie, de werking en financiering van beide lokale besturen lopen samen. Sinds enkele jaren is de uitoefening van het administratief toezicht op de OCMW s zowel administratief als politiek reeds ingedeeld bij Binnenlandse Aangelegenheden. Aan de basis van die beslissing lag een dubbele bezorgdheid: - een samenhangende uitoefening van het toezicht op gemeenten en OCMW s: zorgen voor een identieke behandeling van identieke beslissingen; - de administratieve capaciteit rationeel gebruiken: bundeling van mensen en kennis inzake inhoudelijk identieke materies van beide lokale besturen. De Vlaamse Regering benadrukt de noodzaak om ook de juridische organisatie van de beide lokale besturen maximaal gelijk te laten lopen. Dat versterkt het beeld van het OCMW als lokale overheid binnen het binnenlands bestuur. Dat is ook in het belang van de lokale bestuurders en de burgers, die alleen maar te winnen hebben bij een gelijklopende en doorzichtige interne organisatie en management. Het is niet goed dat zij met verschillende 5

6 regelgevingen geconfronteerd worden naargelang de lokale overheid waar zij zich aanbieden. Nu de regionalisering van de gemeentewet is doorgevoerd, kan daar grote vooruitgang in worden gemaakt. Aansluitend op de ontwerpen van decreet op de organisatie van de gemeenten en de provincies, moet een daarop afgestemd ontwerp van decreet op de bestuurlijke organisatie van de OCMW s en hun verenigingen tot stand komen. Dat decreet zal uiteraard geen bepalingen bevatten betreffende het inhoudelijke welzijnsbeleid, dat vanzelfsprekend de bevoegdheid blijft van de Vlaamse minister van Welzijn. In zijn beleidsbrief concretiseert de Vlaams minister van binnenlands bestuur, stedenbeleid, wonen en inburgering de beleidsprioriteiten opgenomen in de beleidsnota als volgt. In aansluiting op het vaststellen van de basisdecreten voor de organisatie van de gemeenten en de provincies moet ook de organieke wet op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn vervangen worden door een Vlaams decreet op de bestuurlijke organisatie van de OCMW s. Dit decreet zal de uitgangspunten van het gemeentedecreet ook van toepassing maken op de OCMW s, zodat de werking van de beide lokale besturen maximaal op mekaar is afgestemd. Rekening houdend met de vernieuwing van de OCMW-raden, aansluitend op de verkiezingen van 8 oktober 2006, werden in de bestaande OCMW-wet van 8 juli 1976 reeds een aantal aanpassingen doorgevoerd, in hoofdzaak aan het onderdeel over de politieke organisatie van de OCMW s. Dat gebeurde bij decreten van 7 juli 2006 en 22 december Voorbereiding van een OCMW-decreet, aanpassen van gemeentedecreet en provinciedecreet De jongste jaren werd zowat de gehele regelgeving over de organisatie en het bestuur van de lokale en de provinciale overheid vernieuwd. Het gemeentedecreet, het provinciedecreet, maar ook de decreten op de intergemeentelijke samenwerking, de erkende erediensten, de begraafplaatsen en de lijkbezorging, de organisatie van de fondsen inzake de algemene financiering van de gemeenten en de provincies, dateren allemaal van na Dat is een nooit geziene hervorming. De Vlaamse Regering heeft daarbij tot doel gehad deze regelgeving aan te passen aan de hedendaagse visie op het lokale bestuur. Zij heeft ook de organisatie van de verschillende lokale besturen op mekaar afgestemd. Via het gemeentedecreet en het provinciedecreet beschikken de lokale overheden nu over goede instrumenten om een goed beleid te voeren op maat van de lokale gemeenschap. De decreten bevatten de hoofdlijnen van de bestuursorganisatie en elke gemeente heeft de ruimte om de principes op eigen maat te concretiseren. Er zijn ruime mogelijkheden tot delegatie, van de gemeenteraad naar het college van burgemeester en schepenen, van het college van burgemeester en schepenen naar de secretaris en van de secretaris naar de leidinggevende ambtenaren. De verdiensten van de vernieuwingen worden algemeen erkend. 6

7 Het juridische werk voor de modernisering en de onderlinge afstemming van de basisdecreten met betrekking tot het lokale bestuur is immers nog niet ten einde. In overeenstemming met de principes van het regeerakkoord en mijn beleidsnota bereid ik een decreet voor op de bestuurlijke organisatie van de OCMW s. Dat decreet zal dezelfde beginselen en uitgangspunten van toepassing maken op de OCMW s die ook ten grondslag liggen aan het gemeentedecreet. Zo wordt de werking van de beide lokale besturen maximaal op mekaar afgestemd. Zoals ik reeds meermaals heb aangekondigd is het basisuitgangspunt van het te ontwerpen OCMW-decreet de maximale afstemming van de bestuurlijke organisatie van de OCMW s op het gemeentedecreet. Deze beleidsoptie betekent dat de Vlaamse Regering zoveel als mogelijk dezelfde principes en uitgangspunten wil hanteren voor de werking van de beide lokale besturen. Voor de burger vormen de gemeentelijke en OCMW-diensten een geheel. De onderlinge afstemming van de werkingsregels maakt het lokaal bestuur doorzichtiger, zowel voor de burger als voor de mandatarissen en het personeel. Dat is des te meer van belang, nu de regelgeving ook het inzetten van gemeenschappelijke ondersteunende diensten mogelijk maakt, zoals bijvoorbeeld op het vlak van de logistiek of het personeel. De onderlinge afstemming tussen het OCMW-decreet en het gemeentedecreet is dan ook de belangrijkste krachtlijn van de ontwerptekst. Natuurlijk moet voor de verschillende deelaspecten wel onderzocht worden of de specifieke positionering van de OCMW s verenigbaar is met een identieke regeling als voor de gemeenten. Voor een aantal elementen is in ieder geval een aangepaste regeling nodig, gelet op de bestuurlijke verhouding tussen de gemeente en het OCMW. Het gemeentedecreet kan niet zomaar mutatis mutandis worden gekopieerd. Zo zijn bijvoorbeeld de bestuursorganen van het OCMW niet zonder meer een spiegelbeeld van de organen van de gemeente. Maar meer in het algemeen gelden de prioritaire uitgangspunten die ook bij het gemeentedecreet naar voor werden geschoven. In de beleidsbrief was onder punt al het volgende gesteld: Bij decreet van 7 juli 2006 werden een aantal beperkte wijzigingen aangebracht aan de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. In het licht van de vernieuwing van de gemeenteraden en de erop aansluitende verkiezing van de OCMW-raden, werden een aantal bepalingen van de organieke wet afgestemd op het gemeentedecreet. De Vlaamse Regering heeft er inderdaad duidelijk voor gekozen om de principes en de uitgangspunten die aan de grondslag liggen van het gemeentedecreet zoveel als mogelijk ook van toepassing te maken op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en zo de werking van de beide lokale besturen op elkaar af te stemmen. Rekening houdend met de verkiezingsdatum, koos de Vlaamse Regering ervoor om in de eerste fase slechts minimale wijzigingen aan te brengen aan de organieke wet op het maatschappelijk welzijn. Het ging in die fase vooral om de organisatie en de werking van de 7

8 raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau. De wijzigingen inzake personeel, financiën en toezicht, bleven tot een minimum beperkt. In een tweede fase, waarvan de voorbereiding reeds werd aangevat, worden alleszins die materies onder de loep genomen. Tevens kan verwezen worden naar punt van laatstgenoemde beleidsbrief: De invoering van eigentijdse en uniforme financiële beleidsinstrumenten in gemeenten, OCMW en provincies Met de inwerkingtreding van het grootste gedeelte van het Gemeente- en Provinciedecreet op 1 januari 2007 wordt een eerste concrete stap gezet in het introduceren van de moderne financiële beleidsinstrumenten. Tenslotte wordt ook de administratieve organisatie, de planningscyclus en het financieel beheer van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn gestroomlijnd met deze van de gemeente- en provinciebesturen. Dit ontwerp, op voorstel van de minister bevoegd voor welzijn en de minister bevoegd voor binnenlands bestuur, wenst aldus de openbare centra voor maatschappelijk welzijn een kader te bieden waarmee zij soepel op nieuwe uitdagingen kunnen inspelen. Lokale autonomie, een kaderscheppende regelgeving en soepele duidelijke controlemechanismen moeten sterke verantwoordelijke openbare centra voor maatschappelijk welzijn mogelijk maken. 3. Procedure Dit ontwerp van decreet kwam tot stand in overleg met de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Niet alleen de vertegenwoordigers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, maar ook parlementairen werd om hun visie over de werking en de organisatie van deze lokale besturen gevraagd. 4. Methodologisch uitgangspunt: een klantgerichte doorzichtige regelgeving a. Algemeen Om de vernieuwing in te voeren in de openbare centra voor maatschappelijk welzijn was er, zoals voor de lokale en provinciale besturen, volgende keuze: - ofwel koos men voor de formule van een decreet voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en aldus voor de formule van meerdere organieke decreten; - ofwel koos men om wijzigingen aan te brengen in de bestaande organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De Vlaamse Regering koos voor de eerste optie dus voor een volledig nieuw decreet voor de organisatie van de Vlaamse openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Zij stelt immers vast dat de opbouw en de structuur van de bestaande wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn niet meer aangepast is aan een moderne organisatie van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. 8

9 De Vlaamse Regering wenst bij het ontwerpen van de regelgeving op de bestuurlijke organisatie van de lokale overheden mede te vertrekken vanuit het gezichtspunt van de besturen, waarop het decreet van toepassing is. De openbare centra voor maatschappelijk welzijn hebben belang bij een duidelijke, logisch opgebouwde consistente tekst die voor hen geldt en die zoveel als mogelijk de regels die hun bestuurlijke werking beheersen, integreert en bundelt in een basisdecreet. Een dergelijke aanpak komt de leesbaarheid van de teksten ten goede. Het verhoogt de transparantie, zowel voor de bestuurders als voor de burger. b. Genderneutraliteit en duurzaamheid Met de in het ontwerp van decreet beschreven functies worden steeds zowel mannen als vrouwen bedoeld. Daar waar de tekst in de mannelijke vorm geschreven is ( hij, hem en zijn ) moet hij ook steeds begrepen worden in de vrouwelijke vorm ( zij en haar ) en omgekeerd. Het ontwerp van decreet staat ook in relatie tot de regelgeving inzake de samenstelling van de vertegenwoordigende raden, die het voorwerp uitmaakt van de kiesregels. Een aantal basisregels worden mede geconcretiseerd in het ontwerp van decreet: de participatie van personen van verschillend geslacht in de raden voor maatschappelijk welzijn wordt, in uitvoering van artikel 11bis van de Grondwet, bevestigd behalve in de gemeenten waar de verkiezing van de schepenen gebeurt via rechtstreekse verkiezingen, in casu de Vlaamse randgemeenten en Voeren. In de tekst van het ontwerp van decreet wordt op verschillende plaatsen het begrip burger gehanteerd. Dit begrip is zeer ruim en omvat zowel mannen en vrouwen als alle doelgroepen van het gelijkekansenbeleid (allochtonen, personen met een handicap, holebi s, ouderen, kinderen). We kozen voor het begrip burger omdat dit begrip inhoudelijk ruimer is dan het begrip inwoner. Het begrip inwoner omvat enkel de personen die op het grondgebied van de gemeente wonen en niet de personen die bv. op doortocht zijn en tijdelijk op het grondgebied van de gemeente verblijven. Het begrip burger ligt bovendien in de lijn van artikel 1 van de organieke wet en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Ook t.a.v. deze personen draagt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verantwoordelijkheid. In het kader van een beleid van duurzame ontwikkeling draagt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn niet enkel verantwoordelijkheid t.o.v. de huidige inwoners, doch moet het ook rekening houden met de effecten van het gevoerde beleid op de toekomstige generaties. Het begrip burger omvat beter dit toekomstperspectief dan het begrip inwoner, dat meer refereert naar de huidige generatie. 5. Algemene inhoudelijke principes a) deregulering en afstemming van regels voor gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn 9

10 De optie om afzonderlijke decreten te ontwerpen voor gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (en ook voor de provincies als intermediair niveau), verhindert niet dat veel bepalingen voor de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dezelfde kunnen zijn. De Vlaamse Regering maakt de duidelijke keuze om de principes en uitgangspunten die aan de grondslag liggen van het gemeentedecreet zoveel als mogelijk ook van toepassing te maken op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Gelijke organieke regels en procedures dragen bij tot een vereenvoudiging van het bestuur. Zij zijn het meest doorzichtig voor de burger, maar ook voor de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de ambtenaren op de verschillende bestuursniveaus. Een duidelijke en herkenbare regelgeving bevordert de betrokkenheid van en de informatieverstrekking aan de burger en aan de democratisch verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Ook dit levert voordelen op, op het vlak van personeel en organisatie, nodig voor het verzorgen van deze informatie. Daarnaast heeft een goede onderlinge afstemming ook een duidelijke positieve weerslag op de lokale organisatie zelf. Als gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bijvoorbeeld werken met dezelfde regels inzake financiële planning, boekhouding en rapportering, dan levert dat een aanzienlijke winst op, niet alleen inzake organisatiebeheersing, maar zeker ook financieel. Uniforme organisatiemodellen, principes en ondersteunende programma s kunnen dan worden gebruikt, onder meer op het vlak van informatica. De voorgenomen deregulering, die tevens een belangrijk principe is uit het Vlaams regeerakkoord, komt ook tot uiting via een bewuste keuze om meer autonomie te verlenen aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De omvang van de regelgeving wordt zodoende beperkt. b) Meer autonomie In uitvoering van het kerntakendebat wordt een beduidend grotere autonomie gegeven aan de lokale besturen. Er wordt een maximale overdracht van bevoegdheden gerealiseerd in toepassing van het subsidiariteitsprincipe. De Vlaamse Regering vertrekt van het principe dat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in hoofdorde zelf de verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie van hun democratisch bestuur. Overheden die gefundeerd zijn op een (weliswaar onrechtstreekse) verkiezing van hun bestuurders (met uitzondering van de randgemeenten en Voeren) door de bevolking waarvan zij de belangen behartigen, moeten daarvoor een maximale ruimte hebben. Zij zijn daarvoor ook op een herkenbare wijze verantwoording verschuldigd tegenover de burgers en hun financiers. Vanuit die gedachtegang, wenst de Vlaamse Regering enkel de hoofdlijnen van de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn op te nemen in het decreet. Zo ontstaat nieuwe ruimte voor de lokale bestuurders om zelf deze principes te concretiseren. Voor sommige elementen is het ongetwijfeld nodig de principes verder uit te werken. Dat kan door middel van uitvoeringsbesluiten, te nemen door de Vlaamse Regering. Deze aanpak bevordert de leesbaarheid van het decreet en maakt het ook mogelijk dat minder fundamentele 10

11 beleidskeuzes sneller aangepast kunnen worden, rekening houdend met de maatschappelijke evolutie. Meer autonomie voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn moet natuurlijk gepaard gaan met een versterking van de beleidsbepalende rol van de door de gemeenteraad verkozen raad voor maatschappelijk welzijn. De (onrechtstreeks verkozen) leden van de raad voor maatschappelijk welzijn moeten daarnaast volop de ruimte hebben om de beleidsuitvoering en -evaluatie op een gedegen wijze op te volgen. Tot slot gaat een versterkte autonomie noodzakelijkerwijze ook samen met een groot respect voor de openbaarheid van bestuur en met veel aandacht voor de betrokkenheid van de burger bij het bestuur van zijn gemeente. c) Ruimte voor lokaal maatwerk Hoewel een decreet, dat de basisregels bevat voor de werking van het lokaal bestuur, vanzelfsprekend het kader moet aangeven voor het democratisch functioneren van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn als publiekrechtelijke overheden wenst de Vlaamse Regering toch geen uniform organisatiemodel vast te leggen. Zij wenst integendeel een grote ruimte voor te behouden voor specifieke invullingen van het decreet op het lokale niveau. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van reglementen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. In het ontwerp wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van grote steden, centrumsteden en kleinere gemeenten. Deze lokale besturen krijgen, rekening houdend met de concrete noden en behoeften van de lokale gemeenschap, meer autonomie om op eigen maat een vernieuwend beleid uit te bouwen onder meer op het vlak van: - personeelsbeleid; - organisatieontwikkeling; - financieel beleid; - werking van de raad voor maatschappelijk welzijn in het algemeen. Daarnaast kiest de Vlaamse Regering ook nadrukkelijk voor ruime mogelijkheden tot delegatie, zowel van de verkozen raad voor maatschappelijk welzijn naar het vast bureau en het bijzonder comité als naar het ambtelijk apparaat. Het gaat daarbij vaak om een mogelijkheid tot delegatie. Dat laat de besturen toe zelf de invulling van de basisregels te organiseren. De Vlaamse Regering stapte voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn al eerder af van een organisatieconcept dat gebaseerd is op een eenheidsmodel dat voor alle openbare centra voor maatschappelijk welzijn op identieke wijze van toepassing is. Die lijn wordt nu verder doorgetrokken. Integendeel, de invulling van het in het decreet vastgestelde algemene kader kan sterk verschillen tussen de besturen onderling, bijvoorbeeld rekening houdend met de grootte van openbare centra voor maatschappelijk welzijn of met de lokale politieke en ambtelijke cultuur. 11

12 In dit maatwerk kadert ook de optie om nog meer mogelijkheden te openen voor een grotere samenwerking tussen gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor de lokale besturen die daartoe wensen over te gaan. Een dergelijke samenwerking stimuleert niet alleen de afstemming van het lokale beleid, maar is in het bijzonder van belang voor de kleinere besturen. Deze verruiming van de mogelijkheden tot samenwerking en lokaal maatwerk is niet alleen belangrijk op het vlak van de kostenbeheersing, maar versterkt evenzeer de lokale autonomie. d) Vereenvoudiging Tevens beoogt de Vlaamse Regering de regelingen inzake het administratief toezicht alsook de informatie- en rapporteringsverplichtingen voor de lokale besturen maximaal te vereenvoudigen en te verminderen. De Vlaamse administratie zal hiervoor verder geheroriënteerd worden van een rol van toezicht naar meer coaching en ondersteuning. Het algemeen toezicht wordt als principe gesteld; het wordt in hoofdzaak uitgeoefend na onderzoek van klachten, ingediend door leden van de raad voor maatschappelijk welzijn of burgers, en na beroepen door de gemeente. Anderzijds bevat het decreet in verband met het toezicht bepalingen om indieners van klachten en bezwaren correct te informeren over de behandeling van hun bezwaar. Deze bepalingen dragen bij tot een open relatie tussen burger en bestuur. Ook de informatie en rapporteringsverplichtingen worden vereenvoudigd. Er komt daarnaast nog een doorlichting van de parallelle controle- en rapporteringstructuren in het kader van het sectoraal beleid. Ze worden vereenvoudigd en waar mogelijk afgeschaft. Het ontwerp van Vlaams decreet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluit aan bij deze doelstellingen. In dit verband is het van belang te onderstrepen dat aan de verplichtingen tot rapporteren, vermeld in de verschillende artikelen van dit decreet, in de mate dat dit mogelijk is, kan worden voldaan in één rapport. 6. Algemene beleidsdoelstellingen Met dit ontwerp van decreet beoogt de Vlaamse Regering de volgende algemene beleidsdoelstellingen tot stand te brengen: 1 via een in de preambule opgenomen missie, op een duidelijke wijze mede de plaats aangeven die de openbare centra voor maatschappelijk welzijn innemen aan de basis van het democratisch overheidsbestuur; 2 de rol van de politieke organen versterken, en meer bepaald de beleidsbepalende rol van de raad voor maatschappelijk welzijn; 3 de instrumenten voor de democratische controle van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn op de werking van de (onder)voorzitter, het vast bureau, de bijzondere comités en van het bestuur verbeteren; 4 meer mogelijkheden aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn geven voor zelfregulering: het ontwerp van decreet stuurt enkel op de hoofdlijnen; een gediversifieerde toepassing is mogelijk via een uitbreiding van de reglementerende bevoegdheid, delegatie en bevoegdheidsverdeling naar het vast bureau, de bijzondere comités en de administratie; 5 het benadrukken van de opdracht van de administratie inzake het bestuurlijk management door haar een essentiële rol toe te bedelen in de beheerscyclus: de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid. Voor het beleid kan de administratie belangrijk voorbereidend werk leveren; 12

13 6 een samenwerkingsmodel organiseren tussen politiek en administratie via een afsprakennota tussen het bestuur en de ambtelijke top, om zo de beleidsdoelstellingen van het bestuur te verwezenlijken; 7 een planmatig beleid en strategisch management bevorderen via een verdere modernisering van het financieel beleid; 8 voldoende mogelijkheden aanreiken voor een eigentijds personeels- en financieel management zonder dat de synergie met de gemeente uit het oog wordt verloren; 9 de mogelijkheden vergroten om de burger bij het beleid te betrekken, onder meer via inspraak, het verplicht introduceren van een klachtenmanagement en een verzoekschrift; 10 het intern toezicht versterken, het extern toezicht grondig moderniseren; 11 de samenwerking tussen gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn versterken waardoor een consistent sociaal beleid gevoerd wordt op lokaal niveau; 12 de invoering van de georganiseerde vernieuwingen doelmatig in de tijd spreiden, met voldoende ondersteuning voor het lokale werkveld. III. CONCRETE UITWERKING VAN DEZE DOELSTELLINGEN 1. De missie van de openbare centra in een preambule gevat Met dit ontwerp van decreet wil de Vlaamse Regering haar visie op de opbouw van het overheidsbestuur in Vlaanderen in het decreet vertalen. De in de preambule van het decreet opgenomen missiebepaling, welke verwijst naar het federale artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976, maakt duidelijk welke rol de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bekleden in het bestuurlijke landschap. Een belangrijk element van het profiel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn houdt verband met de directe relatie van het lokaal bestuur tot de burger. De openbare centra voor maatschappelijk welzijn oefenen hun bevoegdheden uit op een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige wijze en betrekken de lokale bevolking zo veel mogelijk bij het beleid. De Vlaamse overheid zorgt voor de maatschappelijke sturing, onder meer via een algemene regelgeving, die zich concentreert op de hoofdzaken, zonder te vervallen in te detaillistische regelingen. De ruimte die de openbare centra voor maatschappelijk welzijn krijgen om de algemene principes van het decreet verder uit te werken, past in het profiel van de Vlaamse overheid om enkel de hoofdlijnen van de bestuurlijke organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn vast te leggen. Het is tegelijkertijd een concretisering van het beginsel van de subsidiariteit. De interbestuurlijke verhoudingen worden in het ontwerp van decreet beperkt tot een onderdeel dat specifiek voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn is, namelijk het bestuurlijk toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 2. De politieke organisatie 2.1. Versterking van de raad voor maatschappelijk welzijn 13

14 Wat de organen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn betreft wordt de verhouding tussen de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter, de ondervoorzitter, het vast bureau, de bijzondere comités en de administratie hertaald, waarbij resoluut gekozen wordt voor een versterking van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de positie van de (onrechtstreeks) verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Die versterking komt onder meer tot uiting via: *de regeling van de bevoegdheden, die de raad voor maatschappelijk welzijn toelaat het beleid te sturen op hoofdlijnen; *een transparante regeling inzake het verkiezen van de voorzitter van de raad, het aanwijzen van de ondervoorzitter, het vast bureau en de bijzondere comités; *een scherpere profilering van de verkozen raad voor maatschappelijk welzijn ten aanzien van de voorzitter, de ondervoorzitter, het vast bureau en de bijzondere comités; *sterkere instrumenten voor een afdoende democratische controle op de voorzitter, de ondervoorzitter, het vast bureau, de bijzondere comités en de administratie Politieke mandatarissen Aantal leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, verkiezingen en installatie van de raad Het aantal leden van de raad voor maatschappelijk welzijn blijft ongewijzigd ten opzichte van hetgeen thans bepaald is in de organieke wet van 8 juli 1976, behoudens in die gemeente waar thans de raad voor maatschappelijk welzijn meer leden telt dan de gemeenteraad. In dat geval wordt het aantal leden van de raad voor maatschappelijk welzijn teruggebracht tot het aantal leden van de gemeenteraad. Dit aantal garandeert dat elke politieke strekking van enige omvang in de raden vertegenwoordigd kan zijn. Een vermindering van het aantal leden van de raad voor maatschappelijk welzijn zou aan dit evenwicht kunnen raken. Een vermeerdering van het aantal leden van de raad voor maatschappelijk welzijn zal wel de vergaderefficiëntie kunnen aantasten. Het voorliggend ontwerp behoudt het evenwicht tussen democratische vertegenwoordiging en een efficiënte werking. De wijze waarop de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangewezen, wordt geregeld in het decreet. Het decreet bepaalt dat de verkiezingen voor de algehele vernieuwing van de raden, zoals vandaag, plaats hebben om de zes jaar. De installatievergadering heeft, behalve als er bezwaar is ingesteld tegen de verkiezingen, van rechtswege plaats op de derde werkdag na de installatievergadering van de gemeenteraad. Op die installatievergadering leggen de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn de eed af en worden de voorzitter van de raad, de ondervoorzitter, de leden van het vast bureau en de bijzondere comités verkozen Verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn tijdens de installatievergadering Door de verkiezing van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn al te organiseren op de installatievergadering van de gemeenteraad kan de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn vervolgens reeds de derde werkdag na de installatievergadering van de gemeenteraad van rechtswege voor het eerst 14

15 samenkomen om zijn voorzitter en, in voorkomend geval, de leden van het vast bureau en van de bijzondere comités te verkiezen. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt, na zijn aanduiding door de raad voor maatschappelijk welzijn, ook volwaardig schepen in het uitvoerend college van de gemeente, zelfs indien hij geen deel uitmaakt van de gemeenteraad. Zodoende wordt een maximale coördinatie van het beleid van beide lokale besturen bevorderd. Voor de huidige bestuursperiode konden de gemeenteraden evenwel beslissen dat de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn geen deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen. In de randgemeenten en Voeren maakt de voorzitter, ook na deze overgangsperiode geen deel uit van het college van burgemeester en schepenen Verkiezing van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de ondervoorzitter en de aanwijzing van de leden van het vast bureau en de bijzondere comités In de regeling, vervat in de organieke wet, vormt de voorzitter het uitvoerend orgaan van het bestuur. De verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen daartoe een kandidaat voordragen. De voorzitter wordt verkozen op basis van een akte van voordracht, ondertekend door meer dan de helft van de verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht tevens ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde voordrachtsakte, tot lid van de raad voor maatschappelijk welzijn werden verkozen. Met het ontwerp van decreet behoudt de Vlaamse Regering de inbreng van de verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn bij het aanwijzen van het voorzitterschap van de raad. Tot slot wenst de Vlaamse Regering een regeling tot stand te brengen waarbij vanaf het begin duidelijkheid ontstaat over de duurtijd van de mandaten en de wijze waarop tot opvolging kan worden overgegaan in de gevallen waarbij vooraf blijkt dat iemand zijn mandaat niet voor de gehele bestuursperiode zal vervullen. Vanzelfsprekend is de voorzitter toch in de eerste plaats de vertegenwoordiger van de lokale gemeenschap. De onrechtstreeks verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn krijgen bijgevolg een groot zeggingschap in de verkiezing, via de procedure van de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter. Overeenkomstig artikel 11bis van de Grondwet, bepaalt het ontwerp van decreet dat het vast bureau, om rechtsgeldig te kunnen vergaderen, moet bestaan uit personen van verschillend geslacht. Conform de grondwettelijke bepalingen geldt die verplichting niet voor het vast bureau in de 6 faciliteitengemeenten in de Vlaamse rand en Voeren, waar de leden ervan rechtstreeks worden verkozen Duur van het mandaat als voorzitter, ondervoorzitter, lid van het vast bureau of het bijzonder comité 15

16 Zoals vandaag blijft het de regel dat het ambt wordt begeven voor zes jaar, de duur van de bestuursperiode. Maar vanzelfsprekend kan iemand steeds voortijdig ontslag nemen uit het ambt. In het ontwerp wordt een procedure geregeld waardoor het mogelijk wordt om in volle transparantie reeds vanaf de benoeming van een voorzitter, de einddatum van zijn mandaat te bepalen en tevens reeds te regelen wie hem zal opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. Dat gebeurt via een vermelding op de akte van voordracht. Deze mogelijkheid geldt, zowel voor de eerste aanwijzing via de voordracht van de kandidaten na de algehele vernieuwing van de raad, als bij voordrachten in de loop van de bestuursperiode. Met deze regeling wenst de Vlaamse Regering bij de aanstellingen in mandaat rekening te houden met de wil van de verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, als die in sommige gevallen het mandaat van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of ondervoorzitter in de tijd wensen te beperken. De voordrachten zijn immers de vertolking van de wil van de verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn Toevoeging voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het college van burgemeester en schepenen (verplicht vanaf 2013) bepaald in het gemeentedecreet Zoals reeds aangegeven, maakt de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn deel uit van het college van burgemeester en schepenen. Hij is van rechtswege schepen vanaf zijn verkiezing als voorzitter. Tot op dat moment is het college van burgemeester en schepenen niet volledig samengesteld. Daar de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege samen komt de derde werkdag na de installatievergadering van de gemeenteraad, is de periode waarop het college van burgemeester en schepenen onvolledig is, van derwijze korte duur dat de normale werking van het bestuur niet in het gedrang wordt gebracht. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is in het schepencollege de laatste schepen in rang. De functies van voorzitter van de gemeenteraad en voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn niet cumuleerbaar. Dat wordt geregeld via de procedure van de verhindering (artikel 14 gemeentedecreet). De aanwezigheid van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn in het college van burgemeester en schepenen zorgt minstens voor een betere stroomlijning van de onderlinge organisatie. In deze context werd ook het overlegcomité opgeheven. De gemeenteraden konden op 2 januari 2007 evenwel nog opteren om de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn nog niet in het schepencollege op te nemen. In dat geval zullen ook de thans bestaande overlegmechanismen behouden blijven en zal de nieuwe versoepelde overlegstructuur bedoeld in het gemeentedecreet nog niet in werking treden. De raden voor maatschappelijk welzijn die dat wensen krijgen de mogelijkheid om maximaal 2 ondervoorzitters aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn toe te voegen, op voorwaarde dat dit gepaard gaat met een evenredige vermindering van het aantal schepenen. Ook deze mogelijkheid kan leiden tot een betere stroomlijning van de politieke organisatie en verdeling van de werklast. 16

17 Onverenigbaarheden en vormen van verhindering Voorts wordt beoogd de politieke rechten van de burgers en de mandatarissen maximaal te garanderen. Met dit doel worden niet meer onverenigbaarheden dan noodzakelijk voor leden van de raad voor maatschappelijk welzijn of voor de (onder)voorzitter, ingevoerd. Daarnaast wordt tevens voorzien in een aantal gevallen van verhindering waarbij de mandataris zijn mandaat terug kan opnemen zodra er een einde komt aan zijn toestand van verhindering. De Vlaamse Regering hanteert de techniek van verhindering om dit cumulatieverbod tussen uitvoerende mandaten te bewerkstelligen. Het gaat immers om mandaten die op verschillende tijdstippen aanvangen en voor een verschillende duurtijd. Als de oorzaak van de verhindering ophoudt, moet men steeds kunnen terugkeren naar het oorspronkelijke mandaat Statuut van het raadslid, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de ondervoorzitter en de leden van het vast bureau en de bijzondere comités De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de ondervoorzitter ontvangen een salaris, dat vastgesteld wordt en dat gelinkt is aan het salaris van de burgemeester en de schepenen. In tegenstelling tot hetgeen vandaag het geval is, wordt het salaris van de burgemeester en de schepenen niet langer uitgedrukt als een percentage van het salaris van de gemeentesecretaris, maar wel van de vergoeding van de leden van het Vlaamse Parlement. Het begrip vergoeding wordt nader bepaald en gewijzigd in het ontwerpdecreet tot wijziging van het gemeentedecreet. Buiten het salaris en de vergoedingen, bepaald in het decreet, mogen de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de ondervoorzitter en de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn geen aanvullende vergoedingen genieten ten laste van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en de extern verzelfstandigde agentschappen (tot op heden vaak de verenigingen hoofdstuk XII, XIIbis en XIIter (van de organieke wet) genoemd), om welke reden of onder welke benaming ook. Leden van de raad voor maatschappelijk welzijn ontvangen geen salaris, maar een presentiegeld voor hun aanwezigheid op de vergaderingen van de raad. Daarnaast kunnen de raden voorzien in de terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat. Het gaat dan om een effectieve terugbetaling van werkelijk gemaakte en bewezen uitgaven, die voortvloeien uit het mandaat. Het decreet biedt de mogelijkheid om ook op het vlak van de terugbetaling van werkelijk gemaakte kosten een onderscheid te maken tussen het mandaat van raadslid, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en ondervoorzitter. Het statuut van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en uitvoerende mandatarissen is momenteel uitgewerkt in het besluit van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris en dient verder uitgewerkt, hetzij aangepast te worden in dat uitvoeringsbesluit. Heel wat zaken moeten echter niet op Vlaams niveau doch op federaal niveau geregeld worden, gelet op de verbanden met fiscaliteit, sociale zekerheid en arbeidswetgeving. 17

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Stuk 1701 (2007-2008) Nr. 1 Zitting 2007-2008 23 mei 2008 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 4272 BIN Stuk 1701 (2007-2008) Nr. 1 2 INHOUD

Nadere informatie

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET ONTWERP VAN GEMEENTEDECREET

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET ONTWERP VAN GEMEENTEDECREET ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET ONTWERP VAN GEMEENTEDECREET 1 ALGEMENE TOELICHTING I. BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST De vijfde staatshervorming heeft een ruime bevoegdheidsoverdracht aan

Nadere informatie

ONTWERP VAN GEMEENTEDECREET

ONTWERP VAN GEMEENTEDECREET Stuk 347 (2004-2005) Nr. 1 Zitting 2004-2005 26 mei 2005 ONTWERP VAN GEMEENTEDECREET 731 BIN Stuk 347 (2004-2005) Nr. 1 2 INHOUD 1. Memorie van toelichting... 3 2. Voorontwerp van decreet... 123 3. Protocol

Nadere informatie

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET ONTWERP PROVINCIEDECREET

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET ONTWERP PROVINCIEDECREET ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET ONTWERP PROVINCIEDECREET 1 ALGEMENE TOELICHTING I. BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST De vijfde staatshervorming heeft een ruime bevoegdheidsoverdracht aan de

Nadere informatie

Informatiesessie inwerkingtreding gemeentedecreet. Kabinet Vlaams minister Marino Keulen

Informatiesessie inwerkingtreding gemeentedecreet. Kabinet Vlaams minister Marino Keulen Informatiesessie inwerkingtreding gemeentedecreet Kabinet Vlaams minister Marino Keulen Situering Gemeentedecreet De bijzondere wet van 13 juli 2001 maakte Vlaanderen bevoegd voor het bestuur van gemeenten

Nadere informatie

Omzendbrief BB 2007/03

Omzendbrief BB 2007/03 Omzendbrief BB 2007/03 Omzendbrief Aan de provinciegouverneurs Aan de colleges van burgemeester en schepenen Aan de leden van de deputaties Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen

Nadere informatie

DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING CONCEPTNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: integratie

Nadere informatie

De Gemeenteraad, In openbare vergadering,

De Gemeenteraad, In openbare vergadering, STATUTEN MILIEURAAD De Gemeenteraad, In openbare vergadering, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2004 houdende wijzigingen van de statuten van de milieuraad ingevolge richtlijnen vastgelegd

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 223.714 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 12 SEPTEMBER 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

36840 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

36840 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 36840 BELGISCH STAATSBLAD 27.07.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE TRADUCTION MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [C 2006/202257] 7 JULI 2006. Omzendbrief betreffende de verkiezingen van de gemeenteraadsleden en de

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid Stuk 825 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 28 april 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid 1879 FIN Stuk

Nadere informatie

Klachtenmanagement bij lokale besturen Juridische en organisatorische context. 25 oktober 2007

Klachtenmanagement bij lokale besturen Juridische en organisatorische context. 25 oktober 2007 Klachtenmanagement bij lokale besturen Juridische en organisatorische context 25 oktober 2007 Inhoud 1. Situering klachtenbehandeling 2. Juridische context 3. Draagvlak? 4. Conclusies 2 1. Situering klachtenbehandeling

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

Europees Handvest inzake lokale autonomie

Europees Handvest inzake lokale autonomie (Tekst geldend op: 04-02-2010) Europees Handvest inzake lokale autonomie (vertaling: nl) Europees Handvest inzake lokale autonomie PREAMBULE De Lidstaten van de Raad van Europa die dit Handvest hebben

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

Seniorenadviesraad Galmaarden

Seniorenadviesraad Galmaarden Seniorenadviesraad Galmaarden DE GEMEENTERAAD Gelet op het decreet van 7 december 2012 van de Vlaamse Regering houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van

Nadere informatie

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur Verwijzing naar wettelijke basis Het decreet van 05/04/1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en de uitvoeringsreglementering. Doelstellingen In de gemeente is een gemeentelijke adviesraad

Nadere informatie

Gecoördineerde versie van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris 1

Gecoördineerde versie van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris 1 Gecoördineerde versie van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris 1 De artikelen 1 tot en met 44 zijn opgeheven bij besluit

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 23 januari 2009 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 151;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 23 januari 2009 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 151; 1 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het decreet van 23 januari 2009 tot wijziging van het Gemeentedecreet, de uitvoering en inwerkingtreding van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.946/1/V van 21 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de provinciale mandataris 2/6 advies Raad van State

Nadere informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET betreffende het lokaal sociaal beleid HOOFDSTUK I Algemene bepalingen en definities Artikel 1 Dit decreet regelt

Nadere informatie

BIJLAGE 3. VERDELING VAN DE BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN DE OVERHEIDS- OPDRACHTEN

BIJLAGE 3. VERDELING VAN DE BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN DE OVERHEIDS- OPDRACHTEN BIJLAGE 3. VERDELING VAN DE BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN DE OVERHEIDS- OPDRACHTEN Het OCMW-decreet heeft de bevoegdheden betreffende de opdrachten van werken, leveringen en diensten verdeeld over de

Nadere informatie

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet)

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet) WERKINSTRUMENTEN VAN DE PROVINCIES VOOR HET VOEREN VAN HET PROVINCIAAL BELEID Het is de algemene regel dat de provincies de hun toevertrouwde opdrachten zelf uitvoeren via hun administratie. Veel van hun

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.474/3 van 19 november 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende het gebruik van open standaarden door de provinciale besturen en tot

Nadere informatie

TOELICHTING. 1. Doel van het protocolakkoord

TOELICHTING. 1. Doel van het protocolakkoord PROTOCOLAKKOORD tussen de federale Wetgevende Kamers en de parlementen van de gewesten betreffende de toepassing van de regelingen inzake de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de

Nadere informatie

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 18 FEBRUARI 2019 TOELICHTINGSNOTA DIENST SECRETARIE

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 18 FEBRUARI 2019 TOELICHTINGSNOTA DIENST SECRETARIE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 18 FEBRUARI 2019 TOELICHTINGSNOTA DIENST SECRETARIE Openbare zitting DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL 1 Zorgbedrijf. Aanduiden vertegenwoordiging in de algemene vergadering

Nadere informatie

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Doel gemeentedecreet: gemeenten een keuzemenu aanbieden Twee soorten verzelfstandiging: - Intern: geen rechtspersoonlijkheid:

Nadere informatie

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied. DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I Definities en toepassingsgebied Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

001 Kennisgeving van de verkiezing van de OCMW-raadsleden en het onderzoek van hun geloofsbrieven door de gemeenteraad

001 Kennisgeving van de verkiezing van de OCMW-raadsleden en het onderzoek van hun geloofsbrieven door de gemeenteraad NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 5 JANUARI 2007 Aanwezig: Erwin Van Pée - burgemeester Marc Reynders raadslid en voorzitter vanaf punt 3 Godelieve Pernet, Marleen Van Thielen, Brenda Noels,

Nadere informatie

VR DOC.1037/1

VR DOC.1037/1 VR 2016 3009 DOC.1037/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

OCMW-raad van vrijdag 4 januari 2019

OCMW-raad van vrijdag 4 januari 2019 OCMW-raad van vrijdag 4 januari 2019 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kelders Lieve - voorzitter Wynants Ivo - burgemeester Wouters Leen, Janssens Maarten, Tachelet Tom, Wouters Nadine - schepenen Verhaert

Nadere informatie

Verslagen van de gemeenteraad. Nr. 8 De gemeenteraad in zitting van 30 juli 2018 De vergadering begint om 20.00u.

Verslagen van de gemeenteraad. Nr. 8 De gemeenteraad in zitting van 30 juli 2018 De vergadering begint om 20.00u. Verslagen van de gemeenteraad Nr. 8 De gemeenteraad in zitting van 30 juli 2018 De vergadering begint om 20.00u. 189 Dagorde De raad OPENBARE VERGADERING 1. Afwezigheid van de gemeentesecretaris. Aanduiding

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING 1 VOORONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE VRIJWILLIGE SAMENVOEGING VAN DE GEMEENTEN PUURS EN SINT-AMANDS EN TOT WIJZIGING VAN DE BIJLAGE BIJ HET DECREET VAN 5 JULI 2002 TOT VASTSTELLING VAN DE REGELS INZAKE

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN XXX TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BETREFFENDE HET

Nadere informatie

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter stuk ingediend op 1902 (2012-2013) Nr. 1 5 februari 2013 (2012-2013) Voorstel van decreet van de heer Filip Dewinter houdende wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking,

Nadere informatie

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent Artikel 1 - Doelstellingen De stedelijke Ouderenadviesraad van Gent, hierna kortweg Seniorenraad genoemd en opgericht door de Gemeenteraad op 20 oktober 1992, is als

Nadere informatie

Oprichtingsstatuten van de Sectorale Deelraad Vrije Tijd Aalst

Oprichtingsstatuten van de Sectorale Deelraad Vrije Tijd Aalst Oprichtingsstatuten van de Sectorale Deelraad Vrije Tijd Aalst Artikel 1 : Opdracht, doelstellingen en samenstelling Er werd goedgekeurd onder de benaming Sectorale Deelraad Vrije Tijd een raad voor vrijetijdsbeleid

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1 VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.475/3 van 19 november 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende het gebruik van open standaarden door de lokale besturen en tot nadere

Nadere informatie

NOTULEN ZITTING VAN 7 JANUARI 2013.

NOTULEN ZITTING VAN 7 JANUARI 2013. NOTULEN ZITTING VAN 7 JANUARI 2013. Locatie: OCMW Buggenhout, zaal dienstencentrum Aanwezig: VAN HERREWEGHE Tom, burgemeester WILLEMS Jean-Pierre, voorzitter van de gemeenteraad BUYS Rosette, DE MUL Bettie,

Nadere informatie

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities BIJLAGE 3 Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) Het Lokaal Sociaal Beleid heeft als doel de sociale grondrechten voor iedereen te realiseren. Via de opmaak

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1102 (2010-2011) Nr. 8 6 juli 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan-

Nadere informatie

Voer hier uw titel in

Voer hier uw titel in Voer hier uw titel in Voer hier uw tekst in op niveau 1 Tweede niveau Voer Provincie- hier uw en titel in gemeenteraadsverkiezingen Voer hier uw tekst in op niveau 1 Zondag Tweede 14 niveau oktober 2012

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn

Huishoudelijk reglement gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn GR 22/1/2019 Punt 3 & punt 8 amendementen Groen-sp.a Huishoudelijk reglement gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn Amendement 1 Artikel Artikel 31, 1 Huidig voorstel 1 De gemeenteraad richt 2

Nadere informatie

Raad 7 januari Kennisgeving van de verkiezing en van het onderzoek van de geloofsbrieven van de OCMWraadsleden

Raad 7 januari Kennisgeving van de verkiezing en van het onderzoek van de geloofsbrieven van de OCMWraadsleden Raad 7 januari 2013 1 RAAD 7 januari 2013 Aanwezig: Ilse Lacante, voorzitter van de gemeenteraad Chris De Ridder, Roger Van Driessche, Jan Claus, Els Van der Velden, Lieve Fierens, Kristien Sestig, Gwenda

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 116, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 116, 1; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel

Nadere informatie

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. A - Afspraken over de samenwerking van de raadsleden met de leden van het managementteam.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.564/3 van 22 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de lokale mandataris 2/11 advies Raad van State 63.564/3

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris. 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1

Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris. 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1 Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris (10 de herziene editie, oktober 2009) 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1 Absolute en relatieve

Nadere informatie

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD p/a Molenstraat 5 2310 Rijkevorsel Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD Goedgekeurd door de cultuurraad op 26 november 2008. Goedgekeurd op de Gemeenteraad van 17 december 2008 Hoofdstuk

Nadere informatie

Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden. Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013.

Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden. Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013. Statuten 2013-2018 Algemeen Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013. Art. 1 Er wordt een gemeentelijke ouderenadviesraad opgericht en erkend

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie departement Personeel --- vergadering van 21 maart 2019 aanwezig Moens Kurt, wnd. voorzitter Grillaert Leentje Gillis Riet Charlier Anna Maria leden De Smet Albert, provinciegriffier dossiernummer: 1901374

Nadere informatie

Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen

Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen 1. Wijzigingen aan onverenigbaarheden De personeelsleden van het OCMW kunnen niet meer zetelen in de gemeenteraad

Nadere informatie

AFSPRAKENNOTA tussen OCMW-RAAD en MANAGEMENTTEAM

AFSPRAKENNOTA tussen OCMW-RAAD en MANAGEMENTTEAM AFSPRAKENNOTA tussen OCMW-RAAD en MANAGEMENTTEAM De Raad voor Maatschappelijk Welzijn maakt met de OCMW-secretaris mede namens het managementteam de hiernavolgende afspraken over de onderlinge samenwerking

Nadere informatie

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van zeehavens, het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en het decreet

Nadere informatie

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht. 23 mei 2013 DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeenteraad in uitvoering van de artikelen 199 en 200 van het Gemeentedecreet

Nadere informatie

ZITTING VAN 7 JANUARI 2013

ZITTING VAN 7 JANUARI 2013 ZITTING VAN 7 JANUARI 2013 Aanwezig: Kurt Windels, burgemeester; Dirk Debaere, voorzitter gemeenteraad; Katrien Vandecasteele, voorzitter; Ann De Frene, Kathy Verschoot, Koen Depreiter, Jozef Verbauwhede,

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2008-2009 18 februari 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1853 (2008-2009)

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 2/01/2010 Punt 1: secretariaat - Kennisneming van het ontslag van Willy Vanhooren als burgemeester Eddy Gryson, voorzitter gemeenteraad ; Jacques

Nadere informatie

Statuten jeugdraad Glabbeek

Statuten jeugdraad Glabbeek Statuten jeugdraad Glabbeek 2018-2025 Algemeen Art 1. In de gemeente Glabbeek wordt een gemeentelijke jeugdraad opgericht in uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 april 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/3 Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging

Nadere informatie

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN BORGLOON Verslag van 7 januari 2013 om uur

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN BORGLOON Verslag van 7 januari 2013 om uur Aanwezig: Voorzitter: Patrick Carnotensis, Raadsleden: Joël Schoofs, mevrouw Maria Vrancken, mevrouw Greet Baldewijns, Omer Vanderbeeken, Antoine Goffings, mevrouw Ingrid Moens, mevrouw Chantal L Hoyes,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.670/3 van 6 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire personeel van het lokaal

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.885/3 van 14 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de schuldovername in het kader van

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Statuten van de commissie 1. Artikel 1

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Statuten van de commissie 1. Artikel 1 CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Statuten van de commissie 1 Artikel 1 Voor de toepassing van deze statuten moet worden verstaan onder: 1 de wet: de wet van

Nadere informatie

Proficiat, u bent verkozen!

Proficiat, u bent verkozen! Proficiat, u bent verkozen! Proficiat, u bent verkozen! een initiatief van Welkom nieuwe raadsleden Deze avond 1. DEEL I de gemeente en het OCMW vormen het lokaal bestuur: 1. Wat doet het lokaal bestuur?

Nadere informatie

Betreft: draagwijdte van het machtigingsbesluit van de provincies (RN/IP/2007/002) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Betreft: draagwijdte van het machtigingsbesluit van de provincies (RN/IP/2007/002) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna het Comité); 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Aanbeveling RR nr. 04/2008 van 7 mei 2008 Betreft: draagwijdte van het machtigingsbesluit van de provincies (RN/IP/2007/002) Het Sectoraal comité van het Rijksregister,

Nadere informatie

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL Benaming: Rechtsvorm: Maatschappelijke zetel: Ondernemingsnr.: 478.218.809 BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) FINANCE TOWER - KRUIDTUINLAAN, 50, bus 150, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT: Voorontwerp van decreet betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke pensioenstelsel voor de werknemers van de diensten van de Vlaamse overheid en andere besturen DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2017 2104 DOC.0360/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.027/1 van 27 maart 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk

Nadere informatie

GO-raM. Gemeenteraadsagenda OCMW-raadsagenda Merksplas

GO-raM. Gemeenteraadsagenda OCMW-raadsagenda Merksplas * 2019 GO-raM Gemeenteraadsagenda OCMW-raadsagenda Merksplas Op maandag 21 januari 2019 om 20.00 uur vergadert de Merksplasse gemeenteraad/ocmwraad in de raadzaal van het gemeentehuis. Je bent van harte

Nadere informatie

Statuten van de gehandicaptenadviesraad Kasterlee (GARK)

Statuten van de gehandicaptenadviesraad Kasterlee (GARK) Statuten van de gehandicaptenadviesraad Kasterlee (GARK) Goedgekeurd door de gemeenteraad dd. Artikel 1. Oprichting De raad is opgericht volgens artikel 200 van het gemeentedecreet om het gemeentebestuur

Nadere informatie

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen HOOFDSTUK 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Art. 1 De GRO..M is de advies- en participatieraad van de stad Mechelen met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT: Voorontwerp van decreet betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid en andere besturen DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Het Groene Gordel Front in Brugge en Ommeland

Het Groene Gordel Front in Brugge en Ommeland Op http://www.ggf.be/partici/partstart.htm allereerste bundeling van ideeën binnen www.ggf.be Participatie. Hierna wetgeving verzoekschrift Brugge & Vlaanderen. UIT HET GEMEENTEDECREET HOOFDSTUK III. -

Nadere informatie

Statuten BEHEERSORGAAN gemeentelijk gemeenschapscentrum van Herne

Statuten BEHEERSORGAAN gemeentelijk gemeenschapscentrum van Herne Statuten BEHEERSORGAAN gemeentelijk gemeenschapscentrum van Herne Titel I: Opdracht Artikel 1. Er wordt een beheersorgaan opgericht dat de opdracht krijgt de inrichtende overheid bij te staan bij het beheer

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Deel I: Krachtlijnen van de vernieuwing 1. Hoofdstuk 1: Situering van het OCMW naar vernieuwende aspecten 3

Inhoud. Voorwoord. Deel I: Krachtlijnen van de vernieuwing 1. Hoofdstuk 1: Situering van het OCMW naar vernieuwende aspecten 3 Inhoud Voorwoord V Deel I: Krachtlijnen van de vernieuwing 1 Hoofdstuk 1: Situering van het OCMW naar vernieuwende aspecten 3 1. Inleiding 3 2. Structuur van het Organieke Decreet 3 3. Krachtlijnen van

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING 1 ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE VRIJWILLIGE SAMENVOEGING VAN DE GEMEENTEN AALTER EN KNESSELARE EN TOT WIJZIGING VAN DE BIJLAGE BIJ HET DECREET VAN 5 JULI 2002 TOT VASTSTELLING VAN DE REGELS INZAKE

Nadere informatie

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA ) 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 102/2014 van 10 december 2014 Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering inzake het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Inleiding Een zuivere splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde De splitsing van de kieskring BHV is ruim 50 jaar de eis van de

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 2413 (2013-2014) Nr. 3 19 maart 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 13 juli 2007 houdende bevordering van een meer evenwichtige participatie van vrouwen

Nadere informatie

Extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm Dr. Steven Van Garsse Manager Vlaams Kenniscentrum PPS Overzicht Inleiding Begrip Wanneer Welke vorm Statuut PEVA s praktisch Onderscheid

Nadere informatie

betreffende het onderwijs XXIV

betreffende het onderwijs XXIV stuk ingediend op 2422 (2013-2014) Nr. 2 26 februari 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXIV Amendementen Stukken in het dossier: 2422 (2013-2014) Nr. 1: Ontwerp van decreet

Nadere informatie

Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2

Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2 Budgethouderschap en intern verzelfstandigde agentschappen Studiedag 8 maart 2007 Mechelen Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2 Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST nr. 242.698 van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.780/IX-8773 In zake: het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie