Nr. 2009/74 27 april 2009 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
|
|
- Fanny Kuipersё
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Provinciaal Blad Nr. 2009/74 27 april 2009 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beleidsregels geur in milieuvergunningen Gelderland 2009 HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk 8 Wet milieubeheer BESLUITEN vast te stellen de volgende regeling: Beleidsregels geur in milieuvergunningen Gelderland 2009 Artikel 1 In deze beleidsregels wordt verstaan onder: aanvraag: acceptabel geurhinderniveau: bestaande bron: bron: European odourunits: gebiedscategorie werken: een aanvraag voor een vergunning op grond van hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer; het niveau van geurbelasting veroorzaakt door een inrichting op een geurgevoelig object dat als toelaatbaar wordt beoordeeld; een bron waarvoor een vergunning geldt of een bron waarvoor krachtens de Wet milieubeheer algemene regels zijn gesteld; een installatie, productie-eenheid of op- en/of overslagfaciliteit of een activiteit in een inrichting waarin geur ontstaat of waarbij geur vrijkomt; de maat voor geurconcentraties per kubieke meter (oue/m³) in lucht in laboratoria gemeten volgens de NEN-EN 13725; gebied waarin zich in hoofdzaak industrie, bedrijven, kantoren of gelijksoortige objecten bevinden; gebiedscategorie wonen/buitengebied: gebied met woningen, winkels, ziekenhuizen of internaten of gebied waarin zich accommodaties voor verblijfsrecreatie of gelijksoortige objecten bevinden/gebied met verspreid liggende woningen of lintbebouwing en gebied voor dagrecreatie of gelijksoortige objecten; geurbelasting: de uurgemiddelde geurconcentratie op de leefomgeving uitgedrukt in European odourunits per kubieke meter lucht bij een bepaalde percentielwaarde; code: doc Inlichtingen bij dhr. P.B.A. Klaassens, telefoonnummer (026) adres p.klaassens@prv.gelderland.nl
2 geuremissie: geurimmissie: grenswaarde: hedonische waarde: NeR: nieuwe bron: percentielwaarde: richtwaarde: streefwaarde: vergunning: uitworp van geur uit een bron, uitgedrukt in European odourunits per uur; geurbelasting, uitgedrukt in percentielwaarde, op de leefomgeving, ten gevolge van de geuremissie van een of meer bronnen; milieukwaliteitsnorm die in acht moet worden genomen bij bestaande bronnen; mate van aangenaamheid van een geur, uitgedrukt in een referentieschaal volgens NVN 2818; Nederlandse emissierichtlijn lucht (uitgave van InfoMil); een bron die zal worden gerealiseerd na een daarvoor verkregen oprichtingsvergunning of veranderingsvergunning of een mede daarvoor verkregen revisievergunning of een bron die in strijd met een daarvoor geldend verbod zonder voorafgaande vergunning is gerealiseerd; percentage van de tijd (als percentage uren per jaar) waarin een bepaalde uurgemiddelde geurconcentratie niet wordt overschreden; milieukwaliteitsnorm waarmee rekening gehouden moet worden bij bestaande bronnen en die in acht moet worden genomen bij nieuwe bronnen; milieukwaliteitsnorm waarmee rekening gehouden moet worden bij bestaande en nieuwe bronnen; een vergunning op grond van hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer. Artikel 2 1. Deze beleidsregels zijn van toepassing op besluiten over vergunningen op grond van de Wet milieubeheer voor inrichtingen die potentieel geurhinder kunnen veroorzaken. 2. Indien in de bijzondere regelingen van de NeR een geurnorm is opgenomen passen Gedeputeerde Staten de systematiek en normstelling uit deze regelingen toe. 3. Indien in de bijzondere regelingen van de NeR geen geurnorm is opgenomen dan passen Gedeputeerde Staten het toetsingskader van deze beleidsregels toe waarbij als voorwaarden gel-den dat: a. de geuremissie kan worden uitgedrukt in European odourunits per tijdseenheid; b. de geurbelasting kan worden berekend. 4. Gedeputeerde Staten bepalen aan de hand van vooroverleg, een aanvraag, een geuronderzoeksrapport, referentie- of ervaringsgegevens of een inrichting potentieel geurhinder kan veroorzaken. Artikel 3 1. Indien Gedeputeerde Staten bepalen dat een inrichting potentieel geurhinder kan veroorzaken dient een aanvraag een geuronderzoeksrapport te bevatten. 2
3 2. Het geuronderzoeksrapport bevat in ieder geval: a. een analyse van de geuremissie en de berekende geurimmissie veroorzaakt door de inrichting; b. de mogelijke maatregelen, conform beste beschikbare technieken, om de geurimmissie te beperken; c. de effecten van de maatregelen op de geurimmissie; d. de kosten van de maatregelen; en e. de eventuele neveneffecten van de maatregelen. Artikel 4 Gedeputeerde Staten stellen het acceptabel geurhinderniveau van de inrichting vast en bepalen de geurnorm die in de vergunning wordt opgenomen overeenkomstig artikel 5, 6 en 7. Artikel 5 1. Gedeputeerde Staten stellen het acceptabel geurhinderniveau voor bestaande bronnen op de richtwaarde vast, of zoveel lager als met toepassing van de beste beschikbare technieken haalbaar is. 2. Gedeputeerde Staten kunnen gemotiveerd afwijken naar boven tot ten hoogste de grenswaarde en stellen het acceptabel geurhinderniveau in dat geval vast naar gelang de mate waarin de geurbelasting kan worden gereduceerd met toepassing van de beste beschikbare technieken. Artikel 6 1. Gedeputeerde Staten stellen het acceptabel geurhinderniveau voor nieuwe bronnen op de streefwaarde vast, of zoveel lager als met toepassing van de beste beschikbare technieken haalbaar is. 2. Gedeputeerde Staten kunnen gemotiveerd afwijken naar boven tot ten hoogste de richtwaarde en stellen het acceptabel geurhinderniveau in dat geval vast naar gelang de mate waarin de geurbelasting kan worden gereduceerd met toepassing van de beste beschikbare technieken. Artikel 7 1. In geval van meerdere bestaande bronnen of van bestaande en nieuwe bronnen in één inrichting stellen Gedeputeerde Staten het acceptabel geurhinderniveau voor de gezamenlijke bronnen vast overeenkomstig artikel In geval van meerdere nieuwe bronnen binnen één inrichting stellen Gedeputeerde Staten het acceptabel geurhinderniveau voor de gezamenlijke bronnen vast overeenkomstig artikel 6. Artikel 8 Gedeputeerde Staten bepalen de aard van de geur aan de hand van de hedonische waarde zoals opgenomen in onderstaande tabel: Als proefpersonen aan een geur bij de volgende concentraties een hedonische waarde -2 toekennen < 1,5 oue/m³ zeer hinderlijk 1,5 5 oue/m³ hinderlijk wordt de geur beoordeeld als: 5 15 oue/m³ minder hinderlijk > 15 oue/m³ niet hinderlijk 3
4 Artikel 9 Gedeputeerde Staten toetsen de overeenkomstig artikel 3 berekende geurimmissie van de inrichting -in samenhang met artikel 8 - aan de waarden die zijn opgenomen in onderstaande tabel: Gebiedscategorie Wonen/Buitengebied Werken Aard van de geur streefwaarde richtwaarde grenswaarde streefwaarde richtwaarde grenswaarde zeer hinderlijk 0,05 0,15 0,5 0,15 0,5 1,5 hinderlijk 0,15 0,5 1,5 0,5 1,5 5 minder hinderlijk 0,5 1,5 5 1, niet hinderlijk 1, De waarden geven immissie geurconcentraties weer in oue/m³ en zijn bepaald als 98- percentielwaarden. Artikel 10 Gedeputeerde Staten toetsen de overeenkomstig artikel 3 berekende geurimmissie van de inrichting in geval van kortdurende of sterk fluctuerende bronnen aan de waarden opgenomen in onderstaande tabel: Gebiedscategorie Wonen/Buitengebied Werken Percentielwaarde streefwaarde richtwaarde grenswaarde streefwaarde richtwaarde grenswaarde 95 0,1 0,3 1 0, ,15 0,5 1,5 0,5 1,5 5 99,5 0, ,9 0, ,99 1, De bij de toetsing gebruikte waarden voor een hinderlijke geur (standaard) zijn in de tabel opgenomen voor de meest gebruikte percentielwaarden. De waarden geven geurconcentraties weer in oue/m³. Artikel 11 Gedeputeerde Staten kunnen voor gebieden binnen de provincie Gelderland specifieke beleidsregels voor het aspect geur vaststellen. Artikel 12 Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels geur in milieuvergunningen Gelderland 2009 Artikel 13 De Gelderse beleidsregels voor geur in milieuvergunningen (besluit van Gedeputeerde Staten van 13 september 2002) worden ingetrokken. Artikel 14 Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij zijn geplaatst. 4
5 Algemene Toelichting De beleidsregels vormen de basis voor het voeren van een consequent en kenbaar beleid op het gebied van geur bij besluiten over vergunningen voor bedrijven op grond van de Wet milieubeheer. Deze beleidsregels geven in algemene zin aan in welke gevallen wel en in welke gevallen niet tot vergunningverlening kan worden overgegaan. De Wet milieubeheer en het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer bepalen wanneer Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland het bevoegd gezag zijn voor vergunningverlening aan bedrijven. Indien geurhinder een relevant milieugevolg is van activiteiten van een bedrijf dan dienen Gedeputeerde Staten te bepalen of de geurbelasting gereguleerd moet worden in de vergunning. Zo ja, dan zullen Gedeputeerde Staten het acceptabel geurhinderniveau vaststellen en een geurnorm opnemen in de vergunning(voorschriften) voor het betreffende bedrijf. In de Wet milieubeheer staat het principe van beste beschikbare technieken centraal en de doelstelling om waar dat kan doelvoorschriften op te nemen in vergunning. Elk bedrijf moet voldoen aan de beste beschikbare technieken. Hiermee wordt een onnodig hoge belasting van het milieu door het vergunnen van te ruime normen voorkomen. In de beleidsregels is aangesloten op de systematiek die in de NeR staat beschreven. Algemeen uitgangspunt is dat NeR en de bijzondere regelingen geur die daarin zijn opgenomen leidend zijn bij het bepalen van het acceptabel geurhinderniveau en de normering die hier mee samenhangt in de vergunning. De NeR is krachtens de Wet milieubeheer via de Regeling aanwijzing BBT documenten aangewezen als document waarmee rekening moet worden gehouden om onder andere geurhinder te reguleren in de vergunning. De NeR wordt dan toegepast om te bepalen wat voor een bedrijf als beste beschikbare technieken moet worden aangemerkt om een bepaald geurimmissieniveau te bereiken waaronder in zijn algemeenheid geen onacceptabele geurhinder optreedt. In de NeR is een aantal bijzondere regelingen geur opgenomen die zich richten op bepaalde bedrijfstakken waarvan bekend is dat zij geurrelevant zijn. De betreffende bijzondere regelingen geven informatie over het hinderniveau en het bijbehorende standaardmaatregelenpakket. In dit standaardmaatregelenpakket zijn de technische, financiële en sociaal-economische aspecten meegewogen. Dit is echter niet het geval bij alle bijzondere regelingen. Niet in alle bijzondere regelingen worden emissiefactoren en/of een maximale immissiewaarde genoemd. In die gevallen kan via de bijzondere regeling de geursituatie en het hinderniveau dus niet worden vastgesteld. Het uitgangspunt is dat als met behulp van een bijzondere regeling uit de NeR de geursituatie en het hinderniveau kunnen worden vastgesteld omdat in de bijzondere regeling een norm is opgenomen, de bijzondere regeling wordt toegepast. Echter in een aantal bijzondere regelingen is een norm opgenomen en in een aantal niet. In de relatie en afstemming tussen de bijzondere regelingen geur uit de NeR en de beleidsregels kunnen zich drie situaties voordoen: 1. Er is een bijzondere regeling geur van toepassing en in deze regeling is een norm opgenomen In deze gevallen gaat de bijzondere regeling voor de beleidsregels en wordt rekening gehouden met de norm uit de bijzondere regeling. 2. Er is een bijzondere regeling geur van toepassing en in deze bijzondere regeling is geen norm opgenomen In deze gevallen wordt het toetsings- en afwegingskader uit de beleidsregels toegepast om tot een norm te kunnen komen. 3. Er is geen bijzondere regeling geur van toepassing (en er is dus ook geen norm) In deze gevallen wordt het toetsings- en afwegingskader uit de beleidsregels toegepast om tot een norm te kunnen komen. 5
6 Slechts in bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van een bijzondere regeling geur waarin een norm is opgenomen. Alleen als handelen in overeenstemming met deze regeling onevenredige gevolgen zou hebben voor belanghebbenden kan gemotiveerd worden afgeweken van de regel. Het geurbeleid heeft de volgende hoofdkenmerken: - In de regels is een toetsingskader opgenomen waarmee de analyse en beoordeling van een geursituatie kan plaatsvinden. - Het toetsingskader stelt niet één norm, maar omvat een afwegingstraject dat wordt afgebakend door een grens- en streefwaarde, met daartussenin een richtwaarde. - De grenswaarde is te omschrijven als het plafond van hinder die als acceptabel kan worden aangemerkt. De streefwaarde komt overeen met een niveau van geen hinder. De richtwaarde kan gezien worden als een niveau van redelijke hinder. - Het afwegingstraject verschilt voor bestaande en nieuwe situaties. Op deze wijze kan invulling worden gegeven aan het uitgangspunt om geen nieuwe hindersituaties te laten ontstaan. - De toetsingswaarden worden mede bepaald door de aard van de geur, de (on)aangenaamheid (hedonische waarde), de gebiedsfunctie, omgevingsfactoren en stellen beperkingen aan continue geurbelasting, maar zonodig ook aan kortstondige geurbelasting door piekemissies of emissies die zelden optreden. - De regels richten zich op het voorkomen van toekomstige hindersituaties. Een indeling van normen in streef-, richt- en grenswaarden is gangbaar voor diverse (milieu) beleidsterreinen. Het Nederlands milieurecht stelt dat een zeker mate van hinder moet worden geduld. Er kan echter sprake zijn van overlast, dat is die mate van hinder die niet geduld hoeft te worden. In de algemene systematiek van normering komt dit overeen met de term grenswaarde. De laagste normering ligt op het nul-effectniveau en kan worden beschouwd als "de optimale toestand zonder hinder". Dit niveau komt overeen met de streefwaarde. De richtwaarde bevindt zich tussen de streefwaarde en de grenswaarde. De grenswaarde geldt als maximale waarde. Niet voor alle geurgevoelige objecten wordt in de huidige regelgeving - zoals de NeR - en jurisprudentie een zelfde beschermingsniveau nagestreefd. In aansluiting hierop stellen Gedeputeerde Staten het beschermingsniveau afhankelijk van de functie van het gebied waar de ontvanger of het geurgevoelige object zich bevindt. Op een industrieterrein wordt een hogere geurbelasting toelaatbaar geacht dan in de woonomgeving vanwege het verschil in functie van die gebieden. Dit uitgangspunt heeft geleid tot een onderverdeling van het toetsingskader in twee gebiedscategorieën: - wonen/buitengebied; - werken. In bestaande situaties wordt aan de richtwaarde en de grenswaarde getoetst. Bij bestaande situaties kan in beginsel tot maximaal de grenswaarde worden vergund, conform de beste beschikbare technieken. In het geval van nieuwe situaties zijn de streefwaarde en richtwaarde de waarden waaraan wordt getoetst. Bij nieuwe situaties kan daarmee maximaal tot aan de richtwaarde worden vergund, ook weer conform beste beschikbare technieken. De richtwaarde geldt in deze nieuwe situaties als maximale waarde. Indien binnen een inrichting geuren met een verschillende aard (verschillende hedonische klassen) voorkomen, wordt met deze verschillen rekening gehouden door de relatieve bijdragen op immissieniveau te beoordelen. Door vaststelling en toepassing van deze beleidsregels worden door de Gedeputeerde Staten nadere eisen op het gebied van geur betrokken bij besluiten over vergunningen op grond van de Wet milieubeheer. Gedeputeerde Staten maken hierbij expliciet welke afwegingen zijn gemaakt en met welke geuruitstoot en met welke voorzieningen of maatregelen een bedrijf aan het acceptabel hinderniveau kan voldoen en leggen dat vast in de milieuvergunning. Het streven is 6
7 in de milieuvergunningen, waar dat kan, een kwantitatieve norm (doelvoorschrift) op te nemen. De geurnorm weerspiegelt dan het acceptabel hinderniveau, dat het resultaat is van het afwegingsproces waarbij relevante factoren zijn betrokken. Deze norm biedt houvast voor zowel de omgeving, het bedrijf dat geurhinder veroorzaakt als provincie in de rol van bevoegd gezag in het kader van vergunningverlening en -handhaving. 7
8 Artikelsgewijze Toelichting Artikel 1 In het algemeen wordt in deze beleidsregels aangesloten bij begrippen die gangbaar zijn in de Wet milieubeheer, de NeR en daarmee samenhangende documenten die in de praktijk van geuronderzoek, geurmetingen en geurberekeningen worden toegepast. Daarnaast zijn begrippen geïntroduceerd die de basis vormen voor het toetsings- en afwegingskader dat ten grondslag ligt aan de beleidsregels. Artikel 2 Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle besluiten over vergunningen op grond van de Wet milieubeheer voor inrichtingen die potentieel geurhinder kunnen veroorzaken. De reikwijdte van de beleidsregels is in die zin beperkt dat als in de NeR via een bijzondere regeling een toepasbare, representatieve geurnorm is opgenomen dat in dat geval de NeR voorgaat en dat de beleidsregels terug treden. Voorwaarde daarbij is wel dat deze bijzondere regeling uit NeR toereikend is voor de betreffende situatie en dat deze als basis voor het besluit over de vergunning kan worden gebruikt Als in de bijzondere regeling van NeR geen geurnorm is opgenomen, of er is in het geheel geen bijzondere regelingen voorhanden dan worden de beleidsregels wel toegepast. Het toepassingsgebied van de beleidsregels is beperkt tot inrichtingen waarbij de geuremissie kan worden uitgedrukt in European odourunits per tijdseenheid. Dan kan de geuremissie en berekende geurimmissie getoetst worden aan de toetsingskaders van artikel 8, 9 en 10. Indien de geuremissie is uitgedrukt in snuffeleenheden via snuffelploegmetingen is de toepassing van de systematiek uit de beleidsregels niet zonder meer mogelijk. Wel kan de systematiek aanknopingspunten bieden voor de specifieke afwegingen in dat geval. Gedeputeerde Staten bepalen aan de hand van vooroverleg, een aanvraag, een geuronderzoeksrapport dat onderdeel is van een aanvraag, referentiegegevens, eigen ervaring of andere hindersignalen, of een inrichting geurrelevant is. Op basis van deze informatie wordt vastgesteld of de inrichting een relevante bron van geuremissie is. Indien geur wel relevant is, wordt via een vooronderzoek nagegaan of voldoende gegevens beschikbaar zijn voor de verdere beoordeling. Het vooronderzoek moet antwoord geven op de vraag of de geursituatie zodanig is dat er geurhinder op zou kunnen treden. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn onder andere: omgevingsfactoren, de in de aanvraag opgenomen maatregelen en indicaties over de hinder. Via indicatieve onderzoeksmethoden zoals die omschreven zijn in de NeR kan hierover inzicht worden verkregen Indien Gedeputeerde Staten het geuraspect relevant achten wordt dat gemotiveerd en wordt bepaald welk geurhinderniveau als acceptabel wordt aangemerkt. Alleen bedrijven die geurrelevant zijn hoeven in de aanvraag aandacht aan geurhinder te besteden. Artikel 3 De Wet milieubeheer, het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en de NeR bepalen welke gegevens overlegd dienen te worden bij een vergunningaanvraag. Duidelijk moet zijn welke milieugevolgen veroorzaakt worden door de inrichting. Indien gedeputeerde staten bepalen dat een inrichting potentieel geurhinder kan veroorzaken dient een aanvraag een geuronderzoeksrapport te bevatten dat de gebruikelijke gegevens bevat en is opgesteld conform de eisen van de NeR. De NeR gaat expliciet in op de mogelijke onderzoeksmethoden voor geur. Het geuronderzoeksrapport bevat in ieder geval: een analyse van de geuremissie en de berekende geurimmissie veroorzaakt door de inrichting; de mogelijke maatregelen, conform beste beschikbare technieken, om geurhinder te beperken; de effecten van de maatregelen op de geurhinder; de kosten van de maatregelen en de eventuele neveneffecten van de maatregelen. Zonder deze gegevens kunnen Gedeputeerde Staten geen goede inhoudelijke beoordeling maken van het milieu-aspect geur. 8
9 Een bedrijf dat een milieuvergunning aanvraagt, is zelf verantwoordelijk voor het adequaat in kaart brengen van de geursituatie. Gedeputeerde Staten nemen een aanvraag in behandeling als de geursituatie met voldoende kwaliteit is beschreven. Indien Gedeputeerde Staten zelf het initiatief nemen voor een besluit over een vergunning van een inrichting die potentieel geurhinder kan veroorzaken en de bijzondere regeling uit de NeR geeft geen norm of een norm die niet toepasbaar of representatief is, dan verzamelen Gedeputeerde Staten de nodige informatie om in overeenstemming met de beleidsregels te kunnen besluiten. Artikel 4 In dit artikel is vastgelegd dat Gedeputeerde Staten het acceptabel geurhinderniveau van de inrichting vaststellen en de geurnorm bepalen aan de hand van het toetsingskader uit de artikelen 8, 9 en 10. Bij het bepalen van de geurnorm wordt rekening gehouden met de gebiedscategorie waarin het geurgevoelige object ligt. De beleidsregels zijn gebiedsgericht. Het gewenste beschermingsniveau hangt af van het type gebied waarin een te beschermen object ligt. Het toetsingskader onderscheidt twee gebiedscategorieën: Wonen en Buitengebied, met zowel aaneengesloten woonbebouwing in de stad als verspreide woningen in buitengebied en Werken, zoals kantoorruimten of bedrijfswoningen). In de beleidsregels wordt een onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe bronnen. De achtergrond hiervan is enerzijds dat het vaak moeilijker en duurder is om onder bestaande omstandigheden maatregelen te nemen of met dezelfde maatregelen evenveel te bereiken. Anderzijds kan hiermee invulling worden gegeven aan het doel om (nieuwe) hinder te voorkomen. Voor nieuwe situaties is de insteek dat (nieuwe) hinder moet worden voorkomen. Dit betekent dat de streefwaarde als toetsingswaarde het uitgangspunt is. De richtwaarde vormt dan de maximale waarde tot waar eventueel kan worden afgeweken van de streefwaarde. In bestaande situaties zou in ieder geval moeten worden voldaan aan de bovenwaarde. Inzet is om te richten op de richtwaarde of zoveel lager als redelijk is, tot aan eventueel de streefwaarde. Artikel 5 Gedeputeerde Staten stellen het acceptabel geurhinderniveau voor bestaande bronnen op de richtwaarde vast, of zoveel lager als mogelijk is. Bij de normstelling hanteren Gedeputeerde Staten de tabel opgenomen in artikel 9. Afwijken naar boven kan tot ten hoogste de grenswaarde, maar Gedeputeerde Staten stellen het acceptabel geurhinderniveau vast naar gelang de mate waarin geurbelasting kan worden gereduceerd met toepassing van de beste beschikbare technieken. Gedeputeerde Staten weigeren de vergunning geheel of gedeeltelijk, indien met redelijkerwijs te verlangen maatregelen of voorzieningen geen geurhinderniveau bereikt kan worden dat gelijk is aan of lager dan de grenswaarde. In dat geval stellen zij de vergunningaanvrager in de gelegenheid, voordat zij een ontwerpbesluit vaststellen, de aanvraag te wijzigen en alsnog zodanige maatregelen of voorzieningen aan te vragen dat positief op de aanvraag kan worden besloten. Artikel 6 Gedeputeerde Staten stellen bij nieuwe bronnen het acceptabel geurhinderniveau op de streefwaarde vast, of zoveel lager als mogelijk is. Bij de normstelling hanteren gedeputeerde staten de tabel opgenomen in artikel 9. Het uitgangspunt van de beleidsregels is dat in geval van nieuwe situaties nieuwe hinder moet worden voorkomen. Dit betekent dat de streefwaarde (nuleffectniveau: dus geen nieuwe hinder) als toetsingswaarde dient. De richtwaarde vormt dan de maximale waarde tot waar eventueel kan worden afgeweken van de streefwaarde naar gelang de mate waarin geurbelasting kan worden gereduceerd met toepassing van de beste beschikbare technieken. Net zoals bij artikel 5 weigeren Gedeputeerde Staten de vergunning geheel of gedeeltelijk, indien overeenkomstig de beste beschikbare technieken geen acceptabel geurhinderniveau bereikt kan 9
10 worden dat gelijk is aan of lager dan in deze gevallen de richtwaarde. Ook hier stellen gedeputeerde staten de vergunningaanvrager in de gelegenheid, voordat een ontwerpbesluit wordt vastgesteld, de aanvraag te wijzigen en alsnog zodanige maatregelen of voorzieningen te treffen dat positief op de aanvraag kan worden besloten. Artikel 7 In artikel 7 eerste lid van de beleidsregels is verwoord dat indien er sprake is van nieuwe bronnen binnen een bestaande inrichting deze nieuwe bronnen worden beschouwd als bestaande bronnen. Voor bestaande inrichtingen kan hiermee in beginsel tot maximaal de grenswaarde worden vergund, conform artikel 5. In artikel 7 tweede lid is opgenomen dat als er bij een nieuwe inrichting altijd sprake is van nieuwe bronnen dat dan wordt getoetst aan artikel 6. In dergelijke gevallen kan daarmee in beginsel tot ten hoogste de richtwaarde worden vergund. Als er sprake is van een inrichting die meerdere geuren uitstoot en die geuren een verschillende hedonische waarden hebben, dan kan op grond van de bijdrage van de voornaamste bron of door weging en toekenning - in de regel aan een (overheersende) hinderlijkheidsklasse - toch een toetsing plaatsvinden vanuit één klasse. Artikel 8 Via de tabel in artikel 8 bepalen Gedeputeerde Staten de aard van de geur en de hinderlijkheidsklasse die hiermee samenhangt. De hinderlijkheidsklasse wordt bepaald door de hedonische waarde van de geur. De methodiek om de hedonische waarde van een geur te verdisconteren in de normstelling is gebaseerd op de voornorm NVN Deze voornorm beschrijft een werkwijze voor het vaststellen van de hedonische waarde van een geur met een olfactometer en een panel van waarnemers. De hedonische waarde wordt vastgesteld aan concentraties boven de geurdrempel. De geurconcentraties worden uitgedrukt in oue/m³. Informatie over de hedonische waarde dient onderdeel te zijn van het geuronderzoek dat bij de aanvraag hoort. Bij de indeling van geur aan de hand van de hedonische waarde maken Gedeputeerde Staten gebruik van een indeling van de geur in één van de volgende vier klassen: - zeer hinderlijk (relatief zeer onaangename geuren); - hinderlijk (standaardgeuren); - minder hinderlijk (relatief iets minder onaangename geuren); - niet hinderlijk (relatief minder onaangename geuren). Gedeputeerde Staten baseren zich daarbij op de geurconcentratie behorend bij de hedonische waarde van H-2. Indien de concentratie bij hedonische waarde H-2 niet bekend is, maar wel bij een andere waarde (vaak is bijvoorbeeld H-1 of H-0,5 wel bekend), dan extrapoleren Gedeputeerde Staten op grond van ervaringsgegevens de andere waarde naar de waarde H-2. Als geen hedonische waarde bekend is, dan wordt de geur beschouwd als een hinderlijke geur met de daarbij behorende toetsingswaarde. De klasse hinderlijk, wordt als standaard gezien en is representatief voor een groot scala aan geuren. Artikel 9 Gedeputeerde Staten toetsen de overeenkomstig artikel 3 berekende geurimmissie van de inrichting aan de waarden van de in artikel 9 opgenomen tabel. De getallen geven de uurgemiddelde geurconcentraties weer in oue/m³ en zijn aangeduid als 98-percentielwaarden. De geurimmissie (de geurbelasting op leefniveau) wordt uitgedrukt in een percentielwaarde, dat is een percentage van de tijd (op jaarbasis) waarin een bepaalde geurconcentratie niet wordt overschreden. Zo betekent een geurconcentratie van 1,5 oue/m³ als 98 percentiel op een bepaalde locatie, dat op die locatie 98% van de tijd van een jaar deze concentratie in een gemiddeld meteojaar niet wordt overschreden. Het betekent dus ook dat op die locatie 2% van de tijd (175 uren per jaar) die geurconcentratie van 1,5 oue/m³ wél wordt overschreden - en daarmee dus ook een beperkt aantal uren hinderlijk kan zijn. Geurimmissie op een bepaalde plaats treedt immers op afhankelijk van onder andere de windrichting ten opzichte van de geurbron. De percentielwaarde is dus ingegeven door de omstandigheid dat een geurimmissie 10
11 per definitie slechts met een bepaalde frequentie (percentage van de tijd) kan optreden. Verder wordt bij de toetsing rekening gehouden met de hedonische waarde van de geur en de gebiedscategorie die van toepassing is op de inrichting en omgeving waar de geurhinder optreedt. Artikel 10 Gedeputeerde Staten toetsen de overeenkomstig artikel 3 berekende geurimmissie van de inrichting in geval van sterk fluctuerende of kortdurende hoge emissies aan de in de in artikel 10 tabel opgenomen waarden en meerdere percentielwaarden en bepalen aan de hand daarvan de normstelling. Zoals hiervoor vermeld betekenen geurnormen op basis van percentielwaarden dat op een bepaalde plaats een bepaalde geurconcentratie een bepaald aantal uren per jaar niet mag worden overschreden en omgekeerd dus ook een aantal uren per jaar wél mag worden overschreden. Deze wijze van normering stelt geen grenzen aan de hoogte van de geurconcentratie die dan tijdens die toegestane overschrijdingsuren mag plaatsvinden. Om te voorkomen dat tijdens die toegestane overschrijdingsuren hoge geurpieken optreden - hetgeen met name bij bedrijven met sterk wisselende periodieke emissies kan optreden - wordt naast de gangbare 98-percentiel ook een norm bij deze hogere percentielwaarden gesteld. In de algemene praktijk van geurnormering zijn in dit verband de 99,5- en 99,9-percentielen gangbare percentielwaarden. Door ook waarden bij hogere percentielen op te nemen, wordt bereikt dat een grens aan piekemissies wordt gesteld. Hiermee wordt de kans op hinder door - weliswaar beperkt voorkomende - hoge geurbelastingen beperkt. Artikel 11 Gedeputeerde Staten kunnen voor gebieden binnen de provincie in overleg met de betreffende gemeente(n) specifieke beleidsregels vaststellen en daarmee het cumulatieve acceptabele geurhinderniveau bepalen voor een gebied. Dit kan door de geurruimte voor de inrichtingen die zijn gevestigd in het gebied en eventuele toekomstige inrichtingen in ogenschouw te nemen. Op deze wijze kan de relatieve bijdrage en daarmee samenhangende ruimte van iedere inrichting in het gebied aan de gezamenlijke geurbelasting in beeld worden gebracht. In voorkomende gevallen wordt dan een zogenaamde zonegrenswaarde voor geur vastgesteld, die niet mag worden overschreden. Een dergelijke systematiek is vergelijkbaar met de mogelijkheid om de gecumuleerde geluidruimte te bepalen zoals daar door de Wet Geluidhinder in is voorzien. Gegeven te Arnhem, 23 april zaaknummer Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, mw. mr. C.J. Compaijen teammanager Operationeel Beleid Uitgegeven 27 april 2009 De secretaris, H.M.D. Brouwer 11
ONTWERP Beleidsregels geur bedrijven (niet-veehouderijen) Gelderland 2016
ONTWERP Beleidsregels geur bedrijven (niet-veehouderijen) Gelderland 2016 zaaknummer 2016-009302 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 28 februari 2017 zaaknummer tot vaststelling van een regeling
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 1043 9 maart 2017 Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent geur bedrijven Beleidsregels
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; Collegevoorstel
CVDR Officiële uitgave van Helmond. Nr. CVDR608718_1 19 april 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent geurhinder industriële bedrijven
Nadere informatieGelders geurbeleid. voor. milieuvergunningen. Achtergrond. Beleidsregels
dienst Milieu en Water Gelders geurbeleid voor milieuvergunningen Achtergrond en Beleidsregels versie 1.2 30 september 2002 Beschrijving provinciaal geurbeleid Het provinciaal geurbeleid is formeel juridisch
Nadere informatieVaststelling beleidsregel beoordeling geurhinder inrichtingen Noord-Holland
Vaststelling beleidsregel beoordeling geurhinder inrichtingen Noord-Holland Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Overwegende dat gedeputeerde staten bij het beschikken op aanvragen om omgevingsvergunning,
Nadere informatieONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR
ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR SCHOOLLOCATIE SWEELINCKSTRAAT EERBEEK Gemeente Brummen Opdrachtgever: Contactpersoon: Pouderoyen Compagnons dhr. J. Langbroek Documentnummer: [pm], C01 Datum: 29 oktober 2012
Nadere informatieBeleidsregels Geurhinder industriële bedrijven Helmond 2017
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Helmond Nr. 47639 24 maart 2017 Beleidsregels Geurhinder industriële bedrijven Helmond 2017 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;
Nadere informatieComplexe milieusituatie, met name op het gebied van geur en geluid
Toelichting Complexe milieusituatie, met name op het gebied van geur en geluid De aanwezige industrie in Eerbeek zorgt voor emissie van geur en geluid nabij woongebieden. Voor geur is met name de papierindustrie
Nadere informatieMestvergister Eneco / Energy Park Veendam auteur:
memo beoordeling luchtkwaliteit project: Mestvergister Eneco / Energy Park Veendam auteur: H. Brinkman datum: 20 december 2011 Beoordeling geur Inleiding De provincie Groningen heeft een vergunningaanvraag
Nadere informatie2. In hoofdstuk 2 van dit besluit maatwerkvoorschriften te stellen met betrekking tot de geurbelasting van de groenbewerking.
Retouradres: Postbus 6267, 4000 HG Tiel AVRI Meersteeg 15 4191 NK GELDERMALSEN Onderwerp Ontwerpbesluit. Opleggen maatwerk voorschriften. Geachte directie AVRI, Wij hebben op 26 april 2007 (kenmerk: MPM1557)
Nadere informatieProvinciaal blad nr. 2007-63
Provinciaal blad nr. 2007-63 Rubriek Uitgegeven op Inlichtingen bij V 18 september 2007 de heer H. van Marle, telefoon 038 499 76 49 sregel Toetsingskader vergunningverlening Wm. Besluit van Gedeputeerde
Nadere informatieBijlage 3: Geurhinderbeleid industriële geurbronnen
Bijlage 3: Geurhinderbeleid industriële geurbronnen Deze bijlage maakt deel uit van het Milieuplan 2017-2020 provincie Groningen Gelet op hoofdstuk 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en overwegende
Nadere informatieBeleidsnota Geurhinderbeleid Provincie Zuid-Holland
Geurhinderbeleid Provincie Zuid-Holland Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 november 2010 Beleidsnota Geurhinderbeleid Provincie Zuid-Holland INHOUDSOPGAVE blz. 1. SAMENVATTING EN BELEIDSREGELS
Nadere informatieBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) Datum: 30 juni 2014 Provincie Gelderland nr /MPM26926
BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) Datum: 30 juni 2014 Provincie Gelderland nr. 2013-004728/MPM26926 Onderwerp Wij hebben op 7 maart 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Exploitatiemaatschappij
Nadere informatieOmgevingsdienst Regio Arnhem OMGEVINGSVERGUNNING
Omgevingsdienst Regio Arnhem OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager Datum besluit Onderwerp Gemeente/locatie OLO-nummer Zaaknummer Activiteiten Sita Recycling Services Noord B.V. 14 januari 2015 vergroten van de
Nadere informatieBijlage 1: Geurhinderbeleid industriële geurbronnen. Hoofdstuk 1 Uitgangspunten provinciaal geurhinderbeleid
Bijlage 1: Geurhinderbeleid industriële geurbronnen Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Hoofdstuk 1 Uitgangspunten provinciaal geurhinderbeleid De provincie Groningen
Nadere informatieBijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit
Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregel
Nadere informatieAdvies geurhinder in relatie tot bestemmingsplan Watertoren 14 december 2011, Ewald Korevaar Kenmerk:
Milieudienst Midden-Holland Advies geurhinder in relatie tot bestemmingsplan Watertoren 14 december 2011, Ewald Korevaar Kenmerk: 201127434 Aanleiding De gemeente Gouda is bezig met het opstellen van een
Nadere informatieBeschikking Wet milieubeheer
Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2015367/2717248 op de op 9 februari 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Loon- en grondverzetbedrijf W. Arts BV, om vergunning
Nadere informatieVeelgebruikte termen in geurhinderonderzoek
Veelgebruikte termen in geurhinderonderzoek Aanvaardbaar hinderniveau Onderdeel van het acceptabel hinderniveau (milieuhygiënische indicatie), waarbij nog geen rekening is gehouden met technische, financiële,
Nadere informatieONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND nr. MPM7347 Wet milieubeheer/algemene wet bestuursrecht 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 24 april 2007 hebben wij een aanvraag ontvangen van Givaudan
Nadere informatieDatum Referentie Uw referentie Behandeld door 15 oktober 2012 20121724-06 J. van Rooij
Notitie 20121724-06 Nieuwbouw Sligro Willem Alexanderweg Maastricht Inventarisatie geur omliggende bedrijven Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 15 oktober 2012 20121724-06 J. van Rooij 1 Inleiding
Nadere informatieLocatiekeuze Nieuw-Tijenraan Geuronderzoek locatie 1A/1B
Locatiekeuze Nieuw-Tijenraan Geuronderzoek locatie 1A/1B projectnr. 268667 revisie 05 24 juni 2014 auteur(s) ir. R.A.M. van Rooij Opdrachtgever Gemeente Raalte Postbus 140 8100 AC Raalte datum vrijgave
Nadere informatieProvinciaal blad van Noord-Brabant
Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Beleidsregel industriële geur Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n) Gelet op artikel 4.81, eerste lid, Algemene wet
Nadere informatieGEURONDERZOEK TWILMIJ TE STROE. Onderzoek in het kader van een vergunningaanvraag Wabo
GEURONDERZOEK TWILMIJ TE STROE Onderzoek in het kader van een vergunningaanvraag Wabo Rapportnummer: BL2014.7133.03-V03 GEURONDERZOEK TWILMIJ TE STROE Onderzoek in het kader van een vergunningaanvraag
Nadere informatieMemo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax
Memo aan : Mevrouw I. Boers, gemeente Wierden van : Catharina Verheij, Foppen Advies afschrift : De heer W. van der Ploeg, Kleissen en partners opdrachtgever : Gemeente Wierden onderwerp : Geuronderzoek
Nadere informatieOnderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel
Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening
Nadere informatieDe Marke III te Hengevelde
Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven De Marke III te Hengevelde Gemeente Hof van Twente Datum: 26 november 2013 Projectnummer: 120218 Auteur: Projectleider: Project: SAB Postbus 479 Projectnummer:
Nadere informatieBESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL
BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL Aan: Lenger Seafoods Industrieweg 35 4401 LA Yerseke Kenmerk: Afdeling: W-MWP150041/00113735 Vergunningverlening Datum: 24 december 2015 Onderwerp:
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Gelet op hoofdstuk 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 3050 25 april 2018 Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent geur Beleidsregel industriële
Nadere informatieRAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening
RAADSVOORSTEL Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening Voorgesteld raadsbesluit: 1. Het verslag van de inspraakreacties op de Gebiedsvisie ten behoeve van
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. In het eerste hoofdstuk wordt de doelstelling en de afbakening van het beleid geformuleerd en wordt het juridisch kader uiteengezet.
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Zuid-Holland Nr. 3270 2 mei 2019 Geurhinderbeleid Provincie Zuid-Holland Actualisatie 2019 Geurhinderbeleid Provincie Zuid-Holland Actualisatie 2019
Nadere informatiec) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen
1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste
Nadere informatieVoornemen opleggen maatwerkvoorschriften Schaap CV te Tirns
FUMO Gemeente Súdwest-Fryslân T.a.v. de heer Ten Klooster en mevr. M. Brontsema Postbus 10 000 8600 HA SNEEK Grou, 1 februari 2017 0 1 Ytti. Z017 Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk 2016-FUMO-0018350
Nadere informatieGemeente Zaanstad. Concept Zaans Geurbeleid 2014
Gemeente Zaanstad Concept Zaans Geurbeleid 2014 Concept Zaans Geurbeleid 2014 INHOUDSOPGAVE blz. 1. SAMENVATTING 1 2. INLEIDING 3 3. GEURSITUATIE IN ZAANSTAD 4 4. WAAROM ACTUALISEERT ZAANSTAD HET GEURBELEID?
Nadere informatieAchterstraat 13a en 15, Randwijk
Onderzoek agrarische geurhinder Achterstraat 13a en 15, Randwijk De Milieuadviseur Datum: 18 mei 2017 Projectnummer: 17034 Samenvatting Op de locatie Achterstraat 13a-15 te Randwijk wordt voormalige agrarische
Nadere informatieIndiener zienswijze Samenvatting inhoud zienswijze Beantwoording. Gemeente Helmond Afdeling Ondernemen & Ontwikkelen 24 januari 2017
1 Reclamant 1 a. BZOB niet het strengste bedrijventerrein van Brabant maken Cumulatieve normering wordt niet noodzakelijk geacht omdat er slechts een beperkte aantal geurrelevante bedrijven liggen. BZOB
Nadere informatieRaadsvoorstel 14 Vergadering 7 maart Gemeenteraad
Vergadering 7 maart 2017 Gemeenteraad Onderwerp : Geurbeleid en beleidsregel beoordeling geurhinder omgevingsvergunningen industriële bedrijven B&W vergadering : 31 januari 2017 Dienst / afdeling : OO
Nadere informatieGEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL
GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL Colofon Geurverspreidingsonderzoek Projectnummer: 04.261 Versie: 1 Datum: 13-12-2012 Opdrachtnemer Agrifirm Exlan Poort van Veghel 4949 Postbus 200 5466
Nadere informatieOverwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden;
Raadsbesluit *Z0065CCB6E3* Zaaknummer: Z.07781 Documentnummer: INT.04551 VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 27 september 2016 Agendapunt.. De raad van de gemeente Strijen; Overwegende dat op het perceel Keizersdijk
Nadere informatieGeuronderzoek Uitvaartcentrum Den Helder. FATE13A2, februari 2013 PRA Odournet bv
Geuronderzoek Uitvaartcentrum Den Helder FATE13A2, februari 2013 PRA Odournet bv titel: rapportnummer: projectcode: trefwoorden: opdrachtgever: contactpersoon: opdrachtnemer: auteur(s): goedgekeurd: Geuronderzoek
Nadere informatiekennis genomen hebbende van de punten uit de voorbereidende vergadering op 12 mei 2015, Aldus besloten in de raadsvergadering van dinsdag 12 mei 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 1785 7 januari 2016 Zaans Geurbeleid 2015 De raad van de Gemeente Zaanstad, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, kennis genomen
Nadere informatieTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN
BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een
Nadere informatieBEOORDELING GEUR HOLMEL B.V. AAN DE HEIBLOEM 21 TE LEUDAL
BEOORDELING GEUR HOLMEL B.V. AAN DE HEIBLOEM 21 TE LEUDAL aanvraag BEOORDELING GEUR HOLMEL B.V. AAN DE HEIBLOEM 21 TE LEUDAL In opdracht van Gemeente Leudal Opgesteld door Auteur Anita Michiels, Jos Teunissen
Nadere informatieBepalen geurbelasting en geurhinder
bijlage 6: Bepalen geurbelasting en geurhinder In stap 5 van de quick scan en stap 12 van de gebiedsvisie wordt bepaald hoeveel geurhinder kan worden verwacht in een gebied, gelet op de geurbelasting.
Nadere informatieBeleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat
Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking
Nadere informatieBetreft: crematorium Mariënwaard 61 Maastricht Barneveld, 20 december 2016 Referentie: r Bijlagen: 4
Monuta p.a.buro SRO Guido Yyntema Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG ARNHEM Mercuriusweg 37 3771 NC Barneveld telefoon 0342-400606 telefax 0342-401220 promonitoring@eurofins.com Email: Guido.yntema@buro-sro.nl
Nadere informatieGEURBELEID INDUSTRIËLE BEDRIJVEN GEMEENTE HELMOND Balans tussen woongenot en werkgelegenheid
GEURBELEID INDUSTRIËLE BEDRIJVEN GEMEENTE HELMOND Balans tussen woongenot en werkgelegenheid Rapportnummer: BL2016.7096.03-V05 Pagina 2 van 89 GEURBELEID INDUSTRIËLE BEDRIJVEN GEMEENTE HELMOND Balans tussen
Nadere informatieBesluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003
Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 1. AANLEIDING Op 19 oktober 2015 hebben wij van Coops Mengvoeders BV te Halle (hierna
Nadere informatieVersie : 1.0 Datum : 6 oktober Onderzoek milieuaspecten milieuzonering en geur voor woningsplitsing Harreveldseweg 3 in Harreveld
Versie : 1.0 Datum : 6 oktober 2016 Onderzoek milieuaspecten milieuzonering en geur voor woningsplitsing Harreveldseweg 3 in Harreveld Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Oost Gelre Nardo Rondeel
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BV9444
ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111372/1/A4 en 201111372/2/A4
Nadere informatie1 van 6 7-11-2011 15:05 i nt deze ui t spr aak Uitspraken Pr ZAAKNUMMER 201008546/1/M1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 2 november 2011 TEGEN het college van gedeputeerde staten van Gelderland PROCEDURESOORT
Nadere informatieGemeente Zaanstad Zaans Geurbeleid 2015
2014/270498 Gemeente Zaanstad Zaans Geurbeleid 2015 17 maart 2015 2014/270498 Concept Zaans Geurbeleid 2015 2014/270498 INHOUDSOPGAVE blz. 1. SAMENVATTING 1 2. INLEIDING 4 3. GEURSITUATIE IN ZAANSTAD
Nadere informatiegeodesie landschapsarchitectuur civiele techniek
Advies geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek Betreft Onderzoek naar de milieuhygiënische belemmeringen vanuit aanwezige inrichtingenen op de uitbreiding van de Beekse Bergen. Ons kenmerk ARC041
Nadere informatieGeuronderzoek woningbouwlocatie Oostmaat te Bunschoten
Geuronderzoek woningbouwlocatie Oostmaat te Bunschoten 6 oktober 2008 Geuronderzoek woningbouwlocatie Oostmaat te Bunschoten Verantwoording Titel Geuronderzoek woningbouwlocatie Oostmaat te Bunschoten
Nadere informatieMonitoren van de geurhinder te Sliedrecht
Monitoren van de geurhinder te Sliedrecht Toepassing hindersystematiek Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NeR) De Afvalberging Derde Merwedehaven te Dordrecht veroorzaakt met name in Sliedrecht klachten
Nadere informatieOMGEVINGSVERGUNNING *D * D
*D170252216* D170252216 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Tapijtfabriek Intercarpet BV Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : aanpassen vergunning Locatie : Tweede Broekdijk 1 te Aalten OLO-nummer : 2807768
Nadere informatieGEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN
GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN Onderzoek omgekeerde werking in het kader van de Wgv Rapportnummer: BL2016.7913.01-V01 GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN
Nadere informatieGeuronderzoek Indië-terrein te Almelo.
SGS Environmental Services Postbus 5252 NL-6802 EG Arnhem Tel : 026-3844500 Fax : 026-4429410 BTW : NL 00 44 0 77 26 B01 R.C. Rotterdam : 24226722 www.nl.sgs.com - rapport - Geuronderzoek Indië-terrein
Nadere informatie'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'
'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, EERSTE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad
Nadere informatie(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)
(ontwerp) MAATWERKBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Virol Metaal B.V. (Locatie: Kartonbaan 29 te Winschoten) Groningen, 28 mei 2013 Nr. 2013-20.456 Zaaknr.
Nadere informatieOntwerp besluit UV
Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)
Nadere informatieBeschikking maatwerkvoorschriften
Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking
Nadere informatieKadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485
Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum
Nadere informatieAanvraag om vergunning 1
Aanvraag om vergunning 1 ABRvS 15 januari 1998, nr. E03.96.0137 (Oudenbosch) Herhaalde aanvraag. Verweerder heeft terecht de aanvraag onder verwijzing naar het eerste besluit afgewezen nu de aanvrager
Nadere informatieVersie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo
Versie : 1.0 Datum : 24 oktober 2016 Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Berkelland Coen Nieuwenhuis Rapportnummer
Nadere informatieOnderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel
Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening
Nadere informatieBESCHIKKING. Maatwerkvoorschriften geur. Datum: 27 september 2016 Provincie Gelderland Kenmerk: W.Z
BESCHIKKING Maatwerkvoorschriften geur Datum: 27 september 2016 Provincie Gelderland Kenmerk: W.Z15.011139.03 1. BESLUIT MAATWERKVOORSCHRIFTEN Onderwerp Op 29 maart 2012 is aan GMB BioEnergie Zutphen BV
Nadere informatieBeleidsregel bebouwde kom Wet milieubeheer/wet geurhinder en veehouderij
Beleidsregel bebouwde kom Wet milieubeheer/wet geurhinder en veehouderij Uitleg van het begrip bebouwde kom (of aaneengesloten woonbebouwing ) zoals genoemd in de Wet milieubeheer (en bijbehorende algemene
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 459 Beschikking van de Minister van Justitie van 9 oktober 1997, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit luchtkwaliteit
Nadere informatieONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT
Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035 5601 KA EINDHOVEN T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT op de op 19 december 2014 bij hen ingekomen aanvraag
Nadere informatieDe Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.
Datum: 13-05-14 Onderwerp Evaluatie geurverordening veehouderij Boxtel Status Besluitvormend Voorstel De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014
Nadere informatie2016/ Bijlage 1. Gemeente Zaanstad. Zaans Geurbeleid 2016
2016/138106 Bijlage 1 Gemeente Zaanstad Zaans Geurbeleid 2016 8 juni 2016 INHOUDSOPGAVE blz. 1. SAMENVATTING 1 1.1 Aanleiding en doel van het geurbeleid 1 1.2 De doelen van het geurbeleid 1 1.3 Geurbeleid
Nadere informatieBeleidsregels geur bestemmingsplan Lage Weide, Gemeente Utrecht
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Utrecht Nr. 67504 augustus 08 Beleidsregels geur bestemmingsplan Lage Weide, Gemeente Utrecht het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
Nadere informatieQuick Scan Wet geurhinder en veehouderij
Quick Scan Wet geurhinder en veehouderij Bouwplanlocaties Eindseweg Utrechtse Heuvelrug, Overberg Milieudienst Zuidoost-Utrecht Juli 2009 UHR01011/ 3392 opgesteld door beoordeeld door FVe EGr akkoord INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit
Nadere informatieGEUR ONDERZOEK. Champignonkwekerij Gemert BV. Beeksedijk 10 te Gemert. Geuronderzoek Ecologisch upcyclen van champost. Drieweg Advies B.V.
GEUR ONDERZOEK Champignonkwekerij Gemert BV Opdrachtgever Handelsnaam en adres van de locatie Handelsnaam: Champignonkwekerij Gemert BV Aard van de activiteit: Champignonkwekerij Adres: Beeksedijk 10 Postcode
Nadere informatieRAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING. Plangebied Ammerzoden-Noord (fase I) Gemeente Maasdriel
RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING Plangebied Ammerzoden-Noord (fase I) Gemeente Maasdriel Opdrachtgever: Contactpersoon: BRO-Lycens de heer D. Lokhorst Documentnummer: 20131127/C01/RK
Nadere informatieGEURBELASTING BENTFIELD TE HILLEGOM. Voorstel voor een acceptabel hinderniveau
GEURBELASTING BENTFIELD TE HILLEGOM Voorstel voor een acceptabel hinderniveau Rapportnummer: BL2010.5257.01-V03 GEURBELASTING BENTFIELD TE HILLEGOM Voorstel voor een acceptabel hinderniveau Rapportnummer:
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 531 Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)
Nadere informatieHet onderzoek is uitgevoerd in verband met het plan tot wijziging van de agrarische bestemming van deze gronden naar een bedrijfsbestemming.
Notitie 20130256-02 Geuronderzoek Kruisstraat 9/9a te Rosmalen Datum Referentie Behandeld door 22 april 2013 20130256-02 R. Schoonbrood/AAE 1 Inleiding In opdracht van bureau Verkuylen heeft Cauberg-Huygen
Nadere informatieGeuronderzoek. Wijziging bestemming Agrarisch naar Wonen. Kuilsendijk 6 Wanroij
Geuronderzoek Wijziging bestemming Agrarisch naar Wonen Geuronderzoek Projectlocatie Omschrijving project Geuronderzoek ten behoeve van de wijziging van de bestemming agrarisch naar wonen Projectnummer:
Nadere informatieBerekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie Achterweg 70 en 74 in Herwijnen (gemeente Lingewaal).
Berekening V-Stacks Gebied Toepassen Wet geurhinder en veehouderij Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie Achterweg 70 en 74 in Herwijnen (gemeente Lingewaal). Rapportnummer
Nadere informatieBESLUIT. Omgevingsdienst Regio Arnhiem OMGEVINGSVERGUWNING
Omgevingsdienst Regio Arnhiem BESLUIT OMGEVINGSVERGUWNING Aanvrager Datum besluit Onderwerp Gemeente/locatie OLO-nummer Zaaknummer Activiteiten Van Houtum Recycling B.V. 16 januari 2015 uitbreiding inrichting
Nadere informatieGeuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon
Geuronderzoek opdrachtgever VOF Den Hartog Van Beek status Definitief Bandijk 33 datum 7 oktober 2014 6988 BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon 088 888 66 61 Lathum
Nadere informatieVormvrije m.e.r. versie 30 november 2016
Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten
Nadere informatieseptember 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009
september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009 1 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Projectgroep Wet geurhinder en veehouderij
Nadere informatieUw referentie Onze referentie Ons kenmerk Datum -- GALM10A GALM 17 december 2010
PRA Odournet bv Singel 97 1012 VG Amsterdam Nederland telefoon +31 20 6255104 fax +31 20 6201514 nl@odournet.com Gemeente Almere Milieu- en statdsontwikkeling T.a.v. De heer G.J. van de Bovenkamp Postbus
Nadere informatieOntwerp-beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerp-beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voor het ambtshalve wijzigen krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Nadere informatieGeluidsbeheersplan. Bedrijfsterrein Rijnhoek Bodegraven. Rapportnummer: Gouda, 23 februari Behandeld door: Mw. G.E.M.
Geluidsbeheersplan Bedrijfsterrein Rijnhoek Bodegraven Rapportnummer: 0300401 Gouda, 23 februari 2004 Behandeld door: Mw. G.E.M. van Opstal Rapport 0300401 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Doel van het
Nadere informatieMilieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax
Opdrachtgever: BJZ.nu Contactpersoon: dhr. W. Bekke Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing. J.L.M.M.
Nadere informatieOnderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)
Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning) Locatie: Fluunseweg 14 te Didam Gemeente: Montferland Projectnummer: P1957.01 Opdrachtgever: Familie J. Roemaat Datum: 21 december
Nadere informatieOnderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)
Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning) Locatie: Friesickweg 2 te Didam Gemeente: Montferland Projectnummer: P2017.01 Opdrachtgever: mevr. W.Th. Verbücheln - Bruns Datum:
Nadere informatieIn het besluit wordt nader gemotiveerd waarom tot het vaststellen van maatwerkvoorschriften is overgegaan. Het besluit is als volgt opgebouwd:
Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Olam Cocoa B.V. De directie: dhr. E. Nederhand Postbus 2 1540 AA KOOG AAN DE ZAAN Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Contactpersoon Nico Damhof Betreft: Besluit
Nadere informatieNr. 2005/116 5 januari 2006 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Provinciaal Blad Nr. 2005/116 5 januari 2006 ISSN: 0920-069X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Verordening Cultuurhistorie Gelderland HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Nadere informatieOMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND
OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Eastman Chemical Middelburg B.V. Herculesweg 35 4338 PL Middelburg Kenmerk: Afdeling: W-AOV160355 Vergunningverlening Datum: 19 september 2016
Nadere informatieHet wettelijk beoordelingskader wordt toegepast op een aanvraag tot uitbreiding of nieuwvestiging van een veehouderij.
Conferentie verbeteren leefomgeving 26 april 2007 te Groningen Wet geurhinder en veehouderij Inhoudsopgave Inleiding Inhoud van de Wet geurhinder en veehouderij in vogelvlucht I - beoordelingskader: geuremissie
Nadere informatieOmgevingsvergunning OV
Omgevingsvergunning OV 20130168 Aanvraag Op 06 december 2013 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij (OBM) op het adres Hennesweg 41 te Ospel.
Nadere informatieRAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING. Plangebied Hazenburg 2 Arnemuiden Gemeente Middelburg
RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING Plangebied Hazenburg 2 Arnemuiden Gemeente Middelburg Opdrachtgever: Contactpersoon: Gemeente Middelburg mevrouw R. Polderdijk Documentnummer: 20121410,
Nadere informatie