Strategische sturing?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Strategische sturing?"

Transcriptie

1 Strategische sturing? Implementatiestrategieën van het ministerie van OCW Onderzoeksrapport in opdracht van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) Universiteit Utrecht prof. dr. M. Noordegraaf dr. M. van der Meulen A. Bos MSc Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) dr. M. van der Steen dr. M. Pen EINDRAPPORT 12 november 2010

2 Inhoudsopgave Managementsamenvatting Inleiding Achtergrond Vraagstelling Onderzoeksaanpak Leeswijzer Van plan naar praktijk : implementatie Inleiding Implementatie Vormen van implementatie Implementatiestrategie Slot Casus Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs (PO) Tijdslijn Beleidsdoelen Partijen Implementatieproces Implementatiestrategie Doorwerking Analyse van de casus Casus Cultuurparticipatie en cultuureducatie Tijdslijn Beleidsdoelen Partijen Implementatieproces en -strategie Doorwerking Nadere verdieping: Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs Analyse van de casus Vergelijkende analyse Inleiding... 65

3 5.2 De cases en de theorie De cases vergeleken Implicaties Slot Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Implementatiestrategieën en slimme mechanismen Tot slot Literatuur Bijlage 1 Respondenten Bijlage 2 Topic list voor interviews... 90

4 Managementsamenvatting Achtergronden In dit rapport, geschreven in opdracht van het ministerie van OCW, staat de implementatiestrategie van het ministerie centraal. Preciezer, verkend wordt of het ministerie een implementatiestrategie heeft, of juist meerdere implementatiestrategieën, hoe die er over de tijd heen uitzien, en wat de doorwerking ervan is of ze effect hebben. Een implementatiestrategie staat daarbij voor de (bewuste) beïnvloeding van implementatieprocessen ten dienste van de realisatie van beleidsdoelen. Simpel gezegd staat daarmee de vraag centraal hoe het ministerie ervoor probeert te zorgen dat bepaalde beleidsdoelen worden gevormd en gesteld, en vervolgens gerealiseerd worden. De analyse van hoe een ministerie van beleid of beleidsplannen tot implementatie van beleid komt is niet onbelangrijk, omdat de overgang van beleidsdoelen naar uitvoering gecompliceerd kan zijn. Dat geldt zeker in grote en complexe beleidsvelden als die van OCW, waarin beleidsopgaven mede door maatschappelijke en politieke druk stevig kunnen zijn, maar het stellen van doelen en het realiseren van doelen weerbarstig. Beleidsuitvoering krijgt vorm in complexe implementatienetwerken verzamelingen van actoren die relaties met elkaar aangaan en via moeilijk te sturen processen. De complexiteit geldt bovendien voor veeleisende tijden, waarin processen en partijen zoals professionals ruimte moeten krijgen, maar tegelijk helder en accountable gepresteerd moet worden. Als beleid en uitvoering welbewust aan het veld worden overgelaten, dan nog zullen bewindspersonen verantwoording en rekenschap moeten afleggen. Omstandigheden het Parlement, de VBTB systematiek, de Algemene Rekenkamer dwingen hen in control te zijn. Implementatie In dit rapport onderscheiden we vier manieren om beleid te maken en uit te voeren, ofwel vier implementatiemodellen, en die kunnen met behulp van vier verschillende implementatiestrategieën in praktijk gebracht worden. - Bij hiërarchische implementatie stelt het ministerie een plan vast en die voert ze top down via regels en toezicht uit. - Bij decentrale implementatie stelt het ministerie de kaders vast, vooral in de vorm van resultaten, en laat ze de uitvoering over aan het veld. - Bij participatieve implementatie krijgt de uitvoering via het veld en bottom up processen gestalte, maar is er een duidelijk plan. 1

5 - Bij interactieve implementatie proberen ministerie en andere partijen via wederzijdse aanpassing tot doelen en uitvoering te komen. We geven tevens aan dat verschillende omstandigheden vragen om verschillende modellen. In meer theoretische zin spelen daarin vooral twee condities een rol. Zowel de mate van helderheid van beleidsonderwerpen (of gebrek eraan: ambiguïteit), als de mate van overeenstemming (of gebrek eraan: conflict) over beleid bepalen welke soort implementatie geëigend is. Simpel gezegd, naarmate beleid minder helder en meer conflictueus is, ligt het minder voor de hand om voor hiërarchische implementatie te kiezen en zullen andere implementatievormen/ -strategieën relevant worden. Case studies Om de genoemde vragen te beantwoorden zijn mede op verzoek van OCW twee cases onderzocht: - De casus Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs, met nadruk op de verbetering van taal en rekenen op basisscholen - De casus Cultuurparticipatie, gericht op het vergroten van participatie en publieksbereik in kunst en cultuur. Omdat het hier gaat om een breed beleidsterrein, wordt de casus nader toegespitst op de Versterking Cultuureducatie Primair Onderwijs. In beide gevallen bestonden er politieke wensen, die in gelaagde en conflictgevoelige beleidsvelden tot uitvoering moesten worden gebracht. Dat alles werd bovendien in meer of mindere mate door maatschappelijke omstandigheden beïnvloed. Het is in beide gevallen de vraag hoe het beleid is gevormd en hoe de uitvoering heeft plaatsgevonden en of het beïnvloeden van de uitvoering werkte. In de casus Kwaliteitsagenda laten we zien dat een duidelijk plan tot stand werd gebracht, sterk beïnvloed door maatschappelijke gevoelens. De maatschappelijke (en politieke) nadruk op de achteruitgang van het onderwijs en de noodzaak om basisvaardigheden i.c. taal en rekenen op peil te brengen, leidde tot een duidelijke agenda. Die agenda werd vervolgens niet direct via het ministerie of via de geëigende kanalen uitgevoerd, maar via een participatieve implementatiestrategie die goed paste bij de omstandigheden en behendig werd aangepakt. De implementatiestrategie richtte zich vooral op de verspreiding van doelen, principes, kennis en acties. Zonder veel geld, maar wel met financiële triggers, zijn vele scholen aangezet om aan de versterking van taal en rekenen te gaan werken. Dat gebeurde relatief indirect door veel nadruk, ook politieke nadruk, op de core business van scholen te leggen, door duidelijke hervormingsprincipes te hanteren, die door de Canadese onderwijsexpert Michael Fullan werden geïntroduceerd, en door netwerken te activeren waarin kennis en deskundigheid centraal stonden. Er werd een sterk verhaal ontwikkeld, waar scholen niet aan voorbij konden en dat verhaal is via kennisnetwerken verspreid. Veel scholen zijn in de afgelopen kabinetsperiode via intermediaire organisaties projectbureau Kwaliteit (PK), EDventure, Unit 2

6 Kwaliteitsagenda adviseurs en ambassadeurs, en door lokale netwerken geactiveerd en betrokken geraakt. In de casus Cultuurparticipatie is minder een breuk met het verleden te zien en minder nadruk op nieuwe mechanismen om partijen tot ander gedrag te brengen. Voortbouwend op eerdere pogingen om kunst- en cultuurparticipatie te versterken zijn vooral langs de geëigende bestuurlijke kanalen pogingen ondernomen om lokale implementatieactoren (gemeenten, scholen, kunst- en cultuurinstellingen) tot nieuwe initiatieven te brengen. Maar vanwege de geringere nadruk op de core business van die actoren, in combinatie met het diffuse karakter van de doelen en de afwezigheid van indirecte mechanismen is er weinig doorwerking gerealiseerd. Deze casus is op hoofdlijnen een voorbeeld van interactieve implementatie, waarbij binnen bestaande kaders nieuwe aanpakken op bestaande aanpakken werden gestapeld. Door het ontbreken van dwingende maatschappelijke omstandigheden en politieke urgentie is die cumulatie vrijblijvend gebleven. Kijken we echter naar het recente en meer concrete beleid voor cultuureducatie in het primair onderwijs als onderdeel van het cultuurparticipatiebeleid, dan ontstaat een genuanceerder beeld. Op dit onderdeel is wel duidelijk een breuk met het verleden te zien, dat wil zeggen een overgang van het ontbreken van beleid naar serieus stimuleringsbeleid. Uit beleidsvoorbereidend onderzoek in 2003 bleek dat veel scholen maar weinig aandacht besteedden aan cultuureducatie. Vervolgens ontwikkelde OCW een strategie gericht op het stimuleren van cultuureducatie in scholen, het faciliteren van netwerken op lokaal en regionaal niveau en kennisverspreiding. In samenspraak met gemeenten en provincies werden doelen gesteld en bestuurlijke afspraken gemaakt om een brug te slaan tussen scholen en culturele instellingen en cultuureducatie in het primair onderwijs te verankeren. Hier zien we nog steeds een vrij open vorm van interactieve implementatie, maar net als bij taal en rekenen (Kwaliteitsagenda) wordt het stimuleren van het veld met een met specifieke subsidieprikkels en kennis omgeven verspreidingsaanpak vormgegeven. Als het om de inhoud van (en toezicht op) cultuureducatie gaat, blijft OC&W even wel op afstand, meer dan bij taal en rekenen. Case vergelijking en conclusies De case analyses en hun vergelijking laten zien dat op beide terreinen een succesvolle strategie is gevolgd, maar de successen moeten niet verabsoluteerd worden. De uitvoering van de Kwaliteitsagenda had het tij mee, en is niet enkel door gerichte politieke en beleidsactie op gang gebracht. De maatschappelijke en politieke voedingsbodem was er meer dan rijp voor. De echte beleidseffecten moeten bovendien nog blijken, en ook in het geval van de Kwaliteitsagenda bestaan fricties en kwetsbaarheden. Binnen het door intermediairen en netwerken bevolkte uitvoeringsnetwerk bestaan bijvoorbeeld coördinatieproblemen; de politieke nadruk op sturing en rekenschap blijkt lastig te hanteren; en er bestaan klachten over administratieve lasten. Het is ook nog eens de vraag hoe politieke discontinuï- 3

7 teit (de val van een kabinet) de verspreidingsaanpak aangaande taal en rekenen gaat beïnvloeden. Desalniettemin toont de Kwaliteitsagenda wél aan dat het ministerie in een complex veld alleen al vanwege het enorme aantal basisscholen tot nieuwe uitvoeringspraktijken kan komen. Implementatie is moeilijk, maar kan wel. Cruciaal is de koppeling tussen omstandigheden, aanpak en uitvoeringsmechanismen. En daarin, zo laat de casus zien, is door intelligente en passende sturing strategisch te bewegen, waarmee de kansen op succesvolle implementatie ook temidden van complexe omstandigheden worden vergroot. Bij de versterking van cultuureducatie in het primair onderwijs had de strategie hoewel ook sprake was van interactieve implementatie duidelijk een andere vorm. Deze was gebaseerd op drie pijlers: een stimuleringsregeling, afspraken met bestuurlijke partners over netwerkvorming op lokaal niveau en kennisverspreiding. Ondanks dat de politieke urgentie om cultuureducatie in het basisonderwijs te brengen minder groot is dan die voor goed taal- en rekenonderwijs, zijn scholen ontvankelijk gebleken voor de OCW strategie. Diverse evaluatiestudies laten zien dat hoewel scholen hier niet op worden afgerekend cultuureducatie meer en meer verankerd raakt in het primair onderwijs. Maar meer dan bij taal en rekenen blijft OC&W op afstand, en er is minder nadruk gelegd op competentieontwikkeling en deskundigheid van leraren. De beide cases samen genomen leveren overigens nog een aanvullende conclusie op. Op scholen zelf kan een afweging ontstaan tussen nadruk op taal en rekenen enerzijds, en nadruk op cultuureducatie, anderzijds. Met andere woorden, effectieve implementatie aangaande een bepaald beleidsthema en ín een beleidssegment, kan de implementatie aangaande andere beleidsthema s in andere segmenten verdringen. Implementatiestrategie draait dan niet alleen om externe oriëntatie, maar tevens om interne oriëntatie: hoe worden binnen OC&W meer horizontaal afwegingen gemaakt? Aanbevelingen Bij de aanbevelingen leggen we in die lijn de nadruk op enkele slimme mechanismen die in de verspreidingsaanpakken te traceren zijn, en die ook in andere complexe beleidsvelden met ambigue en conflicterende doelen in te zetten zijn. 1. Ten eerste wijzen we op de mogelijkheid van het benutten van narratieve mechanismen. Implementatie komt los als er sprake is van een consistent en voor de actoren die er mee aan het werk moeten (uitvoerders) en er verantwoordelijkheid voor moeten dragen (politiek) aansprekend verhaal. Dat is enerzijds een verhaallijn met een overtuigende verbinding van probleemanalyse, verklaring, handelingsopties en bewijsmateriaal, maar anderzijds ook krachtige symbolen, sterke en pakkende termen. Om verspreiding mogelijk te maken is een heldere maar vooral ook pakkende en aanstekelijke boodschap vereist. 2. Ten tweede zijn er wat we hier kennis mechanismen hebben genoemd. Verspreiding komt daarbij van de grond langs de lijn van kennis, bijvoorbeeld in het organiseren van kenniscoalities en gemeenschappen (reëel of virtueel) waarin best practices worden uitgewisseld. 4

8 Langs de lijn van de kennis ontstaat dan uitwisseling van praktijkervaring, en verspreiding van het daarbij leidende idee. Dat is bij uitstek dus geen discussieforum voor wetenschappers en producten van kennis, maar vooral een platform waar praktijkmensen hun lokale kennis en ervaringen kunnen aanbieden aan anderen. 3. Ten derde is er een reeks symbolische mechanismen. Gezaghebbende vertellers, zoals Michael Fullan, of bijvoorbeeld de symboliek van grote bijeenkomsten met professionals, vormen sterke mechanismen voor verspreiding. Ambassadeurs zijn niet alleen mensen die boodschappen overbrengen en vragen beantwoorden, maar staan symbool voor wat het beleid beoogt. In de ambassadeurs zien andere uitvoerders wat het beleid kan, wil en mogelijk maakt. En ook het handelen van beleidsmakers heeft krachtige symbolische elementen. Beleid maken kan op vele manieren en door in het maken zelf bewust veel ruimte in te bouwen voor symbolen van bijvoorbeeld buitenlandse deskundigheid of grote betrokkenheid van het veld, komt beleid op een andere manier het veld in. Daarmee is niet gezegd dat externe deskundigen en het mobiliseren van grote groepen professionals puur symbolische daden zijn, ze zijn ook inhoudelijk en in sommige gevallen politiek, maar ze hebben buiten dat ook een krachtige symbolische werking. En die symboliek vormt een instrument in de handen van beleidsmakers die de kansen op succesvolle implementatie en verspreiding van beleid willen vergroten. De inzet van dergelijke mechanismen moet tegen de achtergrond van hardere omstandigheden en randvoorwaarden worden gezien, in het bijzonder: - Wat is het maatschappelijke en politieke klimaat? Welke verhalen en symbolen passen daarin? - Hoeveel tijd is er? Is er tijd en ruimte om kennis en inzichten via (nieuwe) netwerken te verspreiden? - Welke ruimte hebben instellingen? Op welke grenzen stuiten het ministerie en andere publieke actoren, zoals de Inspectie, wanneer ze verandering voorstaan? Slot De afgelopen decennia was de lijn in het wetenschappelijk werk en het denken over implementatie goeddeels relativerend van aard. Veel aandacht is gegaan naar het relativeren, nuanceren en soms zelfs volledig ontkennen van de mogelijkheden om beleid te implementeren. De literatuur over implementatie ging daarmee in veel gevallen over het gebrek aan succesvolle implementatie, en/of de onverwachte effecten die bij implementatie de boventoon gingen voeren boven datgene wat door de beleidsmaker bedoeld was. We nemen geen afstand van die traditie, in die zin dat we de ontwikkelde inzichten hier niet ontkennen of falsifiëren. Wel voegen we er elementen aan toe, die de beleidsmaker nieuw instrumentarium geven in het denken over beleidsimplementatie. Lessen uit praktijkcases laten zien hoe een deels vooraf geplande maar goeddeels emergente implementatiestrategie wel degelijk direct aan de gevolgde strategie te relateren bedoelde ge- 5

9 volgen heeft. Niet alles gebeurt daarbij volgens plan, maar het plan krijgt wel in grote lijn volgens planning de bedoelde invulling. En niet vanwege toeval of de grote eenvoud van de arena, maar eerder door een zekere goodness of fit van de implementatiestrategie bij het onderwerp (het te implementeren beleid) en de arena waarin het beleid uitvoering en invulling moet krijgen. Dat biedt hen die voor implementatieopgaven staan geen toverformules voor vlekkeloze en volledige implementatie, of andersoortige garanties voor succes, maar het geeft wel aangrijpingspunten voor strategievorming. Succes is daarmee niet gegarandeerd, maar de kansen erop worden wel vergroot. 6

10 1 Inleiding 1.1 Achtergrond De Kenniskamer van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) richt zich op de kennisbehoefte van het departement. Daarbij komen zowel strategische als meer beleidsgerichte kennisvragen aan de orde. Steeds draait het om het in verbinding brengen van voor OCW relevante state of the art kennis met de beleidspraktijken en strategische afwegingen van het departement. Eén van de Kenniskamers in het najaar van 2010 gaat over de implementatie en doorwerking van het beleid van het ministerie van OCW. De directie Kennis van het departement heeft de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) gevraagd een onderzoek uit te voeren, waarvan de uitkomsten dienen ter voorbereiding op deze bijeenkomst. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe implementatieprocessen verlopen, wat de onderliggende strategie dan wel strategieën rond implementatie zijn die door het ministerie worden gehanteerd en hoe die strategie of strategieën leiden tot doorwerking. Het onderzoek kreeg vorm via een literatuurverkenning en een nadere analyse van twee door het ministerie aangereikte beleidscases. Het gaat om de volgende twee cases: - Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs: verbeteren van taal en rekenen op basisscholen. - Cultuurparticipatiebeleid: versterken van participatie en publieksbereik in kunst en cultuur, met in het bijzonder aandacht voor het beleid ter versterking van cultuureducatie in het primair onderwijs. Het ministerie heeft bij de opdrachtverlening verzocht om expliciet aandacht te hebben voor de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de verschillende partijen, die bij de inrichting van de implementatieprocessen in beide cases is gekozen. Daarnaast heeft het ministerie gevraagd om vooral ook aandacht te besteden aan de mate waarin de keuzes in de cases voor een bepaalde strategie voor implementatie van invloed is geweest voor de doorwerking van het beleid. Van daaruit zouden lessen gegenereerd moeten worden voor implementatiestrategieën die de kans op adequate doorwerking vergroten. 7

11 1.2 Vraagstelling Om de doelstellingen van het onderzoek invulling te geven zullen we conform de wensen van de opdrachtgever de volgende hoofdvraag beantwoorden: Hoe is in het landelijke implementatienetwerk een implementatiestrategie tot stand gekomen op de terreinen van de twee geselecteerde beleidscases, welke instrumenten zijn ingezet en hoe is de doorwerking van het beleid naar lokale implementatieactoren? Deze hoofdvraag is te verdelen in de volgende deelvragen, die voor beide geselecteerde beleidscases relevant zijn: - Op welke wijze is de implementatiestrategie tot stand gekomen en vormgegeven? - Wat is de doorwerking van het beleid naar locale implementatie-actoren? Hoe bevordert/beperkt de implementatiestrategie de doorwerking van beleid naar locale implementatie-actoren? - Wat leert de analyse het ministerie van OCW voor implementatie van beleid? 1.3 Onderzoeksaanpak Het onderzoek is in verschillende stappen uitgevoerd. We hebben vier fasen doorlopen. Fase 1: Nadere verkenning implementatietheorieën. In de eerste fase van het onderzoek hebben we op basis van wetenschappelijke literatuur en vakliteratuur een conceptualisering gemaakt van beleidsimplementatie. Hierbij hebben we ten eerste begripsverheldering tot stand gebracht. We onderscheiden de begrippen: implementatie, implementatierelaties en processen, en implementatiestrategieën. Aangaande implementatiestrategieën hebben we vervolgens verkend hoe sturende partijen om kunnen gaan met het tot uitvoering brengen van doelen of intenties, en welke mogelijke mechanismen daarvoor inzetbaar zijn. Daarbij hebben we ook aandacht besteed aan omstandigheden: strategieën hangen idealiter samen met de aard van beleidsopgaven en de kenmerken van de beleidsvelden waarin nieuwe resultaten geboekt moeten worden. We hebben deze eerste fase benut voor het opstellen van een topiclist voor interviews in het kader van de twee beleidscases (bijlage 2). Fase 2: Casusonderzoek. Het casusonderzoek had tot doel diepgaande inzichten te verkrijgen in de implementatie en doorwerking van beleid in de twee geselecteerde cases: de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs en het Cultuurparticipatie-/cultuureducatiebeleid. Dit heeft geleid tot een beschrijving 8

12 van implementatieprocessen, en de wijze waarop binnen de cases via een al dan niet bewuste implementatiestrategie die processen zijn beïnvloed. Ook stellen we de doorwerking van die processen vast: zijn instellingen andere dingen gaan doen? De case studies zijn gebaseerd op beleidsdocumenten, achtergrondstukken en gesprekken met beleidsmedewerkers van OCW en vertegenwoordigers van de beide beleidssectoren (respectievelijk onderwijs en cultuur, zie ook bijlage 1). Fase 3: Vergelijking en analyse. Het case-onderzoek heeft resultaten opgeleverd die in verband zijn gebracht met theoretische verwachtingen rond implementatie, en onderling zijn geanalyseerd op overeenkomsten en verschillen. Dat leverde een goed beeld op van de soorten implementatiestrategieën die het ministerie veelal impliciet volgde, en inzicht in de uitvoeringsmechanismen die zijn ingezet om de realisatie van beleid te beïnvloeden. Om een beeld te krijgen van meer algemene implementatiepraktijken, mede met het oog op conclusies met een breder bereik, hebben we enkele aanvullende gesprekken gevoerd binnen het ministerie van OCW, met name op het niveau van het hogere departementale management. Als gevolg van deze gesprekken hebben we extra nadruk gelegd op cultuureducatie in het primair onderwijs. Fase 4: Rapportage en presentatie. Van het onderzoek is verslag gedaan in het onderliggende rapport. De hoofdlijnen van het rapport worden gepresenteerd in de Kenniskamer van het ministerie van OCW Leeswijzer In hoofdstuk 2 definiëren we de belangrijkste begrippen, inclusief het begrip implementatiestrategie en presenteren we een overzicht van de literatuur over implementatie van beleid. Daarmee verhelderen we het analysekader waarmee we de twee beleidscases reconstrueren en van conclusies en aanbevelingen voorzien. Vervolgens worden in de hoofdstukken 3 en 4 beide beleidscases gepresenteerd. In hoofdstuk 3 bespreken we de casus Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs, met nadruk op taal en rekenen. In hoofdstuk 4 staat het de beleidsuitvoering in het kader van Cultuurparticipatie en Cultuureducatie in het Primair Onderwijs centraal. In beide hoofdstukken reconstrueren we beleidsdoelen en implementatieprocessen, en leggen we de gevolgde implementatiestrategieën bloot. In hoofdstuk 5 analyseren we de bevindingen uit de cases, vooral vergelijkenderwijs. In hoofdstuk 6 formuleren we lessen en conclusies, met nadruk op het ministerie van OCW. We geven aan hoe andere beleidsopgaven kunnen worden aangepakt ten einde bepaalde doelen te midden van bepaalde omstandigheden zo veel mogelijk te realiseren. 9

13 2 Van plan naar praktijk : implementatie Het implementeren van beleid lijkt simpel. Neem politiek-bestuurlijke ambities, vertaal die naar concrete beleidsdoelen en maatregelen, organiseer de nodige middelen, kies de juiste rol als beleidsmaker, mobiliseer uitvoerders en stakeholders en realiseer de uitvoering. Het zijn de standaard ingrediënten van een aantrekkelijke implementatiestrategie. Feitelijke implementatieprocessen zijn vaak weerbarstiger. 2.1 Inleiding Beleidsimplementatie is in de bestuurs- en beleidswetenschappen al vele decennia een kernleerstuk. Dat is niet zo vreemd, want implementatie gaat over de uitvoering van beleidsdoelen, en in parlementair-democratische stelsels is dat een cruciale zaak. In zulke stelsels worden er op diverse plekken - zoals in het kabinet en Parlement - doelen vastgesteld, bijvoorbeeld neergelegd in beleidsplannen, en mogen we ervan uitgaan dat die vervolgens worden uitgevoerd. Maar juist in zulke stelsels is een directe uitvoering van doelen niet gegeven. De doelen zelf kunnen diffuus of onbepaald zijn, want bijvoorbeeld de uitkomst van politieke compromissen. Partijen kunnen tijdens de uitvoering proberen de doelen een beetje bij te stellen om alsnog gelijk te krijgen. Partijen kunnen zich ook verzetten tegen de uitvoering van doelen. En het kan ook zo zijn dat instellingen diep in beleidsvelden zich weinig van beleid aantrekken of er geheel hun eigen draai aan geven. Het gevolg is dat we goed stil moeten staan en dat gebeurt in de bestuurs- en beleidswetenschap bij de partijen en relaties die de beleidsimplementatie als het ware constitueren. Zonder relaties tussen bepalende en uitvoerende actoren geen uitvoering. De in de inleiding gehanteerde term implementatienetwerk kan hier mee in verband gebracht worden. Zeker in complexe beleidsvelden bestaan er veelal netwerken van actoren die met elkaar de (om)vorming van beleid tot uitvoering moeten realiseren. We moeten ook stil staan bij de processen die op gang gebracht worden als meerdere actoren uitvoering proberen te geven aan beleidsdoelen. Hieronder laten we eerst kort zien hoe daar in de literatuur over gedacht wordt. We zullen vier typen implementatie onderscheiden, op basis van de verschillende relaties/processen die we aantreffen in uitvoeringspraktijken. De vraag is vervolgens of de bepalende actoren iets van een beeld of idee hebben rond deze implementatieprocessen en soorten uitvoering, en of ze daar bewust rekening mee houden in 10

14 hun uitvoeringsaanpak. In dit verband kunnen we over implementatiestrategie spreken, die we definiëren als een (bewuste) beïnvloeding van implementatieprocessen ten dienste van de realisatie van beleidsdoelen. Daar zullen we vervolgens bij stil staan. Dat is extra belangrijk, omdat daar in de literatuur eigenlijk weinig over bekend is. Er is wel veel geschreven over beleidstheorieën, dat wil zeggen, de ideeën achter beleid, maar weinig over implementatietheorieën die door beleidsmakers worden gehanteerd. We bakenen de term nader af, en zullen aangeven wat dit betekent voor sturing en sturingsmechanismen. We onderscheiden verschillende strategische sturingsmechanismen, en die koppelen we aan de soorten implementatie. In figuur 1 is deze door ons gehanteerde conceptuele inkadering van beleidsimplementatie en implementatiestrategieën weergegeven. Politiek en ministeries maken beleid c.q. beleidsplannen, en via intermediairen en instellingen wordt dat uitgevoerd, althans, dat is de veronderstelling. In feitelijke zin moet de overgang van beleid naar uitvoering als proces worden gezien. En de implementatiestrategie is dan de meer of minder bewuste sturing op die processen van uitvoering, ten dienste van het verkleinen van de kloof tussen beleid(splan) en uitvoering. P o lit ie k M in is te rie 3. I m p le m e n ta tie - s tr a te g ie B e le id s p la n 1. Im p le m e n ta t ie - r e la t ie In te rm e d ia ir e n 2. Im p le m e n t a tie - p r o c e s U it v o e r in g In s te llin g e n Figuur 1. Implementatierelaties, implementatieproces en implementatiestrategie 2.2 Implementatie Het thema beleidsimplementatie is in de bestuurskunde vooral sinds de jaren zeventig goed zichtbaar. Nadat er aanvankelijk vooral aandacht was voor beleid en beleidsontwikkeling is sinds de jaren zeventig een omvangrijke body of knowledge rond implementatie tot stand gekomen. Deze aandacht werd gevoed door moeizame ervaringen met de feitelijke implementatie van beleid en de onverwachte effecten die zich na de implementatie voordeden. In de verzameling implementatietheorieën zijn globaal genomen drie generaties te onderscheiden 11

15 (DeLeon & DeLeon, 2006; Fitz, 1994). Eén van de centrale bewegingen in de opeenvolging van generaties is dat de specifieke kenmerken van de arena s waarin processen zich moeten voltrekken steeds sterker onderdeel worden van de implementatietheorie. De eerste generatie van implementatietheorieën wordt vrijwel zonder uitzondering verbonden aan de auteurs Pressman & Wildavsky (1973) en hun studie van het Oakland project. Deze en andere auteurs bestudeerden vooral praktijkcases, waarin ze trachtten problemen binnen implementatieprocessen te ontleden. Ze lieten zien dat de uitvoering van beleidsdoelen steeds vertaalslagen en bijstellingen op gang brengt, naarmate het verder van boven naar beneden doorsijpelt. Het gevolg is dat bij de feitelijke uitvoering op de grond een groot deel van de beleidsintenties kwijt zijn. Die ontleding moest leiden tot een precieze voorspelling over het succes van een aanpak. Uiteindelijk slagen de onderzoekers er niet in om een generieke theorie te ontwikkelen en waarheidsgetrouwe voorspellingen te doen, maar blijft de analyse beperkt tot het trekken van lessen over feitelijke beleidsrealisaties in het licht van oorspronkelijke doelen. Deze eerste generatie heeft wel opgeleverd dat implementatie voor het eerst echt geproblematiseerd werd: beleidsimplementatie was niet langer een logisch vervolg van beleidsontwikkeling en een tussenstap naar de uitvoering, maar een element op zichzelf. Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig ontstond vanuit deze eerste golf van aandacht een tweede generatie implementatietheorie. Hierbij wordt nog steeds sterk geredeneerd vanuit een top-down perspectief (zie o.a. Sabatier & Mazmanian, 1979; Hoogerwerf 2003). De leidende vraag is hoe er kan voor gezorgd kan worden dat centraal uitgedachte plannen in de praktijk worden uitgevoerd zoals bedoeld door de makers. Onderzoekers testen hypothesen en ontwikkelen empirische modellen die vat zouden moeten krijgen op implementatievraagstukken. Deze modelmatige benadering bleek op termijn echter moeilijk houdbaar. Het onderzoek leverde veel inzicht op in de talrijke relaties in het veld en daardoor werden de modellen steeds ingewikkelder en uitgebreider. Na verloop van tijd werden de modellen daarom zo gedetailleerd, dat de relatie met de praktijk en de toepasbaarheid erin verloren ging. Het bleek, achteraf bezien, niet goed mogelijk voor de beleidsontwikkelende actor om vanuit nader onderzoek over de arena te komen tot een zelf bedachte eenduidige strategie voor succesvolle implementatie. In de jaren tachtig is een derde generatie theorie over implementatie van de grond gekomen. Hierin lag het accent op bottom-up processen, in het bijzonder om de interacties tussen ambtenaren die in de uitvoering voor implementatie moeten zorgen (zie o.a. Lipsky, 1980). Zogenaamde street level bureaucrats worden hierbij gezien als de sleutel tot implementatie. Zij zouden bepalend zijn voor het succes of falen van beleidsuitvoering. Implementatie kan in deze optiek niet los worden gezien van beleidsvorming; implementatie is onderdeel van beleidsvorming, omdat de uitvoerder het beleid mede vormgeeft en dus 12

16 zou moeten worden meegenomen in de ontwikkeling. Interactie met en participatie door stakeholders zijn sleutelbegrippen in deze benadering. Dat werd door anderen, onder andere door Yanow (1996) nog verder aangezet: beleid wordt vooral daar gemaakt waar het wordt uitgevoerd. De kansen op succesvolle implementatie worden vergroot als de uitvoerder die het beleid mede maken invloed hebben op de beleidsontwikkeling. Ingewikkeld daarbij is uiteraard dat hoewel uitvoerders van beleid cruciaal zijn in de succesvolle implementatie van beleid, ook zij niet precies weten wat goed beleid is. En het is bovendien lastig om eenduidige beelden over zaken als uitvoerbaarheid op te halen: er zijn vele uitvoerders en in hun eigen uitvoeringspraktijken passen ze vaak heel verschillende microstrategieën toe. Soms ook zijn de belangen en strategieën van uitvoerders strijdig met de wensen van beleidsmakers en is een van de meer of minder expliciete doelen van het beleid zelfs om bestaande uitvoeringspraktijken en/of voorkeuren van uitvoerders te doorbreken. 2.3 Vormen van implementatie Het gevolg van de opeenvolging van generaties implementatietheorieën is niet alleen dat beleidsuitvoering geproblematiseerd is, maar dat nadrukkelijk gewezen wordt op het belang van implementatierelaties en -processen. Implementatie veronderstelt bepaalde verhoudingen tussen de partijen die in arena s met (of tegen) elkaar opereren; en het veronderstelt bepaalde processen waarin doelen gesteld en bijgesteld worden, en waarin samengewerkt of juist tegengewerkt wordt. Relaties We staan eerst stil bij de relaties. De weg van law in the books naar law in action wordt in belangrijke mate bepaald door de relatie tussen de actor die beleid maakt, de uitvoerders en de doelgroepen van beleid. Het relationele aspect heeft twee dimensies. In de eerste plaats ligt in het denken over implementatie besloten hoe de overheid en burger zich tot elkaar verhouden. Implementatie is de schakel tussen de sturende overheid en te sturen samenleving. Dat kan spanningen veroorzaken in discussies over wat de overheid zou moeten doen en waarmee zij zich wel of niet moet bemoeien, omdat in het denken over implementatie in concrete issues wordt vastgelegd hoe de overheid zichzelf positioneert ten opzichte van de actoren in het veld, zoals burgers, bedrijven of instellingen. Dit niveau van implementatie is daarom meer dan een element van uitvoering en van techniek. Het is een politieke afweging: wat is de rol van de overheid, welke rol hebben andere partijen en hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Naast dit politieke aspect is er implementatie ook een meer feitelijk relationeel vraagstuk, omdat uitvoering concreet vorm krijgt in een aaneenschakeling van relaties. Het organiseren van implementatie is dan ook het managen van geschakelde relaties. De overheid heeft een relatie met beleidsuitvoerders, en de uitvoerders hebben een relatie met beleidsdoelgroepen. Om de 13

17 implementatie te begrijpen moet er aandacht zijn voor de meervoudige relaties tussen overheid en uitvoerende organisaties en die tussen uitvoerderde organisaties en doelgroepen (zie Bakker & Van Waarden, 1999). Kijken we specifiek naar de relatie tussen de beleidsmaker en beleidsuitvoerders, dan kan deze ideaaltypisch verschillende kenmerken hebben. Een relatie kan eenzijdig zijn, of juist meerzijdig. In het eerste geval bepaalt de beleidsmaker het beleid en de uitvoerders conformeren zich daaraan. De beleidsmaker zet de koers uit en de uitvoering (door andere overheidsorganisaties, intermediairs of maatschappelijke partijen) volgt. Beleid kent een top down karakter. In het tweede geval beïnvloedt de uitvoerder (mede) het beleid. Beleid kent een bottom up karakter. Relaties kunnen daarbij enkelvoudig zijn, of juist meervoudig. In het eerste geval sturen beleidsmakers een of meer uitvoerders aan; in het tweede geval wordt een uitvoerder door meerdere beleidsmakers bediend. Dat kan in de praktijk betekenen dat een uitvoerder verschillende en mogelijke strijdige beleidslijnen invulling moet geven. Andersom kan het ook zo zijn dat één beleidsvormende organisatie voor de uitvoering van het beleid uitvoeringstaken bij verschillende organisaties heeft belegd. Het beleid wordt in de som van de verschillende uitvoerende inspanningen door de verschillende organisaties gemaakt. Naarmate de aantallen beleidsmakers en uitvoerders groter zijn en relaties meervoudiger zijn, is het beleidsveld complexer. Uitvoering krijgt dan automatisch meer het karakter van implementatiearena s en -netwerken. Processen Met het implementatieproces doelen we op de praktijk van de implementatie van beleid, met alle complexiteiten die daarbij aan de orde zijn. In het beleidsproces spelen doorgaans veel partijen een rol, met eigen voorkeuren en belangen, vaak ook verankerd in reeds bestaande coalities. Het beleidsveld heeft een eigen geschiedenis, een eigen taal, kent specifieke en gegroeide voorkeuren en heeft allerlei vormen van impliciete of expliciete organisatie los van het beleid zelf. Ook de beleidsmaker zelf draagt een historie met zich mee en opereert niet blanco of vrij in het veld. Succesvolle implementatie van beleid is niet zozeer een kwestie van het stellen van duidelijke doelen en richting, maar kan ook gaan om het vinden van doelen en richting. Daarbij speelt ook mee dat beleid niet alleen gericht is op het bereiken van zichtbare, of zelfs tastbare, maatschappelijke effecten, maar ook andere effecten kan hebben. Beleid kan minder instrumenteel van aard zijn (zie Bekkers et al., 2004) en meer gaan over het zicht bieden op nieuwe mogelijkheden (agenderend), de blik richten op nieuwe activiteiten (conceptueel) of sturingsruimte geven voor de toekomst (politiek-strategisch). Dat gaat met meer diffuse processen gepaard. Dat staat los van het aantal betrokken beleidsmakers en uitvoerders en de aard van relaties. Ook als een beleidsvoerder top down kan sturen, dan nog hoeven doelen en richting niet op voorhand helder te zijn. 14

18 Het gevolg is dat beleidsuitvoering zowel vorm kan krijgen via planmatige processen, waarbij beleidsplannen het uitgangspunt vormen en doelen worden vastgesteld. Het kan tevens vorm krijgen via meer emergente processen, waarbij beleid, doelen en uitvoering als het ware ontdekt worden. Hoogstens worden kaders gesteld, waarbinnen andere partijen dan al dan niet met elkaar beleidsdoelen vinden. Soorten implementatie Op basis van het voorgaande kunnen we stellen dat beleidsimplementatie twee cruciale aspecten kent: 1. Het primaat ligt bij beleidsmakers en de uitvoering wordt top down gestuurd, of het primaat ligt bij uitvoerders en de uitvoering vindt bottom up plaats. 2. Het proces van implementatie krijgt via schematische, geplande processen vorm, dan wel via meer emergente processen met ruimte voor leren en ontdekken. Deze kenmerken zijn gebruikt om in tabel 1 (pagina 15) vier soorten implementatie te onderscheiden: - Bij hiërarchische implementatie stelt het ministerie een plan vast en die voert ze top down via regels en toezicht uit. - Bij decentrale implementatie stelt het ministerie de kaders vast, vooral in de vorm van resultaten, en laat ze de uitvoering over aan het veld. - Bij participatieve implementatie krijgt de uitvoering via het veld en bottom up processen gestalte, maar is er een duidelijk plan. - Bij interactieve implementatie proberen ministerie en andere partijen via wederzijdse aanpassing tot doelen en uitvoering te komen. Deze soorten gebruiken we verderop in dit hoofdstuk om uitvoeringsmechanismen te onderscheiden wanneer we dieper ingaan op hoe implementatiestrategieën gestalte kunnen krijgen. In de hoofdstukken 3-5 gebruiken we deze soorten om de geanalyseerde cases te duiden. In het slothoofdstuk gebruiken we ze om conclusies te trekken en aanbevelingen te doen. 15

19 Tabel 1. Vier implementatiemodellen 1 Proces Gepland Hiërarchische Implementatie Emergent Decentrale implementatie Primaat Top down Een sturende actor heeft een plan en dat wordt uitgevoerd Participatieve implementatie Een sturende actor stelt kaders en anderen voeren daarbinnen uit Interactieve implementatie Bottom up Partijen werken met elkaar aan de uitvoering van een plan Partijen bepalen met elkaar wat er moet gebeuren Omstandigheden Zoals in het hierna volgende deel zal blijken is de ontwikkeling van de theorie over beleidsimplementatie er vooral één waarin steeds gezocht wordt naar verdere aansluiting van de strategie op het proces. Met andere woorden, de specifieke elementen van het implementatieproces worden steeds verder geïncorporeerd in het denken over implementatiestrategie. De complexiteit van de arena waarin beleid moet werken wordt steeds meer meegenomen in het denken over de implementatie, waarin in vroege vormen van theorie over implementatie nog veel meer werd verondersteld dat de arena zich tamelijk vanzelfsprekend aan de theorie zou aanpassen. Van belang in dit verband is de vraag op welke gronden bepaald wordt hoe complex het eigenlijk is, het implementeren van beleid in specifieke situaties. DeLeon & DeLeon (2002) constateren, wanneer zij de balans van de theorieontwikkeling opmaken, dat de relevante partijen of stakeholders samen met de context bepalend zijn voor de te bepalen strategie en het behalen van beleidssucces. Dat bepaalt dan of een bottom-up benadering geschikt is, waarbij de veldpartijen het primaat hebben, of dat juist een top-down benadering geëigend is, waarbij de beleidsbepaler het voortouw neemt. Matland (1995) wijst in dit verband op twee centrale omgevingsaspecten die van invloed zijn op de manier waarop beleidsimplementatie gestalte krijgt: 1. De mate waarin beleidsdoelen duidelijk zijn: de doelen kunnen helder zijn of ambigu. 2. De mate waarin partijen het eens zijn: er is sprake van coöperatie of conflict. Dat is op zijn beurt niet alleen een kwestie van beleidsambities en opgaven, maar ook van bredere omstandigheden waarin beleidsopgaven worden aangegaan. Het zijn niet alleen de issues die tellen, maar ook institutionele condities en politieke en maatschappelijke ontwikke- 1 Bron: op basis van onder andere Hoogerwerf (2003); Smith (1973); Sabatier & Mazmanian (1979); Pressman & Wildasky (1973); O Toole (2000); Hill & Hupe (2002); DeLeon & DeLeon (2002). 16

20 lingen (o.a. Noordegraaf 2004). Als relatief autonome bestuurlijke partijen bijvoorbeeld betrokken zijn bij beleidsprocessen, dan kan de ene partij de andere partij niet zomaar doelen opleggen. Als maatschappelijk ontwikkelingen of sentimenten snel wisselen, dan kan het lastig zijn om alle partijen op één lijn te krijgen. Omgekeerd geldt overigens dat het ondanks de complexiteit van omstandigheden toch zo kan zijn dat beleidsactoren gedwongen worden om beleid en uitvoering simpel en overzichtelijk te houden. Ook al worden veel beleidsthema s allengs onhelderder en meer conflictueus, de bestuurlijke nadruk op accountability, planning & control, begrotingsdiscipline, VBTB, value for money, et cetera (Noordegraaf 2004) maakt dat beleid strak en eenduidig moet worden geformuleerd en dat het zo direct mogelijk moet worden uitgevoerd. De vraag is dan niet alleen hoe beleidsactoren een bij de omstandigheden passende implementatiestrategie ontwikkelen, maar ook hoe ze de juiste (dat wil zeggen, meest passende) strategie verbinden met politiek-bestuurlijke invloeden die overzicht en inzicht vereisen. 2.4 Implementatiestrategie Implementatiestrategie Zoals aangegeven definiëren wij een implementatiestrategie als een (bewuste) beïnvloeding van implementatieprocessen ten dienste van de realisatie van beleidsdoelen. Dat sluit aan op de conceptuele lijnen die hiervoor onderscheiden zijn, en op de schematische vertaling daarvan in figuur 1. Vanuit een ministerie gedacht, zoals het ministerie van OCW, gaat het dan om de manier(en) waarop het ministerie bewindspersonen, (top)ambtenaren ervoor proberen te zorgen dat beleidsdoelen gerealiseerd worden, of dat beleidsdoelen meer via emergente processen ontdekt en gerealiseerd worden. De kans is namelijk groot dat eenduidige uitvoering op basis van heldere beleidsplannen niet goed werkt, aangezien het OCW beleidsveld niet alleen omvangrijk en heterogeen is, maar ook vol ambiguïteit en conflict. De mate waarin dat het geval is, zal natuurlijk van beleidsdossier tot dossier verschillen, en vandaar dat concreet case inzicht, zoals in de twee cases die we hierna zullen analyseren, belangrijk is. Het woord bewust staat in de definitie tussen haakjes, omdat een strategie niet per definitie heel welbewust hoeft te worden gevormd. Zoals Mintzberg op allerlei plekken heeft laten zien (bijv. Minztberg 1987; Mintzberg & Waters 1985), kan een strategie zeer planmatig worden ingezet, maar hoeft dit geenszins tot resultaten te leiden. Voor Mintzberg is strategie altijd de combinatie van de weldoordachte intended strategy en de meer toevallig of ongeplande emergent strategy. Het bekende schema dat Mintzberg in dit verband vaak gebruikt is weergegeven in figuur 2. Toegepast op implementatiestrategieën betekent dit dat het beïnvloeden van implementatieprocessen heel nadrukkelijk bedacht kan zijn, maar ook dat patronen kunnen ontstaan die als het ware achteraf blijk geven van de gehanteerde strategie. Voor casusanalyse is dat relevant, omdat betrokkenen dan strategisch kunnen handelen zonder dat ze een uitgesproken strategie hanteren. 17

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

Petra Habets Advies & Ontwikkeling

Petra Habets Advies & Ontwikkeling Dit is een printversie van de website van Petra Habets Advies & Ontwikkeling, accent bestuurskundig advies: www.petrahabets.nl Petra Habets Advies & Ontwikkeling, uw partner op het snijvlak van bestuur

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Belangrijk is het uitgangspunt van eigenaarschap en

Belangrijk is het uitgangspunt van eigenaarschap en KWALITEIT Kwaliteit in beeld In een serie van twee artikelen bespreekt Herman Bijsterbosch het nieuwe Onderzoekskader van de Inspectie. Het eerste artikel (Nieuw Toezicht: Wat kunt u verwachten?) vindt

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES 26 APRIL 2006 CONTEXT EN AANLEIDING Sinds maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur van kracht. Mede in dit kader heeft het Presidium van

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

Leergang Regiegemeente worden: effectiever (be)sturen

Leergang Regiegemeente worden: effectiever (be)sturen Leergang Regiegemeente worden: effectiever (be)sturen De gemeentelijke regierol Veel gemeenten ontwikkelen zich vandaag de dag tot regiegemeente. Dat betekent veelal dat ze meer taken uitbesteden, waarbij

Nadere informatie

een theorie. Dan weten we in welk domein we de diverse processen kunnen lokaliseren.

een theorie. Dan weten we in welk domein we de diverse processen kunnen lokaliseren. Samenvatting Inleiding In deze studie wordt een start gemaakt met de ontwikkeling van een toetsbare en bruikbare theorie over wetgeving, in het bijzonder over de werking van wetgeving. Wij weten weliswaar

Nadere informatie

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert Onderzoeksaanpak Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert september 2013 Rekenkamer Weert 1. Achtergrond en aanleiding Het grondbeleid van de gemeente Weert heeft tot doel bijdrage te leveren, met

Nadere informatie

Inleiding 7. 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11

Inleiding 7. 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11 Inhoudsopgave Inleiding 7 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11 2 Een nieuwe theorie: van bureaucratie naar casusorganisatie 25 2.1 Het bureaucratische principe 25 2.2 Webers

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

WHITEPAPER Nl-ANALYSE

WHITEPAPER Nl-ANALYSE WHITEPAPER Nl-ANALYSE Inhoudsopgave: 1. Wat is een Next Level-analyse? 2. Waarom een Next Level-analyse en wat is de toegevoegde waarde? 3. Hoe komt een Next Level-analyse tot stand? 4. Dan is er en analyse,

Nadere informatie

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Doel Ontwikkelen, implementeren, evalueren en bijstellen van beleid op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve van de instelling,

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

De Rotterdam, één van de hoofdgebouwen van de gemeente Rotterdam.

De Rotterdam, één van de hoofdgebouwen van de gemeente Rotterdam. De Rotterdam, één van de hoofdgebouwen van de gemeente Rotterdam. 1 Hoe heeft Rotterdam IB aangepakt en welke lessen zijn daaruit te trekken: valkuilen en beren. 2 De nieuwe organisatie: 5 primaire proces

Nadere informatie

FUWASYS Algemene Karakteristieken

FUWASYS Algemene Karakteristieken Blz. 1 Hoofdgroep karakter I Het betreft op zichzelf staande routinematige werkzaamheden, waarbij het effect van de werkzaamheden zich uitstrekt tot een beperkte groep medewerkers. Er zijn gedetailleerde

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

verbonden stichtingen

verbonden stichtingen verbonden stichtingen 1 inleiding aanleiding Capelle aan den IJssel werkt sinds enkele jaren met verbonden stichtingen. Zo bestaat sinds 2011 de stichting CapelleWerkt, is in 2014 de stichting Centrum

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Anne-Marie Poorthuis en Sjanneke Werkhoven De netwerkmultiloog is een methode om veel mensen in een organisatie te betrekken bij een organisatiethema

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Praktijkplein Titel: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Toepassing: Beknopte samenvatting van twee implementatiemethodieken en hun toepassing bij het implementeren van een operational

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Projectleidersoverleg Rijk Omgevingswet. Veranderteam Rijk. Contactpersoon Ruben Tieman. Datum 30 maart Kenmerk.

Projectleidersoverleg Rijk Omgevingswet. Veranderteam Rijk. Contactpersoon Ruben Tieman. Datum 30 maart Kenmerk. Projectleidersoverleg Rijk Omgevingswet Veranderteam Rijk Contactpersoon Ruben Tieman Datum Integraliteit Het thema integraliteit is een van de uitgangspunten achter de Omgevingswet, maar tegelijk tot

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Overheidsbeleid. Prof. dr. A. Hoogerwerf (red.) Een inleiding in de beleidswetenschap. Vijfde druk

Overheidsbeleid. Prof. dr. A. Hoogerwerf (red.) Een inleiding in de beleidswetenschap. Vijfde druk Overheidsbeleid Een inleiding in de beleidswetenschap Prof. dr. A. Hoogerwerf (red.) Vijfde druk Samsom H.D. Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn 1993 Inhoud Woord vooraf 13 I INLEIDING 15 Beleid, processen

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink Publieke waarde creëren Daniël van Geest en Peter Teesink Een kortere versie van onderstaand artikel verscheen eerder in het magazine Vensters Open 2. Het is geschreven door Peter Teesink, gemeentesecretaris

Nadere informatie

Missionstatement en core values

Missionstatement en core values Missionstatement en core values Inhoud 1 Het formuleren van missionstatement en core values... 1 2 Het maken en uitdragen van missie en kernwaarden... 5 1 Het formuleren van missionstatement en core values

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 De thematiek

1 Inleiding. 1.1 De thematiek 1 Inleiding 1.1 De thematiek Voor ondernemers is de relatie tussen organisatie en markt van cruciaal belang. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de markt. De omzet wordt tenslotte op de markt

Nadere informatie

Hoe ontwikkelen interne niet-geformaliseerde organisatienetwerken zich en hoe wordt deze ontwikkeling door actoren in het netwerk ervaren?

Hoe ontwikkelen interne niet-geformaliseerde organisatienetwerken zich en hoe wordt deze ontwikkeling door actoren in het netwerk ervaren? Hoe ontwikkelen interne niet-geformaliseerde organisatienetwerken zich en hoe wordt deze ontwikkeling door actoren in het netwerk ervaren? Definitie - Hoe is het netwerk ontstaan? - Hoe is het netwerk

Nadere informatie

3 Wat betekent dit voor de medezeggenschap en de bestuurder?

3 Wat betekent dit voor de medezeggenschap en de bestuurder? 3 Wat betekent dit voor de medezeggenschap en de bestuurder? DE overheid bestaat niet. In dit boek gaat het niet alleen om de verschillende rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden maar ook om de

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

A&O Inspiratiesessie. Henk Wesseling 26-11-2015

A&O Inspiratiesessie. Henk Wesseling 26-11-2015 A&O Inspiratiesessie Henk Wesseling 26-11-2015 1 Uitgangspunten 1. Datagedreven sturing gaat om het slimmer verzamelen en analyseren van data en verwerken hiervan tot kennis, op basis waarvan we handelen.

Nadere informatie

Samen vormgeven aan de toekomst

Samen vormgeven aan de toekomst Policy Design Studio Samen vormgeven aan de toekomst Sinds het voorjaar van 2015 brengen wij de Policy Design Studio in praktijk. Een kansgerichte manier om de toekomst tegemoet te treden. Wij raken steeds

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid Onderzoeksopzet Armoedebeleid Rekenkamercommissie gemeente Heerenveen juni 2011. Rekenkamercommissie Heerenveen Onderzoeksopzet armoedebeleid 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

Herinnert u zich dit plaatje nog?

Herinnert u zich dit plaatje nog? Herinnert u zich dit plaatje nog? Bruggen bouwen Dichten van de kloof tussen onderwijs en ict door inzet i-coaches tussenstand bij het onderzoek naar succesvolle I-coachingstrajecten Janny Kappert,

Nadere informatie

De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering

De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering Dr. Gerard Molleman NIGZ-Centrum Kennis & Kwaliteit 9 november 2007 Wilma Rouwenhorst (1915-2000) Pionier

Nadere informatie

Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A.

Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A. Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A. ter Haar Samenvatting In dit proefschrift is de aard en het

Nadere informatie

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR) Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer

Nadere informatie

2.2 Argumenten voor het instellen van overheden 2.3 Verklaringen voor ondoelmatig overheidsbeleid 2.4 Samenvatting

2.2 Argumenten voor het instellen van overheden 2.3 Verklaringen voor ondoelmatig overheidsbeleid 2.4 Samenvatting Inhoud Woord vooraf Deel I Inleiding 1. Beleid, processen en effecten 1.1 Beleid en beleidswetenschap 1.2 De beleidsinhoud 1.3 Het beleidsproces 1.4 De beleidseffecten 1.5 Het beheer van de beleidsorganisatie

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management 1 Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische

Nadere informatie

Vergroting van het rendement van beleidsonderzoek

Vergroting van het rendement van beleidsonderzoek Vergroting van het rendement van beleidsonderzoek Werksessie: Effectieve beleidsondersteuning met kennis Yvonne Prince Congres Kennisintensieve beleidsontwikkeling in praktijk, Zoetermeer, 2 april 2014

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding Gemeentelijke regisseurs Regisseren en de kunst van de verleiding Van traditioneel management naar modern regisseren De gemeente heeft de regie dat gebeurt niet zomaar, en ook niet van de ene op de andere

Nadere informatie

Toezichtvisie van de Raad van Toezicht

Toezichtvisie van de Raad van Toezicht Toezichtvisie van de Raad van Toezicht Aldus vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d.14 december 2015 Toezichtvisie 2015-2022 Tegen de achtergrond van het discussiestuk van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Management. Analyse Sourcing Management

Management. Analyse Sourcing Management Management Analyse Sourcing Management Management Business Driven Management Informatie- en communicatietoepassingen zijn onmisbaar geworden in de dagelijkse praktijk van uw organisatie. Steeds meer

Nadere informatie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie Verkenning Prioriteiten e Justitie De Raad Justitie en Binnenlandse zaken van de EU heeft in november 2008 het eerste Meerjarenactieplan 2009 2013 voor Europese e justitie opgesteld. Op 6 december 2013

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Vraagstelling fundamentele vragen

Vraagstelling fundamentele vragen Vraagstelling De roerige tijden van bezuinigingen op lokaal en Rijksniveau zorgen ervoor dat geldstromen kritisch onder de loep worden genomen. Zowel door de uitvoerende organisaties, als door de subsidieverstrekkers,

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015 MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN Ruysdael onderzoek 2015 Succes maak je samen Ruysdael is gespecialiseerd in innovatie van mens en organisatie. Vanuit de overtuiging dat je samen duurzame meerwaarde creëert.

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Profielschets. Ondernemende school

Profielschets. Ondernemende school Profielschets Ondernemende school Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel: 023 534 11 58 fax: 023 534 59 00 1 Scholen met Succes Een school

Nadere informatie

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet Notitie onderzoeksopzet Rekenkamerrapport: Burgerparticipatie en de rol van de raad 25 mei 2016 Rekenkamercommissie Medemblik - Opmeer 1 Inhoudsopgave 1 Aanleiding onderzoek 3 2 Inleiding, doelstelling

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Tool VeiligHeidsHuizen. Gemeentelijke regie

Tool VeiligHeidsHuizen. Gemeentelijke regie Tool VeiligHeidsHuizen Gemeentelijke regie Tool gemeentelijke regie 1 : Inleiding Regie is een bijzondere vorm van sturen en is gericht op de afstemming van actoren, hun doelen en handelingen tot een min

Nadere informatie

Conclusies veranderen van organisatiecultuur

Conclusies veranderen van organisatiecultuur Hoofdstuk 11 Conclusies veranderen van organisatiecultuur In dit deel heb ik de basisprincipes en ingrediënten beschreven van de voor cultuurveranderingen in organisaties. 114 Leiders in cultuurverandering

Nadere informatie

De toekomst van consultancy

De toekomst van consultancy De toekomst van consultancy Course Assignment Management Consulting 5 oktober 2013 Teska Koch 2518936 Teska.koch@hotmail.com Word count: 1.510 Een kijkje in de glazen bol: Wat is de toekomst van consultancy?

Nadere informatie

Een Netwerkoverheid in een Netwerksamenleving. Prof. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies

Een Netwerkoverheid in een Netwerksamenleving. Prof. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies Een Netwerkoverheid in een Netwerksamenleving Prof. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies Netwerkoverheid en Netwerksamenleving Een netwerksamenleving is een moderne samenleving met een infrastructuur

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

Leren implementeren. Waar sta jij met Leren implementeren? Leren in de wijk 30 januari2017 Karlijn Stals, programmaleidervakmanschapnji

Leren implementeren. Waar sta jij met Leren implementeren? Leren in de wijk 30 januari2017 Karlijn Stals, programmaleidervakmanschapnji Leren implementeren Leren in de wijk 30 januari2017 Karlijn Stals, programmaleidervakmanschapnji Ik weet alles over implementeren en kan het ook heel goed! Ik sta voor een afgebakende, overzichtelijke

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Public Value Een introductie

Public Value Een introductie Public Value Een introductie Zwolle, 3 oktober 2018 Gerwin Nijeboer waarde creëren in het gemeenschappelijk belang voor het welzijn van het individu en de samenleving. Belangrijk: Public is NIET gelimiteerd

Nadere informatie

De dimensies van het coachen

De dimensies van het coachen A-H04-def 13-05-2003 16:22 Pagina 25 4 De dimensies van het coachen Lilian Soerel 4.1 Inleiding Het is ondertussen heel geaccepteerd dat managers bij een derde advies inwinnen. Maar is dit coachen? Het

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen

Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen Het succesvol doorvoeren van organisatieverandering vraagt nogal wat. De uitdaging is om de beoogde verandering werkbaar te maken en te borgen

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector 1 Inhoudsopgave Introductie Onderzoekskader Methodologie Resultaten Conclusie Aanbevelingen 2 Introductie

Nadere informatie

MET VERTROUWEN VERANTWOORDEN. Publieksversie van een onderzoek naar de mogelijkheden om verantwoording in de vo-sector te verbeteren

MET VERTROUWEN VERANTWOORDEN. Publieksversie van een onderzoek naar de mogelijkheden om verantwoording in de vo-sector te verbeteren MET VERTROUWEN VERANTWOORDEN Publieksversie van een onderzoek naar de mogelijkheden om verantwoording in de vo-sector te verbeteren Verantwoording wordt steeds urgenter in het voortgezet onderwijs: vanuit

Nadere informatie

http://keyconet.eun.org

http://keyconet.eun.org Europees Beleidsnetwerk met betrekking tot Sleutelcompetenties in het onderwijs http://keyconet.eun.org it her Health & Consumers Santé & Consommateurs Over het KeyCoNet project KeyCoNet (2012-14) is een

Nadere informatie

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Bijlage I Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Uit het onderzoek naar de ervaren regeldruk rondom kwaliteitszorg komt naar voren dat regeldruk niet zozeer in specifieke regels zit,

Nadere informatie

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT Vervolgonderzoek Op eigen kracht over de voorwaarden voor een doeltreffend en doelmatig functioneren van Sociale Wijkzorgteams Januari 2016 1 AANLEIDING Op 16 oktober 2015 publiceerde de Rekenkamer Den

Nadere informatie

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O. 2012-2013 CultuurlinC, marktplaats cultuureducatie Roosendaal biedt de cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw Voortgezet Onderwijs aan. Aanleiding

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Leergang Regiegemeente worden: effectiever (be)sturen

Leergang Regiegemeente worden: effectiever (be)sturen Leergang Regiegemeente worden: effectiever (be)sturen De gemeentelijke regierol Veel gemeenten ontwikkelen zich vandaag de dag tot regiegemeente. Even afgezien van de term, daar valt op af te dingen: het

Nadere informatie

Basisgegevens. Algemene karakteristieken

Basisgegevens. Algemene karakteristieken Basisgegevens Functiebenaming: Beleidsmedewerker Dienstonderdeel/post: Ambassade Washington Functieniveau: 09 Aantal uren: Min/Max AO 2040 uur per week Formatieplaatsnr: bovenformatief (tijdelijke functie

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Sociaal ondernemerschap & de overheid. Prof. Dr. Mark van Twist

Sociaal ondernemerschap & de overheid. Prof. Dr. Mark van Twist Sociaal & de overheid Ondernemers zijn steeds vaker te vinden op de vervagende grenzen tussen markt, overheid en samenleving. Een ICT bedrijf met autistische werknemers met een Wajong-uitkering of een

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Ongemak van autonomie

Ongemak van autonomie Ongemak van autonomie Sturen van onderwijskwaliteit in het primair onderwijs prof.dr. Martijn van der Steen (NSOB) NSOB USBO TIAS Aanleiding Het belang van onderwijskwaliteit: breed gedeeld Sturing van

Nadere informatie

Samen sterk in het sociaal domein

Samen sterk in het sociaal domein Samen sterk in het sociaal domein Duurzaam organiseren van het sociaal domein door intergemeentelijke samenwerking In dit artikel gaan we in op de meerwaarde van samenwerking tussen gemeenten in het sociaal

Nadere informatie

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare zorg Regio Arnhem Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niet-toewijsbare zorg Dit is een toelichting bij het instrument Effectenanalyse

Nadere informatie