Decrinlinalisering van cannabis en het gebruik van drugs in Nederland: een epidemiologische evaluatie van het gedoogbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Decrinlinalisering van cannabis en het gebruik van drugs in Nederland: een epidemiologische evaluatie van het gedoogbeleid"

Transcriptie

1 W. van den Brink Decrinlinalisering van cannabis en het gebruik van drugs in Nederland: een epidemiologische evaluatie van het gedoogbeleid INLEIDING Er wordt de laatste jaren in toenemende mate kritiek geleverd op het Nederlandse cannabisbeleid. Vanuit Frankrijk komen waarschuwingen dat het Nederlandse beleid zal leiden tot een enorme toename van het gebruik en dat dit beleid ongewenste effecten heeft op het restrictieve beleid dat men in de Nederland omringende landen tracht te voeren. Bovendien wordt ten onrechte nogal eens beweerd dat Nederland een belangrijk exportland voor cannabis vormt (Boekhout van Solinge 1996). Als reactie op het Nederlandse cannabisbeleid heeft de Franse regering besloten het akkoord van Schengen niet volledig uit te voeren en de grenzen richting Nederland gesloten te houden. Vanuit de Verenigde Staten worden vergelijkbare bezwaren tegen het Nederlandse beleid ingebracht. Het Nederlandse beleid zou een ondermijning van de internationale 'war against drugs' betekenen en Nederland zou aan de vooravond staan van een epidemie van cannabis- en harddrugsverslaafden (Kleber 1996). Tenslotte zijn er de laatste jaren in toenemende mate klachten over het gedoogbeleid in Nederland zelf. De coffeeshops zouden veel overlast veroorzaken en de georganiseerde criminaliteit zou, mede door de aanpak die politie en justitie de laatste jaren hebben gekozen bij de bestrijding (IRT), een bedreiging vormen voor het functioneren van de rechtsstaat. Tegelijkertijd doen zich in enkele ons omringende landen ontwikkelingen voor die een politieke ondersteuning van het Nederlandse cannabisbeleid betekenen. In enkele Duitse deelstaten vindt het Nederlandse gedoogbeleid thans navolging en in verschillende noordelijke deelstaten (o.a. Sleeswijk Holstein, Hessen, Nedersaksen) zijn de wettelijke regelingen inmiddels liberaler dan in Nederland (Quensel et al. 1996). Bij de legitimering van deze veranderingen wordt meestal gewezen op de gunstige effecten van het Nederlandse gedoogbeleid op het terrein van de volksgezondheid. In deze bijdrage wordt geprobeerd een beeld te schetsen van de belangrijkste effecten van het Nederlandse gedoogbeleid op het aantal drugsgebruikers en drugsverslaafden in Nederland. Het Nederlandse gedoogbeleid wordt daarbij beschouwd als een sociaal experiment dat zich sinds 1976 heeft voltrokken. De effecten van dit experiment worden gemeten aan de hand van de beschikbare cijfers ten aanzien van het gebruik van drugs in Nederland. Deze cijfers worden, voor zover mogelijk, vergeleken met ontwikkelingen in andere landen. Omdat kritiek op het Nederlandse beleid vrijwel zonder uitzondering is gebaseerd op een visie, waarbij legalisering van cannabis onvermijdelijk 15

2 W. van den Brink leidt tot een toename van het gebruik ervan en het gebruik van cannabis - via een of andere variant van de 'stepping stone' of 'gateway drug' theorie - vrijwel in alle gevallen leidt tot het gebruik van harddrugs, zullen bij de analyse van de Nederlandse cijfers en bij de vergelijking van deze cijfers met cijfers uit andere landen achtereenvolgens de volgende hypothesen getoetst worden: I. decriminalisering van cannabis leidt tot een toename van het aantal gebruikers van cannabis en tot een toename van het aantal cannabisverslaafden; 2. cannabisgebruik leidt in vrijwel alle gevallen tot het gebruik van andere drugs, zoals heroïne, cocaïne en/ of XTC; 3. een toename van het aantal cannabisgebruikers ten gevolge van de decriminalisering van cannabis zal leiden tot een toename van het aantal heroïneverslaafden; 4. heroïneverslaafden zijn vrijwel zonder uitzondering cannabisgebruikers en zullen daarom in termen van sociodemografische en andere kenmerken sterk lijken op cannabisgebruikers. DECRIMINALISERING VAN CANNABIS: EEN KORTE HISTORISCHE SCHETS Decriminalisering van cannabis is ook in Nederland niet iets dat zich van de ene op de andere dag heeft voltrokken en daarna niet meer aan veranderingen onderhevig is geweest. Voor een juiste interpretatie van de epidemiologische gegevens is het daarom nodig iets van deze geschiedenis te weten (Leuw & Marshall 1994; Korf 1995)' Bij het opstellen van de Nederlandse opiumwet in 1919 bleef cannabis buiten deze wet en het duurde tot 1928 tot de import en export van cannabis in Nederland strafbaar werden gesteld. Het bezit, de productie en de verkoop van cannabis werden pas in 1953 bij de wet verboden. Tot het begin van de jaren zestig bestond er - gezien de geringe omvang van het gebruik van cannabis - nauwelijks behoefte aan deze wetgeving en werd er van het officiële verbod op het gebruik van cannabis nauwelijks gebruik gemaakt. Met de toename van het gebruik van cannabis in het begin van de jaren zestig bleek de wet wel degelijk toegepast te kunnen worden en al snel ontstond er - als gevolg van de toepassing van de wet - een uitgebreid ondergronds circuit van illegale straathandel ( ). In de daaropvolgende periode nam het gebruik van cannabis onder de jeugd verder toe, werd de verkoop van cannabis in buurthuizen steeds vaker oogluikend toegestaan en deed de illegale 'house dealer' zijn intrede ( ). Deze ontwikkelingen en de introductie van heroïne op de Nederlandse markt leidden in 1976 tot een belangrijke verandering in de opiumwet. De belangrijkste veranderingen waren het onderscheid dat vanaf dat moment werd gemaakt tussen softdrugs (cannabis) en harddrugs (heroïne, cocaïne, amfetamine), de formele decriminalisering van het gebruik van cannabis en het gedogen van de verkoop van cannabis ten.6

3 Decriminalisering van cannabis behoeve van persoonlijk gebruik. De groothandel in cannabis bleef verboden. Met deze nieuwe wetgeving beoogde men een scheiding van de markten tot stand te brengen, waardoor gebruikers van de minder gevaarlijk geachte softdrugs niet in contact behoefden te komen met gebruikers en verkopers van de veel gevaarlijker geachte - en meer met criminaliteit verbonden - harddrugs. In de periode die volgde op deze wetswijziging werd eerst de (semi)legale 'house dealer' geïntroduceerd. Vanaf 1979 werd deze 'house dealer' geleidelijk vervangen door de coffeeshop. Na een langzame toename en stabilisatie van het aantal coffeeshops in de periode , deed zich in de periode plotseling een duidelijk toename en een verdere spreiding van het aantal coffeeshops over het land voor; een ontwikkeling die door het ingrijpen van lokale overheden sinds 1995 lijkt te worden teruggedraaid. Bovendien lijkt er sinds begin 1996 sprake van een strengere handhaving van de richtlijnen voor de exploitatie van coffeeshops. DECRIMINALISERING EN CANNABISGEBRUIK Bij het onderzoek naar de effecten van de decriminalisering van cannabis op het gebruik van cannabis in Nederland kan, in navolging van Korf (1995), gebruik gemaakt worden van zes landelijke bevolkingsonderzoeken, zes landelijke schoolonderzoeken en vier bevolkingsonderzoeken onder jongeren uit de periode Daarnaast kan voor de ontwikkelingen in Amsterdam gebruik gemaakt worden van vier bevolkingsonderzoeken en vier schoolonderzoeken. Hoewel de onderzoeken niet in alle opzichten vergelijkbaar zijn, kan op basis van deze gegevens toch een vrij betrouwbaar beeld ontwikkeld worden van het cannabisgebruik in Nederland en Amsterdam in de periode Fig. I geeft een samenvatting van de resultaten van deze onderzoeken ten aanzien van het gebruik van cannabis onder jongeren (12-21 jaar; gemiddeld 17 jaar) in de periode Uit deze figuur blijkt duidelijk dat de grootste toename van het gebruik van cannabis onder jongeren zich, evenals in andere westerse landen, heeft voorgedaan aan het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig, dat wil zeggen in de periode dat het gebruik en de verkoop van cannabis in Nederland (en de rest van de westerse wereld) wettelijk verboden was. In de tweede helft van de jaren zeventig en de eerste helft van de jaren tachtig, dat wil zeggen in de periode dat cannabis in Nederland gedecriminaliseerd werd, stabiliseerde het gebruik van cannabis onder jongeren. Sinds 1987 lijkt zich, parallel aan de toename van het aantal coffeeshops en de grotere beschikbaarheid van cannabis, opnieuw een toename van het gebruik van cannabis onder jongeren voor te doen. Bij de interpretatie van fig. I dient men zich te realiseren dat het hier gaat om de zogenaamde lifetime prevalentie, dat wil zeggen om het percentage jongeren dat ooit cannabis heeft gebruikt (ook al was dat slechts een keer). Deze cijfers zijn wel een goede indicatie voor de mate waarin een bepaalde groep jongeren in contact komt met cannabis, maar zeggen niet zoveel over

4 W. van den Brink LTP Lifetime prevalentie (%) 4 r ~ (gem 17)jaar illegaal house dealers coffeeshops Fig. I. Lifetime prevalentie van cannabisgebruik in Amsterdam (schatting op basis van school- en bevolkingsonderzoeken onder jarigen). het actuele gebruik van cannabis onder jongeren. Uit de Amsterdamse bevolkingsonderzoeken komt namelijk naar voren dat slechts een klein deel (25-35%) van de jongeren dat ooit cannabis heeft gebruikt, dat ook in de laatste maand voor het onderzoek nog had gedaan (Cohen & Sas 1996). Ook uit tabel 1 blijkt dat cannabis bij een groot deel van de gebruikers slechts een tijdelijke aangelegenheid is: men probeert het een keer of een tijdje en stopt er dan kennelijk weer mee. Van alle Amsterdammers die ooit cannabis hebben geprobeerd blijkt slechts 40 procent dat ook het laatste jaar nog gedaan te hebben en heeft slechts één op de vier (24%) dat ook de laatste maand nog gedaan; bij deze laatste groep gaat het bovendien voornamelijk om gebruikers jonger dan 35 jaar. In dat opzicht verschilt het gebruik van cannabis nogal van dat van tabak en alcohol. Bij deze laatste drugs lijkt het experimenteren in de meerderheid van de gevallen (63-80%) te leiden tot een voortgezet gebruik van het middel. Tabel I. Gebruikspatronen voor cannabis, alcohol en tabak in procenten (Sandwijk et al. 1991). Gebruikspatroon Cannabis Alcohol Tabak gebruik ooit (LTP) gebruik laatste jaar (LYP) IQ gebruik laatste maand (LMP) voortzetting laatste jaar (RC) voortzetting laatste maand (cc)

5 Decriminalisering van cannabis X r , 2 5 / Alcohol Opiaten + Cocaïne * Cannabis.. Gokken X Fig~ 2. Aantal inschrijvingen in de ambulante verslavingszorg. De geringe kans op verslaving komt ook tot uitdrukking in het beperkte aantal cliënten dat zich jaarlijks bij de verslavingszorg in Nederland meldt met overmatig of problematisch cannabisgebruik. Uit fig. 2 blijkt bijvoorbeeld dat er in 1996 bij de ambulante verslavingszorg 2941 inschrijvingen waren wegens primaire cannabisproblemen. Na correctie voor dubbeltellingen blijkt het te gaan om 2659 personen, waarvan 1735 nieuwe aanmeldingen (Ouwehand & Cruts 1997). Het aantal cannabisverslaafden in de klinische hulpverlening is verwaarloosbaar klein (Spruit & Zwart 1997). Uitgaande van naar schatting tot incidentele en regelmatige cannabisgebruikers in Nederland betekent dit dat slechts 0,3-0,4 procent van de gebruikers zodanig in problemen geraakt dat ze daarvoor hulp menen te moeten zoeken. Bij dit cijfer dient men zich te realiseren dat het bij lang niet alle geregistreerde aanmeldingen gaat om ernstige problemen. Soms gaat het alleen maar om informatie en in een aantal gevallen betreft het een bezoek van ouders die zich zorgen maken om het cannabisgebruik van hun kind. Daar staat echter tegenover dat natuurlijk lang niet alle problematische of excessieve gebruikers zich melden bij de hulpverlening. Desondanks lijkt de stelling gerechtvaardigd dat het verslavingsrisico van cannabis (ten opzichte van bijvoorbeeld alcohol en tabak) gering is. Uit fig. 2 blijkt echter ook dat het aantal inschrijvingen bij de ambulante verslavingszorg wegens problemen met het cannabisgebruik van 351 in 1987 is toegenomen tot 2941 in 1996 en dat er aandacht zou moeten worden besteed aan deze alleszins forse groei. Op dit moment is het nog onvoldoende duidelijk of het hier gaat om een werkelijke stijging van het aantal verslaafden of om een toename van het hulpzoekgedrag van deze jonge groep gebruikers. Uit een onderzoek dat onlangs werd uitgevoerd bij het Consultatiebureau Alcohol en Drugs Amsterdam blijkt verder dat meer dan 40 procent van de nieuwe aanmeldingen met cannabis als primaire verslaving een bijkomende psychiatrische stoornis heeft of reeds eerder in contact is geweest met de psychiatrie (Wohlfarth & Koeter 1997). De vraag doet zich daarbij voor 1 9

6 W. van den Brink 35r :===========~4~v~S:l :t<- 20 '0 5 GB.. DK eh ~ :=?'?y sw * GR SF o~ ~ '978 '980 '982 '984 '986 '988 '990 '992 '994 '996 Fig. 3. Lifetime prevalentie van cannabis in de algemene populatie. D... NL = Nederland + sp = Spanje * vs = Verenigde Staten... D = Duitsland x N = Noorwegen... eh = Zwitserland... OK = Denemarken -I-sw= Zweden.. GB = Groot-Brittanië... GR = Griekenland * SF = Finland wat bij deze cliënten het primaire probleem is: de verslaving aan cannabis of de psychiatrische problematiek. Nader onderzoek naar de richting van het causale verband en de functie van cannabis bij deze groep gebruikers is daarom van groot belang. Uit de hier gepresenteerde cijfers kan niet anders geconcludeerd worden dan dat het verslavingspotentieel van cannabis beperkt lijkt te zijn en dat de druk die het gebruik van cannabis op de hulpverlening legt veel kleiner is dan bij alcohol of heroïne. AI met al vormen de Nederlandse cijfers ten aanzien van de ontwikkeling van het aantal cannabisgebruikers en het aantal cliënten dat zich met cannabisproblemen bij de hulpverlening meldt geen duidelijke ondersteuning voor de eerste (prohibitionistische) hypothese, waarin gesteld wordt dat decriminalisering onvermijdelijk gepaard gaat met een toename van het aantal gebruikers en een gelijktijdige toename van het aantal verslaafden aan cannabis. Dat wil echter niet zeggen dat decriminalisering die gepaard gaat met een duidelijke toename van de beschikbaarheid van cannabis niet gepaard zou (kunnen) gaan met een toename van het aantal gebruikers en verslaafden. In feite vormen de hier gepresenteerde cijfers een zekere ondersteuning voor de stelling dat een verhoogde beschikbaarheid gepaard gaat met een duidelijke toename van het aantal gebruikers. Of een dergelijke toename van het aantal gebruikers ook zal leiden tot een (evenredige) toename van het aantal problematische gebruikers en verslaafden is echter allerminst zeker. In fig. 3 worden, met dank aan Reuband (1995), tenslotte enkele cijfers gepresenteerd betreffende het gebruik van cannabis in enkele andere Europese landen en de Verenigde Staten. Uit deze figuur blijkt overduidelijk dat er geen eenvoudige relatie bestaat tussen het landelijk beleid ten aanzien van 20

7 Decriminalisering van cannabis het gebruik en de verkoop van cannabis aan de ene kant en het gebruik van cannabis in de algemene bevolking: er zijn landen met een relatief tolerant beleid en een relatieflaag gebruik (Nederland), er zijn landen met een relatief tolerant beleid en een relatief hoog gebruik (Denemarken), er zijn landen met een relatief repressief beleid en een relatief laag gebruik (Zweden) en er zijn landen met een zeer repressief beleid en desondanks een hoog gebruik van cannabis (Verenigde Staten). Kennelijk zijn er andere factoren dan de wettelijke status van een bepaald middel die bepalen hoeveel en welke mensen het middel zullen gebruiken. De combinatie van de gegevens over de ontwikkeling van het gebruik van cannabis in Nederland met de gegevens uit het buitenlandse maakt duidelijk dat er geen eenvoudige relatie bestaat tussen de wettelijke status van cannabis aan de ene kant en het aantal mensen dat het middel gebruikt en het aantal excessieve en/ of probleemgebruikers aan de andere kant (zie ook Reuband 1995; Harrison et al. 1996). De belangrijkste voorspellers van het gebruik van een middel als cannabis zijn, naast de beschikbaarheid van het middel, waarschijnlijk vooral de sociaal-economische omstandigheden en de socioculturele ontwikkelingen in een bepaald (deel van een) land. DE STEPPING STONE: VAN CANNABIS NAAR HEROÏNE, COCAÏNE EN XTC Volgens de tweede (prohibitionistische) hypothese leidt het gebruik van cannabis in vrijwel alle gevallen tot het gebruik van andere, vaak illegale, middelen zoals heroïne, cocaïne of XTC. Bij het onderzoek naar de houdbaarheid van deze hypothese wordt vooral gebruik gemaakt van het werk van Cohen en Sas (1996). Uit tabel 2 blijkt bijvoorbeeld dat 5,6% van de Amsterdammers zegt wel eens cocaïne te hebben gebruikt, terwijl respectievelijk 1,2% en 2,3% zegt wel eens heroïne of XTC te hebben gebruikt. Bij Amsterdammers die ooit in hun leven wel eens cannabis hebben gebruikt liggen deze percentages met respectievelijk 21,7% cocaïne, 4,2% heroïne en 7,9% XTC aanzienlijk hoger, maar van een automatisme kan Tabel 2. Gebruik van cocaïne, heroïne en XTC door mensen die nooit of ooit cannabis hebben gebruikt in procenten (gebaseerd op Cohen & Sas 1996). Gebruik Cocaïne Cocaïne Heroïne Heroïne XTC XTC harddrugs nooit ooit nooit ooit nooit ooit cannabis cannabis cannabis cannabis cannabis cannabis gebruik ooit 5,6 21,7 1,2 4,2 2,3 7,9 gebruik laatste jaar 1,4 5,4 0,1 0,7 1,2 3,7 gebruik laatste maand 0,5 2,0 0,0 0,2 0,5 1,3 21

8 W. van den Brink LTP (%) 100ir=======~ , perc. van totaal aantal gebruikers ~Cocaîne I I 80 + XTC 55 * Heroine nooit LPT <25 LTP < 25 geen LMP LTP > 25 LMP <20 LTP >25 LMP > INTENSITEIT CANNABISGEBRUIK Fig. 4. Relatie harddrugsgebruik en intensiteit cannabisgebruik in procenten. met dergelijke percentages natuurlijk nog steeds niet gesproken worden. Bovendien gaat het slechts zelden om langdurig of chronisch gebruik: slechts 2,0% van alle mensen die ooit cannabis hebben gebruikt zou ook in de laatste maand voor het onderzoek nog cocaïne hebben gebruikt; voor heroïne en XTC gaat het respectievelijk om 0,2% en 1,3%. Dit alles wil overigens niet zeggen dat er geen enkele relatie zou bestaan tussen het gebruik van cannabis en het gebruik van andere, veelal illegale, middelen. Uit fig. 4 blijkt dat recente (laatste maand), zeer frequente (20 of meer joints in de laatste maand) cannabisgebruikers veel vaker in contact zijn geweest met cocaïne, heroïne en/ of XTC dan cannabisgebruikers die de laatste maand niet meer hebben gebruikt of mensen die in het verleden slechts enkele keren (minder dan 25 keer) cannabis hebben gebruikt. Bij de interpretatie van deze figuur dient men zich wel te realiseren dat in Amsterdam ongeveer 1 op de 4 inwoners van 12 jaar en ouder ooit cannabis heeft gebruikt, dat van deze groep slechts 1 op de 5 ook in de laatste maand voorafgaande aan het onderzoek nog cannabis had gebruikt en dat van deze recente gebruikers slechts 1 op de 4 gebruikers 20 of meer joints in die maand had gebruikt. Bovendien is niet elke relatie een causale relatie. Het is veel waarschijnlijker dat het niet het regelmatige of excessieve cannabisgebruik is dat verantwoordelijk is voor het gebruik van cocaïne, heroïne en/ of XTC, maar een andere factor die zowel verantwoordelijk is voor het overmatige cannabisgebruik als voor het gebruik van andere, veelal illegale, middelen. Er dient daarbij onder andere gedacht te worden aan genetische factoren, vroegkinderlijke verwaarlozing en/ of traumatisering of aan ingrijpende recente levensgebeurtenissen. Op basis van de hier gepresenteerde gegevens moet ook de tweede (prohi- 22

9 Decriminalisering van cannabis , HEROINE --- LTP Cannabis >15 jaar 2 + Heroïneverslaafden 10 CANNABIS 5 Suriname onafhankelijk o+-===±====~------~ ~ illegaal house dealers coffeeshops Fig. 5. Lifetime prevalentie (> 15 jaar) voor cannabisgebruik (in procenten) en heroïneverslaafden (in duizendtallen) in Nederland. bitionistische) hypothese verworpen worden: het gebruik van cannabis lijkt in het algemeen niet te leiden tot het gebruik van andere, veelal illegale, middelen. Dat langdurig of excessief gebruik van cannabis blijkt samen te hangen met een verhoogde kans op het gebruik van cocaïne, heroïne of XTC moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan persoonlijkheids- en omgevingsfactoren die ook verantwoordelijk zijn voor het atypische (voortgezette en excessieve) gebruik van cannabis in deze groep. CANNABISGEBRUIK EN HEROÏNEVERSLAVING Volgens de derde (prohibitionistische) hypothese leidt een toename van het aantal cannabisgebruikers onvermijdelijk tot een toename van het aantal heroïneverslaafden in een land. In fig. 5 wordt de ontwikkeling van de heroïneverslaving in Nederland in de tijd afgezet tegen de ontwikkelingen in het aantal cannabisgebruikers in Nederland. Uit deze figuur komt duidelijk naar voren dat het begin van de heroïne-epidemie in het begin van de jaren zestig vooraf ging aan de toename van het aantal cannabisgebruikers aan het eind van de jaren zestig. De snelle toename van het aantal heroïneverslaafden sinds 1975 had vooral te maken met de onafhankelijkheid van Suriname en de massale emigratie van Surinamers naar Nederland. Het aantal cannabisgebruikers was in deze periode vrijwel stabiel. De toename van het aantal cannabisgebruikers sinds 1987 lijkt ook niet gepaard te gaan met een toename van het aantal heroïneverslaafden; in Amsterdam wordt sinds 1994 zelfs gesproken over het einde van de heroïne-epidemie (Van Brussel et al. 1996; Buster 1996). Bij de inter- 23

10 W. van den Brink geschat aantal harddrugsgebruikers per loo 000 :r GB SW x.... D NL + SP eh DK 75k ~N~ ~ o lifetime prevalentie cannabisgebruik (%) -- NL ""- Nederland +sp = Spanje... D = Duitsland... CH = Zwitserland * sw= Zweden -+- N = Noorwegen.. DK = Denemarken... GB = Groot-Brittanie Fig. 6. Relatie lifetime cannabisgebruik en prevalentie harddrugsgebruik (vergelijking tussen Europese landen). pretatie van fig. 5 moet wel rekening gehouden worden met de tijd die er kan zitten tussen het begin van het gebruik van cannabis en de overstap naar heroïne. Volgens de meeste onderzoeken zit er gemiddeld ongeveer 4-6 jaar tussen het begin met deze middelen (Cohen & Sas 1996; Wohlfarth & Koeter 1997). Met een dergelijk (klein) verschil kunnen de cannabis- en de heroïnecurves echter niet bij elkaar gebracht worden en van een duidelijke relatie tussen de ontwikkeling van het aantal cannabisgebruikers en de ontwikkeling van het aantal heroïneverslaafden kan in Nederland dan ook niet gesproken worden. Uit fig. 6 (Reuband 1995) blijkt verder dat er ook bij een vergelijking tussen de verschillende landen van Europa geen duidelijke relatie bestaat tussen het aantal cannabisgebruikers in een land en het aantal heroïneverslaafden in datzelfde land. Er zijn landen met een relatief klein aantal cannabisgebruikers en een relatief klein aantal heroïneverslaafden (Noorwegen, Verenigd Koninkrijk, Nederland), landen met een relatief klein aantal cannabisgebruikers en toch een relatief groot aantal heroïneverslaafden (Zweden), landen met een relatief groot aantal cannabisgebruikers en een relatief klein aantal heroïneverslaafden (Denemarken) en tenslotte natuurlijk ook landen met een relatief groot aantal cannabisgebruikers en een groot aantal heroïneverslaafden (Spanje). Meer nog dan bij eerdere cijfers dient men zich bij de interpretatie van fig. 6 te realiseren dat het hier om (deels) verborgen populaties gaat en dat de gegevens uit de verschillende landen vaak slecht vergelijkbaar zijn. Op basis van de hier gepresenteerde gegevens moet ook de derde (prohibitionistische) hypothese verworpen worden: er zijn geen duidelijke aanwijzingen dat een toename van het gebruik van cannabis vrijwel onvermijdelijk zal leiden tot een toename van het aantal heroïneverslaafden in een land.

11 Decriminalisering van cannabis CANNABISGEBRUIKERS EN HEROÏNEVERSLAAFDEN Hoewel uit de vorige paragrafen al duidelijk is geworden dat cannabisgebruik in het algemeen niet leidt tot het gebruik van heroïne en dat heroïnegebruikers waarschijnlijk een selecte subgroep met een bijzondere kwetsbaarheid vormen, is het wellicht toch nog de moeite waard om ook de laatste (prohibitionistische) hypothese op haar houdbaarheid te toetsen. In het proefschrift van Korf (1995) worden de sociodemografische kenmerken van behandelde en onbehandelde heroïnegebruikers en heroïneverslaafden vergeleken met de sociodemografische kenmerken van cannabisgebruikers. Bij de eerste groep blijkt het vooral te gaan om mannen in de leeftijd tussen 15 en 55 jaar (gemiddelde leeftijd 30 jaar), die voor een belangrijk deel afkomstig zijn uit de lagere sociale klasse en zelf maar weinig opleiding hebben genoten. Slechts een zeer klein deel studeert of heeft regulier werk en de overgrote meerderheid leeft in een geïsoleerde subcultuur. Er is bij heroïnegebruikers en heroïneverslaafden sprake van een duidelijke overrepresentatie van allochtone Nederlanders en buitenlanders. Ook bij (regelmatige) cannabisgebruikers gaat het voornamelijk om mannen in de leeftijd van jaar, maar de gemiddelde leeftijd is met 25 jaar wat lager. De meeste gebruikers hebben meer opleiding dan alleen lagere school en de meerderheid studeert of werkt. Er is sprake van een normale sociale integratie en van een bepaalde subcultuur is in de meeste gevallen geen sprake. In tegenstelling tot de groep heroïnegebruikers is er bij cannabisgebruikers juist een ondervertegenwoordiging van allochtone Nederlanders en buitenlanders. Al met al blijken heroïnegebruikers en cannabisgebruikers als groep op een aantal belangrijke punten van elkaar te verschillen en kan de hypothese dat heroïneverslaafden een ongeselecteerde deelpopulatie van cannabisgebruikers is niet gehandhaafd worden. Voor zover heroïne geb ruikers en heroïneverslaafden afkomstig zijn uit de groep cannabisgebruikers gaat het vrijwel zeker om een selecte subpopulatie met een overrepresentatie van allochtone Nederlanders en autochtone Nederlanders afkomstig uit de lagere sociale klasse en met weinig opleiding. Hoewel er in Nederland maar weinig vergelijkend onderzoek naar andere kenmerken is gedaan moet op basis van de internationale literatuur verondersteld worden dat cannabisgebruikers die ook cocaïne en heroïne gebruiken bovendien van 'pure' cannabisgebruikers zullen verschillen in termen van genetische predispositie, affectieve verwaarlozing, vroegkinderlijke traumatisering en persoonlijkheidskenmerken. CONCLUSIES Uit de zojuist gepresenteerde gegevens kan slechts geconcludeerd worden dat de eerder genoemde prohibitionistische hypotheses zonder uitzondering verworpen moeten worden. In Nederland kan de toename van het aantal cannabisgebruikers sinds het eind van de jaren zestig niet worden toegeschreven aan de decriminalisering van het gebruik en de verkoop van hennepproduc-

12 w. van den Brink ten. Verder blijkt het gebruik van cannabis slechts in een klein deel van de gevallen gepaard te gaan met het gebruik van heroïne, cocaïne en/of XTC. Bovendien beperkt dit gebruik zich in de meeste gevallen tot experimenteel of incidenteel gebruik en van een verslaving aan deze middelen bij cannabisgebruikers blijkt slechts in uitzonderlijke gevallen sprake te zijn. In die uitzonderlijke gevallen lijkt het tenslotte te gaan om een nogal selecte groep cannabisgebruikers die hoofdzakelijk afkomstig lijkt te zijn uit de lagere sociale klasse en ook zelf in de meeste gevallen een zeer beperkte opleiding blijkt te hebben. Bovendien kan niet worden uitgesloten dat deze groep ook op andere belangrijke kenmerken van de 'gemiddelde' cannabisgebruiker verschilt. Dit alles betekent overigens niet dat decriminalisering van het gebruik en de verkoop van cannabis op geen enkele manier samen zou hangen met de ontwikkeling van het aantal gebruikers en met de kans op het experimenteren door cannabisgebruikers met middelen als cocaïne, heroïne en/of XTC. Uit de recente toename van het aantal cannabisgebruikers zou met de nodige voorzichtigheid geconcludeerd kunnen worden dat decriminalisering de laatste jaren in Nederland heeft geleid tot een verhoogde beschikbaarheid en een grotere spreiding van het aantal verkooppunten en dat dit weer heeft geleid tot een toename van het aantal gebruikers. Natuurlijk kan niet worden uitgesloten (en is het zelfs te verwachten) dat de recente toename (ook) met andere factoren dan beschikbaarheid te maken heeft. Maar zelfs als dat niet het geval zou zijn is het nog maar de vraag hoe erg de recente toename van het aantal gebruikers maatschappelijk gezien is. Volgens Reuter (1994) wordt de maatschappelijke schade van het gebruik van drugs bepaald door het product van het aantal gebruikers en de schade per gebruiker. Een (geringe) toename van het aantal gebruikers zou bij een gelijktijdige (forse) afname van de schade per gebruiker kunnen leiden tot een duidelijke afname van de totale maatschappelijke schade van het gebruik, terwijl een (geringe) daling van het aantal gebruikers bij een gelijktijdige (forse) toename van de schade per gebruiker kan leiden tot een duidelijke toename van de totale maatschappelijke schade. Uit de hier gepresenteerde gegevens is duidelijk geworden dat er, zowel nationaal als internationaal gezien, geen eenvoudige relatie lijkt te bestaan tussen het drugsbeleid van de overheid en het aantal gebruikers, terwijl er in de meeste gevallen wel een duidelijke relatie is gevonden tussen het overheidsbeleid (en met name de mate van repressie) aan de ene kant en de justitiële en gezondheidsschade bij gebruikers aan de andere kant. Vanuit dit perspectief en met deze kennis is een gedoogbeleid, met wellicht een beperkte toename van het aantal gebruikers en een gelijktijdige sterke beperking van de schade per gebruiker, te verkiezen boven een door het buitenland opgedrongen 'war on drugs' die naar alle waarschijnlijkheid niet zal leiden tot een forse afname van het aantal gebruikers, maar vrijwel zeker een enorme tol zal eisen in termen van kleine en georganiseerde criminaliteit, gezondheidsschade bij gebruikers en een toename van de kosten van de gezondheidszorg

13 Decriminalisering van cannabis voor gebruikers. Zo bezien kan het huidige gedoogbeleid van Nederland (met een goede regulering van de verkoop door en controle op de coffeeshops) alleen maar gezien worden als een volkomen rationele en uiterst succesvolle maatschappelijke strategie, waarbij de vrijheid en het zelfbeschikkingsrecht van het individu op een weloverwogen en goed afgewogen wijze wordt gecombineerd met de opdracht van de overheid om het individu en de maatschappij als geheel te beschermen tegen de mogelijke schadelijke invloeden van roesmiddelen. Dat er in de uitvoering van dit beleid soms tegenstrijdigheden en onduidelijkheden optreden ligt gezien de aard van de problematiek en de dubbele opdracht van de overheid (bescherming individuele vrijheid, voorkomen van maatschappelijk schade) voor de hand en vormt op zich geen argument tegen het huidige gedoogbeleid. Bij de presentatie van de resultaten van dit beleid dient men zich in de toekomst echter te realiseren dat het aantal (nieuwe) gebruikers op zich nooit een voldoende argument voor of tegen het beleid is en dat de persoonlijke en maatschappelijke schade per gebruiker altijd tegelijkertijd in de legitimatie van het beleid moet worden meegewogen. Meer onderzoek op dit terrein is daarom een prioriteit van de eerste orde. LITERATUUR Boekhout van Solinge, T Cannabis in Frankrijk, p , in P. Cohen & A. Sas (red.), Cannabisbeleid in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Amsterdam: Instituut voor Sociale Geografie, Universiteit van Amsterdam. Brussel, G. van, M. Buster &J. Fransman Dovend vuur. Amsterdam: GG&GD Amsterdam. Cohen, P. & A. Sas Cannabis use, a stepping stone to other drugs? The case qf Amsterdam. Amsterdam: Instituut voor Sociale Geografie. Harrison, L.D., M. Backenheirner &J. Inciardi Cannabis use in the United States: implications for policy, in P. Cohen & A. Sas (red.), Cannabisbeleid in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Stalen. Amsterdam: Instituut voor Sociale Geografie, Universiteit van Amsterdam. KJeber, H.D Harm reduction or harm produc/ion. 145th Annual Meeting American Psychiatric Association, New York (May 1996). Korf, DJ Dutch treat. Formal control and illicit drug use in the Netherlands. Amsterdam: Thesis Dissertation Publishers Amsterdam. Leuw, Ed. & L Haen Marshall (red.) Between prohibition and legali<.ation; the Dutch experiment in drug policy. New York: Kugler. Ouwehand, A.W. & A.A.N. Cruts Problematisch cannabis gebruik nader beschouwd. Houten: Stichting Informatievoorziening Verslavingszorg. Quensel S, B. Kolte & F. Nolte Zur Cannabis-Situation in der Bundesrepublik Deutschland, p , in P. Cohen & A. Sas (red.), Cannabisbeleid in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Stalen. Amsterdam: Instituut voor Sociale Geografie, Universiteit van Amsterdam. Reuband, K-H Drug use and drug policy in Western Europe: epiderniological findings in a comparative perspective. European Addic/ion Research I, Reuter P. & P. Caulkins Redefining the goals of national drug policy: recommendatio~s from a working group. AmericanJoumal qf Public Health 85, Sandwijk, L.P., P.D.A. Cohen & S. Musterd Licit and illicit drug use in Amsterdam. Report qf a househo/d survey in [990 on the prevalence qf drug use among the population qf [2 years and over. Amsterdam: Instituut voor Sociale geografie, Universiteit van Amsterdam. Spruit, LP. & W.M. de Zwart Epidemiologie van alcohol, drugsgebruik en gokken, in LP. Spruit (red.), Jaarboek verslaving [996. Houten/ Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Wohlfarth T. & M.W J. Koeter A new generation of drug addicts? Jellinek Qjiarter!JI 1/ 2, 5-6.

14

Nederlandse cannabisbeleid

Nederlandse cannabisbeleid Improving Mental Health by Sharing Knowledge Het Nederlandse cannabisbeleid & de volksgezondheid: oorsprong en ontwikkeling Margriet van Laar Hoofd programma Drug Monitoring CIROC Seminar Woensdag 7 maart,

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

Cannabis monitoring en evidence-informed beleid. Dr. Margriet van Laar Programmahoofd Drug Monitoring & Policy Trimbos-instituut

Cannabis monitoring en evidence-informed beleid. Dr. Margriet van Laar Programmahoofd Drug Monitoring & Policy Trimbos-instituut Cannabis monitoring en evidence-informed beleid Dr. Margriet van Laar Programmahoofd Drug Monitoring & Policy Trimbos-instituut Deze presentatie Een paar mijlpalen in het cannabisbeleid (focus op volksgezondheid)

Nadere informatie

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Boeken en reportages www.accesinterdit.nl DRUGSCONSUMPTIE LIFE TIME drugsgebruik 15-64 jaar (Nationale Drugmonitor, 2012) 30 25 22,6 25,7 20

Nadere informatie

GHB hulpvraag in Nederland

GHB hulpvraag in Nederland GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen

Nadere informatie

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Boeken en reportages www.accesinterdit.nl DRUGSCONSUMPTIE LIFE TIME drugsgebruik 15-64 jaar (Nationale Drugmonitor, 2012) 30 25 22,6 25,7 20

Nadere informatie

CANNABISGEBRUIKERS IN AMSTERDAM

CANNABISGEBRUIKERS IN AMSTERDAM TITLE Cohen, Peter (1995), Cannabisgebruikers in Amsterdam. Voordracht gehouden op het landelijk congres Gemeentelijk Gedoogbeleid Softdrugs, Jaarbeurs Congrescentrum, Utrecht, woensdag 7 juni 1995. Amsterdam,

Nadere informatie

Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg 1995-2009

Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg 1995-2009 Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg 1995-2009 Houten, april 2011 Stichting IVZ Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek

Nadere informatie

28 secondant #3/4 juli-augustus 2011. Volksgezondheid staat centraal in het Nederlandse drugsbeleid. Nut en nood

28 secondant #3/4 juli-augustus 2011. Volksgezondheid staat centraal in het Nederlandse drugsbeleid. Nut en nood 28 secondant #3/4 juli-augustus 2011 Volksgezondheid staat centraal in het Nederlandse drugsbeleid Nut en nood van coffeeshops Zes op tien coffeeshops dicht door kabinetsbeleid, Sluit coffeeshops in Maastricht,

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting. Per middel beschouwd zien we de volgende ontwikkelingen:

Samenvatting. Per middel beschouwd zien we de volgende ontwikkelingen: Samenvatting Middelengebruik: algemeen In Nederland is het percentage mensen dat ooit of in de afgelopen maand drugs heeft gebruikt tussen 1997 en 2001 toegenomen. De piek ligt bij jongeren tussen 20 en

Nadere informatie

Ontwikkelingen in hulpvraag voor alcohol bij ouderen in Nederland (1994-2010)

Ontwikkelingen in hulpvraag voor alcohol bij ouderen in Nederland (1994-2010) bij ouderen in Nederland (1994-2010) Jeroen Wisselink Help! 'Gun ze toch hun borreltje!?' Congres Ouderen en Alcohol Maandag 23 april 2012, 9.30 uur - 17.00 uur Inhoud Inleiding Hulpvraag ouderen Vergrijzing

Nadere informatie

Nationale Drug Monitor Jaarbericht 2007 - Samenvatting

Nationale Drug Monitor Jaarbericht 2007 - Samenvatting Nationale Drug Monitor Jaarbericht 2007 - Samenvatting De tabellen 1a en 1b geven een overzicht van de laatste cijfers over het middelengebruik en de drugscriminaliteit. Hieronder volgt een beschrijving

Nadere informatie

Alcoholhulpvraag in Nederland

Alcoholhulpvraag in Nederland Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor alcoholproblematiek in de verslavingszorg 25-214 Houten, december 215 Stichting IVZ Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste

Nadere informatie

Onder het gedoogbeleid op het gebied van drugs vallen de zogenaamde Soft drugs. Het gebruik van Soft drugs wordt gedoogd dat houd in:

Onder het gedoogbeleid op het gebied van drugs vallen de zogenaamde Soft drugs. Het gebruik van Soft drugs wordt gedoogd dat houd in: Profielwerkstuk door een scholier 2176 woorden 10 april 2002 5,2 119 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1: Wat is het probleem? Het probleem is dat we in Nederland van het gedoogbeleid af willen,

Nadere informatie

5,3. Spreekbeurt door een scholier 1885 woorden 16 maart keer beoordeeld. Nederlands

5,3. Spreekbeurt door een scholier 1885 woorden 16 maart keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 1885 woorden 16 maart 2009 5,3 66 keer beoordeeld Vak Nederlands SCHRIJFPLAN BESCHOUWING NEDERLANDS 12 MAART 2009 INHOUD: DRUGSGEBRUIK IN NEDERLAND *Introductie: onderwerp

Nadere informatie

Een experiment met een gesloten cannabisketen. Dike van de Mheen, oktober 2018

Een experiment met een gesloten cannabisketen. Dike van de Mheen, oktober 2018 Een experiment met een gesloten cannabisketen Dike van de Mheen, oktober 2018 Het probleem In Nederland: 573 coffeeshops in 103 gemeenten De cannabisketen: -> Een gedoogde voordeur en een illegale achterdeur

Nadere informatie

31 maart 2015. Onderzoek: Drugsbeleid

31 maart 2015. Onderzoek: Drugsbeleid 31 maart 2015 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen

Nadere informatie

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17 Inhoud Lijst met afkortingen 13 Voorwoord 15 Inleiding 17 DEEL 1 TRENDS IN CIJFERS OVER ILLEGALE DRUGS IN VLAANDEREN/BELGIË 1997-2007 19 HOOFDSTUK 1! ILLEGALE DRUGS. SITUERING EN DEFINIËRING 21 1.1 Wat

Nadere informatie

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie Welkom Docent: Siri Kruit s.r.kruit@hr.nl 1 Huiswerkopdracht : Programma les 2 Theorie basis informatie Cannabis -presentatie Voorlichtingsmateriaal -nabespreken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag

Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag 15 Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag M.P.H. Berns, A.J.M. Gelton, M.A.T.W. Zwartendijk-Schats, B.J.C. Middelkoop Het roken, het gebruik van alcohol, cannabis en illegale drugs

Nadere informatie

UITGEDOOGD. VNL-nota legalisering softdrugs

UITGEDOOGD. VNL-nota legalisering softdrugs UITGEDOOGD VNL-nota legalisering softdrugs Naam: VNL (VoorNederland) Datum: 20 september 2016 Inleiding In de jaren '70 pleitte professor Hulsman voor het eerst voor het decriminaliseren van cannabis.

Nadere informatie

Drugsgebruik in Oldenzaal

Drugsgebruik in Oldenzaal Inventarisatie soft- en harddrugsgebruik in de gemeente Oldenzaal Drugsgebruik in Oldenzaal S. Biesma R. Nijkamp M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres : Postbus 1781 9701 BT Groningen

Nadere informatie

Profiel XTC-cliënten in de Nederlandse verslavingszorg

Profiel XTC-cliënten in de Nederlandse verslavingszorg Profiel XTC-cliënten in de Nederlandse verslavingszorg Drs D.E. de Bruin Dr A.A.N. Cruts A.W. Ouwehand Dr G.F. van de Wijngaart Houten/Utrecht, 16 september 1997 IVV en CVO op Internet: http://www.ivv.nl

Nadere informatie

Gebruik en aanschaf van cannabis door 16- en 17-jarigen

Gebruik en aanschaf van cannabis door 16- en 17-jarigen WODC Onderzoeksnotities Gebruik en aanschaf van cannabis door 16- en 17-jarigen 2002/7 M. van Ooyen-Houben M. Siepermann Justitie Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Inhoud 1 Aanleiding

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Geneeskundige en Gezondheidsdienst Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/gggd Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht (GG&GD) Postbus

Nadere informatie

Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik

Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik QUO QUO fadis fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik feitenblad genotmiddelen Nummer 16 maart 2013 Het Feitenblad genotmiddelen

Nadere informatie

TEYLINGEN BURGEMEESTERSBESLUIT 2008/06788. Coffeeshop beleid. Beheer Leefomgeving. C.M, HoektfJ^Jsifc. De burgemeester besluit:

TEYLINGEN BURGEMEESTERSBESLUIT 2008/06788. Coffeeshop beleid. Beheer Leefomgeving. C.M, HoektfJ^Jsifc. De burgemeester besluit: BURGEMEESTERSBESLUIT TEYLINGEN onderwerp registratienummer Coffeeshop beleid 2008/06788 afdeling Beheer Leefomgeving paraaf afdelingshoofd ^ behandeld door datum besluit C.M, HoektfJ^Jsifc paraaf burgemeester

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 11

Samenvatting. Samenvatting 11 Samenvatting Dit advies gaat over de vraag of het wenselijk is om mensen die chronisch geïnfecteerd zijn met het hepatitis B-virus (HBV) of het hepatitis C-virus (HCV) op te sporen door middel van screening.

Nadere informatie

Onze doelgroep speelt het meest games op op online game websites. Hierna komen de consoles en de PC games.

Onze doelgroep speelt het meest games op op online game websites. Hierna komen de consoles en de PC games. Doelgroep onderzoek Datum: 22 maart Door: Peter Uithoven IAD 2 van Team 19 Project: Drugs and the City Inleiding Wij hebben ervoor gekozen als doelgroep de eerste jaars middelbare scholieren, de brugklassers

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit van

Nadere informatie

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie Welkom Docent: Siri Kruit s.r.kruit@hr.nl 1 Huiswerkopdracht : Programma les 2 Theorie basis informatie Cannabis -presentatie Voorlichtingsmateriaal -nabespreken

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

4. SLOTBESCHOUWING. 4.1 Omvang

4. SLOTBESCHOUWING. 4.1 Omvang Doel gr oepenanal yse dak-ent hui sl ozenen har ddr ugsver sl aaf den st edendr i ehoek 4. SLOTBESCHOUWING Vanaf 1999 heeft onderzoeksbureau INTRAVAL doelgroepenanalyses uitgevoerd in Apeldoorn (1999/2000),

Nadere informatie

Lijst van de bijlagen

Lijst van de bijlagen Lijst van de bijlagen BIJLAGE 1 Uittreksel uit: Council Directive of 29 July 1991 on driving licences (91/439/EEC) BIJLAGE 2 Uittreksel uit: Richtlijn van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs

Nadere informatie

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

Tabak, cannabis en harddrugs

Tabak, cannabis en harddrugs JONGERENPEILING 0 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Vergelijking van de belangrijkste psychoactieve middelen (Ontbrekende tabel in pdf-bestand van Een nieuw drugsbeleid.)

Vergelijking van de belangrijkste psychoactieve middelen (Ontbrekende tabel in pdf-bestand van Een nieuw drugsbeleid.) Vergelijking van de belangrijkste psychoactieve middelen (Ontbrekende tabel in pdf-bestand van Een nieuw drugsbeleid.).. Wettelijk kader Directe (m.n. Cannabis 1 Vermeld op lijst II van de Opiumwet Mildere

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575a_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie

Nadere informatie

Cannabis. Van frequent naar afhankelijk gebruik

Cannabis. Van frequent naar afhankelijk gebruik Improving Mental Health by Sharing Knowledge Cannabis Van frequent naar afhankelijk gebruik CanDepgroep Peggy van der Pol Margriet van Laar Ron de Graaf Nienke Liebregts Wim van den Brink Dirk Korf Frequent

Nadere informatie

Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid. Frieda Matthys, MD, PhD

Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid. Frieda Matthys, MD, PhD Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid Frieda Matthys, MD, PhD Overzicht Cannabis en gezondheid Prevalentie van gebruik Problemen door gebruik Drugbeleid vanuit gezondheidsperspectief

Nadere informatie

1. Wat is het probleem? a. Ik heb dit artikel gekozen, omdat ik nieuwsgierig was naar het drugsbeleid in NL en hoe de EU hier over denkt.

1. Wat is het probleem? a. Ik heb dit artikel gekozen, omdat ik nieuwsgierig was naar het drugsbeleid in NL en hoe de EU hier over denkt. Praktische-opdracht door een scholier 2468 woorden 19 februari 2002 6,6 92 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is het probleem? a. Ik heb dit artikel gekozen, omdat ik nieuwsgierig was naar het

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING kaarten 1 en 2 Spreiding allochtonen in Den Haag kaart 1 kaart 2 uit Indonesië totaal

Nadere informatie

Fact sheet. Kerncijfers drugsgebruik 2014

Fact sheet. Kerncijfers drugsgebruik 2014 Fact sheet Kerncijfers drugsgebruik 2014 Kernpunten Een kwart (24,3%) van de Nederlandse bevolking (15-64 jaar) heeft ooit wel eens cannabis gebruikt, en een op de twintig deed dit in de maand voor het

Nadere informatie

Grenseffectenrapportage 2018

Grenseffectenrapportage 2018 Grenseffectenrapportage 2018 Studentendossier: De mogelijke effecten van het Experiment gesloten cannabisketen op de Euregio s Maas-Rijn en Rijn-Maas-Noord Het Institute for Transnational and Euregional

Nadere informatie

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Iedereen met psychiatrische problemen Filter 1 Hulpzoekenden Filter 2 Herkende problemen Filter 3

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Alcohol- en druggebruikers bij Parnassia Verslavingszorg onder de loep; Den Haag 1999-2001

Alcohol- en druggebruikers bij Parnassia Verslavingszorg onder de loep; Den Haag 1999-2001 2 epidemiologisch bulletin, 2004, jaargang 39, nummer 3 Alcohol- en druggebruikers bij Parnassia Verslavingszorg onder de loep; Den Haag 1999-2001 T. van Batenburg-Eddes, P. Blanken, I. Burger en V.M.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties Nr. 143 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN DE MINISTERS VAN

Nadere informatie

5,8. Betoog door een scholier 2398 woorden 6 juni keer beoordeeld. Nederlands. Inleiding:

5,8. Betoog door een scholier 2398 woorden 6 juni keer beoordeeld. Nederlands. Inleiding: Betoog door een scholier 2398 woorden 6 juni 2004 5,8 139 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding: Drugs waren in de meeste landen vrij te koop. De eerste pogingen om drugs te verbieden waren in 1911.

Nadere informatie

2.1 Coffeeshops in Nederland

2.1 Coffeeshops in Nederland 2.1 Coffeeshops in Nederland Eind 14 telt Nederland 591 coffeeshops verspreid over 3 coffeeshopgemeenten (figuur 2.1). Daarmee ligt het aantal coffeeshops voor het eerst sinds 1999, toen de eerste meting

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde NUL-BELEID COFFEESHOPS Gemeente Bellingwedde 2014 Aanleiding In archiefstukken wordt aangegeven dat de gemeente Bellingwedde een nul-beleid hanteert voor coffeeshops. Echter is er in het archief geen raadsbesluit

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1192 woorden 27 april keer beoordeeld. Biologie P.o. deelopdracht 5: drugs.

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1192 woorden 27 april keer beoordeeld. Biologie P.o. deelopdracht 5: drugs. Praktische-opdracht door een scholier 1192 woorden 27 april 2001 6,1 46 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie P.o. deelopdracht 5: drugs Inhoud: 2: inhoud 3: inleiding 4: verschillende soorten drugs 5:

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa Wat gebeurt er nu? Published by Mannheim Research Institute for the Economics of Aging (MEA) L13,17 68131 Mannheim Phone: +49-621-181 1862

Nadere informatie

Kerncijfers drugsgebruik 2014

Kerncijfers drugsgebruik 2014 Fact sheet Kerncijfers drugsgebruik 2014 Tweede druk ERRATUM Kerncijfers middelengebruik Kernpunten Een kwart (24,1%) van de Nederlandse bevolking (15-64 jaar) heeft ooit wel eens cannabis gebruikt, en

Nadere informatie

Sint Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon 050-313 40 52 Telefoon 010-425 92 12 Fax 050-312 75 26 Fax 010-476 83 76

Sint Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon 050-313 40 52 Telefoon 010-425 92 12 Fax 050-312 75 26 Fax 010-476 83 76 VOORSTUDIE SOFTDRUGSGEBRUIK JONGERENROTTERDAM COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: Sint Jansstraat

Nadere informatie

DDe afgelopen jaren zijn de regels voor

DDe afgelopen jaren zijn de regels voor Bij deze opgave horen informatiebronnen 1 en 2. In informatiebron 1 zijn enkele overzichten opgenomen over het gebruik van alcohol onder scholieren van 12 tot en met 16 jaar. Informatiebron 2 bevat informatie

Nadere informatie

Samenvatting. De coffeeshop. Bekendheid met en houding tegenover de coffeeshop

Samenvatting. De coffeeshop. Bekendheid met en houding tegenover de coffeeshop Samenvatting Medio augustus 2011 werd in Lelystad (ruim 75.000 inwoners) voor het eerst een coffeeshop geopend. In een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam zijn de ontwikkelingen in Lelystad rondom

Nadere informatie

Congres 01-04-2009. lex pull 23-03-2009 1

Congres 01-04-2009. lex pull 23-03-2009 1 ADHD EN VERSLAVING Congres 01-04-2009 lex pull 23-03-2009 1 ADHD EN VERSLAVING PREVALENTIE VERKLARINGSMODELLEN DIAGNOSTIEK BEHANDELING lex pull 23-03-2009 2 prevalentie 8-Tal studies SUD bij ADHD: Life-time

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Vaststelling: 15 augustus 2012 Publicatie: 23 augustus 2012 Inwerkingtreding: 24 augustus 2012 Inhoud Samenvatting Inleiding 1. Nederlands drugsbeleid 2. Vormen

Nadere informatie

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel 6 secondant #6 december 21 Groot effect SOV/ISD-maatregel Selectieve opsluiting recidivisten werkt Crimi-trends Een langere opsluiting van hardnekkige recidivisten heeft een grote bijdrage geleverd aan

Nadere informatie

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland Notitie coffeeshopbeleid gemeente Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Juridisch kader 4 3 De nul-optie 5 4 Handhaving nuloptie-beleid 7 PAGINA 2 1 Inleidi ng In de Nota afstemming coffeeshopbeleid in de politieregio

Nadere informatie

ALCOHOL ANDERE DRUGS GAMEN EN ONGEZELLIG? Bernard van t Klooster, preventiewerker.

ALCOHOL ANDERE DRUGS GAMEN EN ONGEZELLIG? Bernard van t Klooster, preventiewerker. ALCOHOL ANDERE DRUGS GAMEN EN OUDERS ONGEZELLIG? Bernard van t Klooster, preventiewerker bernard.van.t.klooster@novadic-kentron.nl DEURNE- ZEILBERG 5 juni 2018 Wat heeft u zelf wel eens gebruikt? Cocaine

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht drugs

Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht drugs Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht d Opdracht door een scholier 2076 woorden 2 maart 2002 6 267 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is het probleem? Kort gezegd is de politieke kwestie:

Nadere informatie

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli.

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Dorstig Europa? Maart 2007 werd een 76 bladzijden tellend rapport gepubliceerd over meningen over Alcohol

Nadere informatie

Casus: Alcoholverkoop aan jongeren Lesbrief en vragen

Casus: Alcoholverkoop aan jongeren Lesbrief en vragen Casus: Alcoholverkoop aan jongeren Lesbrief en vragen Bij deze opgave horen informatiebronnen 1 en 2. In informatiebron 1 zijn enkele overzichten opgenomen over het gebruik van alcohol onder scholieren

Nadere informatie

PROBLEMATISCH DRUGSGEBRUIK VERANDERENDE TRENDS

PROBLEMATISCH DRUGSGEBRUIK VERANDERENDE TRENDS van het EU-drugsagentschap in Lissabon BELANGRIJK: EMBARGO TOT WOENSDAG 11 OKTOBER 12.00 UUR (CET) Jaarverslag over de drugsproblematiek in de EU 2000 PROBLEMATISCH DRUGSGEBRUIK VERANDERENDE TRENDS Drugsverslaafden

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Drugs

Werkstuk Maatschappijleer Drugs Werkstuk Maatschappijleer Drugs Werkstuk door een scholier 2083 woorden 8 maart 2006 4,9 54 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Soorten drugs 4 Softdrugs 4 Harddrugs

Nadere informatie

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396 Zaaknummer : 65344 Raadsvergaderin : 2 december 2014 Agendapunt : g Commissie : Bestuur Onderwerp : Informerende nota coffeeshop Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder :

Nadere informatie

Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ

Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ Specifieke groepen binnen de GGZ 1 2 Achtergronddocument bij advies Hoogspecialistische GGZ 1 Inleiding In dit achtergronddocument bespreekt de commissie

Nadere informatie

21-11-2014. Product Marktbeeld Poinsettia 2014 FloraHolland productteam Bloeiend seizoen

21-11-2014. Product Marktbeeld Poinsettia 2014 FloraHolland productteam Bloeiend seizoen 21-11-2014 Product Marktbeeld Poinsettia 2014 FloraHolland productteam Bloeiend seizoen 1 21-11-2014 Historie De kerstster, kerstroos of poinsettia (Euphorbia pulcherrima), behoort tot de wolfsmelkfamilie

Nadere informatie

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Freya Vander Laenen FADO Utrecht 20/11/08 1 1. Achtergrond Klassieke drugpreventie en drugpreventieonderzoek Specifieke

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland (1998-2007)

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland (1998-2007) in Nederland (1998-2007) Juni 2009 In het kort Het aantal 55-plussers met een alcoholhulpvraag is sinds 1998 met 130% gestegen (89% gecorrigeerd voor vergrijzing). Het aandeel alcoholcliënten van 55 jaar

Nadere informatie

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010 Wachttijden in ggz-instellingen 2009 GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: 2010-365 juli 2010 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 2 INVENTARISATIE WACHTLIJSTEN GGZ-INSTELLINGEN...4 2.1

Nadere informatie

Epidemiologische gegevens

Epidemiologische gegevens Epidemiologische gegevens ESPAD (Vlaanderen) European School Survey Project on Alcohol and other Drugs Deelname van 35 landen 15- en 16-jarigen Sinds 2003 ook deelname van België (n= 2.320) Hieronder de

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen jaren is uit rapportages van het voormalige Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) en de daarna opgerichte Dopingautoriteit gebleken dat in ons land

Nadere informatie

De wietpas en het sociaal clubmodel

De wietpas en het sociaal clubmodel De wietpas en het sociaal clubmodel De wietpas en het sociaal clubmodel Meningen en verwachtingen van coffeeshopbezoekers in Utrecht Marije Wouters & Dirk J. Korf M.m.v. Shima Asadi, Cecilia Le & Sarsani

Nadere informatie

cannabisbeleid? Marc Willemsen Trimbos Institute, Maastricht University

cannabisbeleid? Marc Willemsen Trimbos Institute, Maastricht University Titel Tegenstrijdigheid Titel van van deze deze tabak- presentatie presentatie en cannabisbeleid? Subtitel Subtitel van van de de presentatie presentatie Marc Willemsen Trimbos Institute, Maastricht University

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel SP

Initiatiefvoorstel SP Initiatiefvoorstel SP Open brief Stichting Drugsbeleid Bijlagen/nummer Dienst/afdeling/sector Raad/Raadsgriffie Aan de raad, Aanleiding De Stichting Drugsbeleid heeft een open brief opgesteld inzake het

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.7.2010 COM(2010)399 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD inzake de tenuitvoerlegging door het koninkrijk Zweden van maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen

Nadere informatie

KAPPEN MET DRUGS. Failliet beleid. Enkele feiten

KAPPEN MET DRUGS. Failliet beleid. Enkele feiten KAPPEN MET DRUGS KAPPEN MET DRUGS Failliet beleid Het drugsbeleid van Nederland is failliet. De gevolgen van het gedoogbeleid op de volksgezondheid, de veiligheid en het sociale leven zijn ontwrichtend.

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Manifest. Joint Regulation

Manifest. Joint Regulation Manifest Joint Regulation Utrecht, 31 januari 2014 Het huidige beleid waarin de verkoop van cannabis vanuit coffeeshops is toegestaan en de teelt van deze drugs illegaal is, mag misschien wel werken in

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Samenvatting

Hoofdstuk 9: Samenvatting Hoofdstuk 9: Samenvatting 125 9.1 Inleiding Het Nederlandse drugsbeleid heeft drie dimensies: het tegengaan van de vraag naar drugs door een actief zorg- en preventie beleid, het tegengaan van het aanbod

Nadere informatie

Samenvatting. Psychische gezondheid en urbanisatie

Samenvatting. Psychische gezondheid en urbanisatie Samenvatting Psychische gezondheid en urbanisatie Een onderzoek naar verschillen tussen stad en platteland en naar verschillen binnen de stad in het voorkomen van psychiatrische stoornissen Inleiding In

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops Altena 2019

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops Altena 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Altena Nr. 3817 8 januari 2019 Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops

Nadere informatie

Internationaal recht en cannabis II Regulering van cannabisteelt en -handel voor recreatief gebruik: positieve mensenrechtenverplichtingen

Internationaal recht en cannabis II Regulering van cannabisteelt en -handel voor recreatief gebruik: positieve mensenrechtenverplichtingen Samenvatting Internationaal recht en cannabis II Regulering van cannabisteelt en -handel voor recreatief gebruik: positieve mensenrechtenverplichtingen versus VN-drugsverdragen Hebben overheden internationaalrechtelijk

Nadere informatie

Lectoraat GGZ-Verpleegkunde. LVG en Verslaving. s Heerenloo 30 juni 2010

Lectoraat GGZ-Verpleegkunde. LVG en Verslaving. s Heerenloo 30 juni 2010 Lectoraat GGZ-Verpleegkunde LVG en Verslaving s Heerenloo 30 juni 2010 1 Wat komt aan bod? Overzicht programma LVG en verslaving Prevalentiegegevens Casus Brijder en s Heerenloo Discussie nav casuïstiek

Nadere informatie

Onderzoek: Europese verkiezingen

Onderzoek: Europese verkiezingen Onderzoek: Europese verkiezingen Publicatiedatum: 5-5- 2014 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit 7000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online onderzoek, gehouden

Nadere informatie