ADVIES. Aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ten behoeve van de richtlijn spermadonatiezorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ADVIES. Aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ten behoeve van de richtlijn spermadonatiezorg"

Transcriptie

1 ADVIES Aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ten behoeve van de richtlijn spermadonatiezorg Januari 2014

2 SAMENVATTING Advies College voor de Rechten van de Mens aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie die richtlijn voor spermadonatiezorg in Nederland maakt. Geen discriminatie als spermabanken niet tegemoet komen aan voorwaarden die spermadonoren stellen aan de afgifte van hun sperma, zoals de voorwaarde dat zij geen sperma willen doneren ten behoeve van lesbische of alleenstaande vrouwen. De casus Sinds 2004 is anonieme spermadonatie in Nederland niet meer mogelijk en is het aantal spermadonoren fors teruggelopen. Kinderen die verwekt zijn met behulp van donorsperma hebben vanaf 16-jarige leeftijd recht op de persoonsgegevens van hun donor. Zij kunnen dan contact met hem opnemen. Wellicht is dit de er de oorzaak van dat de afgelopen jaren in toenemende mate mannen die sperma willen doneren voorwaarden stellen aan de afgifte van hun sperma. Zo zijn er donoren die niet willen dat hun sperma beschikbaar komt voor lesbische, ongehuwde of alleenstaande vrouwen, of die een voorkeur uitspreken over de afkomst of het geloof van de ontvangende vrouw. Soms hebben de eisen te maken met het geloof of de politieke- of levensovertuiging van de spermadonoren, maar vaak ook niet. De meeste spermabanken in Nederland honoreren dergelijke eisen en voorkeuren niet, maar een enkele wel. Binnen de sector bestaat behoefte aan duidelijkheid hierover. Die wil de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie (=verloskunde) en Gynaecologie (NVOG) bieden in de op te stellen richtlijn voor de spermabanken en de artsen en andere professionals die daar werken. De beroepsvereniging heeft voor het maken van de richtlijn advies gevraagd aan het College voor de Rechten van de Mens. De vraag is of spermabanken discrimineren als zij ingaan op eisen/voorkeuren van spermadonoren over bijvoorbeeld de seksuele gerichtheid of burgerlijke staat van de vrouwen die het sperma ontvangen. Het advies Het College voor de Rechten van de Mens adviseert de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie om in haar richtlijn over spermadonatiezorg op te nemen dat spermabanken niet tegemoet komen aan voorwaarden of voorkeuren van spermadonoren die verwijzen naar hetero- of homoseksuele gerichtheid, godsdienst, ras, nationaliteit, het al dan niet gehuwd of alleenstaand zijn van de ontvangende vrouw. Toelichting Als spermabanken eisen/voorkeuren van spermadonoren over bijvoorbeeld de seksuele gerichtheid of de huwelijkse staat van de ontvangers toestaan, discrimineren zij de vrouwen die het sperma willen ontvangen. Deze vorm van directe discriminatie is verboden. Als de spermabank dit wil voorkomen en daardoor discriminerende eisen of voorkeuren van spermadonoren niet honoreert, dan treft dit de donoren die de eisen/voorwaarden stellen vanwege hun geloof of politieke- of levensovertuiging. In dat geval is sprake van indirecte discriminatie van de spermadonor. Indirecte discriminatie kan objectief gerechtvaardigd zijn en daarmee niet verboden. Binnen het systeem van de gelijkebehandelingswetgeving weegt het voorkomen van directe discriminatie van de ontvangende vrouwen zwaarder dan de indirecte discriminatie van de donoren. Het Europese recht staat niet in de weg aan deze uitkomst. spermadonatiezorg 2

3 Discriminatie van vrouwen omdat zij alleenstaand zijn is indirecte discriminatie op grond van burgerlijke staat. In dat geval staan dus twee vormen van indirect onderscheid tegenover elkaar. Het College is op grond van Europese jurisprudentie van oordeel dat de spermabanken voorrang mogen geven aan het recht van de ontvangende vrouwen om niet te worden gediscrimineerd op grond van hun burgerlijke staat, boven het recht van donoren die discriminerende voorwaarden stellen om zelf niet te worden gediscrimineerd op grond van hun geloofs- of levensovertuiging en/of politieke gezindheid. spermadonatiezorg 3

4 INHOUD Samenvatting Inleiding Adviesaanvraag Achtergrond Adviestraject Opzet van dit advies Toetsing aan de Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving Dienstverleningsrelatie Gronden die in het geding zijn Onderzoek of sprake is van onderscheid Onderzoek naar welke vorm van onderscheid verboden is als jegens de ontvangende vrouwen direct onderscheid in het geding is Het systeem van de AWGB Nationale voorschriften buiten toepassing? Kan de donor een beroep doen op artikel 8 EVRM? Kan de donor een beroep doen op artikel 9 EVRM en artikel 14 EVRM, al dan niet in samenhang met elkaar? Conclusie ten aanzien van welke vorm van onderscheid verboden is als direct onderscheid jegens ontvangende vrouwen in het geding is Onderzoek naar welke vorm van onderscheid verboden is als jegens de ontvangende vrouwen indirect onderscheid in het geding is Advies spermadonatiezorg 4

5 1 Inleiding 1.1 Adviesaanvraag Richtlijn over spermadonatiezorg De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) heeft de voorganger van het College voor de Rechten van de Mens, de Commissie Gelijke Behandeling (hierna: de Commissie), gevraagd om een advies over een richtlijn waarin protocollair de spermadonatiezorg in Nederland wordt vastgelegd (hierna: de richtlijn). De richtlijn wordt opgesteld door de NVOG in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Klinische Embryologie (KLEM) en de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie (NVKC). Deze drie verenigingen beogen dat hun leden die al dan niet werkzaam zijn bij spermabanken en weefselinstellingen 1 in Nederland (hierna ook te noemen: de beroepsbeoefenaren), en/of de spermabanken en weefselinstellingen zelf, de richtlijn als uitgangspunt voor hun handelen inzake de spermadonatiezorg hanteren. Probleemstelling De NVOG heeft naar voren gebracht dat de spermabanken, weefselinstellingen en betrokken beroepsbeoefenaren behoefte hebben aan duidelijkheid over hoe te handelen als spermadonoren mogelijk discriminerende voorwaarden stellen aan of voorkeuren uitspreken in verband met de afgifte van hun sperma die zien op de ontvangers van het sperma. Het komt voor dat donoren niet bereid zijn hun sperma te doneren aan lesbische paren en/of alleenstaande of ongehuwde vrouwen. Daarnaast kan het voorkomen dat donoren bij de afgifte van hun sperma voorwaarden stellen aan of een voorkeur uitspreken over de geloofsovertuiging of de (nationale) afkomst van de ontvanger. Als voorbeeld heeft de NVOG genoemd dat voorwaarden of voorkeuren van een donor betrekking hebben op de huidskleur van de ontvangende vrouw. Daarnaast zou het bijvoorbeeld kunnen voorkomen dat donoren eisen dat hun sperma niet of bij voorkeur niet wordt verstrekt aan vrouwen die te dik zijn of aan vrouwen die roken, aldus de NVOG. Deze eisen of voorkeuren kunnen verband houden met de geloofsovertuiging, levensovertuiging of politieke overtuiging van de donor. Doorgaans blijkt niet van een dergelijk verband, aldus de NVOG. De NVOG heeft naar voren gebracht dat in de huidige praktijk spermabanken en/of weefselinstellingen genoemde voorwaarden of voorkeuren van donoren doorgaans niet honoreren, op een enkele instelling na. De vraag aan het College De NVOG wil ten behoeve van de door haar op te stellen richtlijn van het College dan ook advies over de vraag of spermabanken, weefselinstellingen en betrokken beroepsbeoefenaren (verboden) onderscheid zullen maken jegens de spermadonoren als zij een eventuele bepaling in de op te stellen richtlijn naleven die inhoudt dat niet tegemoet wordt gekomen aan zulke voorwaarden en voorkeuren, hetgeen inhoudt dat donoren die vasthouden aan hun eisen of voorkeuren als donor worden geweigerd. En omgekeerd of spermabanken, weefselinstellingen en betrokken beroepsbeoefenaren (verboden) onderscheid zullen maken jegens ontvangende vrouwen als zij een eventuele bepaling in 1 Artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel k, van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal bepaalt dat onder een weefselinstelling in de zin van die wet wordt verstaan een weefselbank, een ziekenhuisafdeling of een andere instantie waar werkzaamheden met betrekking tot het bewerken, preserveren, bewaren of distribueren van lichaamsmateriaal worden uitgevoerd. spermadonatiezorg 5

6 de richtlijn naleven die inhoudt dat wel tegemoet wordt gekomen aan zulke voorwaarden en voorkeuren. 1.2 Achtergrond De NVOG De NVOG is een vereniging die tot doel heeft het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de voortplanting en van vrouwenziekten en de verbreding van de resultaten daarvan te bevorderen, de optimale toepassing van kennis en kunde in de uitoefening van het specialisme obstetrie (verloskunde) en gynaecologie te stimuleren en de maatschappelijke belangen van de beoefenaars van het specialisme obstetrie en gynaecologie en in het bijzonder van haar leden te behartigen. 2 De NVOG heeft ruim 900 leden, allen medisch specialist die in het Nederlands Specialisten Register staan ingeschreven met het specialisme obstetrie en gynaecologie. Positie beroepsbeoefenaren De beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij de spermadonatiezorg zijn op grond van de gelijkebehandelingswetgeving niet zelfstandig aan te spreken op mogelijk onderscheidmakend handelen bij de spermadonatiezorg indien zij een dienstverband hebben met een spermabank of een weefselinstelling. De beroepsbeoefenaren zijn alleen normadressaat voor zover zij in de spermadonatiezorg werkzaam zijn als zelfstandig beroepsbeoefenaar, bijvoorbeeld in een eenmanszaak of maatschap. De spermabanken en de weefselinstellingen kunnen worden aangesproken op hun eigen mogelijk onderscheidmakend handelen en dat van de beroepsbeoefenaren die met hen een dienstverband hebben. In het advies zal verder alleen worden gesproken over het handelen van spermabanken en weefselinstellingen. De organisatie van de spermadonatiezorg in Nederland Op de spermadonatiezorg is de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal (WVKL) van toepassing. In Nederland zijn ten tijde van het uitbrengen van het onderhavige advies acht spermabanken. De meeste spermabanken zijn gelieerd aan (academische) ziekenhuizen. De spermabanken werven spermadonoren en zijn opslagplaats voor donorsperma. Dit donorsperma wordt vervolgens door een weefselinstelling beschikbaar gesteld aan vrouwen met een kinderwens. De weefselinstelling bepaalt de matching tussen donor en ontvanger. De behandelingen bij weefselinstellingen kunnen worden uitgevoerd door beroepsbeoefenaren als gynaecologen, klinisch embryologen en klinisch chemici, alsmede door fertilisatieartsen, bijgestaan door verpleegkundigen. De NVOG heeft aangegeven dat alle spermabanken tevens weefselinstelling zijn, maar dat niet elke weefselinstelling een spermabank is. Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting In de periode tussen 2002 en 2004 is gefaseerd de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (WDKB) in werking getreden. 3 Deze wetgeving stelt het belang van het kind voorop. Op grond van deze wet is de natuurlijke persoon of rechtspersoon die kunstmatige donorbevruchting verricht, verplicht de volgende gegevens van een donor te verzamelen: 2 Artikel 4 van de statuten van de NVOG. 3 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting. spermadonatiezorg 6

7 a. medische gegevens die van belang kunnen zijn voor de gezonde ontwikkeling van het kind, zoals bij algemene maatregel van bestuur bepaald; b. fysieke kenmerken, opleiding en beroep alsmede gegevens omtrent de sociale achtergrond en een aantal persoonlijke kenmerken, zoals bij algemene maatregel van bestuur nader bepaald; c. geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum en woonplaats. 4 Op grond van deze wet kan het kind vanaf de leeftijd van twaalf jaar de onder b genoemde gegevens opvragen. 5 De gegevens die de donor identificeren, genoemd onder c, kunnen door het kind vanaf de16 jarige leeftijd worden opgevraagd. 6 Volgens de NVOG worden door spermadonoren na de inwerkingtreding van de WDKB vaker voorwaarden of voorkeuren ten aanzien van de ontvanger gesteld. 1.3 Adviestraject Gesprekken van het College met de NVOG De Commissie heeft de NVOG uitgenodigd voor een gesprek op 13 september De NVOG was vertegenwoordigd door dr. M.H. Mochtar, gynaecoloog, voorzitter van de commissie van de NVOG die is belast met het opstellen van de richtlijn. Voorts waren namens de NVOG aanwezig dr. H.J.L.A. Ruis, gynaecoloog, lid van de vereniging, tevens lid van de richtlijncommissie. Daarnaast waren aanwezig drs. M. Ubbens, ontwikkelingspsycholoog, counseler, lid van de richtlijncommissie, en drs. M. Visser, socioloog en medisch maatschappelijk werker, betrokken bij het opstellen van de richtlijn. Op 1 oktober 2012 is de Wet College voor de rechten van de mens (WCRM) in werking getreden. Bij deze wet is het College voor de Rechten van de Mens, hierna: het College, opgericht, dat de taken en bevoegdheden van de Commissie overneemt. Het College heeft daarom de behandeling van deze adviesaanvraag voortgezet. Het College heeft op 14 oktober 2013 het advies in conceptvorm gezonden aan de NVOG. Op 7 november 2013 heeft het College dit concept advies besproken met onder anderen vertegenwoordigers van de NVOG om na te gaan of het concept advies voldoende handvatten biedt om de richtlijn inzake spermadonatiezorg in Nederland verder vorm te geven. Daarbij waren namens de NVOG aanwezig voormelde dr. M. Mochtar en dr. H.J.L.A. Ruis. Daarnaast waren aanwezig prof. dr. S. Repping, klinisch embryoloog, hoogleraar Humane Voortplantingsbiologie, Hoofd Centrum van Voortplantingsgeneeskunde van het Amsterdams Medisch Centrum, voorzitter van de KLEM, tevens lid van de richtlijncommissie; dr. A.M.A. Braewaeys, GZ-psycholoog en seksuoloog, betrokken bij het opstellen van de richtlijn. 4 Artikel 2, eerste lid, WDKB. 5 Artikel 3, eerste lid, onderdeel b, WDKB. 6 Artikel 3, tweede lid, WDKB bepaalt dat de persoon identificerende gegevens van de donor aan degene die weet of vermoedt dat hij is verwekt door en ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting en die de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, op zijn verzoek worden verstrekt, nadat de donor daarmee schriftelijk heeft ingestemd. Verstrekking blijft, indien de donor daarmee niet instemt, uitsluitend achterwege indien, in aanmerking genomen de gevolgen die nietverstrekking voor de verzoeker zou kunnen hebben, zwaarwegende belangen van de donor meebrengen dat verstrekking niet behoort plaats te vinden. spermadonatiezorg 7

8 1.4 Opzet van dit advies In dit advies zal het College in hoofdstuk 2 aan de hand van de Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving nagaan of spermabanken en/of weefselinstellingen onderscheid maken jegens donoren als zij voorwaarden of voorkeuren van donoren niet honoreren. Ook gaat het College na of sprake is van onderscheid jegens ontvangende vrouwen als zij voorwaarden of voorkeuren van donoren wel honoreren. In hoofdstuk 3 en 4 zal het College onderzoeken welke vorm van onderscheid verboden is; of het voorkomen van onderscheid jegens de donoren prevaleert of juist het voorkomen van onderscheid jegens de ontvangende vrouwen, mede in het licht van het internationale recht. Daarbij zal het College in hoofdstuk 3 ingaan op de situatie dat sprake is van direct onderscheid jegens de ontvangende vrouwen en in hoofdstuk 4 op de situatie dat jegens de ontvangende vrouwen sprake is van indirect onderscheid. In hoofdstuk 5 tenslotte formuleert het College zijn advies aan de NVOG. spermadonatiezorg 8

9 2 Toetsing aan de Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving Gelet op de aard van de voorgelegde vraag zal het College bezien of het de vraag langs de lijnen van de gelijkebehandelingswetgeving kan behandelen. Daarbij zal het College eerst nagaan of de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de donoren respectievelijk met de ontvangende vrouwen onder het bereik valt van de gelijkebehandelingswetgeving. Daartoe gaat het College eerst na of sprake is van een dienstverleningsrelatie en vervolgens of sprake is van gronden die worden beschermd door de gelijkebehandelingswetgeving. Tot slot zal het College in dit hoofdstuk nagaan of sprake is van onderscheid in de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de donoren, respectievelijk met de ontvangende vrouwen. 2.1 Dienstverleningsrelatie Op grond van de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) mogen gezondheidszorginstellingen geen onderscheid maken bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen of diensten en bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten ter zake. 7 De voorganger van het College, de Commissie Gelijke Behandeling, heeft ten aanzien van spermadonatie al geoordeeld dat spermabanken op grond van deze norm kunnen worden aangesproken op mogelijk onderscheidmakend handelen ten opzichte van donoren. In de betrokken zaak ging het om indirect onderscheid op grond van homoseksuele gerichtheid. 8 Gelet hierop kan de relatie tussen de spermabanken en/of weefselinstellingen enerzijds en donoren anderzijds worden aangemerkt als een dienstverleningsrelatie waarop de AWGB van toepassing is. Vervolgens is de vraag aan de orde of de relatie tussen de spermabanken en/of weefselinstellingen enerzijds en de ontvanger van sperma anderzijds een dienstverleningsrelatie is die valt onder de reikwijdte van de AWGB. Het College is van oordeel dat het verlenen van diensten aan vrouwen met fertiliteitsproblemen door hen een behandeling aan te bieden waarbij een zwangerschap tot stand wordt gebracht met sperma van donoren, eveneens een dienstverleningsrelatie is die valt onder de AWGB. 9 Gelet hierop valt zowel de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de donoren als die met de ontvangende vrouwen onder het bereik van de gelijkebehandelingswetgeving. 2.2 Gronden die in het geding zijn Zoals in de probleemstelling onder 1.1 is vermeld komt het voor dat donoren niet bereid zijn hun sperma te doneren aan lesbische paren en/of alleenstaande of ongehuwde vrouwen. Daarnaast kan het voorkomen dat donoren bij de afgifte van hun sperma voorwaarden stellen aan of een voorkeur uitspreken over de geloofsovertuiging, (nationale) afkomst of huidskleur van de ontvanger. In die gevallen zijn de door de AWGB beschermde 7 Artikel 7, eerste lid, aanhef en onderdeel c, AWGB. 8 CGB 15 december 1998, , overweging Vergelijk CGB Onderzoek uit eigen beweging naar onderscheid door ivf instellingen, 7 februari 2000, overweging 4.2 e.v. spermadonatiezorg 9

10 gronden seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, godsdienst, nationaliteit en/of ras in het geding. Ook zou het kunnen voorkomen dat donoren eisen dat hun sperma niet of bij voorkeur niet wordt verstrekt aan vrouwen die te dik zijn of aan vrouwen die roken, aldus de NVOG. Aspecten van de levensstijl als roken of ongezond eten zijn echter als zodanig geen kenmerken die worden beschermd door de gelijkebehandelingswetgeving. Dik zijn kan onder bepaalde omstandigheden, zoals wanneer het gaat om morbide obesitas, vallen onder de bescherming van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Echter, de WGBH/CZ ziet niet op dienstverlening door instellingen op het terrein van de gezondheidszorg. Het College zal voorwaarden van de donor aan de levensstijl van de ontvangende vrouw dan ook niet in zijn advies betrekken, nu dergelijke voorwaarden niet onder het bereik van de gelijkebehandelingswetgeving vallen. De eisen of voorkeuren die door een donor worden gesteld kunnen verband houden met diens geloofsovertuiging, levensovertuiging of politieke gezindheid. Dit zijn gronden die worden beschermd door de AWGB. Gelet hierop valt de adviesvraag, voor zover de gronden seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, godsdienst, levensovertuiging, politieke overtuiging, nationaliteit en/of ras in het geding zijn, onder het bereik van de gelijkebehandelingswetgeving. Vervolgens zal het College nagaan of sprake is van onderscheid in de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de ontvangende vrouwen, respectievelijk met de donoren. 2.3 Onderzoek of sprake is van onderscheid Onderscheid in de zin van de AWGB kan zowel direct als indirect onderscheid zijn. 10 Direct onderscheid houdt in dat een persoon op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld, op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat. 11 Indirect onderscheid houdt in dat een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen met een bepaalde godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat in vergelijking met andere personen bijzonder treft. 12 In het zogeheten gesloten systeem van de AWGB is direct onderscheid verboden, tenzij op het verbod op direct onderscheid in de AWGB zelf een specifieke uitzondering is opgenomen. Voor het onderhavige geval bevat de AWGB niet zo n uitzondering. Alleen voor zover sprake is van indirect onderscheid, kan dit onderscheid worden gerechtvaardigd, en wel als er sprake is van een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. 13 Hierna zal het College eerst ingaan op de vraag of sprake is van (a) onderscheid in de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de ontvangende vrouwen. 10 Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, AWGB. 11 Artikel 1, eerste lid, onderdeel b, AWGB. 12 Artikel 1, eerste lid, onderdeel c, AWGB. 13 Artikel 2, eerste lid, AWGB. spermadonatiezorg 10

11 Vervolgens behandelt het College de vraag of sprake is van (b) onderscheid in de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de donoren. a. Onderscheid in de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de ontvangende vrouwen? Het College zal eerst ingaan op de vraag of het rekening houden met voorwaarden of voorkeuren van donoren leidt tot onderscheid door de spermabanken en/of weefselinstellingen jegens de ontvangende vrouwen. Zoals overwogen in 2.2 zijn de door de AWGB beschermde gronden seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, godsdienst, nationaliteit en /of ras hier in het geding. Op grond van de Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving heeft het verbod op het maken van onderscheid door spermabanken en/of weefselinstellingen jegens de ontvangende vrouwen allereerst tot gevolg dat zij in beginsel geen onderscheid mogen maken jegens de vrouwen die in aanmerking willen komen voor donorsperma. Ook als het onderscheid niet voortvloeit uit eigen beleid van de spermabanken en/of weefselinstellingen zelf, bijvoorbeeld inhoudende het uitsluiten van lesbische stellen van behandeling, maar uit het tegemoetkomen aan discriminerende voorwaarden of voorkeuren van donoren, kunnen de spermabanken en/of weefselinstellingen op onderscheidmakend handelen worden aangesproken. Als bijvoorbeeld een donor niet of bij voorkeur niet wil dat zijn sperma naar een lesbische vrouw gaat, en diens sperma wordt geaccepteerd door de spermabanken en/of weefselinstellingen, worden lesbische vrouwen uitgesloten van het sperma van deze donor. Ongeacht of er in het laatste geval nog voldoende aanbod van sperma voor de uitgesloten ontvangers zal resteren en/of de uitgesloten ontvangers prijs stellen op het sperma van dergelijke donoren, is dan sprake van onderscheid op grond van seksuele gerichtheid. 14 Als de spermabanken en/of weefselinstellingen rekening houden met onderscheidmakende voorwaarden of voorkeuren van donoren die rechtstreeks verwijzen naar de door de AWGB beschermde persoonskenmerken hetero- of homoseksuele gerichtheid, godsdienst, ras en nationaliteit en daarnaar handelen, dan maken zij jegens de ontvangende vrouwen direct onderscheid op deze gronden. Ook als de wens of voorkeur van de donor inhoudt dat zijn sperma alleen wordt gedoneerd aan gehuwde vrouwen, maken de spermabanken en/of weefselinstellingen direct onderscheid, in dat geval op grond van burgerlijke staat, als zij aan die wens tegemoetkomen. De vraag welke vorm van onderscheid verboden is als direct onderscheid jegens ontvangende vrouwen in het geding is, wordt behandeld in hoofdstuk 3. Als de spermabanken en/of weefselinstellingen rekening houden met de wens of voorkeur van de donor om zijn sperma niet te doneren aan alleenstaande vrouwen en daarnaar handelen, dan is geen sprake van direct onderscheid op grond van burgerlijke staat. Het begrip burgerlijke staat heeft namelijk betrekking op de huwelijkse staat, dat wil zeggen het al dan niet gehuwd zijn. Onderscheid op grond van woon- of leefomstandigheden, zoals het zijn van alleenstaande, kan in bepaalde gevallen wel indirect onderscheid op grond van burgerlijke staat opleveren. 15 Als de spermabanken en/of weefselinstellingen het betrokken sperma niet ter beschikking stellen aan alleenstaande vrouwen, zullen vooral niet-gehuwde vrouwen worden getroffen. De spermabanken en/of weefselinstellingen maken dan tegenover de ontvangende vrouwen indirect onderscheid op grond van burgerlijke staat. Zoals beschreven in 2.3 is indirect onderscheid niet verboden als er een goede reden voor het onderscheid is: een zogenoemde objectieve rechtvaardiging. 14 Vergelijk CGB 19 mei 2009, , waarin het tegemoetkomen aan onderscheidmakende wensen van opdrachtgevers als onderscheid bij de arbeidsbemiddeling werd aangemerkt. 15 Vergelijk Kamerstukken II 1990/91, , nr. 3, p. 68. spermadonatiezorg 11

12 Op de vraag welke vorm van onderscheid verboden is als indirect onderscheid jegens ontvangende vrouwen in het geding is, gaat het College in hoofdstuk 4 in. b. Onderscheid in de relatie van de spermabanken en/of weefselinstellingen met de spermadonoren? Het College zal vervolgens ingaan op de vraag of het niet honoreren van de voormelde voorwaarden of voorkeuren van donoren en daarmee het weigeren van donoren die vasthouden aan hun voorwaarden of voorkeuren, leidt tot (verboden) onderscheid door de spermabanken en/of weefselinstellingen jegens de donor. Daarbij is van belang of de voorwaarden of voorkeuren van de donor verband houden met zijn geloofs- of levensovertuiging of politieke gezindheid, of dat de voorwaarden of voorkeuren hier los van staan. In het laatste geval kan het niet rekening houden met de voorwaarden of voorkeuren van de donor, of het uitsluiten van een dergelijke donor in verband met zijn voorwaarden of voorkeuren, niet leiden tot (verboden) onderscheid op grond van de gelijkebehandelingswetgeving. Er is dan immers geen door de gelijkebehandelingswetgeving beschermd belang van de donor in het geding. Voor zover de voorwaarden of voorkeuren van de donor wel verband houden met diens geloofs- of levensovertuiging of politieke gezindheid ligt dat anders. Als de spermabanken en/of weefselinstellingen in deze situatie willen voorkomen dat zij (verboden) onderscheid maken jegens de ontvangende vrouwen - en dus niet tegemoet komen aan de voorwaarden of voorkeuren van donoren en hen desnoods als donor weigeren - is de te beantwoorden vraag of de spermabanken en/of weefselinstellingen daarmee jegens de donoren (verboden) onderscheid maken op grond van hun geloofsovertuiging, levensovertuiging of politieke gezindheid. De wens om onderscheid tegenover ontvangende vrouwen te voorkomen is een neutraal geformuleerd criterium, waarbij niet direct wordt verwezen naar beschermde persoonskenmerken van de betrokken donoren. Wel kunnen donoren hierdoor bijzonder worden getroffen vanwege hun geloofsovertuiging, levensovertuiging en/of politieke gezindheid. Gelet hierop maken de spermabanken en/of weefselinstellingen in dat geval indirect onderscheid jegens spermadonoren op grond van hun godsdienst, levensovertuiging en/of politieke gezindheid. Conclusie Op grond van het bovenstaande concludeert het College dat als voorwaarden of voorkeuren van donoren niet samenhangen met hun geloofs- of levensovertuiging of politieke gezindheid, bij het niet honoreren van deze voorwaarden of voorkeuren geen sprake zal zijn van (verboden) onderscheid van spermabanken en/of weefselinstellingen jegens de donoren. Daarnaast concludeert het College dat de spermabanken en/of weefselinstellingen indirect onderscheid maken op grond van geloofsovertuiging, levensovertuiging en/of politieke gezindheid jegens de donor als zij diens voorwaarden of voorkeuren die wel met die gronden samenhangen niet honoreren en hem om die reden de toegang tot de spermabank weigeren. Als spermabanken en/of weefselinstellingen wel de voorwaarden/voorkeuren van donoren honoreren zullen zij jegens de ontvangende vrouwen direct onderscheid maken op grond van hetero- of homoseksuele gerichtheid, godsdienst, ras en/of nationaliteit als de voorwaarden of voorkeuren van de donoren met die gronden te maken hebben. Voorts zullen zij direct onderscheid op grond van burgerlijke staat maken als zij voorwaarden of spermadonatiezorg 12

13 voorkeuren van de donor honoreren die te maken hebben met het al dan niet gehuwd zijn van de ontvangende vrouw. De spermabanken en/of weefselinstellingen zullen indirect onderscheid op grond van burgerlijke staat maken jegens de ontvangende vrouw als zij voorwaarden of voorkeuren van donoren honoreren die te maken hebben met het al dan niet alleenstaand zijn van de ontvangende vrouw. Omdat voor zover de voorwaarden of voorkeuren van de donoren samenhangen met hun geloofs- of levensovertuiging of politieke gezindheid er door de spermabanken en/of weefselinstellingen altijd sprake zal zijn van of onderscheid dan wel jegens de donoren, dan wel jegens de ontvangende vrouwen, is het van belang dat duidelijk zal worden welke vorm van onderscheid in de onderhavige situatie verboden is. Zoals in 2.3 is overwogen is onderscheid in beginsel verboden tenzij er sprake is van een specifieke wettelijke uitzondering of een objectieve rechtvaardiging van indirect onderscheid. Het College zal dan ook onderzoeken welke van de twee in het onderhavige geval mogelijk te maken vormen van onderscheid (jegens de donor respectievelijk jegens de ontvangende vrouwen) verboden is. In hoofdstuk 3 richt het onderzoek naar welke vorm van onderscheid verboden is, zich op de situatie dat jegens de ontvangende vrouwen direct onderscheid zou worden gemaakt. In hoofdstuk 4 richt het onderzoek naar welke vorm van onderscheid verboden is zich op de situatie dat jegens de ontvangende vrouwen indirect onderscheid zou worden gemaakt. Dit laatste ziet op de situatie dat een donor zijn sperma niet ter beschikking wil laten stellen aan alleenstaande vrouwen, of daarover een voorkeur uitspreekt. spermadonatiezorg 13

14 3 Onderzoek naar welke vorm van onderscheid verboden is als direct onderscheid jegens ontvangende vrouwen in het geding is In dit hoofdstuk gaat het College na of de Nederlandse wetgever een rangorde heeft aangebracht in het voorkomen van verschillende vormen van onderscheid en of de uitkomst daarvan verenigbaar is met het internationale recht. 3.1 Het systeem van de AWGB Uit het gesloten systeem van de AWGB volgt dat het belang om te voorkomen dat direct onderscheid wordt gemaakt in beginsel zwaarder weegt dan het belang om te voorkomen dat indirect onderscheid wordt gemaakt. Zoals hiervoor al aangegeven, houdt het gesloten systeem in dat direct onderscheid verboden is, tenzij de wet zelf een specifieke uitzondering op het verbod bevat (zie 2.3). Indirect onderscheid daarentegen kan objectief gerechtvaardigd zijn, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Gelet daarop prevaleert binnen het systeem van de AWGB het voorkomen van het directe onderscheid dat de spermabanken en/of weefselinstellingen zullen maken tegenover een ontvangende vrouw en is het indirecte onderscheid tegenover een donor op grond van geloofsovertuiging, levensovertuiging en/of politieke gezindheid in de weging die de wetgever heeft gemaakt daarom niet verboden. Binnen het systeem van de AWGB geldt derhalve dat de spermabanken en/of weefselinstellingen die voorwaarden of voorkeuren van spermadonoren die beschouwd moeten worden als direct onderscheid in de zin van de AWGB niet honoreren en dus donoren die vasthouden aan hun voorwaarden/voorkeuren uitsluiten, geen verboden onderscheid maken jegens de donoren. Ook niet als de voorwaarden/voorkeuren van de donoren verband houden met hun geloofs- of levensovertuiging en/of politieke gezindheid. De vraag is of deze uitkomst van toetsing aan de AWGB zich verdraagt met verdragsbepalingen die in Nederland gelden. Daarop zal het College hierna ingaan. 3.2 Nationale voorschriften buiten toepassing? De voorganger van het College, de Commissie Gelijke Behandeling, heeft eerder geoordeeld, dat zij als onafhankelijk overheidsorgaan gehouden is om nationale voorschriften buiten toepassing te laten bij onverenigbaarheid met een ieder verbindende verdragsbepalingen. 16 Hierna zal het College nagaan welke rechten de spermadonoren dan wel de spermaontvangers aan het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) kunnen ontlenen en of de in 3.1 beschreven uitkomst waartoe toepassing van de AWGB in het onderhavige geval leidt, onverenigbaar is met deze rechten. Hoewel op de situatie waarop de adviesaanvraag betrekking heeft ook normen uit andere (mensenrechten)verdragen van toepassing zijn, meent het College dat deze geen duidelijk ander licht op de zaak werpen dan de hieronder te bespreken EVRMnormen. 3.3 Kan de donor een beroep doen op artikel 8 EVRM? 16 Zie CGB 28 april 2011, , overweging spermadonatiezorg 14

15 In 1.1 is omschreven dat sommige donoren willen kunnen bepalen aan welke vrouwen zij wel of niet doneren of daarover een voorkeur uitspreken. Zo willen bepaalde donoren niet, of bij voorkeur niet, doneren aan alleenstaande vrouwen of aan lesbische vrouwen omdat zij geen kinderen willen krijgen bij die vrouwen en niet willen dat hun nageslacht in een dergelijke omgeving opgroeit. Omdat het kind vanaf de leeftijd van zestien jaar in beginsel het recht heeft om te weten wie de donor is 17, kan het zich voordoen dat het kind contact zoekt met de donor. Door het contact kan de donor tot de ontdekking komen dat het kind opgroeit onder omstandigheden die hij afkeurt. Het College zal hierna nagaan of dit belang van de donor, het kunnen uitsluiten dat een kind dat door middel van zijn spermadonatie geboren wordt, opgroeit onder omstandigheden die de donor afkeurt, wordt beschermd door artikel 8 EVRM. 18 Artikel 8 EVRM beschermt het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven. De vraag is of een spermadonor daaraan, in de context van donatie aan een spermabank, het recht kan ontlenen om te bepalen aan wie zijn sperma al dan niet ter beschikking wordt gesteld. Het College zal daarbij achtereenvolgens ingaan op het recht op privéleven en het recht op familie- en gezinsleven, en onderzoeken of deze rechten de uitkomst waartoe de AWGB leidt (zie 3.1) opzij zetten. Heeft een spermadonor een door artikel 8 EVRM (recht op privéleven) beschermd recht te bepalen wie zijn sperma al dan niet mag ontvangen? De vraag is of een donor op grond van zijn recht op privéleven zeggenschap heeft over de vraag welke vrouwen wel en welke vrouwen niet voor zijn sperma in aanmerking komen. Het College is van oordeel dat het ontnemen van de mogelijkheid aan een donor om voorwaarden te stellen aan het gebruik van zijn sperma, zeker nu sprake is van spermadonatie via een spermabank ten behoeve van voor de donor onbekende vrouwen, slechts een zeer marginale aantasting vormt van het recht op privéleven. De kern van hetgeen artikel 8 EVRM beoogt te beschermen, wordt hierdoor geenszins geraakt. In de rechtspraak van het Europese Hof voor de rechten van de mens (EHRM) over het recht op privéleven ziet het College geen aanknopingspunten om hierover anders te oordelen. In de zaak Evans t. het Verenigd Koninkrijk 19 oordeelde het EHRM dat artikel 8 EVRM er niet aan in de weg staat dat op grond van nationale wetgeving een man het recht heeft zelf uit maken met welke vrouw hij wel en met welke vrouw hij geen kind wil hebben. Het ging in die casus om een man die volgens Britse wetgeving zijn toestemming mocht intrekken voor implantatie van embryo s van zijn sperma in de baarmoeder van zijn inmiddels ex-vrouw. 17 Zie voetnoot Artikel 8, eerste lid, EVRM luidt: Een ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Artikel 8, tweede lid, EVRM, luidt: Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. 19 EHRM 10 april 2007, nr. 6339/05, NJ 2007, 459, m.nt. De Boer. spermadonatiezorg 15

16 In de zaak Dickson t. het Verenigd Koninkrijk oordeelde het EHRM dat de klager het recht heeft om genetisch ouder te worden, ook al kan hij vanwege gevangenschap zijn kinderen niet daadwerkelijk opvoeden. Het College is echter van oordeel dat situaties als in deze arresten aan de orde, niet te vergelijken zijn met de situatie van een spermadonor in de context van het doneren van sperma aan een spermabank. Het ging in de Evans casus om een man die wilde voorkomen dat zijn kind bij een bepaalde vrouw, te weten zijn ex-vrouw, zou worden geboren. In de Dickson casus ging het om een man die bij zijn eigen vrouw kinderen wil verwekken. Deze situaties laten zich niet vergelijken met de situatie waarin een spermadonor verkeert: hij doneert ten behoeve van een hem onbekende groep vrouwen en omgekeerd weten de vrouwen niet van welke man zij sperma krijgen. De vrijwillige keuze om mee te werken aan een systeem waarin deze anonimiteit voorop staat, brengt met zich dat deze potentiële uitvloeisels van het recht op privéleven buiten beeld blijven. Bovendien verplicht de donatie de spermabanken en/of weefselinstellingen niet het sperma daadwerkelijk te gebruiken. Dit alles maakt dat de uitkomst waartoe de Nederlandse AWGB leidt (zie 3.1) niet opzij wordt gezet door artikel 8 EVRM, voor zover dat betreft de bescherming van het privéleven. Hierna zal het College beoordelen hoe dit staat ten aanzien van het door artikel 8 EVRM beschermde recht op familie- en gezinsleven. Heeft een spermadonor een door artikel 8 EVRM (recht op familie- en gezinsleven) beschermd recht te bepalen wie zijn sperma al dan niet mag ontvangen? Het College beantwoordt de vraag of bij een spermadonor in de context van spermadonatie via een spermabank sprake is van een vorm van familie- en gezinsleven ontkennend. In het licht van de uitspraak van het EHRM in de zaak Anayo t. Duitsland 20 zijn daarvoor de volgende omstandigheden van belang: - er is geen sprake van een seksuele relatie met de ontvanger; - er is geen voornemen een gezin te stichten met de ontvanger; - mede ten gevolge van de tenminste 16 jaar durende anonimiteit van het donorschap is er geen commitment in de richting van het kind voorafgaande aan de geboorte geuit of kenbaar gemaakt; de donor beoogt dit in beginsel ook niet. Waar geen sprake is van familie- en gezinsleven bestaat evenmin een recht op bescherming daarvan. Ook in dit opzicht kan daarom de uitkomst waartoe de Nederlandse AWGB leidt (zie 3.1) niet opzij gezet worden door artikel 8 EVRM. Conclusie Artikel 8 EVRM, dat zowel het recht op privéleven als het recht op familie- en gezinsleven beschermt, geeft de spermadonor in de context van donatie via een spermabank geen zeggenschap over de omstandigheden waarin het kind wordt geboren en grootgebracht, en geeft hem niet het recht om te bepalen aan wie zijn sperma al dan niet ter beschikking mag worden gesteld. Het College concludeert daarom dat artikel 8 EVRM in de onderhavige casus niet de uitkomst waartoe de AWGB leidt opzij zet. 20 EHRM 21 december 2010, nr /07, LJN: BU5283, NJ 2011, 508, m.nt. S.F.M. Wortmann. spermadonatiezorg 16

17 3.4 Kan de donor een beroep doen op artikel 9 EVRM en artikel 14 EVRM, al dan niet in samenhang met elkaar? Het verbod van onderscheid op grond van geloofs- of levensovertuiging van de AWGB valt deels samen met de bescherming die artikel 9 EVRM, al dan niet in samenhang met het verbod van discriminatie op grond van onder meer godsdienst dat is opgenomen in artikel 14 EVRM, in beginsel biedt. In artikel 9 EVRM is de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst vastgelegd. 21 In artikel 14 EVRM is het recht vastgelegd om bij het genot van EVRM rechten niet te worden gediscrimineerd. 22 Voor zover de voorwaarden of voorkeuren die de donor stelt verband houden met zijn geloofs- of levensovertuiging is de vraag hoe het belang van de donor om niet te worden gediscrimineerd op grond van zijn geloofs- of levensovertuiging afgewogen moet worden tegen het belang van de ontvangende vrouwen om niet te worden gediscrimineerd op grond van bijvoorbeeld hun seksuele gerichtheid, een belang dat wordt beschermd door het Twaalfde Protocol 23 bij het EVRM. Voor de beantwoording van deze vraag is van belang dat het EHRM in zijn arrest Eweida en anderen t. het Verenigd Koninkrijk 24 heeft uitgesproken dat nationale autoriteiten een ruime beoordelingsvrijheid toekomt bij het maken van een afweging tussen botsende rechten uit het EVRM. Bij deze uitspraak heeft het EHRM ten aanzien van één van de eisers, mevrouw Ladele, bevestigd dat het een gemeente die discriminatie van paren van hetzelfde geslacht wil voorkomen, vrij staat om van haar werknemers te verlangen dat zij ook huwelijken sluiten tussen personen van hetzelfde geslacht, ook al hebben de werknemers daartegen godsdienstige bezwaren. De gemeente komt een wide margin of appreciation toe om beleid te voeren dat is gericht op het voorkomen van discriminatie door haar werknemers van mensen die van de diensten van de gemeenten gebruik maken. Gelet op de beoordelingsruimte die het EHRM aan nationale overheden biedt, is de keuze van de Nederlandse wetgever om het voorkomen van direct onderscheid te laten prevaleren boven het voorkomen van indirect onderscheid in het algemeen niet in strijd met het EVRM. 21 Artikel 9, eerste lid, EVRM luidt: Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften. Artikel 9, tweede lid, EVRM, luidt: De vrijheid zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uiting te brengen kan aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die die bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de openbare veiligheid, voor de bescherming van de openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. 22 Artikel 14 EVRM luidt: Het genot van de rechten en vrijheden die in dit Verdrag zijn vermeld, moet worden verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status. 23 Het EVRM kende in artikel 14 al het fundamentele recht om gevrijwaard te blijven van discriminatie. Het verbod van discriminatie was echter niet van algemene aard, maar gold alleen voor de rechten en vrijheden die in het EVRM genoemd worden. Om deze beperking op te heffen, is de Raad van Europa in 2000 akkoord gegaan met een algemeen discriminatieverbod. Dat werd vastgelegd in het Twaalfde Protocol bij het EVRM. Het Protocol bevat geen opsomming van concrete discriminatiegronden, wat betekent dat ongelijke behandeling op welke grond dan ook in beginsel onder de bescherming van het EVRM komt te vallen. 24 EHRM 15 januari 2013, nr /10 LJN: BZ1190, EHRC 2013, 67, m.nt. prof. mr. J.H. Gerards. spermadonatiezorg 17

18 Het College overweegt voorts dat in het algemeen gesteld kan worden dat een beperking van de mogelijkheid voor een spermadonor om godsdienstig of levensbeschouwelijk geïnspireerde voorwaarden te stellen of voorkeuren te uiten bij het ter beschikking stellen van zijn sperma aan een spermabank slechts een marginale aantasting vormt van de belangen die artikel 9 EVRM en/of artikel 14 EVRM beogen te beschermen. De geringe omvang van deze belangenaantasting maakt dat, in het licht van genoemd arrest, de uitkomst waartoe de Nederlandse AWGB leidt niet opzij gezet kan worden met een beroep op artikel 9 EVRM, al dan niet in samenhang met artikel 14 EVRM. 3.5 Conclusie ten aanzien van welke vorm van onderscheid verboden is als direct onderscheid jegens ontvangende vrouwen in het geding is Hiervoor in 3.1 is het College tot de conclusie gekomen dat binnen het systeem van de AWGB het voorkomen van het directe onderscheid dat de spermabanken en/of weefselinstellingen zullen maken tegenover een ontvanger prevaleert, en dat daarom het indirecte onderscheid tegenover een donor op grond van geloofsovertuiging, levensovertuiging en/of politieke gezindheid niet verboden is. Gelet op wat vervolgens is geconcludeerd met betrekking tot een beroep door een donor op de artikelen 8, 9 en 14 EVRM komt het College tot de slotconclusie dat een toepassing van de AWGB die inhoudt dat direct onderscheid jegens de ontvangende vrouwen zwaarder weegt dan indirect onderscheid jegens donoren, niet onverenigbaar is met het EVRM. De consequentie hiervan is dat de spermabanken en/of weefselinstellingen verboden onderscheid maken als zij tegemoet komen aan discriminerende voorwaarden of voorkeuren van spermadonoren die direct verwijzen naar de hetero- of homoseksuele gerichtheid, godsdienst, nationaliteit en/of het ras en/of het niet-gehuwd zijn van de ontvangende vrouwen. Het College adviseert de NVOG dan ook om in de onder andere door haar op te stellen richtlijn over spermadonatiezorg als regel op te nemen dat niet tegemoet wordt gekomen aan voorwaarden of voorkeuren van spermadonoren die beschouwd moeten worden als direct onderscheid in de zin van de AWGB, zoals voorwaarden en voorkeuren die rechtstreeks verwijzen naar hetero- of homoseksuele gerichtheid, godsdienst, ras, nationaliteit en het al dan niet gehuwd zijn van de ontvangende vrouw (burgerlijke staat). spermadonatiezorg 18

19 4 Onderzoek naar welke vorm van onderscheid verboden is als jegens de ontvangende vrouwen indirect onderscheid in het geding is Het onderzoek naar welke vorm van onderscheid verboden is als jegens de ontvangende vrouwen indirect onderscheid zou worden gemaakt, ziet op de situatie dat donoren voorwaarden of voorkeuren uitspreken over het al dan niet alleenstaand zijn van vrouwen. Als dergelijke voorwaarden of voorkeuren worden gehonoreerd maakt de spermabank of weefselinstelling indirect onderscheid op grond van burgerlijke staat jegens de ontvangende vrouwen. Als dergelijke voorwaarden of voorkeuren niet worden gehonoreerd maakt de spermabank of weefselinstelling indirect onderscheid jegens de donoren voor zover de voorwaarden of voorkeuren samenhangen met de geloofs- of levensovertuiging dan wel politieke gezindheid van de donor. Het College beoordeelt hierna hoe indirect onderscheid jegens donoren op grond van geloofs- of levensovertuiging of politieke gezindheid zich verhoudt tot indirect onderscheid jegens ontvangende vrouwen. Van indirect onderscheid jegens zowel donoren als ontvangers kan sprake zijn als een donor zijn sperma vanwege zijn voormelde overtuiging of gezindheid niet ter beschikking wil laten stellen aan alleenstaande vrouwen, of daarover een voorkeur uitspreekt. Het College zal onderzoeken welke vorm van indirect onderscheid gezien de hierbij betrokken belangen in een dergelijk situatie het zwaarste weegt: het indirecte onderscheid jegens de donoren of jegens alleenstaande vrouwen. In 2.3 is al aangegeven dat indirect onderscheid vatbaar is voor objectieve rechtvaardiging: indirect onderscheid is niet verboden als het wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en door middelen die voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. Dit geldt voor beide hier aan de orde zijnde vormen van indirect onderscheid. In het gesprek van 7 november 2013 is naar voren gebracht dat de spermabanken en weefselinstellingen er in ruime meerderheid voor kiezen om (indirect) onderscheid dat wordt gemaakt ten aanzien van alleenstaande vrouwen te voorkomen. Deze spermabanken en weefstellingen kiezen er daarom voor om donoren die onderscheidmakende eisen stellen uit te sluiten. Naar analogie van het in 3.4 aangehaalde EHRM-arrest Eweida en anderen t. het Verenigd Koninkrijk, voor zover betrekking hebbend op de zaak van mevrouw Ladele, is het College van oordeel dat de spermabanken en/of weefselinstellingen voorrang mogen geven aan het recht van de ontvangende vrouwen om niet te worden gediscrimineerd op grond van hun burgerlijke staat, boven het recht van donoren die discriminerende voorwaarden stellen om zelf niet te worden gediscrimineerd op grond van hun geloofs- of levensovertuiging en/of politieke gezindheid. Dit betekent dat de spermabanken en/of weefselinstellingen als beleid mogen voeren dat zij niet tegemoetkomen aan voorwaarden of voorkeuren die zien op het al dan niet alleenstaand zijn van ontvangende vrouwen. Voor de op te stellen richtlijn betekent dit dat daarin zonder bezwaar een dergelijk antidiscriminatoir beleid vastgelegd mag worden. Het College adviseert de NVOG dan ook om in haar op te stellen richtlijn over spermadonatiezorg op te nemen dat niet tegemoet wordt gekomen aan voorwaarden en voorkeuren van spermadonoren die zien op het al dan niet alleenstaand zijn van vrouwen en die daardoor indirect verwijzen naar hun burgerlijke staat. Uit het aangehaalde arrest kan echter niet worden afgeleid dat een spermabank en/of weefselinstelling verplicht is een dergelijk antidiscriminatoir beleid te voeren. spermadonatiezorg 19

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 31 832 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling, het Burgerlijk Wetboek, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd

Nadere informatie

Een nieuwe koers ten aanzien van de gewetensbezwaarde ambtenaar

Een nieuwe koers ten aanzien van de gewetensbezwaarde ambtenaar VNG-notitie mei 2008 Een nieuwe koers ten aanzien van de gewetensbezwaarde ambtenaar Op 15 april 2008 heeft de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) uitspraak gedaan over de vraag of een gemeente verboden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14290 2 augustus 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Botsende rechten in het onderwijs

Botsende rechten in het onderwijs Botsende rechten in het onderwijs Factsheet over de soms botsende relatie tussen vrijheid van onderwijs, het verbod op discriminatie en vrijheid van godsdienst Bureau Discriminatiezaken Kennemerland Postbus

Nadere informatie

8.50 Privacyreglement

8.50 Privacyreglement 1.0 Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect betrekking hebben

Nadere informatie

Aanvulling van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen en de toelichting daarop

Aanvulling van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen en de toelichting daarop Advies Commissie Gelijke Behandeling inzake Aanvulling van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen en de toelichting daarop aan de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en het Contactorgaan Hypothecair

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Reglement Stichting donorgegevens kunstmatige

Reglement Stichting donorgegevens kunstmatige STICHTING DONORGEGEVENS KUNSTMATIGE BEVRUCHTING Reglement Stichting donor kunstmatige bevruchting Het bestuur van de Stichting donor kunstmatige bevruchting, als bedoeld artikel 1, onder b, van de Wet

Nadere informatie

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend: Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op

Nadere informatie

Oordeel 2012-133. Datum: 3 augustus 2012. Dossiernummer: 2012-0076. Oordeel in de zaak van [... ] wonende te [... ], verzoekster.

Oordeel 2012-133. Datum: 3 augustus 2012. Dossiernummer: 2012-0076. Oordeel in de zaak van [... ] wonende te [... ], verzoekster. Oordeel 2012-133 Datum: 3 augustus 2012 Dossiernummer: 2012-0076 Oordeel in de zaak van [... ] wonende te [... ], verzoekster tegen Stichting ROC Midden Nederland gevestigd te Utrecht, verweerster 1 Procesverloop

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:16806

ECLI:NL:RBDHA:2013:16806 ECLI:NL:RBDHA:2013:16806 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-10-2013 Datum publicatie 10-12-2013 Zaaknummer SGR 13/5417 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.)

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.) Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.) 1. Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie

Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving

Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving De Directie van NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering verplicht is een regeling

Nadere informatie

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen Privacyreglement Inleiding en doel Iedereen heeft recht op de bescherming van zijn of haar persoonlijke gegevens. Dit privacyreglement is opgesteld op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en beschrijft

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Privacyreglement PoortwachterDirect

Privacyreglement PoortwachterDirect Privacyreglement PoortwachterDirect De Directie van PoortwachterDirect B.V. overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling te treffen omtrent het verstrekken van

Nadere informatie

Gedragsregels. voor uitzendondernemingen

Gedragsregels. voor uitzendondernemingen Gedragsregels voor uitzendondernemingen Gedragsregels voor uitzendondernemingen Er bestaat behoefte aan flexibele arbeid, zowel bij werknemers als bij werkgevers. Uitzendondernemingen voorzien in die behoefte

Nadere informatie

Privacyreglement EVC Dienstencentrum

Privacyreglement EVC Dienstencentrum PRIVACYREGLEMENT Privacyreglement EVC Dienstencentrum De directie van het EVC Dienstencentrum: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling te treffen omtrent

Nadere informatie

de stelling 1 Botsing van grondrechten

de stelling 1 Botsing van grondrechten 431 AWGB en enkel feit A.C. Hendriks* 1 Botsing van grondrechten De Stelling waarop Nehmelman en ik gevraagd zijn te reageren betreft een klassiek voorbeeld van botsende grondrechten in de horizontale

Nadere informatie

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid 1.1.01 20160122 Artikel 1 1.1 Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Nadere informatie

Versie 1.0 oktober 2015 Privacyreglement

Versie 1.0 oktober 2015 Privacyreglement Versie 1.0 oktober 2015 Privacyreglement Dit privacyreglement is opvraagbaar via de website van Bogaers Taleninstituut. De directie van Bogaers Taleninstituut B.V.: Overwegende dat het in verband met een

Nadere informatie

Privacyreglement EVC Albeda College

Privacyreglement EVC Albeda College Privacyreglement EVC Albeda College Privacyreglement EVC Albeda College november 2 2009 1 Inhoudsopgave Artikel 1 Reikwijdte reglement 3 Artikel 2 Begripsbepalingen 3 Artikel 3 Algemene bepalingen 4 Privacyreglement

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Embryodonatie: Informatie voor wensouders

Embryodonatie: Informatie voor wensouders Blad: 1 /5 Embryodonatie: Informatie voor wensouders Blad: 2 /5 Inleiding U heeft contact opgenomen met Medisch Centrum Kinderwens omdat u in aanmerking wilt komen voor een behandeling waarbij u een embryo

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

7 november 2013 Platformdag Gehandicapten mbo Marije Graven

7 november 2013 Platformdag Gehandicapten mbo Marije Graven Workshop: 10 jaar WGBH/CZ 7 november 2013 Platformdag Gehandicapten mbo Marije Graven College voor de Rechten van de Mens (Sinds 1 oktober 2012, opvolger van de CGB) Missie is om mensenrechten te: Bewaken

Nadere informatie

Module Verkiezingen 2017/331

Module Verkiezingen 2017/331 ECLI:NL:RVS:2017:363 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2017 Datum publicatie 13-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201701125/1/A2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Afstammingsinformatie

Afstammingsinformatie Afstammingsinformatie 1 Tijdslijn Afstammingsinformatie 4 nov. 1950 20 nov. 1989 29 mei 1993 15 april 1994 1 juni 2004 EVRM IVRK Haags Adoptieverdrag Valkenhorstarrest Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting

Nadere informatie

PDF Created with deskpdf PDF Writer - Trial :: 1

PDF Created with deskpdf PDF Writer - Trial ::   1 Privacyreglement Loopbaanparadox Preambule Dit reglement beoogt het juiste gebruik van alle persoonsgegevens waarvan Loopbaanparadox kennis draagt alsmede alle tot een persoon te herleiden gegevens waarover

Nadere informatie

Privacyreglement EBC Taleninstituut en EBC Language Academy

Privacyreglement EBC Taleninstituut en EBC Language Academy Privacyreglement EBC Taleninstituut en EBC Language Academy De Directie van EBC Taleninstituut en Language Academy: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling

Nadere informatie

Privacyreglement. Artikel 1. Bereik

Privacyreglement. Artikel 1. Bereik Privacyreglement Privacyreglement Artikel 1. Bereik 1.1 Dit reglement is van toepassing op de geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Het is eveneens van toepassing op

Nadere informatie

Datum Wijziging Awgb 20 september 2016 Ons kenmerk 2016/0125/AvD/KB/RG

Datum Wijziging Awgb 20 september 2016 Ons kenmerk 2016/0125/AvD/KB/RG Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Binnenlandse Zaken Mevrouw P. Dijkstra Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Datum Wijziging Awgb 20 september 2016 Ons

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 30 486 Evaluatie Embryowet E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 april 2014 De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 2 maart 1994, houdende algemene regels ter bescherming tegen discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit,

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 februari 2013 in zaak nr. 12/9555 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 februari 2013 in zaak nr. 12/9555 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:190 Uitspraak 201302396/1/A2. Datum uitspraak: 29 januari 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak

Nadere informatie

Privacyreglement Zorgboerderij De Geijsterse Hoeve. Inwerkingtreding: 1 september In dit reglement wordt verstaan onder:

Privacyreglement Zorgboerderij De Geijsterse Hoeve. Inwerkingtreding: 1 september In dit reglement wordt verstaan onder: Privacyreglement Zorgboerderij De Geijsterse Hoeve Inwerkingtreding: 1 september 2016 Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde

Nadere informatie

Protocol bescherming persoonsgegevens van de Alvleeskliervereniging Nederland

Protocol bescherming persoonsgegevens van de Alvleeskliervereniging Nederland Protocol bescherming persoonsgegevens van de Alvleeskliervereniging Nederland AVKV/Protocol WBP (versie 01-12-2010) Pagina 1 Inhoud : 1. Voorwoord 2. Beknopte beschrijving van de Wet bescherming persoonsgegevens

Nadere informatie

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam;

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Privacyreglement Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Overwegende Dat het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg tot

Nadere informatie

de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke

de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke

Nadere informatie

Spermadonor in beeld. Marja Visser Counselor

Spermadonor in beeld. Marja Visser Counselor Spermadonor in beeld Marja Visser Counselor Disclosure statement ik heb geen conflicterende belangen Achtergrond Kunstmatige Inseminatie met Donorsperma (KID) vanaf ca 1950 Onvruchtbaarheid man in man-vrouw

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK 201403327/1/A2. Datum uitspraak: 24 april 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vereniging Vrouwen Partij, gevestigd te Den Haag, appellante, het centraal stembureau voor

Nadere informatie

Privacy reglement. Birtick Zorg & Welzijn

Privacy reglement. Birtick Zorg & Welzijn Inhoud 1. Begripsbepalingen 2. Reikwijdte 3. Doel 4. Categorieën van personen over wie gegevens in de registratie worden opgenomen 5. Vertegenwoordiging 6. Soorten van gegevens die in de registratie worden

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 Instantie Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 12-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 187067 / FA RK 11-3921 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Gedragscode CMWW. Met elkaar, voor elkaar. versie

Gedragscode CMWW. Met elkaar, voor elkaar. versie Gedragscode CMWW Met elkaar, voor elkaar versie 2018.1 1 Inhoud Gedragscode CMWW... 3 Artikel 1: Definities:... 3 Artikel 2: Doel en uitgangspunt:... 3 Artikel 3: Status en reikwijdte van de gedragscode...

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:606

ECLI:NL:CRVB:2016:606 ECLI:NL:CRVB:2016:606 Instantie Datum uitspraak 29-02-2016 Datum publicatie 29-02-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13/6413 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

PRIVACYREGLEMENT STICHTING KINDEROPVANG SWALMEN

PRIVACYREGLEMENT STICHTING KINDEROPVANG SWALMEN PRIVACYREGLEMENT STICHTING KINDEROPVANG SWALMEN 1. Begripsbepalingen. Persoonsgegevens; Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Zorggegevens Persoonsgegevens

Nadere informatie

Privacyreglement Rosemarijn Gezinsbegeleiding

Privacyreglement Rosemarijn Gezinsbegeleiding Privacyreglement respecteert de privacy van cliënten en de gebruikers van haar website en draagt er zorg voor dat de persoonlijke informatie die u ons verschaft vertrouwelijk wordt behandeld. Dit privacyreglement

Nadere informatie

1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACYREGLEMENT 1. Begripsbepalingen 1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect

Nadere informatie

Privacyreglement. WerkPro privacyreglement pagina: 1 van 5 Versiedatum: Eigenaar: Bedrijfsjurist

Privacyreglement. WerkPro privacyreglement pagina: 1 van 5 Versiedatum: Eigenaar: Bedrijfsjurist Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een herkenbaar persoon; verwerking van persoonsgegevens:

Nadere informatie

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam Stichting Rapucation Postbus 15989 1001 NL Amsterdam www.rapucation.eu info@rapucation.eu 088-3777700 Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8531

ECLI:NL:RVS:2013:BY8531 ECLI:NL:RVS:2013:BY8531 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 16-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202514/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement Privacyreglement Inhoudsopgave 1. Begripsbepaling... 1 1.1 Persoonsgegevens... 1 1.2 Persoonsregistratie... 1 1.4 Verwerking van persoonsgegevens... 1 1.5 Verstrekken van persoonsgegevens... 1 1.6 Bestand...

Nadere informatie

1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder:

1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: Privacyreglement Datum: 19 september 2018 Van: stichting Welzijn Capelle, 010 707 49 00 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Nadere informatie

2. Hoe kan je de strijd tegen discriminatie aangaan?

2. Hoe kan je de strijd tegen discriminatie aangaan? 2. Hoe kan je de strijd tegen discriminatie aangaan? Om de strijd tegen discriminatie op de werkvloer aan te gaan, kan je als militant beroep doen op een breed wettelijk kader. Je vindt hieronder de belangrijkste

Nadere informatie

c) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

c) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; Privacyreglement ArboVitale ArboVitale vindt het belangrijk dat u uitleg krijgt over hoe ArboVitale persoonsgegevens beschermt en hoe onze medewerkers om gaan met privacygevoelige informatie. Paragraaf

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Maastricht, gevestigd te Maastricht, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Maastricht, gevestigd te Maastricht, verweerder. Zaaknummer : 2010/071 Rechter(s) : mrs. Mollee, Borman, Kleijn Datum uitspraak : 8 augustus 2011 Partijen : Appellant tegen Universiteit Maastricht Trefwoorden : Algemeen verbindend voorschrift, [instellings]collegegeld,

Nadere informatie

ECCVA/U200801782 CVA/LOGA 08/37 Lbr. 08/187

ECCVA/U200801782 CVA/LOGA 08/37 Lbr. 08/187 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. (070) 373 8021 betreft gelaatsbedekkende kleding bij gemeentepersoneel Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U200801782 CVA/LOGA 08/37 Lbr.

Nadere informatie

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011 5.10.1 Gedragscode FloreoKids Versie 1 26-7-2011 5.10.1. Gedragscode FloreoKids Om elkaar te beschermen heeft FloreoKids in een gedragscode beschreven op welke wijze we met elkaar en met onze klanten omgaan.

Nadere informatie

Regeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG)

Regeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Regeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: ongewenst gedrag: seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie;

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACY REGLEMENT Algemene bepalingen Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2 Gezondheidsgegevens / Bijzondere

Nadere informatie

: Privacyreglement Datum : 14 mei 2018 Versienummer : V1.0

: Privacyreglement Datum : 14 mei 2018 Versienummer : V1.0 Titel : Privacyreglement Datum : 14 mei 2018 Versienummer : V1.0 We houden van simpel. Dus ook dit privacyreglement willen we simpel houden. Dat kun je dan wel willen, maar zo n reglement is ook een juridisch

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685195/688505 Betreft: bezwaar tegen besluit op Wob-verzoek Beslissing van het Commissariaat voor de Media op het bezwaar van xxx en xxx tegen het besluit op het verzoek

Nadere informatie

2.1 Verzoekster is een stichting. Blijkens artikel 2, eerste lid van haar statuten heeft zij als doel:

2.1 Verzoekster is een stichting. Blijkens artikel 2, eerste lid van haar statuten heeft zij als doel: Volledig oordeel Oordeel 2010-169 Datum: 18 november 2010 Dossiernummer: 2010-0094 Oordeel in de zaak van.... gevestigd te...., verzoekster tegen.... gevestigd te...., verweerder 1 Procesverloop 1.1 Bij

Nadere informatie

Privacyreglement Spoor 3 BV. Artikel 1. Begripsbepalingen. Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder:

Privacyreglement Spoor 3 BV. Artikel 1. Begripsbepalingen. Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder: Privacyreglement Spoor 3 BV Artikel 1. Begripsbepalingen Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) het reglement:

Nadere informatie

PRIVACYREGLEMENT ANG Versie 1.0 Özlem Sahin & Tinka Versteeg. ANG, Montfoort, 01 oktober 2017 Kenmerk: ANG HRM

PRIVACYREGLEMENT ANG Versie 1.0 Özlem Sahin & Tinka Versteeg. ANG, Montfoort, 01 oktober 2017 Kenmerk: ANG HRM PRIVACYREGLEMENT ANG Versie 1.0 Özlem Sahin & Tinka Versteeg ANG, Montfoort, 01 oktober 2017 Kenmerk: ANG117-0047HRM Inhoudsopgave 1 2 Inleiding... 3 1.1 Overwegingen... 3 1.2 Uitgangspunten... 4 1.3 Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Jaarverslag Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting 2007

Jaarverslag Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting 2007 Jaarverslag Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting 2007 1. Inleiding Het jaar 2007 was een lastig jaar voor de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting. Eind 2006 heeft een aantal bestuursleden

Nadere informatie

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag Kinderdagverblijf Eigenwijs, handelend onder Vertah BV, verder te noemen organisatie: hanteert deze Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag voor

Nadere informatie

Privacyreglement Financieel Bureau Brabant

Privacyreglement Financieel Bureau Brabant Privacyreglement Financieel Bureau Brabant 1. Inleiding Met ingang van 1 september 2001 is de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) in werking getreden. Een persoonsgegeven is elk gegeven betreffende

Nadere informatie

Privacyreglement Opleiding en Onderzoek Van Montfoort Holding b.v.

Privacyreglement Opleiding en Onderzoek Van Montfoort Holding b.v. Privacyreglement Opleiding en Onderzoek Van Montfoort Holding b.v. Aanhef Mr. dr. A van Montfoort, directeur Van Montfoort Holding b.v. te Woerden. Overwegende dat het voor het verzorgen van opleidingen,

Nadere informatie

gelijke behandeling en passend onderwijs 25 maart 2014 Actieweek passend onderwijs

gelijke behandeling en passend onderwijs 25 maart 2014 Actieweek passend onderwijs gelijke behandeling en passend onderwijs 25 maart 2014 Actieweek passend onderwijs Voorstellen Domenica Ghidei lid van het College voor de Rechten van de Mens Dick Houtzager lid van het College voor de

Nadere informatie

Privacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018)

Privacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018) Privacyreglement (februari 2018) Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct

Nadere informatie

Weten van wie je afstamt

Weten van wie je afstamt Weten van wie je afstamt Nieuwe afspraken rond het beheer van donorgegevens bij kunstmatige bevruchting Informatie voor (toekomstige) donoren Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Directie Innovatie,

Nadere informatie

In dit reglement zullen we vastleggen hoe bij SPEL de privacy van persoonsgegevens is vastgesteld.

In dit reglement zullen we vastleggen hoe bij SPEL de privacy van persoonsgegevens is vastgesteld. Privacyreglement Inleiding: Ouders en kinderen van SPEL moeten er van op aan kunnen dat er zorgvuldig wordt omgegaan met wat hij/zij aan een professional vertelt en dat er niets buiten hem/haar om gebeurt.

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACY REGLEMENT 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2 Gezondheidsgegevens / Bijzondere

Nadere informatie

Heroverweging van het last-in / first-out (lifo) beginsel bij bedrijfseconomisch ontslag. 9 juli 2004 CGB-advies/2004/05

Heroverweging van het last-in / first-out (lifo) beginsel bij bedrijfseconomisch ontslag. 9 juli 2004 CGB-advies/2004/05 Heroverweging van het last-in / first-out (lifo) beginsel bij bedrijfseconomisch ontslag 9 juli 2004 CGB-advies/2004/05 1 Advies van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) over de notitie van de Minister

Nadere informatie

1.1 Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1 Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Privacyreglement Stichting de As Inleiding en doel Bij Stichting de As worden persoonsgegevens van zowel patiënten als van medewerkers verwerkt. Het gaat daarbij vaak om zeer privacygevoelige gegevens

Nadere informatie

Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; Aanhef Dit reglement is voor Stichting ROC West Brabant 1. Daar waar in dit reglement wordt gesproken over deelnemers worden ook leerlingen in de zin van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) bedoeld.

Nadere informatie

Privacyreglement Triage Medisch Adviesbureau

Privacyreglement Triage Medisch Adviesbureau Privacyreglement Triage Medisch Adviesbureau In dit reglement wordt verstaan onder: 1. AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming: De AVG moet worden gezien als een aanscherping van de thans al geldende

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

Algemene verordening gegevensbescherming

Algemene verordening gegevensbescherming 17 november 2018 Nancy Putman NGTV-kring Noord- en Oost Nederland Algemene verordening gegevensbescherming Even voorstellen Myriapodo Privacy is niet hetzelfde als privacywetgeving Privacy is recht op

Nadere informatie

Gelijke behandeling. informatie voor werknemers

Gelijke behandeling. informatie voor werknemers Gelijke behandeling informatie voor werknemers Gelijke behandeling: informatie voor werknemers Het is wettelijk bepaald dat iemand niet ongelijk behandeld mag worden vanwege zijn godsdienst, levensovertuiging,

Nadere informatie

Privacyreglement. Privacyreglement, eigenaar bedrijfsjurist, datum bewerking: Pagina 1 van 6

Privacyreglement. Privacyreglement, eigenaar bedrijfsjurist, datum bewerking: Pagina 1 van 6 Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: - de wet: de Algemene Verordening Gegevensbescherming; - persoonsgegeven: elk gegeven over een herkenbaar persoon; - verwerking

Nadere informatie

Oordelen. Volledig oordeel. Oordeelnummer Ras Leveren van en toegang tot goederen en diensten - Wonen. Datum: Grond: Terrein:

Oordelen. Volledig oordeel. Oordeelnummer Ras Leveren van en toegang tot goederen en diensten - Wonen. Datum: Grond: Terrein: Oordelen Woonstichting 'thuis discrimineert een vrouw van Sintiafkomst door vrijgekomen standplaatsen op woonwagenlocatie Oranjetip te ontmantelen en geen vervangende woonwagenplaatsen daarvoor in de plaats

Nadere informatie

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp Privacyreglement ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp 1 Vastgesteld MT Altra 11 november 2016 INHOUDSOPGAVE Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Reikwijdte Rechtmatige verwerking persoonsgegevens 3. Doel

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 11-02-2013) Wet van 6 februari 2003, houdende regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Privacyreglement Stichting Houtdatwerkt

Privacyreglement Stichting Houtdatwerkt Privacyreglement Stichting Houtdatwerkt Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde

Nadere informatie

Gedragscode stichting Torion

Gedragscode stichting Torion Gedragscode stichting Torion Vooraf De organisatie wil door middel van deze gedragscode vorm en inhoud geven aan het voorkomen en bestrijden van agressie, seksuele intimidatie en discriminatie. Tevens

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate Migratie Web ve 14000068 201200442/1 A/1. Datum uitspraak: 10 januari 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Stuk 653 (2000-2001) Nr. 8 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 4 maart 2002 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Zie :

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie