Mens- en maatschappijvisie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mens- en maatschappijvisie"

Transcriptie

1 Mens- en maatschappijvisie Een visie biedt ons een kader dat ons denken en ons handelen richting geeft. Het biedt ons denken een vertrekpunt en ons handelen een eindpunt. Ook outreachend werken moet vertrekken vanuit een visie. Zonder visie doen we zomaar wat en dat is niet de bedoeling. De visie die we hier beschrijven is geen visie die uitsluitend geschreven is voor outreach werkers. Outreach is een onderdeel van goede dienst-, hulp- en zorgverlening en elke werker die professioneel en deontologisch verantwoord bezig is, hanteert volgend uitgangspunt: Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan. Dit vertrekpunt lijkt weinig zeggend en dus niet echt wereldschokkend. We gaan hier echter dieper op in, omdat de invulling en consequenties van het begrip menswaardig bestaan resulteren in een aantal specifieke keuzes die ons handelen bepalen. We schetsen eerst de invulling van het begrip in drie onderdelen om dan bij elk onderdeel een aantal voorbeelden te geven waar volgens ons tegen deze ethiek gezondigd wordt. Menswaardig bestaan bestaat onlosmakelijk uit drie componenten (Hendrickx & Vansevenant, 2005) die weergegeven worden in de volgende driehoek: Zorgethiek (Broederlijkheid) Menswaardig Bestaan Sociale grondrechten (Gelijkheid) Individuele bestaansethiek (Vrijheid) Sociale grondrechten Sinds 1994 bevat de Belgische Grondwet het artikel 23 waarin menswaardig leven wordt gegarandeerd via volgende sociale grondrechten: recht op arbeid en vrije beroepskeuze, recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische

2 bijstand, het recht op een behoorlijke huisvesting, recht op bescherming van een gezond leefmilieu en recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Hier heeft iedereen dus recht op. Dit zijn de minimum vereisten voor een menswaardig bestaan. Deze rechten zijn onvoorwaardelijk en niet gekoppeld aan plichten. Zoals de sociale grondrechten nu in de grondwet staan, zijn ze weliswaar niet afdwingbaar. Het artikel 23 is dan ook meer op te vatten als een intentieverklaring. En dat is jammer. Want veel mensen in onze samenleving blijven verstoken van deze rechten, of hun rechten worden uitgehold. Enkele voorbeelden: Over het algemeen slaagt het onderwijs er moeilijk in aansluiting te vinden met bepaalde groepen van kinderen. Dit heeft tot gevolg dat nogal wat kinderen en jongeren vroegtijdig afhaken en/of gedemotiveerd zijn. Meer dan een op de zeven Vlaamse jongeren verlaat het secundair onderwijs zonder diploma. Dat zijn meer dan leerlingen per jaar. Bij de jongens gaat het zelfs om bijna een op de vijf. En hun aantal neemt toe: in 1999 ging het nog maar om een op de acht leerlingen. In Brussel verlaat liefst een op de vier jongeren de school zonder diploma hoger secundair onderwijs ( Meer en meer mensen hebben het steeds moeilijker op de arbeidsmarkt (werkloosheid, onzeker statuut, gevaarlijk werk, lage lonen, ). De sterkst groeiende werkgever op de arbeidsmarkt is de interim sector. In de jaren tachtig werd er door de vakbonden nog volop actie gevoerd tegen deze vorm van arbeid. Men vond heel terecht - dat het systeem de werknemers een aantal elementaire verworvenheden ontnam en dat het hen in elk geval geen zekerheden bood. Vandaag stellen we vast dat ook de overheid dankbaar gebruik maakt van die techniek. PWA-werknemers en mensen die via het systeem van de dienstencheques actief zijn, worden in grote mate tewerkgesteld door interimkantoren. Geen volwaardige tewerkstelling en absoluut geen zekere jobs. Een laag inkomen, het missen van een stabiel inkomen, moeten leven van een vervangingsinkomen, Dierckx, Vranken, Coene, & Van Haarlem (2011) onderzochten de armoede in Vlaanderen en stelden vast dat het perspectief er voor vele groepen in de afgelopen jaren niet op verbeterd is. 8,6 procent van de kinderen wordt geboren in een gezin dat in armoede leeft en dat getal stijgt elk jaar, één vierde van de OCMW steuntrekkers zijn alleenstaande moeders beneden de 25 jaar, het aantal mensen met een job die ondersteuning vragen bij het OCMW neemt toe, het leefloon ligt nog steeds onder de Europese armoedegrens Wonen in ongezonde, verkommerde, en/of te kleine woningen, Er zijn te weinig sociale woningen en aan het tempo waarop men nu nieuwe bouwt zal de wachtlijst binnen 134 jaar weggewerkt zijn. Vanuit budgetbegeleiding wordt sinds jaar en dag gesteld dat een gezin maximaal 30 % van zijn inkomen aan huisvesting mag besteden. Mensen in armoede die op de privémarkt moeten huren, zijn genoodzaakt om de helft en meer te spenderen aan huur en energievoorziening. Door de financiële situatie stellen sommigen een huisartsbezoek uit waardoor kleine

3 aandoeningen verslechteren. Het niet invoeren van het derde betalerssysteem weerhoudt veel mensen van de gepaste medische hulp te zoeken. Dit zijn allemaal voorbeelden van hoe de rechten van mensen ook in onze samenleving geschonden en/of uitgehold worden. Nochtans gaat het hier over basisvoorwaarden voor een menswaardig bestaan. Zorgethiek Een mens leeft in interactie met anderen. Hierdoor wordt zijn identiteit gevormd. Elke mens heeft behoefte aan verbinding, inclusie, erbij horen, van tel zijn. Zorgethiek betekent dat de sociale grondrechten van mensen op een menselijke manier gevrijwaard worden. Grondrechten vormen de basis voor een menswaardig bestaan, zorgethiek levert ons een manier om die basis op een menselijke manier vorm te geven. Verkilling, individualisme en afstandelijkheid kunnen alleen zo worden tegengegaan. Uitsluiting kan gaan van letterlijk nergens bij te (mogen) horen tot wel aanvaard (geduld) worden maar op een afstandelijke manier. Enkele voorbeelden: Veel inspraakorganen verwachten van hun deelnemers bepaalde vaardigheden. Zo worden reeds heel wat mensen en groepen van bij de start uitgesloten. Als vergaderen bijvoorbeeld niet je ding is, wordt de kans klein dat jouw mening van tel zal zijn. In het onderwijs worden veel jongeren slachtoffer van het watervalsysteem. Ze beginnen in de humaniora of technische en eindigen enkele jaren later in het deeltijds. Veel van deze jongeren beschikken nochtans over de gevraagde intellectuele en technische capaciteiten om de gekozen studierichting aan te kunnen maar hun onaangepastheid doet hen de das om.. Dienst-, hulp- en zorgverlening wordt steeds koeler. Zaken moeten vooruitgaan, efficiënt verlopen, en cijfers zijn meer dan ooit van tel. Het belang van een goed gesprek met iemand die luistert en de tijd neemt wordt kleiner. De protocollering van de dienst-, hulp- en zorgverlening werkt dit in de hand en loopt zo het risico gereduceerd te worden tot een verzameling van technieken en protocollen die gevolgd worden van zodra het probleem bij de persoon is vastgesteld. Zorgethiek betekent dat iedereen erbij hoort en dat hulpverlening gebaseerd moet zijn op een wederzijds contact vanuit aandacht voor de mens zelf. Is dit een pleidooi voor het platknuffelen van iedereen? Verre van. Het is een pleidooi tegen individualisering en verkilling. Individuele bestaansethiek Hiermee willen we duiden op het recht van elk individu om zijn eigen leven richting te geven, om zelf keuzes te maken. Alleen als mensen vrij zijn om dit te doen, kunnen ze aangesproken worden op hun verantwoordelijkheden. Wanneer mensen die vrijheid niet hebben, zal hun motivatie

4 beperkt zijn. Een pleidooi voor zelfbeschikkingsrecht is geen pleidooi is voor individualisering of mensen alles alleen laten beslissen. Binnen de driehoek moet dit zelfbeschikkingsrecht ook vorm gegeven worden samen met wederkerige zorgethiek. Die laatste gaat de individualisering tegen. Maar de vrijheid van de persoon mag niet op de helling komen te staan. De laatste jaren zien we meer en meer een tendens naar beheersing en controle binnen onze samenleving: risico s moeten ingeperkt worden of men moet er zich tegen verzekeren, en er moet in eerste instantie gecontroleerd en gesanctioneerd worden. Mensen willen veiligheid en zekerheid en geloven erin dat dit ideaal op deze manier bereikt wordt. Rechten worden gekoppeld aan plichten en voorwaarden. Er zou wel eens misbruik gemaakt kunnen worden. Het gevolg is dat door die plichten en voorwaarden heel wat mensen verstoken blijven van hun rechten. Een voorbeeld is het leefloon, het allerlaatste vangnet. Ook dat is aan een aantal voorwaarden verbonden. Als je niet aan die voorwaarden kan voldoen trekt ook het laatste vangnet zich terug en ben je aan je lot overgeleverd. Een aantal voorbeelden waar de vrijheid van mensen ingeperkt wordt: Jongeren worden met argusogen bekeken. Waar rondhangen 25 jaar geleden nog doodnormaal was, is het nu een veiligheidsprobleem geworden. Speelpleinen worden omheind, hagen worden weggehaald en toezichters worden aangesteld. De straten en openbare gebouwen zijn hotspots geworden voor onveiligheid. Overal worden agenten neergepoot en camera s opgehangen. Vertrouwen in werknemers verdwijnt. Elke actie moet verantwoord worden. Zo wordt het bijvoorbeeld voor hulpverleners steeds moeilijker om een band aan te gaan met hun cliënten. Dat vergt werken op het tempo van mensen en zo veel tijd is er vaak niet. Vanuit deze visie heeft iedereen recht op een menswaardig bestaan. Dat menswaardig bestaan wordt ingevuld vanuit de sociale grondrechten, de zorgethiek en de individuele bestaansethiek. We zijn ervan overtuigd dat deze drie aspecten evenwaardig zijn. Een fundamentele verbetering van de situatie van mensen die maatschappelijk uitgesloten worden gaat gepaard met het zoeken naar een evenwicht tussen deze drie onderdelen. En dat evenwicht dient bij elke case opnieuw afgewogen te worden. Vanuit deze mens- en maatschappijvisie reiken we in deze cursus een aantal kapstokken aan om hier in de praktijk als werker mee aan de slag te gaan. Basispijlers Burgerschapsparadigma Ondanks de uitsluiting van kwetsbare groepen in de samenleving, zien we vandaag een sterke tendens naar vermaatschappelijking van de zorg- en dienstverlening (vb. art. 107 in de geestelijke gezondheidszorg). Dit betekent dat mensen zoveel mogelijk in hun onmiddellijke omgeving moeten ondersteund worden en dat residentiële opnames tot een minimum moeten herleid

5 worden. Deze evolutie wijst op de noodzaak van outreachend werken, wat we toejuichen, toch is enige voorzichtigheid geboden. De vraag is of deze vermaatschappelijking van de zorg ook echt zijn weerslag kan vinden in onze huidige, neo-liberale samenleving. De vraag is: leidt dit er ook echt toe dat kwetsbare groepen meer deel gaan uitmaken van de samenleving, er echt gaan bij horen of zorgt dit alleen voor een fysieke integratie doordat ze meer zichtbaar aanwezig gaan zijn in het straatbeeld? Onze eerste pijler, het burgerschapsparadigma vertrekt vanuit het streven naar een volwaardig lidmaatschap in de samenleving voor elke burger (o.a. Lister, 2007; Van Gennep, 2007). Deze manier van kijken naar de werkelijkheid vindt zijn oorsprong in de kritische theorievorming waarbij een theorie of praktijk gezien wordt als een product van een bepaalde cultuur beïnvloed door de maatschappelijke en historische verhoudingen. Het mensenrechtendiscours geeft handen en voeten aan het burgerschapsparadigma. Het vertelt ons hoe we deze manier van kijken naar de praktijk moeten vertalen (Van Gennep, 2007). Inclusief burgerschap Burgerschap betekent het bezitten van een sociale positie in de samenleving (Perron, Trudge & Holmes, 2010). Inclusief burgerschap is hierbij het streefdoel. Sociale emancipatie is de voorwaarde om dit ideaal van inclusie te bekomen. Vaak worden maatschappelijk kwetsbare groepen onderdrukt door het heersende waarden- en normenpatroon, dat weinig ruimte laat voor diversiteit. Die onderdrukking staat inclusief burgerschap in de weg. Inclusief burgerschap bekom je maar vanuit empowerment (individuele emancipatie) van mensen, niet door mensen aan te passen aan een specifieke standaard van burgerschap. Empowerment is gebaseerd op gelijkwaardig deel uitmaken van de samenleving, waarbij erbij horen een centraal begrip is (Roets, Roose, Claes, Vandekinderen, Van Hove, & Vanderplasschen, 2011; Lister, 2007; Ware, 2007). Op die manier wordt er vermeden dat mensen die niet aan de norm voldoen, in een apart hokje geplaatst en dus uitgesloten worden. Het vertrekpunt is ook een stuk anders, wij hebben niet de intentie om die persoon te veranderen, binnen opname is het vaak nog hoe gaan we die gast veranderen, want hij is ziek en hij moet veranderen (outreach werker) Vanuit het burgerschapsparadigma wordt een grote verantwoordelijkheid toebedeeld aan de samenleving. Deze moet de nodige ruimte creëren zodat mensen kansen krijgen en aangemoedigd worden om deel uit te maken van dit geheel. Het burgerschapsparadigma is dus duidelijk allergisch aan het huidige neo-liberaal denken, waarbij de totale "verantwoordelijkheid" bij het individu ligt en het individu losgekoppeld wordt van zijn natuurlijke netwerken. We zien dat de dominante cultuur in de samenleving minderheidsgroepen die niet vertrekken

6 vanuit het heersende referentiekader als afwijkend beschouwt. Het feit dat ze niet voldoen is een gerechtigde reden om deze mensen uit te sluiten (Chamberlin, 1998; Borg & Kristiansen, 2008). Vanuit inclusief burgerschap zal het doel niet langer zijn om maatschappelijk kwetsbare groepen aan te passen aan de samenleving maar wel om te streven naar structurele veranderingen in de samenleving, met respect voor de diversiteit en verschillen tussen individuen (Jauffret- Roustide, 2009). Eigen keuze Vertrekkende vanuit dit paradigma worden maatschappelijk kwetsbare groepen actieve burgers en niet louter ontvangers van zorg en ondersteuning. De keuze van de persoon staat centraal binnen het burgerschapsparadigma. Zij zijn de experts op gebied van hun eigen wensen en verlangens naar de toekomst toe. Deze visie vertrekt vanuit het rechtsbeginsel dat ieder individu recht heeft om richting te geven aan zijn eigen leven. Het aanvaarden van deze keuze (wat kan impliceren dat iemand ervoor kiest om niet te veranderen) is een moeilijke opdracht voor hulp- en dienstverleners. Met mensen in dialoog gaan en een gelijkwaardige relatie bewerkstelligen, zijn hiervoor noodzakelijk. Mensen zijn geen passieve toeschouwers aan de zijlijn maar actieve partners in het ondersteuningsproces en krijgen opnieuw de controle over hun eigen leven. Betutteling dient hier dan ook vermeden te worden: het keuze- en beslissingsrecht komt in de handen van de mensen zelf. De afhankelijkheid van zorgsystemen (denk aan aangeleerde hulpeloosheid) verkleint. Ondersteuning in plaats van zorg In het burgerschapsparadigma wordt het begrip zorg bewust vervangen door het begrip ondersteuning. Het burgerschapsparadigma gaat er niet van uit dat mensen geen nood hebben aan zorg, maar wel dat die afgestemd moet zijn op de verwachtingen en ambities van de persoon die ondersteund wordt (individueel en flexibel) (Van Gennep, 2007). Het kan als werker soms nodig zijn om in te grijpen en het recht op zorg en ondersteuning te laten primeren op iemand zijn zelfbeschikkingsrecht, maar steeds vanuit een duidelijke en weloverwogen beweegreden (Fret, 2008). Centraal staan het verbeteren van de kwaliteit van leven en het onvoorwaardelijk aanbieden van ondersteuning op maat die vertrekt vanuit het sociale netwerk van de persoon (cf. supra). Kwaliteit van leven De laatste decennia groeit de aandacht voor het perspectief van de consument binnen de hulpen dienstverlening (Smith, Manderscheid, Flynn, & Steinwachs, 1997; Wiklund, 2004). Toch zijn maatschappelijk kwetsbare groepen zelden een belangrijke informatiebron bij het bepalen van de doelstellingen binnen de dienst-, hulp- en zorgverlening. Hun perspectieven op ondersteuning en hun leven in het algemeen worden zelden bevraagd. Binnen de hulp- en dienstverlening vertrekt

7 men vaak van een eenzijdige focus op sociaal wenselijke uitkomstmaten (vb. hebben van werk, vermindering van criminele feiten), waarbij het algemeen goed van de ruimere samenleving primeert en de persoonlijke perspectieven van de mensen waarmee we werken naar de achtergrond verschuiven. Het concept kwaliteit van leven (KvL) biedt hierin een tegengewicht. Kwaliteit van leven is individueel bepaald KvL is een concept dat meer en meer bijval krijgt in de gezondheidszorg en in het klinisch werk met mensen die nood hebben aan ondersteuning (Moons, Budt & De Geest, 2006). Ook in het kader van de vermaatschappelijking van de zorg, vormt KvL een belangrijke pijler (Katschnig, 2006). De Quality of Life Group van de Wereldgezondheidsorganisatie definieert KvL als De individuele perceptie van zijn plaats in het leven in de context van zijn cultuur en van zijn waardeschaal met betrekking tot zijn objectieven, zijn verwachtingen, zijn standaarden. (The WHOQOL Group, 1998, p. 551). KvL vertrekt vanuit de persoonlijke beleving van het individu, met aandacht voor aspecten die voor het individu zelf belangrijk zijn, waarbij de focus ligt op de persoonlijke perspectieven en sterktes (Diener & Suh, 1997; Bonomi, Patrick, Bushnell, & Martin, 2000). De subjectieve benadering van het concept KvL gaat er dan ook vanuit dat KvL gemeten dient te worden aan de hand van de persoonlijke perspectieven van mensen en hun tevredenheid met het leven als geheel en de verschillende levensdomeinen op zich, met aandacht voor de normen, attitudes, overtuigingen en idealen van een persoon (Zautra & Goodhart, 1979; Rapley, 2003). Vandaag de dag gaat men ervan uit dat KvL bepaald wordt door zowel objectieve (vb. woonst) als subjectieve componenten van leven, maar dat de subjectieve beleving de overhand heeft (Schalock, Bonham, & Verdugo, 2002; Cummins, 2000). Wel is het hierbij belangrijk te vermelden dat de essentiële basisbehoeften van een persoon (vb. voeding, onderdak) vervuld dienen te zijn. Elke mens streeft een goede kwaliteit van leven na, maar deze levenskwaliteit krijgt dus van individu tot individu een verschillende invulling. Hieruit volgt dat de hulpvraag indien deze al aanwezig is en de noden en behoeften van een persoon individueel bepaald zijn en men dus niet kan vertrekken vanuit een standaardaanbod, zonder rekening te houden met de invulling die iemand aan zijn leven wil geven. Kwaliteit van leven is multi-dimensioneel Naast het subjectieve karakter, is KvL ook een multidimensioneel concept, dat vorm krijgt aan de hand van verschillende levensdomeinen (Schalock & Verdugo, 2002). Het belang en het gewicht dat mensen toekennen aan die verschillende levensdomeinen kan echter sterk verschillen

8 tussen individuen en groepen, afhankelijk van hun persoonlijke waarden en prioriteiten (Carr & Higginson, 2001). Schalock & Verdugo (2002) ontwikkelden een theoretisch model rond het concept kwaliteit van leven en kwamen tot de volgende 3 belangrijke factoren van levenskwaliteit: Onafhankelijkheid Sociale participatie Welzijn Deze 3 dimensies kunnen op hun beurt weer opgesplitst worden naar 8 specifieke domeinen: Persoonlijke ontwikkeling Zelfbepaling Rechten Interpersoonlijke relaties Sociale inclusie Emotioneel welzijn Fysiek welzijn Materieel welzijn Dit theoretisch kader wijst zeer sterk op de noodzaak om de focus te verschuiven naar de gehele persoon met aandacht voor de verschillende levensfacetten (cf. supra). Kwaliteit van leven is dynamisch Daarnaast is KvL ook een dynamisch concept, waarvan de invulling kan veranderen doorheen de levensloop van mensen, beïnvloed door veranderende verwachtingen, hoop en dromen en de veranderende mogelijkheden om die te vervullen (Holmes, 2005). Vanuit dit subjectieve karakter, de multi-dimensionaliteit en het feit dat de invulling van KvL kan veranderen streven we naar een invulling van het begrip gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van mensen in plaats van naar een standaard definitie (Rapley, 2003). Te vaak zien we dat de invulling van een goede KvL bepaald wordt door professionelen en wat zij als belangrijk ervaren, eerder dan te vertrekken vanuit de levenservaringen van de persoon (Gilbert, 2004). Dit kan resulteren in een tirannie van KvL (Goode & Hogg, 1994). Het bevorderen van de kwaliteit van leven vanuit de perspectieven van maatschappelijk kwetsbare groepen is een prioritaire doelstelling voor outreachend werken. Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid Als derde pijler, vertrekken we vanuit de theorie van maatschappelijke kwetsbaarheid. Deze

9 theorie leert ons dat: de maatschappelijke context vaak een machtsmechanisme hanteert, waarbij maatschappelijk kwetsbare groepen in een structurele positie belanden waarbij ze pertinent meer in contact met de sanctionerende en controlerende aspecten van maatschappelijke organisaties, eerder dan met de positieve aspecten ervan (Vettenburg, 1989). Wanneer we als outreach werker streven naar een inclusieve samenleving, waar alle burgers volwaardig deel van kunnen uitmaken, dienen we dus stil te staan bij de mogelijke uitsluiting van specifieke groepen door de huidige werking van maatschappelijke structuren en voorzieningen met een ongunstig maatschappelijk perspectief als gevolg. Deze theorie gaat er vanuit dat gedrag dat gesteld wordt door maatschappelijk kwetsbare groepen (vb. veroorzaken van overlast) enkel begrepen kan worden wanneer men rekening houdt met zowel: de individuele kenmerken (vb. socio-economische situatie) de relationele betekenissen de maatschappelijke context waarin dit gedrag zich stelt (Walgraeve, 2002). Hier wordt vertrokken vanuit een interactionistische visie waarbij kwetsbaarheid benaderd wordt vanuit de interactie tussen een individu (en diens persoonlijke factoren) en de ruimere context waarin deze leeft (vb. overheid en voorzieningen) (Vettenburg & Walgrave, 2009). Daarnaast is maatschappelijke kwetsbaarheid een cumulatief proces. Dat wil zeggen dat, wanneer iemand (herhaaldelijk) gekwetst is geweest of op een negatieve manier in contact is gekomen met een instantie, hij/zij kwetsbaarder wordt bij toekomstige contacten met andere maatschappelijke voorzieningen (Vettenburg & Walgrave, 2009). Denk bijvoorbeeld aan iemand die zeer veel negatieve ervaringen heeft meegemaakt in zijn/haar schoolcarrière en bijgevolg ook extra kwetsbaar is voor wat zijn positie op de arbeidsmarkt betreft. Verder hebben culturele kenmerken (vb. opvoeding, omgangsvormen, ) een impact op de manier waarop maatschappelijke kwetsbaarheid beleefd wordt. Kenmerkend voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen is dat hen de macht ontbreekt om hun eigen cultuur te laten opnemen en valoriseren in de maatschappelijk heersende cultuur en op die manier geen aansluiting vinden bij maatschappelijke organisaties. Denk bijvoorbeeld aan iemand die voor de eerste keer in contact komt met het OCMW en geconfronteerd wordt met een manier van communiceren, bepaald door regelgeving en protocollen, terwijl hij of zij zelf vooral gewend is om zijn argumenten kracht bij te zetten door zijn stem te verheffen of met de vuist op tafel te slaan. Belangrijk is dat het hierbij niet gaat over een gebrek aan cultuur, maar eerder over een

10 cultuurvariant, die niet strookt met de dominante cultuur in de samenleving (Vettenburg & Walgrave, 2009). Ten slotte krijgt het belang van sociale binding (tussen een maatschappelijke instelling en het individu) een centrale plaats in de theorie van maatschappelijke kwetsbaarheid (Vettenburg & Walgrave, 2009). Deze sociale binding zorgt ervoor dat personen zich engageren en zich conformeren aan de normen en waarden die vertegenwoordigd worden door personen met wie ze zich sociaal verbonden voelen (vb. leerkracht, leider uit de jeugdbeweging) (Vettenburg & Walgrave, 2008). Maatschappelijke kwetsbaarheid kent een procesmatig verloop. Vaak hebben ouders van maatschappelijk kwetsbare jongeren reeds negatieve ervaringen gehad met maatschappelijke voorzieningen en zijn zelf dus ook maatschappelijk kwetsbaar. Niet zelden wordt deze kwetsbaarheid overgedragen op hun kinderen, waardoor er als het ware een negatieve spiraal ontstaat over generaties heen. Op die manier wordt het gezin eigenlijk een reproductiesysteem van maatschappelijke kwetsbaarheid. Vaak overheerst bij maatschappelijk kwetsbare groepen de noodzaak om te overleven, waardoor er ook weinig ruimte overblijft om te werken aan zaken als het opbouwen van een sociaal kapitaal dat het erbij horen in de maatschappij bevordert. Op die manier wordt sociale ongelijkheid keer op keer verder bestendigd en worden bepaalde groepen in de samenleving steeds verder gemarginaliseerd. In de hulp- en dienstverlening worden mensen vaak geconfronteerd met vormen van stigmatisering, stereotypering en uitsluiting, waardoor maatschappelijke organisaties maatschappelijke kwetsbaarheid zelf actief in gang houden (Cobigo & Stuart, 2010). Het verdedigen van de belangen van mensen bij verschillende instanties, zal dan ook een belangrijke opdracht zijn voor outreach werkers, zodat er tegemoet kan gekomen worden aan hen noden en behoeften. Daarnaast en als een gevolg hiervan, is het belangrijk om mesnen te ondersteunen in het opdoen van positieve ervaringen met maatschappelijke organisaties en instanties, zodat de negatieve spiraal omgebogen kan worden naar een proces dat gebaseerd is op een duurzame en positieve band met maatschappelijke voorzieningen. De theorie van presentie Sociale uitsluiting wordt versterkt door de toenemende professionaliteit in de zorg gekenmerkt door vervreemding en medicalisering, en de beperkte aandacht voor het er zijn voor de mensen waarmee we werken en het opbouwen van een persoonlijke relatie (Baart, 2001; Mezzina, Davidson, Borg, Marin, Topor, A, & Sells, 2006; Van der Lans, 2010). Vandaar dat we als vierde basispijler de theorie van presentie naar voren schuiven (Baart, 2001). In 2001 schreef Prof. Dr. Andries Baart in Nederland zijn theorie van de presentie. De theorie is

11 geschreven op basis van de dagboekverslagen van buurtpastores, die dagelijks tussen de mensen in hun wijk werken met bijzondere aandacht voor wat wij de meest kwetsbaren noemen. Andries Baart spreekt over sociaal overbodigen (Baart, 2003). Deze term verwijst naar twee zaken. Enerzijds verwijst overbodigheid naar de vaststelling dat een groot gedeelte van de samenleving deze mensen als overbodig beschouwt. Anderzijds, en belangrijker nog, verwijst de term naar het gevoel dat deze mensen hebben: ze voelen zich overbodig, ze hebben de indruk dat ze nergens bij horen, dat de wereld beter zou draaien zonder hen. Het vertrekpunt van deze theorie is het aanwezig zijn of het in contact komen met mensen. Voor veel mensen die werkzaam zijn met maatschappelijk kwetsbare groepen zorgde dit voor een aha-erlebnis omdat in de presentietheorie wetenschappelijk omschreven stond wat hun buikgevoel hen reeds jaren duidelijk maakte. De presentietheorie is gedeeltelijk ontwikkeld als een reactie op de vergaande bureaucratisering en verzakelijking van de zorg. Het uitgangspunt hierbij is niet een concreet probleem, maar eerder de menselijke basisbehoefte aan contact, erkenning en belonging of erbij horen. De erkenning en de waardigheid van mensen als individu staan hierbij centraal. Als presentiebeoefenaar zal je vaak alledaagse dingen met mensen opnemen zoals bijvoorbeeld de wekelijkse koffie of samen naar de supermarkt gaan. Deze concrete activiteiten in de leefwereld zorgen ervoor dat er een verbondenheid ontstaat tussen de werker en de persoon (Baart, 2003). Door zowel letterlijk als figuurlijk binnen te komen in en aan te sluiten bij de leefwereld van mensen worden de grenzen van de hulp en dienstverlening doorbroken en wordt de ruimte gecreëerd voor het aangaan van een vertrouwensband, die kan resulteren in een langdurige relatie. In deze relatie zal de werker er steeds onvoorwaardelijk blijven zijn voor die persoon. Die onvoorwaardelijkheid betekent niet dat alles kan of aanvaardbaar is, maar wel dat de werker niet gebonden is aan allerlei regels die zijn aanwezigheid moeten rechtvaardigen. Nabijheid en gastvrijheid zijn hierbij sleutelbegrippen (Derrida, 1998). Tijdens het opbouwen van deze relatie, zal de rol van de werker verder vorm krijgen, rekening houdend met het tempo van de persoon met wie hij werkt. Beweging, plaats, tijd en ruimte zijn vier belangrijke kenmerken van de presentiebenadering (Baart, 2003). Dat wil zeggen dat je als outreach werker daar werkt waar je doelgroep zicht bevindt, op het leefritme van de doelgroep, vertrekkende vanuit een brede inzetbaarheid en met een langdurig engagement. Belangrijk is dat de outreach werker vanuit zijn organisatie hiervoor de nodige ruimte, tijd en openheid krijgt. Dit zal van de werker ook de nodige flexibiliteit, openheid en toegankelijkheid vragen om op een menswaardige manier met mensen in contact te gaan. Een belangrijk kanttekening hierbij is, dat flexibiliteit niet gaat over het constant aanwezig zijn, maar wel aanwezig zijn op cruciale momenten (Markey, 2009). Daarnaast kunnen bepaalde outreach projecten beperkt zijn in de tijd, waardoor het uitbouwen van een langdurige relatie niet altijd praktisch haalbaar is. Present zijn, wil echter niet per definitie zeggen een langdurige relatie aangaan. Het gaat om de relatie die draait rond het dagelijkse en vertrekt vanuit de expertise van de persoon in kwestie. In een langdurige relatie krijg je hier meer kans toe, maar zelfs vanachter een bureau kan je kortstondig

12 present zijn. Belangrijk is dat de outreach werker een houding aan de dag legt waarbij aanwezig zijn, het in contact komen met mensen in hun eigen leefwereld en het versterken van sociale cohesie centraal staan. Wil dit dan zeggen dat je als outreach werker enkel present dient te zijn en niet dient te interveniëren? Nee, in veel situaties zal interveniëren deel uitmaken van je opdracht als werker, maar een succesvolle interventie vraagt ook om presentie (Driessens & Geldof, 2008). Wanneer de presentiewerker weet wat er op het spel staat, wordt ook duidelijk wat gedaan kan worden (= interventie). Presentie en interventie zullen dan ook geen twee aparte opdrachten zijn van het werk als outreach werker. Er zal steeds sprake zijn van een wisselwerking/verwevenheid tussen beiden, waarbij de focus niet ligt op een specifiek probleem, maar op de gehele mens (Manschot, 2003). Concluderend: Baart streeft met zijn theorie van de presentie naar een verschuiving van de standaard van professionaliteit naar een focus op nieuwe verbintenissen en sociale verbanden tussen mensen. Deze verbintenissen vertrekken vanuit een betrokkenheid op het dagelijkse in een mensenleven. Deze verschuiving zal ook maatschappelijke implicaties hebben, waarbij er vanuit de presentiebenadering vertrokken wordt vanuit een sociale-cultuurkritiek omtrent de huidige verhoudingen tussen mensen en sociale cohesie naar voren wordt geschoven (Van Heijst, 2003). Krachtenbenadering Voor de vijfde pijler baseren we ons op de positieve psychologie, die uitgaat van de krachtenbenadering. In deze benadering ligt de focus op krachten en kwaliteiten, eerder dan op beperkingen en tekortkomingen van mensen en/of hun omgeving (Sheldon & King, 2001). Op deze manier wil de positieve psychologie zich afzetten tegen de overheersende focus op pathologie en problemen (Seligman & Csikszentmihalyi, 2000). Bertha Reynolds was één van de grondleggers van deze krachtenbenadering in het sociaal werk, waarbij ze empowerment en emancipatie van maatschappelijk kwetsbare groepen centraal stelde (Kaplan, 2002; Reynolds, 1934). Binnen de emancipatiegedachte gaat men ervan uit dat elke persoon mogelijkheden en beperkingen heeft. Emancipatorisch werken stelt het zelf keuzes maken van een individu, het uitbuiten van diens mogelijkheden en het verhogen van diens zelfbepaling centraal. Binnen deze benadering worden mensen dan ook gezien als actieve beslissingnemers, met eigen keuzes en voorkeuren en niet langer als passieve ontvangers van zorg (Slade, 2010). Deze benadering stelt de persoon als eigenaar van zijn proces centraal en vertrekt de attitude van de werker niet langer vanuit een mentaliteit van oplossen voor, maar eerder ondersteunen van en samenwerken aan. Het doel is de zelfredzaamheid van de persoon te vergroten. Het overnemen kan effectief lijken op korte termijn en is soms zelfs even nodig, maar zal op lange termijn weinig vruchten afwerpen. Door te vertrekken vanuit een visie van empowerment en

13 mensen zelf te activeren om naar oplossingen voor hun problemen te zorgen, maak je personen minder afhankelijk van zorgsystemen. Dat vind ik wel heel belangrijk binnen outreachend werken, wij gaan het niet in uw plaats oplossen, wij gaan die zorg niet overnemen, maar we gaan kijken wie kan er u helpen en dan liefst mensen die blijvend zijn binnen uw context (outreach werker). Outreach werkers hebben de opdracht om de sterktes van mensen in de verf te zetten, niet om hun zwaktes te proberen herstellen. Outreach werkers hebben daarom steeds oog voor de sterktes en mogelijkheden van mensen (vb. uitzonderingen op het probleemgedrag) én voor hulpbronnen in de omgeving van mensen. Het zijn deze sterktes die aangesproken worden om persoonlijke doelstellingen te bereiken. Dit komt het zelfbeeld en de eigenwaarde van mensen ten goede. Focus niet louter op problemen en zwaktes, want leefgebieden en zaken waar mensen goed in zijn vormen vaak een belangrijk aangrijpingspunt in functie van consolidatie of verandering (Van Doorn, van Etten, Gademan, 2008). Dit wil niet zeggen dat de outreach werker geen oog moet hebben voor moeilijkheden waar iemand mee kampt, maar deze staan niet centraal en mogen geen verlammende impact hebben op het proces. Geef als outreach werker zowel aandacht voor het begrip ondersteuning naast hulpverlening. Outreach hoeft niet altijd om hulpverlening te gaan. Vaak kan het voldoende zijn om met behulp van het directe netwerk mensen te ondersteunen zonder over te gaan tot hulpverlening (Markey, 2009). Soms volstaat een duwtje in de rug om verder te kunnen zonder tussenkomst van gespecialiseerde hulp. Een outreach werker vertrekt niet enkel vanuit de krachten van een individu, maar heeft oog voor steunende aspecten in diens onmiddellijke omgeving (vb. betrokken buur, familielid, ). Sociale steun vanuit de omgeving kan een positieve impact hebben op de effecten van hulp- en dienstverlening. Wanneer er vanuit kracht gewerkt wordt, is het belangrijk dat er sprake is van binding met de niet-professionele leefwereld (vb. wijken, buurt). Enkel binding met professionele organisaties doet teniet aan de eigenheid van deze manier van werken (Daamen, 2012). Wanneer mensen niet langer geïsoleerd zijn, zal dit tevens de kwetsbaarheid en de kans om in armoede te belanden verkleinen en resulteren in een verbetering van hun algemeen welbevinden. Het opzetten van een eigen-kracht conferentie kan bijvoorbeeld een geschikte manier zijn om ervoor te zorgen dat mensen zoveel mogelijk de regie in eigen handen houden en gedragenheid vinden in de natuurlijke context (Van Doorn, van Etten, Gademan, 2008). Het activeren van hulpbronnen in het ruimere sociale netwerk van een persoon staat dus eveneens centraal.

14 De ondersteuning dient zoveel mogelijk plaats te vinden binnen de natuurlijke omgeving/netwerk van een persoon: Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet (Van Gennep, 2007). Ik loop gewoon mee met de gasten in hun natuurlijke context, ik ga ze nooit aan tafel zetten, want soms zeggen ze: Ik zal hem eens gaan halen, maar dan zeg ik: Nee, doe dat niet. Ik vind dat dat weinig zin heeft als je outreachend werkt, omdat je ze dan opnieuw uit hun normale context gaat trekken en dat heeft geen zin, want daarna moet die wel weer in die context functioneren, en dan weet je nog niet wat die kleine dingen zijn die voor die wrevel zorgen en dan heb je het nog niet te pakken (outreach werker). Door outreachend te werken in de leefomgeving van mensen wordt vermeden dat ze uit hun natuurlijke omgeving losgetrokken worden en kan er in het hier en nu gewerkt worden (vermaatschappelijking van de zorg). Het verstevigen van en beroep doen op sociale netwerken hangt samen met het normale leven en komt tegemoet aan de inclusiegedachte, het erbij horen, in de ruimere samenleving. Natuurlijk kan de noodzaak bestaan om mensen even uit hun vertrouwde omgeving te halen (bijvoorbeeld bij crisissituaties) maar nadien zal de nodige aandacht besteed moeten worden aan ondersteuning in de alledaagse leefomgeving, waarbij de continuïteit van die ondersteuning centraal staat. Integraal en vraaggericht werken Integraal werken Gezien de vaak meervoudig complexe context van maatschappelijk kwetsbare groepen is een integrale benadering noodzakelijk. Bij een enkelvoudige benadering ligt de focus éénzijdig op de beheersing van één specifiek probleem. Dit sluit niet altijd aan op de noden van en de meervoudige problemen waarmee maatschappelijk kwetsbare groepen vaak geconfronteerd worden (Daamen, 2012). k heb drie jaar niet gedronken, maar in het begin, dacht ik vaak als ik ne koffie ging drinken, verdorie diene zit daar een pint te drinken, ik heb goesting in een pint en ik belde dan ne keer naar Yvonne en dan zei die: Ah, ik ga ne keer afkomen en we klapten dan niet over pinten, we klapten dan over andere dingen, en dan ben ik het vergeten (cliënt outreach project). Integraal werken staat centraal binnen outreachend werken. Vanuit deze benadering worden de noden van mensen in kaart gebracht vanuit een holistische benadering, met oog voor alle levensdomeinen. Dit wil niet zeggen dat je als outreach werker een resem vragenlijsten en protocollen dient te gaan invullen. Dit in kaart brengen kan evengoed informeel gebeuren (vb. aan de hand van korte gesprekken) en krijgt vorm naarmate je de persoon beter leert kennen. Door integraal werken als basis te nemen willen we de algehele levenskwaliteit en het welzijn van mensen bevorderen en niet enkel fragmentarische hulp of ondersteuning bieden. Concreet wil dit

15 zeggen dat een outreach werker domein-overschrijdend te werk gaat. Als je in de leefwereld van mensen werkt is het onmogelijk en zelfs onwenselijk om de dingen in hokjes op te delen en los van elkaar te zien. We pleiten er dan ook voor om als outreach werker generalistisch te werken met aandacht voor de verschillende levensgebieden. Daarnaast slaat integraal werken niet enkel op de persoon zelf, maar ook op diens context. Dit houdt in dat je als outreach werker ook aan de slag gaat met relevante actoren in de omgeving (vb. vrienden, buurt). Ik kan dat niet goed vergelijken met andere hulpverlening, want het staat er zo wat boven. Het is eerder allesomvattend. Ik vind dat te gek en vree wijs (cliënt outreach project). Wil dit zeggen dat je als outreach werker alles moet kunnen? Neen, je kan als outreach werker niet alles zelf opnemen en zal dan ook genoodzaakt zijn om samen te werken met derden (zowel professioneel als niet-professioneel). Rond bepaalde thema s (vb. schuldbemiddeling) kan je als outreach werker beroep doen op gespecialiseerde diensten, maar het is wel essentieel dat jij als outreach werker aandacht blijft hebben voor het grote verhaal en de rode draad blijft zien. Op die manier zal de heersende sectorale verkokering overstegen worden en kunnen verbindingen gelegd worden tussen diensten (Serrien, 2008). Als je de oplossing van een probleem niet in eigen hand hebt, moet je kijken welke andere partijen aan zet zijn. Probeer niet alles zelf te doen. (Van Ewijk, 2011) Vanuit deze noodzaak zal het belangrijk zijn goede relaties uit te bouwen met mensen binnen het werkveld en ook regelmatig aan de slag te gaan naar andere diensten toe. Zorg ervoor dat mensen weten wie je bent en waarvoor ze beroep kunnen doen op jou. Onderling overleg en belangenbehartiging voor je doelgroepen zullen hierbij belangrijke taken zijn. Hou hierbij rekening met de heersende deontologische codes over het doorgeven van informatie aan derden en wees transparant. Outreach werkers zullen hier vaak de identiteit aannemen van sociale professionals. Sociale professionals brengen het sociale perspectief van hun cliënten in kaart en brengen dit ook over bij andere betrokken disciplines. Dat betekent bijvoorbeeld in het onderwijs dat je een leraar kunt uitleggen dat agressief gedrag ook een sociale oorzaak heeft. Een jongerenhulpverlener kan zo de blik op school verruimen als het gaat om sociale achtergronden, straatcultuur en familie (Van Ewijk, 2011). De rol die sociale professionals kunnen spelen is te vergelijken met kralen en met schakels. Je kunt de oplossing voor een probleem proberen aan te bieden in de vorm van een afgeronde methodiek. Dat zijn de kralen. Maar daar heb je ook schakels voor nodig. Dat zijn sociale professionals die goed kunnen samenwerken als problemen complex worden. (Van Ewijk, 2011)

16 Outreachers zijn sociale professionals die gericht zijn op samenwerking met andere actoren, zowel professionele - als steunfiguren in de omgeving. Op die manier maakt de outreach werker de verbinding tussen de wereld van mensen en deze van de organisaties en werkt voor beiden drempelverlagend (Daamen, 2012). Ik denk ook een zekere flexibiliteit en flair om met alle geledingen om te gaan, ik denk dat dat ook wel belangrijk is en vandaar toch nog altijd die rode draad in te blijven zien. Door alle dingen die op u afkomen, alle verschillende standpunten, dat ge toch nog den draad van uwen cliënt vasthoudt, waar wil ik naartoe, wat is de vraag en waar moeten we uitkomen, dat ge dat ook blijft vasthouden (outreach werker). Vraaggericht werken Naast deze integrale benadering ijveren we er ook voor dat outreach werkers een bottom-up benadering hanteren, waarbij vanuit het verhaal van het individu vertrokken wordt bij het zoeken naar oplossingen. Dit zal in het overgrote deel van de situaties de vraag uitlokken naar multidisciplinair werken en het werken op verschillende levensdomeinen (cf. infra). Vertrekken vanuit de leefwereld en het eigen verhaal zorgt voor een grotere motivatie bij mensen om samen aan de slag te gaan. Mensen blijven de regisseur van hun eigen leven. Als outreach werker stap je binnen in het leven van mensen en zal je de regie een stuk uit handen moeten geven en leren omgaan met onzekerheid en onvoorspelbaarheid. De persoon zelf is de expert van de inhoud, de outreach werker ondersteunt zijn of haar persoonlijk proces. De doelstellingen van mensen verschillen van elkaar. Daarom is de outreacher een expert in right to left thinking, waarbij het startpunt gevormd wordt door de gewenste persoonlijke uitkomsten met betrekking tot levenskwaliteit en waarbij vervolgens gekeken wordt welke ondersteuning organisaties dienen te verstrekken om deze uitkomsten te bereiken (Slade, 2010; Schalock et al., 2008). Vraaggericht werken en zorg op maat staan hierbij centraal, vertrekkend vanuit de eigen situatie van een persoon, niet vanuit vaststaande kaders van een voorziening. Op die manier vertrekken we vanuit een participatief en emancipatorisch discours, waarbij de persoon en zijn context het uitgangspunt zijn en er gestreefd wordt naar maatschappelijk gedragen doelstellingen. De noden en behoeften van mensen vormen hierbij het uitgangspunt en niet de verwachtingen van de maatschappij. Als outreach werker sta je steeds voor een evenwichtsoefening tussen de belangen van het individu en de verwachtingen van de maatschappij. We pleiten ervoor om de eerste als vertrekpunt te nemen maar de tweede steeds in rekening te nemen. Als belangenbehartiger zal je

17 soms ook moeten ijveren voor verandering van de huidige situatie/het aanbod en bestaande structuren dienen te doorbreken en op elkaar af te stemmen. Anderzijds maak je voortdurende de balans op tussen gemeenschappelijk en individueel belang en ben je je bewust van het breder maatschappelijk draagvlak voor je handelen. Op deze manier wordt er gestreefd naar een actief model van ondersteuning, waarbij de hulp- en dienstverlening op maat van mensen gesneden worden en niet omgekeerd (Castermans, 2004). Als gevolg hiervan, is het dan ook belangrijk om als outreach werker op verschillende niveaus aan de slag te gaan en je niet te beperken tot het werken op cliëntniveau (Daamen, 2012). Besluit Je kreeg zonet een heel arsenaal aan theoretische kapstokken voorgeschoteld om in je dagelijkse praktijk als outreach werker mee aan de slag te gaan. Al deze kapstokken hebben een gemeenschappelijke finaliteit: maatschappelijk kwetsbare groepen te ondersteunen in het waardig deel uit maken van de samenleving. Het doel van outreachend werken is niet om mensen afhankelijk te maken van een bepaalde dienst of beroepskracht, maar wel om hen te ondersteunen naar verhoogde participatie en zelfredzaamheid (Daamen, 2012). Het bevorderen van de levenskwaliteit, vertrekkende vanuit de perspectieven en verwachtingen van de mensen met wie we werken zal het streefdoel zijn. Hierbij zal het noodzakelijk zijn oog te hebben voor de verschillende levensgebieden, met aandacht voor problemen, maar ook vooral voor sterktes van de persoon en diens omgeving. Dit zal je als outreach werker in de eerste plaats doen door present te zijn en vanuit deze basishouding op zoek te gaan naar de meest geschikte manieren om de hierboven vermelde doelen samen met cliënten te bereiken. Aandacht voor heersende uitsluitings- en machtsmechanismen is noodzakelijk om sociale ongelijkheid tegen te gaan en ervoor te zorgen dat iedereen een menswaardig bestaan kan leiden. Deze kapstokken geven je hierbij een houvast maar zijn niet zaligmakend. Ze worden aangevuld en ingevuld met goede praktijken uit het dagelijkse werkveld en jouw eigen persoonlijke reflecties over je dagelijks professioneel handelen. Wees je er echter ook van bewust dat outreachend werken niet plaats vindt los van de grotere systemen in de samenleving (lokaal en nationaal). Ook deze actoren moeten je in rekening brengen als deel van het zorgcontinuüm (Slade, 2010; Erickson & Page, 1999). Nu duidelijk is wat er vanuit Reach Out! onder outreachend werken verstaan wordt en welke visie en theoretisch kaders hierbij gehanteerd worden, gaan we in hoofdstuk 3 dieper in op de factoren die de effectiviteit van outreachend werken (mede)bepalen.

18 Referenties Baart, A. (2001). Een theorie van de presentie. Utrecht: LEMMA. Baart, A. (2003). Inleiding: een beknopte schets van de presntietheorie. Sociale interventie, 12(2), 5-8. Bonomi, A.E., Patrick, D.L., Bushnell, D.M., & Martin, M. (2000). Validation of the United States version of the world health organization quality of life (WHOQOL) instrument. Journal of Clinical Epidemiology, 53(1), Borg, M., & Kristiansen, K. (2008). Working on the edge: the meaning of work for people recovering from severe mental distress in Norway. Disability & Society, 23(5), Carr, A.J., & Higginson, I.J. (2001). Measuring quality of life: Are quality of life measures patient centred? British Medical Journal, 322(7298), Castermans, E. (2004). Vindplaatsgericht Werken. Krax, vakblad van het jeugdwerk,4(3). Chamberlin, J. (1998). Citizenship rights and psychiatric disability. Psychiatric Rehabilitation Journal, 21(4), Cobigo, V., & Stuart, H. (2010). Social inclusion and mental health. Current Opinion in Psychiatry, 23, Cummins, R.A. (2000). Objective and subjective quality of life: An interactive model. Social Indicators Research, 52(1), Daamen, S. (2012) Excellentie in frontlijnteams. Versie 2.1. Tilburg: Tias Nimbas Business School. Derrida, J. (1998). Over gastvrijheid. Amsterdam: Uitgeverij Boom. Dierckx, Vranken, Coene, & Van Haarlem (red.) (2011). Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek Acco Leuven/Den Haag. Diener, E., & Suh, E. (1997). Measuring quality of life: Economic, social, and subjective indicators. Social Indicators Research, 40(1-2), Driessens, K., & Geldof, D. (2008). Normatieve professionaliteit in het sociaal werk. Alert, 34(2), Erickson, S., & Page, J. (1999). To dance with grace: Outreach and engagement to persons on the street. In L. B. Fosburg & D.L. Dennis (Eds.), Practical lessons: The 1998 National Symposium on Homeless Research (pp. 6-1: 6-24). Washington, DC: U.S. Department of Housing and Urban Development & U.S. Department of Health and Human Services. Fret, L. (2008). Outreachend werken: het morele dilemma van doen en laten. Alert, 34(5), 4-9.

19 Gilbert, T. (2004). Involving people with learning disabilities in research: Issues and possibilities. Health and Social Care in the Community, 12(4), Goode, D., & Hogg, J. (1994). Towards an understanding of holistic quality of life in people with profound intellectual and multiple disabilities. In Goode, D. (Ed.), Quality of Life for Persons with Disabilities International Perspectives and Issues (pp ). Cambridge, MA: Brookline Books. Heyndrickx, P., Barbier, I., Driesen, H., Van Ongevalle, M., & Vansevenant, K., (2005). Meervoudig Gekwetsten, Contextuele hulpverlening aan maatschappelijk kwetsbare mensen. Leuven: Lannoo. Holmes, S. (2005). Assessing the quality of life Reality or impossible dream? A discussion paper. International Journal of Nursing Studies, 42(4), Jauffret-Roustide, M. (2009). Self-support for drug users in the context of harm reduction policy: a lay expertise defined by drug users life skills and experiences. Health Sociology Review, 18(2), Kaplan, C. (2002). An early example of brief strengths based practice: Bertha Reynolds at the National Maritime Union, Smith College Studies in Social Work, 72(3). Katschnig, H. (2006). How useful is the concept of quality of life in psychiatry? In Katschnig, H., Freeman, H., & Sartorius, N. (Eds.), Quality of Life in Mental Disorders (2nd Ed.) (pp. 3-17). West Sussex: John Wiley & Sons Ltd. Lister, R. (2007). Inclusive citizenship: realizing the potential. Citizenship Studies, 11(1), Van Gennep, A. (2007). Waardig leven met beperkingen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Manschot, H. (2003). Als een vriend Enkele filosofische kanttekeningen. Sociale interventie, 12(2), Markey, J. (2009). Van kansarm naar kansrijk? Studie- en opvoedingsondersteuning aan huis bij kinderen uit kwetsbare gezinnen. Antwerpen: Garant. Mezzina, R., Davidson, L., Borg, M., Marin, I., Topor, A., & Sells, D. (2006). The social nature of recovery: discussion and implications for practice. American Journal of Psychiatric Rehabilitation,9, Moons, P., Budts, W., & De Geest, S. (2006). Critique on the conceptualisation of quality of life: A review and evaluation of different conceptual approaches. International Journal of Nursing Studies, 43(7), Perron, A., Trudge, T., & Holmes, D. (2010). Citizen minds, citizen bodies: the citizenship experience and the government of mentally ill persons. Nursing Philosophy, 11,

20 Rapley, M. (2003). Quality of life research: A Critical Introduction. London: Sage Publications. Reynolds, B. (1934). Between client and community: A study of responsibility in social casework. Smith College Studies in Social Work, 5, Roets, G., Roose, R., Claes, L., Vandekinderen, C., Van Hove, G., & Vanderplasschen, W. (2011). Reinventing the employable citizen: a perspective for social work. British Journal of Social Work, doi: /bjsw/bcr037 Schalock, R., Bonham, G. & Verdugo, M. (2008). The conceptualization and measurement of quality of life: Implications for program planning and evaluation in the field of intellectual disabilities. Evaluation and Program Planning, 31(2), Schalock, R., & Verdugo Alonso, M.A. (2002). Handbook on quality of life for human service practitioners. Washington: American Association on Mental Retardation. Seligman, M.E.P., & Csikszentmihalyi, M. (2000). Positive psychology. An introduction. American Psychologist, 55(1), Serrien, L. (2008). Aanklampende hulpverlening in het algemeen welzijnswerk. Agora, 4. Sheldon, K.M., & King, L. (2001). Why positive psychology is necessary. American Psychologist, 56(3), Slade, M. (2010). Mental illness and well-being: the central importance of positive psychology and recovery approaches. BMC Health Services Research, 10(26). Smith, G.R., Manderscheid, R.W., Flynn, L.M., & Steinwachs, D.M. (1997). Principles for assessment of patient outcomes in mental health care. Psychiatric Services, 48(8), The WHOQOL Group (1998). Development of the world health organization WHOQOL- BREF quality of life assessment. Psychological Medicine, 28(3), Van der Lans, J. (2010). Eropaf! De nieuwe start van het sociaal werk. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Augustus. Van Doorn, L., van Etten, Y., & Gademan, M. (2008). Outreachend werken. Handboek voor werkers in de eerste lijn. AH Bussum: Uitgeverij Coutinho b.v. Van Ewijk, H. (2011). De Professional: Hoe verder? Lezing, Utrecht, 14 februari Van Gennep, A. (2007). Waardig leven met beperkingen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Van Heijst, A. (2003). Waar de presentietheorie allemaal goed voor is. Sociale interventie, 12(2), Vettenburg, N. (1989). Jeugd en maatschappelijke kwetsbaarheid. Onderzoeksgroep

Outreach: ja hallo 19/05/2016

Outreach: ja hallo 19/05/2016 Outreach: ja hallo 19/05/2016 Inhoud 1. Visie 2. Quality of Life 3. Quickscan 4. De cirkel Visie? Visie geeft denken en handelen vorm Mens-en maatschappijvisie Ruimer dan outreach alleen Iedereen heeft

Nadere informatie

Basiscursus Outreach voor leidinggevenden. Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016

Basiscursus Outreach voor leidinggevenden. Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016 Basiscursus Outreach voor leidinggevenden Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016 Inhoud 1. Kennismaking 2. Waarom outreach 3. Quickscan 4. Definitie 5. Visie en doel 6. Doelgroep 7. Houding

Nadere informatie

Basisvorming outreach Dag 1

Basisvorming outreach Dag 1 Basisvorming outreach Dag 1 Inhoud 1. Kennismaking 2. Quickscan 3. Definitie 4. Visie 5. Doel 6. Doelgroep 7. Participatieve basishouding 8. De cirkel REACH OUT! Voorgeschiedenis Straathoekwerk kreeg vragen

Nadere informatie

Inspiratiedag VVSG Ouderen- en thuiszorg. Cis Dewaele

Inspiratiedag VVSG Ouderen- en thuiszorg. Cis Dewaele Inspiratiedag VVSG Ouderen- en thuiszorg Cis Dewaele Inhoud 1. Waarom outreach 2. Quickscan 3. De visie 4. De cirkel 1. Waarom outreach Niet bereikte groepen De relatie werkt! (leefwereld, waarden en normen)

Nadere informatie

HET GEHEIM VAN OUTREACH

HET GEHEIM VAN OUTREACH HET GEHEIM VAN OUTREACH Over de kracht van het buiten de muren werken Freia Peeters, Outreacher, CAW Brussel Sandra Beelen, stafmedewerker Reach Out!, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Naar aanleiding van

Nadere informatie

Verbinden vanuit diversiteit

Verbinden vanuit diversiteit Verbinden vanuit diversiteit Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit Studievoormiddag 6 juni 2014 Het verhaal van Ahmed Een zoektocht met vele partners Partners De

Nadere informatie

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST De globale definitie van sociaal werk Sociaal werk is een praktijk-gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

Diverse school, diverse kansen

Diverse school, diverse kansen Diverse school, diverse kansen Stel je buur de volgende 3 vragen: 1. Hoe kom jij in aanraking met diversiteit in onderwijs? 2. Wat is het eerste gevoel dat jij hebt wanneer je denkt aan diversiteit? 3.

Nadere informatie

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Didier Boost UAntwerpen Master Sociaal Werk Centre for Research on

Nadere informatie

Intercultureel leren. Workshop. Studievoormiddag 6 juni 2014

Intercultureel leren. Workshop. Studievoormiddag 6 juni 2014 Intercultureel leren Workshop Studievoormiddag 6 juni 2014 Aan de slag Hoeveel procent van mijn vrije tijd breng ik door met mensen van mijn eigen culturele achtergrond versus mensen met een andere culturele

Nadere informatie

Het Pi-manifest Kracht door persoonlijke groei & eigenheid

Het Pi-manifest Kracht door persoonlijke groei & eigenheid Inleiding Pi-groep is opgericht op 17 maart 2004. De visie die ten grondslag ligt aan het ontstaan van Pi-groep is in dit document vastgelegd. Met het vastleggen van de visie, missie en doelstellingen

Nadere informatie

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang heeft verschillende functies: een economische functie, een pedagogische en een sociale functie. Kwalitatieve kinderopvang weet deze

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Beleidsvisie Sociaal Werk

Beleidsvisie Sociaal Werk Beleidsvisie Sociaal Werk Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het momentum Groot enthousiasme voor deelname aan werkgroepen Sociaal werkers uit verschillende sectoren en

Nadere informatie

herstelgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat

herstelgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat hgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat > fasen h h empowermentgericht coachen rehabilitatiegericht benaderen visie op de cliënt inleiding1.5 1 > fasen h h empowermentgericht coachen rehabilitatiegericht

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. WWW.MATSWERKT.NL Mats werkt: Dé cursus voor het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking op de werkvloer.

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het lokaal sociaal beleid, vermeld in artikels 2, 9 tot en met 11, 17, 19 en 26 van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid DE

Nadere informatie

De goede dingen goed doen

De goede dingen goed doen De goede dingen goed doen O V E R K W A L I T E I T V A N B E S T A A N, B E L O N G I N G E N H A N D E L E N P R E S E N T A T I E V O O R H E T O N D E R Z O E K E R S P L A T F O R M D I S A B I L

Nadere informatie

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen)

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Vragen samenlevingsverbanden (en handicap) naadloos samenwerken hulpcoördinatie Exclusie(f) Inclusie(f) De insluiting in de samenleving van achtergestelde

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

Hoe kan de ontwikkeling van ervaringswerk en -kennis een participatieve jeugdhulp versterken?

Hoe kan de ontwikkeling van ervaringswerk en -kennis een participatieve jeugdhulp versterken? Hoe kan de ontwikkeling van ervaringswerk en -kennis een participatieve jeugdhulp versterken? Tijs Van Steenberghe, vakgroep sociaal werk, expertisecentrum Quality of Life Jessica De Maeyer, vakgroep orthopedagogiek,

Nadere informatie

Netwerkgericht werken binnen de jeugdhulp. Bie Melis en Mia Claes

Netwerkgericht werken binnen de jeugdhulp. Bie Melis en Mia Claes Netwerkgericht werken binnen de jeugdhulp Bie Melis en Mia Claes Veel termen met meerdere invullingen Impliceert uiteenlopende doelstellingen Verschillende benaderingen = verschillende belangen. Het netwerk

Nadere informatie

De meervoudig gekwetste mens. Uitdagingen voor een passende verantwoordelijkheidsopname

De meervoudig gekwetste mens. Uitdagingen voor een passende verantwoordelijkheidsopname De meervoudig gekwetste mens Uitdagingen voor een passende verantwoordelijkheidsopname Armoede, uitsluiting, kwetsing Feiten Life-events Precaire levensomstan digheden Relationele breuken Structuren Uitsluitingsmechanismen

Nadere informatie

Deïnstitutionalisatie is meer dan fysieke integratie!

Deïnstitutionalisatie is meer dan fysieke integratie! Deïnstitutionalisatie is meer dan fysieke integratie! De zorg voor mensen met een verstandelijke beperking vanuit een nieuw perspectief Jos van Loon Kwaliteit van bestaan als uitgangspunt voor ondersteuning

Nadere informatie

Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes

Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes Katrien Steenssens & Barbara Demeyer 24 maart 2009 Activering: wortels van het discours Sociale argumenten wegwerken sociale ongelijkheden

Nadere informatie

Wat willen we in Pegode VZW bereiken?

Wat willen we in Pegode VZW bereiken? Niel, 15 november 2012 Wat willen we in Pegode VZW bereiken? Doelstelling Pegode VZW zoals vermeld in de statuten: De vereniging heeft als doel, met uitsluiting van elk winstoogmerk, de maatschappelijke

Nadere informatie

Er valt niet nieuws te vertellen, maar er moet nog van alles gebeuren

Er valt niet nieuws te vertellen, maar er moet nog van alles gebeuren Er valt niet nieuws te vertellen, maar er moet nog van alles gebeuren Flores D Arcais, 1994 Myriam Bergmans, 2019 Eerst een opwarmertje https://www.youtube.com/watch?v=xq8vafz 2DQU De start in 1992..toen

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

De identiteit van Domo vzw: een goede buur

De identiteit van Domo vzw: een goede buur De identiteit van Domo vzw: een goede buur 1. Ideologie Waar geloven wij in? De uitspraak van Adèle, oprichtster van Domo, geeft de belangrijkste bestaansreden van Domo weer: Je kán zoveel doen door eenvoudigweg

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Lokaal jeugdbeleid en maatschappelijk kwetsbaren

Lokaal jeugdbeleid en maatschappelijk kwetsbaren Lokaal jeugdbeleid en maatschappelijk kwetsbaren Inleiding voor lokale beleidsverantwoordelijken Brussel, 1 april 2010 maatschappelijk kwetsbaar? Onderzoek Lode Walgrave en Nicole Vettenburg (KU Leuven)

Nadere informatie

Infant Mental Health

Infant Mental Health Infant Mental Health WAIMH Vlaanderen wants you! WAIMH Vlaanderen VZW Draagvlak uitbouwen voor IMH professionals 16 november 2017 20u Antwerpen www.waimh-vlaanderen.be Ik zie u graag Motherhood constellation

Nadere informatie

Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede

Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede Armoede & psychische problemen De dagelijkse overlevingsstrijd in een samenleving waarvan mensen

Nadere informatie

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken?

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken? Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken? Dirk Van Noten en Inne Devos Departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin Afdeling Welzijn en

Nadere informatie

Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020. Onze visie als regisseur armoedebestrijding

Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020. Onze visie als regisseur armoedebestrijding Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020 Onze visie als regisseur armoedebestrijding 1 Inhoudstafel 1 Armoedebestrijding binnen het Gents welzijnsbeleid... 3 2 Wat is armoede?... 5 2.1 Financiële armoede... 5

Nadere informatie

Eigen regie bij LVB cliënten. Brigitte Althoff

Eigen regie bij LVB cliënten. Brigitte Althoff Eigen regie bij LVB cliënten Brigitte Althoff Voorstellen Onderzoek gedaan naar de ethische dilemma's in de ambulante zorg voor volwassen cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) die alcohol

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de. Dr. W.H.E. Buntinx. 10 jarig Jubileum NIP-NVO 24 september 2009 Huis ter Heide

Ontwikkelingen in de. Dr. W.H.E. Buntinx. 10 jarig Jubileum NIP-NVO 24 september 2009 Huis ter Heide Ontwikkelingen in de Professionele Zorg Dr. W.H.E. Buntinx 10 jarig Jubileum NIP-NVO 24 september 2009 Huis ter Heide 1. Achtergrond Wetenschappelijke ontwikkelingen Maatschappelijke ontwikkelingen (Ontwikkelingen

Nadere informatie

De school als hefboom om maatschappelijke kwetsbaarheid te verminderen

De school als hefboom om maatschappelijke kwetsbaarheid te verminderen De school als hefboom om maatschappelijke kwetsbaarheid te verminderen Nicole Vettenburg Majong vzw/ UGent Antwerpen Rode kruis Vlaanderen 17 mei 2018 Brug tussen school en thuis Nicole.Vettenburg@welwijs.be

Nadere informatie

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Inspiratiedag Brede School - 29 april 2014 - BRONKS Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners in

Nadere informatie

Vermaatschappelijking van de zorg?!

Vermaatschappelijking van de zorg?! Vermaatschappelijking van de zorg?! Jessica De Maeyer, vakgroep Orthopedagogie Didier Reynaert, vakgroep Sociaal Werk Expertisecentrum Quality of Life (E-QUAL HoGent) Het meervoudige karakter van Vermaatschappelijking

Nadere informatie

Community Care en relationeel burgerschap: een uitdaging. Greet Demesmaeker - Wim Van Tongel

Community Care en relationeel burgerschap: een uitdaging. Greet Demesmaeker - Wim Van Tongel Community Care en relationeel burgerschap: een uitdaging Greet Demesmaeker - Wim Van Tongel NEF(2011) model of well-being Doelstelling 1: vermaatschappelijking van de zorg Het is cruciaal dat we naast

Nadere informatie

het Domein patiëntenperspectief

het Domein patiëntenperspectief het Domein patiëntenperspectief omschrijving: Het effect van de behandeling op de levenskwaliteit van de patiënt, gemeten op basis van een combinatie van een objectieve (op basis van meetschalen) en een

Nadere informatie

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA Kind aan het woord 21 april 2016 Marjon ten Velden MSc OT Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA 1 Luisteren naar Kinderen..zorgt voor succesvolle interventies hoe vaak bepaalt het kind de interventiedoelen?

Nadere informatie

De paradox van verantwoordelijkheid en autonomie. Leentje De Wachter Coördinator stimul Lubbeek Lector, filosofie en ethiek, UC Leuven-Limburg

De paradox van verantwoordelijkheid en autonomie. Leentje De Wachter Coördinator stimul Lubbeek Lector, filosofie en ethiek, UC Leuven-Limburg De paradox van verantwoordelijkheid en autonomie Leentje De Wachter Coördinator stimul Lubbeek Lector, filosofie en ethiek, UC Leuven-Limburg OVERZICHT 1. Maatschappelijke context 2. Probleemstelling de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners

Nadere informatie

VISIETEKST Reach Out!

VISIETEKST Reach Out! h 2018.01.01 VISIETEKST Reach Out! 1. OUTREACHEND WERKEN SITUERING Letterlijk verwijst outreachend werken naar de act of reaching out. Dit is de handeling om naar iets of iemand toe te stappen. Any attempt

Nadere informatie

WZC De Wingerd. Kleinschalig Genormaliseerd Wonen: Visietekst van Theorie naar Praktijk

WZC De Wingerd. Kleinschalig Genormaliseerd Wonen: Visietekst van Theorie naar Praktijk WZC De Wingerd s Hertogenlaan 74, 3000 Leuven T: 016 28 47 90 www.wingerd.info Kleinschalig Genormaliseerd Wonen: Visietekst van Theorie naar Praktijk Want tussen droom en daad Staan wetten in den weg

Nadere informatie

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK Bij het begin van de jaren 70 zoeken enkele ouders een dagcentrum voor hun volwassen gehandicapt kind. Voordien was het bijna evident

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

SOVAK kleurt levens. Volgens Wortels-Stam-Bloesem.

SOVAK kleurt levens. Volgens Wortels-Stam-Bloesem. SOVAK kleurt levens. Volgens Wortels-Stam-Bloesem. Zorg verlenen. Dat doen we bij SOVAK op onze eigen manier. Wij vinden het belangrijk dat we mensen met een (verstandelijke) beperking precies die zorg

Nadere informatie

De missie van de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde

De missie van de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde Doel Conform het kwaliteitsdecreet beschrijft dit document het kwaliteitsbeleid van het MFC Sint- Jozef. Het omschrijft de missie, visie en waarden ten aanzien van de hulp- en dienstverlening en het beschrijft

Nadere informatie

POWERTY in de praktijk Emancipatorische Werking

POWERTY in de praktijk Emancipatorische Werking POWERTY in de praktijk Emancipatorische Werking Missie OCMW Gent De sociale dienstverlening verzekeren zodat alle inwoners van Gent een menswaardig leven kunnen leiden. We hebben hierbij prioritaire aandacht

Nadere informatie

Werelden verbinden Lies Schilder Directeur NVMW Jaarcongres 21-11-2013

Werelden verbinden Lies Schilder Directeur NVMW Jaarcongres 21-11-2013 Werelden verbinden Lies Schilder Directeur NVMW Jaarcongres 21-11-2013 Opbouw verhaal De identiteit van de sociaal werker Identiteitsversterking > hoe? Twee soorten leren Van twee soorten naar hybride

Nadere informatie

Armoede vanuit kinderrechtenperspectief

Armoede vanuit kinderrechtenperspectief Armoede vanuit kinderrechtenperspectief Netwerkdag kinderarmoede Antwerpen Bruno Vanobbergen Kinderrechtencommissaris 24 november 2015 Bouwstenen van mijn verhaal Kinderrechten: wat ze (niet) zijn Kinderrechtencommissariaat

Nadere informatie

Kwaliteit van Bestaan

Kwaliteit van Bestaan Kwaliteit van Bestaan in Context Landelijke studiedag Motoriek van de verstandelijk beperkte mens Nederlandse vereniging Fysiotherapie Verstandelijk Gehandicapten Dr. W. Buntinx 3 juni 2010 Kwaliteit van

Nadere informatie

+ Te beantwoorden vragen

+ Te beantwoorden vragen + Bouwstenen cliënt in regie Uitkomsten dialoogsessies aanvullende zorg + Te beantwoorden vragen Hoe kan gemeente Utrecht cliëntregie in de aanvullende zorg maximaliseren? Hoe kijken mantelzorgers en gebruikers

Nadere informatie

The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED)

The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED) The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED) Lut Goossens - Els Van den Berghe Vzw De Link www.de-link.net Introductie Samenvatting

Nadere informatie

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts In verbinding zelf keuzes maken Petri Embregts Cliënten eigen keuzes laten maken, ze regie geven over hun eigen leven, dat is wat we nastreven Dhr Hans Bouter Leidsch Dagblad Eigen regie, zelf keuzes maken

Nadere informatie

ICHOM en het belang voor de patiënt

ICHOM en het belang voor de patiënt DE PATIENT CENTRAAL Maarten de Wit Lent 12 oktober 2017 ICHOM en het belang voor de patiënt T2T Overarching principle B. The primary goal of treating patients with rheumatoid arthritis is to maximize long-term

Nadere informatie

Krachtgericht werken als krijtlijn. Kristin Nuyts

Krachtgericht werken als krijtlijn. Kristin Nuyts Krachtgericht werken als krijtlijn Kristin Nuyts Samenleving evolueert Groeiende dualiteit Groeiend aantal personen in armoede Werken is geen garantie meer om uit de armoede te blijven (jeugdwerkeloosheid

Nadere informatie

BIND-KRACHT in ARMOEDE

BIND-KRACHT in ARMOEDE BINDKRACHT IN ARMOEDE 1 BINDKRACHT in ARMOEDE Verbinden om te versterken academische inzichten met de hulpverleningspraktijk en de perceptie van mensen in armoede het geschreven woord met dialoog en training

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Expertisecentrum E-QUAL. Inhuldiging E-QUAL leerstoelen

Expertisecentrum E-QUAL. Inhuldiging E-QUAL leerstoelen Expertisecentrum E-QUAL Inhuldiging E-QUAL leerstoelen 20 november 2014 Expertisecentrum E-QUAL URL: fmw.hogent.be/e-qual Coördinator: dr. Jessica De Maeyer Opgericht in de loop van het AJ 2011-2012 Is

Nadere informatie

Samen maken wij het verschil!

Samen maken wij het verschil! Samen maken wij het verschil! Biest 43 6001 AP Weert T 0495 456 491 F 0495 456 499 www.landvanhorne.nl WAAR STAAN WE VOOR EN WAAR GAAN WE VOOR? inhoud onze identiteit 4 onze zorgvisie 6 onze kernwaarden

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ik sta er niet meer alleen voor! Ik sta er niet meer alleen voor! Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn centrale begrippen in onze participatiesamenleving. Eén gezin, één plan, één hulpverlener is al uitgangspunt van beleid. Daaraan wordt

Nadere informatie

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische

Nadere informatie

welzijn LESBRIEF Factor-E Welzijn is een uitgave van:

welzijn LESBRIEF Factor-E Welzijn is een uitgave van: welzijn e LESBRIEF Factor-E Welzijn is een uitgave van: Lesbrief Factor-E Welzijn Kwaliteit van bestaan Illustratie: Jan Willem Klaassen Klinkt Schalock depri? Het moet juist geluk(kig) maken! INLEIDING

Nadere informatie

Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening. Birgit Bongaerts

Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening. Birgit Bongaerts Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening Birgit Bongaerts 15/6/2012 Congres Vlaams ondersteuningscentrum oudermis(be)handeling 2012, 10 Jaar Vlaams meldpunt Bijzondere

Nadere informatie

Eigen Regie Maakt Zorg Beter

Eigen Regie Maakt Zorg Beter Eigen Regie Maakt Zorg Beter 31 maart 2011 Siska de Rijke Beleidsmedewerker Zorg CG-Raad Termen Zelfmanagement Eigen regie Eigen verantwoordelijkheid Deelnemer in plaats van afnemer Verbindende schakel

Nadere informatie

Levensloopbegeleiding

Levensloopbegeleiding Levensloopbegeleiding vanuit bekeken Omdat een andere blik je leven verrijkt Levensloopbegeleiding bij autisme Levensloopbegeleiding is ondersteuning in iedere fase van het leven, op alle levensgebieden

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN

INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN TRAINING VOOR SOCIALE (WIJK)TEAMS: INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN TEAMNASCHOLING INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN UITGANGSPUNTEN Multi probleemgezinnen staan bij veel hulpverleners

Nadere informatie

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg Zorg om de zorg Menselijke maat in de gezondheidszorg Prof.dr. Chris Gastmans Prof.dr. Gerrit Glas Prof.dr. Annelies van Heijst Prof.dr. Eduard Kimman sj Dr. Carlo Leget Prof.dr. Ruud ter Meulen (red.)

Nadere informatie

Jeugdwelzijnswerk? 14 mei 2013

Jeugdwelzijnswerk? 14 mei 2013 Jeugdwelzijnswerk? 14 mei 2013 Inhoud Jeugdwelzijnswerk? Maatschappelijk kwetsbaar? Versterken van kinderen en jongeren Empowerment-paradigma Sociaal ruimtelijk georiënteerd werk Veranderen van instituties

Nadere informatie

Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning. Prof. Dr. Rudi Roose Universiteit Gent Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Senaat - 6 juli 2015

Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning. Prof. Dr. Rudi Roose Universiteit Gent Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Senaat - 6 juli 2015 Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning Prof. Dr. Rudi Roose Universiteit Gent Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Senaat - 6 juli 2015 Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning Enkele aandachtspunten

Nadere informatie

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

Opleidingsprogramma De Wmo-professional Kennis van de Overheid Opleidingsprogramma De Wmo-professional Gekanteld werken Leren gekanteld werken Het werk van de professional in de frontlinie van zorg en welzijn verandert ingrijpend. Niet helpen

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Positie van meerzijdige partijdigheid als hulpverlener. Hilde Delameillieure Foton

Positie van meerzijdige partijdigheid als hulpverlener. Hilde Delameillieure Foton Positie van meerzijdige partijdigheid als hulpverlener Hilde Delameillieure Foton Begrip uit contextuele therapie Meerzijdige partijdigheid of meerzijdig gerichte partijdigheid, of veelzijdige partijdigheid

Nadere informatie

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Het doel van deze beschrijving is om enerzijds houvast te geven voor het borgen van de unieke expertise van de cliëntondersteuner voor

Nadere informatie

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Kinderen met een handicap op de schoolbanken Kinderen met een handicap op de schoolbanken Ouders van een kind met een handicap moeten vaak een moeilijke weg bewandelen met veel hindernissen en omwegen om voor hun kind de geschikte onderwijsvorm of

Nadere informatie

Sociale relaties en welzijn

Sociale relaties en welzijn EENZAAMHEID EN SOCIAAL ISOLEMENT: ACHTERGRONDEN EN AANPAK Onderwerpen Functies van sociale relaties Sociale kwetsbaarheid Achtergronden en gevolgen Knelpunten in de aanpak Elementen van een succesvolle

Nadere informatie

Iedereen beschermd tegen armoede?

Iedereen beschermd tegen armoede? Iedereen beschermd tegen armoede? Sociaal onrecht treft 1 op 7 mensen in ons land Campagne 2014 Iedereen beschermd tegen armoede? België is een welvaartsstaat, Brussel is de hoofdstad van Europa en Vlaanderen

Nadere informatie

Inspiratiedag Jeugdwerk in de stad 02/02/2017. Bruggen bouwen in en naar de vrije tijd Kris De Visscher Demos vzw

Inspiratiedag Jeugdwerk in de stad 02/02/2017. Bruggen bouwen in en naar de vrije tijd Kris De Visscher Demos vzw Inspiratiedag Jeugdwerk in de stad 02/02/2017 Bruggen bouwen in en naar de vrije tijd Kris De Visscher Demos vzw Armoede tegengaan, betekent dan ook werkelijk inzetten op een egalitaire samenleving, op

Nadere informatie

Visiedocument 2012 CAVENT. Geeft om wie je bent (naast mensen staan)

Visiedocument 2012 CAVENT. Geeft om wie je bent (naast mensen staan) Visiedocument 2012 CAVENT Geeft om wie je bent (naast mensen staan) Cavent heeft de voorbije jaren de visie beschreven zoals neergelegd in de nota naast mensen staan. Anno 2012 is de visie toe aan een

Nadere informatie

Missie & visie Opvoedingswinkel Gent

Missie & visie Opvoedingswinkel Gent Missie & visie Opvoedingswinkel Gent 1 Inhoudstafel... 1 Missie & visie Opvoedingswinkel Gent... 1 Inhoudstafel... 1 Intro... 3 1. Missie... 4 2. Doelgroep... 4 3. Werking... 4 4. Beleidskader... 5 5.

Nadere informatie

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17 GENDERWORKSHOP Dag van de 4 de Pijler 18/2/17 GENDER & SEKSE Sekse : fysieke, fysiologisch en biologische kenmerken, bepaald door de XX-chromosomen, XY vrouw / man Gender : socioculturele aspecten van

Nadere informatie

Deel 1: Positieve psychologie

Deel 1: Positieve psychologie Deel 1: Positieve psychologie Welkom bij: Positieve gezondheid. Jan Auke Walburg 2 Carla Leurs 3 4 Bloei Bloei is de ontwikkeling van het fysieke en mentaal vermogen. Welbevinden en gezondheid Verschillende

Nadere informatie

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging 13-0010/mh/rs/ph Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging Gevraagde actie: - Deelt u de filosofie van Regie in eigen hand? - Bent u bereid

Nadere informatie

Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee?

Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee? Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee? 1.1 Het DNA van de Werkwinkel Waar staan we voor als Werkwinkel? Het antwoord op die vraag mag misschien op het eerste zicht heel evident lijken.

Nadere informatie

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg helpt kinderen en ouders vakkundig bij complexe vragen over opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal ontwikkelen en meedoen in de samenleving. Daarbij worden participatie

Nadere informatie

Studie- en vormingsdag. Van buddy tot community : hoe kwetsbare netwerken versterken?

Studie- en vormingsdag. Van buddy tot community : hoe kwetsbare netwerken versterken? Studie- en vormingsdag. Van buddy tot community : hoe kwetsbare netwerken versterken? Persoonlijke en duurzame netwerkversterking bij mensen in armoede Kristien Nys, Joris Van Puyenbroeck, Imane Kostet

Nadere informatie

Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit

Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit Sinds 2011 komt een groep jongeren in armoede op regelmatige basis samen. Om elkaar te leren kennen, om naar elkaar

Nadere informatie

DOSSIER. Cliëntenparticipatie

DOSSIER. Cliëntenparticipatie DOSSIER Cliëntenparticipatie CLIËNTENPARTICIPATIE BETREKKEN VAN KWETSBARE BURGERS VRAAGT OM: van ervaring naar doelgerichte actie (idee of agenda) systeemwereld overheid & organisaties veiligheid nodig

Nadere informatie

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC Morele dilemma s in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA,

Nadere informatie