BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT WAGENINGEN UNIVERSITY
|
|
- Gerrit Baert
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT WAGENINGEN UNIVERSITY 2012
2 Bestuurs- en beheersreglement ter regeling van het bestuur, het beheer en de inrichting van de universiteit inclusief de nadere regeling van het bestuur en de inrichting van de faculteit (art. 9.4 en 9.14 lid 3 WHW). INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Hoofdstuk II Bestuur en de inrichting van de universiteit 4 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Paragraaf 2 Raad van toezicht Paragraaf 3 College van bestuur Paragraaf 4 College voor promoties Hoofdstuk III Bestuur en de inrichting van de faculteit 8 Paragraaf 1 Departementen Paragraaf 2 Directie Paragraaf 3 Leerstoelhouders Paragraaf 4 Onderzoekscholen Paragraaf 5 Onderwijsinstituut Paragraaf 6 Opleidingscommissies Paragraaf 7 Examencommissies Paragraaf 8 Regelmatige beoordeling van de onderwijs- Paragraaf 9 programma's Vaststelling en regelmatige beoordeling van de onderzoekprogramma's Hoofdstuk IV Wageningen UR (University & Research centre) 17 Hoofdstuk V Medezeggenschap 19 Hoofdstuk VI Bijzondere leerstoelen 21 Hoofdstuk VII Rechtsbescherming 22 Paragraaf 1 Studenten en extraneï Paragraaf 2 Medewerkers en overige belanghebbenden Paragraaf 3 Informatieverplichting Hoofdstuk VIII Beheer van de universiteit 26 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Paragraaf 2 Beheerseenheden Paragraaf 3 Centrale beheerseenheden Hoofdstuk IX Toezicht 29 Hoofdstuk X Slotbepalingen 30 Bijlagen: Inlegvel behorend bij artikel 3 en 38 Bestuurs- en beheersreglement Inlegvel behorend bij artikel 14 Bestuurs- en beheersreglement Toelichting op het Bestuurs- en beheersreglement Wageningen University Convenant medezeggenschapsstructuur voor Wageningen UR 37 2
3 Hoofdstuk I Algemene bepalingen en naamgeving universiteit Artikel 1 1. Begripsomschrijvingen: WHW: minister: Wageningen UR (University en Research centre): universiteit: faculteit: onderwijsinstituut: onderzoekschool: opleidingscommissie: leerstoelhouder: leerstoelgroep: departement: centrale beheerseenheid: directeur: beheerspersoneel: Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, 1992, Stb. 593; zoals daarna diverse malen gewijzigd; de minister van economische zaken, landbouw & innovatie (EL&I) het samenwerkingsverband tussen Wageningen University (WU), Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) en Stichting Van Hall Larenstein (VHL) de openbare universiteit, gevestigd te Wageningen; de faculteit voor landbouw- en milieuwetenschappen; het bestuur van de opleidingen als bedoeld in artikel 9.17 WHW; de school als bedoeld in de artikelen 9.20 e.v. WHW; de commissie als bedoeld in artikel 9.18 WHW; de hoogleraar die houder is van een leerstoel uit het leerstoelenplan; het personeel dat in overeenstemming met een leerstoelhouder zijn werkzaamheden inricht; een beheerseenheid ingesteld ten behoeve van leerstoelgroepen die zijn verenigd in het departement, zoals bedoeld in artikel 14 van dit reglement; een beheerseenheid ingesteld ten behoeve van de gehele universiteit; een functionaris die alleen dan wel tezamen met anderen aan het hoofd van een beheerseenheid staat; personeelsleden, aangesteld bij de universiteit en belast met beheerstaken bij een beheerseenheid; het plan als bedoeld in artikel 2.2. WHW; de begroting als bedoeld in artikel 2.8. WHW; het verslag als bedoeld in artikel 2.9. WHW; het besluit als bedoeld in artikel 9.30 lid 1, aanhef; de regeling als bedoeld in artikel 8.1 WHW; instellingsplan: begroting: verslag: stelselkeuze: gemeenschappelijke regeling: WOR: Wet op de Ondernemingsraden, 1971, Stb. 54; ondernemingsraad: de raad als bedoeld in artikel 2 WOR; studentenraad: de raad als bedoeld in artikel 9.30 lid 3 van de WHW; gezamenlijke vergadering: de vergadering als bedoeld in artikel 9.30a lid 1 WHW. 2. Naamgeving universiteit (art. 1.8 WHW en Bijlage WHW) De openbare universiteit, gevestigd te Wageningen, voert de namen: Wageningen University en Wageningen Universiteit en ontleent haar (publiekrechtelijke) rechtspersoonlijkheid aan de WHW. 3. Daar waar in dit reglement het begrip hij (hem, zijn, etc.) wordt gehanteerd, wordt daaronder mede begrepen zij (haar, etc.). 3
4 Hoofdstuk II Paragraaf 1 Bestuur en de inrichting van de universiteit Algemene bepalingen Artikel 2 De faculteit (Art. 9.11, 9.12 lid 3 WHW) De universiteit omvat de faculteit voor landbouw- en milieuwetenschappen. Artikel 3 De opleidingen (Art WHW) Aan de universiteit zijn binnen de faculteit de volgende opleidingen ingesteld: (Zie inlegvel). Paragraaf 2 Artikel 4 (Art. 9.8 WHW) Raad van Toezicht De taken en bevoegdheden van de raad van toezicht 1. De raad van toezicht houdt, met het oog op de taken van de universiteit, bedoeld in artikel 1.3 eerste lid WHW, toezicht op de uitvoering van werkzaamheden en de uitoefening van bevoegdheden door het college van bestuur en staat dit college met raad terzijde. 2. De raad van toezicht is in elk geval belast met: a. het benoemen, schorsen, ontslaan en vaststellen van de beloning van de leden van het college van bestuur; b. het goedkeuren van het Bestuurs- en Beheersreglement; c. het goedkeuren van de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag en het instellingsplan; d. het goedkeuren van een besluit betreffende een gemeenschappelijke regeling in de zin van artikel 8.1 WHW; e. het toezien op de naleving door het college van bestuur van wettelijke verplichtingen en de omgang met de corporate governance code Wageningen UR, (branchecode) bedoeld in artikel 2.9 WHW; f. het toezien op de rechtmatige verwerving en op de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de rijksbijdragen verkregen op grond van de artikelen 2.5 en 2.6 WHW; g. het aanwijzen van een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die verslag uitbrengt aan de raad; h. het toezien op de vormgeving van het systeem van kwaliteitszorg overeenkomstig artikel 1.18 WHW, i. goedkeuring van het document inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies, als bedoeld in artikel 4.2 lid 3 WHW, j. het bemiddelen bij een medezeggenschapsgeschil als bedoeld in artikel 9.40 lid 2 WHW, en k. het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld onder a tot en met i, in het jaarverslag van de universiteit. 3. De raad van toezicht pleegt tenminste twee keer per jaar overleg met een afvaardiging van de centrale ondernemingsraad en de studentenraad. 4
5 Artikel 5 (Art. 9.7 WHW) De regels met betrekking tot de raad van toezicht 1. De raad van toezicht van WU bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden. 2. De voorzitter en de andere leden van de raad van toezicht worden benoemd, geschorst en ontslagen door de minister. a. De benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste vier jaren en de leden zijn eenmaal terstond herbenoembaar; b. Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen; c. Geruime tijd voorafgaand aan het tijdstip van (her)benoeming door de minister maakt de raad van toezicht na overleg met het college van bestuur een profielschets op van de gewenste samenstelling van de raad van toezicht, een en ander met inachtneming van de bestaande personele unie tussen de raden van toezicht van WU, DLO en VHL. De minister wordt verzocht bij het zoeken van geschikte kandidaten zoveel mogelijk rekening te houden met de profielschets; d. De raad van toezicht kan aan de minister suggesties doen ten aanzien van mogelijke kandidaten; e. De raad van toezicht draagt zorg voor het opstellen van een rooster van aftreden en brengt dit ter kennis van de minister; f. Een lid van de raad van toezicht kan om gewichtige redenen tussentijds worden ontslagen. 3. Een van de leden van de raad van toezicht wordt benoemd op basis van een gezamenlijke voordracht van de centrale ondernemingsraad (WU) en de studentenraad, een en ander met inachtneming van de bestaande personele unie tussen de raden van toezicht van WU, DLO en VHL. De voordracht bevat tenminste twee namen. Indien geen van de voorgedragen kandidaten door de minister wordt benoemd, wordt een nieuwe voordracht gedaan waarvan de minister gemotiveerd kan afwijken. De minister benoemt in elk geval een lid dat in het bijzonder het vertrouwen geniet van de centrale ondernemingsraad en de studentenraad. De centrale ondernemingsraad en de studentenraad worden in de gelegenheid gesteld om aan de raad van toezicht advies uit te brengen over de profielen bedoeld in het tweede lid sub c. 4. De samenstelling, taken en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn zodanig dat de raad een deugdelijk en onafhankelijk toezicht kan uitoefenen. De leden van de raad van toezicht hebben geen directe belangen bij WU en zijn niet tevens werkzaam bij een ministerie dan wel lid van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak. 5. Het college van bestuur voorziet in een functioneel onafhankelijke administratieve ondersteuning van de raad van toezicht. De raad van toezicht heeft instemmingsrecht ten aanzien van de benoeming en het ontslag van de secretaris van de raad. 6. De leden van het college van bestuur wonen de vergaderingen van de raad van toezicht bij, tenzij de raad anders beslist. Zij hebben daarin een adviserende stem. 7. De vergaderingen van de raad van toezicht zijn niet openbaar, tenzij de raad van toezicht anders beslist. Artikel 6 De verantwoordings- en inlichtingenplicht van de raad van toezicht (Art. 9.9 WHW) 1. De raad van toezicht is verantwoording verschuldigd aan de minister. 2. De raad van toezicht verstrekt onze minister de gevraagde inlichtingen betreffende zijn handelen. 5
6 Paragraaf 3 College van bestuur Artikel 7 De taken en bevoegdheden van het college van bestuur (Art. 9.2, 9.12 lid 3 WHW) Het college van bestuur is belast met het bestuur van de universiteit in haar geheel en met het beheer daarvan, onverminderd de bevoegdheden van de raad van toezicht, en staat aan het hoofd van de faculteit. Het college van bestuur ziet toe op de naleving van alle op de universiteit betrekking hebbende wet- en regelgeving en op de omgang met de corporate governance code Wageningen UR. Artikel 8 De regels met betrekking tot het college van bestuur (Art WHW) 1. Het college van bestuur bestaat uit drie leden waaronder de rector magnificus van de universiteit. 2. De leden van het college van bestuur worden benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van toezicht. Zij worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaren en zijn herbenoembaar. Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen. 3. Tussentijds ontslag van een lid van het college van bestuur vanwege een vertrouwensbreuk wordt niet door de raad van toezicht verleend dan nadat de overige leden van het college van bestuur door de raad van toezicht zijn gehoord. 4. Alvorens tot (her-)benoeming of ontslag van een lid van het college van bestuur over te gaan, hoort de raad van toezicht vertrouwelijk de centrale ondernemingsraad en de studentenraad over het voorgenomen besluit tot (her-)benoeming of ontslag. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming. 5. De voorzitter en de vice-voorzitter van het college van bestuur worden uit de leden door de raad van toezicht benoemd. De vice-voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid of ontstentenis. 6. De rector magnificus wordt uit de hoogleraren van de universiteit benoemd, op voordracht van het college voor promoties. Voorafgaand aan de voordracht voert de raad van toezicht overleg met het college voor promoties over het voor de functie van rector magnificus door de raad van toezicht vastgestelde competentieprofiel. Van de voordracht kan de raad van toezicht alleen gemotiveerd afwijken. 7. Een lid van het college van bestuur kan niet tevens zijn: - lid van de raad van toezicht van WU; - lid van de raad van toezicht of van een college van bestuur van een andere universiteit - lid van het bestuur van, of directeur van het onderwijsinstituut, of directeur van een onderzoekschool met toepassing van artikel 9.20 WHW ingesteld. 8. Zo spoedig mogelijk na iedere vergadering brengt het college van bestuur een overzicht van de daarin genomen besluiten ter kennis van de centrale ondernemingsraad en de studentenraad. Artikel 9 De voorzitter van het college van bestuur (Art. 9.2, 9.3 WHW) 1. De voorzitter van het college van bestuur vertegenwoordigt WU in en buiten rechte. 2. Een mandaat om de universiteit in of buiten rechte te vertegenwoordigen wordt schriftelijk verleend door de voorzitter van het college aan personen of organen van WU. 6
7 Artikel 10 De verantwoordings- en inlichtingenplicht van het college van (Art. 9.6 WHW) bestuur 1. Het college van bestuur is verantwoording verschuldigd aan de raad van toezicht. 2. Het college van bestuur verstrekt de raad van toezicht de gevraagde inlichtingen betreffende zijn besluiten en handelingen. 3. Het college van bestuur verstrekt de minister de gevraagde inlichtingen omtrent de universiteit. Paragraaf 4 College voor promoties Artikel 11 De taken en bevoegdheden van het college voor promoties (Art. 7.18, 7.19, 9.53 WHW) 1. Het college voor promoties verleent de graad Doctor overeenkomstig het gestelde in het Promotiereglement van WU, dat door het college van promoties wordt opgesteld en de goedkeuring behoeft van het college van bestuur. De verlening van de graad Doctor honoris causa geschiedt door het college voor promoties op voordracht van het college van bestuur. 2. Het college voor promoties geeft desgevraagd of uit eigen beweging advies aan het college van bestuur inzake het onderwijs en de wetenschapsbeoefening. 3. Het college van bestuur raadpleegt het college voor promoties alvorens een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid bevoegd te verklaren om bij WU een bijzondere leerstoel zoals bedoeld in hoofdstuk VI van dit reglement te vestigen. Artikel 12 De regels met betrekking tot het college voor promoties (Art WHW) 1. Het college voor promoties bestaat uit tenminste zeven leden en de rector magnificus. 2. De leden van het college voor promoties worden door het college van bestuur benoemd, geschorst en ontslagen. De zittingstermijn bedraagt drie jaar. Zij zijn eenmaal terstond herbenoembaar. De leden worden uit de hoogleraren van de universiteit benoemd. 3. De rector magnificus is voorzitter van het college voor promoties. 4. De vergaderingen van het college voor promoties zijn niet openbaar, tenzij het college voor promoties anders beslist. Artikel 13 De verantwoordings- en inlichtingenplicht van het college van promoties Het college voor promoties verstrekt het college van bestuur de gevraagde inlichtingen en stelt jaarlijks een verslag op van zijn werkzaamheden. Het zendt dit verslag aan het college van bestuur. 7
8 Hoofdstuk III Bestuur en de inrichting van de faculteit Paragraaf 1 Artikel 14 De departementen De departementen en leerstoelgroepen van WU De faculteit kent de volgende departementen en de daaronder ressorterende leerstoelgroepen (zie inlegvel). Artikel 15 Het personeel van het departement Tot een departement behoren: a. de leden van het wetenschappelijk personeel die blijkens hun benoemingsbesluit en de aard van hun feitelijke werkzaamheden op de betrokken vakgebieden werkzaam zijn; b. de leden van het ondersteunend- en beheerspersoneel, die blijkens hun benoemingsbesluit en de aard van hun feitelijke werkzaamheden rechtstreeks betrokken zijn bij het onderwijs en onderzoek van het departement; c. de overige leden van het ondersteunend- en beheerspersoneel, die blijkens hun benoemingsbesluit en de aard van hun feitelijke werkzaamheden het departement in algemene zin ondersteunen. Paragraaf 2 Artikel 16 De directie De regels met betrekking tot de directie 1. Aan het hoofd van ieder departement staat een directie. 2. De leden van de directie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college van bestuur. 3. De directie bestaat uit een algemeen directeur en een directeur bedrijfsvoering. De algemeen directeur is voorzitter van de directie. 4. Binnen de directie is de directeur bedrijfsvoering verantwoording verschuldigd aan de algemeen directeur. Artikel 17 De taken en bevoegdheden van de directie 1. De directie is binnen door het college van bestuur te stellen kaders integraal verantwoordelijk voor het bestuur en beheer van het departement. Zij stelt eenmaal per vier jaar een businessplan vast voor het departement op basis van het strategisch (instellings-) plan van de universiteit, en voorts jaarlijks een jaarrekening en begroting. 2. De directie verdeelt de taken over de leerstoelgroepen van het departement en draagt zorg voor koppeling met de daartoe bestemde middelen. 3. De directie stemt het aanbod van het universitaire onderwijs en onderzoek binnen het departement af op de onderzoek- en onderwijsprogramma s die door de onderzoeksscholen als vermeld in artikel 26c en d van dit reglement en het onderwijsinstituut als vermeld in artikel 32 lid 2 van dit reglement zijn vastgesteld. 4. De directie bepaalt in overleg met de desbetreffende leerstoelhouder en het betrokken personeel, in overeenstemming met welke leerstoelhouders elk van de andere leden van het personeel van het departement zijn werkzaamheden inricht. 5. Het college van bestuur heeft aan de algemeen directeur mandaat verleend om namens het college van bestuur ten behoeve van het departement rechtshandelingen te verrichten op het gebied van: - personeelsaangelegenheden; - financiële rechtshandelingen; 8
9 - onderhoud huisvesting; een en ander met inachtneming van de beperkingen die voortvloeien uit het onderliggende mandaatbesluit. De algemeen directeur zal zich daarbij steeds houden aan aanwijzingen van het college van bestuur met betrekking tot het te volgen financieel, sociaal en economisch beleid en het personeelsbeleid. 6. De algemeen directeur verleent aan de directeur bedrijfsvoering submandaat om rechtshandelingen te verrichten op de in het voorgaande lid genoemde gebieden met inachtneming van de beperkingen die voortvloeien uit het submandaatbesluit. Het submandaatbesluit behoeft de voorafgaande schriftelijke toestemming van het college van bestuur. De directeur bedrijfsvoering zal zich steeds houden aan de in het voorgaande lid genoemde aanwijzingen van het college van bestuur. Artikel 18 Het managementteam De directie kan zich laten bijstaan door een managementteam. Artikel 19 De adviesbevoegdheid van de directie De directie brengt desgevraagd of uit eigen beweging advies uit aan het college van bestuur, de besturen van de onderzoekscholen, alsmede aan de bestuur van het onderwijsinstituut over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs en onderzoek van het departement. In het bijzonder adviseert de directie het college van bestuur terzake: a. de samenstelling en taakopdracht van benoemingsadviescommissies van leerstoelhouders binnen het departement; b. de benoeming van de leerstoelhouders binnen het departement. Artikel 20 De verantwoording- en informatieplicht van de directie 1. De algemeen directeur is verantwoording verschuldigd aan het college van bestuur. 2. De directie legt telkens binnen vier weken na afloop van een kwartaal en een jaar respectievelijk de kwartaalcijfers en jaarcijfers, voorzien van een toelichting, aan het college van bestuur over. 3. De directie verschaft het college van bestuur onverwijld alle informatie waar het college van bestuur om verzoekt. Paragraaf 3 Leerstoelhouders Artikel 21 De verantwoordelijkheden en rechten van hoogleraren (Art WHW) 1. De leerstoelhouders zijn bij uitstek verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het aan hen toegewezen wetenschapsgebied zoals omschreven in het leerstoelenplan, en voor de inhoud van het te geven onderwijs op dat gebied, met inachtneming van de bevoegdheden ter zake van het bestuur van het onderwijsinstituut. 2. Eervol ontslagen leerstoelhouders behouden nog gedurende vijf jaren na hun ontslag het recht als promotor op te treden. 3. De leerstoelhouders zijn gerechtigd de titel professor te voeren. De oud-hoogleraren aan wie om gezondheidsredenen, wegens vrijwillig vervroegd uittreden, dan wel bij of na het bereiken van de voor de openbare dienst geldende functionele leeftijdsgrens eervol ontslag als leerstoelhouder is verleend, zijn eveneens gerechtigd deze titel te voeren. 9
10 Artikel 22 De regels met betrekking tot leerstoelhouder 1. De leerstoelhouder vormt samen met de personeelsleden met wie hij op grond van het bepaalde in artikel 17 lid 4 een overeenstemmingsrelatie heeft, de leerstoelgroep. 2. De leerstoelhouder verdeelt in overleg met betrokkenen de aan de leerstoelgroep toegewezen taken nader over de personeelsleden van de leerstoelgroep. 3. De leerstoelhouder legt verantwoording af aan de directie. Artikel 23 De benoeming van leerstoelhouders 1. De benoeming van de leerstoelhouders geschiedt door het college van bestuur. 2. Ter voorbereiding van de benoeming stelt het college van bestuur een benoemingsadviescommissie in, waarin in ieder geval twee studenten worden opgenomen. 3. Ter zake de benoeming van leerstoelhouders stelt het college van bestuur richtlijnen en procedures vast. Paragraaf 4 Onderzoekscholen Artikel 24 De onderzoekscholen van WU (Art e.v. WHW) 1. Ten behoeve van het universitaire onderzoek zijn de volgende onderzoekscholen door de universiteit ingesteld: - Experimental Plant Sciences (EPS, interuniversitair); - Wageningen School of Social Sciences (per 1 september 2010); - Production Ecology & Resource Conservation (PE&RC); - Voeding, Levensmiddelen-, Agro(bio)technologie en Gezondheid (VLAG, interuniversitair); - Wageningen Institute of Animal Sciences (WIAS), - Wagenings Instituut voor Milieu- en Klimaatonderzoek (WIMEK). In het kader van dit reglement zullen alle hiervoor in dit artikel genoemde instellingen worden aangeduid met de term onderzoekscholen. 2. Ten behoeve van de gemeenschappelijke strategievorming en behartiging van de kwaliteit van het onderwijs aan promovendi en het onderzoek bestaat een overkoepelend overlegorgaan vanwege de in lid 1 genoemde onderzoekscholen, genaamd: Wageningen Graduate Schools (WGS). Wageningen Graduate Schools wordt door het college van bestuur tenminste gehoord inzake relevante beleidsaangelegenheden betreffende de opleiding van promovendi en het onderzoek van de in lid 1 genoemde onderzoekscholen. Artikel 25 De regels met betrekking tot het bestuur Het bestuur van de onderzoekschool bestaat uit de voorzitter en de overige leden, waaronder een in de onderzoekschool werkzame promovendus en een wetenschapsbeoefenaar die niet verbonden is aan een van de in de onderzoekschool deelnemende universiteiten. Het college van bestuur benoemt de voorzitter en de leden van het bestuur van de onderzoekschool al dan niet uit de faculteit. Voorzitter en leden van het bestuur van de onderzoekschool kunnen niet tevens lid zijn van de directie van een departement. Artikel 26 De taken en bevoegdheden van het bestuur Het bestuur van de onderzoekschool heeft binnen door het college van bestuur te stellen kaders de volgende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden: 10
11 a. de bewerkstelliging van een adequaat en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod voor de promovendi binnen de onderzoekschool; b. de vaststelling en toezicht op de naleving en de voortgang van een opleidings- en begeleidingsplan voor elke in de onderzoekschool werkzame promovendus; c. Eenmaal per vijf jaren de vaststelling van een onderzoekprogramma, inclusief de selectie van de daarin participerende onderzoekgroepen en onderzoekers na voorafgaand overleg met de directies omtrent de beschikbaarheid van de benodigde personele, materiële en financiële middelen; d. de jaarlijkse vaststelling van een nader onderzoekprogramma; e. de vaststelling van de begroting van de onderzoekschool; f. De zorg voor de uitvoering van het onderzoekprogramma; g. het adviseren van het college van bestuur over de instelling, verlenging en opheffing van leerstoelen; h. het adviseren ter zake van de samenstelling en taakopdracht van benoemingsadviescommissies van leerstoelhouders die betrokken zijn bij de uitvoering van het onderzoekprogramma van de onderzoekschool; i. het adviseren ter zake van het aan het college van bestuur uit te brengen advies over de benoeming van de onder h genoemde leerstoelhouders. De onder c, d en e genoemde besluiten behoeven de goedkeuring van het college van bestuur. Artikel 27 De verantwoordings- en informatieplicht van het bestuur 1. Het bestuur van de onderzoekschool is verantwoording verschuldigd aan het college van bestuur. 2. Het bestuur van de onderzoekschool brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het college van bestuur, conform een door het college van bestuur vast te stellen format. Artikel 28 De wetenschappelijk directeur 1. De behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de onderzoekschool binnen het daartoe door het bestuur gegeven mandaat geschiedt door de wetenschappelijk directeur, die wordt benoemd door het college van bestuur. De wetenschappelijk directeur kan geen deel uitmaken van het bestuur. De wetenschappelijk directeur kan bovendien niet tevens lid zijn van de directie van een departement. 2. Het door het bestuur aan de wetenschappelijk directeur gegeven mandaat omvat ten minste: a. het voorbereiden en uitvoeren van de besluiten van het bestuur van de onderzoekschool; b. het doen van voorstellen aan de directie van het betrokken departement over de personele bezetting ten behoeve van het onderzoekprogramma van de onderzoekschool; c. het voorbereiden van de begroting van de onderzoekschool en het voeren van overleg ter zake met de directies van de betrokken departementen. Artikel 29 De externe adviesraad van de onderzoekschool Het bestuur van de onderzoekschool stelt een externe adviesraad in die tot taak heeft het bestuur te adviseren met betrekking tot het onderzoekprogramma van de onderzoekschool. Samenstelling en werkwijze van de adviesraad worden nader geregeld door het bestuur van de onderzoekschool. Ter zake wordt het college van bestuur geïnformeerd. 11
12 Paragraaf 5 Onderwijsinstituut Artikel 30 De instelling van het onderwijsinstituut (Art WHW) 1. Ten behoeve van het bestuur van de opleidingen van de universiteit is een onderwijsinstituut ingesteld. 2. De opleidingen van de universiteit zijn in de bijlage bij art. 3 van dit reglement opgenomen. Artikel 31 De regels met betrekking tot het onderwijsinstituut 1 Het bestuur van het onderwijsinstituut bestaat uit acht leden, te weten vier hoogleraren bij voorkeur leerstoelhouders - en vier student-leden. Buitengewoon en 0.0 hoogleraren kunnen niet worden benoemd tot lid van het bestuur van het onderwijsinstituut. 2 De rector magnificus zit de vergaderingen van het bestuur van het onderwijsinstituut voor zonder daar deel van uit te maken. 3 Het college van bestuur benoemt de leden van het bestuur van het onderwijsinstituut op voordracht van de opleidingscommissies. De zittingstermijn van de student-leden bedraagt één jaar, die van de overige leden twee jaar. Zij zijn terstond twee maal herbenoembaar. 4 De leden van het bestuur van het onderwijsinstituut kunnen niet tevens deel uitmaken van de directie van een departement, een opleidingscommissie dan wel een centraal medezeggenschapsorgaan. 5 Het bestuur van het onderwijsinstituut stelt ten behoeve van haar werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast. Artikel 32 De taken en bevoegdheden van het onderwijsinstituut 1. Het bestuur van het onderwijsinstituut adviseert het college van bestuur omtrent: a. het instellen en opheffen van opleidingen; b. de onderwijskaders; c. algemene onderwijszaken en strategieën; d. de vaststelling, wijziging of regelmatige beoordeling van de onderwijs- en examenregeling; e de instelling, verlenging en opheffing van leerstoelen; 2. Het bestuur van het onderwijsinstituut oefent binnen door het college van bestuur te stellen kaders de volgende taken en bevoegdheden uit: a. de vaststelling en de regelmatige beoordeling van de onderwijsprogramma's van de opleidingen die in het onderwijsinstituut zijn ondergebracht; b. de vaststelling van de begroting van de opleidingen die in het onderwijsinstituut zijn ondergebracht; Het bestuur van het onderwijsinstituut informeert het college van bestuur ter zake van de door het bestuur van het onderwijsinstituut genomen besluiten. Artikel 33 De verantwoordings- en informatieplicht van het onderwijsinstituut 1. Het bestuur van het onderwijsinstituut is verantwoording verschuldigd aan het college van bestuur. 2. Het bestuur van het onderwijsinstituut brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het college van bestuur. 12
13 Artikel 34 De directeur van het onderwijsinstituut 1. De behartiging van de dagelijkse gang van zaken van het onderwijsinstituut geschiedt door de directeur. Deze wordt benoemd door het college van bestuur nadat het bestuur van het onderwijsinstituut in de gelegenheid is gesteld ter zake advies uit te brengen. De directeur maakt geen deel uit van het bestuur en treedt op als adviseur van het bestuur van het onderwijsinstituut. De directeur van het onderwijsinstituut kan niet tevens deel uitmaken van de directie van een departement, een opleidingscommissie dan wel een centraal medezeggenschapsorgaan. 2. De directeur is belast met: a. het voorbereiden en uitvoeren van besluiten van het bestuur van het onderwijsinstituut en het terugkoppelen van de effecten daarvan aan het bestuur van het onderwijsinstituut; b. het hiërarchisch aansturen van de opleidingsdirecteuren; c. het bevorderen van de afstemming van onderwijsvraag en aanbod in overleg met de directies; d. het doen van voorstellen aan de betreffende directies over de personele bezetting ten behoeve van het verzorgen van onderwijs; e. het doen van voorstellen aan de desbetreffende directies over de besteding van gelden ten behoeve van de materiële toerusting van het te verzorgen onderwijs. 3. De directeur van het onderwijsinstituut is verantwoording verschuldigd aan het college van bestuur. Paragraaf 6 Opleidingscommissies Artikel 35 De opleidingscommissie (Art WHW) 1. Voor elke groep van in artikel 3 genoemde opleidingen wordt een opleidingscommissie ingesteld. Artikel 36 De regels van de opleidingscommissie 1. Een opleidingscommissie bestaat uit zes, acht, dan wel tien leden waarvan de helft voortkomt uit de voor de betreffende opleiding(en) ingeschreven studenten en voor de andere helft uit bij het onderwijs van de opleiding(en) betrokken personeel. 2. De leden van de opleidingscommissie en haar voorzitter worden benoemd door het bestuur van het onderwijsinstituut op voordracht van de commissie zelf. 3. Er wordt een dagelijks bestuur van de opleidingscommissie ingesteld, bestaande uit een student-lid en een personeelslid, beiden aangewezen door de opleidingscommissie; 4. De opleidingscommissie stelt ten behoeve van haar werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast. 5. De zittingstermijn van de student-leden van een opleidingscommissie bedraagt één jaar; die van de overige leden twee jaar. Zij zijn terstond twee maal herbenoembaar. Artikel 37 De taken en bevoegdheden van de opleidingscommissie 1. De opleidingscommissie is belast met: a. het adviseren over de onderwijs- en examenregeling van de opleiding aan het bestuur van het onderwijsinstituut; b. het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling; 13
14 c. het ontwikkelen van een visie op de opleiding voor wat betreft te ontwikkelen competenties, de aansluiting van de opleiding op de wensen van studenten en beroepenveld en de consequenties die dit heeft voor de inrichting van de opleiding. Deze visie wordt ter vaststelling aan het bestuur van het onderwijsinstituut voorgelegd; d. het doen van voorstellen aan het bestuur van het onderwijsinstituut over de inrichting van de opleiding (tenminste eens per drie jaar) en de inrichting van het onderwijsprogramma van de opleiding (jaarlijks); e. het beoordelen van de kwaliteit van het verzorgde onderwijs en daarover advies uitbrengen aan het bestuur van het onderwijsinstituut; f. het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan het onderwijsinstituut over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding. 2. De opleidingscommissie zendt de adviezen bedoeld in lid 1 onder a en f toe aan de studentenraad en de gezamenlijke vergadering. 3. Het bestuur van het onderwijsinstituut vraagt het advies van de opleidingscommissie op een zodanig tijdstip dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming. Het bestuur stelt de opleidingscommissie in de gelegenheid met het bestuur overleg te voeren voordat advies wordt uitgebracht. 4. Voor zover de adviezen dan wel voorstellen als bedoeld onder a tot en met f van de opleidingscommissie door het bestuur van het onderwijsinstituut niet worden gevolgd, wordt dit door het bestuur met redenen omkleed. Paragraaf 7 Examencommissies Artikel 38 De instelling van de examencommissie (art WHW) 1. Elke groep van opleidingen (inlegvel) heeft een examencommissie. 2. De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. Artikel 39 De regels met betrekking tot de examencommissie (art. 7.12a WHW) 1. Het college van bestuur stelt de examencommissie in en benoemt de leden op basis van hun deskundigheid op het terrein van de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen. De zittingsduur is vier jaren. Tenminste één lid is als docent verbonden aan de opleiding of aan een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort. 2. Het college van bestuur draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 3. Alvorens tot benoeming van een lid over te gaan hoort het college van bestuur de leden van de desbetreffende examencommissie. Artikel 40 De taken en bevoegdheden van de examencommissie (art. 7.11, 7.12 lid 2 en 7.12b en c WHW) 1. De examencommissie brengt advies uit aan het college van bestuur over de vaststelling, wijziging of regelmatige beoordeling van de onderwijs- en examenregeling voor de groep van opleidingen waarvoor de examencommissie is ingesteld. 2. Een examencommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden: 14
15 a. het vaststellen of een student of extraneus voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het behalen van het examen; b. het uitreiken van een getuigschrift en supplement, zoals is omschreven in artikel 7.11 WHW en de afgifte van de verklaring bedoeld in artikel 7.11 lid 5 WHW; c. het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens; d. het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de onderwijs- en examenregeling om de uitslag van tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen; e. het - door de meest daarvoor in aanmerking komende examencommissie - verlenen van toestemming aan een student om een door die student samengesteld programma als bedoeld in artikel 7.3d WHW te volgen, alsmede het aangeven tot welke opleiding het programma geacht wordt te behoren; f. het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meer tentamens; g. het nemen van beslissingen en of treffen van maatregelen naar aanleiding van door een student of extraneus gepleegde fraude of ernstige fraude; h. het beslissen op een verzoek om uitstel van afstuderen op basis van door het college van bestuur hiervoor vastgestelde regels; i. het vaststellen van regels over de uitvoering van de taken en bevoegdheden bedoeld in artikel 7.12b onder a, b en d, alsmede over de regels die gelden indien een student of extraneus fraudeert of ernstige fraude pleegt en de maatregelen die zij kan nemen; j. De examencommissie wijst de examinatoren aan voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag. De examencommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden en verstrekt dit aan het college van bestuur. Paragraaf 8 Artikel 41 Regelmatige beoordeling van de onderwijsprogramma's De informatieverstrekking aan het bestuur van het onderwijsinstituut 1. Het college van bestuur en de directies van de departementen verstrekken aan het bestuur van het onderwijsinstituut de informatie die het bestuur van het onderwijsinstituut in het kader van de uitvoering van het onderwijsbeleid dienstig acht. 2. De directies van de departementen doen desgevraagd of uit eigen beweging aan het bestuur van het onderwijsinstituut van hun inzichten blijken met betrekking tot de inhoud van het onderwijs voor zover dit het onderwijs op het gebied van de departementen betreft. 3. Het departement draagt zorg voor de nadere regeling en de uitvoering van het onderwijs voor zover dat het vakgebied van het departement betreft. Artikel 42 De wijze van evalueren van de opleidingen 1. Het bestuur van het onderwijsinstituut draagt zorg voor een regelmatige evaluatie van de opleidingen en schakelt de opleidingscommissie daar bij in. Het neemt hierbij de eventuele richtlijnen van het college van bestuur in acht. 2. Het onderwijsinstituut voert de evaluatie van de opleidingen uit op basis van de beoordelingen van de kwaliteit door de opleidingscommissie, een en ander zoals bedoeld in artikel 37 onder e van dit reglement. 3. Het bestuur van het onderwijsinstituut geeft aan welke consequenties het verbindt aan de evaluaties en de voorstellen ter zake van de opleidingscommissies, rekening houdend met het door het college van bestuur geformuleerde onderwijsbeleid 15
16 Paragraaf 9 Artikel 43 Vaststelling en regelmatige beoordeling van de onderzoekprogramma's De informatieverstrekking en evaluatie 1. Het departement en het bestuur van de onderzoekschool verstrekken aan het college van bestuur de informatie die het college van bestuur in het kader van de vaststelling van het facultaire onderzoekbeleid dienstig acht. 2. Het bestuur van de onderzoekschool draagt zorg voor een evaluatie van het onderzoekprogramma van de onderzoekschool ter voorbereiding van de vaststelling van het vijfjaarlijkse onderzoekprogramma als bedoeld in artikel 26 onder c van dit reglement. Het neemt daarbij de richtlijnen van het college van bestuur in acht. Het college van bestuur ontvangt rapportage over deze evaluatie. Tevens geeft het bestuur van de onderzoekschool aan welke consequenties het verbindt aan deze evaluatie bij de vaststelling van het vijfjaarlijkse onderzoekprogramma. 16
17 Hoofdstuk IV Wageningen UR (University & Research centre) Artikel 44 Het samenwerkingsverband Wageningen UR (University & Research centre) Wageningen University, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek en Stichting Van Hall Larenstein, mede ten behoeve van de door haar in stand gehouden Hogeschool Van Hall Larenstein, werken samen onder de naam Wageningen UR. Teneinde eenheid in bestuur binnen Wageningen UR te bereiken is er een personele unie gecreëerd tussen de colleges van bestuur en de raden van toezicht van WU, DLO en VHL. Artikel 45 De kenniseenheden van Wageningen UR 1. In het kader van deze samenwerking zijn door de universiteit en Stichting DLO een vijftal zogenaamde kenniseenheden gevormd, waarin domeinspecifiek onderzoek, onderwijs en kennisexploitatie worden gebundeld. Deze kenniseenheden bestaan telkens uit een departement van de universiteit en de daarmee binnen het onderzoeksdomein corresponderende instituten die allen deel uitmaken van Stichting DLO (DLO-instituten). Het betreft de volgende kenniseenheden met bijbehorende departementen c.q. instituten: - Agrotechnology and Food Sciences Group, bestaande uit het departement Agrotechnologie en Voedingswetenschappen en het instituut Wageningen UR Food and Biobased Research; - Animal Sciences Group, bestaande uit het departement Dierwetenschappen en de instituten Wageningen UR Livestock Research en Central Veterinary Institute; - Environmental Sciences Group, bestaande uit het departement Omgevingswetenschappen en het instituut Alterra Wageningen UR; - Social Sciences Group, bestaande uit het departement Maatschappijwetenschappen en de instituten LEI en Wageningen UR Centre for Development Innovation; - Plant Sciences Group, bestaande uit het departement Plantenwetenschappen en de instituten Plant Research International en Praktijkonderzoek Plant en Omgeving. 2. Teneinde eenheid van bestuur binnen de kenniseenheden te bereiken is door de universiteit en Stichting DLO overeengekomen personele unies te creëren tussen de directies van de samenwerkende departementen en DLO-instituten. Hierdoor is de benoeming van de directie van een departement onlosmakelijk verbonden met de benoeming in de directie(s) van (het) corresponderende DLO institu(u)t(en). 3. De directies zijn in het kader van het in dit artikel bepaalde, en zulks in aanvulling op de bepalingen van de artikelen 16 t/m 20 van dit reglement, verantwoordelijk voor het vorm geven van het beleid van Wageningen UR op het niveau van de kenniseenheden, en het leveren van een bijdrage aan de vormgeving van het beleid op concernniveau. Artikel 46 De concernraad 1. Ten behoeve van de integrale beleidsadvisering op het gebied van Wageningen UR heeft het college van bestuur de concernraad ingesteld. 2. De concernraad bestaat in elk geval uit de algemeen directeuren van de in artikel 45 van dit reglement bedoelde kenniseenheden en de algemeen directeur van Stichting Van Hall Larenstein. 3. De concernraad heeft tot taak om het college van bestuur te adviseren over de Wageningen UR-brede beleidsontwikkeling en kaderstelling op zowel strategisch als operationeel niveau. 17
18 Het college van bestuur stelt de concernraad in de gelegenheid op genoemde terreinen advies uit te brengen alvorens tot besluitvorming dienaangaande over te gaan. 4. De leden van de concernraad dragen zorg voor implementatie van de in het voorgaande lid bedoelde besluitvorming binnen hun organisatieonderdeel van Wageningen UR. 5. De vergaderingen van de concernraad zijn niet openbaar, tenzij de concernraad anders beslist. 18
19 Hoofdstuk V Medezeggenschap Artikel 47 De stelselkeuze (9.30, 9.30a WHW) 1. Op grond van artikel 9.30 lid 1 onder a WHW heeft het college van bestuur van WU in 1997 het besluit genomen dat de WOR, met uitzondering van hoofdstuk VII B, van toepassing is op de universiteit. In verband hiermee heeft het college van bestuur een medezeggenschapsregeling vastgesteld ten behoeve van de studenten binnen de universiteit, die ten minste gelijkwaardig is aan het bepaalde in de paragrafen 1, 2, 4 en 5 van Titel 2 WHW. 2. Wijziging van het besluit van het college van bestuur, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, behoeft de voorafgaande instemming van de in artikel 51 bedoelde vaste commissie van de centrale ondernemingsraad die fungeert als de ondernemingsraad van de universiteit in de zin van artikel 9.30 lid 5 respectievelijk artikel 9.30a lid 1 WHW. Artikel 48 De ondernemingen 1. Ingevolge artikel 1 onder c juncto artikel 3 lid 3 van de WOR worden voor de toepassing van de WOR als onderneming beschouwd: a. ieder van de in artikel 45 van dit reglement vermelde kenniseenheden; b. de Concernstaf+ en het Facilitair Bedrijf van Wageningen UR, welke ondernemingen worden gevormd door de in artikel 74 van dit reglement bedoelde centrale beheerseenheden, tezamen met de overeenkomstige, onder Stichting DLO ressorterende centrale beheerseenheden, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 75 van dit reglement. 2. De in lid 1 vermelde ondernemingen worden in stand gehouden door de universiteit en Stichting DLO gezamenlijk. Artikel 49 De gemeenschappelijke ondernemingsraden 1. Ten behoeve van het overleg met de vertegenwoordiging van de personen die werkzaam zijn in de in artikel 48 van dit reglement vermelde ondernemingen, hebben de universiteit en Stichting DLO voor iedere onderneming afzonderlijk een gemeenschappelijke ondernemingsraad ingesteld conform het bepaalde in artikel 3 WOR. 2. Iedere gemeenschappelijke ondernemingsraad maakt een reglement waarin de onderwerpen worden geregeld die bij of krachtens de WOR ter regeling aan die gemeenschappelijke ondernemingsraad zijn opgedragen of overgelaten. 3. Met inachtneming van het bepaalde in de Annex bij dit reglement heeft het college van bestuur besloten studenten als adviseur toe te voegen aan de gemeenschappelijke ondernemingsraden. Artikel 50 De centrale ondernemingsraad 1. De universiteit en Stichting DLO hebben een centrale ondernemingsraad ingesteld voor de door hen gezamenlijk instandgehouden ondernemingen zoals vermeld in artikel 50, alsmede voor de door Stichting DLO alleen instandgehouden ondernemingen, te weten: RIKILT Wageningen UR en Wageningen International (WI), waarvoor Stichting DLO ondernemingsraden heeft ingesteld. 2. De centrale ondernemingsraad bestaat uit leden, gekozen door de betrokken (gemeenschappelijke) ondernemingsraden uit de leden van elk van die raden. Het aantal leden dat uit elke (gemeenschappelijke) ondernemingsraad kan worden gekozen, wordt vastgesteld in het reglement van de centrale ondernemingsraad. Het reglement bevat voorts voorzieningen dat de verschillende groepen van de in de 19
20 betrokken ondernemingen werkzame personen zoveel mogelijk in de centrale ondernemingsraad vertegenwoordigd zijn. De betrokken (gemeenschappelijke) ondernemingsraden worden over de vaststelling van de betrokken bepalingen van het reglement gehoord. Artikel 51 (9.30a WHW) De ondernemingsraad in de zin van de WHW 1. Gelet op enerzijds het bepaalde in artikel 9.30a lid 1 WHW en anderzijds het gegeven dat met ingang van 1 januari 2003 aan de universiteit als geheel geen afzonderlijke ondernemingsraad meer is verbonden, heeft het college van bestuur in juni 2002 met de betrokken medezeggenschapsorganen een Convenant gesloten inzake de samenstelling van de gezamenlijke vergadering die ingevolge artikel 9.30a lid 1 WHW aan de universiteit is verbonden. 2. Op grond van artikel 1 van bedoeld Convenant heeft de in artikel 50 van dit reglement bedoelde centrale ondernemingsraad, gelet op artikel 15 eerste en tweede lid WOR, een besluit genomen tot instelling van een vaste commissie van de centrale ondernemingsraad ten behoeve van de gezamenlijke vergadering, welke vaste commissie fungeert als de ondernemingsraad in de zin van artikel 9.30a lid 1 WHW. 3. De in het voorgaande lid bedoelde vaste commissie bestaat in meerderheid uit degenen die namens de bij de universiteit werkzame personen zitting hebben in de centrale ondernemingsraad en overigens uit andere bij de universiteit werkzame personen die rechtstreeks worden gekozen door de bij de universiteit werkzame personen. 4. De verkiezing van de gekozen leden van de vaste commissie vindt plaats tegelijkertijd met de verkiezing van de (gemeenschappelijke) ondernemingsraden, bedoeld in artikel 50 van dit reglement. De samenstelling van de vaste commissie is vast voor de duur van de zittingsperiode van de centrale ondernemingsraad en de gezamenlijke vergadering. Artikel 52 (9.30 WHW) De studentenraad 1. Op grond van het besluit bedoeld in artikel 47 lid 1 van dit reglement, heeft het college van bestuur een studentenraad ingesteld. 2. De medezeggenschapsregeling, daaronder mede begrepen elke wijziging daarvan, is vervat in het reglement studentenraad, en wordt door het college van bestuur als voorstel aan de studentenraad voorgelegd. De medezeggenschapsregeling wordt niet vastgesteld dan voor zover het voorstel de instemming van twee derde van het aantal leden van de studentenraad heeft verworven. Artikel 53 (9.30a WHW) De gezamenlijke vergadering 1. Van de gezamenlijke vergadering maken deel uit de leden van de ondernemingsraad als bedoeld in artikel 51 van dit reglement en de leden van de studentenraad. 2. Het college van bestuur stelt met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.30a WHW een reglement voor de gezamenlijke vergadering vast. 3. Het reglement, daaronder mede begrepen elke wijziging daarvan, wordt door het college van bestuur als voorstel aan de gezamenlijke vergadering voorgelegd. Het reglement wordt niet vastgesteld dan voor zover het voorstel de instemming van twee derde van het aantal leden van de gezamenlijke vergadering heeft verworven. 20
21 Hoofdstuk VI Artikel 54 (9.53 ev. WHW) Bijzondere leerstoelen Het verzoek tot het vestigen van een bijzondere leerstoel 1. De universiteit kan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid bevoegd verklaren een bijzondere leerstoel te vestigen. 2. Het bestuur van een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid voorziet het verzoek tot bevoegdverklaring om bij de universiteit een bijzondere leerstoel te vestigen van een motivering waaruit de wenselijkheid van de gevraagde voorziening blijkt. 3. Bij het in lid 2 bedoelde verzoek moeten de statuten van de rechtspersoon en de akte of het reglement betreffende de oprichting van de leerstoel, alsmede een opgave van de wijze waarop het onderwijs en het onderzoek zullen worden ingericht, worden overlegd. 4. Behalve hetgeen daarin overigens ter voldoening aan wettelijke voorschriften moet worden opgenomen, dienen de statuten, de akte of het reglement, bedoeld in lid 3, te bevatten: a. het voorschrift, dat de leerstoel onder toezicht staat van een college, bestaande uit tenminste drie leden, van welke er tenminste één behoort tot het wetenschappelijk personeel van de faculteit; b. het voorschrift dat het bestuur bedoeld in lid 2, de bijzondere hoogleraar eerst benoemt na bekrachtiging van het college van bestuur, wanneer zulks conform artikel 9.55 WHW is vereist; c. het voorschrift dat het bestuur, bedoeld in lid 2, jaarlijks een verslag van het gedurende het afgelopen studiejaar gegeven onderwijs en verrichte onderzoek doet toekomen aan het college van bestuur. Artikel 55 De beslissing op het verzoek tot vestiging bijzondere leerstoel 1. Het college van bestuur beslist op een verzoek, bedoeld in artikel 54 lid 2, na raadpleging van het college voor promoties, artikel 11 lid 3, en ten minste de betrokken onderzoekscholen en het onderwijsinstituut. Het college van bestuur kan aan de bevoegdverklaring een termijn verbinden. 2. Het college van bestuur brengt het in artikel 54 lid 3, onder c bedoelde verslag ter kennis van het college voor promoties. 21
BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT WAGENINGEN UNIVERSITY
BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT WAGENINGEN UNIVERSITY 2018 Bestuurs- en beheersreglement ter regeling van het bestuur, het beheer en de inrichting van de universiteit inclusief de nadere regeling van het
Nadere informatieSeptember 2010 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT De cursief gedrukte tekst is overgenomen uit de relevante wetgeving. Artikel 1 Inleiding 1. Dit reglement heeft betrekking op de Raad van Toezicht (de Raad
Nadere informatieFaculteitsreglement. van de. Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Faculty of Engineering Technology
Kenmerk: CTW/A-08.0729 Datum: 6 oktober 2008 Faculteitsreglement van de Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Faculty of Engineering Technology Inhoudsopgave Hoofdstuk I Artikel 1 Algemeen Begripsbepalingen
Nadere informatieDefinitieve versie 6 maart 2017 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT De cursief gedrukte tekst is overgenomen uit de relevante wetgeving. Artikel 1 Inleiding 1. Dit reglement heeft betrekking op de Raad van Toezicht (de Raad
Nadere informatieGenerale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten
Generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten als bedoeld in ordinantie 13 1 1 Wijziging generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten als bedoeld in ordinantie 13 in
Nadere informatieBESTUURSREGLEMENT AMSTERDAMSE HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN
BESTUURSREGLEMENT AMSTERDAMSE HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN Als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de statuten van de stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten I. Algemeen II. III. IV. Organisatie Het
Nadere informatieBESTUURSREGLEMENT VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT
BESTUURSREGLEMENT VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT INHOUDSOPGAVE PREAMBULE I. ALGEMENE BEPALINGEN II. INRICHTING VAN DE UNIVERSITEIT III. FACULTEITEN EN ORGANISATIE VAN ONDERWIJS EN ONDERZOEK IV. ACADEMISCHE
Nadere informatieWet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
(Tekst geldend op: 24-09-2010) Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Hoofdstuk 9. Het bestuur en de inrichting van de universiteiten TITEL 1. HET BESTUUR EN DE INRICHTING VAN DE OPENBARE
Nadere informatiereglement opleidingscommissies HZ Stichting HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences;
reglement opleidingscommissies HZ Stichting HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op artikel 10.3c van de Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Nadere informatieToelichting op het model Faculteitsreglement
Toelichting op het model Faculteitsreglement 2017-2018 De wet Versterking van de Bestuurskracht is op 14 juni 2016 aangenomen door de Eerste Kamer. In deze wet is artikel 9.18 WHW, dat gaat over opleidingscommissies,
Nadere informatieFACULTEITSREGLEMENT FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE
FACULTEITSREGLEMENT FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begripsbepalingen. De in dit reglement gebruikte begrippen hebben daarin dezelfde betekenis als zij hebben in de Wet op
Nadere informatieBESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT STICHTING DIENST LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK
BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT STICHTING DIENST LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK 2012 INHOUDSOPGAVE pag. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 04 Artikel 1 Definities 04 Hoofdstuk 2 Bestuur en raad van toezicht 05 Artikel
Nadere informatieHoofdstuk 1. Algemeen
REGLEMENT VAN HET WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT LEIDEN UNIVERSITY CENTRE FOR THE ARTS IN SOCIETY (LUCAS) Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1. Naam van het instituut Het instituut draagt de naam Leiden University
Nadere informatieHOOFDSTUK 2: RAAD VAN BESTUUR LUMC EN ORGANISATIE
REGLEMENT FACULTEIT DER GENEESKUNDE HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN------------------------------------------------------------------------------------- 1 HOOFDSTUK 2: RAAD VAN BESTUUR LUMC EN ORGANISATIE ----------------------------------------
Nadere informatieFACULTEITSREGLEMENT FACULTEIT BEDRIJFSKUNDE
Concept (2,0) FACULTEITSREGLEMENT FACULTEIT BEDRIJFSKUNDE INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk I. Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen Hoofdstuk II. De inrichting van de faculteit Paragraaf II A. Het bestuur van de
Nadere informatieREGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN ALGEMEEN Artikel 1. Algemene bepalingen 1. Dit reglement is het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 15 van de statuten van
Nadere informatieReglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT 140331 ALGEMEEN
Reglement Raad van Toezicht Stichting Hogeschool Leiden ALGEMEEN Artikel 1. Algemene bepalingen 1. Dit reglement is het Huishoudelijk Reglement van de Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 15 van de Statuten
Nadere informatieMANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06
MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06 Artikel 1 - Definitiebepaling In dit managementstatuut wordt verstaan onder: Vereniging: de Vereniging Samenwerkingsverband PO 30.06; Algemene vergadering:
Nadere informatiereglement examencommissie HZ Stichting HZ Gelet op het bepaalde in art. 7.12 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
reglement examencommissie HZ Stichting HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ; Gelet op het bepaalde in art. 7.12 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; Gelet op het advies
Nadere informatieReglement van Orde. College van Beroep voor de examens. ex Artikel 7.62 van de WHW. College van Beroep voor de examens - Reglement van Orde
College van Beroep voor de examens Reglement van Orde 1 Inhoudsopgave Artikel 1. Plaats en functie van het College... 3 Artikel 2. Voordracht, samenstelling en benoeming van het College... 3 Artikel 3.
Nadere informatie64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN
GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN De raden, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen, Veere en Middelburg, ieder voor zover zij voor de eigen
Nadere informatieInhoudsopgave. Inleiding 2. Code goed bestuur universiteiten 2007
goed bestuur universiteiten 2007 Inhoudsopgave Inleiding...2 1. Naleving en handhaving van de code goed bestuur...4 2. Het college van bestuur...4 2.1 Taak en werkwijze...5 2.2 Bezoldiging en benoeming...6
Nadere informatieMANAGEMENTSTATUUT STICHTING SAMEN TUSSEN AMSTEL EN IJ.
MANAGEMENTSTATUUT STICHTING SAMEN TUSSEN AMSTEL EN IJ. Preambule De wettelijke opdracht om te komen tot een scheiding van de functies van bestuur en intern toezicht is binnen de Stichting Samen Tussen
Nadere informatieReglement ICLON. Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Reglement ICLON HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. In dit reglement wordt verstaan onder de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). 2. De in dit reglement
Nadere informatieMedezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad
Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Hoeksche Waard Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 21 januari 2014 na instemming
Nadere informatieDirectiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur
Directiestatuut CSG Artikel 1. Taakverdeling en structuur 1. De directeur-bestuurder oefent in de rol van bestuur van de stichting de hem bij of krachtens wettelijk voorschrift, statuten of het Reglement
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT
MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT Medezeggenschapsreglement van Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO)
MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) Medezeggenschapsreglement van Stichting samenwerkingsverband de Liemers po te Zevenaar (samenwerkingsverband 25-04). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Nadere informatieFACULTEITSREGLEMENT Faculteit Geschiedenis, Cultuur en Communicatie. zich noemende: Erasmus School of History, Culture and Communication
FACULTEITSREGLEMENT Faculteit Geschiedenis, Cultuur en Communicatie zich noemende: Erasmus School of History, Culture and Communication Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In dit reglement
Nadere informatieBBR 2015 BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK
BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK PREAMBULE Met de vaststelling van dit reglement wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 9.3 van de statuten van de Stichting Universiteit
Nadere informatieReglement Raad van Toezicht
Reglement Raad van Toezicht I LEDEN, BENOEMING VAN LEDEN, ONAFHANKELIJKHEID EN TEGENSTRIJDIGE BELANGEN Artikel 1 1. De Hogeschool kent een Raad van Toezicht bestaande uit tenminste vijf en ten hoogste
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT TUE 1998 Editie 2003 Pagina 1/26 INHOUD pagina Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Hoofdstuk II Het bestuur en de inrichting van de universiteit
Nadere informatieFaculteitsreglement. Inhoud. Faculteit Technische Natuurwetenschappen. Preambule
Faculteit Technische Natuurwetenschappen Faculteitsreglement Inhoud Preambule...1 Hoofdstuk I Algemeen...2 Artikel 1 Begripsbepalingen...2 Hoofdstuk II Inrichting en bestuur van de faculteit...3 Artikel
Nadere informatieREGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA Cultural Governance in Theater Dakota Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Cultuuranker Escamp op: 26 november 2012 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel
Nadere informatieReglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant 1 oktober 2011 Reglement Cliëntenraad van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant stelt conform
Nadere informatieMedezeggenschapsreglement van RSV Breda e.o. te Breda ( het samenwerkingsverband )
Medezeggenschapsreglement van RSV Breda e.o. te Breda ( het samenwerkingsverband ) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658);
Nadere informatieUNIVERSITEIT MAASTRICHT. BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT UM waarin verwerkt de Wet versterking besturing
UNIVERSITEIT MAASTRICHT BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT UM waarin verwerkt de Wet versterking besturing Na verkregen instemming van de universiteitsraad voor de eerste maal vastgesteld door het college van
Nadere informatie6. Medezeggenschap van studenten
6. Medezeggenschap van studenten De medezeggenschap van studenten is vastgelegd in een drietal reglementen: de Structuurregeling, het reglement UGV/FGV en het reglement USR/FSR. 6.1 Medezeggenschap op
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01
MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen
Nadere informatieOnderwerp: Herbenoeming leden van de Raad van Toezicht Esdal College.
*13.15375* Behandelend ambtenaar: C. Houtenbos Afdeling/cluster: afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling/cluster JOS Telefoonnr.: 0591-535387 Portefeuillehouder: Onderwerp: Herbenoeming leden van de Raad
Nadere informatie4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit
Nadere informatieBESTUURSREGLEMENT VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT
BESTUURSREGLEMENT VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT INHOUDSOPGAVE PREAMBULE I. ALGEMENE BEPALINGEN II. INRICHTING VAN DE UNIVERSITEIT III. FACULTEITEN EN ORGANISATIE VAN ONDERWIJS EN ONDERZOEK IV. ACADEMISCHE
Nadere informatieReglement College van Bestuur IJsselgroep
Reglement College van Bestuur IJsselgroep Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. 12 maart 2014 0. Inleiding In de statuten d.d. 19 december 2009 van de Stichting IJsselgroep Educatieve Dienstverlening
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs
MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om werkbare of lesweken,
Nadere informatieMedezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Groningen ( het samenwerkingsverband ).
MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD VO Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 te Groningen ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene
Nadere informatieBestuursreglement Sanquin
Raad van Bestuur Plesmanlaan 125 1066 CX Amsterdam Postbus 9892 1006 AN Amsterdam Telefoon (020) 512 30 00 Fax (020) 512 33 03 www.sanquin.nl Auteur(s) H.M.H. de Bruijn-van Beek Datum 10-02-2006 Ons kenmerk
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT TU/e (Gewijzigd per 25-9-2008) Pagina 1/28 INHOUD pagina Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Hoofdstuk II Het bestuur en de inrichting van
Nadere informatieBevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.
6. Raad van Toezicht 14-04-2014 Versie 6.02 Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht Status Definitief Artikel 1: Positionering Raad van Toezicht Ingevolge de statuten bestuurt het College van Bestuur
Nadere informatieReglement van het Verantwoordingsorgaan
Reglement van het Verantwoordingsorgaan Per 3 december 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter 4 Artikel 3
Nadere informatieBESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT HOGESCHOOL INHOLLAND
BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT HOGESCHOOL INHOLLAND Artikel 1: Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaat onder: a. WHW: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek van 8 oktober
Nadere informatiehttp://wetten.overheid.n1/b WBR0003420/Hoofdstukl/Titelll/Afdelm.
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet op het primair onderwij. http://wetten.overheid.n1/b WBR0003420/Hoofdstukl/Titelll/Afdelm. Wet op het primair onderwijs, Artikel 17c Artikel 17c. Inhoud intern
Nadere informatieBBR 2014 BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK
BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK PREAMBULE Met de vaststelling van dit reglement wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 9.3 van de statuten van de Stichting Universiteit
Nadere informatieREGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING ARTIKEL 1 DEFINITIES In dit reglement wordt verstaan onder: - Bestuur : het bestuur van de Stichting, zijnde het orgaan dat de dagelijkse en algemene leiding
Nadere informatieReglement van de faculteit der geneeskunde van de Universiteit Leiden. Inleiding Artikel 1... pag. 2
Reglement van de faculteit der geneeskunde van de Universiteit Leiden Inhoud Inleiding Artikel 1................................................... pag. 2 Hoofdstuk 1: Bestuur en inrichting van de faculteit
Nadere informatieMedezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07
Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen
Nadere informatieReglement voor de Ledenraad van Coöperatie Qurrent U.A.
Versie d.d. 11/26-11-2014 RwC/GJ/CvG ondwerk\oa\oa14\74679635.reglq3 Reglement voor de Ledenraad van Coöperatie Qurrent U.A. Begripsomschrijving Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan
Nadere informatieWET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).
WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B. 2002 no. 41). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze wet en daarop
Nadere informatieReglement van orde Commissie voor de examens Open Universiteit
Reglement van orde Commissie voor de examens Open Universiteit U2014/4782/MLS Vastgesteld d.d. 1 september 2014 door de Commissie voor de examens van de faculteit Cultuur- en rechtswetenschappen (CenR).
Nadere informatieDe doorgevoerde wijzigingen zijn voor het overgrote deel het gevolg van de invoering van de Wet Versterking Besturing per 1 september 2010.
^ Maastricht University gescand 20 JAN. 2011 Aan: Universiteitsraad Faculteitsbesturen Servicecentra MUO College van Bestuur uw kenmerk ons kenmerk BC/EV 11.10.0068 doorkiesnummer +31 43 3883523/3516 Maastricht
Nadere informatieReglement Cliëntenraad Jeugdbescherming Brabant
Reglement Cliëntenraad Jeugdbescherming Brabant 1 oktober 2011 Reglement Cliëntenraad van Jeugdbescherming Brabant Jeugdbescherming Brabant stelt conform artikel 58 e.v. van de Wet op de Jeugdzorg een
Nadere informatieCentrale Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad zoals bedoeld in artikel en verder van de WHW.
CONCERNSTAF REGLEMENT INSPRAAKORGAAN DIENSTEN Inhoud: Titel 1 Titel 2 Titel 3 Titel 4 Titel 5 Titel 6 Titel 7 Algemeen Het Inspraakorgaan Verkiezingen Bevoegdheden en taken Inspraakorgaan Diensten Inrichting
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO)
MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO) Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om werkbare of lesweken, -dagen of maanden. Vakanties tellen dus niet mee. Medezeggenschapsreglement
Nadere informatieStichting Sirius Reglement Raad van Toezicht
Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht Stichting Sirius Openbaar primair onderwijs Amsterdam Zuidoost Versie: 2014-04-14 Inhoudsopgave 1 Reglement voor de Raad van Toezicht... 3 Artikel 1 - Begripsbepalingen...
Nadere informatieManagementstatuut Samenwerkingsverband 25.04
Managementstatuut SWV passend onderwijs V(S)O 25.4 Managementstatuut Samenwerkingsverband 25.04 INHOUD Artikel 1 Definitiebepaling Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut Artikel
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ).
MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet:
Nadere informatieDit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.
BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten
Nadere informatieReglement Dienstraden
Reglement Dienstraden Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Hoofdstuk 2: Samenstelling, zittingstermijn en verkiezing Hoofdstuk 3: Functie, taak en bevoegdheden van de Dienstraad Hoofdstuk 4: Werkwijze van
Nadere informatiePre-ambule. Werkingsduur en wijzigingen reglement
Reglement Ondersteuningsplanraad (OPR) van de Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs voor primair en speciaal onderwijs, h.o. Berséba, statutair gevestigd te Utrecht, opnieuw vastgesteld door de raad
Nadere informatieIB / blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. AL
IB / 2018.002601.01 blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 - Naam De stichting is
Nadere informatieGEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016
De Colleges van Bestuur van: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016 de Erasmus Universiteit Rotterdam; de Radboud Universiteit Nijmegen; de Rijksuniversiteit Groningen;
Nadere informatieBijlage 14. Reglement OPR
Bijlage 14 Reglement OPR 137 Bijlage 14; Reglement OPR MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om werkbare of lesweken,
Nadere informatieRegeling melding onregelmatigheden TU/e
Regeling melding onregelmatigheden TU/e Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven vindt het wenselijk dat in het kader van corporate governance, de universiteit beschikt over een
Nadere informatieBestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging
Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge
Nadere informatieCommissiereglement NBA
Commissiereglement NBA 1. Grondslag 1.1 Dit reglement kent als grondslag artikel 11, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep. Daarin is bepaald dat het bestuur de NBA bestuurt. 2. Overwegingen
Nadere informatieMANAGEMENTSTATUUT STICHTING OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN SCHIEDAM
MANAGEMENTSTATUUT STICHTING OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN SCHIEDAM Versie 27 september 2012 Opnieuw vastgesteld op 8 december 2016 1 PREAMBULE In dit managementstatuut worden door het bestuur van de
Nadere informatieReglement van de faculteit der geneeskunde van de Universiteit Leiden 1
Reglement van de faculteit der geneeskunde van de Universiteit Leiden Inhoud Inleiding Artikel 1.. pag. 2 Hoofdstuk 1: Bestuur en inrichting van de faculteit der geneeskunde pag. 2 Paragraaf 1: Bestuur
Nadere informatieVaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2
Bestuurs- en Managementstatuut SWV Utrecht PO INHOUD I. Algemene bepalingen voor het bestuurs- en managementstatuut Vaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1 Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel
Nadere informatieDoorlopende tekst van de statuten van de stichting. Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs gevestigd te Haarlem
Doorlopende tekst van de statuten van de stichting Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs gevestigd te Haarlem Na statutenwijziging de dato 9 november 2009 verleden voor mr. A. Helmig notaris te Haarlem.
Nadere informatieSTATUTEN STICHTING AMSTERDAMSE HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN
STATUTEN STICHTING AMSTERDAMSE HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN Naam en zetel Artikel 1 De stichting is genaamd: Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Zij heeft haar zetel te Amsterdam. Doelstelling
Nadere informatieREGLEMENT VAN HET WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT
REGLEMENT VAN HET WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1. Naam van het instituut Artikel 2 FR 1. Het instituut draagt de naam: Instituut Pedagogische Wetenschappen.
Nadere informatieManagementstatuut swv Passend Primair Onderwijs Noord- Kennemerland
Managementstatuut swv Passend Primair Onderwijs Noord- Kennemerland Artikel 1 Definitiebepaling In dit managementstatuut wordt verstaan onder: Bestuur het bestuur van het samenwerkingsverband Passend Primair
Nadere informatieWetsartikelen ter toelichting van de OER
Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2010-2011 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
Nadere informatieprofiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht
profiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht Organisatie De Open Universiteit (OU), opgericht in 1984, is de jongste universiteit
Nadere informatieReglement beroepenveldcommissies HZ. Stichting HZ. Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences;
Reglement beroepenveldcommissies HZ Stichting HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Stelt het hierna volgende reglement beroepenveldcommissies HZ vast. 1 Reglement
Nadere informatieMANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN 2012-2014
MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN 2012-2014 Artikel 1 Definitiebepaling In dit managementstatuut wordt verstaan onder Bevoegd gezag: Bestuur Stichting Facetscholen, voor openbaar primair onderwijs
Nadere informatieMedezeggenschapsreglement Ondersteuningsplanraad. Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord
Medezeggenschapsreglement Ondersteuningsplanraad Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord Voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. 1 Inhoudsopgave Preambule... 3 Reglement... 3 I.
Nadere informatieREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (Primair Onderwijs) Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord Limburg Vastgesteld
REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (Primair Onderwijs) Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord Limburg Vastgesteld 25092013 Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds
Nadere informatieRegeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen;
Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen Het bestuur, gelet op artikel 33 van de Pensioenwet; gelet op de Code Pensioenfondsen,
Nadere informatiebesluit voor de procedure voor de instelling van leerstoelen en de benoeming van gewoon en bijzonder hoogleraren de volgende regeling vast te stellen:
Procedureregeling instelling leerstoelen en Het college van bestuur, gehoord de decanen, besluit voor de procedure voor de instelling van leerstoelen en de benoeming van gewoon en bijzonder hoogleraren
Nadere informatieReglement van orde van de Raad voor Cultuur 2014
Reglement van orde van de Raad voor Cultuur 2014 De Raad voor Cultuur, Gelet op: artikel 21 van de Kaderwet adviescolleges, Overwegende: dat dat het wenselijk is dat in een Reglement van orde nadere voorschriften
Nadere informatiede aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever.
REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities Bestuur: Ondernemingsraad: Pensioenreglement: Statuten: Uitvoeringsovereenkomst: Vereniging van gepensioneerden:
Nadere informatieREGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN
REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Algemene bepalingen Interne procedure De Commissie integriteit Universiteit
Nadere informatieRaad van Toezicht Ambtelijk secretaris BESTUURSREGLEMENT PROTESTANTSE THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
BESTUURSREGLEMENT PROTESTANTSE THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Algemeen Dit reglement is het bestuursreglement van de Protestantse Theologische Universiteit ter regeling
Nadere informatieNiets uit dit profiel mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Leeuwendaal gereproduceerd worden
Profiel Lid Raad van Toezicht met onderwijs profiel 18 december 2015 Opdrachtgever Hogeschool Van Hall Larenstein Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, senior adviseur Leeuwendaal
Nadere informatieREGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming
1 Begripsbepaling REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming 1.1 In dit reglement van de Raad van Bestuur wordt verstaan: a) KinderRijk: Stichting KinderRijk gevestigd
Nadere informatieWetsartikelen ter toelichting van de OER
Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2008-2009 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
Nadere informatieManagementstatuut (AB-DB model)
Managementstatuut (AB-DB model) INHOUD Vaststelling... 3 Artikel 1 Definitiebepaling... 4 Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut... 4 Artikel 3 Taken en bevoegdheden van het bestuur...
Nadere informatieManagementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02
Managementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02 Versie 43.0 INHOUD Algemene bepalingen voor het managementstatuut Vaststellingsdatum managementstatuut 1 Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel 2 Vaststelling
Nadere informatie