SPCK 420/421 LCD-Keypad User Guide
|
|
- Timo Sanders
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 SPCK 420/421 LCD-Keypad User Guide Version Security Products
2 Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Alle rechten op dit document en op het onderwerp van dit document zijn voorbehouden. Door de acceptatie van het document erkent de gebruiker deze rechten. Het is de gebruiker niet toegestaan het document of de inhoud geheel of gedeeltelijk te publiceren of beschikbaar te stellen aan derden zonder voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming of te gebruiken voor enig ander doel dan waarvoor het document is verstrekt. Edition: Document nr.: A6V
3 Inhoudsopgave 1 Beveiliging Doelgroep Algemene veiligheidsinstructies Algemene informatie Functie Service en onderhoud Betekenis van de waarschuwingen Betekenis van gevarensymbolen Richtlijnen en normen EU-richtlijnen Inleiding Overzicht van typen bediendelen Interface van bediendeel gebruiken Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Het systeem in- en uitschakelen UITSCHAKELEN INSCHAKELEN DEELSCHAKELING Geforceerd inschakelen HERSTELLEN CODE HERSTELD Gebruikersmenu's SYSTEEM STATUS OVERBRUGGEN UITSTELLEN INST. DATUM/TIJD TEST GEBEURT.LOGBOEK DEURBEL GEBRUIKERS VERANDER CODE SMS DEURCONTROLE VERLEEN TOEGANG RAPPORT.NR ENGIN TOEGANGSLOGBOEK Appendix Gebruikersrechten Gebruikers-PIN's Zonetabel
4 1 Beveiliging Doelgroep 1 Beveiliging 1.1 Doelgroep De instructies in dit document zijn bestemd voor de volgende doelgroep: Doelgroep Kwalificatie Activiteit Staat van het product Eindgebruiker Instructie door technische specialisten is noodzakelijk. Voert alleen de procedures voor een juiste bediening van het product uit. Het product is geïnstalleerd en geconfigureerd. 1.2 Algemene veiligheidsinstructies Algemene informatie Bewaar dit document ter referentie. Geef dit document altijd mee met het product. Neem tevens eventuele aanvullende landspecifieke, lokale veiligheidsnormen of -voorschriften met betrekking tot projectplanning, bediening en verwerking van het product in acht. Aansprakelijkheidsclaim Voer aan de apparatuur geen wijzigingen of aanpassingen uit die niet expliciet worden aangegeven in deze handleiding of zijn goedgekeurd door de fabrikant Functie Gevaarlijke situatie na vals alarm Zorg dat alle betrokken partijen en autoriteiten die assistentie verlenen, zijn ingelicht voordat u het systeem test. Informeer altijd alle aanwezigen voordat u alarmapparatuur test om paniek te voorkomen Service en onderhoud Gevaar van elektrische schok tijdens onderhoud Onderhoud dient uitsluitend te worden verricht door gekwalificeerde technici. Gevaar van elektrische schok tijdens reiniging van het apparaat Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of spuitbussen die alcohol, spiritus of ammoniak bevatten. 4
5 Beveiliging Betekenis van de waarschuwingen Betekenis van de waarschuwingen Signaalwoord GEVAAR WAARSCHUWING LET OP BELANGRIJK Soort risico Levensgevaar of gevaar voor ernstig persoonlijk letsel. Mogelijk levensgevaar of gevaar voor ernstig persoonlijk letsel. Gevaar voor licht lichamelijk letsel of schade aan eigendommen Gevaar voor storingen 1.4 Betekenis van gevarensymbolen WARNING Waarschuwing voor gevaarlijk gebied WARNING Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning 5
6 2 Richtlijnen en normen EU-richtlijnen 2 Richtlijnen en normen 2.1 EU-richtlijnen Dit product voldoet aan de vereisten van de Europese richtlijnen 2004/108/EC Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit en 2006/95/EC Laagspanningsrichtlijn. De EU-verklaring van overeenstemming is door de verantwoordelijke instanties op te vragen bij: Building Technologies Division International Headquarters Fire Safety & Security Products Postadres P.O. Box 1275 SE Solna, Zweden Europese richtlijn 2004/108/EC Elektromagnetische compatibiliteit Tests volgens de onderstaande normen hebben aangetoond dat het product voldoet aan Europese Richtlijn 2004/108/EC: emc-emissie EN Klasse B emc-immuniteit EN Europese richtlijn 2006/95/EG "Laagspanningsrichtlijn" Tests volgens de onderstaande norm hebben aangetoond dat het product voldoet aan Europese Richtlijn 2006/95/EC: Veiligheid EN
7 Inleiding 3 3 Inleiding Het bediendeel is een aan de wand gemonteerde interface waarmee de volgende functies kunnen worden uitgevoerd: Engineers kunnen het systeem programmeren met de menu's van de programmeermodus Engineer (beveiligd met wachtwoord) en het systeem inen uitschakelen. Een gebruiker kan de dagelijkse bediening van het systeem verzorgen. Gebruikers kunnen de menu's voor Gebruikersprogrammering (beveiligd met wachtwoord) openen en bedieningsprocedures (in-/uitschakelen) uitvoeren op het systeem. (Zie de gebruikershandleiding van de SPCK420/421 voor meer informatie over gebruikersprogrammering.) Het bediendeel is voorzien van een geïntegreerde sabotageschakelaar aan de voorzijde en heeft een display met 2 regels van 16 tekens. Het bediendeel heeft een gebruikersvriendelijke navigatietoets waarmee u programmeeropties snel vindt, en 2 contextgevoelige softwaretoetsen (links en rechts) voor het selecteren van de gewenste menuoptie of programmeerinstelling. 3 LED's op het bediendeel geven informatie over de AC-voeding, systeemwaarschuwingen en communicatiestatus. Het standaardbediendeel kan worden geleverd met ingebouwde Portable ACE (PACE) proximity-lezer (zie pagina [ 10]). 7
8 3 Inleiding abc 3 def 4 ghi 5 jkl 6 mno 6 7 pqrs 8 tuv 9 wxyz ok 0 # LCD-bediendeel 1 Lcd-display Op de display van het bediendeel (2 regels van 16 tekens) worden alle waarschuwingen en meldingen getoond. Daarnaast is de display een visuele interface voor de programmering van het systeem (programmeren alleen in engineermodus). U kunt het contrast aanpassen en instellen onder welke omstandigheden de achtergrondverlichting wordt ingeschakeld. 2 Alfanumerieke toetsen Met de alfanumerieke toetsen kunnen tijdens de programmering tekstgegevens en numerieke gegevens worden ingevoerd. U voert alfabetische tekens in door meerdere keren op een toets te drukken. U schakelt tussen hoofdletters en kleine letters met de hekjetoets (#). U voert een cijfer in door de desbetreffende toets 2 seconden ingedrukt te houden. 3 Druktabs De druktabs geven toegang tot de montageklemmen aan de achterzijde van het bediendeel. Gebruikers kunnen deze klemmen loshalen van de voorzijde door een schroevendraaier van 5mm in de uitsparingen te steken en voorzichtig te duwen. 4 Borgschroef Met deze schroef worden de voor- en achterzijde vastgezet op het bediendeel. Deze schroef moet worden verwijderd om het bediendeel te 8
9 Inleiding 3 achterzijde 5 LEDstatusindicatoren openen. De LED-statusindicatoren geven informatie over de status van het systeem. Zie voor een beschrijving de tabel hieronder. 6 Softwaretoetsen De softwaretoetsen links en rechts zijn contextgevoelige toetsen voor het navigeren door menu's/programmeeropties. 7 Gebied proximitylezer 8 Multifunctionele navigatietoets Als het bediendeel is uitgerust met een proximity-lezer (zie page [ 10]), moeten gebruikers de Portable ACE Fob 1 cm van dit gebied houden om het systeem in of uit te schakelen. De multifunctionele navigatietoets biedt in combinatie met de display een interface voor de programmering van het systeem. Led Wisselstroom (groen) Systeemwaar schuwing (geel) X-BUS-status (rood) Status Geeft aan of netvoeding aanwezig is KNIPPEREN: stroomstoring gedetecteerd BRANDT: wisselstroom OK Geeft een systeemwaarschuwing aan KNIPPEREN: Systeemwaarschuwing gedetecteerd; op de display worden locatie en soort waarschuwing getoond. Als het systeem is INGESCHAKELD, worden systeemwaarschuwingen NIET aangegeven. UIT: Geen waarschuwing gedetecteerd. Als een bediendeel is toegewezen aan meer dan één gebied, geeft de LED geen waarschuwingsconditie aan als een van deze gebieden is ingeschakeld Geeft de status van de X-BUS-communicatie aan in de programmeermodus Engineer volledig Langzaam knipperen: (ongeveer om de 1,5 seconde) communicatiestatus is OK Snel knipperen: (ongeveer om de 0,25 seconde) het bediendeel is de laatste uitbreiding op de X-BUS Als het bediendeel voor de eerste keer wordt geïnstalleerd en het wordt voorzien van stroom voordat verbinding is gemaakt met de X-BUS-interface van de controller, blijft de LED in de status AAN 9
10 4 Overzicht van typen bediendelen 4 Overzicht van typen bediendelen Type bediendeel Modelnr. Basisfunctiona liteit Proximitydetectie Geluid Standaardbediendeel SPCK Bediendeel met PACE SPCK421 - Comfort bediendeel SPCK620 - Comfort-bediendeel met audio/kaartlezer SPCK623 Label bediendeel SPCK420/421 1 Label aan binnenzijde van bediendeel 2 Uitklaplabel waarop installateur gegevens kan noteren. Vul alle relevante informatie in als de installatie is voltooid 10
11 Interface van bediendeel gebruiken 5 5 Interface van bediendeel gebruiken ok 3 4 Display van bediendeel 1 SOFTWARETO ETS RECHTS Met deze toets selecteert u de optie die rechts op de onderste regel van de display wordt weergegeven. Mogelijke waarden zijn: SELECTEER om de optie te selecteren die wordt weergegeven op de bovenste regel INVOEREN om de gegevens in te voeren die worden weergegeven op de bovenste regel VOLGENDE om de waarschuwing te tonen die komt na de waarschuwing die wordt weergegeven op de bovenste regel WISSEN om de waarschuwing te wissen die wordt weergegeven op de bovenste regel OPSLAAN om een instelling op te slaan 2 OK De knop OK fungeert als de toets SELECTEER voor de menuoptie die wordt weergegeven op de bovenste regel en als toets OK/OPSLAAN voor de gegevens die worden weergegeven op de bovenste regel. 3 In de programmeermodus navigeert u met de pijltoets rechts op dezelfde manier door menu's als met de optie SELECTEER (softwaretoets rechts). In de modus voor gegevensinvoer verplaatst u met deze toets de cursor een positie naar rechts. 4 In de programmeermodus gaat u met de pijltoets omlaag naar de volgende programmeeroptie op hetzelfde menuniveau. Door deze toets ingedrukt te houden, bladert u door alle programmeeropties die beschikbaar zijn op het huidige menuniveau. In de alfanumerieke modus wijzigt u met deze toets een hoofdletter in een kleine letter. Als waarschuwingen worden weergegeven, gaat u met de pijltoets naar de volgende waarschuwing in volgorde van prioriteit. (Zie Prioriteit van meldingen hieronder) 5 In de programmeermodus gaat u met de pijltoets links naar het vorige menuniveau. U verlaat de programmeermodus door in het hoogste menuniveau op deze toets te drukken. In de modus voor gegevensinvoer verplaatst u met deze toets de cursor een positie naar links. 11
12 5 Interface van bediendeel gebruiken 6 In de programmeermodus gaat u met de pijltoets omhoog naar een vorige programmeeroptie op hetzelfde menuniveau. Door deze toets ingedrukt te houden, bladert u door alle programmeeropties die beschikbaar zijn op het huidige menuniveau. In de alfanumerieke modus wijzigt u met deze toets een kleine letter in een hoofdletter. 7 SOFTWARETO ETS LINKS 8 ONDERSTE REGEL VAN DISPLAY 9 BOVENSTE REGEL VAN DISPLAY Met deze toets selecteert u de optie die links op de onderste regel van de display wordt weergegeven. Mogelijke waarden zijn: EXIT: programmeermodus verlaten TERUG: terug naar het vorige menu Bij inactiviteit is deze regel leeg. In de programmeermodus worden op deze regel de beschikbare opties weergegeven. Deze opties worden weergegeven boven de softwaretoetsen links en rechts en kunnen met de softwaretoetsen worden geselecteerd. Bij inactiviteit worden de datum en tijd weergegeven. In de programmeermodus wordt op deze regel het volgende weergegeven: De te selecteren programmeerfunctie De huidige instelling van de geselecteerde functie De aard van de huidige waarschuwing tijdens een waarschuwingsconditie. (Zie Prioriteit van meldingen hieronder) Prioriteit van meldingen Berichten en waarschuwingen bij problemen worden in de volgende volgorde weergegeven op het bediendeel: Zone Alarmen Sabotage Probleem Gebiedswaarschuwingen Kan niet inschakelen Inlooptijd uit Sabotage code Systeemwaarschuwingen Netspanning Batterij PSU fout Aux fout Zekering buitensirene Zekering binnensirene Sirene sabotage Sabotage behuizing Aux. sabotage 1 Aux. sabotage 2 Storing draadloos Modem 1 fout Modem 1 lijn Modem 2 fout 12
13 Interface van bediendeel gebruiken 5 Modem 2 lijn Kan niet communiceren Gebruikerspaniek XBus kabelfout XBus communicatiefout XBus netfout XBus accufout XBus voedingsfout XBus zekeringfout XBus sabotagefout XBus antennefout XBus storing draadloos XBus paniek XBus brand XBus medisch XBus voeding koppeling Engineer herstel vereist Systeeminformatie Zones in duurtest Open zones Gebiedstoestand Batterij laag (sensor) Sensor vermist WPA batterij laag WPA vermist WPA test te laat Camera offline Opnieuw opstarten Hardwarefout Aux overstroom Lage batterij 13
14 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Het systeem in- en uitschakelen 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Programmeeropties voor de gebruiker zijn beschikbaar via het LCD- en comfortbediendeel. Welke menu's en opties zichtbaar zijn op het bedieningspaneel voor inbraakbeveiliging, wordt geprogrammeerd door de installatie-engineer. Als een gebruiker een optie die wordt beschreven in deze handleiding, niet kan zien, heeft de gebruiker niet de bevoegdheid om die functionaliteit te gebruiken. U benadert de gebruikersprogrammering als volgt: 1. Voer een geldige gebruikers-pin in. 2. Blader met de pijltoetsen omhoog/omlaag naar de gewenste programmeeroptie. 3. Druk in een menuoptie op # om een parameter te selecteren of in of uit te schakelen (bijvoorbeeld een gebruikersrecht). De geselecteerde parameter wordt weergegeven met een * (bijv. *Uitstellen). Op het bediendeel wordt kort BIJGEWERKT weergegeven om aan te geven dat een parameter is gewijzigd. U kunt een menuoptie ook selecteren door de gebruikers-pin in te voeren gevolgd door het nummer van de menuoptie. Zie de afbeelding hierboven. Met optie 1 tot 4 kunt u het systeem in- en uitschakelen. Met 0 selecteert u de gebruikersmenu's. Om een optie in een menu te selecteren, voert u de PIN en 0 in en selecteert u vervolgende het gewenste menunummer. 14
15 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Het systeem in- en uitschakelen Het systeem in- en uitschakelen Voor elke menuoptie moet het bediendeel in de programmeermodus Gebruiker zijn: 1. Voer een geldige gebruikerscode in. 2. U selecteert een programmeeroptie met de pijltoetsen omhoog/omlaag of u voert het cijfer in dat wordt aangegeven in de tabel hieronder. 1 UITSCHAKEL EN 2 INSCHAKELE N 3 DEELSCHAK ELING A 4 DEELSCHAK ELING B Het systeem uitschakelen. Als er meerdere gebieden zijn gedefinieerd, wordt elk gebied weergegeven in een submenu. In een systeem met één gebied wordt deze optie alleen aangeboden als het systeem is ingeschakeld. Het systeem volledig inschakelen. Als er meerdere gebieden zijn gedefinieerd, wordt elk gebied weergegeven in een submenu. In een systeem met één gebied wordt deze optie alleen aangeboden als het systeem is uitgeschakeld. Het systeem inschakelen met deelschakeling A. Als er meerdere gebieden zijn gedefinieerd, wordt elk gebied weergegeven in een submenu. Het systeem inschakelen met deelschakeling B. Als er meerdere gebieden zijn gedefinieerd, wordt elk gebied weergegeven in een submenu UITSCHAKELEN U schakelt het systeem als volgt uit: 1. Voer een geldige gebruikerscode in. Op het bediendeel verschijnt de vraag of u het systeem wilt uitschakelen. 2. Druk op SELECTEER. Op de onderste regel van het bediendeel wordt gedurende circa 5 seconden weergegeven dat het systeem is uitgeschakeld. Hierna verdwijnt deze melding. 3. Als het alarm is geactiveerd, voert u de gebruikerscode in. Alle sirenes en flitslichten gaan uit. De melding UITGESCHAKELD wordt gedurende circa 5 seconden op de display weergegeven. De bron van de alarmconditie wordt aangegeven op het bediendeel en de waarschuwings-led knippert. De waarschuwing wordt op het bediendeel aangegeven totdat de waarschuwing is hersteld INSCHAKELEN De optie INSCHAKELEN biedt de volgende functionaliteit: Volledige beveiliging van een gebouw (door openen van alarmzones wordt alarm geactiveerd) Bij het openen van inloop-/uitloopzones wordt de inlooptimer gestart. Als het alarm niet wordt uitgeschakeld voordat de inlooptimer afloopt, wordt het alarm geactiveerd. U selecteert de optie INSCHAKELEN als volgt: 1. Blader naar INSCHAKELEN. 2. Druk op SELECTEER. 15
16 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Het systeem in- en uitschakelen Op de tweede regel wordt de uitlooptijd weergegeven en de zoemer klinkt om aan te geven dat de gebruiker het gebouw moet verlaten. Wanneer het systeem is ingeschakeld, wordt op de onderste regel van de display gedurende circa 10 seconden INGESCHAKELD weergegeven. Het systeem kan niet worden ingeschakeld als er een open- of foutconditie wordt gedetecteerd in een alarmzone wanneer de optie INSCHAKELEN of DEELSCHAKELING A/B wordt geselecteerd. Op het bediendeel worden nummer en beschrijving van de zone weergegeven. U kunt het systeem pas inschakelen nadat u de zone hebt gesloten of de fout hebt verholpen. Kies daarna nogmaals de optie INSCHAKELEN of DEELSCHAKELING A/B DEELSCHAKELING De optie DEELSCHAKELING biedt de volgende functionaliteit: Perimeterbeveiliging voor een gebouw terwijl vrije beweging door de uitloop- en inloopgebieden is toegestaan Uitsluiting van zones met de instelling UITSLUITEN A/B van beveiliging Directe activering van alarm bij selectie van de modus; standaard zijn er geen uitlooptijden ingesteld in DEELSCHAKELING A/B. U selecteert DEELSCHAKELING A/B als volgt: 1. Blader naar DEELSCHAKELING A of DEELSCHAKELING B. 2. Druk op SELECTEER. Op de onderste regel van de display wordt gedurende circa 10 seconden DEELSCHAKELING A/B INGESCHAKELD weergegeven. Het systeem kan niet worden ingeschakeld als er een open- of foutconditie wordt gedetecteerd in een alarmzone wanneer de optie INSCHAKELEN of DEELSCHAKELING A/B wordt geselecteerd. Op het bediendeel worden nummer en beschrijving van de zone weergegeven. U kunt het systeem pas inschakelen nadat u de zone hebt gesloten of de fout hebt verholpen. Kies daarna nogmaals de optie INSCHAKELEN of DEELSCHAKELING A/B Geforceerd inschakelen Inschakeling van het systeem kan worden geforceerd, hoewel er nog een alarmzone open is. Met deze optie wordt de open zone uitgesteld en het systeem op de normale manier ingeschakeld. U schakelt het systeem als volgt geforceerd in: 1. Blader naar INSCHAKELEN of DEELSCHAKELING A/B. 2. Druk op SELECTEER. De zoemer van het bediendeel klinkt en op de eerste regel van de display wordt de open zone aangegeven 3. Blader naar GEFORCEERD IN. 16
17 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Het systeem in- en uitschakelen 6 4. Druk op SELECTEER HERSTELLEN Waarschuwingscondities op het SPC-systeem worden op het bediendeel aangegeven door een knipperende gele waarschuwings-led en door de zoemer. Op de display worden locatie en aard van de waarschuwingsconditie getoond. Of een gebruiker waarschuwingen kan herstellen, is afhankelijk van de beveiligingsklasse van het systeem (conform de normen). Een waarschuwingsconditie kan pas worden hersteld nadat de fout of zone die de waarschuwing heeft veroorzaakt, fysiek is teruggezet in de normale toestand. Een open zone moet bijvoorbeeld worden gesloten en een verbroken verbinding met de X-BUS moet worden hersteld. Het SPC-systeem biedt de optie Herstellen NIET aan zolang niet wordt gedetecteerd dat de fout is hersteld. Het is mogelijk dat een gebruiker de functie Herstellen niet kan gebruiken als de engineer de gebruiker geen bevoegdheid heeft toegekend voor de functie Herstellen. Gebruikers die een waarschuwing niet kunnen herstellen, ontvangen foutmeldingen op het bediendeel totdat de zone of foutconditie is uitgesteld of overbrugd. Een waarschuwingsconditie wordt alleen op het bediendeel weergegeven wanneer het systeem uitgeschakeld is. Als het systeem is ingeschakeld wanneer een waarschuwingsconditie optreedt, wordt op het bediendeel de waarschuwingsconditie niet aangegeven. Dit gebeurt pas als het systeem wordt uitgeschakeld. Een waarschuwingsconditie herstellen die is veroorzaakt door het openen van een zone: 1. Lokaliseer de open zone (wordt weergegeven op het bediendeel). 2. Herstel de normale toestand voor de alarmsensor door de deur of het venster te sluiten. 3. Voer een geldige gebruikerscode in en selecteer de optie HERSTELLEN (softwaretoets rechts). De zone die de waarschuwing heeft veroorzaakt, wordt weergegeven op de bovenste regel. 4. Druk op de rechtermenutoets om de waarschuwing te herstellen. De melding ALLE WAARSCHUWINGEN HERSTELD wordt weergegeven. De waarschuwings-led knippert. Voor waarschuwingscondities van het type systeem- of communicatiefout (stroomstoring of verbinding met X-BUS verbroken): 1. Lokaliseer de bron van de waarschuwingsconditie. 2. Controleer of alle snoeren en kabels goed zijn aangesloten. Voor een sabotagewaarschuwing: 1. Zorg dat panelen van alle behuizingen en apparaten goed zijn gesloten. Als de fysieke fout niet kan worden teruggezet naar de normale toestand, neemt u contact op met de installatie-engineer. 17
18 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 2. Het alarmsysteem blijft functioneren als de foutconditie wordt uitgesteld of overbrugd CODE HERSTELD Met de functie wordt ingesteld dat de gebruiker waarschuwingscondities kan herstellen die normaliter alleen de installatie-engineer kan herstellen. Deze bevoegdheid moet echter worden beveiligd met een code. U voert als volgt een beveiligd herstel van het systeem uit: De beveiligingsklasse van het systeem moet zijn ingesteld op Klasse 3 of Onbeperkt. Zog dat de zone of fout die de alarmconditie heeft veroorzaakt, fysiek is teruggezet naar de normale toestand. Neem contact op met de installateur voordat u de modus Gebruikersprogrammering activeert en de functie Beveiligd herstel selecteert. Als het goed is, worden de contactgegevens van de installateur aangegeven op het uitklaplabel onder het bediendeel. 1. Druk SELECTEER bij de optie Beveiligd herstel. Op de bovenste regel wordt een resetcode van 6 cijfers weergegeven. 2. Geef de code van 6 cijfers door aan de installateur. 3. U ontvangt een nieuwe gegenereerde code van de installateur. 4. Voer de nieuwe code in bij de prompt AUTH.CODE. 5. Druk op SELECTEER. De melding SYSTEEM HERSTELD wordt weergegeven op de bovenste regel van de display. 6.2 Gebruikersmenu's 1. Voer een geldige gebruikers-pin in. 2. Blader naar MENU'S en druk op SELECTEER. 3. U selecteert een programmeeroptie met de pijltoetsen omhoog/omlaag of u voert het cijfer in dat wordt aangegeven in de tabel hieronder. 1 SYSTEEM STATUS Gebruikers toestaan de status te bekijken van de volgende elementen: OPEN ZONES WAARSCHUWINGEN ISOLATIES BATTERIJ AUX 2 UITSTELLEN Gebruikers toestaan een zone uit te stellen. 3 OVERBRUGGEN Gebruikers toestaan een zone te overbruggen. 4 INST. DATUM/TIJD Gebruikers toestaan de tijd en datum in te stellen. 5 TEST Gebruikers toestaan een SIRENE TEST, LOOPTEST, WPA TEST uit te voeren of AUDIO OPTIES te wijzigen. 18
19 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 6 6 GEBEURT.LOGBOEK Gebruikers toestaan een logboek van de meest recente gebeurtenissen op het systeem weer te geven. 7 TOEGANGSLOGBOEK Gebruikers toestaan een logboek van de meest recente toegang tot het systeem weer te geven. 8 DEURBEL Gebruiker toestaan de belfunctie in of uit te schakelen voor alle zones waarvoor de bel is geprogrammeerd als hoorbare waarschuwingsfunctie. 9 GEBRUIKERS Gebruikers van het type toestaan gebruikers toe te voegen, te bewerken en te verwijderen. 10 VERANDER CODE Gebruikers toestaan hun gebruikers-pin te wijzigen. 11 SMS CONTROLE Gebruikers toestaan een SMS-PIN te configureren. 12 SMS GEBEURTENIS. Gebruikers toestaan de SMS-service in te stellen voor het versturen van korte tekstberichten naar mobiele toestellen over de PSTN-lijn. 13 DEURCONTROLE De gebruiker toestaan deuren te besturen. Hij of zij kan de deur vergrendelen/ontgrendelen en de normale bedrijfsmodus van de deur herstellen. 14 VERLEEN TOEGANG Gebruikers toestaan Engineer- of Leveranciertoegang te verlenen tot het systeem. 15 RAPPORT.NR ENGIN De gebruiker toestaan om de laatste 10 gebeurtenissen in het logboek als SMS naar de engineer te sturen. Afhankelijk van de grootte van de beschrijving van de gebeurtenis kan er meer dan één SMS-bericht nodig zijn. Als de beveiligingsklasse van het systeem is ingesteld op 'Onbeperkt', worden de functies UITSTELLEN, OVERBRUGGEN en TOEGANG VERLENEN mogelijk niet aangeboden in het gebruikersmenu. Voor toegang tot de programmeermenu's hebt u het gebruikersprofiel Standaard of Beheerder nodig SYSTEEM STATUS Met de functie Systeemstatus geeft u alle fouten en storingen op het systeem weer. Om deze fouten en storingen weer te geven: 1. Blader naar SYSTEEMSTATUS. 2. Druk op SELECTEER. Er verschijnt een lijst met waarschuwingen, isolaties of open zones. De status van de batterij en hulpvoeding wordt ook weergegeven OVERBRUGGEN Zones, systeemwaarschuwingen of waarschuwingen van X-BUS-apparaten kunnen handmatig worden overbrugd vanaf het bediendeel. Een zone overbruggen houdt in dat de zone uit het systeem wordt verwijderd totdat de gebruiker de overbrugging opheft. 19
20 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's U overbrugt als volgt zones, systeemwaarschuwingen of waarschuwingen van X- BUS-apparaten: 1. Blader naar OVERBRUGGEN en druk op SELECTEER. 2. Blader naar de gewenste optie in de tabel hieronder en druk op SELECTEER. ZONE SYSTEEM XBUS TOON ISOLATIES Selecteer de gewenste zone en schakel de instelling van NIET OVERBRUGD naar OVERBRUGD. De gewenste systeemwaarschuwing overbruggen. De gewenste waarschuwing overbruggen van UITBREIDINGEN of BEDIENDELEN: XBUS COMM. FOUT XBUS ZEK. FOUT (alleen uitbreidingen) X-BUS SABOTAGE Een lijst met overbrugde zones, systeemwaarschuwingen en waarschuwingen van X-BUS-apparaten weergeven UITSTELLEN Zones en waarschuwingen van X-BUS-apparaten kunnen vanaf het bediendeel handmatig worden uitgesteld. Een zone uitstellen houdt in dat de zone gedurende één inschakelperiode uit het systeem wordt verwijderd. U stelt als volgt zones of waarschuwingen van X-BUS-apparaten uit: 1. Blader naar UITSTELLEN en druk op SELECTEER. 2. Blader naar de gewenste optie in de tabel hieronder en druk op SELECTEER: ZONES SYSTEEM XBUS TOON Selecteer de gewenste zone en schakel de instelling van NIET UITGESTELD naar UITGESTELD. Selecteer de vereiste systeemwaarschuwing en schakel de instelling van UITGESCHAKELD naar INGESCHAKELD om de waarschuwing uit te stellen. NETFOUT ACCUFOUT AUX ZEKERINGFOUT EXT ZEKERINGFOUT INT ZEKERINGFOUT SIRENE SABOTAGE AUX 1 SABOTAGE AUX 2 SABOTAGE ANTENNE SABOTAGE MODEM 1 LIJNFOUT MODEM 2 LIJNFOUT XBUS KABELFOUT KAN NT DOORMELDE PSU FOUT De gewenste waarschuwing overbruggen van UITBREIDINGEN of BEDIENDELEN: XBUS COMM. FOUT XBUS ZEKERINGFOUT (alleen uitbreidingen) X-BUS SABOTAGE Een lijst met uitgestelde zones, systeemwaarschuwingen en waarschuwingen van 20
21 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 6 UITSTELLING X-Bus-apparaten weergeven. Alleen de zonetypen ALARM, UITGANG/INGANG, BRANDUITGANG en LIJN kunnen worden uitgesteld op het SPC-systeem. Alle andere zonetypen worden niet aangeboden in de menu's voor uitstellen INST. DATUM/TIJD U kunt de datum en tijd handmatig invoeren op het systeem. De tijd en datum worden weergegeven op het bediendeel en de browser. De informatie wordt gebruikt voor tijdgerelateerde functies. 1. Blader naar INST. DATUM/TIJD en druk op SELECTEER. De datum wordt weergegeven op de bovenste regel van de display. 2. Met de nummertoetsen kunt u een nieuwe datum invoeren. U verplaatst de cursor naar links en rechts met de pijltoetsen links en rechts. 3. Druk op OK om de nieuwe datum op te slaan. Als u probeert een ongeldige datum op te slaan, wordt gedurende 1 seconde de melding ONGELD. WAARDE weergegeven en wordt u gevraagd een geldige datum in te voeren. 4. Met de nummertoetsen kunt u een nieuwe tijd invoeren. U verplaatst de cursor naar links en rechts met de pijltoetsen links en rechts. 5. Druk op OK om de nieuwe tijd op te slaan. Als u probeert een ongeldige tijd op te slaan, wordt gedurende 1 seconde de melding ONGELD. WAARDE weergegeven en wordt u gevraagd een geldige tijd in te voeren TEST 1. Blader naar TEST en druk op SELECTEER. 2. Blader naar de gewenste programmeeroptie SIRENE TEST U voert als volgt een sirenetest uit: Blader naar TEST > SIRENE TEST en druk op SELECTEER. Als SIRENE TEST is geselecteerd, zijn de volgende opties beschikbaar: BUITENSIRENES, FLITSLICHT, BINNENSIRENES en ZOEMER. Als u een van deze opties selecteert, wordt het apparaat geactiveerd en kunt u controleren of het correct werkt LOOPTEST Met een looptest controleert u of de sensoren correct werken in het SPC-systeem. U voert als volgt een looptest uit: 1. Blader naar TEST > LOOPTEST. 21
22 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 2. Druk op SELECTEER. 3. Op de display wordt het aantal zones dat moet worden getest, aangegeven door de melding IN TEST XX, waarbij XX het aantal zones is dat in aanmerking komt voor een looptest. Kijk waar de sensor in de eerste zone zich bevindt, en activeer de sensor (open de deur of het venster). De zoemer van het bediendeel klinkt continu gedurende circa 2 seconden om aan te geven dat de activering van de zone is gedetecteerd. Het aantal te testen zones dat wordt weergegeven op het bediendeel, wordt verminderd. 4. Ga door met de overige zones in het systeem totdat alle zones zijn getest. Als de activering van een zone niet wordt bevestigd door het systeem, controleert u de bedrading van de sensor. Vervang de sensor zo nodig. NOTICE Alleen de zonetypen ALARM, INGANG/UITGANG en BRAND UITGANG kunnen worden opgenomen in een gebruikerslooptest WPA TEST U kunt een WPA-test alleen uitvoeren als de installateur de WPA heeft geregistreerd. 1. Blader naar TEST > WPA TEST. 2. Druk op SELECTEER. Op de display van het bediendeel knippert ACTIVEER WPA. 3. Houd alle 3 de knoppen op de WPA ingedrukt. De LED op de WPA gaat branden. De WPA zender-id, status en signaalsterkte van de WPA worden weergegeven op het bediendeel AUDIO OPTIES De audio-opties worden toegepast als indicatoren bij een looptest. U stelt de audio-opties als volgt in: 1. Blader naar AUDIO OPTIES. 2. Druk op SELECTEER. 3. Blader naar een van de volgende opties: ALLES, BINNENSIRENE, BUITENSIRENE, BEDIENDEEL 4. Druk op OPSLAAN. 5. Druk op TERUG om het menu te sluiten SEISMISCHE TEST U voert als volgt een seismische test uit: 22
23 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 6 1. Blader naar TEST > SEISMISCH TEST. 2. Druk op SELECTEER. 3. Selecteer TEST ALLE GEBIE., of selecteer een gebied dat u wilt testen. 4. Als u één gebied selecteert, kunt u TEST ALLE ZONES selecteren of een seismische zone selecteren die u wilt testen. De melding SEISMISCH TEST wordt weergegeven op het bediendeel terwijl de test wordt uitgevoerd. Als de test mislukt, verschijnt de melding SEISMISCH FOUT. Als u op de knop i of WEERGAVE drukt, wordt er een lijst weergegeven met zones die de test niet hebben doorstaan, waarin u kunt bladeren. Als de test lukt, verschijnt SEISMISCH OK. Zie ook Seismische sensoren testen GEBEURT.LOGBOEK Kies de optie GEBEURT.LOGBOEK om recente gebeurtenissen in het systeem weer te geven. Gebeurtenissen knipperen in intervallen van één seconde. 1. Blader naar GEBEURT.LOGBOEK en druk op SELECTEER. 2. Als u de gebeurtenissen van een bepaalde datum wilt bekijken, voert u de datum in met de nummertoetsen. De meest recente gebeurtenis wordt op de onderste regel van de display weergegeven. Alle eerdere gebeurtenissen worden om de beurt gedurende één seconde weergegeven DEURBEL De functie Deurbel kan worden in- of uitgeschakeld voor alle zones waarvoor de deurbel is geprogrammeerd als hoorbare waarschuwingsfunctie. U schakelt de functie Deurbel als volgt in of uit: 1. Blader naar DEURBEL en druk op SELECTEER. 2. Kies de gewenste optie voor de deurbel: AAN of UIT GEBRUIKERS Alleen gebruikers van het type kunnen gebruikers toevoegen, bewerken of wissen, tenzij een gebruiker beschikt over een profiel waaraan deze bevoegdheid is toegewezen. s kunnen als volgt gebruikers toevoegen, bewerken of verwijderen: TOEVOEGEN Gebruikers toevoegen aan het systeem: 23
24 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's NOTICE De gebruiker moet van het type MANAGER zijn. 1. Blader naar GEBRUIKERS > TOEVOEGEN. De volgende beschikbare gebruikersnaam wordt gegenereerd en weergegeven. 2. Druk op SELECTEER voor de standaardnaam en het standaardnummer. Of voer zelf een gebruikersnaam in en druk op SELECTEER. Er zijn 3 gebruikerstypen beschikbaar: STANDAARDGEBRUIKER, BEPERKTE GEBRUIKER en MANAGER. 3. Blader naar het gewenste type en druk op SELECTEER. Voor elke nieuwe gebruiker wordt een standaardcode gegenereerd. 4. Druk op SELECTEER om de standaardcode te accepteren. Of voer een nieuwe gebruikerscode in en druk op SELECTEER. Op het bediendeel wordt bevestigd dat er een nieuwe gebruiker is aangemaakt VERANDER CODE U wijzigt als volgt een PIN: 1. Blader naar VERANDER CODE en druk op SELECTEER. Er verschijnt een willekeurig gegenereerde PIN. 2. Selecteer deze nieuwe PIN of overschrijf de PIN door zelf een nieuwe PIN in te voeren en op ENTER te drukken. NOTICE Als het systeem is ingesteld voor PIN's van 5 cijfers, moet u een nieuwe PIN van 5 cijfers invoeren. PIN's die bestaan uit minder cijfers dan de ingestelde lengte, worden niet geaccepteerd. 1. Bevestig de nieuwe PIN en druk op OPSLAAN. 2. Druk op TERUG om terug te keren naar het vorige scherm en pas de PIN aan. Als tijdens het proces de wachttijd van de display verstrijkt, blijft de oude PIN geldig. 24
25 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 6 NOTICE Als de functie Duress gebruiker is ingeschakeld, zijn opeenvolgende gebruikerscodes (bijv. 2906, 2907) niet toegestaan omdat een duressgebeurtenis wordt geactiveerd als een dergelijke PIN wordt ingevoerd op het bediendeel. NOTICE We raden u aan engineer-pin's te noteren. Als een PIN is vergeten, moet het systeem worden teruggezet op de fabrieksinstellingen om de PIN's terug te zetten SMS Het SPC-systeem ondersteunt de verzending van SMS-berichten van het paneel naar de mobiele telefoons van geselecteerde gebruikers en de besturing op afstand van het SPC-systeem via SMS. Deze twee functies werken nauw samen omdat ze de gebruiker in staat stellen actie te ondernemen na een SMS-notificatie zonder fysiek aanwezig te zijn in het gebouw. SMS sturing Met SMS-besturing kan worden ingesteld dat een externe gebruiker een SMSbericht kan verzenden om de volgende handelingen op het paneel uit te voeren: Inschakelen / uitschakelen Engineermodus activeren / deactiveren Leveranciertoegang in-/uitschakelen. Poort mapping aan/uit. SMS-gebeurtenissen Er kan worden ingesteld dat bij diverse systeemgebeurtenissen een SMSnotificatie wordt verzonden, bijvoorbeeld: Alarm activering Bevestigd alarm Storing en sabotage Inschakelen en uitschakelen Uitstellen en overbruggen Overige gebeurtenissen De SMS-notificatie werkt met een PSTN-modem als de PSTN-aanbieder SMS over PSTN ondersteunt. Voor SMS-besturing moet echter een GSM-modem zijn geïnstalleerd in het paneel. Een GSM-modem ondersteunt zowel SMS-notificatie als SMS-besturing. 25
26 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's SMS CONTROLE Op 1 paneel kunnen maximaal vier gebruikers worden geconfigureerd voor de SMS-functionaliteit en voor elke gebruiker kan 1 telefoonnummer worden ingesteld voor SMS-besturing. Zorg dat een SMS-compatibel modem is geïnstalleerd en dat gebruikersprofielen zijn ingesteld voor SMS-besturing. De gebruikersmodus voor SMS kan verschillen afhankelijk van de modus voor SMS AUTHENTIFICATIE (menu OPTIES) die de installatie-engineer heeft gekozen. Als de SMS-authentificatie is ingesteld op SMS PIN, Beller ID of PIN en beller-id, moet SMS-besturing worden ingesteld: 1. Blader naar SMS CONTROLE en druk op SELECTEER. 2. Selecteer de gewenste configuratieoptie zoals weergegeven in de onderstaande tabel. 3. Druk op TERUG om het menu te sluiten. BESTURING AAN SMS BELLER ID SMS CODE GEWIST COMMAND.TOESTAAN SMS-sturing in- of uitschakelen. Voer het telefoonnummer in (inclusief de landcode van 3 cijfers) Voer de PIN-code in Verwijder zo nodig het telefoonnummer. Selecteer de functies die via SMS kunnen worden uitgevoerd. Zie SMScommando's [ 27] voor een lijst met SMS-commando's waarmee u deze functies kunt uitvoeren. De engineer kan niet alleen bevoegdheden voor de functionaliteit toekennen per gebruikerstype, maar kan ook specifieke rechten toekennen aan elke gebruiker. Als een functie die hieronder wordt beschreven, niet wordt aangeboden in gebruikersmenu's op het bediendeel, heeft de gebruiker geen bevoegdheid voor die functionaliteit. Neem contact op met de geautoriseerde installatie-engineer voor de juiste rechten en instellingen SMS GEBEURTENIS. Voor de ontvangst van notificaties van gebeurtenissen moet een telefoonnummer zijn ingesteld voor de SMS-functionaliteit, het nummer moet zijn ingeschakeld voor SMS en voor de gebeurtenissen moet de notificatie van SMS-gebeurtenissen zijn ingesteld. Op een paneel kunnen maximaal vier gebruikers worden geconfigureerd voor de SMS-functionaliteit en voor elke gebruiker kunnen maximaal 5 telefoonnummers worden ingesteld voor de ontvangst van SMS-berichten. 26
27 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 6 Een telefoonnummer toevoegen U voegt als volgt een telefoonnummer toe voor de SMS-functionaliteit: 1. Blader naar SMS GEBEURTENIS. en druk op SELECTEER. 2. Blader naar VOEG NUMMER TOE en druk op SELECTEER. Op de display wordt SMS NUMMER weergegeven. 3. Voer een telefoonnummer in en druk op OK. Op de display wordt BIJGEWERKT weergegeven. 4. Druk op TERUG om het menu te sluiten. Een telefoonnummer activeren U activeert als volgt een telefoonnummer voor de SMS-functionaliteit [ontvangst]: 1. Blader naar SMS GEBEURTENIS. en druk op SELECTEER. 2. Blader naar BEWERK NUMMER en druk op SELECTEER. 3. Blader naar het gewenste geregistreerde nummer en druk op SELECTEER. 4. Blader naar ZET NUMMER AAN en druk op SELECTEER. 5. Druk op SELECTEER voor AAN [of druk op SELECTEER voor UIT.] 6. Druk op TERUG om het menu SMS GEBEURTENIS. te sluiten. Op het bediendeel wordt BEVESTIGD weergegeven als de instelling is opgeslagen. Verstuurde gebeurtenissen U selecteert als volgt gebeurtenissen voor SMS-notificatie: 1. Blader naar SMS GEBEURTENIS. en druk op SELECTEER. 2. Selecteer de optie BEWERK NUMMER en druk op SELECTEER. 3. Blader naar het gewenste geactiveerde nummer en druk op SELECTEER. 4. Blader naar VERSTUURDE EVNTS en druk op SELECTEER. 5. Blader naar de gewenste notificatie van gebeurtenissen. Voor geselecteerde gebeurtenissen wordt een sterretje weergegeven. 6. Druk op TERUG om het menu te sluiten SMS-commando's Als de SMS-functionaliteit is ingesteld en geconfigureerd, kunnen SMS-functies worden geactiveerd. Commando's worden, afhankelijk van de SMS-configuratie, verzonden met behulp van een code of beller-id. Het type van de code is afhankelijk van de SMS-authentificatie die is ingesteld voor het systeem. Zie pagina. In de tabel hieronder worden alle beschikbare SMS-commando's aangegeven. Vervolgacties en reacties worden ook aangegeven. 27
28 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's SMS-commando's worden als tekst verzonden naar het telefoonnummer van de SIM-kaart op de controller. Voor commando's die code gebruiken, wordt de volgende notatie gebruikt: de code gevolgd door een spatie of punt. Waarbij **** de code is en 'commando' het commando: ****.commando of **** commando. Het commando 'HELP' is bijvoorbeeld deze tekst: **** HELP of ****.HELP COMMANDO'S (**** = code) Code gebruiken Beller-ID gebruiken Actie Reactie **** HELP ****.HELP **** FSET ****.FSET **** USET ****.USET **** SSTA ****.SSTA HELP Alle beschikbare commando's weergeven Alle beschikbare commando's IN Inschakelen Tijd/datum waarop systeem is ingeschakeld. Indien van toepassing worden zones geopend/geforceerd ingeschakeld UIT Uitschakelen Systeem uitgeschakeld SSTA Status weergeven Status van systeem en toepasselijke gebieden **** XA1.ON ****.XA1.ON **** XA1.OFF ****.XA1.OFF **** LOG ****.LOG Waar X10-apparaat is geïdentificeerd als 'A1', wordt dit ingeschakeld. Waar X10-apparaat is geïdentificeerd als 'A1', wordt dit uitgeschakeld. Er worden tot 10 recente gebeurtenissen weergegeven Status van 'A1' Status van 'A1' Recente gebeurtenissen **** ENGA.ON ****.ENGA.ON **** ENGA.OFF ****.ENGA.OFF ENG.ON Engineertoegang inschakelen Engineerstatus ENG.OFF Engineertoegang uitschakelen Engineerstatus **** MANA.ON ****.MANA.ON **** MANA.OFF ****.MANA.OFF **** O5.ON ****.O5.ON **** O5.OFF ****.O5.OFF ****.ASET ****.BSET Leveranciertoegang inschakelen Leveranciertoegang uitschakelen Waar mapping-poort is geïdentificeerd als 'O5', wordt deze ingeschakeld Waar mapping-poort is geïdentificeerd als 'O5', wordt deze uitgeschakeld Staat toe om Deelschakeling A in te schakelen via SMS Staat toe om Deelschakeling B in te schakelen via SMS Leverancierstatus Leverancierstatus Status van 'O5' Status van 'O5' 28
29 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's 6 ****.CLR Wissen van waarschuwingen via SMS toestaan Voor SMS-herkenning wordt voor de identificatie van de mapping-poort de notatie ONNN gebruikt, waarbij O staat voor de mapping-poort en NNN voor het nummer. Niet alle numerieke tijdelijke aanduidingen zijn vereist. (Voorbeeld: O5 voor mapping-poort 5) Voor SMS-herkenning gebruikt het X10-apparaat de volgende notatie: XYNN, waarbij X staat voor X-10; Y staat voor de alfabetische id en NN tijdelijke aanduidingen voor het nummer zijn. Zo staat XA1) De SMS-functie werkt met een standaardprotocol dat wordt gebruikt in SMStelefoontoestellen. Houd er rekening dat sommige PSTN-operators geen SMSberichten via PSTN aanbieden. SMS werkt alleen via PSTN als aan de volgende voorwaarden is voldaan: Nummeridentificatie is ingeschakeld op de telefoonlijn. Directe telefoonlijn - niet via een telefooncentrale of andere communicatieapparatuur. Houd er rekening mee dat de meeste serviceproviders alleen SMS-berichten toestaan voor telefoontoestellen die zijn geregistreerd in hetzelfde land. (Vanwege de facturering) DEURCONTROLE Met deze optie kunt u alle deuren van het systeem besturen. 1. Blader naar DEURCONTROLE en druk op SELECTEER. 2. Blader naar de deur die u wilt besturen, en druk op SELECTEER. 3. Selecteer een van de deuren die wordt weergegeven als nieuwe deur, en druk op SELECTEER. NORMAAL TIJDELIJK GEBLOK. OPEN De deur is in de normale bedrijfsmodus. Er is een kaart met de corresponderende toegangsrechten nodig om de deur te openen. De deur wordt kort geopend om toegang te verlenen. De deur is vergrendeld. De deur blijft ook gesloten als een kaart met de bijbehorende toegangsrechten wordt gepresenteerd. De deur is ontgrendeld VERLEEN TOEGANG 29
30 6 Programmeren in de gebruikersmodus via het bediendeel Gebruikersmenu's NOTICE Deze menuopties zijn niet beschikbaar als de optie ENGINEER OK of LEVERANCIER TOEGANG is uitgeschakeld in het menu OPTIES. Deze opties kunnen alleen worden in- of uitgeschakeld als het systeem in de modus 'Onbeperkt' is. Wanneer engineer- of leveranciertoegang is toegestaan, wordt op het bediendeel de tekst ENGINEER AAN of LEVERANCIER AAN weergegeven. Nadat toegang is verleend, heeft de gebruiker geen toegang tot het systeem totdat de engineer zich heeft afgemeld. U verleent als volgt engineertoegang: 1. Blader naar VERLEEN TOEGANG en druk op SELECTEER. 2. Selecteer ENGINEER OK en selecteer AAN. 3. Selecteer LEVERANCIER TOEGANG en selecteer AAN. 4. Als u engineer-/leveranciertoegang wilt uitschakelen, volgt u hetzelfde pad en kiest u UIT. Druk vervolgens op SELECTEER. Voor de regionale Zwitserse vereisten CAT 1 en CAT 2 moeten voor Engineer toegang alle gebieden worden uitgeschakeld, anders wordt de toegang geweigerd aan de engineer RAPPORT.NR ENGIN De gebruiker kan de laatste 10 gebeurtenissen in het logboek als SMS naar de engineer te sturen. 1. Blader naar RAPPORT.NR ENGIN en druk op SELECTEER. 2. Schakel deze optie zo nodig in of uit. Opmerking: Afhankelijk van de grootte van de beschrijving van de gebeurtenis kan er meer dan één SMS-bericht nodig zijn TOEGANGSLOGBOEK Kies de optie TOEGANG LOG om zonetoegang in het systeem weer te geven. 1. Blader naar TOEGANG LOG en druk op SELECTEER. 2. Selecteer een deur in het systeem waarvoor u toegangsgebeurtenissen wilt weergeven. De meest recente toegangsgebeurtenissen worden weergegeven met datum en tijd. 3. Blader omlaag door de toegangsgebeurtenissen of voer een datum in en druk op ENTER om een bepaalde toegangsgebeurtenis te vinden. 30
31 Appendix Gebruikersrechten 7 7 Appendix 7.1 Gebruikersrechten Elke gebruiker heeft een gebruikersprofiel waarin is vastgelegd welke functies van het SPC-systeem de gebruiker kan gebruiken. Zie de tabel hieronder voor een beschrijving van de functies. De installatie-engineer informeert de gebruikers over hun gebruikersrechten. Afhankelijk van de wijze waarop het systeem is geprogrammeerd, kunnen gebruikers het recht hebben om alle of sommige van deze functies te gebruiken. Gebruikersrechten Standaardwaa rde voor gebruikersprofi el Ingeschakeld Deelschakelin g A Deelschakelin g B Geforceerd inschakelen Gebruikerstype Beperkt Standaard Standaard Standaard Standaard Omschrijving Met de functie INSCHAKELEN [ 15] wordt het alarmsysteem ingeschakeld en een gebouw volledig beveiligd (bij het openen van een alarmzone wordt het alarm geactiveerd). Na selectie van INSCHAKELEN klinkt de zoemer en wordt op de display van het bediendeel de uitlooptijd afgeteld. Verlaat het gebouw voordat de uitlooptijd is afgelopen. Wanneer de uitlooptijd is afgelopen, wordt het systeem ingeschakeld en wordt bij het openen van een inloop- /uitloopzone de inlooptimer gestart. Als het systeem alarm niet wordt uitgeschakeld voordat de inlooptimer afloopt, wordt het alarm geactiveerd. De optie GEDEELTELIJK A [ 16] biedt perimeterbeveiliging aan een gebouw terwijl vrije beweging door de uitloop- en inloopgebieden is toegestaan. Zones die zijn gekenmerkt als UITSLUITEN A, worden niet beveiligd in deze modus. Standaard is er geen uitlooptijd; het systeem wordt direct ingeschakeld als deze modus wordt geselecteerd. Als de variabele "Deelschakeling A in-/uitloop" is ingeschakeld, kan een uitlooptimer worden ingesteld in deze modus. Met de optie GEDEELTELIJK B modus worden alle zones beveiligd behalve de zones die zijn gekenmerkt als UITSLUITEN B. Standaard is er geen uitlooptijd; het systeem wordt direct ingeschakeld als deze modus wordt geselecteerd. Als de variabele "Deelschakeling B in- /uitloop" is ingeschakeld, kan een uitlooptimer worden ingesteld in deze modus. De optie GEFORCEERD INSCHAKELEN [ 16] wordt aangeboden op het bediendeel als wordt geprobeerd het systeem in te schakelen, terwijl een alarmzone een fout heeft of nog open is (de open zone wordt weergegeven op de bovenste regel van de display). Als u deze optie selecteert, wordt het alarm ingeschakeld en de zone gedurende de 31
32 7 Appendix Gebruikersrechten Standaardwaa rde voor gebruikersprofi el Uitgeschakeld Herstellen Overbruggen Uitstellen Gebruikerstype Beperkt Standaard Standaard Standaard* Standaard Omschrijving inschakelperiode uitgesteld. Met de functie UITSCHAKELEN [ 15] schakelt u het alarm uit. Deze menuoptie wordt alleen aangeboden op het bediendeel als er een alarm is geactiveerd en er een geldige gebruikerscode is ingevoerd. Met de functie HERSTELLEN [ 17] herstelt u een waarschuwingsconditie op het systeem en wist u de bijbehorende waarschuwing. Een waarschuwingsconditie kan pas worden hersteld nadat de zone(s) of fout(en) die de waarschuwing heeft of hebben veroorzaakt, zijn teruggezet naar de normale toestand en nadat de optie HERSTELLEN in de gebruikersprogrammering is geselecteerd voor die zone. Overbruggen houdt in dat een zone wordt gedeactiveerd totdat de overbrugging van de zone wordt opgeheven. Alle zonetypen in SPC kunnen worden overbrugd. Wees voorzichtig met het deactiveren van foutieve of open zones. Een overbrugde zone wordt genegeerd door het systeem en zou daarom een volgende keer dat het systeem wordt ingeschakeld, over het hoofd kunnen worden gezien, wat de beveiliging van het gebouw niet ten goede komt. Een zone uitstellen [ 20] houdt in dat de zone gedurende één inschakelperiode systeem wordt gedeactiveerd. Alleen de zonetypen alarm, uitgang/ingang, branduitgang en lijn kunnen worden uitgesteld. Deze methode om een foutieve of open zone te deactiveren, verdient de voorkeur omdat elke keer dat het systeem wordt ingeschakeld, de zone wordt aangegeven op het bediendeel om de gebruiker te herinneren aan de zone. Verander code Standaard Met deze optie staat u toe dat gebruikers hun gebruikerscode wijzigen. Engineer Met deze optie staat u gebruikers toe toegang te verlenen voor leverancier- en engineerprogrammering. Datum/tijd instellen Test Standaard Standaard Kies deze menuoptie om de tijd en datum op het systeem te programmeren. Zorg dat de tijd en datum correct zijn; deze informatie wordt gebruikt in het gebeurtenissenlogboek voor de registratie van systeemgebeurtenissen. Deze menuoptie biedt de volgende testfuncties: 1Sirenetest: de buitensirenes, flits, binnensirenes en zoemer worden om de beurt gedurende 5 seconden geactiveerd zodat u kunt controleren of ze goed werken. 2. Looptest: in een looptest kunt u de werking van alle alarmsensoren in een systeem testen. Als deze optie is geselecteerd, wordt op het bediendeel het aantal zones dat moet worden getest, 32
SPCK620/623 Comfort Keypad User Guide
SPCK620/623 Comfort Keypad User Guide Version 3.1 26.09.2011 Security Products Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Nadere informatieSPCK 420/421 LCD-Bediendeel Gebruikershandleiding
SPCK 420/421 LCD-Bediendeel Gebruikershandleiding Version 3.3 06.02.2013 Security Products Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden
Nadere informatieSPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding
SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding 3.4 Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Alle rechten op
Nadere informatieSPCK 420/421 LCD-Bediendeel Gebruikershandleiding
SPCK 420/421 LCD-Bediendeel Gebruikershandleiding 3.6 Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Alle rechten op
Nadere informatieSPCK620/623 Comfort Bediendeel Bediening
SPCK620/623 Comfort Bediendeel Bediening Version 3.3 06.02.2013 Security Products Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Nadere informatieGebruikshandleiding Compact keypad Gebruikershandleiding. Siemens AB 1.0 I-200009-1 30.06.2015
Gebruikshandleiding Compact keypad Gebruikershandleiding 1.0 I-200009-1 30.06.2015 Siemens AB Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden
Nadere informatieSPCK620/623 Comfort Bediendeel Bediening
SPCK620/623 Comfort Bediendeel Bediening 3.6 A6V10316370 Vanderbilt Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Vanderbilt
Nadere informatieInteGra Gebruikershandleiding 1
InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.
Nadere informatieGebruikershandleiding CS-175 CS-275 CS-575 LED Codeklavier
Gebruikershandleiding CS-175 CS-275 CS-575 LED Codeklavier Puurs EL 03 V w 8 A w 8 S w 6 ec.e 6 u lv 6 rit a. 56 y be CS-175-275-575 series LED-gebruikersgids 98/482/EC-kennisgeving (Voor producten met
Nadere informatieGebruikershandleiding. Advisor Advanced
Gebruikershandleiding Advisor Advanced Inhoud Bediendelen en lezers 1 Algemene toetsreeksen voor LCD-bediendeel 2 Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart 2 Het systeem in- en uitschakelen 3
Nadere informatieGebruikershandleiding CS-175 CS-275 CS-575 LCD Codeklavier
Gebruikershandleiding CS-175 CS-275 CS-575 LCD Codeklavier Puurs EL 03 V w 8 A w 8 S w 6 ec.e 6 u lv 6 rit a. 56 y be CS-175-275-575 series LCD-gebruikersgids 98/482/EC-kennisgeving (Voor producten met
Nadere informatieCOPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN
COPYRIGHT SLC BV 1996. All rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgebracht, opgeslagen in een opslagsysteem of doorgegeven in welke vorm of op welke manier ook - elektronisch,
Nadere informatieLagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl
Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Het Bedieningspaneel 3 PIN-code voor toegang tot het systeem 4 Het
Nadere informatieProSYS Plus. Verkorte Gebruikershandleiding. Pagina 1
ProSYS Plus Verkorte Gebruikershandleiding Pagina 1 Gebruikershandleiding ProSYS Plus Bij RISCO Cloud aanmelden (indien ingeschakeld) Als u zich aanmeldt bij RISCO Cloud kunt u toezicht houden op uw ProSYS
Nadere informatieNetworX NX-1048. Gebruikershandleiding voor NetworX beveiligingscentrales
NetworX NX-1048 Gebruikershandleiding voor NetworX beveiligingscentrales Functies bediendeel Status LED (Aan, Uit, Gereed, Niet Gereed) LCD -display: Hier wordt informatie over de status van het systeem,
Nadere informatieGebruikershandleiding
ATS - Advanced Lagarde Putten 01/01/2015 13:48 Lagarde BV Voorthuizerstraat 69c 3881 SC Putten Tel: 0341-375757 www.lagarde.nl info@lagarde.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Overzicht bedieningspaneel...
Nadere informatieCP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING
CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING 1. BEDIENING... blz. 2 1.1 Bedieningspaneel... blz. 2 1.1 a) De LED's 1 t/m 10... blz. 2 1.1 b) De middelste punt... blz. 3 1.1 c) De rechter punt... blz. 3 2. SCHAKELEN VAN
Nadere informatieGebruikers handleiding Jablotron 100 serie
Gebruikers handleiding Jablotron 100 serie 1.1 Bediening en informatie van uw beveiligingssysteem Het JABLOTRON 100 systeem kan worden bedient met verschillende soorten bediendelen, die tevens informatie
Nadere informatieADVISOR CD7201 CD95/15001. Manager Handleiding. Software versie: vanaf V6.0 142501999-2
ADVISOR CD721 CD95/151 Manager Handleiding Software versie: vanaf V6. 14251999-2 COPYRIGHT SLC BV 1996. All rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgebracht, opgeslagen
Nadere informatieGebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54
Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Copyright TEF Nederland erland B.V. Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten
Nadere informatieGebruikershandleiding Zerowire
Gebruikershandleiding Zerowire Beschrijving functietoetsen ALARM Rood: systeem is in alarm Voer uw pincode in en druk vervolgens op ENTER om het alarm uit te schakelen. Druk op de STATUS-toets voor meer
Nadere informatieEENVOUDIGE GEBRUIKER HANDLEIDING
Alarmsysteem Firmware Versie 1.01 EENVOUDIGE GEBRUIKER HANDLEIDING De volledige gebruikershandleiding is beschikbaar op www.osec.nl Perfecta_eg_NL 12/17 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk
Nadere informatieGebruikershandleiding Sintony SI 110 SI 210 SI 410 Met klavier SAK 41
Gebruikershandleiding Sintony SI 110 SI 210 SI 410 Met klavier SAK 41 com Sintony SI 110 - Sintony SI 210 - Sintony SI 410 Puurs Sintony SAK 41 Bedieningshandboek 1 Vaktermen Aanwezig AAN : Alleen de sensors
Nadere informatieINT-KSG Bediendeel Verkorte Gebruikershandleiding
INT-KSG Bediendeel Verkorte Gebruikershandleiding Firmware versie 1.02 int-ksg_u_nl 01/13 SATEL sp. z o.o. ul. Schuberta 79 80-172 Gdańsk POLAND tel. + 48 58 320 94 00 info@satel.pl www.satel.eu WAARSCHUWING
Nadere informatieVerkorte Gebruiker Handleiding
Verkorte Gebruiker Handleiding Inhoud Algemeen... 3 Het keypad... 3 Functietoetsen... 4 Cijfertoetsen... 4 Navigatietoetsen... 4 LCD scherm... 4 Signalisatie LED s... 6 Noodtoetsen... 6 De verschillende
Nadere informatieADVISOR CD3401. Manager Handleiding. Software versie: vanaf V6.0 142705999-1
ADVISOR CD341 Manager Handleiding Software versie: vanaf V6. 14275999-1 COPYRIGHT SLC BV 1996. All rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgebracht, opgeslagen in een
Nadere informatieHet Keypad (met segmenten)
Het Keypad (met segmenten) Het JABLOTRON 100 systeem kan worden gebruikt met verschillende type keypads waarmee het systeem kan worden bediend, en die informatie geven omtrent de status van het systeem
Nadere informatieATS Advanced gebruikershandleiding
2 ATS Advanced gebruikershandleiding Welkom bij het ATS Advanced geïntegreerde beveiligingssysteem van Kop Beveiliging. Dit document is een korte handleiding voor de algemene functies die u moet kennen
Nadere informatieELVA Security 03 886 66 56 www.elva.be
Gebruikershandleiding INIM Smartline brandmeldcentrale. 1. Front brandmeldcentrale 1 2. Bediening: A Sleutel Niveau 1 Niveau 2 Toetsen B C 4 scroll toetsen Stop sirene D Reset E F Evacuatie Onderzoek deze
Nadere informatieGE Interlogix CS5500 LCD bediendeel Gebruikershandleiding
g GE Interlogix CS5500 LCD bediendeel Gebruikershandleiding September 2003 98/482/EC-kennisgeving (voor producten met CE-certificering) Deze apparatuur voldoet aan beschikking 98/482/EC van de Europese
Nadere informatieGEBRUIKERSHANDLEIDING. NetworX. Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding - Betekenis van de LED s Aan LED Gereed LED Brand LED De AAN LED is aan wanneer het systeem ingeschakeld is. Als het systeem uitgeschakeld is dan staat de LED uit. Heeft er zich een
Nadere informatieCOPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN
COPYRIGHT SLC BV 1996. All rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgebracht, opgeslagen in een opslagsysteem of doorgegeven in welke vorm of op welke manier ook - elektronisch,
Nadere informatieVERSA / VERSA Plus Verkorte gebruikershandleiding
int-tsg_gv_nl 05/15 Bediendeel INT-TSG Firmware versie 1.03 VERSA / VERSA Plus Verkorte gebruikershandleiding SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. 58 320 94 00 www.satel.eu WAARSCHUWINGEN
Nadere informatieInteGra Gebruikershandleiding 1 INHOUD 1. ALGEMEEN... 2 2. DE INTEGRA INBRAAKCENTRALE... 2 2.1 LCD BEDIENDEEL...3 2.1.1 Display... 3 2.1.2 Toetsen...
InteGra Gebruikershandleiding 1 INHOUD 1. ALGEMEEN... 2 2. DE INTEGRA INBRAAKCENTRALE... 2 2.1 LCD BEDIENDEEL...3 2.1.1 Display... 3 2.1.2 Toetsen... 3 2.1.3 LED indicatoren op het LCD bediendeel... 4
Nadere informatieADVISOR ADVANCED GEBRUIKERSHANDLEIDING ATS1000A ATS2000A
ADVISOR ADVANCED GEBRUIKERSHANDLEIDING ATS1000A ATS2000A LCD-Gebruikersinterface Netspannings-led : Groen aan : netspanning aanwezig Storings-led : Geel aan : systeemfout actief Geel knipperend : algemene
Nadere informatieGebruikershandleiding. Bedienpaneel MINI-REP
Gebruikershandleiding Bedienpaneel MINI-REP Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten en stoppen van de Ontruiming 1.5. Uitlezen
Nadere informatieFAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com
FAQ en HANDLEIDINGEN MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale Junior V4 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset
Nadere informatieHANDLEIDING MASTER ADVANCED. Enkel systeem. VAREL ALARM info@varelalarm.be Tel: 011231288
HANDLEIDING MASTER ADVANCED Enkel systeem VAREL ALARM info@varelalarm.be Tel: 011231288 Inschakelen met code/badge - CODE OF BADGE Volledig IN - CODE OF BADGE Gedeeltelijk IN 1 - CODE OF BADGE Gedeeltelijk
Nadere informatieAdvisor CD 7201S1 CD 9501S1 CD 15001S1
Handleiding hoofdgebruiker Advisor CD 721S1 CD 951S1 CD 151S1 ARITECH INTERLOGIX UTC Fire & Security GE Security 3 886 66 56 Puurs ADVISOR CD721 CD95/151 3 886 66 56 Hoofdgebruiker Handleiding Software
Nadere informatieSmartHome Huiscentrale
installatiehandleiding SmartHome Huiscentrale Vervanging voor WoonVeilig Huiscentrale (model WV-1716) INSTALLATIEHANDLEIDING SMARTHOME HUISCENTRALE Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer
Nadere informatieFAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com
FAQ en HANDLEIDINGEN MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset
Nadere informatieATS Advanced Gebruikershandleiding
ATS Advanced Gebruikershandleiding Maart 2014 Wijzigingen voorbehouden Copyright Chubb Fire & Security 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden
Nadere informatieMet het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld.
MKP-300 DRAADLOOS BEDIENDEEL MKP300_NL 03/12 Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld. 1. Eigenschappen
Nadere informatieBelangrijkste kenmerken: 1. Ondersteuning van GSM- en PSTN-netwerken 2. Quad-band: 850/900/1800/1900 MHz 3. Registratie van 2 voiceberichten (elk
ARTIKEL: GSM-4IN Belangrijkste kenmerken: 1. Ondersteuning van GSM- en PSTN-netwerken 2. Quad-band: 850/900/1800/1900 MHz 3. Registratie van 2 voiceberichten (elk max. 1 minuut) 4. 20 nummers in het geheugen
Nadere informatieINTEGRA / INTEGRA Plus Verkorte gebruikershandleiding
int-tsg_gi_nl 05/15 Bediendeel INT-TSG Firmware versie 1.03 INTEGRA / INTEGRA Plus Verkorte gebruikershandleiding SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. 58 320 94 00 www.satel.eu
Nadere informatieGebruikershandleiding Integra
Gebruikershandleiding Integra Overzicht van het bediendeel Storing Systeem ingeschakeld Servicemode Alarm De storingsled (geel) zal branden bij een storing aan het syteem. De systeem ingeschakeld led geeft
Nadere informatieSintony SAK 41. Bedieningshandboek 8AA A0-01/11/99 - NL - 8AA A0-01/11/99 - NL -
Sintony SAK 41 Bedieningshandboek 1 Vaktermen Aanwezig AAN : Alleen de sensors die niet kunnen worden geactiveerd door de aanwezigheid van een persoon in de zone, worden geactiveerd. Afwezig AAN Alarm
Nadere informatieHandleiding Zero-wire
AEV VOCHTEN - MYLLE SECURITY NV 18-2-2018 Handleiding Zero-wire Bediening alarmsysteem met App Inhoud 1. Downloaden van de app.... 2 2. Eerste gebruik.... 2 3. Personaliseren van uw account... 3 4. Uw
Nadere informatieGalaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker
Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker 1 STARTSCHERM START->Datum/Tijd aanpassen Algemeen Druk op de klok linksonder het scherm om te instellingen van de klok op te roepen. Wijzigingen bevestigen
Nadere informatieGeneric_Manual_230x163.indd 1 26/07/06 14:26:53
Generic_Manual_230x163.indd 1 26/07/06 14:26:53 Generic_Manual_230x163.indd 2 26/07/06 14:26:54 INHOUDSOPGAVE Welkom...3 Een blik op het bedieningspaneel...4 PIN-code voor toegang tot het systeem gebruiken...5
Nadere informatieHandleiding hoofdgebruiker Advisor CD 3401S1
Handleiding hoofdgebruiker Advisor CD 341S1 ARITECH INTERLOGIX UTC Fire & Security GE Security 3 886 66 56 Puurs ADVISOR CD341 3 886 66 56 Hoofdgebruiker Handleiding Software versie: vanaf V6. COPYRIGHT
Nadere informatieHandleiding WUI-Desktop Versie 1.00
Pagina 1 van 18 Handleiding WUI-Desktop Versie 1.00 Pagina 2 van 18 1 Index Inhoudsopgave 1 Index... 2 2 WUI-desktop... 3 2.1 WUI-desktop... 3 2.2 Beveiligingswachtwoord... 3 2.3 Taal selecteren... 3 2
Nadere informatieProSYS Plus Verkorte gebruikershandleiding
ProSYS Plus Verkorte gebruikershandleiding Volledig inschakelen (voor afwezigheid) Code Volledig inschakelen: Beveiliging. proximity tag code of met om alle partities in te schakelen of om een specifieke
Nadere informatieelectronisch beveiligings centrum bv
Versa inbraakalarmsysteem Versie 1.06 Verkorte gebruikershandleiding ebc-beveiligingen Berenkoog 26 1822BJ Alkmaar www.ebc-alkmaar.nl effectieve oplossingen bevlogen advies compleet aanbod electronisch
Nadere informatieRSC+ app for ios. AMAX panel 2100 AMAX panel 3000 AMAX panel 3000 BE AMAX panel Bediening/Gebruiker handleiding
RSC+ app for ios AMAX panel 2100 AMAX panel 3000 AMAX panel 3000 BE AMAX panel 4000 nl Bediening/Gebruiker handleiding RSC+ app for ios Inhoudsopgave nl 3 Inhoudsopgave 1 Beknopte informatie 4 2 Systeemoverzicht
Nadere informatieHANDLEIDING MASTER ADVANCED
HANDLEIDING MASTER ADVANCED Meerdere gebieden VAREL ALARM info@varelalarm.be Tel: 011231288 Inschakelen met code/badge - CODE OF BADGE Volledig IN gebied 1 - CODE OF BADGE Gedeeltelijk IN 1 gebied 1 -
Nadere informatieNPS-16 Burenalarmeringssysteem
Handleiding voor Alphatronics B.V. de gebruiker NPS-16 Burenalarmeringssysteem Burenalarmeringssysteem Revisie A Uitgave 10-1998 Alphatronics B.V. (MDK) INHOUD INHOUD... Pagina 1 Introductie... Pagina
Nadere informatieToepassingsvoorbeeld: Bestaand alarmsysteem met e- Domotica koppelen
Toepassingsvoorbeeld: Bestaand alarmsysteem met e- Domotica koppelen NL Toepassingsvoorbeeld: Bestaand alarmsysteem met e-domotica koppelen Inhoudsopgave 2 NEDERLANDS 1.0 Introductie...2 1.1 Koppelen met
Nadere informatieGebruiker Handleiding Premier 24/48/88/168/640 INS479
Gebruiker Handleiding Premier 24/48/88/168/640 INS479 Overzicht Premier Series Gebruiker Handleiding 1. Overzicht Introductie Dit document behandelt de alledaagse bediening van uw alarmpaneel, voor meer
Nadere informatieSyncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL
Syncro AS Analoge Brandmeldcentrale Gebruikershandleiding Man-1100 030209V1.0NL Index Section Page 1. Inleiding...2 2. Bediening...2 3.1 Bedieningsniveau 1...2 3.2 Bedieningsniveau 2...2 3. Alarmen...2
Nadere informatieBrandmeldcentrale CSP-204 CSP-208 Bedieningshandleiding
Brandmeldcentrale CSP-204 CSP-208 Bedieningshandleiding Firmware versie 1.00 csp-x_o_nl 05/13 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. +48 58 320 94 00 info@satel.pl www.satel.eu INHOUD
Nadere informatieAdvisor Advanced Gebruikershandleiding
Advisor Advanced Gebruikershandleiding P/N 1069041 REV 4.0 ISS 10MAY11 Copyright Handelsmerken en patenten Fabrikant Certificatie Richtlijnen Europese Unie Contact informatie 2011 UTC Fire & Security.
Nadere informatieHandleiding snom 320 / 360 / 370.
Handleiding Snom 320 / 360 / 370 versie 1.3 status definitief t.b.v. relatie Voip klanten Soort document Handleiding snom 320 / 360 / 370. Isaeus Openbaar pag. 1 van 14 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3
Nadere informatieKies open installatie database wanneer u reeds een instellingen ODB bestand heeft gemaakt.
HANDLEIDING VERBINDING MAKEN MIDDELS DE JA-82T PC INTERFACE MODULE TUSSEN UW PC EN HET ALARMSYSTEEM. AANMAKEN VAN INSTELLINGENBESTAND ODB EN HET OPENEN VAN HET GEHEUGEN VAN HET ALARMSYSTEEM. MASTERSTAND
Nadere informatieHandleiding voor de gebruiker
Handleiding voor de gebruiker INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 Doel van de handleiding... 3 Algemene richtlijnen... 3 Beveiligingsklasse... 4 Zones en secties van de AlphaBox centrale... 4 BEDIENING... 6 Navigatortoetsen...
Nadere informatieSmartHome Huiscentrale
installatiehandleiding SmartHome Huiscentrale Vervanging voor Egardia Huiscentrale (model GATE-01) INSTALLATIEHANDLEIDING SMARTHOME HUISCENTRALE Website Egardia www.egardia.com Klantenservice Meer informatie
Nadere informatieBediendeel Verkorte Gebruikershandleiding
Bediendeel Verkorte Gebruikershandleiding Firmware versie 1.00 int-ksg_u_nl 08/10 SATEL sp. z o.o. ul. Schuberta 79 80-172 Gdańsk POLAND tel. + 48 58 320 94 00 info@satel.pl www.satel.eu WAARSCHUWING Lees
Nadere informatieInhoudsopgave. Welkom. Opmerking. Geeft aanvullende informatie. Druk op een toets op het bedieningspaneel.
Inhoudsopgave Welkom... 3 Een blik op het bedieningspaneel... 4 PIN-code voor toegang tot het systeem gebruiken... 5 Menuopties oproepen... 6 Het systeem inschakelen... 8 Het systeem uitschakelen... 12
Nadere informatieGebruiker Handleiding Premier 412/816/832 INS477
Gebruiker Handleiding Premier 412/816/832 INS477 Premier 412/816/832 Gebruiker Handleiding Bediening van het systeem Dit document behandelt de alledaagse bediening van uw alarm systeem, voor meer uitgebreide
Nadere informatieADE Gen4 Accenta/Optima Accenta + Accenta Naam installatiebedrijf: Telefoonnummer: Installatiedatum: Account nummer: EKZ014900A Dutch
ADE Gen4 Accenta/Optima Gebruikershandleiding ZONE 1 2 3 4 5 6 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 5 6 7 8 4 9 PA 7 8 9 0 Accenta + AccentaG3 mini Naam installatiebedrijf: Telefoonnummer: Installatiedatum: Account
Nadere informatieBedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index
Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen
Nadere informatieRef: HANDLEIDING VAREL RLS. Enkel systeem. VAREL ALARM Tel:
Ref: 16-03-2017 HANDLEIDING VAREL RLS Enkel systeem VAREL ALARM info@varelalarm.be Tel: 011231288 Weergave op het display: Symbool Indicatie Omschrijving On Systeem in goede staat: 230V + accu in orde
Nadere informatieHandleiding voor de gebruiker
Handleiding voor de gebruiker INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 Doel van de handleiding... 3 Algemene richtlijnen... 3 Beveiligingsklasse... 4 Zones en secties van de AlphaHome centrale... 4 BEDIENING... 6
Nadere informatiePersonal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties
TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik
Nadere informatieRSC+ app for Android. AMAX panel 2100 AMAX panel 3000 AMAX panel 3000 BE AMAX panel Bediening/Gebruiker handleiding
RSC+ app for Android AMAX panel 2100 AMAX panel 3000 AMAX panel 3000 BE AMAX panel 4000 nl Bediening/Gebruiker handleiding RSC+ app for Android Inhoudsopgave nl 3 Inhoudsopgave 1 Beknopte informatie 4
Nadere informatieHandleiding voor de gebruiker
Handleiding voor de gebruiker INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 4 Doel van de handleiding... 4 Algemene richtlijnen... 4 Beveiligingsklasse... 5 Zones en secties van de AlphaHome centrale... 5 BEDIENING... 7
Nadere informatieLCD-gebruikersgids - standaard. Systeem gereed Aan:geef code. Systeem niet gereed Info:tikv - S. Systeem gereed Aan:geef code
LCD-gebruikersgids - standaard Alle zones in rust ysteem gereed Zone(s) open ysteem niet gereed Info:tikv j k 2 Fout of 2 Ok Zone 2 Zone 2 ysteem inschakelen - ysteem gereed of h ysteem aan Alle zones
Nadere informatieATS2000 Controle Paneel Quick Reference Guide
ATS2000 Controle Paneel Quick Reference Guide Wat zijn de aansluitingen van de ATS2000? 2 Hoe sluit ik een ATS 1202 aan? 3 Hoe sluit ik een ATS1100 (GI)aan? 4 Hoe sluit ik de ATS7200 (voice module) aan?
Nadere informatieGE Security. FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding
GE Security FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding versie 1-0 / november 2004 ERKENNING HANDELSMERK De onderstaande merknamen zijn handelsmerken van Echelon Corporation
Nadere informatieMobiele App voor VERSA alarmsystemen Versa_control_qs_nl 07/16. Configuratie handleiding
VERSA CONTROL Mobiele App voor VERSA alarmsystemen Versa_control_qs_nl 07/16 Configuratie handleiding Het VERSA, VERSA IP en VERSA Plus alarmsysteem kan ook worden bediend vanaf een mobiel apparaat (Smartphone
Nadere informatieVERSA / VERSA Plus / VERSA IP Verkorte gebruikershandleiding
int-tsh_ov_nl 10/15 Bediendeel INT-TSH Firmware versie 1.00 VERSA / VERSA Plus / VERSA IP Verkorte gebruikershandleiding SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. + 48 58 320 94 00
Nadere informatieGEBRUIKERSHANDLEIDING
NP0060.1 juli 1996 INLEIDING De is een inbraakalarmcentrale met maximaal 6 detectiepunten die bediend kan worden m.b.v. het LED of LCD bediendeel. De commando s die vanuit het bediendeel worden ingegeven
Nadere informatieGebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger
Gebruikers handleiding JupiterPro P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies. 4 Het scherm... 5 Ontvangen en lezen van de meldingen.. 6 Prioriteit per capcode selecteren
Nadere informatieSyncro. Multi-loop Analoog adresseerbaar Brandmeldpaneel. Gebruikershandleiding. Issue 27 Feb. 2009 270209fnv1.1. Product Manuals/Man-1057 Syncro User
Syncro Multi-loop Analoog adresseerbaar Brandmeldpaneel Gebruikershandleiding Issue 27 Feb. 2009 270209fnv1.1 Product Manuals/Man-1057 Syncro User Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1. Introductie... 2 2.
Nadere informatieVERSA PlusFirmware. Eenvoudige Gebruikershandleiding. Alarmsysteem. De volledige gebruikershandleiding is beschikbaar op
1471 Versie 1.05 Alarmsysteem VERSA PlusFirmware Eenvoudige Gebruikershandleiding De volledige gebruikershandleiding is beschikbaar op www.satel.eu versa_plus_us_nl 03/15 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych
Nadere informatieGebruikershandleiding tags 95EN Versie 02,
GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR TAGS 95EN Optie 8: gebruikers instellen Deze optie stelt U in staat om gebruikers te definiëren het systeem te gebruiken (tot 99 stuks). Als U een gebruiker instelt dient U het
Nadere informatieMobiel Internet Veiligheidspakket
Mobiel Internet Veiligheidspakket Gebruikershandleiding Mobiel Internet Veiligheidspakket voor Windows Mobile smartphones Mobiel IVP Windows Mobile Versie 1.0, d.d. 20-07-2011 Inleiding... 3 1 Installatie...
Nadere informatieAlphaVision 16. Gebruikershandleiding. Alphatronics b.v.
AlphaVision 16 Gebruikershandleiding Alphatronics b.v. AlphaVision 16 - Gebruikershandleiding 2000 Alphatronics b.v., Nijkerk Uitgave januari 2000 - REV. 0 25-01-2000PV AV16GEBR.QXD INHOUDSOPGAVE Inleiding
Nadere informatieElegant bediendeel. Model: Elegant bediendeel touch. Gebruikershandleiding
Elegant bediendeel Model: Elegant bediendeel touch Gebruikershandleiding Contents Inleiding... 3 LCD symbolen... 3 Bediendeel toetsen... 4 Controle toetsen... 4 Nood toetsen... 4 Functie toetsen... 5 Numerieke
Nadere informatieHandleiding voor de gebruiker
Handleiding voor de gebruiker INHOUDSOPGAVE Doel van de handleiding...3 Algemene richtlijnen...3 Beveiligingsklasse...4 Zones en secties van de AlphaBox centrale...4 BEDIENING... 6 Navigatortoetsen...6
Nadere informatieAlphaVision 96. Gebruikershandleiding. Alphatronics B.V.
AlphaVision 96 Gebruikershandleiding Alphatronics B.V. AlphaVision 96 - Gebruikershandleiding 1999 Alphatronics B.V., Nijkerk Uitgave november 1999 Bijgewerkt tot en met versie 3.3 van de centrale INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieSmartHome Huiscentrale
installatiehandleiding SmartHome Huiscentrale Vervanging voor WoonVeilig Huiscentrale (model GATE-01) INSTALLATIEHANDLEIDING SMARTHOME HUISCENTRALE Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer
Nadere informatieEenvoudige Gebruikershandleiding
1471 Versie 1.05 Alarmsysteem VERSA Firmware Eenvoudige Gebruikershandleiding De volledige gebruikershandleiding is beschikbaar op www.satel.eu SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND
Nadere informatieGebruikershandleiding
Gebruikershandleiding Advisor CD 2401S1 ARITECH INTERLOGIX UTC Fire & Security GE Security Puurs ADVISOR CS 2401S1 Gebruikershandleiding Software versie: V5-A-GH COPYRIGHT SLC Europe & Africa 1997. All
Nadere informatieTrigion Webportal Gebruiker
Trigion Webportal Gebruiker Met de Finder.exe software (verkrijgbaar via website van Trigion www.trigion.nl/homesecurity ) maakt u verbinding met uw Paneel. U opent de Finder door op het icoontje te dubbelklikken.
Nadere informatieInvoerder met toetsenbord met display HC/HS/HD/L/N/NT4608 Gebruikshandleiding
Invoerder met toetsenbord met display HC/HS/HD/L/N/NT4608 Gebruikshandleiding 11/09-01 PC Inhoud NL 1 Inleiding 5 De Invoerder met toetsenbord met display 6 Het toetsenbord 7 De display 7 Informatie op
Nadere informatieSnelstart Gids. Menustructuur. Opstarten en Afsluiten. Formatteren van Disk. 72xxHVI-ST Series DVR
Menustructuur De menustructuur van de DS-72xxHVI-ST Serie DVR is als volgt: Opstarten en Afsluiten Het juist opstarten en afsluiten is cruciaal voor de levensduur van uw DVR. Opstarten van uw DVR: 1. Plaats
Nadere informatieGebruikershandleiding Inhoudsopgave. 1. Inleiding 3. 2. Verkorte gebruiksinstructie 4
Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Verkorte gebruiksinstructie 4 3. De bediendelen 5 3.1 De numerieke toetsen 5 3.2 De [A]-toets en de [B]-toets 5 3.3 De [ent]-toets 5 3.4 De [esc]-toets 5 3.5 De [#]-toets
Nadere informatieCENTRAAL CONTROLE PANEEL EC 6350 LCD
CENTRAAL CONTROLE PANEEL LCD GEBRUIKERS HANDLEIDING Rev. GEBLCD.INB.EC6350V2.2.DSC.106TVE.V1.1.NL PC5015 versie 2.2 INHOUDS OPGAVE Algemene systeeminformatie... 3 Inschakelen situatie afwezig... 4 Inschakelen
Nadere informatieAN0021-NL. Een trigger- en actieregel maken. Overzicht. Een Trigger- en actieregel creëren
Een trigger- en actieregel maken Overzicht Trigger en Actie regels zijn een eenvoudige manier voor het creëren van aangepaste en unieke functionaliteiten in Paxton10. Specifieke regels kunnen worden gecreëerd
Nadere informatie