Toetsing van de nieuwe vakantiewetgeving aan Richtlijn 2003/88 EG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toetsing van de nieuwe vakantiewetgeving aan Richtlijn 2003/88 EG"

Transcriptie

1 Toetsing van de nieuwe vakantiewetgeving aan Richtlijn 2003/88 EG Selvi Beşli, Masterscriptie - Master Arbeidsrecht Universiteit van Amsterdam Begeleider Mevrouw mr.r.d de Boer

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau Vakantiewetgeving op internationaal niveau IAO-Conventie Richtlijn 2003/88/EG: De Arbeidstijdenrichtlijn Vakantiewetgeving op nationaal niveau Wettelijk kader Opbouw van vakantierechten Aanspraak op vakantie Het recht tot effectuering Afstand van vakantierechten Verjaring van de vakantierechten Tussenconclusie Hoofdstuk 2 Jurisprudentie Arresten vóór het Schultz-Hoff/ Stringer arrest BECTU Robinson-Steele FNV Schultz-Hoff en Stringer Gevolgen voor Nederland Arresten na het Schultz-Hoff arrest Pereda KHS- Schulte Tussenconclusie Hoofdstuk 3 Nieuwe vakantiewetgeving Wetsvoorstel

3 Inhoudsopgave 3.2. Wijzigingen in de vakantiewetgeving Afschaffing van het beperkte opbouw van vakantierechten voor gedeeltelijk en geheel arbeidsongeschikte werknemers Vervaltermijn Opname van vakantiedagen Samenvatting Hoofdstuk 4 Toetsing vakantiewetgeving aan de richtlijn Inleiding Schrappen van lid 4 van 7:635 BW Vervaltermijn: Schultz Hoff-arrest Daadwerkelijk Redelijkerwijs Termijn van zes maanden Gevolgen voor vervaltermijn van Nederland Verjaringstermijn van 7:642 BW Tussenconclusie Hoofdstuk 5 Conclusie Literatuurlijst

4 Inleiding Inleiding Tijdens mijn zoektocht naar het juiste scriptie-onderwerp, ben ik meerdere malen geconfronteerd met vragen over de nieuwe vakantiewetgeving. Ik ben als juridisch adviseur werkzaam bij een werknemersorganisatie. De vakantiewetgeving van Nederland liet tot 1 januari 2012 een opbouw van 6 maanden vakantie toe bij ziekte. De werkgever heeft een loondoorbetalingsplicht van twee jaar bij ziekte ex artikel 7:629 BW. Als een werknemer twee jaar zijn arbeid niet kan verrichten door ziekte, bouwt hij over de laatste 6 maanden vakantie op ex artikel 7:635 lid 4 BW. Deze beperking geldt niet voor de niet-zieke werknemers. Zij bouwen gewoon volledige vakantie op. Op 20 januari 2009 volgde het Schultz-Hoff arrest waarin het Hof van Justitie EU (hierna:hof) duidelijk maakte dat de Nederlandse wetgeving in strijd was met de Arbeidstijdenrichtlijn. Het gevolg hiervan is dat Nederland de vakantiewetgeving in overeenstemming met de Arbeidstijdenrichtlijn diende te brengen. Na wijziging van de vakantiewetgeving op 1 januari 2012 volgde een nieuw probleem. De wetswijziging bracht met zich mee dat de zieke werknemers een volledige opbouw van vakantiedagen bij arbeidsongeschiktheid hebben, net als de gezonde werknemers, maar het probleem van het opnemen van vakantiedagen bleef bestaan. Vóór inwerkingtreding van de nieuwe vakantiewetgeving was het problematisch voor arbeidsongeschikte werknemers om vakantie op te nemen. Dit hing samen met het feit dat ze vaak veel vakantie-uren over hadden omdat ze die door ziekte niet konden opnemen. Met de implementatie van de Arbeidstijdenrichtlijn in de Nederlandse wetgeving is sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wet een vervaltermijn van zes maanden vastgelegd voor de minimum vakantiedagen. Dit houdt in dat de zieke én gezonde werknemers na 1 januari 2012, zijn wettelijk opgebouwde minimumvakantiedagen van 2012, tot 1 juli 2013 moeten opnemen, anders komen ze te vervallen. Dit kan problemen opleveren voor zieke werknemers die nog een verlofstuwmeer over hebben omdat ze die door de ziekte niet konden opnemen. Nu worden ze geconfronteerd met een termijn van zes maanden om alsnog de vakantiedagen op te kunnen nemen. De vakantiedagen van vóór inwerkingtreding van de nieuwe vakantiewetgeving behouden hun verjaringstermijn van vijf jaar. Als een zieke werknemer vakantie gaat opnemen, speelt het probleem welke vakantiedagen als eerst dienen te worden opgenomen. De probleemstelling voor deze scriptie luidt dan ook als volgt: In hoeverre voldoet de nieuwe vakantiewetgeving met een vervaltermijn van zes maanden voor de vakantiedagen aan Richtlijn 2003/88 EG? In het eerste hoofdstuk van dit onderzoek zal het juridische kader voor de internationale en nationale vakantiewetgeving worden besproken. Eerst zal worden in gegaan op IAOconventie 132 en de Arbeidstijdenrichtlijn: Richtlijn 2003/88 EG. Deze richtlijn staat centraal in de scriptie. De inhoud van de richtlijn en het belang voor de Nederlandse wetgeving zal hierin worden beschreven. Voor het nationaal recht zal de oude wetgeving in afdeling 3 van titel 7.10 van BW nader worden bestudeerd. Ook zal er worden gekeken wat de struikelblokken zijn. In het tweede hoofdstuk zullen arresten van het Hof worden besproken 3

5 Inleiding die aanleiding gaven tot de wetswijziging van 1 januari De volgende arresten zullen worden besproken: Schultz-Hoff, Pereda, KHS, Bectu, Robinson-Steele en FNV. In hoofdstuk 3 zal nader worden ingegaan op de wijzigingen van de vakantiewetgeving. Hoe is de richtlijn omgezet in de Nederlandse wetgeving en wat zijn de gevolgen voor de huidige werknemers? Het doel van deze wijzigingen zal ook worden uiteengezet. Bezwaren van verschillende partijen voor het wetsvoorstel zullen ook worden besproken. Er wordt aandacht besteed aan de nieuwe opbouw van vakantiedagen, de vervaltermijn en de nadere afspraken die kunnen worden gemaakt over de bovenwettelijke dagen. In het laatste hoofdstuk zal er een vergelijking worden gemaakt tussen de Europese regelgeving en het Nederlands recht om tot beantwoording van de probleemstelling te komen. Hierna zal een conclusie volgen waaruit het antwoord op de probleemstelling zal volgen. 4

6 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. In dit hoofdstuk zal ik het juridisch kader van de vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau beschrijven. In het kader van het onderzoek moet er worden gekeken naar de bedoelingen van de wetgever, het belang van vakantie en de gevolgen van vakantie voor de werknemers op nationaal en internationaal niveau Vakantiewetgeving op internationaal niveau In deze paragraaf zal ik een blik werpen op internationale en Europese regelgeving waarin de vakantiewetgeving is opgenomen IAO-Conventie De internationale Arbeidsorganisatie (hierna: IAO) is na de Eerste Wereldoorlog opgericht om de sociale vrede te bevorderen en een nieuwe oorlog te voorkomen. Om de concurrentie op het terrein van sociale normen tegen te gaan, werd een verbetering van de levensomstandigheden essentieel geacht. De IAO probeerde dit doel te verwezenlijken met het opstellen van verdragen. 1 Deze Verdragen worden aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie, een orgaan van de IAO, waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd. De verplichtingen van de verdragen gelden alleen voor lidstaten die het verdrag hebben geratificeerd. 2 Het recht op een jaarlijkse vakantie met behoud van betaling van loon is sinds 1936 in internationale regelgeving opgenomen in IAO-Conventie 52 betreffende jaarlijkse vakantie met behoud van loon. Dit is vervolgens in IAO-Conventie 132 herzien. Het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon is ook in artikel 24 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, artikel 3 lid 3 van het Europees Sociaal Handvest, alsmede in artikel 31 lid 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie opgenomen. 3 In IAO-Conventie 132 is de specifieke situatie van een zieke werknemer opgenomen. Hierin is de verplichting opgenomen om een aanspraak op een jaarlijkse betaalde vakantie vast te leggen, waarbij deze vakantie minimaal drie werkweken bedraagt. 4 Er dient op nationaal niveau te worden geregeld dat periodes van arbeidsongeschiktheid voortvloeiend uit ziekte of gebrek, niet als de jaarlijkse vakantie kan worden aangemerkt. 5 Hieruit kan dan worden afgeleid dat het recht op vakantie ook aan zieke werknemers toekomt en dat ziektedagen niet van het verlof mag worden afgeschreven. Het recht van de zieke werknemer is zo gewaarborgd. Het nationaal recht zal nadere regels stellen over of zieke werknemers geen aanspraak kunnen maken of vakantie en het mogelijk maken van het opnemen van vakantie tijdens ziekte. Hiervoor gelden twee uitgangspunten 1. De aanspraak dient een gelijke te zijn. 1 F.J.L.Pennings, Monografieën Sociaal Recht: Nederlands arbeidsrecht in een internationale context,kluwer,deventer 2007,p F.J.L.Pennings, Monografieën Sociaal Recht: Nederlands arbeidsrecht in een internationale context,kluwer,deventer 2007, p P.H.Burger, Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie, Arbeidsrechtelijke Annotaties 2009 (8)2, p Artikel 3 lid 1 en 3 IAO Conventie Artikel 6 lid 2 IAO Conventie

7 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. 2. Door het niet werken als gevolg van ziekte mag de aanspraak op vakantie niet verloren gaan Richtlijn 2003/88/EG: De Arbeidstijdenrichtlijn 7 Een andere bron waarin het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon is vastgelegd is Richtlijn 2003/88/EG(Arbeidstijdenrichtlijn: hierna richtlijn) betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. Europese richtlijnen maken deel uit van het Europese recht en zijn van een hogere orde dan het nationale recht. In artikel 249 van het EG-Verdrag is opgenomen dat richtlijnen dienen te worden omgezet in nationaal recht. Particulieren worden pas gebonden aan de richtlijnen na omzetting in het nationaal recht. Indien de omzetting niet tijdig of niet correct wordt gedaan, moet de wetgever dit herstellen. In het kader van beantwoording van de onderzoeksvraag ga ik niet in op de vraag of het wenselijk is dat particulieren voor omzetting van de richtlijn wel al rechten kunnen ontlenen aan de richtlijn. In de richtlijn zijn minimumvoorschriften vastgelegd inzake veiligheid en gezondheid op het gebied van de organisatie van de arbeidstijd, met betrekking tot dagelijkse rusttijd, pauzes, wekelijkse rusttijd, maximale wekelijkse arbeidstijd en de jaarlijkse vakantie en aspecten van nacht- en ploegenarbeid en het werkrooster. 8 In de considerans nr 3 is opgenomen dat Richtlijn 89/391/EEG betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en gezondheid van de werknemers op het werk van toepassing blijft. Dit wordt nogmaals bevestigd in artikel 1 lid 4 van de Richtlijn. In dit onderzoek wordt vooral de nadruk gelegd op de minimumvereisten bij vakantie, daarom is de richtlijn van uiterst belang. Artikel 1 lid 3 van de richtlijn geeft het toepassingsgebied aan. De richtlijn is van toepassing op alle particuliere of openbare sectoren in de zin van artikel 2 van Richtlijn 89/391 EEG. Dit zijn de volgende sectoren: industriële, landbouw-, handels-, administratieve, dienstverlenende, educatieve, culturele, vrijetijdsactiviteiten, enz. 9 Het is belangrijk om te weten voor welke personen deze bepalingen van toepassing zijn. In artikel 3 sub a 10 wordt een omschrijving van het begrip werknemer gegeven: iedere persoon die door een werkgever wordt tewerkgesteld, alsmede stagiairs en leerlingen, met uitzondering van huispersoneel. De richtlijn is niet van toepassing op zeevarenden. 11 Dit houdt dus in dat werknemers van particuliere en openbare sectoren onder de werking van de Richtlijn vallen. Voor het onderwerp is artikel 7 van de richtlijn van belang. Hierin is het volgende opgenomen. Artikel 7: Jaarlijkse vakantie 6 P.H.Burger, Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie, Arbeidsrechtelijke Annotaties 2009 (8)2, p Richtlijn 2003/88/Eg van 4 november 2003, PbEG 2003, L 299, betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. 8 Considerans Richtlijn, nr 1. 9 Richtlijn 1989/391/EG, artikel 2 lid Richtlijn 89/391 EEG. 11 Richtlijn 2003/88/EG, considerans nr.12. 6

8 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. Lid 1: De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken wordt toegekend, overeenkomstig de in de nationale wetten en/of gebruiken geldende voorwaarden voor het recht op en toekenning van een dergelijke vakantie. Lid 2: De minimumperiode van de jaarlijkse vakantie met behoud van loon kan niet door een financiële vergoeding worden vervangen, behalve in geval van beëindiging van het dienstverband. In de richtlijn wordt het recht op een jaarlijkse vakantie van tenminste vier weken gewaarborgd. Dit is in overeenstemming met de Nederlandse wetgeving in artikel 7:634 BW. Ook wordt er gesproken over de mogelijkheid om bij het einde van het dienstverband de vakantiedagen af te kopen. In artikel 17 van de Richtlijn wordt gesproken over afwijkingsmogelijkheden. Artikel 7 staat hier niet bij vermeld. Dit houdt in dat de lidstaten niet mogen afwijken van hetgeen is opgenomen in de richtlijn Vakantiewetgeving op nationaal niveau Wettelijk kader In deze paragraaf zal de nadruk worden gelegd op de oude situatie van de vakantiewetgeving. De wijzigingen van de artikelen na inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen zullen in het derde hoofdstuk worden behandeld. De wet geeft in afdeling 3 van titel 7.10 een uitvoerige maar ook ingewikkelde regeling. Deze vakantieregeling dateert uit 1966 waarin de vakantieregeling destijds werd opgenomen in de artikelen 1638bb-1638mm BW. Het recht op vakantie is in cao`s in ontwikkeling gekomen. Het wettelijke recht op betaalde vakantie werd in Frankrijk in 1936 ingevoerd. In Nederland werd in het kader van de geleide loonpolitiek in de meeste bedrijfstakken twee weken vakantie voorgeschreven na de oorlog. Het wettelijk recht op vakantie van twee weken per jaar voor volwassenen en drie weken voor jeugdigen werd in 1966 vastgelegd. 12 Vijf jaar later, in 1971, werd de duur van de wettelijke vakantie verlengd tot drie respectievelijk vier weken. 13 Tenslotte werd met de laatste wetswijziging in 1988 de termijn voor vakantie voor alle werknemers 4 weken. 14 Na de Vaststellingswet zijn de artikelen neergelegd in de artikelen en 645 van het Burgerlijk Wetboek De wet biedt geen wettelijke omschrijving van het begrip vakantie. Snipperdagen worden aangemerkt als vakantiedagen, maar dit geldt niet voor zondagen en algemeen erkende feestdagen. Vergelijkbaar is dit voor rooms-katholieke en protestants-christelijke feestdagen waarop plaatselijk vrijaf met behoud van loon wordt gegeven, tenzij die dagen volgens de geldende arbeidsvoorwaarden met snipperdagen worden gelijkgesteld. 16 ADV-of ATV-dagen 12 Wet van 14 juli 1966, Stb. 1966, 290 (Vakantiewet). 13 Wet van 9 juni 1971, Stb. 1971, Wet van 9 juni 1988, Stb. 1988, Van der Grinten bewerkt door W.H.A.C.M Bouwens en R.A.A. Duk, Arbeidsovereenkomstenrecht, Kluwer 22e druk, Deventer 2008, p MvA II, 7168, p.2. 7

9 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. vallen niet onder het begrip vakantie. Zij zijn in het leven zijn geroepen om verlies van arbeidsplaatsen tegen te gaan en nieuwe arbeidsplaatsen te creëren. De voornaamste functie van vakantie is om de werknemer in verband met het werk gelegenheid te geven om gedurende een periode van betaald verlof bij te komen. Deze zogenaamde recuperatiefunctie ontbreekt bij de ATV- of ADV-dagen Opbouw van vakantierechten In het stelsel van de wet moet een onderscheid worden gemaakt op aanspraak op vakantie enerzijds en het recht tot effectuering van deze aanspraak anderzijds Aanspraak op vakantie Het aantal vakantiedagen waarop een werknemer recht heeft, bedraagt volgens artikel 7:634 lid 1 BW, viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Dit houdt in dat een werknemer die fulltime werkt, aanspraak heeft op twintig vakantiedagen per jaar. Dit is het minimumaantal wettelijke dagen die de wet dwingendrechtelijk voorschrijft. 17 Bij cao kunnen echter meer vakantiedagen worden toegekend aan de werknemer. Dit zijn de bovenwettelijke vakantiedagen. Werkt de werknemer meer dan de contractsuren, dan zullen ook bovenwettelijke dagen worden opgebouwd. Werkt de werknemer minder uren, dan bouwt hij het evenredige gedeelte vakantie op. De werknemer heeft aanspraak op doorbetaling van het loon over de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. 18 De verwerving van vakantierechten begint meteen na indiensttreding. 19 Uit het systeem van de wet volgt dat de aanspraak op vakantiedagen van dag tot dag wordt verdiend. 20 Het uitgangspunt bij de aanspraak op vakantie is dat er slechts vakantierechten worden opgebouwd indien er recht op loon bestaat. Is er geen recht op loon, dan vindt er ook geen opbouw van vakantiedagen plaats. Indien de werknemer over een deel van het jaar recht op loon heeft gehad, verwerft hij over dat deel een evenredige aanspraak op vakantie. 21 Hoofdregel: Geen arbeid, geen vakantie. In artikel 627 van boek 7 BW is opgenomen dat geen loon verschuldigd is voor de tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht. Dit komt neer op geen arbeid, geen loon. De uitzonderingen voor dit artikel zijn vermeld in artikel 7:628 BW. In artikel 7:634 BW is een vergelijkbaar regime gevolgd, waarin de hoofdregel is: geen arbeid, geen vakantie. 22 Maar zoals op art. 7: 627 BW een aantal uitzonderingen wordt gemaakt, zo gebeurt dat ook hier. In artikel 7:635 lid 1, 2 en 3 BW zijn situaties opgenomen die duidelijke situaties weergeven wanneer er toch vakantie wordt opgebouwd, ongeacht dat de werknemer niet werkt. Voorbeelden hiervan zijn militaire dienstplicht, vakantie na indiensttreding bij een nieuwe werkgever, vakbondsbijeenkomsten, het anders dan wegens 17 C.J.Loonstra en W.A.Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag 4e druk, 2010, p :639 lid 1 BW. 19 Asser (bzo) 7-V* Arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst en ondernemingsovereenkomst, nr HR 10 juni 1988, NJ 1988, 954 (Vos/Bussink). 21 7: 639 lid 2 BW. 22 Asser (bzo) 7-V* Arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst en ondernemingsovereenkomst, nr

10 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. arbeidsongeschiktheid tegen zijn wil niet in staat zijn om de overeengekomen arbeid te verrichten en verlof voor politieke activiteiten. Het tweede lid van 7:635 BW bevat een regeling voor vrouwelijke werknemers die wegens zwangerschap en bevalling de bedongen arbeid niet kunnen verrichten. Hetzelfde geldt voor adoptieverlof volgens het vierde lid van 7:635 BW. In het vijfde lid wordt ook de jeugdige werknemer genoemd die onderricht volgt waartoe de werkgever hem krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen. 23 Tenzij, uitzondering. In de eerste twee volzinnen van 7:635 lid 4 BW zijn twee uitzonderingen opgenomen die van belang zijn voor het onderzoek. De eerste uitzondering betreft de vakantieopbouw van de volledig arbeidsongeschikte werknemer. Deze bouwt alleen vakantie op over de laatste zes maanden waarin geen arbeid is verricht, ongeacht of hij recht heeft op loon. Voor de berekening hiervan worden tijdvakken samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen. Als een werknemer dus herstelt in januari, maar opnieuw uitvalt op 15 januari, geldt dat dit valt binnen dezelfde ziekteperiode en dat er geen tweede ziekteperiode aanvangt. Er is dus slechts een opbouw van vakantiedagen over de laatste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid. 24 Er vanuit gaande dat de werkgever een loondoorbetalingsplicht van twee jaar bij ziekte 25 heeft, is er dus de volgende situatie. Een gezonde werknemer die fulltime werkt, zou dus in twee jaar tijd, tweemaal twintig vakantiedagen opbouwen. Dat zijn 40 vakantiedagen. Een volledig arbeidsongeschikte werknemer bouwt slechts 10 vakantiedagen op. De tweede uitzondering gaat over de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer. Deze bouwt slecht vakantie op over het gedeelte waarin zij voor arbeid beschikbaar is. Werkt een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer dus 50% van de bedongen arbeid, dan bouwt hij ook slechts 50% vakantie op. Hierbij geldt passende arbeid als de bedongen arbeid. Dit is in overeenstemming met het regime voor de deeltijdwerker. Verricht een zieke werknemer (voltijds) passend arbeid, dan is er dus wel sprake van (volledige) opbouw van vakantiedagen. 26 Van Drongelen en Fase merken op dat dit een onjuiste insteek is van de wetgever. Er wordt vanuit gegaan dat gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid een blijvende status is, omdat het voortduren van volledige opbouw zou kunnen leiden tot een teveel van vakantiedagen. 27 Een gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemer kan herstellen en dat zou dan voor hem betekenen dat hij minder vakantie heeft opgebouwd en kan opnemen dan andere collega`s. Berkhout vindt ook dat de tweede volzin van 7:635 lid 4 BW een vreemde consequentie heeft voor de werknemer. Het is volgens hem dan ook beter om helemaal ziek 23 Asser (bzo) 7-V* Arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst en ondernemingsovereenkomst, nr Van der Grinten bewerkt door W.H.A.C.M Bouwens en R.A.A. Duk, Arbeidsovereenkomstenrecht, Kluwer 22e druk, Deventer 2008, p :629 BW. 26 D.F. Berkhout, Het Schultz-Hoff-arrest: nooit te ziek voor vakantie, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, 2009, nr.3. p Zie ook : Kantonrechter Utrecht, 4 augustus 2004, JAR 2004/250, r.o D.F. Berkhout, Het Schultz-Hoff-arrest: nooit te ziek voor vakantie, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, 2009, nr.3. p

11 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. te zijn, in plaats van een beetje. In het eerste geval bouwt de werknemer tenminste nog volledige vakantie op over de laatste zes maanden, dit geldt niet voor het tweede geval. 28 De motivering van de regering voor beide beperkingen destijds was om een sterke opeenstapeling van vakantieaanspraken tegen te gaan. De arbeidsongeschikte werknemer kon geen vakantie opnemen door de arbeidsongeschiktheid. Vooral als de arbeidsongeschikte werknemer verlofdagen zou hebben van vóór de arbeidsongeschiktheid en ook nog tijdens de arbeidsongeschiktheid vakantie zou opbouwen, zou dit zou leiden tot verlofstuwmeren. Ook achtte de regering het noodzakelijk om de aan de ziekte en arbeidsongeschiktheid verbonden kosten voor het bedrijfsleven te beperken. 29 Voor beide soorten werknemers geldt dat er geen vakantierechten worden opgebouwd, als de werknemer is uitgesloten van het recht op loon op grond van één van de gronden van 7:629 lid 3 BW. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de ziekte door opzet van de werknemer is ontstaan of het gevolg is van een gebrek waarover de werknemer in het kader van de aanstellingskeuring opzettelijke valse inlichtingen heeft gegeven Het recht tot effectuering Vaststelling en opname van vakantie De werkgever is verplicht de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen de vakantie op te nemen waarop de werknemer op grond van artikel 7:634 BW ten minste aanspraak heeft. 31 Reden hiervoor is dat de recuperatiefunctie te goede komt. De werknemer kan in dat jaar genieten van de vakantie. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen kunnen er nadere afspraken worden gemaakt bij cao of schriftelijke overeenkomst. 32 De werkgever stelt de aanvang en einde van de vakantie overeenkomstig de wensen van de werknemer vast, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. 33 Bij gewichtige redenen wordt de vakantie op zodanige wijze vastgesteld dat de werknemer desverlangd, voor zover zijn aanspraak daartoe toereikend is, gedurende twee opeenvolgende weken of tweemaal een week geen arbeid behoeft te verrichten. 34 De Nederlandse wet veronderstelt echter dat tijdens ziekte geen vakantie wordt genoten. De reden hiervoor zou zijn dat een zieke werknemer niet werkt en in theorie dan ook geen vakantie nodig heeft. 35 Er is een geuite vrees bij de wetgever en werkgevers dat grote verlofstuwmeren zullen ontstaan omdat in de Nederlandse wetgeving slechts beperkte mogelijkheden zijn om opgebouwde dagen ook weer af te kunnen schrijven. 36 Artikel 7: D.F. Berkhout, Het Schultz-Hoff-arrest: nooit te ziek voor vakantie, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, 2009, nr.3. p Kamerstukken II, , , nr. 3, p Asser (bzo) 7-V* Arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst en ondernemingsovereenkomst, nr :638 BW. 32 7:640 lid 2 BW. 33 7:638 lid 2 BW. 34 7:638 lid 3 BW. 35 M.Heima, Verlofstuwmeren van (arbeidsongeschikte) werknemers in aantocht?, Arbeidsrecht, 2009, P.H.Burger, Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie, Arbeidsrechtelijke Annotaties 2009 (8)2,p

12 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. BW biedt de mogelijkheid voor partijen om ziektedagen aan te merken als vakantiedagen, in geval de werknemer de bedongen arbeid niet kan verrichten door een reden genoemd in 7:635 lid 4 BW. De werknemer verleent hierbij toestemming om de ziektedagen aan te merken als vakantiedagen. De regel blijft echter wel dat de werknemer recht blijft behouden op tenminste het minimum van artikel 7:634 BW. De werknemer kan dus toestemming verlenen om bovenwettelijke dagen aan te merken als vakantiedagen. Dit mag niet ten koste gaan van de wettelijke minimumdagen. Bij schriftelijke overeenkomst kan ook worden overeengekomen dat dagen waarop de werknemer geen arbeid verricht door redenen genoemd in artikel 7:635 lid 4, als ziektedagen kunnen worden aangemerkt, met dien verstande dat de werknemer recht blijft behouden op het wettelijk minimum. Indien de werknemer geen medewerking verleent, kan de werkgever ook geen vakantiedagen afschrijven. 37 Vegter en Willems stellen dat wanneer een werknemer met vakantie gaat als hij reeds arbeidsongeschikt is, onderscheid dient te worden gemaakt tussen te ziek om te werken en te ziek om van vakantie te genieten. Indien gesteld kan worden dat de werknemer niet werkt wegens een feitelijk ook door hem zodanig genoten vakantie, in plaats van niet werkt wegens ziekte, die dagen die waarop niet gewerkt kunnen worden als vakantiedagen, zonder enige instemming van de werknemer Afstand van vakantierechten Tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst kan de werknemer geen afstand doen van zijn wettelijke minimumaanspraak op vakantie tegen schadevergoeding. 39 De wetgever heeft hiermee beoogd de werknemer in de gelegenheid te stellen van de vakantie te genieten en dit niet naar een nieuw kalenderjaar af te schuiven. Deze beperking geldt alleen voor de wettelijke vakantiedagen. Voor de bovenwettelijke dagen is een uitzondering gecreëerd in lid 2 van art 7: 640 BW. Bij schriftelijke overeenkomst kan worden afgeweken van het eerste lid. Dit houdt in dat werknemer en werkgever overeen kunnen komen dat bovenwettelijke dagen wel kunnen worden afgekocht tijdens het dienstverband. Na einde van het dienstverband is het uiteraard wel toegestaan om wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen uit te laten betalen Verjaring van de vakantierechten In artikel 7:642 BW is opgenomen dat een rechtsvordering tot toekenning van vakantie verjaart door verloop van vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Tot februari 2001 was de verjaringstermijn van vakantiedagen twee jaar. In 2001 is dit verlengd naar vijf jaar. Reden hiervoor was om de mogelijkheid van verlofsparen te verruimen om betaalde arbeid te combineren met zorgtaken en educatie Dit hangt natuurlijk ook af van het opnamegedrag van de werknemer. De werknemer kan de uitwerking van 635 lid 6 makkelijk omzeilen door ervoor te zorgen dat zijn lopend tegoed aan vakantiedagen steeds op of beneden het minimum van 634 blijft. Zie MvA I, , p.10. Van der Grinten bewerkt door W.H.A.C.M Bouwens en R.A.A. Duk, Arbeidsovereenkomstenrecht, Kluwer 22e druk, Deventer 2008, p J.H. Vegter en S.J.M.H Willems, Is arbeidsongeschiktheid ook ongeschiktheid om vakantie te genieten?, Arbeidsrecht 2002, :640 lid 1 BW. 40 Kamerstukken II, , , nr 3, p

13 Hoofdstuk 1: Vakantiewetgeving op internationaal en nationaal niveau. In beginsel geldt bij verjaring dat oudste rechten het eerst worden verbruikt. Er moet dus een beroep worden gedaan op oudere rechten voordat de rechten van hetzelfde jaar kunnen worden opgenomen. 41 Een vakantiedag verjaart op het tijdstip van de laatste dag van het kalenderjaar waarin de vakantieaanspraak is ontstaan. Vakantie die in maart is opgebouwd, verjaart dus pas na vijf jaar en negen maanden. Hiermee zijn werknemers beter in staat om een reserve op te bouwen. Sommige werkgevers vinden dit echter niet altijd prettig en verbinden voorwaarden aan de vakantiedagen. Zo wordt er met instemming van de ondernemingsraad overeengekomen dat niet-opgenomen vakantiedagen in een bepaald jaar niet kunnen worden meegenomen naar een volgend jaar. Loonstra en Zondag vinden dat dergelijke regels of afspraken in strijd zijn met de wet en derhalve nietig zijn. 42 Van der Grinten vindt echter dat uit 7:642 BW niet volgt dat het verboden zou zijn om in een individuele of een collectieve arbeidsovereenkomst te bedingen, dat vakantiedagen op straffe van verval voor het einde van het lopende jaar moeten worden opgenomen. 43 Ziekte onderbreekt of schorst de verjaringstermijn niet. 44 Juridisch kan het dus zijn dat door ziekte het vorderingsrecht door verjaren verloren gaat. De werknemer kan de verjaring wel stuiten ex art 3:316 jo 317 BW. Dit kan door een briefje naar de werkgever te sturen. Onder omstandigheden kan door gedragingen van de werknemer worden afgeleid dat hij afstand heeft gedaan van het recht zich op verjaring te beroepen Tussenconclusie In dit hoofdstuk is een blik geworpen op de vakantiewetgeving die gold tot 1 januari De hoofdregel is: geen loon, geen arbeid, tenzij er sprake zou zijn van de uitzonderingen genoemd in artikel 7:634 lid 4 BW. De vakantiewetgeving tot 1 januari 2012 maakte een duidelijk onderscheid tussen zieke en gezonde werknemers. Zieke werknemers bouwden slechts over de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid vakantie op, terwijl gezonde werknemers volledige vakantie opbouw hadden. Tot 1 januari 2012 gold de verjaringstermijn van vijf jaar voor wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. De verjaringstermijn maakte dus geen onderscheid tussen zieke en nietzieke werknemers. Ook is ingegaan op de belangrijke bepalingen van de Richtlijn waarin het recht op vakantie is vastgelegd. In het volgende hoofdstuk zal worden omschreven hoe de jurisprudentie van het Hof van invloed is geweest voor implementatie van de Richtlijn in de Nederlandse vakantiewetgeving. 41 HR 10 juni 1988, NJ 1988, 954 en Van der Grinten bewerkt door W.H.A.C.M Bouwens en R.A.A. Duk, Arbeidsovereenkomstenrecht, Kluwer 22e druk, Deventer 2008, p C.J.Loonstra en W.A.Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag 4e druk, 2010, p Van der Grinten bewerkt door W.H.A.C.M Bouwens en R.A.A. Duk, Arbeidsovereenkomstenrecht, Kluwer 22e druk, Deventer 2008, p HR 25 september 1981, NJ 1982, Van der Grinten bewerkt door W.H.A.C.M Bouwens en R.A.A. Duk, Arbeidsovereenkomstenrecht, Kluwer 22e druk, Deventer 2008, p

14 Hoofdstuk 2 Jurisprudentie Hoofdstuk 2 Jurisprudentie In dit hoofdstuk zal nader worden ingegaan op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de inmiddels EU(hierna: Hof). Ik zal de arresten bespreken die van invloed zijn geweest op de wijziging van de vakantiewetgeving. Na het Schultz-Hoff/Stringer-arrest moest de Nederlandse vakantiewetgeving worden aangepast, omdat deze in strijd was met het Europees recht. Ook na het Schultz-arrest zijn arresten geweest die gevolgen hebben voor de vakantiewetgeving Arresten vóór het Schultz-Hoff/ Stringer arrest BECTU 46 In het BECTU-arrest wordt strijdigheid van een bepaling uit het nationaal recht getoetst door het Hof. In het Verenigd Koninkrijk is de richtlijn in nationaal recht omgezet in de Working Time Regulations 1998 (Regeling van de arbeidstijd, hierna: Regulation). 47 Het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon zou pas ontstaan wanneer een werknemer 13 weken ononderbroken bij een werkgever zou hebben gewerkt. BECTU is een vakbond die ongeveer leden telt, welke leden diverse activiteiten in de sectoren radio, televisie, film, theater en toneelspel uitoefenen, zoals geluidsingenieurs, cameralieden, speciale-effectentechnici, projectionisten, monteurs, researchers, kappers en make-upartiesten. BECTU stelt dan ook meeste leden voor overeenkomsten van korte duur worden aangenomen. In de regel is dit vaak minder dan dertien weken bij een zelfde werkgever, zodat de meeste van de leden niet voldoen aan regulation 13, paragraaf 7. Dit betekent voor deze leden dat ze geen recht hebben op een dergelijke vakantie, noch een vervangende financiële vergoeding ontvangen, omdat ze regelmatig hebben gewerkt, maar wel voor verschillende werkgevers. 48 Bectu stelt dat de Regulation een onwettige beperking inhoudt van artikel 7 van de richtlijn. In de Regulation wordt het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon ontzegd aan werknemers die gedurende minder dan dertien weken ononderbroken bij dezelfde werkgever zijn tewerkgesteld. Aan het Hof wordt dan ook de prejudiciële vraag gesteld of deze beperking in strijd is met de richtlijn. 49 Het Hof bevestigt deze vraag. De richtlijn legt lidstaten een duidelijke en nauwkeurige resultaatsverbintenis op, zodat zij de benodigde maatregelen treffen zodat alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van tenminste vier weken wordt toegekend. 50 Dit moet echter wel volgens de in de nationale wetten en/of gebruiken geldende voorwaarden. Artikel 7 is niet één van de bepalingen waar uitdrukkelijk van kan worden afgeweken. Het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon wordt beschouwd als een belangrijk beginsel van communautair sociaal recht waarvan niet mag worden afgeweken. De bevoegde nationale autoriteiten mogen slechts uitvoering geven binnen de uitdrukkelijk in de richtlijn opgenomen grenzen. 51 Lidstaten kunnen wel voorwaarden vaststellen voor 46 HvJ EG 26 juni 2001, zaak C-173/99 JAR 2001/ Paragraaf 7, Regulation HvJ EG 26 juni 2001, zaak C-173/99 JAR 2001/158, (Bectu) r.o 25 en HvJ EG 26 juni 2001, zaak C-173/99 JAR 2001/158, (Bectu) r.o HvJ EG 26 juni 2001, zaak C-173/99 JAR 2001/158, (Bectu) r.o HvJ EG 26 juni 2001, zaak C-173/99 JAR 2001/158, (Bectu) r.o

15 Hoofdstuk 2 Jurisprudentie uitvoering van de bepalingen door bepaling van de concrete omstandigheden waarin de werknemers hiervan gebruik kunnen maken. Het ontstaan van dit recht op vakantie mag echter niet worden aangetast door deze voorwaarden Robinson-Steele In dit arrest werd door het Hof bepaald dat het loon gedurende de jaarlijkse vakantie moet worden doorbetaald. 52 De richtlijn definieert niet wat het moment is waarop het vakantieloon dient te worden uitbetaald. Het recht op en de toekenning van een dergelijke vakantie dient overeenkomstig de nationale wetten en/of gebruiken geldende voorwaarden te worden vastgesteld. Het doel van betaling van vakantieloon dient zo te worden vastgelegd dat de werknemer tijdens zijn vakantie in een situatie wordt geplaatst die qua beloning vergelijkbaar is met de situatie tijdens gewerkte periodes FNV In dit arrest stond de vraag centraal of de richtlijn zich verdraagt met een wettelijk voorschrift van de lidstaten dat de mogelijkheid biedt om tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst schriftelijk overeen te komen dat aan een werknemer die in het lopende jaar, niet zijn volledige jaarlijkse minimumvakantie heeft opgenomen, in een volgend jaar een financiële vergoeding daarvoor toekent. 53 Het Hof antwoordt hierop dat juist het positieve effect van het verlof op de veiligheid en de gezondheid zich ten volle doet gevoelen wanneer dit verlof in het lopende jaar wordt opgenomen. Deze rusttijd boet echter niet aan belang in wanneer hij een volgende periode wordt opgenomen. 54 Het verlof kan ook bijdragen aan de veiligheid en gezondheid van de werknemers wanneer het later wordt opgenomen, dus valt het verlof binnen de werkingssfeer van de richtlijn. De financiële vergoeding wordt echter een met het doel van de richtlijn onverenigbare prikkel om afstand te doen van vakantierust of om werknemers ertoe te brengen daarvan afstand te doen. 55 Daarom verzet 7 lid 2 van de richtlijn zich ertegen dat de minimumperiode van jaarlijkse vakantie met behoud van loon in geval van overdracht naar een volgend jaar door een financiële vergoeding wordt vervangen Schultz-Hoff en Stringer Op 20 januari 2009 is er door het Hof een belangrijk arrest gewezen. Het arrest betreft twee gevoegde zaken, waarin werknemers uit het Verenigd Koninkrijk en uit Duitsland aanspraak hebben gemaakt op het kunnen opnemen van vakantiedagen tijdens ziekteverlof en op vergoeding van vakantiedagen die zij door hun ziekteverlof niet op hebben kunnen nemen. 56 In het Stringer-arrest 57 zijn er twee groepen verzoekers. De eerste groep wordt gevormd door een werkneemster die wegens ziekteverlof voor onbepaalde duur afwezig was van haar werk. Tijdens haar ziekteverlof heeft zij aan haar werkgever medegedeeld dat ze twee 52 HvJ EG 16 maart 2006, C-131/04 en C-257/04 (Robinson-Steele), r.o HvJ EG 6 april 2006, C-124/05 (FNV), r.o HvJ EG 6 april 2006, C-124/05 (FNV), r.o HvJ EG 6 april 2006, C-124/05 (FNV), r.o Samenvatting van JAR 2009/ HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58 (Schultz-Hoff/Stringer). 14

16 Hoofdstuk 2 Jurisprudentie maanden na haar verzoek van plan was om een paar dagen van haar jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen. 58 De tweede groep wordt gevormd door werknemers die vóór hun ontslag langdurig met ziekteverlof waren. In het Brits recht kan de jaarlijkse vakantie met behoud van loon worden opgenomen in de referentieperiode. Omdat zij dit niet hebben kunnen doen, vorderden ze dan ook een vergoeding. 59 Beide vorderingen werden toegewezen door het Employment Tribunal, maar bij hoger beroep bij de Court of Appeal werden toch de vorderingen van de werkgever toegekend. Deze werknemers wendden zich dan ook bij het House of Lords die prejudiciële vragen aan het Hof heeft gesteld. De tweede zaak betreft het Schultz-Hoff-arrest 60. De heer Schultz-Hoff was sinds april 1971 in dienst bij zijn werkgever. Sinds 1995 was hij ernstig gehandicapt. Vanaf begin 2004 t/m september 2004 was hij lichtelijk gehandicapt maar nog wel arbeidsgeschikt. Na september 2004 t/m september 2005 was hij dan ook met ziekteverlof. Op 13 mei 2005 verzocht Schultz-Hoff om zijn jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen over het kalenderjaar 2004, referentiejaar genoemd. Dit werd eerst afgewezen omdat zijn arbeidsongeschiktheid diende te worden vastgelegd door de bevoegde medische dienst. Op 30 september 2005 eindigde zijn arbeidsovereenkomst. Naar aanleiding hiervan heeft Schultz-Hoff voor het Arbeitsgericht Düsseldorf een vergoeding van de niet-opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon over de kalenderjaren 2004 en 2005, de referentieperioden, gevorderd. 61 In Duitse wetgeving is opgenomen dat het recht van de werknemer op een financiële vergoeding voor niet opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon, vervalt aan het eind van het betrokken kalenderjaar en uiterlijk aan het einde van de overdrachtsperiode die, tenzij bij collectieve overeenkomst ten gunste van werknemer anders is bepaald, drie maanden bedraagt. 62 Schultz-Hoff heeft geen mogelijkheid gehad om vakantiedagen op te nemen doordat zijn arbeidsongeschiktheid langer voortduurde dan de overdrachtsperiode van paragraaf 7, lid 3 van Duitse wetgeving. 63 Het Arbeitsgericht Düsseldorf verwierp het beroep en Schultz-Hoff stelde dan ook hoger beroep in bij het Landesarbeitsgericht Düsseldorf. Het Arbeitsgericht Düsseldorf richtte dan ook prejudiciële vragen aan het Hof. Het Hof gaat in dit arrest in op de volgende prejudiciële vragen. De eerste vraag betreft de vraag of artikel 7 van de richtlijn het toelaat dat nationale bepalingen waarin een werknemer met ziekteverlof geen recht heeft op jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen in een periode die binnen een periode van ziekteverlof valt. 64 Anders gezegd gaat het om de vraag of een zieke werknemer tijdens ziekteverlof vakantie mag opnemen. Het Hof gaat allereerst in op het feit dat het recht van elke werknemer op jaarlijkse vakantie met behoud van loon wordt beschouwd als een bijzonder belangrijke beginsel van 58 HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer). r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer. r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer). 61 HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer), r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o

17 Hoofdstuk 2 Jurisprudentie communautair sociaal recht, waarvan niet mag worden afgeweken en waaraan de bevoegde nationale autoriteiten slechts uitvoering mogen geven binnen de grenzen die uitdrukkelijk zijn aangegeven in de richtlijn. 65 Vervolgens wordt ingegaan op de doelen van het vakantierecht en ziekteverlof. 66 Het doel van het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon is de werknemer in staat te stellen uit te rusten en over een periode van ontspanning en vrije tijd te beschikken. Het doel van ziekteverlof daarentegen wordt toegekend om te kunnen herstellen van een ziekte. 67 Dit hangt vooral samen met een door het Hof gewezen arrest 68 waarin werd bepaald dat een door het gemeenschapsrecht gegarandeerd verlof niet af kan doen aan het recht om een ander door dit recht gewaarborgd verlof op te nemen. 69 In onderhavig arrest is er echter geen overlapping van zwangerschapsverlof of het recht op ouderschapsverlof. Daarom moet er worden gekeken naar bewoordingen van artikel 7 lid 1 van de richtlijn. Concluderend geeft het Hof aan dat dit wel is toegestaan, mits de werknemer de mogelijkheid heeft gehad om in een andere periode gebruik te maken van dit recht. Ook wordt erop gewezen dat het mogelijk moet zijn voor werknemers om tijdens het ziekteverlof zijn jaarlijkse vakantie op te nemen. 70 De tweede vraag betreft de situatie of artikel 7 lid 1 van de richtlijn in de weg staat aan nationale bepalingen of gebruiken volgens welke het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon vervalt aan het einde van de referentieperiode en/of een naar nationaal recht vastgestelde overdrachtsperiode, ook wanneer de werknemers tijdens de gehele of een gedeelte van de referentieperiode arbeidsongeschikt is geweest. 71 Zoals in het BECTUarrest is onderschreven mag een lidstaat geen voorwaarden verbinden aan het recht op jaarlijkse vakantie. Een lidstaat mag niet verplicht stellen dat een werknemer tijdens de door de lidstaat vastgestelde referentieperiode daadwerkelijk ook heeft gewerkt. 72 Als de werknemer daadwerkelijk geen mogelijkheid heeft gehad om de jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen door zijn arbeidsongeschiktheid is het niet conform het doel van de richtlijn dat dit recht ook komt te vervallen. 73 De derde vraag die het Hof beantwoordt gaat over de vraag of artikel 7 lid 1 het toestaat dat nationale bepalingen of gebruiken volgens welke aan het einde van de arbeidsverhouding geen financiële vergoeding wordt voldaan wegens niet opgenomen vakantiedagen indien gedurende de gehele referentieperiode en/of overdrachtsperiode de werknemer met ziekteverlof is geweest? Zo ja, volgens welke criteria dient de financiële vergoeding voor vakantiedagen te worden berekend? HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer), r.o 22 jo Bectu. 66 HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer), r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 18 maart 2004, C-342/01 (Merino Gómez) 69 HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o 43 en HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o

18 Hoofdstuk 2 Jurisprudentie Ook hier verwijst het Hof naar eerdere arresten. 75 Daadwerkelijke opname van jaarlijkse vakantie met behoud van loon is niet langer mogelijk wanneer de arbeidsverhouding eindigt. 76 Daarom bepaalt artikel 7 lid 2 van de richtlijn dat de werknemer recht heeft op een financiële vergoeding. In de richtlijn is echter geen formule opgenomen waarin uitdrukkelijk wordt geregeld op welke manier de financiële vergoeding van één of meer minimumperioden van jaarlijkse vakantie met behoud van loon in geval van beëindiging van de arbeidsverhouding moet worden berekend. Het Hof verwijst hier naar de Robinson-Steele rechtspraak waarin de jaarlijkse vakantie met behoud van loon werd toegelicht in het loon gedurende de jaarlijkse vakantie in de zin van de richtlijn moet worden doorbetaald en dat, met andere woorden, de werknemer voor deze rustperiode zijn normale loon dient te ontvangen. 77 De werknemer moet volgens deze berekening qua beloning in een positie worden gebracht die vergelijkbaar is met die waarin hij zou hebben verkeerd wanneer hij tijdens zijn arbeidsverhouding van dit recht gebruik zou hebben gemaakt Gevolgen voor Nederland Het Schultz-Hoff- arrest heeft belangrijke gevolgen gehad voor het Nederlandse recht. Ten eerste kan worden gewezen op artikel 7:635 BW. Navolging van het arrest geeft aan dat de eerste twee volzinnen van lid 4 van artikel 7:635 BW in strijd is met Europees recht. In dit artikel wordt een onderscheid gemaakt tussen zieke en gezonde werknemers. Dit onderscheid houdt in dat zieke werknemers slechts vakantieopbouw hebben over de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid. De gezonde werknemers bouwen in deze periode volledig vakantie op. Uit het arrest blijkt dat de opbouw van vakantie niet afhankelijk mag worden gesteld van het daadwerkelijk verrichten van arbeid. 79 Ten tweede geldt dat de verjaringstermijn van 7:642 BW aan de achterkant wordt bevroren. 80 Het Hof heeft vastgesteld dat het vakantierecht aan het einde van de referentieperiode niet mag vervallen. De verjaringstermijn van 5 jaar kan worden opgevat als een referentieperiode. Het doel van deze periode is dat de werknemer gebruik kan maken van zijn jaarlijkse recht op vakantie. Uit het arrest blijkt dat de werknemer zijn vakantiedagen niet kan opnemen door ziekte. Dit betekent dat die dagen worden opgeschort, totdat hij daadwerkelijk gebruik kan maken van zijn vakantierecht Arresten na het Schultz-Hoff arrest Ook na het Schultz-Hoff-arrest zijn er arresten geweest van het Hof die van invloed zijn op wijziging van de vakantiewetgeving. 75 Zie Bectu-arrest. 76 HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o 58 en HvJ EG 16 maart 2006, C-131/04 en C-257/04 (Robinson-Steele), r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o D.F. Berkhout, Het Schultz-Hoff-arrest: nooit te ziek voor vakantie, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, 2009, nr.3, p D.F. Berkhout, Het Schultz-Hoff-arrest: nooit te ziek voor vakantie, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, 2009, nr.3., p

19 Hoofdstuk 2 Jurisprudentie Pereda Pereda werkte als chauffeur voor Movilidad. In overleg met de Ondernemingsraad en het personeel werd van 16 juli 2007 tot en met 14 augustus 2007 vakantie aan Pereda toegekend. Pereda was van 3 juli 2007 t/m 13 augustus 2007 arbeidsongeschikt als gevolg van een arbeidsongeval, zodat hij slechts op 14 en 15 augustus 2007 vakantie heeft genoten. Hij heeft op 19 september 2007 zijn werkgever verzocht hem, wegens zijn ziekteverlof tijdens de hem aanvankelijk toegewezen periode, voor 2007 een nieuwe jaarlijkse vakantieperiode met behoud van loon toe te wijzen. De werkgever heeft dit verzoek afgewezen. Pereda is vervolgens naar de Juzgado de lo Social nº 23 de Madrid gegaan. Zij heeft de behandeling van de zaak geschorst en de vraag voorgelegd aan het Hof. 82 Het Hof gaat in op de volgende vraag: Wanneer de in de vakantieplanning van de onderneming vastgelegde vakantieperiode samenvalt met tijdelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer, kan de getroffen werknemer na zijn herstel zijn vakantie nemen op andere data dan aanvankelijk vastgestelde, ongeacht of het desbetreffende kalenderjaar al dan is verstreken? 83 Het Hof gaat allereerst in op de vraag met vermelding dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon een bijzonder belangrijk beginsel van communautair sociaal recht is, maar dat het nationaal recht regels kan stellen omtrent vervallen van dit recht, mits werknemer wel mogelijkheid heeft gehad om daadwerkelijk gebruik te maken van het recht. 84 Het is aan de lidstaten zelf om te bepalen wanneer de vakantie en onder welke voorwaarden toegekend kan worden. 85 Zoals hiervoor aangegeven geeft het Hof in het FNV arrest aan dat het positieve effect van het verlof zich openbaart als zij in het lopende jaar wordt opgenomen, maar dit effect wordt niet minder als hij in een volgende periode wordt opgenomen. 86 Wanneer de werknemer geen jaarlijkse vakantie wenst op te nemen tijdens deze periode van ziekteverlof, moet hem de jaarlijkse vakantie worden toegekend voor een andere periode. 87 Het Hof beslist dan ook dat artikel 7 van de richtlijn zich ertegen verzet dat de werknemer die door arbeidsongeschiktheid geen vakantie heeft kunnen genieten tijdens toegewezen vakantie, geen mogelijkheid krijgt om later alsnog de vakantie op te nemen. Dit moet wel worden toegekend aan de werknemer KHS- Schulte Schulte was vanaf april 1964 in dienst bij KHS. Volgens de cao (werkingssfeer EMTV) had hij recht op 30 vakantiedagen. In januari 2002 kreeg hij een hartinfarct waardoor hij arbeidsongeschikt werd. Hij ontving vanaf oktober 2003 een arbeidsongeschiktheidsuitkering tot 31 augustus Dit was tevens zijn datum uitdiensttreding. In maart 2009 stelt Schulte vordering in bij Arbeitsgericht Dortmund voor vergoeding van niet opgenomen vakantiedagen 82 HvJ EG 10 september 2009, C-277/08 (Pereda), r.o 10 t/m HvJ EG 10 september 2009, C-277/08 (Pereda), r.o HvJ EG 10 september 2009, C-277/08 (Pereda), r.o 18 en HvJ EG 10 september 2009, C-277/08 (Pereda), r.o HvJ EG 6 april 2006, C-124/05 (FNV), r.o HvJ EG 20 januari 2009, zaak C-350/06 en C-520/06 JAR 2009/58, (Schultz-Hoff/Stringer),r.o HvJ EG 10 september 2009, C-277/08 (Pereda), r.o

De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012.

De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012. De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012. 1 Waarom een nieuwe vakantiewetgeving? Europese richtlijn 2003/88/EG Europese jurisprudentie (20-01-2009) Schultz-Hoff Stringer 2 Artikel 7 van de Europese

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012

Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Algemeen Door het Europese Hof van Justitie is enige tijd geleden een uitspraak gedaan, waardoor de Nederlandse wetgeving ten aanzien van het opbouwen van

Nadere informatie

Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving

Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving Masterscriptie Door: Stephanie Loth Studentnummer: 6159400 Begeleider: Dr. S.S.M. Peters 4 juli 2011 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 4 2. De vakantiewetgeving 6

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 465 Het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen

Nadere informatie

Notitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012

Notitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012 Aan Bestuurders Van Marian Mons, Adviseur Juridische Zaken, Adviesgroep Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 1 juni 2011 0302738730 Onderwerp

Nadere informatie

De Nederlandse vakantiewetgeving

De Nederlandse vakantiewetgeving De Nederlandse vakantiewetgeving Over strijdigheid met de Arbeidstijdenrichtlijn Naam : T.A. Landa Studentnummer : 132520 Afstudeerdatum : 18 mei 2011 Departement : Sociaal recht Scriptiebegeleider : dhr.

Nadere informatie

Tools Vakantiedagen

Tools Vakantiedagen Tools 3.14.01.08 Art. 634 1. De werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal

Nadere informatie

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Actualiteiten arbeidsrecht 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Wet Arbeid en Zorg: Ouderschapsverlof Dwingend recht Absoluut recht Voorwaarden: 1. er moet sprake zijn van een werknemer die

Nadere informatie

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid. Voorstel van wet houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 28.2.2015 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0921/2012, ingediend door Sorin Stelian Torop (Roemeense nationaliteit), namens de

Nadere informatie

Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012

Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012 Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012 Wet houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en

Nadere informatie

De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012

De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012 Masterscriptie Arbeidsrecht De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012 Annelyn Aldenkamp (6149111) Masterscriptie Arbeidsrecht 17 augustus 2012 Universiteit

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 *

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * In zaak C-124/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te s-gravenhage (Nederland)

Nadere informatie

Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap

Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Colofon Uitgave Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland

Nadere informatie

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra.

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra. Artikel 15 Vakantie 1. Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. 2. De werknemer heeft per vakantiejaar recht op 25 verlofdagen / diensten met behoud van salaris. 3. Jeugdigen tot en met 18 jaar

Nadere informatie

Verlofstuwmeren in aantocht

Verlofstuwmeren in aantocht Verlofstuwmeren in aantocht Over de vakantierechten van zieke werknemers en ambtenaren Naam: Maaike Theunis Studentnummer: 636324 Afstudeerdatum: 23 november 2011 Scriptiebegeleider: Mevr. B.B.B. Lanting

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD2014-013269 versie 2 december 2014 Aanpassing in het kader van de CAO 2013-2015 Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Wijzigingen Vakantie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Hof van Justitie van de Europese Unie 06-04-2006, BJN 101962, (FNV/Staat)

Hof van Justitie van de Europese Unie 06-04-2006, BJN 101962, (FNV/Staat) UJA-Nummer Instantie UJA_101962 Hof van Justitie van de Europese Unie datum 06-04-2006 wetsartikelen art. 7 Richtlijn 93/104/EG; Art. 7:634 BW; art. 7:640 BW Hof van Justitie van de Europese Unie 06-04-2006,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE Artikel 5.1 Omschrijving 1. Algemene bepalingen 1. Als vakantie worden beschouwd de dagen, welke door de werkgever als zodanig met inachtneming van artikel 5.7 zijn vastgesteld.

Nadere informatie

Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie

Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie Hof van Justitie EG 20 januari 2009, C-350/06 en C-520/06, JAR 2009/58 Het Hof van Justitie van de EG heeft

Nadere informatie

Vakantie. 1.1 Inleiding

Vakantie. 1.1 Inleiding 1 Vakantie 1.1 Inleiding De vakantiewetgeving is geregeld in de art. 7:634-7:642 en art. 7:645 BW als onderdeel van de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst. Deze wettelijke regeling van de vakantie

Nadere informatie

Vakantie zonder zorgen

Vakantie zonder zorgen Vakantie zonder zorgen Grenzen en gevolgen van collectieve afspraken Karin Hopman Studentnummer: 0599913 Scriptiebegeleider: mevrouw mr. dr. E.J.A. Franssen Masterscriptie arbeidsrecht Universiteit van

Nadere informatie

1. Inleiding Achtergrond

1. Inleiding Achtergrond 1. Inleiding 1.1. Achtergrond Het recht op vakantie is inmiddels niet meer weg te denken uit het arbeidsrecht. In de huidige tijd is het algemeen aanvaard dat niet alleen het leveren van goede prestaties

Nadere informatie

Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf

Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf Versie vóó óór en na 1 januari 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1.

Nadere informatie

Werkgeverszaken Vakantie

Werkgeverszaken Vakantie Werkgeverszaken Vakantie Inhoudsopgave 1 Inleiding en leeswijzer 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Leeswijzer 3 1.3 Wetgeving in verandering 3 2 Opbouw van vakantie-uren 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Recht op vakantie 5 2.2.1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 545 Wet van 30 november 2000 tot wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlof

Nadere informatie

Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld

Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld Mevr. mr. M. Koster en mevr. mr. C.J. Herman de Groot 1 Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld 55 De wijzigingen in de vakantiewetgeving

Nadere informatie

Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans?

Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans? Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans? Hanneke Klinckhamers Vereniging voor Arbeidsrecht 18 november 2010 Agenda Doel hoofdlijnen & opzet wetsvoorstel Wijzigingen Commentaar Tips Vragen?

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3454 8 maart 2010 Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte Aan: de ministers Juridische grondslag: artikelen 22

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 286 Besluit van 6 juli 2016, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de aanspraak op vakantieverlof,

Nadere informatie

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 43 BIJLAGE 3 RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 Goed werkgever en goed werknemer - Artikel 7: 611 BW (geldt voor alle

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 24/05/2016

Datum van inontvangstneming : 24/05/2016 Datum van inontvangstneming : 24/05/2016 Vertaling C-214/16-1 Datum van indiening: Zaak C-214/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing 18 april 2016 Verwijzende rechter: Court of Appeal of England and

Nadere informatie

Omvang van het verlof Iedere ouder heeft éénmaal recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar.

Omvang van het verlof Iedere ouder heeft éénmaal recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar. 1 Ouderschapsverlof Auteur: mr. Edith van Schie, XpertHR Iedere ouder heeft recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar. Op deze wijze wil de wetgever beide ouders de mogelijkheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 244 26 079 Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het urgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlof GEWIJZIGD

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:4216

ECLI:NL:CRVB:2015:4216 ECLI:NL:CRVB:2015:4216 Instantie Datum uitspraak 26-11-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/1211 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling

Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling Jan M athies Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling De combinatie vakantie en ziekte levert in de praktijk voor werkgevers vaak problemen op. Het berekenen van de opbouw van vakantierechten

Nadere informatie

Werkgeverszaken Vakantie

Werkgeverszaken Vakantie Werkgeverszaken Vakantie Vakantie Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Opbouw van vakantie-uren 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Recht op vakantie 5 2.2.1 Hoofdregel Burgerlijk Wetboek 5 2.2.2 CAO Gehandicaptenzorg 5 2.3

Nadere informatie

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft cao 2013-2015 (2) car-uwo teksten uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 bijlage(n)

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

Cash of costa: aanpak van vakantiestuwmeren

Cash of costa: aanpak van vakantiestuwmeren Cash of costa: aanpak van vakantiestuwmeren MR. DRS. J.R. VOS In de praktijk zijn vakantiestuwmeren voor werkgevers een groot probleem. De invoering van de wettelijke vervaltermijn van art. 7:640a BW heeft

Nadere informatie

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Uitgegeven: 22 november 2012 2012, nr. 49 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies. Gedeputeerde Staten van Fryslân,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING - ZAAK C-12/17 Voorwerp en grondslag van de prejudiciële verwijzing Verzoek krachtens artikel 267 VWEU

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/123

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/123 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/123 Officiële naam regeling: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies Citeertitel: CAP Naam ingetrokken regeling: nvt Besloten door: College van Gedeputeerde

Nadere informatie

Europeesrechtelijke achtergronden bij de zieke Nederlandse vakantiewetgeving

Europeesrechtelijke achtergronden bij de zieke Nederlandse vakantiewetgeving Europeesrechtelijke achtergronden bij de zieke Nederlandse vakantiewetgeving Schultz-Hoff and beyond Saskia Peters VvA 18-11-2010 OUTLINE Probleem: Nederlandse vakantieregeling versus Richtlijn 2003/88/EG

Nadere informatie

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Bijlage 2 bij U201401851 CAR-UWO wijzigingen A Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als Stageplaats Artikel 1:2a 1. Het college kan een student in het kader

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteiten Arbeidsrecht Inhoudsopgave Loonsanctie UWV bij onvoldoende re-integratie Wetsvoorstel aanpassing vakantiewetgeving Aanscherping Wet

Nadere informatie

Reglement Vakantiefonds

Reglement Vakantiefonds Reglement Vakantiefonds voor het Schilders,- Afwerkings- en Glaszetbedrijf HOOFDSTUK I ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepaling In dit reglement wordt verstaan onder: het Fonds: de Stichting Vakantiefonds voor

Nadere informatie

Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid

Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid mr. A.M. (Sanne) Wuisman advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2014

Datum van inontvangstneming : 11/06/2014 Datum van inontvangstneming : 11/06/2014 Vertaling C-219/14-1 Zaak C-219/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 mei 2014 Verwijzende rechter: Employment Tribunals, Birmingham

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 009 Voorstel van wet van het lid Bijleveld-Schouten houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met het

Nadere informatie

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO. Ouderschapsverlof Het recht op ouderschapsverlof is in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg geregeld. De CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening kent een aantal aanvullingen op de wet. Deze zijn

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Programma 1. Welke wijzigingen in de vakantieregelingen staan er op stapel? 2. Wat zijn de wijzigingen in het BW? 3. Hoe ziet de (vakantie)verlof

Nadere informatie

Arbeidsovereenkomstenrecht

Arbeidsovereenkomstenrecht Van der Grinten Arbeidsovereenkomstenrecht Bewerkt door: Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en mr. RAA. Duk drieëntwintigste druk Qft Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2011 INHOUD Verkort aangehaalde

Nadere informatie

Dubbel U B.V. Verzuimprotocol. Ziek, wat nu?

Dubbel U B.V. Verzuimprotocol. Ziek, wat nu? Dubbel U B.V. Verzuimprotocol Ziek, wat nu? Januari 2010 1 Inhoudsopgave Inleiding 2 Ziekmelding 3 Ziekmelding vanuit het buitenland 3 Melding richting De Arbobutler 3 Eigen Verklaring 3 Wekelijks contact

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

nummer 38 van 2012 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (wijziging Regeling vakantieverlof en invoering Geschillenregeling)

nummer 38 van 2012 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (wijziging Regeling vakantieverlof en invoering Geschillenregeling) nummer 38 van 2012 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (wijziging Regeling vakantieverlof en invoering Geschillenregeling) Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 27 november

Nadere informatie

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Cao Openbare Bibliotheken 2015-2019 Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 Hoofdstuk II Salariëring en vergoedingen Artikel

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44

Nadere informatie

Toelichting op de jaarurensystematiek

Toelichting op de jaarurensystematiek Toelichting op de jaarurensystematiek Toelichting op de jaarurensystematiek Toelichting Artikel 4.3 CAO Kinderopvang Opgesteld door CAO-partijen in de Kinderopvang 1 van 8 Toelichting op de jaarurensystematiek

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Derde wijzigingsregeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden provincies 2012 Bijlage(n) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 125,

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2723, (De Staat der Nederlanden/werkneemster)

Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2723, (De Staat der Nederlanden/werkneemster) commentaar op Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2723, (De Staat der Nederlanden/werkneemster) datum 03-11-2015 auteur W.L. Roozendaal Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2723, (De Staat der Nederlanden/werkneemster)

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd BIJLAGE 20 Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd De ondergetekenden: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (of een andere rechtsvorm)... gevestigd te..., kantoorhoudende te... aan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39286 27 juli 2016 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende wijziging

Nadere informatie

Dit is een voorbeeld van Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zoals gegenereerd met de Arbeidsovereenkomst generator van ICTRecht:

Dit is een voorbeeld van Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zoals gegenereerd met de Arbeidsovereenkomst generator van ICTRecht: Dit is een voorbeeld van Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zoals gegenereerd met de Arbeidsovereenkomst generator van ICTRecht: https://ictrecht.nl/diensten/juridische- generatoren/arbeidsovereenkomst-

Nadere informatie

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Bijlage 1 bij U201401851 CAR-wijzigingen A Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Stageplaats Artikel 1:2a 1. Het college kan een student

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Min-max-contract

- OVEREENKOMST - Min-max-contract - OVEREENKOMST - Min-max-contract DE ONDERGETEKENDEN: gevestigd te < vestigingsplaats werkgever>in deze vertegenwoordigd door , hierna te noemen Werkgever, en

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 25.11.2008 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1103/2007, ingediend door Laurent Hermoye (Belgische nationaliteit), namens de vereniging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 530 Besluit van 14 december 2015, houdende wijzigingen van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Vertaling C-178/15-1 Zaak C-178/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 april 2015 Verwijzende rechter: Sąd Rejonowy dla Wrocławia-Śródmieście

Nadere informatie

Opbouw vakantie bij langdurige ziekte. artikelen 22 en 23 ARAR, 35 en 36 ARSG en 41 en 41a RDBZ

Opbouw vakantie bij langdurige ziekte. artikelen 22 en 23 ARAR, 35 en 36 ARSG en 41 en 41a RDBZ Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de ministers circulaire Onderwerp Juridische grondslag Opbouw vakantie bij langdurige ziekte artikelen 22 en 23 ARAR, 35 en 36 ARSG en 41 en

Nadere informatie

1 Arbeidsovereenkomst

1 Arbeidsovereenkomst 1 Arbeidsovereenkomst Arbeidsovereenkomst Artikel 7.610 en 7.750 BW Voorwaarden arbeidsovereenkomst Geen duidelijke afspraken Er is een arbeidsovereenkomst als een werknemer met een werkgever overeenkomt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 137 Besluit van 20 februari 2002, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10547 26 februari 2019 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2019, nr. 2019-0000023811,

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 7 januari 2013, nr /123962, tot bekendmaking van hun besluit tot wijziging van de

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 7 januari 2013, nr /123962, tot bekendmaking van hun besluit tot wijziging van de Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 7 januari 2013, nr. 123511/123962, tot bekendmaking van hun besluit tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling provincies (CAP) in

Nadere informatie

Tekstaanpassingen CAO Bakkersbedrijf ( t/m ) in verband met de procedure voor algemeen verbindend verklaring

Tekstaanpassingen CAO Bakkersbedrijf ( t/m ) in verband met de procedure voor algemeen verbindend verklaring GO Bakkersbedrijf Secretaris: mr. P.F. Passchier T: 0182 69 30 35 (doorkiesnummer) M: 06-519 54 530 E: passchier@nbov.nl Postbus 332 2800 AH Gouda Tekstaanpassingen CAO Bakkersbedrijf (01-04-2014 t/m 31-03-2015)

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Programma 1. Welke wijzingen in de vakantieregelingen

Nadere informatie

An all-european holiday?

An all-european holiday? ARTIKEL De vakantieregeling in de Arbeidstijdenrichtlijn en het Burgerlijk Wetboek 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Het recht op vakantie is inmiddels niet meer weg te denken uit het arbeidsrecht. In de huidige

Nadere informatie

Vakantieregeling TU Delft 1

Vakantieregeling TU Delft 1 Vakantieregeling TU Delft 1 Artikel 1 Aanspraak op vakantie 1.De aanspraak op vakantie wordt uitgedrukt in hele uren. Zo nodig vindt afronding naar hele uren plaats. 2. De aanspraak op vakantie bedraagt

Nadere informatie

Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd BIJLAGE 17 Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De ondergetekenden,... gevestigd te... hierna te noemen "werkgever" te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door...,directeur en... wonende te...

Nadere informatie

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever',

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever', LET OP: VOOR GEBRUIK IN INDIVIDUELE OF CONCRETE GEVALLEN IS AANPASSING VAN DIT MODEL NODIG. RAADPLEEG SEC ARBEIDSRECHT ADVOCATEN VOOR HET OP MAAT MAKEN VAN HET MODEL VOOR UW BEDRIJF/SPECIFIEKE TOEPASSING

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 1 bij U201501087 Bijlage CAR teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 532 Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met vereenvoudiging van die wet Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98 P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten (verzoek van het Kantongerecht te Nijmegen om een prejudiciële beslissing) Verplichte deelneming in

Nadere informatie

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 2 bij U201501087 Bijlage CAR-UWO teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

Whitepaper. Het afschaffen van de beperkte opbouw van de minimum wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte (ingangsdatum 1 januari 2012) versie 1.

Whitepaper. Het afschaffen van de beperkte opbouw van de minimum wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte (ingangsdatum 1 januari 2012) versie 1. Whitepaper Het afschaffen van de beperkte opbouw van de minimum wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte (ingangsdatum 1 januari 2012) versie 1.0 Samenvatting De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie