Versie 1.01 Datum Pedagogisch Beleidsplan voor Gastouderbureau Beiler Sprookjesboom

Transcriptie

1 Versie 1.01 Datum Pedagogisch Beleidsplan voor Gastouderbureau Beiler Sprookjesboom

2 Inhoudsopgave Pag Inleiding 1.1 Begeleiding 2. Doel 2.1 Pedagogisch doel Pag Visie op ontwikkeling 2.3 Visie op opvoeden 3 Ouders en afspraken 3.1 Ouderbeleid 3.2 Oudercommissie 3.3 Klachtenreglement Pag Wenbeleid 3.5 Ziekte 4 Kwaliteit 4.1 Opvoedkundig klimaat 4.2 Voorspelbaarheid in de omgeving 4.3 Voorspelbaarheid in gedrag Pag Gezondheid van het gastkind 5 De rol van de gastouder 5.1 Voorbeeldfunctie gastouder Pag Stimuleren van de ontwikkeling 5.3 Ontwikkelingsgebieden 5.4 Signalering en advisering door gastouders 5.5 Hygiëne Pag -8-6 Algemene zaken 6.1 Leeftijdscategorie 6.2 Normen en waarden 6.3 Dagritme 6.4 Speelgoed 7.0 Protocollen/ beleidsplan 2

3 1.0 Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Gastouderbureau Beiler Sprookjesboom, hierna te noemen BSB. Hierin staat beschreven welke uitgangspunten en werkwijzen worden gehanteerd en welke visie er is op de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. Dit plan is geen vastliggend plan en zal ook regelmatig bijgesteld worden. Immers, tijden veranderen, maar ook visies en niet ieder kind of iedere situatie is gelijk (dit zal ook niet allemaal beschreven kunnen worden). 1.1 Begeleiding Het BSB heeft een belangrijke rol bij de samenwerking tussen gastouder en vraagouder. Er wordt minimaal twee keer per jaar een bezoek gebracht aan de gastouder. Tijdens dit bezoek wordt er gekeken naar de risico-inventarisatie. Er zullen eventueel aanpassingen en nieuwe afspraken hierin gemaakt worden. De pedagogische aspecten komen aan bod en er kan eventueel aanvullende ondersteuning geboden worden. De gastouder en of vraagouder kunnen bij ons terecht voor eventueel vragen omtrent de opvoeding en ontwikkeling van het kind. 2. Doel BSB stelt zich als doel om kinderen op te vangen in een beschermde huiselijke omgeving, waarin zij d.m.v. spelen en ontdekken zich kunnen ontwikkelen. BSB streeft ernaar een ondersteunende rol bij de opvoeding te vervullen. De sfeer is belangrijk en er zal gestreefd worden naar een gemoedelijke, veilige, vertrouwde, vrolijke en gezellige sfeer. 2.1 Pedagogisch doel Er is sprake van een goed pedagogisch klimaat als kinderen zich in diverse opzichten optimaal kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, evenwichtige mensen. Dit evenwicht en deze zelfstandigheid realiseert BSB door situaties te creëren, die er voor zorg dragen dat kinderen zich prettig voelen, vertrouwen hebben in hun eigen kunnen, voor zichzelf op kunnen komen, respect ontwikkelen voor zichzelf en voor anderen, zelfstandig zijn en zich sociaal kunnen gedragen. Wat verstaat BSB onder deze begrippen (subdoelen): - Zelfstandigheid: zelfstandigheid en zelfvertrouwen groeien door te oefenen in het zelfdoen. Door te falen en terug te kunnen vallen op iemand die het kind begrijpt, krijgt het kind de kans het opnieuw te proberen. - Evenwichtigheid: om zich te kunnen ontwikkelen is het noodzakelijk dat een kind zich veilig en vertrouwd voelt en weet dat de gastouder er is als dat nodig is. Alleen als het kind voldoende vertrouwen in zichzelf en zijn gastouder heeft, zal het uitgroeien tot een evenwichtig individueel. - Vertrouwen: ieder kind heeft recht op een gastouder, die in de behoeftes van het kind voorziet. Een kind heeft behoefte aan slaap, voeding, aandacht en genegenheid. Als dit alles in voldoende mate aanwezig is, zal het kind vertrouwen opbouwen en op latere leeftijd ook zelf in staat zijn dit vertrouwen naar buiten toe uit te dragen. - Respect: ieder kind heeft recht op respect. Dat wil zeggen, dat het kind serieus genomen wordt en dat het kan rekenen op begrip en verdraagzaamheid. Pas als een kind dit zelf ervaart, kan het dit ook toepassen op zijn/haar omgeving. - Sociaal gedrag: een kind staat niet op zichzelf. Het maakt deel uit van een gezin, een groep, een klas. Het zal door middel van de reacties, die zijn/haar gedrag oproept bij anderen, zijn houding tegenover de buitenwereld moeten bepalen. BSB is er een voorstander van de kinderen zoveel als mogelijk hun eigen conflicten op te laten lossen en hierbij een ondersteunende functie te vervullen, rekening houdend met de ontwikkelingsfase van het kind. Ook zal BSB het kind ondersteunen in het voorkomen van conflicten. Gastouders dienen op de hoogte te zijn van het pedagogisch beleidsplan en daarnaar te handelen. 3

4 2.2 Visie op ontwikkeling Ieder kind is uniek en wordt geboren met in een bepaalde capaciteit aanwezige aanleg en eigenschappen. De omgeving waarin het kind zich bevindt speelt een grote rol in de ontwikkeling van die aanwezige aanleg en eigenschappen. Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is belangrijk dat ieder kind zich emotioneel veilig en geborgen voelt. Ook is het belangrijk dat ouders hun kind met een gerust hart achterlaten. Het is dus belangrijk dat een kind zich thuis voelt bij BSB. De gastouder moet een plek bieden waar kinderen met plezier komen. Eerste voorwaarde voor een vertrouwde omgeving is duidelijkheid scheppen voor de kinderen. Het kind moet weten waar het aan toe is. Daarom is het belangrijk dat er een vaste dagindeling is en er duidelijke regels zijn (maar niet een overdaad aan regels). Door sturing en begeleiding mag de opvoeder het kind tijdens zijn/haar ontwikkeling bijstaan, zonder daarbij de eigenheid van het kind nadelig te beïnvloeden. De kinderen leren samen spelen en een band op te bouwen met de andere kinderen en de gastouder. 2.3 Visie op opvoeden Opvoeden is een interactie. Het gebeurt overal en altijd, waarbij normen en waarden worden overgedragen. Het is de taak van de volwassen opvoeder het kind te stimuleren en te begeleiden zich te ontwikkelen naar de visie die hij/zij heeft op het mens zijn, waarbij hij/zij gebruik maakt van de kennis, die de volwassene heeft van de algemene ontwikkeling van kinderen. BSB wil een basis zijn waar kinderen zich optimaal kunnen ontplooien en ze de mogelijkheid geven om zich in vertrouwen te ontwikkelen in hun weg naar de volwassenheid. Dit wil BSB realiseren door het kind veiligheid te bieden, vertrouwen te leren hebben in zijn/haar eigen kunnen, respect bij te brengen voor zichzelf en voor anderen, het ontdekken van eigen mogelijkheden en het leren omgaan met regels en grenzen. BSB ziet de rol van de gastouder daarin als volgt: Zij biedt de structuur, waarin het kind zich veilig kan ontwikkelen. Zij ondersteunt en begeleidt het gedrag van het kind en sluit aan op zijn/haar ontwikkelingsniveau. Zij is consequent, handelt voor het kind voorspelbaar. Zij is gevoelig voor signalen van het kind. Zij biedt het kind de veiligheid om zijn/haar drang tot experimenteren te uiten. Zij respecteert de eigenheid van het kind zonder vooroordelen te hebben over ras en afkomst. Zij biedt het kind de mogelijkheid zich volledig te ontplooien zonder daarbij het kind iets op te leggen, met uitzondering van de geldende gedragsregels van BSB. 3 Ouders en afspraken 3.1 Ouderbeleid Als ouder wil je graag weten hoe je kind de dag heeft doorgebracht en of er bijzonderheden zijn geweest. Voor de gastouder is het handig om bijzonderheden over het kind te weten (bijv. heeft het kind last van zijn tandjes) Deze informatie-uitwisseling zal steeds mondeling plaatsvinden bij het brengen en halen, indien gewenst kan dit ook schriftelijk tot de leeftijd van 1 ½ jaar. Er zullen 1x per jaar evaluatiegesprekken worden gevoerd en indien gewenst kan er ook eerder een afspraak gepland worden. Er worden ouderavonden georganiseerd. 3.2 Oudercommissie BSB heeft een oudercommissie. De oudercommissie bestaat uit ouders die op vrijwillige basis een bijdrage leveren aan het beleid. Zij hebben een adviserende taak. 3.3 Klachtenreglement Indien een ouder een klacht heeft dan gaat onze voorkeur ernaar uit om dit eerst met de desbetreffende persoon/ medewerker te bespreken. Wanneer een ouder hier moeite mee heeft of dit niet naar volle tevredenheid verloopt, kan de ouder de leidinggevende aanspreken/ bellen. Ook 4

5 kunt u schriftelijk (eventueel anoniem) uw klacht bij ons indienen. Wanneer dit niet tot tevredenheid van de ouder verloopt dan kan hij/zij een klacht indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie SKK. U kunt hun website raadplegen Indien een ouder dit een stap te ver vindt dan kan hij/ zij ook informatie inwinnen bij de oudercommissie zij fungeren dan als klankbord maar niet als klachtencommissie. Er is ook een folder over de te nemen stappen, deze is te vinden op onze website. 3.4 Wenbeleid De wenperiode heeft tot doel de ouders en het kind vertrouwd te laten raken met de nieuwe situatie en heeft daarnaast voor BSB tot doel om in te spelen op de behoeftes van ouders en vooral van het kind, om een zo goed mogelijk klimaat te scheppen, waarin alle partijen zich thuis en zeker voelen. Er wordt met de ouders overlegd hoe een kindje het beste kan wennen. We raden aan om het kind mee te nemen tijdens het intakegesprek om vervolgens een afspraak te maken voor het kind om een dagdeel alleen te komen wennen. Ieder kind is anders en daarom zal per situatie bekeken worden wat het beste voor het kind is. 3.5 Ziekte Kinderen zijn vatbaar voor ziekten. Als een kind bij de gastouder ziek wordt, dan wordt er altijd contact opgenomen met de ouders. Als een kind zodanig ziek is dat hij/ zij het liefst thuis is dan wordt dit overlegd met de ouders. Valt het mee en heeft de groep geen hinder, dan mag het kind wel blijven. Indien een kind een besmettelijke ziekte heeft, dan zal hij/zij thuis moeten blijven. In overleg kunnen wij bepaalde medicijnen toedienen (bijv. zetpil, neusspray o.i.d. ) mits hiervoor het formulier medicijngebruik wordt ingevuld zie protocol ziekte/ medicijngebruik. 4 Kwaliteit Om zich te kunnen ontwikkelen is het van groot belang dat het kind zich veilig en geborgen voelt bij de gastouder. Het hebben van vertrouwen in de volwassene is de basis van waar uit het kind zich verder kan ontwikkelen en zelfvertrouwen opbouwt. De overgang van thuis naar het huis van de gastouder kan makkelijker verlopen, als het kind iets vertrouwds van thuis meeneemt, bijvoorbeeld een speen, een popje of doek waaraan het kind gehecht is. In de volgende paragrafen wordt beschreven op welke manieren de gastouder de veiligheid en geborgenheid van het kind kan bevorderen en waarborgen. 4.1 Opvoedkundig klimaat De gastouder dient een sfeer te creëren waarin het kind zich prettig en veilig voelt. Dit betekent allereerst dat de gastouder aandacht heeft voor het kind, bereid is om te luisteren naar het kind en de gevoelens en de mening van het kind serieus neemt. Aandacht voor het kind betekent ook meespelen, troosten, knuffelen. Maar ook het kind op gezette tijden alleen laten spelen en laten rusten. Die momenten bieden tevens de gelegenheid om het kind te observeren: hoe speelt het kind, is het misschien toe aan een andere stimulering t.b.v. zijn ontwikkeling: bijvoorbeeld ander speelgoed of creatieve activiteit, speelt het onrustig, (zo ja: wellicht is er teveel aanbod van speelgoed of te druk in de ruimte), hoe is zijn concentratie (elke leeftijd kent een andere lengte van concentratie), etc. 4.2 Voorspelbaarheid in de omgeving Een bepaalde voorspelbaarheid in de omgeving bij de gastouder is voor het kind nodig. Dit geeft het kind zekerheid. Hierbij kan gedacht worden aan een min of meer vaste dagindeling, waarin voor het kind herkenbare momenten zijn, aan een vaste plek waar het speelgoed opgeborgen wordt, etc. Vaste patronen geven het gastkind houvast. 4.3 Voorspelbaarheid in gedrag Ook de gastouder dient in haar gedrag een zekere voorspelbaarheid te hebben. Het kind moet van de gastouder op aan kunnen, moet voelen dat het op de gastouder kan bouwen. Hierbij spelen duidelijkheid omtrent regels en het consequent toepassen van deze regels een grote rol. 5

6 4.4 Gezondheid van het gastkind Vanzelfsprekend is het van belang dat de gastouder de gezondheid van het kind in de gaten houdt. De gastouder en vraagouder spreken onderling af wat te doen als een kind zich niet lekker voelt of ziek is. Ook wordt, indien van toepassing, het gebruik van medicijnen besproken en/of vastgelegd. Met betrekking tot ongevallen, vermoeden tot mishandeling en wiegendood heeft het gastouderbureau protocollen opgesteld, welke, evenals de Handleiding voor de Gastouder en Ouder, in de informatiemap zijn opgenomen. Hiertoe maakt het gastouderbureau jaarlijks een risico-inventarisatie op. Indiende (gast)ouder verbeteringen c.q. aanpassingen dient te verrichten, maakt het gastouderbureau een plan van aanpak op. In dit plan worden de termijnen genoemd waarbinnen deze verbeteringen c.q. aanpassingen aangebracht dienen te zijn. Het gastouderbureau controleert of dit binnen de termijn en op de juiste wijze is gedaan. Het gastouderbureau heeft hiertoe een aantal minimale eisen opgesteld. Te denken valt hierbij aan: - het aanbrengen van beveiligers op stopcontacten. - het afschermen van de trap met een traphekje. - het opbergen van schoonmaakmiddelen op een plaats waar het kind niet bij kan komen. - het bewaren van medicijnen op een plaats welke onbereikbaar is voor kinderen. - indien aanwezig: het afsluiten van een tuin en/of afschermen van een vijver. -voldoende goed functionerende rookmelders zijn wettelijk verplicht. Uiteraard zijn er nog meer veiligheidsaspecten te onderscheiden. In de risico inventarisatie veiligheid en het protocol hygiëne en gezondheid staat uitgebreid beschreven waar de woning aan dient te voldoen. 5 De rol van de gastouder De ontwikkeling van een kind dient gestimuleerd te worden door het creëren van voorwaarden door de mensen in de omgeving van het gastkind. Een gastouder speelt hierbij een zeer belangrijke rol. De gastouders van de Beiler Sprookjesboom hebben allen de juiste diploma s en zijn in het bezit van een kinder EHBO-diploma. De gastouder zorgt voor een achterwacht die bij calamiteiten inspringt. Eisen gastouder: Goede beheersing van de Nederlandse taal. In bezit van een diploma op minimaal MBO 2 niveau. Een verklaring omtrent gedrag van zichzelf en van eventueel volwassen huisgenoten. Lichamelijk en geestelijk gezond. Ervaring met werken met kinderen door opvoeden van eigen kinderen en/of door (vrijwilligers)werk. Beschikt over goede communicatieve vaardigheden en is in staat om contacten met ouders te onderhouden en afspraken te maken. Is voor langere tijd beschikbaar. Draagt zorg voor de ontwikkeling, veiligheid en welbevinden van het gastkind en stimuleert dit zoveel mogelijk door aanpassen van activiteiten. In bezit van een WA verzekering. 5.1 Voorbeeldfunctie gastouder De invloed van de gastouder op de ontwikkeling van het gastkind is groot. De gastouder is een belangrijk voorbeeld en een spiegel voor het gastkind. Het kind zal het gedrag van de gastouder overnemen, zowel in positieve als negatieve zin. De gastouder dient zich hiervan bewust te zijn. Het gastouderbureau stelt dit als meewegend selectiecriterium. Belangrijke normen en waarden als sociale omgangsregels, respect voor elkaar, elkaar laten uitpraten, niet gaan schelden als je het niet met elkaar eens bent, etc. is een onderdeel van de opvoedingsvisie van het gastouderbureau. De gastouder dient deze normen en waarden als vanzelfsprekend te hanteren. Dit betekent dat de gastouder actief dient in te grijpen, bijvoorbeeld door corrigeren, vragen stellen, uitleggen waarom dit niet geaccepteerd wordt etc. Rustig en consequent zijn, goed luisteren naar het kind door vragen te stellen en blijven uitleggen zijn in dergelijke situaties belangrijke peilers. 6

7 5.2 Stimuleren van de ontwikkeling Zoals reeds beschreven, wordt van een gastouder verwacht dat zij de ontwikkeling van het gastkind in positieve zin bevordert. De voorbeeldfunctie en het doen van bepaalde activiteiten of spelletjes zullen de ontwikkeling van het kind stimuleren. Een natuurlijke manier van omgaan met kinderen is belangrijk en intuïtie speelt hierbij een grote rol. Bij het gastgezin staat de natuurlijke "leefsituatie" immers centraal. Veel gastouders zijn in staat om op deze wijze een waardevolle bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een gastkind en vervullen zo een stimulerende rol in de ontwikkeling van het kind. Overigens kunnen ook de eigen kinderen van de gastouder soms, al dan niet bewust, een stimulerende invloed uitoefenen op de ontwikkeling van het gastkind. 5.3 Ontwikkelingsgebieden De ontwikkeling van een kind kan onderverdeeld worden in een aantal gebieden, welke elkaar soms zullen overlappen. Dit zijn: - de emotionele ontwikkeling: de ontwikkeling van het gevoelsleven van het kind. - de sociale ontwikkeling: het leren samenspelen en leren omgaan met andere kinderen en volwassenen. - de lichamelijke ontwikkeling: de ontwikkeling van de grove en de fijne motoriek, de ontwikkeling van de zintuigen en de seksuele ontwikkeling. - de creatieve ontwikkeling: het gaat hierbij om activiteiten waarbij het kind iets maakt en vormgeeft, bijvoorbeeld een tekening, een plakwerkje, iets maken van klei. Tegelijkertijd is dit een manier om zich te uiten en laat het kind zien wat hem bezighoudt. - de cognitieve ontwikkeling: de ontwikkeling van de taal en het denken.- de ontwikkeling van de zelfstandigheid: het aanleren van praktische vaardigheden, zodat het kind steeds meer zelfstandig wordt. 5.4 Signalering en advisering door gastouders Een gastkind komt vaak meerdere dagen per week bij de gastouder thuis, of de gastouder in het huis van het kind. De gastouder zal het kind dan ook steeds beter leren kennen en maakt de ontwikkeling van het kind van dichtbij mee. Het kan gebeuren dat de gastouder het idee heeft dat de ontwikkeling van het kind niet goed verloopt. Van gastouders wordt verwacht dat zij hun zorg bespreken met de vraagouders. Het is ook mogelijk dat een gastouder een vermoeden heeft dat het kind mishandeld wordt. Als de gastouder het moeilijk vindt dit met de ouders te bespreken, kan zij altijd contact opnemen met het gastouderbureau. Wanneer de zorg van de gastouder na bespreking met de vraagouders blijft bestaan, dient zij het gastouderbureau hiervan op de hoogte te stellen. 5.5 Hygiëne Het is van belang dat er een goede hygiëne is. Dit houdt in dat de lichamelijke verzorging goed moet zijn. Vieze neuzen worden afgeveegd met wegwerpdoekjes; er wordt op tijd verschoond, gewassen en zo nodig ingesmeerd met luierzalf. Niet alleen de lichamelijke verzorging van de kinderen is belangrijk, ook de lichamelijke verzorging van de gastouder. Na elke verschoning en toiletbezoek worden de handen, zoals in protocol Hygiëne aangegeven staat, gewassen. Verder wordt het huis goed schoon gehouden. Het huis hoeft niet een steriele omgeving te zijn, maar het moet wel goed schoon en fris zijn. Daarnaast moet ervoor worden gezorgd dat infectieziekten niet makkelijk kunnen worden overgedragen. Daarom is het extra belangrijk de handen te wassen: - voor het bereiden van voedsel; - voor het eten; - na het gebruik van het toilet; - na allerlei activiteiten, zoals buiten spelen, spelen met zand, verf of klei; - voor en na het verzorgen van wondjes. De aankleedtafel moet goed worden schoongemaakt met een sopje. Na elke verschoning wordt het aankleedkussen gedesinfecteerd. Ziektekiemen kunnen via handdoeken worden overgebracht, daarom moeten gastouder en kinderen 7

8 hun handen afdrogen aan droge, schone handdoeken. Snotneuzen moeten meteen worden schoongemaakt en het papier direct worden weggegooid. Ziektekiemen kunnen via de lucht worden overgebracht, daarom wordt er in huis goed geventileerd. Binnen hebben de kinderen sloffen aan. Speelgoed wordt schoongemaakt bij zichtbare vervuiling. En standaard 4 x per jaar. 6 Algemene zaken 6.1 Leeftijdscategorie De kinderen die door de gastouder worden opgevangen zijn tussen de 0 en 13 jaar. De grootte van de groep is: maximaal 6 kinderen van 0 tot 13 jaar (daarbij worden eigen kinderen van de gastouder tot 10 jaar meegeteld) maximaal 5 kinderen wanneer alle kinderen jonger dan 4 jaar zijn maximaal 4 kinderen van 0 en 1 jaar tegelijk aanwezig zijn (waarvan maximaal 2 kinderen van 0 jaar) 6.2 Normen en waarden Door de gastouders wordt er bewust omgegaan met het overbrengen van normen en waarden. Dit gebeurt door de manier van omgaan van gastouder met de kinderen maar ook door de kinderen onderling. Immers: goed voorbeeld doet volgen. Enkele uitgangspunten: Elkaar positief benaderen Respect en begrip hebben voor elkaar Rekening houden met elkaar Op een vriendelijke manier met elkaar omgaan Elkaar in de eigen waarde laten Elkaar troosten en steunen bij verdriet Voor kinderen vertaalt zich dat o.a. op de volgende manieren: Aardig zijn voor elkaar Niet slaan, schoppen, bijten (ruzie maken) Geen speelgoed afpakken Samen spelen, samen delen 6.3 Dagritme Voor de baby s geldt natuurlijk het ritme dat zij gewend zijn. Voor de andere kinderen geld een vast terug kerend ritme. Dit zorgt voor structuur. 6.4 Speelgoed Het speelgoed bij de gastouder is afgestemd op iedere leeftijd en elke ontwikkelingsfase. Hierdoor biedt dit voor ieder kind genoeg uitdaging en plezier. 7.0 Protocollen/ beleidsplan Op het gastouder bureau zijn diverse protocollen aanwezig, deze zijn eventueel digitaal te verkrijgen en staan op onze website. De volgende protocollen zijn aanwezig: Kindermishandeling Ziekte / medicijnen Hygiëne Elke gastouder draagt zorg voor een eigen pedagogisch beleidsplan. 8