Ook zijn per 1 juli 2010 de (bruto) bedragen genoemd in de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) gewijzigd.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Ook zijn per 1 juli 2010 de (bruto) bedragen genoemd in de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) gewijzigd."

Emilie van de Brink
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 INLEIDING Per 1 juli 2010 is het wettelijk imumloon gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de aan het netto-imumloon gerelateerde bijstandsen, de en genoemd in de WIJ en de grondslagen IOAW en IOAZ. Als gevolg daarvan veranderen de kwijtscheldingsen en de en voor de beslagvrije voet. Per 1 juli 2010 eindigde de overgangsperiode voor bijstandsgerechtigden jonger dan 27 jaar die voor de inwerkingtreding van de WIJ op 1 oktober 2009 een WWB-uitkering ontvingen. Tot 1 januari 2011 kent de WWB nog wel en voor jongeren tot 27 jaar. Er geldt namelijk een uitzondering voor alleenstaande ouders tot 27 jaar die in een gemeente wonen die deelneemt aan het Experiment bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders. Ook zijn per 1 juli 2010 de (bruto) bedragen genoemd in de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) gewijzigd. Voor de berekening van de netto woonlasten zijn de bedragen per 1 juli 2010 niet gewijzigd. In het kader van de vereenvoudiging van de huurtoeslag worden alle huurtoeslagparameters, waaronder de maximale huurgrens en de huur, 2010 niet meer per 1 juli vastgesteld. De eerst volgende aanpassing zal per 1 januari 2011 plaatsvinden. Dat betekent dat de zowel maximale huurgrens voor huurtoeslag als de huurliberalisatiegrens eerst per 1 januari 2011 wordt geïndexeerd. In het najaar van 2010 wordt bekend gemaakt met welk percentage de bedragen per 1 januari 2011 worden geïndexeerd. Volledigheidshalve treft u verderop wel het berekeningsschema van de netto woonlasten aan. Ongewijzigd per 1 juli 2010 Gewijzigd per 1 juli 2010 Normbedragen netto woonlasten Normpremie ziektekostenverzekering Forfaitair bedrag kostgangers Normbedragen Wet werk en bijstand: - kwijtscheldingsen - beslagvrije voet Normbedragen Wet werk en inkomen kunstenaars - kwijtscheldingsen Normbedragen IBG-DUO - en studiefinanciering Bedragenheffingskorting Percentage invorderingsrente

2 NORMBEDRAGEN KWIJTSCHELDING PER 1 JULI % imum Echtgenoten beide jonger dan 65 jaar n.v.t 1.043, ,37 Echtgenoten één echtgenoot 65 jaar of ouder 1.379, ,59 = 1.401,25 n.v.t. n.v.t. Echtgenoten beide zijn 65 jaar of ouder 1.379, ,18 = 1.422,84 n.v.t. n.v.t. Alleenstaande ouder jonger dan 65 jaar n.v.t. 913, ,93 Alleenstaande ouder 65 jaar of ouder 1.260, ,59 = 1.282,53 n.v.t. n.v.t. Alleenstaande jonger dan 65 jaar n.v.t. 652,19 913,06 Alleenstaande 65 jaar of ouder 1.003, ,59 = 1.025,25 n.v.t. n.v.t. 95% imum Echtgenoten beide jonger dan 65 jaar n.v.t 991, ,15 Echtgenoten één echtgenoot 65 jaar of ouder 1.310, ,59 = 1.332,27 n.v.t. n.v.t. Echtgenoten beide zijn 65 jaar of ouder 1.310, ,18 = 1.353,86 n.v.t. n.v.t. Alleenstaande ouder jonger dan 65 jaar n.v.t. 867, ,23 Alleenstaande ouder 65 jaar of ouder 1.197, ,59 = 1.219,48 n.v.t. n.v.t. Alleenstaande jonger dan 65 jaar n.v.t. 619,58 867,41 Alleenstaande 65 jaar of ouder 953, ,59 = 975,07 n.v.t. n.v.t. 90% imum maximum maximum maximum Echtgenoten beide jonger dan 65 jaar n.v.t 939, ,93 Echtgenoten één echtgenoot 65 jaar of ouder 1.241, ,59 = 1.263,28 n.v.t. n.v.t. Echtgenoten beide zijn 65 jaar of ouder 1.241, ,18 = 1.284,87 n.v.t. n.v.t. Alleenstaande ouder jonger dan 65 jaar n.v.t. 821, ,54 Alleenstaande ouder 65 jaar of ouder 1.134, ,59 = 1.156,44 n.v.t. n.v.t. Alleenstaande jonger dan 65 jaar n.v.t. 586,97 821,75 Alleenstaande 65 jaar of ouder 903, ,59 = 924,88 n.v.t. n.v.t. NORMBEDRAGEN WET WERK EN INKOMEN KUNSTENAAR WWIK bedragen per maand (inclusief 8% vakantietoeslag) Bruto Netto Alleenstaande 736,97 639,14 Alleenstaande ouder 1.019,92 900,01 Gehuwden en ongehuwd samenwonenden 1.087, ,45

3 SCHEMA BESLAGVRIJE VOET PER 1 JULI 2010 P = partner = 21/65 jaar of ouder = jonger dan 21/65 jaar BV = beslagvrije voet ECHTGENOTEN OF GEREGISTREERDE PARTNERS en 65 jaar met/zonder ten laste komend(e) BV: 1.173,93 P 1: 65 jaar P 2: 65 jaar BV: 1.241,69 P 1: 65 jaar P 2: 65 jaar BV: 1.241,69 P 1: 21 jaar zonder ten laste komend(e) BV: 405,63 P 1: 21 jaar met ten laste komend(e) BV: 640,41 P 2: 21 zonder ten laste komend(e) BV: 789,79 met ten laste komend(e) BV: 1.024,57 ALLEENSTAANDE OUDER 21 jaar BV: 437,60 let op: de Belastingdienst hanteert voor personen met een ander inkomen dan een bijstandsuitkering in afwijking hiervan: imum van 821,75 en een maximum van 1.056,54 21 jaar en 65 jaar BV: imum van 821,75 en een maximum van 1.056,54 65 jaar BV: 1.134,85 ALLEENSTAANDE 21 jaar BV: 202,82 Let op: de Belastingdienst hanteert voor personen met een ander inkomen dan een bijstandsuitkering in afwijking hiervan: imum van 586,97 en een maximum van 821,75 21 jaar en 65 jaar BV: imum van 586,97 en een maximum van 821,75 65 jaar BV: 903,29 Bij verblijf in een inrichting in de zin van artikel 1 van de Wet werk en bijstand bedraagt de beslagvrije voet per maand de eventuele eigen bijdrage voor verzorging dan wel verpleging vermeerderd met: Voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder 2/3 x 290,45 = 193, vergoeding Zorgverzekeringswet Voor gehuwden 2/3 x 451,76 = 301, vergoeding Zorgverzekeringswet. Indien één van de gehuwden in een inrichting verblijft, bedraagt de beslagvrije voet de som van 90 % van de bijstands die voor ieder van hen als alleenstaande of alleenstaande ouder zouden gelden.

4 BEDRAGEN STUDIEFINANCIERING 2010 S C H E M A 1 HOGER ONDERWIJS THUISWONEND GEEN EIGEN INKOMSTEN Basisbeurs 95,61 Maximaal aanvullende beurs 221,00 Maximale basislening 287,54 Normbudget voor levensonderhoud 604,15 Bedrag boeken en leermiddelen (art LI 2008) 57,00 Collegegeld 139,33 S C H E M A 2 HOGER ONDERWIJS UITWONEND GEEN EIGEN INKOMSTEN Basisbeurs 266,23 Maximaal aanvullende beurs 240,92 Maximale basislening 287,54 Normbudget voor levensonderhoud 794,69 Bedrag boeken en leermiddelen (art LI 2008) 57,00 Collegegeld 139,33 S C H E M A 3 BEROEPSONDERWIJS THUISWONEND GEEN EIGEN INKOMSTEN Basisbeurs 75,39 Maximaal aanvullende beurs 308,40 Maximale basislening 164,21 Normbudget voor levensonderhoud 548,00 Bedrag boeken en leermiddelen (art LI 2008) 50,00 Onderwijsretributie 85,92 S C H E M A 4 BEROEPSONDERWIJS UITWONEND GEEN EIGEN INKOMSTEN Vanaf Basisbeurs 246,00 Maximaal aanvullende beurs 328,33 Maximale basislening 164,21 Normbudget voor levensonderhoud 738,54 Bedrag boeken en leermiddelen (art LI 2008) 50,00 Onderwijsretributie 85,92 CATEGORIE Partnertoeslag 557,27 Eénoudertoeslag 445,93

5 NETTO WOONLASTEN Berekeningsmodel netto woonlasten Huurtoeslagjaar Totaalbedrag aan woonlasten indien woonwagen inclusief huur standplaats plus Totaalbedrag aan inbegrepen servicekosten Subsidiabele servicekosten (maximaal 12 per categorie, totaal maximaal 48) plus Subsidiabele huur / rekenhuur (op de belastingschuldige drukkende huurprijs) = Totaalbedrag tegemoetkog(en) woonlasten (huurtoeslag en/of woonkostentoeslag) Normhuur - bij een eenpersoons- en meerpersoonshuishouden 192,32 - bij een eenpersoonsouderenhuishouden 190,50 - bij een meerpersoonsouderenhuishouden 188,69 Netto woonlasten - bij een eenpersoons- en meerpersoonshuishouden maximaal 455,21 - bij een eenpersoonsouderenhuishouden maximaal 457,03 = - bij een meerpersoonsouderenhuishouden maximaal 458,84 Maximale subsidiabele huur 647,53 Eenpersoonshuishouden. Het huishouden van een huurder die, afgezien van een eventuele onderhuurder en de tot het huishouden van de onderhuurder behorende personen, als enige een woning bewoont en die jonger dan 65 jaar was op 1 januari van het peiljaar. Meerpersoonshuishouden. Het huishouden van een huurder die samen met een of meer medebewoners een woning bewoont, als het aandeel in het rekeninkomen, afkomstig van personen die op 1 januari van het peiljaar 65 jaar of ouder waren, de helft of der bedraagt. Eenpersoonsouderenhuishouden. Het huishouden van een huurder die, afgezien van een eventuele onderhuurder en de tot het huishouden van de onderhuurder behorende personen, als enige een woning bewoont en die 65 jaar of ouder was op 1 januari van het peiljaar. Meerpersoonsouderenhuishouden. Het huishouden van een huurder die samen met een of meer medebewoners een woning bewoont, als het aandeel in het rekeninkomen, afkomstig van personen die op 1 januari van het peiljaar 65 jaar of ouder waren, meer dan de helft bedraagt.

Vergelijkbare documenten

100% kwijtscheldingsnorm per 1 januari vaste norm. minimumnorm. maximumnorm. Huishoudtype

100% kwijtscheldingsnorm per 1 januari vaste norm. minimumnorm. maximumnorm. Huishoudtype Normbedragen kwijtschelding per 1 januari 2010 100% kwijtscheldings per 1 januari 2010 imum Echtgenoten beide jonger dan 65 jaar n.v.t 1.039,23 1.299,04 Echtgenoten één echtgenoot 65 jaar of ouder 1.374,32