Economie en recht, onderdeel Recht Propedeuse

Transcriptie

1 Economie en Recht, onderdeel Recht Cursuscode: MPNL-ER-14 Collegejaar : Looptijd cursus: 10 weken Voltijd Cursustype: materie Verplicht Cursusbeheerder: Esther Simons Auteur cursuswijzer: Esther Simons: esther.simons@hu.nl, Datum van vrijgave: 1 juli 2016, Utrecht, 2011 Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. Economie en recht, onderdeel Recht Propedeuse

2 Inhoudsopgave 1 Inhoud 3 2 Opleidingsdoel, eindtermen en leerdoelen 2 3 Plaats in het curriculum en relatie met andere cursussen 4 4 Studiebelasting 5 5 Voorkennis en ingangseisen 5 6 Vrijstellingsmogelijkheden 6 7 Competenties 6 8 Vorm en begeleiding 7 9 Toetsing en beoordeling 9 10 Materiaal en verplichte literatuur 9 11 Evaluatie 9 2/10

3 1 Inhoud Deze cursuswijzer is een 'gebruiksaanwijzing' voor het volgen van de cursus Economie en Recht, onderdeel Recht in het generieke deel van de propedeuse. In deze cursuswijzer vind je formele gegevens, zoals studiebelasting, verplichte literatuur, leerdoelen etc. Voor aanvullend materiaal met betrekking tot het onderwijsprogramma verwijzen we naar de sharepointsite: 14/default.aspx. op de site vind je per week de studentactiviteiten en planning en per week de voorgeschreven opdrachten, alsmede het aanvullend lesmateriaal en de proeftoets. Dit jaar wordt er ook gewerkt in de digitale leeromgeving binnen Hubl. Een verwijzing naar de hubl-site vind je op de sharepointsite. In deze cursus zul je waarschijnlijk voor het eerst kennismaken met het vakgebied Recht. We beginnen met een inleiding in wat recht nu eigenlijk is, welke rechtsgebieden kunnen we onderscheiden, wat is een wet, welke andere regelgeving valt er te onderscheiden en natuurlijk hoe kun je het beste met je wetteksten werken. Na de inleiding wordt een start gemaakt met een systematische aanpak van het algemeen vermogensrecht, waarbij vooral het verbintenissenrecht centraal staat. Niet alleen verbintenissen uit de wet maar ook verbintenissen uit contract zullen worden behandeld in de ruimste zin van het woord. Tot slot behandelen we het goederenrecht. Steeds wordt de stof behandeld vanuit probleemsituaties uit de beroepspraktijk. We verwachten een actieve houding van je. Je bent zelf eigenaar van je leerproces en dient dan ook zelf actief deel te nemen aan de verschillende onderdelen van de cursus. Om diep leren te bereiken dien je alle fasen van de complete leercyclus waaruit deze cursus is ontwikkeld te doorlopen. Die leercyclus bestaat uit de volgende onderdelen: Voorbereiding: bestuderen van stof en huiswerkopgaven maken. Bezoek instructiecollege: checken of stof begrepen is, verduidelijking van knelpunten vragen, stof in praktische context zien, beter begrijpen aan de hand van voorbeelden. Bezoek tutorial: bestaande uit twee onderdelen: 1. opdracht gestuurd onderwijs ( in groepjes zelfstandig werken aan opdrachten) 2. feedback krijgen op de opdracht(en) van het zelfstandig werken en op de huiswerkopdrachten etc. Reflectie: terugkijken op feedbackcollege, aantekeningen ordenen, herhalen, oefenen met de op hubl opgenomen quizvragen en met toetsvragen op de site van Noordhoff. Iedere week komt een onderwerp aan de orde volgens de planning die is opgenomen op sharepoint en op hubl. Bekijk dat schema globaal en volg het per week op de voet. We hopen dat je deze cursus met veel plezier volgt en staan open voor kritiek en suggesties ter verbetering. Docenten Recht 3/10

4 2 Opleidingsdoel, eindtermen en leerdoelen Opleidingsdoel Het hoofddoel van het onderdeel recht van de module Economie en Recht is om studenten vertrouwd te maken met de belangrijkste begrippen van het privaatrecht, met name van het vermogensrecht. Zij zullen in hun latere beroepspraktijk te maken krijgen met complexe organisaties, waarin het, onder meer, hun taak zal zijn juridische vraagstukken en problemen te herkennen, te analyseren en daarvoor eventueel oplossingen aan te dragen of deskundigen te raadplegen. Eindtermen Bij de cursus recht staat, naast een gedegen theoretische kennis, de oplossing van (eenvoudige) juridische probleemgevallen (casuïstiek) centraal. Het gaat steeds om praktijkgevallen met feiten, relaties en gebeurtenissen, waarin één of meer juridische problemen schuilgaan. Van de student wordt een analyse en deugdelijke oplossing van de in de casus opgesloten problematiek verlangd. Inhoudelijk komt met name de juridische relatie van bedrijven met derden aan de orde. Te denken valt aan leveranciers, afnemers en personeel. Leerdoelen 1. Studenten kennen de grondbeginselen van het recht, de daarbij behorende rechtsgebieden en de rechtsbronnen. 2. Studenten doorgronden het systeem van het BW en kunnen wetsartikelen opzoeken, lezen, begrijpen en toepassen. 3. Studenten kennen de belangrijkste begrippen uit het algemeen vermogensrecht, weten ze in het BW te vinden en kunnen ze herkennen in concrete situaties. 4. Studenten kennen de belangrijkste begrippen van het verbintenissenrecht en kunnen deze herkennen in concrete situaties. 5. Studenten kunnen bepalen wanneer er sprake is van een rechtmatige, dan wel onrechtmatige daad, alsmede wanneer er, in het laatste geval, sprake is van een schadevergoedingsplicht. 6. Studenten kennen de belangrijkste begrippen van het goederenrecht en de wijzen van verkrijging van goederen beschrijven en toepassen. 4/10

5 3 Plaats in het curriculum en relatie met andere cursussen Deze cursus is een onderdeel van de cursus Economie en recht en behoort tot het generieke deel van de propedeuse. Relaties met andere cursussen zijn er zijdelings, voor zover er juridische aspecten aan de orde komen. Meer inhoudelijk is er een relatie met het Business Project. Ondersteunend voor deze projecten zijn de onderwerpen met betrekking tot de overeenkomst, aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad en wanprestatie. In het Business Project wordt op het onderwerp onrechtmatige daad dieper ingegaan. Hier komt de productaansprakelijkheid van producenten aan de orde. Daarnaast wordt ook een inleiding in de basisbegrippen van het Europese Recht gegeven. 4 Studiebelasting De totale studiebelasting per student voor de cursus Economie en recht is 140 uur. Voor het onderdeel Recht is dat de helft, 70 uren. Deze 70 studentbelastinguren worden als volgt verdeeld: Onderdeel Tijd Uren Uren per week totaal Voorbereiden, stof bestuderen, opdrachten uitwerken, 1 x per week 4,5 uur 32,5 3,5 uur zelfstudie per week tijdens 7 lesweken aantekeningen verwerken, e.d Instructiecollege volgen 1 x per week 1 uur 7 3,5 uur contacttijd per week Tutorial volgen (bestaande uit 1x per week 2,5 17,5 tijdens 7 lesweken OGO en feedback) uur Voorbereiden tentamen 14 4 uur en 40 min. studeren per week, tijdens 3 organisatie/tentamenweken Totaal per onderdeel van de cursus ER 70 Gemiddeld 7 uur studie per week over 10 weken 5 Voorkennis en ingangseisen Er zijn voor deze cursus geen specifieke voorkennis of ingangseisen vereist. Omdat het gaat om een cursus in de propedeuse behoeft er ook geen voorafgaande cursus te zijn behaald. Algemene competenties die nodig zijn om de cursus met goed gevolg te doorlopen, zijn vooral gelegen in houdingsaspecten zoals motivatie, planmatig en gestructureerd kunnen werken en in het samen kunnen werken met anderen. De cursus vraagt een actieve houding van de student. Vereist is (onder meer) een goede voorbereiding van het instructiecollege en de feedbackcolleges inhoudende dat studenten de voorgeschreven lesstof hebben bestudeerd en de opgaven hebben gemaakt. Daarnaast wordt inzet bij het Zelfstandig werken verlangd. 5/10

6 6 Vrijstellingsmogelijkheden Indien gelijkwaardige stof in een andere onderwijsinstelling is bestudeerd en met goed gevolg getentamineerd, kan via een verzoekschrift aan de examencommissie (zie sharepoint) en in overleg met de cursuscoördinator van deze cursus vrijstelling wordt gegeven. 7 Competenties De domeincompetentie voor studenten die studeren aan de Faculteit Economie en Management en die relevant is voor deze cursus is: het analyseren van juridische aspecten. Deze domeincompetentie vinden we terug in de algemene competenties van de propedeuse die op deze cursus van toepassing zijn. Dit zijn: 1.Analytisch vermogen: selecteren van feiten op juridische relevantie en formuleren van een of meer rechtsvragen op basis van die juridisch relevante feiten. 2.Oordeelsvorming: afwegen van juridische argumenten en maatschappelijke factoren en concipiëren van een (bindende) oordeel/beslissing inzake rechtsvragen, op basis van feitenmateriaal en het recht zoals dat in de rechtsbronnen ligt besloten. 3.Probleemoplossend vermogen: geven van juridisch advies op basis van een diagnose en een (voorlopige) beslissing/advies ten aanzien van schadeclaims (o.a. wanprestatie en onrechtmatige daad), en adviseren ten aanzien van andere eenvoudige juridische aangelegenheden zoals rond het overeenkomstenrecht. 4.Omgevingsgericht handelen: het aanleren van een contextgevoelige houding met oog voor de verschillende belangen van partijen. 5. Vermogen tot samenwerken: het vormen van een bruggenbouwer tussen de verschillende afdelingen in een bedrijf, rekening houdende met de verschillende belangen en achtergronden van personen. 6.Communicatief vermogen (schriftelijke en mondeling): het geven van mondeling en/of schriftelijk uitleg over verschillende juridische vraagstukken. 6/10

7 8 Vorm en begeleiding 8.1 Werkvormen De cursus Economie en Recht heeft een vaste opzet met 2 lesblokken per week, voor elk onderdeel, Economie en Recht een lesblok. Elk lesblok beslaat 3,5 uur (aangezien er na het instructiecollege 10 minuten wisseltijd is en tijdens het tutorial een pauze is van 20 minuten is de effectieve lestijd 3 uur) en bestaat achtereenvolgens uit: Een instructiecollege van 60 min. (effectief 50 min. college + 10 min. wisseltijd), met drie klassen tegelijk in een collegezaal. Studenten dienen voorafgaand aan dit college de lesstof hebben bestudeerd. Zonder voorafgaande bestudering is het college niet of niet goed te volgen. De docent licht de stof toe aan de hand van een concrete casus (praktijksituatie), beantwoordt vragen, checkt of studenten de stof begrepen hebben en geeft studenten gerichte tips mee voor de zelfstudietijd. Daarnaast geeft de docent achtergrondinformatie over recente ontwikkelingen in het vak om meer inzicht te geven in en enthousiast te maken voor het vakgebied. Het tutorial van150 min. (effectief 130 min. want 20 min. pauze) per klas. Het eerste uur van het tutorial (ook wel werkcollege genoemd) wordt besteed aan opdracht gestuurd onderwijs. Dit betekent dat studenten werken in groepjes van twee of drie aan de verwerking van de stof door middel van een of meer opdrachten. De docent is aanwezig en kan de studenten helpen en adviezen geven, maar de opdracht slaat direct terug op de stof uit het instructiecollege en kan (grotendeels) zelfstandig worden gemaakt. Na de pauze wordt de opdracht klassikaal besproken. De docent kan desgewenst een groepje studenten vragen om de opdracht voor de klas uit te werken. Hierna worden de huiswerkopgaven behandeld. Dit alles door middel van interactie met de studenten. Schematisch: onderdeel tijdsduur groep docenten instructiecollege 50 min min. wisseltijd 90 stud. 1 tutorial 150 min min. pauze 30 stud Soorten opdrachten Zowel in het instructiecollege, als bij het tutorial worden cases behandeld. Dit kunnen zijn de opdrachten voor het opdracht gestuurd onderwijs als de open vragen uit het studieboek en/of de voorgeschreven opgaven van de sharepointsite. Daarnaast wordt er geoefend met meerkeuzevragen uit het studieboek ter voorbereiding op het tentamen. Deze meerkeuzevragen worden in het tutorial besproken. 8.3 Begeleiding Tijdens alle werkvormen hebben de studenten de gelegenheid om over de juridische onderwerpen van de cursus vragen te stellen. De docent zal door middel van het bespreken van cases aansluiten bij de te 7/10

8 bestuderen stof. Feedback wordt gegeven in het instructiecollege (globaal checken of stof begrepen is), bij het opdracht gestuurd onderwijs (feedback op vragen van studenten) en in het tutorial (individueel en collectief feedback op opdrachten en activiteiten in de klas). De docent houdt de aanwezigheid bij het tutorial bij en ziet toe dat studenten hun huiswerk voorbereiden. Bij onvoldoende serieus voorbereid van het huiswerk of onvoldoende meedoen in de les, kan de docent besluiten tot de verplichting niet gemaakt huiswerk in de inleverbieb in te leveren en/of tot uitsluiting van het tutorial tot dat aan die verplichting(en) wel is voldaan. 8.4 Rol student Aanwezigheid: het is van belang dat de student aanwezig is bij het gehele lesblok. Aanwezigheid bij het tutorial is verplicht en wordt geregistreerd. De student dient de lesstof van de desbetreffende week te hebben bestudeerd. Daarnaast is bij het tutorial vereist dat de studenten de opgaven voor deze bijeenkomst, als ook het lesboek en de wettenbundel bij zich hebben. 8.5 Ondersteuningslessen voor bezemstudenten In blok B, C en D worden in week 3, 4 en 5 op dinsdag van uur ondersteuningslessen gegeven voor studenten die de cursus in voorgaande jaren nog niet hebben behaald. Inschrijving is verplicht. Er zijn 120 plaatsen. Na de start van de lessen is deelname niet meer mogelijk. Voorbereiding van de lessen is een vereiste. Daarnaast wordt tijdens de lessen een actieve deelname van de student verwacht. Zie voor meer informatie de sharepointsite. 9 Toetsing en beoordeling Tussentijdse feedback en toetsing is van wezenlijk belang om studenten te activeren, om inzicht te geven in hun capaciteiten, om leereffecten te stapelen en hun kennisniveau te laten groeien. In week 4 wordt tijdens het tutorial een tussentijdse toets gegeven die de studenten informatie geeft over hun kennisniveau op dat moment en de wijze van toetsing. Verder kunnen studenten zelfstandig ieder week vijf quizvragen op hubl maken. Individueel wordt digitaal feedback gegeven. Meer oefenmateriaal is verkrijgbaar via de site van Noordhoff (binnenin het lesboek vindt men een inlogcode). Uiterlijk in week 6 wordt de proeftoets op de sharepointsite en op hubl geplaatst. Deze wordt in week 7 in het tutorial in de klas besproken. Schriftelijk eindtentamen: Aan het einde van de cursus is er voor het onderdeel recht een schriftelijk tentamen. Het tentamen bestaat uit 40 meerkeuzevragen, vergelijkbaar met die opgenomen in het leerboek en de proeftoets op de sharepointsite. Tijdens het tentamen is het toegestaan de wetteksten voor HEO, (of een eerdere jaargang) te raadplegen. Andere wetteksten reeds in bezit van de student zijn te gebruiken na overleg met de docent Recht. In de bundel mogen geen bijschrijvingen staan, wel markeringen of 8/10

9 onderstrepingen. De tijdsduur van het tentamen is 120 minuten. Het tentamen kan per studiejaar eenmaal worden herkanst. Toetsvorm Weging Min. Cijfer Meerkeuzevragen economie 50% 5,5 Meerkeuzevragen recht 50% 5,5 10 Materiaal en verplichte literatuur Verplichte literatuur, aan te schaffen door de student: Titel: Grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht deel 1 Vermogensrecht Schrijver(s): Mr. A. M. M. M. van Zeijl ISBN: Druk: Negende Uitgever: Noordhoff Titel: Wetteksten voor HEO (of een eerdere jaargang in overleg met de docent ) Schrijver(s): ISBN: Druk: Uitgever: Noordhoff Verplichte literatuur, in pdf-bestand te verkrijgen via sharepointsite en hubl: Titel: Recht in Beeld ( blz. 9 t/m 16) Schrijver(s): Mr. C. J. Loonstra ISBN: Druk: Vierde Uitgever: noordhoff Aanbevolen literatuur: De eventueel door de docent uit te delen actuele teksten uit bijvoorbeeld dagbladen en verder op eigen initiatief van de student artikelen uit dagbladen, juridische tijdschriften en internetbronnen (zie de links op de site) die van toepassing zijn op de verschillende onderwerpen van de cursus. 11 Evaluatie 9/10

10 D e cursus wordt aan het einde van ieder blok geëvalueerd. De individuele docenten doen dit t door middel van zg. smileyformulieren. Ook wordt aan het einde van het tentamen een gestandaardiseerde evaluatie gehouden. Deze evaluaties worden in het docententeam besproken. Daarnaast wordt de cursus iedere periode geëvalueerd via de zogenaamde studentpanels. Hierdoor wordt informatie gekregen over mogelijke verbeterpunten voor de cursus. Ieder blok wordt door de cursuscoördinator daarop een reactie gegeven en -zo mogelijk en gewenst- wordt de cursus aangepast. 10/10