Gemeente - OCMW. Erpe-Mere

Transcriptie

1 Gemeente - OCMW Erpe-Mere LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN

2 Voorwoord Het decreet over het lokaal sociaal beleid werd op 3 maart 2004 goedgekeurd door het Vlaams Parlement en op 19 maart 2004 door de Vlaamse Regering bekrachtigd. Dit decreet biedt een definitief kader voor de uitbouw van een geïntegreerd lokaal sociaal beleid. Het decreet lokaal sociaal beleid is een geheel van bepalingen en acties van het lokaal bestuur in samenspraak met locale actoren met de bedoeling om iedere burger een betere toegang tot de economische, culturele en sociale rechten, zoals opgesomd in artikel 23 van de grondwet, te garanderen. Deze grondrechten zijn : wonen, arbeid, culturele en maatschappelijke ontplooiing, gezond leefmilieu, gezondheid, sociale en juridische bijstand, onderwijs en sociale zekerheid. Het moet de intentie zijn om de ongelijkheid tussen de burgers m.b.t. de toegang tot en de uitoefening van deze rechten weg te werken. In het kader van dit decreet hebben het OCMW en het gemeentebestuur, de centrale actoren in het lokaal sociaal beleid, in 2005 voor het eerst een gezamenlijk Lokaal Sociaal Beleidsplan opgemaakt dat voor de periode Tegen eind 2007 diende een tweede plan te worden opgemaakt voor een periode van 6 jaar (tot eind 2013). Dit lokaal sociaal beleidsplan omvat volgende onderdelen: - een omgevingsanalyse, zowel kwantitatief als kwalitatief; - de visie van het bestuur op lokaal sociaal beleid; - een meerjarenplan met betrekking tot de realisatie van de doelstellingen met vermelding van de gewenste acties en inzet van lokale middelen, - een taakverdeling en werkafspraken tussen de gemeente en het OCMW met betrekking tot de uitvoering van het meerjarenplan; - een beschrijving van de participatiewijze van zowel de bevolking als de lokale actoren bij de voorbereiding, de uitvoering en de voortgang van het beleidsplan. - de wijze van integratie van andere beleidsplannen, in het bijzonder het beleidsplan Kinderopvang, in het lokaal sociaal beleidsplan. In het decreet wordt veel aandacht besteed aan samenwerking en participatie bij de planning en uitvoering van het beleidsplan. Dit betekent in de praktijk : - samenwerking tussen gemeente en OCMW; - samenwerking met lokale actoren; - participatie van de burger; - aandacht voor groepen met minder behartigde belangen; Concreet werd gestart met de opmaak van een omgevingsanalyse. Er is vooreerst een kwantitatieve omgevingsanalyse met de bedoeling om aan de hand van cijfergegevens uit de sociale conjunctuurbarometer een beeld te schetsen van de van de gemeente op vlak van o.m. evolutie van de bevolking, tewerkstelling, woningen, ouderenvoorzieningen. 2

3 Bij de opmaak van de kwalitatieve omgevingsanalyse werden ook de lokale actoren betrokken via de diverse werkgroepen. De werking van deze werkgroepen was cruciaal voor de inhoudelijke vormgeving van dit plan: per cluster werden op basis van de diverse besprekingen en de opgemaakte SWOTanalyse een aantal strategische en operationele doelstellingen geformuleerd vervolgens werden vertaald naar concrete acties. Al deze doelstellingen zijn terug te vinden in de meerjarenplanning. De medewerking en inbreng van de vele lokale actoren welke vrijwillig hieraan hebben meegewerkt en hiervoor vele vergaderingen en besprekingen hebben bijgewoond was van onschatbare waarde. Er waren in totaal meer dan 20 vergaderingen, verspreid over de diverse werkgroepen, om te komen tot de opmaak van deze doelstellingen. Er werd dus bepaald niet over één nacht ijs gegaan bij de besluitvorming en hierbij wil ik deze actoren dan ook bedanken voor hun medewerking en hen hierbij ook uitnodigen om verder te werken aan de uitwerking en realisatie van de doelstellingen, wat beslist een grote uitdaging wordt. Het is uiteindelijk de bedoeling dat het project lokaal sociaal beleid, via acties van lokale actoren en lokale besturen, een toegankelijke, sociale dienstverlening realiseert waarin de burger vlot de weg vindt. Hiertoe is het nog op te richten Sociaal Huis het belangrijkste middel. Het Bestuur heeft ervoor geopteerd om prioriteit te geven aan het lokaal sociaal beleidsplan en het concept van het Sociaal Huis te bepalen in functie ervan. Daarom werd reeds in in oktober 2006 bij de Vlaamse Overheid uitstel aangevraagd voor de oprichting van het Sociaal Huis in Erpe-Mere. Dit uitstel werd toegekend tot uiterlijk 22 mei

4

5 INHOUDSTAFEL Voorwoord... 2 INHOUDSTAFEL... 5 HOOFSTUK 1. : OMGEVINGSANALYSE... 7 Deel I: KWANTITATIEVE OMGEVINGSANALYSE... 7 Inleiding Demografische gegegevens Bevolkingsaantal, -evolutie en dichtheid Bevolking naar geslacht Bevolking naar leeftijdscategorieën Bevolking naar burgerlijke stand : Niet-Belgen naar geslacht Loop van de bevolking (geboorte en sterfte) Loop van de bevolking (migratiesaldo) Private huishoudens Familiekernen Huwelijken en echtscheidingen Bevolkingsprognose naar geslacht Bevolkingsprognose naar leeftijd, 0-19 jaar Bevolkingsprognose naar leeftijd, jaar Bevolkingsprognose naar leeftijd, Bevolkingscoëfficiënten: interne vergrijzing, familiale zorgindex, grijze druk en verouderingscoëfficiënt Bevolkingscoëfficiënten: doorstromingscoëfficiënt, groende druk en afhankelijkheidsratio Bodembezetting: bebouwde oppervlakte Conclusies Sociaal-economische indicatoren Gemiddeld inkomen per inwoner Activiteits-, werkgelegenheids- en werkzaamheidsgraad Werkloosheidsgraad naar geslacht De niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) per categorie De niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) volgens studieniveau Indicatoren rond Wonen Woningen naar typologie en bewonerstitel, Gemiddelde verkoopprijzen van de bouwgronden en de woningen Sociale woningen Kandidaat-huurders Tegemoetkomingen: provinciaal en Vlaams Woonfiche Erpe-Mere Indicatoren rond gezondheid en kansarmoede Aantal begunstigden v/d zorgverzekering Aantal personen met een gewaarborgd inkomen voor bejaarden en inkomensgarantie voor ouderen Aantal rechthebbenden op een integratietegemoetkoming (IT) of een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) Aantal begunstigden verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering Aantal leefloners naar geslacht en aantal jonge leefloners (-25 jaar) Geboortes in kansarme gezinnen Indicatoren rond kinderopvang Aantal plaatsen in de kinderopvang, Indicatoren rond bejaardenvoorzieningen Spreiding geleverde uren gezinszorg in Spreiding geleverde uren poetshulp in Capaciteit en programmatiecijfers centra voor kortverblijf Aantal erkende bedden en programmacijfers rusthuizen en serviceflats...53 Deel II: KWALITATIEVE OMGEVINGSANALYSE...54 Inleiding

6 1. Werkgroep Kansarmoede + Sociale dienstverlening Leden werkgroep Actoren binnen Erpe-Mere Actoren buiten Erpe-Mere Belangrijkste conclusies omgevingsanalyse Swot analyse Werkgroep Senioren Thuiszorg Gezondheid Leden werkgroep Actoren in Erpe-Mere Belangrijkste conclusies omgevingsanalyse Swot analyse Doelstellingen Werkgroep Jeugd Onderwijs Kinderopvang Leden werkgroep Actoren binnen Erpe-Mere Belangrijkste conclusies omgevingsanalyse Swot analyse Doelstellingen Werkgroep Huisvesting Tewerkstelling Leden werkgroep Wonen Actoren Belangrijkste conclusies omgevingsanalyse SWOT-analyse Doelstellingen...80 HOOFDSTUK 2. GEÏNTEGREERDE VISIE OP HET LOKAAL SOCIAAL BELEID Wettelijk kader Concrete invulling...82 HOOFDSTUK 3. MEERJARENPLAN Inleiding...83 DOELSTELLINGEN KANSARMOEDE...84 DOELSTELLINGEN ONDERWIJS...90 DOELSTELLINGEN KINDEROPVANG...94 DOELSTELLINGEN SENIOREN DOELSTELLINGEN (SOCIALE) HUISVESTING DOELSTELLINGEN SOCIALE TEWERKSTELLING HOOFDSTUK 4. TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN Taakverdeling m.b.t opmaak beleidsplan Concrete samenwerking rond opmaak plan HOOFDSTUK 5. PARTICIPATIE Afspraken vorig beleidsplan Concrete samenwerking binnen werkgroepen Behoeftenonderzoek Ouderen BOEBS-project PARTICIPATIEMODEL HOOFDSTUK 6. ONTWIKKELING T.O.V. VORIG BELEIDSPLAN HOOFDSTUK 7. SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN Lokaal Beleid Kinderopvang Inleiding Lokaal Overleg Kinderopvang Andere beleidsplannen HOOFDSTUK 8. SLOT

7 HOOFSTUK 1. : OMGEVINGSANALYSE Deel I: KWANTITATIEVE OMGEVINGSANALYSE Inleiding Voor de opmaak van het objectieve cijfermatige gedeelte van de omgevingsanalyse werd beroep gedaan op de volgende bronnen: - gemeentelijke fiches, - sociale situatieschets Oost-Vlaanderen, - omgevingsanalyse Aalst, - cijfergegevens website lokale statistieken. De meeste cijfergegevens die in dit hoofdstuk zijn opgenomen werden gevonden op de website van de provincie Oost-Vlaanderen (gebaseerd op cijfermateriaal van het NIS). Dit zijn de meest recente en bruikbare gegevens. De gemeentelijke fiches en de omgevingsanalyse van de regio Aalst werden specifiek in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid opgemaakt en ter beschikking gesteld via RWO-Aalst. De gegevens die betrekking hebben op de gemeente Erpe-Mere werden nauwkeurig geselecteerd en vergeleken met enerzijds de ons omliggende gemeenten ( Aalst, Lede, Haaltert, Herzele, Sint-Lievens-Houtem en anderzijds met regionale, provinciale en Vlaamse cijfers. Vaak zijn de tendensen gelijklopend maar soms zijn er toch opvallende verschillenen en blijkt Erpe-Mere op sommige vlakken een buitenbeentje te zijn. 7

8 1. Demografische gegegevens 1.1. Bevolkingsaantal, -evolutie en dichtheid Gemeente Inwoners Dichtheid Oppervlakte inwoners/km² km² Index Aalst , ,12 Erpe-Mere , ,03 Haaltert , ,30 Herzele , ,40 Lede , ,69 St.-Lievens-Houtem , ,67 Arro Aalst , ,92 Oost-Vlaanderen , ,24 Vlaanderen , ,30 bron : NIS - bevolkingsstatistieken index: 2003 = 100 Er is een lichte stijging van het aantal inwoners in Oost-Vlaanderen, nagenoeg dezelfde evolutie als in Vlaanderen. Opvallend voor Erpe-Mere is echter dat er een daling is van de bevolking. Dit is dus in tegenstelling tot de algemene trend en bijgevolg toch een opvallend gegeven. In al onze buurgemeenten is er wel een (lichte) stijging van de bevolking. 8

9 1.2. Bevolking naar geslacht Gemeente mannen vrouwen mannen vrouwen absoluut relatief absoluut relatief totaal Index Index Aalst , , ,59 100,92 Erpe-Mere , , ,15 99,39 Herzele , , ,93 101,45 Lede , , ,47 101,04 St.-Lievens-Houtem , , ,43 101,92 Arro Aalst , , ,22 101,16 Oost-Vlaanderen , , ,46 101,36 Vlaanderen , , ,38 101,39 bron : NIS - bevolkingsstatistieken Er is een licht overwicht wat het aantal vrouwen betreft, Erpe-Mere volgt hierin de algemene trend. 9

10 1.3. Bevolking naar leeftijdscategorieën Gemeente niet-actief 0-19 actief niet meer actief 65+ absoluut relatief absoluut relatief absoluut relatief Aalst , , ,20 Erpe-Mere , , ,83 Haaltert , , ,31 Herzele , , ,73 Lede , , ,71 St.-Lievens-Houtem , , ,05 Arro Aalst , , ,61 Oost-Vlaanderen , , ,96 Vlaanderen , , ,84 bron : NIS, bevolkingsstatistieken Wat de bevolking naar leeftijdscategorieën betreft, volgt Erpe-Mere grotendeels de tendens van Oost-Vlaanderen en is er quasi geen verschil met de omliggende gemeenten. De jongste leeftijdscategorie ligt iets lager, de oudste iets hoger. 10

11 1.4. Bevolking naar burgerlijke stand Gemeente Ongehuwd Gehuwd Gescheiden Weduw(e)(naar) Aalst 37,28 37,72 38,13 47,52 46,74 45,95 7,60 7,99 8,40 7,60 7,55 7,51 Erpe-Mere 37,14 37,44 37,87 49,99 49,35 48,59 5,75 6,11 6,44 7,12 7,09 7,10 Haaltert 36,43 36,35 36,85 50,73 50,29 49,45 5,83 6,30 6,57 7,01 7,06 7,13 Herzele 37,78 37,94 38,28 50,54 50,00 49,39 4,64 5,03 5,27 7,04 7,03 7,07 Lede 37,52 37,78 38,49 50,17 49,49 48,38 5,68 6,12 6,52 6,63 6,61 6,61 St.-Lievens-Houtem 36,18 36,72 36,94 51,66 50,70 50,19 4,71 5,12 5,66 7,46 7,46 7,21 Arro Aalst 37,08 37,47 37,90 48,96 48,21 47,45 6,48 6,87 7,23 7,48 7,45 7,42 Oost-Vlaanderen 39,02 39,40 39,82 47,77 47,10 46,45 6,25 6,59 6,86 6,96 6,91 6,87 Vlaanderen 39,39 39,69 40,01 47,92 47,33 46,76 6,06 6,37 6,65 6,64 6,61 6,59 bron : NIS - bevolkingsstatistieken Het aantal ongehuwden blijft stabiel, er is een lichte daling van het aantal huwelijken en een lichte stijging van het aantal echtscheidingen, wat een algemene tendens is voor Vlaanderen. Het aantal weduw(e)(naar) blijf ongewijzigd. 11

12 1.5: Niet-Belgen naar geslacht Gemeente Niet-Belgen aantal percentage Aalst ,96 2,07 2,29 Erpe-Mere ,84 0,83 0,78 Haaltert ,73 0,87 0,98 Herzele ,56 0,58 0,64 Lede ,43 0,47 0,54 St.-Lievens-Houtem ,70 0,64 0,69 Arro Aalst ,30 1,37 1,50 Oost-Vlaanderen ,56 2,66 2,75 Vlaanderen ,68 4,79 4,92 bron : NIS - bevolkingsstatistieken via Ecodata Er is een daling van het aantal niet-belgen, wat in tegenstelling is tot de algemene tendens van lichte stijging. Het percentage niet-belgen ligt lager dan algemeen in Oost-Vlaanderen en zeker in Vlaanderen. Dit percentage ligt evenveel nog lager in de ons omliggende gemeenten. 12

13 1.6. Loop van de bevolking (geboorte en sterfte) Gemeente Geboortes Geboortecoëfficiënt Sterftes Sterftecoëfficiënt Aalst ,8 9,7 9,9 9, ,0 10,5 10,5 10,2 Erpe-Mere ,3 8,2 8,9 8, ,3 11,4 10,4 12,4 Haaltert ,2 7,2 9,4 11, ,8 11,1 10,5 9,2 Herzele ,8 9,0 9,4 9, ,2 10,4 10,0 9,7 Lede ,5 9,7 10,5 9, ,7 9,7 9,5 8,3 St.-Lievens-Houtem ,2 8,6 9,3 9, ,1 11,4 11,8 12,0 Arro Aalst ,2 9,4 9,8 9, ,5 10,9 10,3 10,1 Oost-Vlaanderen ,1 10,1 10,8 10, ,2 10,3 9,9 9,9 Vlaanderen ,0 10,0 10,4 10, ,7 9,8 9,3 9,4 bron : NIS - bevolkingsstatistieken, Ecodata Er is een lichte stijging van het aantal geboorten, doch deze is veel lager dan algemeen in Oost-Vlaanderen en deze is zelfs het laagste van de ons omringende gemeenten. Dit is toch een opvallend gegeven. Anderzijds is er een hoog sterftecoëfficiënt, zeker in We hebben m.a.w. voor 2005 het laagste geboortecoëfficiënt en het hoogste sterftecoëfficiënt van het ganse arrondissement. 13

14 1.7. Loop van de bevolking (migratiesaldo) Gemeente gemiddelde gemiddelde per duizend inwoners Aalst ,61 Erpe-Mere ,74 Haaltert ,68 Herzele ,96 Lede ,18 St.-Lievens-Houtem ,75 Arro Aalst ,40 Oost-Vlaanderen ,86 Vlaanderen ,86 bron : lokale statistieken Erpe-Mere heeft voor 2005 nog een positief migratiesaldo. Dat betekent dat het aantal inwijkelingen hoger ligt dan het aantal uitwijkelingen. Dit ligt wel veel lager dan in de omliggende gemeenten. Het gemiddelde migratiesaldo is ook lager dan dat van Oost-Vlaanderen. 14

15 1.8. Private huishoudens Gemeente Private Private Private Private Private huishoudens totaal huishoudens huishoudens huishoudens huishoudens van 6 huishoudens Mannen Vrouwen van 2 van 3 van 4 van 5 personen en Collectieve Totaal index Gemiddelde alleenwonend alleenwonend personen personen personen personen meer huishoudens huishoudens 2004 gezinsgrootte Aalst ,12 2,24 Erpe-Mere ,35 2,46 Haaltert ,62 2,42 Herzele ,77 2,50 Lede ,33 2,40 St.-Lievens-Houtem ,84 2,46 Arro Aalst ,80 2,36 Oost-Vlaanderen ,90 2,36 Vlaanderen ,88 2,39 bron : NIS - bevolkingsstatistieken, Ecodata Het huishouden bestaat uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen, al dan niet met elkaar verwant, die gewoonlijk in dezelfde woning wonen en er samenleven. (bron: lokale statistiek) Onder collectief huishouden verstaat men: kloostergemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- of arbeidershomes, verplegingsinrichtingen en gevangenissen. (def. NIS) Om de gemiddelde gezinsgrootte te berekenen hebben we eerste de som van het aantal huishoudens * aantal personen in dat huishouden nodig. Er zit een kleine afwijking op omdat huishoudens van 8 personen en meer gerekend worden voor 8 personen. Daarna delen we dat aantal totale personen door het totaal aantal particuliere huishoudens. De gemiddelde gezinsgrootte in Erpe-Mere is vergelijkbaar met deze van de omliggende gemeenten en ook van Oost-Vlaanderen. Opvallend is dat het aantal alleenstaande vrouwen beduidend hoger ligt dan het aantal alleenstaande mannen. 15

16 1.9. Familiekernen Gemeente Echtpaar zonder kinderen Echtpaar met ongehuwde kinderen Vader met ongehuwde kinderen Moeder met ongehuwde kinderen Huishouden met meerdere kernen percentage percentage Totaal alleenstaande alleenstaande kernen vaders** moeders** Aalst ,70 14,16 Erpe-Mere ,52 11,31 Haaltert ,46 11,94 Herzele ,49 10,13 Lede ,46 11,45 St.-Lievens-Houtem ,45 9,40 Arro Aalst ,72 12,60 Oost-Vlaanderen ,73 12,15 Vlaanderen ,63 11,81 bron : NIS - bevolkingsstatistieken, Ecodata Een familiekern bestaat uit een wettelijk gehuwd paar met of zonder ongehuwde kinderen, of uit een vader of moeder met één of verscheidene ongehuwde kinderen (een familiekern kan dus maar een deel van een huishouden zijn). (bron: lokale statistieken) ** tov totaal aantal familiekernen (dus zonder de alleenstaanden) Het percentage alleenstaande moeders ligt veel hoger dan het aantal alleenstaande vaders. Dit is evenwel de algemene trend voor gans Oost-Vlaanderen. 16

17 1.10. Huwelijken en echtscheidingen Gemeente index index Huwelijken Echtscheidingen Aalst , ,97 Erpe-Mere , ,45 Haaltert , ,83 Herzele , ,65 Lede , ,74 St.-Lievens-Houtem , ,78 Arro Aalst , ,83 Oost-Vlaanderen , ,65 Vlaanderen , ,93 bron : NIS De algemene trend van enerzijds een dalend aantal huwelijken en een stijgend aantal echtscheidingen werd in 2005 doorbroken; Dit is een algemene trend voor Oost-Vlaanderen maar zeker voor Erpe-Mere, waar het aantal echtscheidingen opvallend daalde. 17

18 1.11. Bevolkingsprognose naar geslacht Gemeente index index index mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen totaal Aalst ,20 100,26 100,72 Erpe-Mere ,47 97,16 95,82 Haaltert ,08 98,65 97,88 Herzele ,83 101,12 100,98 Lede ,54 96,83 97,18 St.-Lievens-Houtem ,43 99,18 99,31 Arro Aalst ,27 99,54 99,41 Oost-Vlaanderen ,53 101,19 100,87 Vlaanderen ,76 102,98 102,38 bron : CBGS - Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie De bevolkingsprognose voor Erpe-Mere is negatief, wat impliceert dat een verdere daling van het bevolkingsaantal wordt verwacht. Zo bedraagt de prognose voor 2025 een totaal van inwoners. Deze tendens is in tegenstelling tot de algemene tendens voor Oost-Vlaanderen welke stabiel is, terwijl voor Vlaanderen een lichte stijging wordt voorspeld. 18

19 1.12. Bevolkingsprognose naar leeftijd, 0-19 jaar Gemeente index index index mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen totaal Aalst ,94 98,60 99,79 Erpe-Mere ,74 91,56 88,50 Haaltert ,41 93,68 95,54 Herzele ,00 93,65 93,83 Lede ,36 90,22 90,30 St.-Lievens-Houtem ,74 89,10 93,80 Arro Aalst ,55 93,84 94,20 Oost-Vlaanderen ,23 92,05 92,14 Vlaanderen ,54 93,61 93,57 bron : CBGS - Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie Voor deze leeftijdsklasse is er een opmerkelijke daling voor Erpe-Mere, wat in de lijn ligt van de algemene tendens voor Vlaanderen. Toch is de prognose voor Erpe-Mere opvallend met een percentage dat 5% lager ligt dan het gemiddelde van Vlaanderen 19

20 1.13. Bevolkingsprognose naar leeftijd, jaar Gemeente index index index mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen totaal Aalst ,17 92,90 92,02 Erpe-Mere ,39 87,73 86,53 Haaltert ,31 90,24 88,24 Herzele ,68 94,17 93,92 Lede ,18 85,93 86,57 St.-Lievens-Houtem ,76 96,66 93,62 Arro Aalst ,73 91,61 90,66 Oost-Vlaanderen ,84 94,78 94,31 Vlaanderen ,62 95,66 95,13 bron : CBGS - Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie Ook in deze categorie is eenzelfde trend merkbaar met nog een groter dalingspercentage in vergelijking met het algemeen gemiddelde voor Vlaanderen (- 9%!) 20

21 1.14. Bevolkingsprognose naar leeftijd, 65+ Gemeente index index index mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen totaal Aalst ,70 121,29 129,26 Erpe-Mere ,69 127,58 133,89 Haaltert ,34 127,43 132,91 Herzele ,91 129,17 133,78 Lede ,79 135,03 142,01 St.-Lievens-Houtem ,74 115,44 123,39 Arro Aalst ,89 126,59 133,75 Oost-Vlaanderen ,64 128,95 133,46 Vlaanderen ,24 134,29 137,70 bron : CBGS - Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie Voor de leeftijdscategorie is er de omgekeerde tendens; hier wordt een vrij grote stijging verwacht, vergelijkbaar met de stijging voor gans Vlaanderen. Opvallend is ook dat het aandeel mannen percentsgewijze meer stijgt dan het aantal vrouwen, hoewel naar absolute cijfers het aantal vrouwen hoger ligt. 21

22 1.15. Bevolkingscoëfficiënten: interne vergrijzing, familiale zorgindex, grijze druk en verouderingscoëfficiënt Gemeente Interne vergrijzing Familiale zorgindex Grijze druk Verouderingscoëfficiënt Aalst 17,97 23,25 20,40 33,78 39,43 47,71 43,45 50,69 68,32 121,97 137,26 164,98 Erpe-Mere 19,59 24,65 21,03 34,81 41,79 51,22 42,35 53,23 74,60 113,53 142,10 182,36 Haaltert 18,34 23,51 20,03 32,52 37,60 45,67 40,46 49,36 70,71 113,98 134,99 168,07 Herzele 18,14 23,53 20,93 31,79 40,31 44,16 40,19 48,81 64,48 105,53 125,07 157,40 Lede 16,59 21,27 20,16 26,69 38,99 43,91 40,40 52,83 68,99 112,41 140,79 174,32 Sint-Lievens-Houtem 19,73 25,86 21,99 38,02 44,80 45,12 43,34 49,80 65,02 115,63 131,93 160,94 Arro Aalst 18,38 23,05 20,58 32,55 40,03 46,99 42,12 51,64 69,23 114,93 136,37 168,66 Oost-Vlaanderen 18,65 22,53 21,12 33,25 40,37 47,32 41,35 49,58 63,54 104,93 127,46 155,75 Vlaanderen 18,49 21,98 20,78 32,08 38,65 48,25 41,46 49,90 65,17 102,59 127,28 155,09 bron : Lokale statistiek Interne vergrijzing: het aantal ouderen van 80+ wordt in verhouding gebracht met het aantal ouderen van 60+. Het geeft weer hoeveel hoogbejaarden (80+) er zijn binnen de groep senioren (60+). Familiale zorgindex: geeft de verhouding weer van het aantal ouderen (80+) tot het aantal personen tussen 50 en 59 jaar. Een coëfficiënt van 31 geeft weer dat er 31 hoogbejaarde ouderen zijn voor honderd personen die de zorg op zich moeten nemen (tussen jaar) Grijze druk: de verhouding tussen het aantal 60-plussers en het aantal 20 tot 59-jarigen. Deze geeft aan hoe sterk de niet meer actieve bevolking "weegt" op de bevolking op actieve leeftijd. Verouderingscoëfficiënt: geeft de verhouding weer van het aantal ouderen (60+) tot het aantal jongeren (-20 jaar). Een coëfficiënt van 102 betekent dat er 102 personen van ouder dan 60 jaar zijn voor honderd jongeren tussen 0 en 19 jaar. De interne vergrijzing ligt in Erpe-Mere boven het gemiddelde voor Oost-Vlaanderen en deze tendens zal zich ook doorzetten de volgende jaren. Dit betekent dat het aantal hoogbejaarden binnen de groep senioren nog zal toenemen tot 2015 maar nadien opnieuw zal afnemen naar 2025 toe. 22

23 Ook de Familiale zorgindex is momenteel hoog maar zal nog sterk verhogen: voor 2025 is de prognose dat er plussers zijn voor 100 mensen tussen 50 en 59, welke in principe de zorg op zich dienen te nemen voor deze groep. De grijze druk geeft aan dat er momenteel 42 ouderen zijn tegenover 100 actieven; in 2025 zullen er echter 75 ouderen ( 60+) zijn in vergelijking met 100 actieven. De grijze druk is in Erpe-Mere hoger dan algemeen in (Oost-)Vlaanderen en deze tendens zal nog worden verscherpt in de toekomst, de vergrijzing zet zich dus verder door. Het verouderingscoëfficiënt geef een nog sterker beeld van deze evolutie: in 2025 zullen er 182 zestigplussers zijn voor slechts 100 jongeren beneden 20 jaar. In 2005 was de verhouding nog

24 1.16. Bevolkingscoëfficiënten: doorstromingscoëfficiënt, groende druk en afhankelijkheidsratio Gemeente Doorstromingscoëfficiënt Groene druk Afhankelijkheidsratio Aalst 91,35 67,38 69,54 35,62 36,93 41,41 79,07 87,62 109,74 Erpe-Mere 92,51 64,99 65,51 37,30 37,46 40,91 79,65 90,70 115,51 Haaltert 91,60 65,01 63,96 35,49 36,56 42,07 75,95 85,92 112,78 Herzele 96,40 74,72 68,41 38,08 39,03 40,96 78,27 87,84 105,44 Lede 84,23 67,53 67,19 35,94 37,52 39,57 76,34 90,35 108,56 Sint-Lievens-Houtem 93,90 74,57 64,54 37,49 37,75 40,40 80,83 87,55 105,41 Arro Aalst 89,80 69,34 68,04 36,65 37,87 41,05 78,77 89,51 110,27 Oost-Vlaanderen 95,68 77,77 72,74 39,40 38,90 40,80 80,75 88,48 104,34 Vlaanderen 97,56 77,07 73,53 40,41 39,21 42,02 81,86 89,11 107,19 bron : Lokale statistiek Doorstromingscoëfficiënt: geeft de verhouding weer tussen het aantal jongeren (10 tot 24-jarigen) en het aantal 50 tot 64-jarigen. Groene druk: de verhouding tussen het aantal 0 tot 19-jarigen en de actieve bevolking tussen 20 en 59 jaar. Het geeft aan in hoeverre de nog niet actieve bevolking "weegt" op de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Een coëfficiënt van 41 geeft weer dat er 41 personen van 0 tot 19 jaar en 60+ zijn voor honderd personen tussen 20 en 59 jaar. Uit deze cijfers blijkt nogmaals dat in Erpe-Mere de bevolking sterker zal verouderen dan het gemiddelde in Oost-Vlaanderen en Vlaanderen. De doorstromingscoëfficiënt zou zakken van 92,51 naar 65,51 wat betekent dat het aantal jongeren tussen 10 en 24 slechts 65 zal bedragen tegenover 100 personen tussen 50 en 64 jaar. De groene druk blijft de volgende 10 jaar stabiel : 37 jongeren (-20 jaar) in verhouding tot 100 actieven (20-59 jaar). De niet-actieve bevolking in Erpe-Mere zal in 2025 zelfs groter zijn dan de actieve bevolking! Verhouding 115,51/100. In 2005 was de verhouding nog 79,65/100. Erpe-Mere haalt hier de minst goede score van het arrondissement. 24

25 1.17. Bodembezetting: bebouwde oppervlakte Gemeente aantal ha % aantal ha % aantal ha % index Aalst , , ,68 112,48 Erpe-Mere , , ,57 115,73 Haaltert , , ,47 112,13 Herzele , , ,26 114,79 Lede , , ,30 115,29 Sint-Lievens-Houtem , , ,84 114,43 Arro Aalst , , ,83 18,99 114,41 Oost-Vlaanderen , , ,12 17,57 114,98 Vlaanderen ,00 14, ,00 16, ,00 17,28 115,55 bron : NIS % t.o.v. totale oppervlakte In Erpe-Mere lag in 2005 het aantal bebouwde oppervlakte op 20,57%, wat hoger is dan het gemiddelde voor Oost-Vlaanderen. Het aandeel bebouwde oppervlakte in Erpe-Mere is op 10 jaar tijd met evenveel gestegen als in gans Vlaanderen. 25

26 1.18. Conclusies - Geen constante stijging van de bevolking, zelfs daling tegenover 2000, dit in tegenstelling tot O-Vl; - Aantal huwelijken daalt, echtscheidingen stijgt ( uitgez. in 2005); - Aantal niet-belgen daalt; is lager dan gemiddelde voor Vlaanderen; - Geboortecijfer stijgt niet constant, wel sterke stijging in 2006; - Laagste geboortecoëfficiënt, hoogste sterftecoëfficiënt; - - positief migratiesaldo, doch lager dan gemiddelde; Prognose - verdere daling van bevolking; - opvallende daling 20jarigen; - opvallende daling ook voor 20 64jarigen ( 9% hoger dan gemiddelde in O-Vl); - stijging van + 65 jarigen; - interne vergrijzing stijgt : aantal hoogbejaarden (80+) neemt toe; - Grijze druk stijgt : momenteel 42 senioren / 100 actieven; in 2025 : 75/100; 26

27 2. Sociaal-economische indicatoren 2.1. Gemiddeld inkomen per inwoner Gemeente inkomen in EUR peil t.o.v. Vlaanderen inkomen in EUR peil t.o.v. Vlaanderen inkomen in EUR peil t.o.v. Vlaanderen inkomen in EUR Index Aalst , , ,5 105,82 Erpe-Mere , , ,7 106,00 Haaltert , , ,2 110,83 Herzele , , ,0 109,04 Lede , , ,9 106,96 St.-Lievens-Houtem , , ,5 109,85 Arro Aalst , , ,3 107,62 Oost-Vlaanderen , , ,6 107,57 Vlaanderen , , ,0 107,52 Bron: NIS, Financiële statistieken Het gemiddelde inkomen per inwoner wordt berekend door het totaal netto belastbaar inkomen te delen door de gemiddelde bevolking. Hierbij wordt de gemiddelde bevolking als volgt berekend: gemiddelde van de bevolking op 1 januari en 31 december van het kalenderjaar. Het gemiddelde inkomen per inwoner bedroeg in euro wat hoger is dan het gemiddelde voor (Oost-) Vlaanderen. De gemiddelde stijging voor dat inkomen is echter lager dan in de ons omliggende gemeenten en zelfs lager dan gemiddeld in Vlaanderen. 27

28 2.2. Activiteits-, werkgelegenheids- en werkzaamheidsgraad Gemeente activiteitsgraad werkgelegenheidsgraad werkzaamheidsgraad mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Aalst 81,8 68,3 82,4 69,7 65,9 75,2 61,5 75,5 62,5 Erpe-Mere 81,8 69,0 82,3 70,5 41,7 78,1 64,2 78,0 65,3 Haaltert 81,9 69,0 82,1 70,8 24,0 77,8 64,3 77,6 65,4 Herzele 82,3 69,1 82,2 70,1 26,8 78,7 64,0 78,5 64,7 Lede 81,5 65,8 81,8 67,5 28,2 77,6 60,9 77,8 61,9 St.-Lievens-Houtem 81,5 67,6 82,5 70,3 41,0 77,6 62,7 78,8 64,6 Arro Aalst 81,9 68,3 82,3 70,0 46,0 77,1 62,8 77,2 63,9 Oost-Vlaanderen 81,8 67,0 82,5 68,6 59,7 76,5 61,1 76,9 62,2 Vlaanderen 80,4 64,8 80,8 66,3 63,7 75,3 58,9 75,3 59,9 Bron: Steunpunt WAV De activiteitsgraad bedraagt 70,5; dit betekent dat 70% van de jarigen een beroepsactiviteit uitoefent of werkzoekend is, wat iets hoger is dan het gemiddelde voor Oost-Vlaanderen, maar representatief voor ons arrondissement. De werkgelegenheidsgraad is de verhouding tussen het aantal arbeidsplaatsen en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Voor Erpe-Mere ligt deze opvallend hoger dan in buurgemeenten als Lede, Haaltert en Herzele wat erop wijst dat er in Erpe-Mere zelf een relatief hoog aanbod is van arbeidsplaatsen. De activiteitsgraad is de mate waarin de bevolking op arbeidsleeftijd actief is op de arbeidsmarkt, dus m.a.w. een job heeft of er een zoekt. Voor Erpe-Mere ligt dit cijfer hoger dan gemiddeld in (Oost)-Vlaanderen. 28

29 2.3. Werkloosheidsgraad naar geslacht Gemeente werkloosheidsgraad mannen vrouwen mannen vrouwen Aalst 8,0 10,0 8,4 10,4 Erpe-Mere 4,5 7,0 5,3 7,4 Haaltert 5,1 6,8 5,5 7,7 Herzele 4,3 7,4 4,5 7,7 Lede 4,7 7,5 4,8 8,2 St.-Lievens-Houtem 4,8 7,3 4,5 8,1 Arro Aalst 5,9 8,1 6,2 8,6 Oost-Vlaanderen 6,5 8,9 6,8 9,3 Vlaanderen 6,3 9,1 6,7 9,7 Bron: Steunpunt WAV De werkloosheidsgraad is de verhouding tussen het aantal werklozen en de bevolking op beroepsactieve leeftijd ( j.). De werkloosheidsgraad voor Erpe-Mere ligt iets lager dan het gemiddelde voor (Oost-)Vlaanderen. Van de beroepsbevolking waren in ,5% mannen en 7% vrouwen werkloos. 29

30 2.4. De niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) per categorie Gemeente WZUA schoolverlaters vrij ingeschreven andere totaal WZUA schoolverlaters vrij ingeschreven Index andere totaal Aalst ,85 92,41 88,46 82,25 95,46 Erpe-Mere ,11 67,92 57,14 100,00 98,41 Haaltert ,43 78,57 127,27 88,89 107,14 Herzele ,43 143,24 74,07 20,00 103,52 Lede ,97 80,00 193,75 123,81 104,33 Sint-Lievens-Houtem ,03 79,17 210,00 54,55 118,83 Arro Aalst ,40 91,61 97,44 100,89 105,78 Oost-Vlaanderen ,92 84,71 96,32 90,08 105,91 Vlaanderen ,74 85,92 97,47 109,72 110,32 bron: VDAB Werkzoekenden met werkloosheidsuitkeringsaanvraag (WZUA): werklozen die recht hebben op een wacht- of werkloosheidsuitkering op basis van gedane studies, vroeger arbeidsprestaties of een vrijwillige deeltijdse tewerkstelling. Werkzoekende schoolverlaters: werkzoekenden ingeschreven voor een voltijdse betrekking tijdens hun wachttijd. Vrij ingeschrevenen: werklozen die geen recht hebben op een werkloosheids- of wachtuitkering of nooit opdagen bij de stempelcontrole. Een restcategorie van anderen: werkzoekenden die doorverwezen worden door het OCMW of het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Werklozen die vrijwillig afstand doen van hun uitkering, werklozen met recht op uitkering op basis van vrijwillige deeltijdse tewerkstelling,... Het aantal uitkeringsgerechtigde werklozen is tijdens de periode met ca. 7% gestegen, wat lager is dan het gemiddelde voor Oost- Vlaanderen. Het totale aantal NWWZ is licht gedaald in tegenstelling tot de ons omliggende gemeenten en het gemiddelde voor (Oost-) Vlaanderen. 30

31 2.5. De niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) volgens studieniveau Gemeente lager M.O. onderwij s (incl. 1e graad sec.) deeltijd s BSO 2e graad 3e graad HOBU univ totaal secundair secundair lager onderwijs (incl. 1e graad sec.) M.O. deeltijds 2e graad 3e graad beroepssec secundair secundair. onderwijs Index HOBU univ totaal Aalst ,96 91,07 273,33 91,41 102,21 92,40 108,24 95,46 Erpe-Mere ,00 86,67 400,00 99,03 104,65 106,38 133,33 98,41 Haaltert ,43 33,33 800,00 102,46 112,41 125,64 93,75 107,14 Herzele ,70 83,33 0,00 93,26 108,33 143,75 116,67 103,52 Lede ,17 50,00 0,00 102,68 109,79 102,50 161,54 104,33 St.-Lievens-Houtem ,71 180,00 0,00 144,23 96,47 138,89 157,14 118,83 Arro Aalst ,04 78,62 427,27 103,71 108,64 109,33 120,83 105,78 Oost-Vlaanderen ,64 93,48 224,83 109,24 107,09 106,79 115,44 105,91 28,8% 2,8% 1,4% 21,2% 31,3% 9,9% 4,7% 100,0% Vlaanderen ,11 101,66 234,93 112,97 111,50 107,32 120,42 110,32 27,2% 2,7% 1,2% 21,7% 33,3% 9,9% 4,0% 100,0% bron : VDAB (Arvastat) 31

32 3. Indicatoren rond Wonen 3.1. Woningen naar typologie en bewonerstitel, 2001 Gemeente % eigenaar % huurder % open bebouwing % halfopen bebouwing % gesloten bebouwing % appartementen Aalst 73,76 26,24 17,80 23,32 39,63 19,24 Erpe-Mere 85,64 14,36 35,45 41,01 18,96 4,58 Haaltert 85,45 14,55 29,22 41,45 23,91 5,42 Herzele 87,81 12,19 41,95 31,09 22,29 4,67 Lede 82,24 17,76 35,09 36,77 22,80 5,34 Sint-Lievens-Houtem 88,11 11,89 46,46 34,31 15,28 3,95 Arro Aalst 80,23 19,77 28,91 29,32 30,38 11,39 Oost-Vlaanderen 72,32 27,68 34,44 23,63 26,46 15,47 Vlaanderen 73,76 26,24 36,45 20,59 22,83 20,14 bron : Socio-economische enquête 2001 Meer dan 85% van de woningen is eigendom, wat beduidend hoger is dan het gemiddelde voor Oost-Vlaanderen. Wat de aard van de woning betreft, is het aandeel van open- en halfopen bebouwingen heel groot; voor wat halfopen bebouwingen betreft zelfs bij de hoogste percentages van heel Oost-Vlaanderen. Het percentage appartementen ligt dan weer heel laag en ver beneden het gemiddelde voor Oost-Vlaanderen. Opvallend is dat dit ook in de omliggende gemeenten het geval is; het is dus blijkbaar een typisch verschijnsel voor de landelijke gemeenten in onze omgeving. 32

33 3.2. Gemiddelde verkoopprijzen van de bouwgronden en de woningen Gemeente Appartement Grote woning Kleine en middelgrote woning per m² perceel bouwgrond Aalst , , , , , , , , ,61 37,68 57,95 101,95 Erpe-Mere , , , , , , , , ,98 32,62 49,00 112,06 Haaltert , , , , , , , , ,57 34,48 46,93 94,99 Herzele , , , , , , , , ,84 24,33 36,57 80,77 Lede ,68 nb , , , , , , ,59 30,22 45,58 101,55 Sint-Lievens-Houtem , , , , , , , , ,37 21,60 42,76 101,45 Arro Aalst , , , , , , , , ,27 29,06 48,12 85,73 Oost-Vlaanderen , , , , , , , , ,12 31,55 55,29 111,61 Vlaanderen , , , , , , , , ,30 32,00 55,06 117,43 bron : Lokale statistiek Gemiddelde verkoopprijs in euro van een perceel bouwgrond per m² Grote woningen = Herenhuizen, villa's, bungalows, landhuizen en landbouwerswoningen Kleine of middelgrote woning= Arbeiders- of werkmanswoningen, bediendewoningen, renteniers- en burgerhuizen nb = niet beschikbaar Hieruit blijkt de hoge kostprijs voor appartementen voor onze regio, maar anderzijds onder het gemiddelde voor Vlaanderen. De kostprijs voor woningen ligt dan weer onder het gemiddelde voor (Oost-) Vlaanderen, terwijl de prijs van de bouwgronden dan weer fors duurder is dan in de gemeenten uit onze omgeving maar ongeveer gelijk met het gemiddelde voor (Oost-)Vlaanderen. Deze prijs kende wel een enorme stijging van 2000 tot 2005, deze stijging is fors hoger dan arrondissementeel of provinciaal. 33

34 3.3. Sociale woningen Gemeente Sociale appartementen Sociale huurwoningen % sociale woningen (app. en huizen) Aalst ,96 Erpe-Mere ,64 Haaltert ,63 Herzele ,46 Lede ,89 Sint-Lievens-Houtem ,22 Arro Aalst ,27 Oost-Vlaanderen ,96 Vlaanderen ,64 bron: VHM Hieruit blijkt dat het aantal sociale woongelegenheden de laatste 4 jaar ongewijzigd is gebleven; er is bij deze cijfers blijkbaar geen rekening gehouden met het nieuwe project te Bambrugge. Het percentage sociale woningen is ook veel lager dan het gemiddelde voor (Oost-) Vlaanderen, zelfs minder dan de helft. 34

35 3.4. Kandidaat-huurders Gemeente Aantal kandidaten % * Sint-Lievens-Houtem ,94 Erpe-Mere ,37 Lede ,43 Haaltert ,47 Herzele ,47 Aalst ,56 Arro Aalst ,99 Oost-Vlaanderen ,89 Vlaanderen ,06 bron : Vlaamse Huisvestingsmaatschappij *tov totaal aantal gezinnen in 2004, 2005 nog niet beschikbaar In Erpe-Mere waren in 2005 in totaal 104 kandidaat-huurders. 35

36 3.5 Tegemoetkomingen: provinciaal en Vlaams Gemeente TEGEMOETKOMINGEN DOOR DE PROVINCIE Aanvullende leningen AANGEVRAAGDE PREMIES Vlaams Verleende individuele huursubsidie koolmonoxidepremies* en installatiepremie Verbeterings- en aanpassingspremie KWALITEIT Aanvragen kwaliteitsonderzoeken (ongeschikt, onbewoonbaar) Aalst Erpe-Mere Haaltert Herzele Lede Sint-Lievens-Houtem Arro Aalst Oost-Vlaanderen (nog niet beschikbaar) bron : Arohm, provincie Oost-Vlaanderen, dienst welzijn * premie is afgeschaft sinds 20/04/

37 3.6. Woonfiche Erpe-Mere Woonfiche Erpe-Mere Totale woningenbestand 1991 Bron: Gemeentelijk Woondossier gemeente arrondiss. provincie vlaanderen Totaal aantal huurwoningen 1991 Bron: Gemeentelijk Woondossier gemeente arrondiss. provincie vlaanderen absoluut percentages 17,00 22,50 31,80 30, absoluut percentages 13,90 19,30 26,70 25,70 Bodembezetting 2001 Bron: Gemeentelijk Woondossier gemeente arrondiss. provincie vlaanderen totaal aantal percelen tot. aantal onbebouwde percelen tot. aantal bebouwde percelen gemeente arrondiss. provincie vlaanderen totaal aantal percelen tot. aantal onbebouwde percelen tot. aantal bebouwde percelen gemeente arrondiss. provincie vlaanderen totaal aantal percelen tot. aantal onbebouwde percelen tot. aantal bebouwde percelen Aantal woningen naar typologie 1991 Bron: Gemeentelijk Woondossier gemeente arrondiss. provincie vlaanderen ééngezinwoningen appartementen andere ééngezinwoningen appartementen andere

38 De hoedanigheid van de bewoners 1991 Bron: NIS, SEE 2001 gemeente arrondiss. provincie vlaanderen totaal aantal woningen waarvan de hoedanigheid gekend is eigenaars huurders onbekend totaal aantal woningen waarvan de hoedanigheid gekend is eigenaars huurders onbekend De grootte van de woningen 1991 Bron: Gemeentelijk Woondossier gemeente arrondiss. provincie vlaanderen minder dan 35 m² m² m² m² m² m² en meer totaal minder dan 35 m² m² m² m² m² m² en meer totaal Comfort van de woningen: absolute cijfers 2001 Bron: NIS, SEE 2001 gemeente arrondiss. provincie vlaanderen geen centrale verwarming geen badkamer geen toilet Comfort van de woningen: percentages 2001 Bron: NIS, SEE 2001 gemeente arrondiss. provincie vlaanderen geen centrale verwarming 43,40 38,16 36,94 26,70 geen badkamer 5,90 4,68 4,69 3,50 geen toilet 2,70 2,84 2,83 2,40 38

39 Comfort van de woningen naar leeftijdscategorie: percentages 2001 Bron: NIS, SEE 2001 Op basis van een 10% steekproef door het NIS gemeente provincie vlaanderen geen centrale verwarming 30 jaar en jonger 41,20 37,40 29,90 31 tot 40 jaar 39,40 32,50 23,70 41 tot 50 jaar 45,60 36,30 25,30 51 tot 60 jaar 35,00 31,60 23,00 61 tot 70 jaar 39,80 38,50 26,70 71 tot 80 jaar 52,00 43,70 32,00 80 jaar en ouder 64,30 50,90 38,40 geen badkamer 30 jaar en jonger 3,90 2,40 1,90 31 tot 40 jaar 2,20 1,70 1,40 41 tot 50 jaar 3,10 2,10 1,60 51 tot 60 jaar 2,50 2,40 2,20 61 tot 70 jaar 4,10 5,00 3,60 71 tot 80 jaar 10,70 10,00 7,70 80 jaar en ouder 34,10 20,50 16,20 geen toilet 30 jaar en jonger 0,00 2,00 1,70 31 tot 40 jaar 0,70 1,30 1,10 41 tot 50 jaar 1,30 1,50 1,40 51 tot 60 jaar 0,00 2,10 1,80 61 tot 70 jaar 5,90 4,10 3,20 71 tot 80 jaar 5,00 6,10 4,60 80 jaar en ouder 12,20 8,10 6,10 Prijzen Evolutie van de prijzen van bouwgronden en woningen 2001 Uitgedrukt in gemiddelde prijs per EURO Bron: Stadim, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat en de Confederatie Bouw, gepubliceerd in Trends nr. 24 arrondissement woonhuizen 82,20 kleine/middelgrote woningen 79,30 grotere woningen 201,80 appartementen 84,00 bouwgronden 67,10 woonhuizen 90,50 kleine/middelgrote woningen 85,40 grotere woningen 211,90 appartementen 95,80 bouwgronden 67,

40 Aantal woningen volgens maandelijkse huur in Oost-Vlaanderen (zonder bijkomende kosten) Bron: NIS, SEE 2001 gemeente arrondiss. minder dan 247,89 EUR ,89 tot 495,78 EUR ,79 tot 743,67 EUR ,68 tot 991,56 EUR ,57 of meer niet ingevuld totaal Sociaal patrimonium en huurder Totaal aantal sociale huurwoningen Bron: AROHM/VHM gemeente arrondiss. prov aantal sociale huurwoningen % 2,64 3,00 5,50 De kandidaat-huurder Bron: VHM/SHM aantal 100 gemeente arrondiss. prov aantal toegewezen dossiers 2 gemiddelde wachttijden van actieve dossiers 669 dagen gemiddelde wachttijden van dossiers, toegewezen in dagen gemiddelde wachttijden per SHM, dossiers toegewezen in 2003 gemiddelde aantal wachttijd dossiers SHM Denderstreek 962 dagen 19 aantal per inkomenscategorie per SHM 0 2 0, , , , , , , , , ,99 40 SHM Denderstreek 40