Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader"

Transcriptie

1 Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 Utrecht, oktober 2010 Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 1

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Doel van het kostprijsmodel Leeswijzer 5 2 Wijzigingen ten opzichte van kostprijsmodel DB(B)C FZ 2010 versie Gehanteerde uitgangspunten Kostprijsmodel Opdrachtformulering werkgroep Kostprijzen Door de werkgroep Kostprijzen DB(B)C FZ vastgestelde uitgangspunten Technische uitgangspunten voor de kostprijsbepaling 11 4 Het kostprijsmodel op hoofdlijnen Schematische weergave van het kostprijsmodel Korte beschrijving van het kostprijsmodel 13 5 Het kostprijsmodel in stappen 15 6 Bepalen kostendragers (stap 1) De achtergrond van de kostendragers Categorieën kostendragers Vaststellen kostendragers per instelling in overleg met projectleider 19 7 Bepalen totale instellingskosten, geordend naar het rekeningschema (stap 2) 20 8 Uit te sluiten kosten uit de kostprijsberekening (stap 3) Waarom kosten uitsluiten? Hoe kosten uitsluiten? Welke kosten uitsluiten? 22 9 Toerekenen kosten aan hulpkostenplaatsen (stap 4) Typen hulpkostenplaatsen Spelregels bij kostentoerekening aan hulpkostenplaats Kostentoerekening aan hulpkostenplaatsen I en II Toerekenen kosten aan hoofdkostenplaatsen/kostendragers (stap 5) Hoofdkostenplaatsen = kostendragers Aanwijzingen bij de kostentoerekening aan hoofdkostenplaatsen / kostendragers Toerekenen kosten specifieke hulpkostenplaatsen categorie I aan hoofdkostenplaatsen/kostendragers (stap 6) Soorten hulpkostenplaatsen Toewijzen kosten hulpkostenplaatsen (I) aan clusters kostendragers Toerekening van kosten hulpkostenplaatsen (I) via verdeelsleutels Toerekenen kosten generieke hulpkostenplaatsen categorie II aan kostendragers (stap 7) Totaliseren toegerekende kosten per kostendrager (stap 8) Kostprijzen per kostendrager (stap 9) Het relateren van kosten en productie Benadering productievolume Het uitvoeren van de delingscalculatie Kostprijs per DB(B)C (stap 10) 51 Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 2

3 Bijlagen: 1. Begrippenlijst 2. Lijst kostendragers 3. Toelichting preventie en dienstverlening 4. Beroepsopleidingen opleidingsfonds 5. Kostprijsmodel zelfstandig gevestigde behandelaren 6. Overzicht toerekenen kostengroepen 7. Definities dagbesteding 8. Strafrechtelijke titels 9. Deelnemers werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 3

4 1 Inleiding 1.1 Doel van het kostprijsmodel Het project DB(B)C Forensische Zorg in strafrechtelijk kader (FZ) 1 heeft onder andere tot doel het ontwikkelen van een (kosten)homogene 2 en medisch herkenbare productstructuur DB(B)C FZ, die bestaat uit de zogenaamde productgroepen. Deze productgroepen bestaan uit DB(B)C s, Diagnose Behandeling (Beveiliging) Combinaties, met een vergelijkbaar zorgprofiel. DB(B)C s bestaan uit twee onderdelen: ten eerste de typering van de patiënt en ten tweede de activiteiten en verrichtingen die voor deze patiënt uitgevoerd zijn. Voor de afzonderlijke uurtarieven (die via tijdschrijven worden gebonden aan de activiteiten) en verrichtingen kunnen er kostprijzen bepaald worden. De kostprijs van een DB(B)C bestaat uit de optelsom van de kostprijzen van de onderliggende activiteiten en verrichtingen. Doelstelling is dat zorgaanbieders en de inkooporganisatie van het ministerie van Justitie (hierna inkooporganisatie) in het eindmodel afspraken met elkaar maken over prijs, volume en kwaliteit van DB(B)C's. Voor een nadere toelichting op de DB(B)C-systematiek verwijzen wij u naar de website van het programma Vernieuwing Forensische Zorg (VFZ) ( ). Uit bovenstaand doel van het project DB(B)C FZ zijn twee hoofdfuncties van kostprijsbepaling af te leiden: 1. Instellingen die forensische zorg in strafrechtelijk kader leveren zullen conform dit model kostprijsgegevens aanleveren. De kostprijsinformatie die door de instellingen wordt aangeleverd, wordt gebruikt bij het beoordelen van de productstructuur DB(B)C FZ op kostenhomogeniteit. Gedurende de doorontwikkeling van de productstructuur zal de nadruk liggen op de eenduidige toepassing van dit kostprijsmodel teneinde over vergelijkbare kostprijsgegevens te beschikken (opdat zinvolle analyses kunnen worden uitgevoerd). 2. Zorgaanbieders zullen bij invoering van de DB(B)C-financiering behoefte hebben aan inzicht in de kostprijzen van DB(B)C s, teneinde zich goed voor te kunnen bereiden op de te maken afspraken met de inkooporganisatie. Het ontwikkelde kostprijsmodel vormt hiervoor in het eindmodel een hulpmiddel voor zorgaanbieders. 1 DB(B)C FZ geldt voor forensische zorg in strafrechtelijk kader welke valt onder de in bijlage 7 genoemde strafrechtelijke titels. 2 Zie definitie bijlage 2 Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 4

5 1.2 Leeswijzer De DB(B)C systematiek is opgesteld volgens het principe DBC GGZ tenzij In het kostprijsmodel is dit principe ook gehanteerd. Slechts op enkele punten wijkt het model af. Deze rapportage bestaat uit de volgende onderdelen: Gehanteerde uitgangspunten Hoofdstuk 2 beschrijft de in het Kostprijsmodel gehanteerde uitgangspunten. Het kostprijsmodel op hoofdlijnen Hoofdstuk 3 beschrijft het kostprijsmodel op hoofdlijnen. Het kostprijsmodel in stappen De hoofdstukken 4 tot en met 14 bevatten een stapsgewijze, chronologische beschrijving van het kostprijsmodel. Het kostprijsmodel voor Forensische zorg in strafrechtelijk kader Bij het ontwikkelen van het kostprijsmodel voor de DB(B)C systematiek voor de forensische zorg in strafrechtelijk kader is zoveel mogelijk aangesloten bij het kostprijsmodel DBC GGZ. Het belangrijkste verschil tussen de reguliere GGZ en de FZ is de beveiliging. De beveiliging komt tot uiting in de registratie en verantwoording over het door de zorgaanbieder geleverde beveiligingsniveau. De combinatie van het geleverde beveiligingsniveau en de verblijfsintensiteit is de verblijfssoort. De verblijfssoort is een aparte kostendrager en komt terug in het kostprijsmodel FZ. In aansluiting op de reguliere GGZ zijn voor de FZ de kapitaallasten vooralsnog uitgesloten van de kostprijsberekening. Het einddoel is om over te gaan op integrale tarieven. Wanneer dit besluit is genomen, zullen ook de kapitaallasten onderdeel gaan uitmaken van de kostprijsberekening. De werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ heeft de wijzigingen ten opzichte van het model DBC GGZ voorgelegd aan de klankborgroep bekostiging, waarna het kostprijsmodel wordt vastgesteld door de programmamanager VFZ. Wanneer de praktijktoets en/of de ontwikkelingen omtrent de kapitaallasten daar aanleiding toe geven, zal het kostprijsmodel bijgesteld worden. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 5

6 2 Wijzigingen ten opzichte van kostprijsmodel DB(B)C FZ 2010 versie 1.1 Het kostprijsmodel DB(B)C FZ 2011 is op vier onderdelen aangepast ten opzichte van het kostprijsmodel DB(B)C FZ De aanpassingen zijn ingegeven vanuit wijzigingen in het kostprijsmodel DBC GGZ 2011 en naar aanleiding van de werkelijke registratie van DB(B)C gegevens. Het kostprijsmodel is op de volgende punten aangepast: Ondersteunende beroepen als aparte generieke kosten onderscheiden; Binnen de FZ en GGZ is een aantal beroepsgroepen actief die zorgverlenend zijn, maar niet onder de CONO-beroepenlijst vallen. Het is voor deze beroepen niet mogelijk om binnen de DB(B)C tijd te schrijven voor de verrichtingen en behandelingen die zij uitvoeren. De inzet van ondersteuners is verdisconteerd in de uurtarieven van de tijdschrijvende CONO-beroepen. Dit zorgt voor een beperking in transparantie van zorgproductie, kosten en kwaliteit. Door de ondersteunende beroepen apart als indirecte kosten te onderscheiden, wordt inzicht verkregen in het kostenbeslag van de verschillende ondersteuners en op welke wijze zij aan CONO-beroepen worden toegerekend. Deze wijziging heeft met name invloed op het bepalen van de hulpkostenplaatsen (stap 4), toerekenen kosten hulpkostenplaatsen aan kostendragers (stap 6 en 7) en het totaliseren van toegerekende kosten per kostendrager (stap 8). Klinisch neuropsycholoog opnemen in beroepen tabel In het model DB(B)C FZ 2011 wordt uitgegaan van de versie van de CONO beroepenstructuur die dateert van 9 februari In het kader van de DB(B)C registratie verantwoorden alleen die beroepen hun inzet in termen van tijdsregistratie die op de beroepentabel DB(B)C FZ zijn opgenomen. De klinisch neuropsycholoog is per februari 2010 als nieuw type beroep in deze beroepenstructuur onderscheiden. Deze wijziging heeft invloed op stap 1 het bepalen van kostendragers. Met de introductie van de klinisch neuropsycholoog op de DB(B)C beroepenlijst is tevens een kostendrager toegevoegd aan het kostprijsmodel. Hiermee wordt het voor zorgaanbieders inzichtelijk welke kosten door dit beroep gemaakt worden. Hierbij wordt aangesloten bij DBC GGZ waarbij in het kostprijsmodel DBC GGZ dit beroep op de beroepentabel is toegevoegd. Wijziging subsidiebedrag opleidingskosten Sinds 1 januari 2007 is het opleidingsfonds geïntroduceerd voor het subsidiëren van zorgopleidingen. Dit fonds regelt de bekostiging van opleidingen tot bijvoorbeeld chirurg, radioloog, SEH-arts, jeugdarts, psychiater of psychotherapeut. De subsidiebedragen zijn terug te vinden in bijlage 4. Aanpassing afbaking FZ-domein waarvoor de DB(B)C systematiek geldt Vanaf 1 januari 2011 wordt naast de DB(B)C-systematiek ook de ZZP-bekostiging/extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening van het domein waarvoor de DB(B)Csystematiek dan wel de ZZP-bekostiging/ambulante parameters van toepassing is, geldt het volgende: Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 6

7 Voor zorg in het kader van de behandeling van de patiënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DB(B)C-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan Sterk Gedragsgestoorde Licht Verstandelijk Gehandicapten. Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg mét behandeling geïndiceerd is. De ZZP-bekostiging/Extramurale parameters geldt voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: o Ambulante begeleiding (extramurale parameters) o Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZPs) o Zorg aan verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek De afbakening van het FZ-domein voor de DB(B)C systematiek is in het kostprijsmodel DB(B)C FZ 2011 ter verduidelijking toegevoegd. Deze kosten voor zorg die via ZZP s of extramurale parameters wordt verleend, worden in stap 3 van de kostprijsberekening uitgesloten. Meer informatie over de afbakening van het domein van de DB(B)C FZ is te vinden in de spelregels DB(B)C FZ Afwijkingen ten opzichte van kostprijsmodel GGZ Vrijheid in keuze verdeelsleutel: In het kostprijsmodel GGZ is er bij de toerekening van de specifieke hulpkostenplaatsen aan kostendragers een wijziging in het model. Een afwijking van de standaard verdeelsleutel is mogelijk als er een betere verdeelsleutel voorhanden is en is alleen gemotiveerd mogelijk. Deze moet leiden tot een zuiverder toerekening van kosten. Binnen de FZ is het niet mogelijk om af te wijken van de verdeelsleutels. Preventie en dienstverlening: Preventie en dienstverlening zal als aparte NZa budgetparameter binnen de GGZ vervallen zodra de bekostiging via DBC s gaat lopen. Door de continuering binnen de GGZ van het budget op basis van NZa-parameters kan het onderdeel preventie en dienstverlening in het kostprijsmodel op dezelfde wijze gehandhaafd blijven. Preventie en dienstverlening maakt (weliswaar tijdelijk en tekstueel) geen onderdeel meer uit van het kostprijsmodel DBC GGZ, maar in verband met de continuering van de budgetsystematiek is de tekst en bepaling nog wel opgenomen in het DB(B)C FZ kostprijsmodel. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 7

8 3 Gehanteerde uitgangspunten Kostprijsmodel 3.1 Opdrachtformulering werkgroep Kostprijzen Ten behoeve van de ontwikkeling van het kostprijsmodel heeft de adviescommissie DB(B)C FZ 3 de werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ ingesteld. De werkgroep is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, toetsing en het onderhoud van het kostprijsmodel DB(B)C FZ. De opdracht aan de werkgroep kostprijzen is om een werkbaar kostprijsmodel te ontwikkelen waarmee zorgaanbieders in de FZ kostprijzen van DB(B)C s kunnen berekenen. Het kostprijsmodel is gedefinieerd als een stelsel van begrippen, afspraken en rekenregels op basis waarvan op een eenduidige wijze kosten kunnen worden toegerekend aan de in het kader van de DB(B)C-systematiek in de FZ ontwikkelde activiteiten en verrichtingen (kostendragers). Ten behoeve van de ontwikkeling van het kostprijsmodel zijn door de adviescommissie DB(B)C FZ de volgende uitgangspunten vastgesteld: 1a. Het kostprijsmodel voor DB(B)C FZ moet zoveel mogelijk aansluiten bij het model dat in de GGZ is ontwikkeld Het te ontwikkelen kostprijsmodel dient omwille van de eenduidigheid zoveel mogelijk aan te sluiten bij het kostprijsmodel dat ten behoeve van de DBC s in de geestelijke gezondheidszorg is ontwikkeld. Met deze aansluiting wordt bewerkstelligd dat instellingen voor forensische zorg (FPA/FPK, TBS, GW, SGLVG 4, Verslavingszorg) zoveel mogelijk op dezelfde wijze kostprijzen kunnen berekenen. Afwijkingen van het model van DBC GGZ zijn uitsluitend gemotiveerd geoorloofd. 2. Het kostprijsmodel moet worden gebaseerd op de bij de gemiddelde zorgaanbieder gehanteerde wijze van kostprijsbepaling Er dient een uniform kostprijsmodel te worden ontwikkeld dat enerzijds kan voldoen aan de doelstelling van de kostprijsberekening in het kader van dit project en anderzijds met zo min mogelijk extra inspanning door zorgaanbieders kan worden gerealiseerd. Hierbij is aan de orde dat de ervaring met kostprijsbepaling in de GGZ beperkt is. Dit heeft als gevolg dat het model zo eenvoudig mogelijk van opzet moet zijn, waarbij de focus wordt gelegd op de hoofdlijnen van de kostprijsbepaling en niet op de details. 3. Aansluiting bij kostprijsmodel bij de opbouw tarieven voor AWBZ-functies Het deel van de GGZ-sector dat niet is overgeheveld naar het tweede compartiment, zal worden bekostigd op basis van de functiegerichte AWBZ-bekostiging. We streven daarom naar aansluiting in die zin dat het DBC-model en het kostprijsmodel aansluiten op (danwel converteerbaar zijn naar) productiecijfers en tarieven uitgedrukt in AWBZ-functies. 3 De adviescommissie bestaat uit de betrokken landelijke partijen die gezamenlijk opdrachtgever zijn van het project DB(B)C FZ: Ministerie van Justitie, GGZ Nederland, NZa, vertegenwoordigers uit het forensische domein (FPA/FPK, TBS, NIFP, GW, SGLVG, RIBW, Verslavingszorg). (De adviescommissie is in 2008 niet meer actief. De taken in relatie tot het kostprijsmodel zijn overgenomen door de klankbordgroep bekostiging). 4 Zorg aan verstandelijk beperkten die niet gericht is op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek valt buiten de DB(B)C systematiek. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 8

9 3.2 Door de werkgroep Kostprijzen DB(B)C FZ vastgestelde uitgangspunten Met het ontwikkelen van het kostprijsmodel wordt een model nagestreefd dat voldoende flexibiliteit laat om lokale verschillen in bijvoorbeeld kostenplaatsen, functies of uitbestede activiteiten, tegemoet te kunnen treden. Gelijktijdig moet in het kostprijsmodel voldoende detaillering aanwezig zijn om vergelijking tussen de instellingen mogelijk te maken. Als aanvulling op de uitgangspunten geformuleerd door de Adviescommissie DB(B)C FZ, zijn bij de modelontwikkeling door de werkgroep Kostprijzen de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Het kostprijsmodel dient inzichtelijk en onderhoudbaar te zijn Dit uitgangspunt waarborgt dat de kostprijzen snel aan een veranderende situatie kunnen worden aangepast. Tevens maakt een dergelijke opzet het mogelijk dat zorgaanbieders die nog niet over kostprijzen beschikken, het kostprijsmodel op korte termijn kunnen invoeren. 2. Een kostprijs moet zoveel mogelijk integraal zijn Het streven is uiteindelijk dat de kostprijs van een DB(B)C integraal is, dus alle kosten bevat. Hierop gelden enkele uitzonderingen die in hoofdstuk 8 aan de orde komen. Daar wordt tevens beargumenteerd waarom de desbetreffende kostensoorten vooralsnog van de kostprijsbepaling worden uitgesloten. 3. Voor de rubricering van kostengegevens wordt gebruik gemaakt van het rekeningschema voor de zorginstellingen In het kostprijsmodel hanteren we de verdeling van instellingskosten in kostensoorten conform rubriek 4 van het rekeningschema voor de zorginstellingen uit 2003 (Prismant, publicatienummer ). In Bijlage 6 is een overzicht opgenomen met de verdeling van kosten per kostengroep. Dit overzicht kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het toerekenen van kosten. Een punt van aandacht is dat er binnen het forensische domein zorgaanbieders zijn die gebruik maken van het DJI rekeningschema. In de tekst van het kostprijsmodel wordt conform het kostprijsmodel DBC GGZ de rubricering van het Prismant-rekeningschema aangehouden. Om de terminologie van beide rekeningschema s op elkaar aan te laten sluiten is in bijlage 6 een vertaaltabel opgenomen van het Prismant en DJI rekeningschema. Indien een instelling één van de voorgaande rekeningschema s niet volledig of eenduidig toepast, moet de instelling zelf de vertaalslag maken van het eigen rekeningschema naar de terminologie uit het kostprijsmodel. 4. Het uitgangspunt bij het bepalen van de kostprijzen zijn de feitelijke kosten en de feitelijke productie in een gegeven periode Bij de toepassing van het kostprijsmodel gaan we ervan uit dat de zorgaanbieder kostprijzen berekent op basis van de feitelijke kosten- en productiegegevens van het afgesloten boekjaar. Er worden derhalve nacalculatorische kostprijzen berekend en niet voorcalculatorisch op basis van een begroting. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0 9

10 5. Aangepast kostprijsmodel vrijgevestigde De vrijgevestigde behandelaren komen niet voor binnen de forensische zorg. In de toekomst kan het mogelijk zijn dat vrijgevestigde behandelaren gaan toetreden. Voor de zelfstandig gevestigde behandelaren geldt een separaat en vereenvoudigd kostprijsmodel. Het kostprijsmodel van de zelfstandig gevestigde behandelaren bestaat uit drie componenten: - kosten in verband met onderhouden vakkennis - kosten in verband met uitoefenen vak - basistarief. De kosten in verband met het onderhouden van vakkennis en kosten in verband met uitoefening van het vak worden door iedere zelfstandig gevestigde praktijk berekend. Voor het basistarief wordt gekozen voor een praktische oplossing door uit te gaan van een basis uurtarief waarin de loonkosten op een fictieve wijze worden meegenomen. Immers, de loon -component (het inkomen) van een individuele, vrijgevestigde beroepsbeoefenaar laat zich minder eenvoudig toewijzen dan de kosten van iemand in loondienst. Dit is namelijk afhankelijk van de omzet (tarief * aantal), de praktijkkosten en lasten zoals de arbeidsongeschiktheid- en ziektekostenverzekeringen. Deze factoren zijn daarnaast weer afhankelijk van het bedrag dat de individuele zelfstandige onder aan de streep overhoudt. De vraag is vervolgens of dit bedrag dan het bedrag is dat als loonkosten in het kostprijsmodel verwerkt zou moeten worden. Een normatieve benadering van de component biedt hierin geen uitkomst, simpelweg omdat een normatieve benadering niet de individuele werkelijkheid weerspiegelt. Voor de analyse is gekozen om het loonkostendeel aan te laten sluiten bij de resultaten zoals die zijn/worden berekend voor de psychiaters en de psychotherapeuten in loondienst bij de referentieinstellingen. Het betreft hier de mediaan over de directe kosten. Dit heeft tot gevolg dat de aangeleverde materiele kostprijsgegevens effect hebben op de landelijk gemiddelde kostprijzen en dat het inkomen van de zelfstandig gevestigde behandelaar hierin geen effect speelt. Op deze wijze is een heldere analyse mogelijk van de gegevens. Het gaat hier uitdrukkelijk niet om een inkomensdiscussie, alleen om de wijze voor een heldere data-analyse. Indien binnen een zelfstandige praktijk een andere dan hier opgenomen beroepsgroep actief is, kan voor de aanlevering van het uurtarief contact worden opgenomen met de projectorganisatie DBC GGZ. Het format voor kostprijsberekening van een zelfstandig gevestigde behandelaar is opgenomen in bijlage 5. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

11 3.3 Technische uitgangspunten voor de kostprijsbepaling 1. In het kostprijsmodel wordt ervan uitgegaan dat alle kosten variabel zijn De werkgroep Kostprijzen is zich bewust van het feit dat deze keuze niet de werkelijkheid weerspiegelt. Gezien de doelstelling van het gebruik van het kostprijsmodel in deze fase het retrospectief bepalen van de kostprijzen om de praktische toepasbaarheid van het model te toetsen en om homogeniteitanalyses te kunnen uitvoeren is dit uitgangspunt te rechtvaardigen. In het geval dat het kostprijsmodel, in de overgangssituatie van de huidige bekostigingssystematiek naar de DB(B)C-systematiek, dient als basis voor landelijke tarieven (zoals in de GGZ- en ziekenhuissector), is het gewenst dat wel rekening wordt gehouden met zaken als de reële bezettingsgraad, onderscheid vast/variabel en productiecijfers. 2. In het kostprijsmodel wordt een kostenplaatsmethodiek toegepast Met het gebruik van een kostenplaatsmethodiek wordt bewerkstelligd dat de toedeling van hele clusters van kosten aan kostendragers kan plaatsvinden en niet op het niveau van individuele kostensoorten hoeft te geschieden. 3. Kostendragers en hoofdkostenplaatsen Het bepalen van kostprijzen heeft allereerst betrekking op de personele en materiële kosten van de medewerkers en materiële voorzieningen die direct betrokken zijn bij het leveren van een activiteit of verrichting aan een patiënt en in direct contact met de patiënt staan: de primaire processen. Deze primaire processen kennen een causaal verband met de productie zoals die geregistreerd moet gaan worden. In een kostenplaatsmethodiek worden de afdelingen waar het primaire proces plaatsvindt (waar de productie wordt geleverd) meestal aangeduid als hoofdkostenplaatsen. In het DBC-kostprijsmodel in de somatische curatieve zorg is het goed mogelijk gebleken met een schema van hoofdkostenplaatsen te werken, aangezien tussen de ziekenhuizen weinig sprake was van verschillen in organisatie en naamgeving van patiëntgebonden afdelingen. In de GGZ blijkt dat ten aanzien van de hoofdkostenplaatsen (die organisatiedelen waar productie wordt gerealiseerd) door de diversiteit van instellingen tot op heden nauwelijks sprake is van uniforme toepassing van de kostenplaatsenstructuur. Naar het oordeel van de werkgroep Kostprijzen is het daarom niet haalbaar om tot een dusdanige grootste gemene deler in hoofdkostenplaatsen te komen die voor alle instellingen herkenbaar en toepasbaar zou zijn. Daarom wordt voor de kosten van het primaire proces gekozen voor een directe aansluiting tussen de kosten(soorten) en de kostendragers. Feitelijk komt dit erop neer dat de kostendragers als hoofdkostenplaats worden beschouwd. Deze systematiek zal tevens worden gevolgd in het kostprijsmodel voor de forensische zorg in strafrechtelijk kader. 4. In het kostprijsmodel wordt een tweetal typen hulpkostenplaatsen toegepast. Naast hoofdkostenplaatsen bestaan in een kostenplaatsenmethodiek hulpkostenplaatsen. Hulpkostenplaatsen zijn die organisatieonderdelen die ondersteunende of voorwaardenscheppende activiteiten uitvoeren ten behoeve van het primaire proces (en andere hulpkostenplaatsen). Het gaat hierbij derhalve om niet-patiëntgebonden afdelingen die niet rechtstreeks in contact met de patiënt staan. In het kostprijsmodel DB(B)C FZ worden twee typen hulpkostenplaatsen onderscheiden: Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

12 Hulpkostenplaatsen (specifiek) waarvan de kosten niet in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden, omdat ze slechts voor een cluster van kostendragers van toepassing zijn of niet voor alle kostendragers in een gelijke mate (hulpkostenplaatsen I). Hulpkostenplaatsen (generiek), waarvan de kosten in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden (hulpkostenplaatsen II). 5. De verdeling van kosten van hulpkostenplaatsen naar kostendragers vindt plaats volgens de methode van directe toerekening. Voor het onderzoek ten behoeve van het project DB(B)C FZ is ervoor gekozen om, in aansluiting op het project DBC Zorg en DBC GGZ, de methode van directe toerekening te kiezen; de directe toerekening van kosten waarbij de kosten van ondersteunende diensten c.q. hulpkostenplaatsen rechtstreeks toegerekend worden aan de (directe) activiteiten en verrichtingen. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

13 4 Het kostprijsmodel op hoofdlijnen In dit hoofdstuk volgt een beknopte omschrijving van het kostprijsmodel en de te doorlopen stappen die in het vervolg van dit rapport uitgebreid beschreven worden. 4.1 Schematische weergave van het kostprijsmodel INSTELLINGSKOSTEN VOOR ZOVER MEE TE NEMEN IN DE KOSTPRIJS Hoofdkostenplaatsen/ Hulpkostenplaatsen I Hulpkostenplaatsen II kostendragers Toerekenen aan kostendragers/ hoofdkostenpl. Indirecte kosten Directe kosten (specifiek) Via verdeelsleutels toerekenen aan (clusters van) kostendragers Indirecte kosten (generiek) Gelijkmatig toerekenen aan alle kostendragers (fte) Kostendragers Behandelaars Verblijfssoorten Dagbesteding 4.2 Korte beschrijving van het kostprijsmodel Het kostprijsmodel is zo opgebouwd dat alle kosten (voor zover niet uitgesloten) worden toegerekend aan kostendragers. Daarmee wordt impliciet de aanname gedaan dat alle kosten als variabele kosten beschouwd worden. Het is duidelijk dat dit in de praktijk niet het geval zal zijn. Maar voor het doel van dit kostprijsmodel is het niet noodzakelijk een verdere verfijning in het model aan te brengen. Een instelling past het kostprijsmodel toe door middel van het doorlopen van tien stappen die in het vervolg van dit rapport beschreven worden. Van de totale instellingskosten geordend volgens het Prismant-rekeningschema worden de kostensoorten die buiten de kostprijsbepalingen vallen uitgesloten (stap 2 en 3). Dit betreft onder meer de kosten die via een andere financieringsbron dan Justitie worden gedekt, of wel door Justitie worden bekostigd maar via de ZZP/extramurale parameters en de kapitaallasten. Tevens moeten de totale instellingskosten gezuiverd worden van die kosten en opbrengsten van activiteiten die geen of een beperkte relatie hebben met de primaire functie van de zorgaanbieder, zoals de exploitatie van een winkeltje of een parkeergarage. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

14 Het kostprijsmodel omvat de toerekening van resterende kosten van de FZ-organisatie aan de kostendragers, die bij de desbetreffende zorgaanbieder voorkomen (stap 1). Deze kostendragers zijn de eenheden, waarin de productie wordt geregistreerd. De volgende categorieën kostendragers zijn bepaald: - Uurtarieven van verschillende typen behandelaars uit te drukken in kostprijs per uur (bijvoorbeeld: uurtarief van een psychiater, psycholoog, SPV-er, et cetera). - Verblijfssoorten uit te drukken in kostprijs per eenheid (verblijfssoort). - Dagbesteding van verschillende categorieën uit te drukken in kostprijs per eenheid (cliëntuur). In het kostprijsmodel wordt een kostenplaatsmethodiek toegepast. In de eerste plaats worden in het kostprijsmodel hulpkostenplaatsen organisatieonderdelen die ondersteunende of voorwaardenscheppende activiteiten uitvoeren onderscheiden, waaraan kosten moeten worden toegerekend (stap 4). De kosten van hulpkostenplaatsen worden in het model als indirecte kosten beschouwd. De kosten van de twee typen hulpkostenplaatsen worden op verschillende manieren aan kostendragers toegerekend (stap 6 en 7). Voorts moeten de directe kosten toegerekend worden. Directe kosten zijn alle kosten die niet aan hulpkostenplaatsen zijn toegerekend. Er is gekozen voor een directe toerekening van directe kosten aan kostendragers. Dit betekent dat de kostendragers als aparte hoofdkostenplaatsen beschouwd kunnen worden (stap 5). Als het goed is betreffen dit de kosten die rechtstreeks samenhangen met het primaire proces. De aldus toegerekende totale kosten aan kostendragers (stap 8) worden vervolgens gerelateerd aan het productievolume per kostendrager (aantallen uren behandelaar, aantallen verblijfssoorten en aantallen uren dagbesteding, zodat tarieven per kostendrager ontstaan (stap 9). Op basis van de DB(B)C-registratie is het mogelijk om vanuit de tarieven per kostendrager de volgende kostprijzen te bepalen (stap 10): - (Gemiddelde) kostprijs van afzonderlijke activiteiten. Door middel van de registratie van patiëntgebonden tijdsbesteding van behandelaars vindt toerekening van de uurtarieven aan de activiteiten plaats. - (Gemiddelde) kostprijs per DB(B)C door middel van het optellen van de kostprijzen van de bijbehorende activiteiten. Immers, in de registratie vindt altijd een koppeling plaats naar een DB(B)C van een bepaalde patiënt. Op deze kostprijzen van DB(B)C s kunnen nadere analyses op bijvoorbeeld kostenhomogeniteit worden uitgevoerd. In de volgende hoofdstukken wordt het kostprijsmodel stapsgewijs uitgewerkt. In elk van deze stappen wordt tevens aangegeven op welke wijze de kostenplaatsmethodiek is toegepast. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

15 5 Het kostprijsmodel in stappen In de volgende hoofdstukken wordt het kostprijsmodel beschreven. Als structuur voor de beschrijving is gekozen voor het chronologische proces dat een zorgaanbieder volgt bij het bepalen van kostprijzen. Waar nodig wordt een nadere toelichting gepresenteerd in de bijlagen. Samengevat behelst de toepassing van het kostprijsmodel de volgende chronologische stappen: Stap 1: Bepalen van de kostendragers bij de zorgaanbieder (Hoofdstuk 6). Stap 2: Bepalen van de totale instellingskosten, geordend volgens het rekeningschema voor de zorginstellingen (Hoofdstuk 7). Stap 3: Bepalen van de kosten die van de kostprijsbepaling worden uitgesloten (Hoofdstuk 8). Stap 4: Stap 5: Stap 6: Stap 7: Stap 8: Stap 9: Stap 10: Bepalen van de hulpkostenplaatsen en het toerekenen van kosten aan deze hulpkostenplaatsen (Hoofdstuk 9). Bepalen van de directe kosten (de totale kosten minus de aan de hulpkostenplaatsen toegerekende kosten) en het toerekenen van directe kosten aan kostendragers/hoofdkostenplaatsen (Hoofdstuk 10). Bepalen van de relatie tussen specifieke hulpkostenplaatsen (I) en kostendragers en het vervolgens toerekenen van de kosten van hulpkostenplaatsen (I) aan kostendragers door middel van verdeelsleutels (Hoofdstuk 11). Het toerekenen van de kosten van generieke hulpkostenplaatsen (II) aan kostendragers door middel van een verdeling op basis van fte (Hoofdstuk 12). Het bepalen van de totale (directe en indirecte) kosten per kostendrager en het uitvoeren van een toets op de vraag of alle in de kostprijsbepaling mee te nemen kosten zijn toegerekend (Hoofdstuk 13). Bepalen van het volume c.q. de productie van iedere kostendrager en het uitvoeren van een delingscalculatie ten behoeve van de kostprijs per kostendrager (Hoofdstuk 14). Bepalen op basis van de tijdsregistratie van zowel de kostprijs van een afzonderlijke activiteit als voor afzonderlijke DB(B)C s (Hoofdstuk 15). Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

16 6 Bepalen kostendragers (stap 1) 6.1 De achtergrond van de kostendragers Het doel van kostprijsberekening is het toerekenen van kosten aan kostendragers. In de DB(B)Csystematiek voor de Forensische Zorg zijn de kostendragers direct afgeleid van de eenheden van activiteiten en verrichtingen die worden geregistreerd om de productie uit te drukken. Voor het overgrote deel bestaat de registratie van activiteiten en verrichtingen uit het feit dat afzonderlijke behandelaars hun tijd schrijven op activiteiten. De kostendrager is hier een uur patiëntgebonden tijdsbesteding van de verschillende typen behandelaars. Dit betreft zowel direct als indirect patiëntgebonden tijd. Al deze behandelaars registreren hun tijd voor zover ze geen onderdeel van de verblijfsfunctie en hun kosten in de verblijfssoort(deel)prijs zijn begrepen. Daarnaast wordt nog een aantal andere activiteiten onderscheiden waarop geen tijd wordt geschreven maar die bestaat uit de aanwezigheidsregistratie van de patiënt (verblijfssoorten en dagbesteding). In bijlage 2 is een uitputtende lijst van alle mogelijke kostendragers opgenomen. 6.2 Categorieën kostendragers Om kostprijzen van deze activiteiten te bepalen, moeten kosten worden toegerekend aan de kostendragers. In deze paragraaf beschrijven we de kostendragers. Daarbij lopen we soms vooruit op stappen in het kostprijsmodel die verderop pas uitgevoerd worden. We kunnen de kostendragers onderscheiden in: - Uurtarieven behandelaars (6.2.1) - Verblijfssoorten (6.2.2) - Uren dagbesteding (6.2.3) Uurtarieven per soort behandelaar uit te drukken in kostprijs per uur Dit betreft het uurtarief patiëntgebonden tijd (zowel direct als indirect) van de behandelaars, die voorkomen in de DB(B)C FZ beroepentabel én zijn betrokken bij de behandeling, begeleiding, verpleging of verzorging van de patiënt. Aan deze kostendragers worden naast de personele kosten van de behandelaars zelf alle overige personele en materiële kosten toegerekend die samenhangen met de behandelfunctie (b.v. directe ondersteuning van behandelaars, spreekkamers polikliniek). Ten opzichte van de Cono-beroepenstructuur zijn er in de DB(B)C FZ beroepentabel de volgende toevoegingen gedaan: 1. Een cluster Somatische beroepen (wet BIG); (conform GGZ) 2. Binnen het niveau specialisatie/functiedifferentiatie (SF) per beroepsgroep een groep overige beroepen SF. (Conform GGZ) 3. Toevoeging van de AVG arts voor verstandelijk gehandicapten onder medische beroepen specialisatie/functiedifferentiatie; Verpleegkundige beroepen op de kliniek die activiteiten doen voor klinische patiënten schrijven geen tijd. Deze kosten zijn opgenomen in de verblijfssoort. Voor de DB(B)C FZ geldt dat er bij de verpleegkundige beroepen en de beroepen/personen die 24-uurs continuïteitszorg leveren ook onderscheid gemaakt wordt tussen hun rol in het ambulante zorgproces en hun rol in de kliniek. In de ambulante zorgverlening Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

17 registreren deze beroepen zoals onderscheiden op de beroepentabel behorend bij het DB(B)C FZ model hun daadwerkelijk bestede tijd aan de hand van de opgestelde registratielijst voor activiteiten en verrichtingen. In de kliniek wordt de inzet van deze beroepen voor 100% versleuteld via de verblijfssoort. Dat betekent dat zij in het kader van de DB(B)C systematiek hun tijdsbesteding in de kliniek niet vastleggen volgens de registratielijst activiteiten en verrichtingen. Bijvoorbeeld op een klinische afdeling zijn altijd twee sociotherapeuten aanwezig, de één heeft als beroep verpleegkundige, de ander SPH (totaal zes personen in dienst om de volledige dag te vullen). Beide registreren hun tijd in de kliniek niet, aangezien het hier om 24- uurs continuïteitszorg gaat. De DB(B)C FZ beroepentabel is opgenomen in hoofdstuk 14.2 en in bijlage Verblijf uit te drukken in kostprijs per eenheid (verblijfssoort) In de DB(B)C s voor forensische zorg in strafrechtelijk kader wordt niet zoals in de DBC GGZ gewerkt met verblijfsdagcategorieën, maar met verblijfssoorten. De categorieën forensisch (inclusief categorie 6, verblijf zonder overnachting) zijn per 1 januari 2009 vervallen. De verblijfssoorten zijn opgebouwd uit een combinatie van de verblijfsintensiteit en het niveau van beveiliging. Een patiënt kan een lage verblijfsintensiteit hebben gecombineerd met een hoog beveiligingsniveau. De volgende verblijfssoorten zijn gedefinieerd op basis van de definities van beveiligingsniveau en verblijfsintensiteit. De definities van verblijfsintensiteit en beveiligingsniveau staan beschreven in de spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader. Beveiligingsniveau Verblijfsintensiteit (Zeer) Laag (1) Gemiddeld (2) Hoog (3) Zeer Hoog (4) Laag (A) A1 A2 A3 A4 Gemiddeld (B) B1 B2 B3 B4 Hoog (C) C1 C2 C3 C4 De verblijfssoort A1 representeert dus een (zeer) laag beveiligingsniveau in combinatie met een lage verblijfsintensiteit. Evenzo representeert de verblijfssoort C4 de combinatie tussen een zeer hoog beveiligingsniveau en een hoge verblijfsintensiteit. Verblijfssoorten worden geregistreerd in eenheden verblijfsdagen aanwezigheid. In een aantal uitzonderingsgevallen kunnen ook verblijfsdagen worden geregistreerd bij afwezigheid van de patiënt, zie hiervoor de spelregels DB(B)C registratie. De instelling registreert conform de eigen indeling en berekent daar een kostprijs van. Bijvoorbeeld, indien in een instelling de verblijfssoorten A2 en A3 voorkomen, worden twee kostprijzen berekend. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

18 Afbakening verblijf en behandeling Voor verblijfssoorten geldt dat de kosten van de inzet van alle sociotherapeuten moeten worden opgenomen in de kostprijs van de verblijfssoort. De beroepen van de beroepentabel verantwoorden hun inzet altijd via de activiteiten registratie en worden dus niet meeberekend in de kostprijs van de verblijfssoort Dagbesteding uit te drukken in kostprijs per eenheid (cliëntuur) Van dagbesteding is sprake als de instelling voor de patiënt gelegenheden organiseert om de tijd door te brengen op een zinvolle wijze. Er is geen sprake van behandeling, begeleiding, verpleging of verzorging. Dagbesteding kan zowel voor klinische als ambulante patiënten geregistreerd worden. Er kan alleen geregistreerd worden als de patiënt ook daadwerkelijk aanwezig is. De kostprijs van dagbesteding wordt berekend in eenheden cliëntuur. De eenheid cliëntuur houdt in dat indien bijvoorbeeld gedurende één uur dagbesteding wordt gegeven aan een groep van 5 patiënten, er in totaal 5 uur dagbesteding wordt geregistreerd (voor iedere patiënt 1 uur). Als er dagbesteding wordt geregistreerd voor een bepaalde patiënt, kan door behandelaren voor die patiënt niet tegelijkertijd tijd worden geregistreerd op activiteiten. Direct patiëntgebonden tijd kan wel voor of na uren dagbesteding geregistreerd worden, maar dus niet gedurende de dagbesteding. In de activiteitenlijst worden de volgende categorieën dagbesteding onderscheiden (zie bijlage 7 voor definities): - Dagbesteding sociaal - Dagbesteding activering - Dagbesteding educatie - Dagbesteding arbeidsmatig - Dagbesteding overig. Afbakening dagbesteding en behandeling Hierbij geldt de volgende aanpak: - Dagbesteding en behandeling (inclusief begeleiding, crisisopvang, verpleging en verzorging) worden gescheiden. - Voor dagbesteding betekent dit dat behandelaars die werkzaam zijn op (en dus inbegrepen zijn in de prijs van) de dagbesteding niet tegelijkertijd activiteiten van de activiteiten - en verrichtingen lijst registreren. Een patiënt krijgt óf behandeling óf dagbesteding. De kosten en inzet van de betreffende behandelaar moeten dan verdeeld worden over behandeling en dagbesteding. - Bijvoorbeeld: Een patiënt krijgt op een dag gedurende zes uur in het kader van dagbesteding activering. De zes uur dat deze patiënt dagbesteding krijgt, wordt geregistreerd onder dagbesteding (in uren). Indien de patiënt op dezelfde dag binnen de 6 uur dagbesteding, niet alleen dagbesteding krijgt aangeboden, maar ook bijvoorbeeld één uur behandelgesprek met een psycholoog, wordt dit apart geregistreerd. Voor deze patiënt wordt in dat geval vijf uur dagbesteding geregistreerd en één uur behandeling. In de kostprijsbepaling dient hier, bij het toerekenen van de kosten en de bepaling van het productievolume, rekening mee te worden gehouden. - Dagbesteding en verblijfssoort kunnen wel tegelijkertijd worden geregistreerd. Een klinisch opgenomen patiënt kan namelijk op die dag dagbesteding krijgen. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

19 Het blijkt dat het onderscheid tussen dagbesteding, dagbehandeling en deeltijdbehandeling lastig is. De definities en werkwijzen zijn als volgt: Deeltijdbehandeling Dagbehandeling Alle behandeling, en dus ook deeltijdbehandeling, wordt geregistreerd in termen van de bestede tijd door professionals, via de registratielijst A&V (activiteiten en verrichtingen). Deeltijdbehandeling is in feite een aantal uren behandeling. Deeltijdbehandeling komt in de FZ niet voor. Het verblijf van een patiënt voor een dagbehandeling bestaat niet binnen de DB(B)C FZ. 6.3 Vaststellen kostendragers per instelling in overleg met projectleider De lijst met activiteiten en verrichtingen en de daarvan afgeleide lijst met kostendragers (bijlage 2) is niet volledig op alle instellingen van toepassing, omdat het op instellingsniveau zo kan zijn dat bepaalde activiteiten of behandelaars niet voorkomen. Zo kan het zijn dat een instelling slechts een beperkt aantal verblijfsvormen wil onderscheiden en niet alle genoemde soorten behandelaars in dienst heeft die in de DB(B)C-registratie worden onderscheiden. De eerste stap in de kostprijsberekening is daarom het bepalen van de kostendragers. Dit dient uiteraard in overeenstemming te zijn met de door de instelling gemaakte keuzes in de registratie. Onderwerpen die minimaal intern besproken moeten worden zijn: - Welke professionals zijn werkzaam in de instelling en registreren welke tijd in het kader van het DB(B)Csystematiek. Alleen de op de beroepentabel voorkomende beroepen schrijven tijd. Voor elk soort behandelaar die gaat registeren, moet een uurtarief worden berekend. - Welke categorieën verblijf en dagbesteding worden onderscheiden in de DB(B)C-registratie en kostprijsberekening? Welke formatie moet in welke categorie worden meeberekend? Wordt bij verblijfssoorten onderscheid gemaakt in verschillende kostprijzen per afdeling, of zijn de afdelingen volledig vergelijkbaar en hebben ze eenzelfde kostprijs? Wordt onderscheid gemaakt in verblijf met en zonder overnachting? Resultaat van deze stap: een lijst met op de instelling van toepassing zijnde kostendragers.! Tip: Maak een overzicht met de van toepassing zijnde kostendragers en koppel deze aan informatiebronnen en coderingen van de financiële gegevens (grootboek) en personeels- en salarisgegevens. Om in de berekening van kostprijzen dubbeltellingen te voorkomen, geef per behandelaar aan of deze ook voorkomt in dagbesteding- en/of verblijfssoorten. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

20 7 Bepalen totale instellingskosten, geordend naar het rekeningschema (stap 2) De analyse van de kosten start met het in kaart brengen van de totale instellingskosten van het meest recente afgesloten boekjaar. De kosten moeten worden ingedeeld naar kostensoort conform rubriek 4 van het rekeningschema voor de zorginstellingen (Prismant rekeningschema versie 2003). Instellingen waar het DJI rekeningschema van toepassing is kunnen gebruik maken van de vertaaltabel Prismant-DJI rekeningschema in bijlage 6. De instellingen die geen gebruik maken van het oude of nieuwe rekeningschema voor de zorginstellingen moeten zelf een interpretatie maken vanuit het eigen schema. Vervolgens dienen de totale instellingskosten gezuiverd te worden van die kosten die geen of een beperkte relatie hebben tot de primaire functie van de zorgaanbieder. Voorbeelden van dergelijke functies zijn de verstrekking van maaltijden aan anderen dan patiënten, het exploiteren of verhuren van een winkeltje of restaurant en de verhuur van ruimte. Voor alle opbrengsten van activiteiten voor derden dient één van de volgende stappen ondernomen te worden: 1. elimineren van kosten, opbrengsten en eventuele productie die met deze functies samenhangt; 2. in mindering brengen van de opbrengsten op de kosten waar de opbrengsten betrekking op hebben. Resultaat van deze stap: een overzicht van de toe te rekenen instellingskosten.! Tip: Maak een aansluiting tussen de toe te rekenen instellingskosten en de jaarrekening. Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011,

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Versie 1.2 15 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Controles... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Aanlevering documenten... 5 3 Fases conform het kostprijsmodel...

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5078. Kostprijsberekening curatieve GGZ. Doel van de beleidsregel

BELEIDSREGEL BR/CU-5078. Kostprijsberekening curatieve GGZ. Doel van de beleidsregel BELEIDSREGEL BR/CU-5078 Kostprijsberekening curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen. REGELING Regeling Verplichte aanlevering budget- en DBBC omzet Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende regeling

Nadere informatie

Kostprijsmodel DBC GRZ

Kostprijsmodel DBC GRZ Kostprijsmodel DBC GRZ Versie 2.0 Utrecht, december 2011 DBC Onderhoud Postbus 2774 3500 GT Utrecht tel. 030 285 08 00 kostprijstrajectsomatiek@dbconderhoud.nl www.dbconderhoud.nl Inhoudsopgave Kostprijsmodel

Nadere informatie

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C Betreft: Wijzigingen Spelregels DB(B)C per 1 nuari 2011 Datum: 17 augustus 2010 1. Inleiding De Spelregels DB(B)C-registratie voor de forensische

Nadere informatie

Kostprijsmodel DBC GRZ. Versie 2.4.

Kostprijsmodel DBC GRZ. Versie 2.4. Kostprijsmodel DBC GRZ Versie 2.4. 2 april 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Doel van het kostprijsmodel... 4 2 Gehanteerde uitgangspunten... 5 3 Het kostprijsmodel in hoofdlijnen... 6 3.1 Korte

Nadere informatie

Kostprijsmodel DBC GRZ. Versie 2.2.

Kostprijsmodel DBC GRZ. Versie 2.2. Kostprijsmodel DBC GRZ Versie 2.2. 15 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Doel van het kostprijsmodel... 4 2 Gehanteerde uitgangspunten... 5 3 Het kostprijsmodel in hoofdlijnen... 6 3.1 Korte

Nadere informatie

Kostprijsmodel 14. Kostprijsonderzoek DB(B)C-tarieven voor Versie 3.0

Kostprijsmodel 14. Kostprijsonderzoek DB(B)C-tarieven voor Versie 3.0 Kostprijsmodel 14 Kostprijsonderzoek DB(B)C-tarieven voor 2014 Versie 3.0 18 januari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 6 1.1 Doel van het kostprijsmodel... 6 1.2 Doel van het kostprijstraject... 6 1.3

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003 BELEIDSREGEL ZZP-TARIFERING EN TARIEVEN EXTRAMURALE PARAMETERS IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van

Nadere informatie

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1 REGELING Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende

Nadere informatie

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013 Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013 Versie 1.0 Datum 19 februari 2013 Status Vastgesteld Colofon Afzendgegevens Directie Forensische Zorg Stafbureau Schedeldoekshaven 101 2511 EM Den Haag Postbus

Nadere informatie

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg BELEIDSREGEL Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, sub b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Inhoudsopgave Artikel 1. Reikwijdte... 2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel... 2 Artikel 3. Begripsbepalingen... 2 Artikel 4. Kostprijsmodel...

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsberekening curatieve GGZ. Doel van de beleidsregel. Kenmerk

BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsberekening curatieve GGZ. Doel van de beleidsregel. Kenmerk BELEIDSREGEL Kostprijsberekening curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Op weg naar verbeterde kostprijzen grz

Op weg naar verbeterde kostprijzen grz Op weg naar verbeterde kostprijzen grz Richtlijnen voor inrichting financiële administratie 2013 Versie 1.0 12 december 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 De richtlijnen... 4 2.1 Toerekening indirecte

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5069. Extramurale curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU-5069. Extramurale curatieve GGZ BELEIDSREGEL Extramurale curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CU-5002. Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg. 1. Algemeen

BELEIDSREGEL CU-5002. Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg. 1. Algemeen BELEIDSREGEL Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (ZvW) zoals die

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001 BELEIDSREGEL OVERGANG NAAR DBBC-BEKOSTIGING IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding

Nadere informatie

Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tarieven vast van DBC-zorgproducten.

Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tarieven vast van DBC-zorgproducten. Bijlage 1 Onderzoeksprotocol aanlevering kostprijzen GRZ op basis van kostprijsmodel 1. Uitgangspunten 1.1 Doelstelling Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Handreiking kostprijsberekening versie 4.0. 1. Inleiding...3. 2. Doel...4. 3. Productdefiniëring...5. 4. Systematiek kostprijsberekening...

Handreiking kostprijsberekening versie 4.0. 1. Inleiding...3. 2. Doel...4. 3. Productdefiniëring...5. 4. Systematiek kostprijsberekening... Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Doel...4 3. Productdefiniëring...5 4. Systematiek kostprijsberekening...6 5. Voorbeelden kostprijsberekening...7 BIJLAGE Bijlage 1. Prismant rekeningschema rubriek 4...

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2144

BELEIDSREGEL BR/CU-2144 BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008). Bijlage bij circulaire Care/AWBZ/09/22c Beleidsregel Lumpsum Zintuiglijk Gehandicapten 2009 1. Algemeen Kenmerk a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens

Nadere informatie

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding Geldig tot en met TB/FZ-0003 6 november 2012 1 januari 2013 31 december 2013 De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg BELEIDSREGEL Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg Ingevolge artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg)

Nadere informatie

Aanleverinstructie voor instellingen, PAAZ/PUK-en

Aanleverinstructie voor instellingen, PAAZ/PUK-en Aanleverinstructie voor instellingen, PAAZ/PUK-en Kostprijsonderzoek DBC ggz RG14 Versie 1.0 29 oktober 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 4 1.1 kostprijsonderzoek... 4 1.2 Achtergrond kostprijsonderzoek...

Nadere informatie

Aanwijzing Controleprotocol Forensische Zorg 2011

Aanwijzing Controleprotocol Forensische Zorg 2011 Forensische Zorg 2011 Gefactureerde DB(B)C s 2011 en in 2011 afgesloten maar nog niet gefactureerde DB(B)C s Inhoud 1. Inleiding 2. Accountantsonderzoek 3. Procedures van onderzoeken 4. Inhoud van het

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING FORENSISCHE ZORG Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding 24 november 2017 1 januari 2018 Volgnr. Geldig tot en met 01 31 december 2018 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft

Nadere informatie

Hans Tieken, Adviseur Raad van Bestuur Jellinek lid lwdo (verslaving) Bijeenkomst NVSPV d.d. 18 mei 2006

Hans Tieken, Adviseur Raad van Bestuur Jellinek lid lwdo (verslaving) Bijeenkomst NVSPV d.d. 18 mei 2006 Hans Tieken, Adviseur Raad van Bestuur Jellinek lid lwdo (verslaving) Bijeenkomst NVSPV d.d. 18 mei 2006 Programma Achtergrond DBC project Analyseproces productstructuur Registratie resultaten Achtergrond

Nadere informatie

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t.

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t. TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ-0006 1 januari 2014 10 september 2014 n.v.t. Volgnr. Geldig tot Behandeld door 01 1 januari

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D Aan besturen van AWBZ-instellingen alle GGZ-instellingen (Care en Cure) de zorgkantoren en de zorgverzekeraars Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5035. Extramurale zorg GGZ Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU-5035. Extramurale zorg GGZ Zvw BELEIDSREGEL BR/CU-5035 Extramurale zorg GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Handreiking Kostprijsberekening

Handreiking Kostprijsberekening Handreiking Kostprijsberekening versie 5.0 Deze handreiking is ontwikkeld door bureau HHM. Heeft u vragen over deze handreiking? Neem dan contact op met Hinke van der Werf van bureau HHM, telefoonnummer

Nadere informatie

DB(B)C-Productstructuur voor Forensische Zorg in Strafrechtelijk Kader 2011

DB(B)C-Productstructuur voor Forensische Zorg in Strafrechtelijk Kader 2011 DB(B)C-Productstructuur voor Forensische Zorg in Strafrechtelijk Kader 2011 Gebaseerd op de landelijke dataset van 2 april 2010 Productgroepen voor behandeling en verblijfssoorten Versie voor website Productstructuur

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0010

BELEIDSREGEL BR/FZ-0010 BELEIDSREGEL PRESTATIES EN TARIEVEN ZZP S EN EXTRAMURALE PARAMETERS FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van

Nadere informatie

Memo tarieven inkoop 2018

Memo tarieven inkoop 2018 Memo tarieven inkoop 2018 Door Werkgroep Contractering Datum 17 juli 2017 Versie 1 Aanleiding Het voorstel is om de implementatie van het bekostigen via het nieuwe inkoopmodel v.w.b. topsegment een jaar

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale GGZ Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale GGZ Zvw BELEIDSREGEL Extramurale GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU-5047 BELEIDSREGEL DBC-TARIFERING BEHANDELING EN VERBLIJF IN DE CURATIEVE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36714 3 juli 2018 Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg REGELING NR/REG-1913 Vastgesteld

Nadere informatie

3. Definities Voor de omschrijvingen van de verschillende budgetparameters en doelgroepen wordt verwezen naar de Beleidsregel definities GGZ.

3. Definities Voor de omschrijvingen van de verschillende budgetparameters en doelgroepen wordt verwezen naar de Beleidsregel definities GGZ. BELEIDSREGEL Extramurale zorg GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met

Nadere informatie

Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2

Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2 BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Inhoudsopgave Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2 Artikel 3. Artikel 4. Begripsbepalingen...2 Kostprijsmodel

Nadere informatie

c. De Beleidsregel Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg met nummer CA-154 eindigt op 31 december 2007.

c. De Beleidsregel Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg met nummer CA-154 eindigt op 31 december 2007. BELEIDSREGEL Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (ZvW) en wordt

Nadere informatie

Inkoop Forensische Zorg 2013. Informatiebijeenkomst

Inkoop Forensische Zorg 2013. Informatiebijeenkomst Inkoop Forensische Zorg 2013 Informatiebijeenkomst 6 september 2012 Inhoud presentatie 1. Korte schets FZ 2013 2. Offertetraject 3. Rol Nza 4. Belang van IFZO 5. Financiering/bekostiging 6. Gestelde vragen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

BELEIDSREGEL BR/CU-5059 BELEIDSREGEL Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

BELEIDSREGEL BR/CU-5052 BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17173

BELEIDSREGEL BR/REG-17173 BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medischspecialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt. Samenvatting onderzoek uniformering bedrijfseconomische uitgangspunten Doel onderzoek Het doel van het doelmatigheidsonderzoek was te komen tot voorstellen om de wijzen van berekening van de integrale

Nadere informatie

Regeling registratie en aanlevering gegevens pilot ggz en fz

Regeling registratie en aanlevering gegevens pilot ggz en fz Regeling registratie en aanlevering gegevens pilot ggz en fz Gelet op artikel 36 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vast. Ingevolge

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk SBES/djon/GGZ 088 770 8770 vragencure@nza.nl 0146749/0204428

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk SBES/djon/GGZ 088 770 8770 vragencure@nza.nl 0146749/0204428 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport T.a.v. mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11

Nadere informatie

Document Calculatieprincipes Verantwoordingkostprijs. Versie 1.0

Document Calculatieprincipes Verantwoordingkostprijs. Versie 1.0 Document Calculatieprincipes Verantwoordingkostprijs Versie 1.0 Nederlandse Zorgautoriteit 5 december 2006 Inhoudsopgave AANLEIDING EN DOELSTELLING... 2 Taken Zorgautoriteit... 2 Interne sturing zorginstellingen...

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING FORENSISCHE ZORG Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding TB/REG-17601-01 27 juni 2016 1 januari 2017 Volgnr. Geldig tot en met 01 31 december 2017 De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk M. Hochheimer/asat /

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk M. Hochheimer/asat / Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Minister mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96

Nadere informatie

Toelichting op de beslisboom fz RF12

Toelichting op de beslisboom fz RF12 Toelichting op de beslisboom fz RF12 Versie V20110901 Ingangsdatum: 1 januari 2012 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...2 1 INLEIDING...3 1.1 VOOR WIE IS DIT DOCUMENT BEDOELD...3 1.2 WELKE INFORMATIE IS ER IN

Nadere informatie

Financiële verordening VRU

Financiële verordening VRU Financiële verordening VRU Versie 2018-1 Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht, gelet op: - artikel 212 van de Gemeentewet, -

Nadere informatie

Verpleging en verzorging (V&V)

Verpleging en verzorging (V&V) Bijlage 1 : Aanscherping ZZP-omschrijvingen en algoritmen Op verzoek van VWS zijn de zorgzwaartepakketten (ZZP s) voor de AWBZ inhoudelijk aangescherpt en de algoritmen in het ZZP-registratieprogramma

Nadere informatie

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 1 1. Inleiding en achtergrond De Financiële verordening van de provincie Zuid-Holland schrijft voor dat Provinciale Staten

Nadere informatie

Sommige cliënten voldoende hebben aan een bandbreedte van 0-2 uur per week, maar past niet binnen eerste intensiteit en moet nu via waakvlam

Sommige cliënten voldoende hebben aan een bandbreedte van 0-2 uur per week, maar past niet binnen eerste intensiteit en moet nu via waakvlam onderwerp Opmerking aanbieder(s) Reactie gemeente Wij zouden graag zien dat de start bij Begeleiding Individueel 2,01 uur per 4 weken is en als eerste vorm van hulpverlening geldt en dus niet de waakvlam.

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/REG-1813

NADERE REGEL NR/REG-1813 NADERE REGEL Verplichte aanlevering minimale dataset forensische zorg Gelet opartikel 36, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het

Nadere informatie

Agenda. Spelregels en wijzigingen. 29 november Congres Implementatie DBC-pakket Scope congres Implementatie DBC-pakket 2014.

Agenda. Spelregels en wijzigingen. 29 november Congres Implementatie DBC-pakket Scope congres Implementatie DBC-pakket 2014. Spelregels en wijzigingen Robert Prang 2 Scope congres Implementatie DBC-pakket 2014 Basis-ggz Gespecialiseerde ggz Chronische ggz Systematiek van registratie Inkoop en / verkoop bekostiging van ernstige

Nadere informatie

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz BELEIDSREGEL Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D Aan het bestuur van de algemene ziekenhuizen (010) categorale ziekenhuizen (011) academische ziekenhuizen (020) epilepsie-instellingen (040) dialysecentra (060) audiologische centra (070) radiotherapeutische

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011 BELEIDSREGEL Beleidsregel Overgangsregime kapitaallastenvergoeding () 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw),

Nadere informatie

Intramurale curatieve GGZ: loon- en materiële kosten

Intramurale curatieve GGZ: loon- en materiële kosten BELEIDSREGEL Intramurale curatieve GGZ: loon- en materiële Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

BELEIDSREGEL BR/CU-5094 BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

Registratie en aanlevering kostprijzen geriatrische revalidatiezorg

Registratie en aanlevering kostprijzen geriatrische revalidatiezorg Regeling Registratie en aanlevering kostprijzen geriatrische revalidatiezorg Op grond van artikel 36, 61 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING FORENSISCHE ZORG Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding 30 juni 2017 1 januari 2018 Volgnr. Geldig tot en met 01 31 december 2018 De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming

Nadere informatie

Ingevolge artikel 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) de navolgende regeling vastgesteld.

Ingevolge artikel 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) de navolgende regeling vastgesteld. NADERE REGEL Verplichte accountantscontrole kostprijzen forensische zorg Ingevolge artikel 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) de navolgende regeling

Nadere informatie

Beroepentabel. DBC-Onderhoud 67 86. Spelregels v20131105

Beroepentabel. DBC-Onderhoud 67 86. Spelregels v20131105 Beroepentabel Hoofdbehandelaar en behandelaren De hoofdbehandelaar is een zorgverlener die, in reactie op de zorgvraag van een patiënt, bij de patiënt de diagnose stelt en door wie of onder wiens verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008

Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008 Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008 Fase 2 / Berekening CVZ augustus 2010 Inhoud 1. Algemene inleiding 5 2. Berekening overdekking per ziekenhuis per boekjaar 7 3. Berekening schadelastschuif

Nadere informatie

Beleidsregels GGZ Zorgverzekeringswet 13 november 2007

Beleidsregels GGZ Zorgverzekeringswet 13 november 2007 Aan alle zorgaanbieders die GGZ-zorg leveren die valt onder de Zorgverzekeringswet en de zorgkantoren/zorgverzekeraars Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030

Nadere informatie

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Bepaling BKZ aandelen per medisch specialisme 1. Inleiding Dit memo dient ter voorbereiding op de 4 de klankbordgroepbijeenkomst

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-531

NADERE REGEL NR/CU-531 NADERE REGEL Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld:

Nadere informatie

Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ

Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ BELEIDSREGEL Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Afbouw DBC systematiek Jeugd GGz. Zorg om Tafel 13 juli 2017

Afbouw DBC systematiek Jeugd GGz. Zorg om Tafel 13 juli 2017 Afbouw DBC systematiek Jeugd GGz Zorg om Tafel 13 juli 2017 Inhoud Toelichting vanuit de werkgroep op het proces tot nu toe Toelichting op de uitgangpunten en uitwerking tot nu toe Welke onderdelen worden

Nadere informatie

1.2 Procedures De werkwijze van het onderzoek naar de kostprijzen ziet er als volgt uit:

1.2 Procedures De werkwijze van het onderzoek naar de kostprijzen ziet er als volgt uit: Bijlage 1 bij nadere regel NR/CU-264 Controleprotocol aanleveringen kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg COS 3000-onderzoek 1. Uitgangspunten 1.1 Inleiding Voor het gereguleerde segment

Nadere informatie

Toelichting zorgprofielen fz 2013

Toelichting zorgprofielen fz 2013 Toelichting zorgprofielen fz 2013 DBC-Onderhoud Versie 1.2 definitief 5 september 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Wijzigingen Productstructuur 2013... 4 2 Verantwoording data... 5 3 Profielen kwantitatief...

Nadere informatie

Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002

Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002 Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Perceelbeschrijving Beschermd wonen Perceelbeschrijving Beschermd wonen Inhoud 1. Beschermd wonen... 3 1.1 Gevraagd product... 3 1.2 Eisen aan aanbieder... 4 1.3 Basisprotocol... 5 Pagina 2 van 5 1. Beschermd wonen 1.1 Gevraagd product De

Nadere informatie

pwc Nederlandse Vereniging voor Radiologie Kostprijsmodel radiologie In het kader van landelijke DBC-ontwikkelingen

pwc Nederlandse Vereniging voor Radiologie Kostprijsmodel radiologie In het kader van landelijke DBC-ontwikkelingen pwc Nederlandse Vereniging voor Radiologie Kostprijsmodel radiologie In het kader van landelijke DBC-ontwikkelingen Voorlichting voor Radiologen Door drs. Ingrid Hissink RC Utrecht, 15 januari 2003 pwc

Nadere informatie

Spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie v1.0

Spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie v1.0 Spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie 2009 - v1.0 DB(B)C FZ Postbus 2575 3500 GN Utrecht tel. 030 689 44 44 fax 030 689 81 42 helpdesk@dbbcfz.nl www.vernieuwingforensischezorg.nl

Nadere informatie

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg. Bijlage 19 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Beschrijving ervaren knelpunt Er zijn dit jaar veel vragen binnengekomen over het heropenen van DBBC s.

Beschrijving ervaren knelpunt Er zijn dit jaar veel vragen binnengekomen over het heropenen van DBBC s. VERANTWOORDING RELEASE FZ 2016 In dit document geven wij per onderhoudspunt aan wat het knelpunt was, welke analyse en belangenafweging we hebben uitgevoerd en tot welke conclusie dit heeft geleid. De

Nadere informatie

c. De Beleidsregel loon- en materiële kosten geestelijke gezondheidszorg met nummer CA-76 eindigt op 31 december 2006.

c. De Beleidsregel loon- en materiële kosten geestelijke gezondheidszorg met nummer CA-76 eindigt op 31 december 2006. BELEIDSREGEL Loon- en materiële geestelijke gezondheidszorg 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de AWBZ en wordt geleverd door ziekenhuizen

Nadere informatie

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg. Bijlage 23 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg AWBZ Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gehoord de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gehoord de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62589 23 november 2016 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 november 2016, kenmerk 1041780-157772-MEVA,

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2010 en 2011 in 2012

Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2010 en 2011 in 2012 Verantwoordingsdocument Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2010 en 2011 in 2012 Fase 2 / Berekening CVZ november 2012 versie 0.3 Inhoud 1. Algemene inleiding 4 2. Berekening overdekking per instelling

Nadere informatie

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ REGELING Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse

Nadere informatie

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg BELEIDSREGEL Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg BELEIDSREGEL Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Regeling aanlevering kostprijsgegevens ggz en fz

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Regeling aanlevering kostprijsgegevens ggz en fz STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10700 2 maart 2016 Regeling aanlevering kostprijsgegevens ggz en fz Regeling NR/CU-569 Vastgesteld op 16 februari 2016

Nadere informatie

Inkoopgids fz 2014. DBBC's ambulant, klinisch en TBS dwang. Versie 1.0 definitief

Inkoopgids fz 2014. DBBC's ambulant, klinisch en TBS dwang. Versie 1.0 definitief Inkoopgids fz 2014 DBBC's ambulant, klinisch en TBS dwang Versie 1.0 definitief 13 september 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Wijzigingen Productstructuur 2014... 5 1.1.1 Indirecte tijd... 5 1.1.2

Nadere informatie

Factsheet. Crisiszorg vanaf 2013

Factsheet. Crisiszorg vanaf 2013 Factsheet Crisiszorg vanaf 2013 Deze brochure is voor iedereen die meer wil weten over het hoe van crisiszorg in de DBC-systematiek vanaf 2013 2 Met ingang van 1 januari 2013 mogen alleen zorginstellingen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Toelichting productstructuur DBC GGZ RG12

Toelichting productstructuur DBC GGZ RG12 Toelichting productstructuur DBC GGZ RG12 Versie 20111201 Ingangsdatum: 1 januari 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 1.1 Voor wie is dit document bedoeld...3 1.2 Welke informatie is er in dit document

Nadere informatie

Handreiking Interne budgettering

Handreiking Interne budgettering Handreiking Interne budgettering versie 4.0 Deze handreiking is ontwikkeld door bureau HHM. Heeft u vragen over deze handreiking? Neem dan contact op met Katleen Brummelhuis van bureau HHM, telefoonnummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte accountantscontrole kostprijzen forensische zorg Nadere regel NR/FZ-0005

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte accountantscontrole kostprijzen forensische zorg Nadere regel NR/FZ-0005 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26414 20 december 2012 Verplichte accountantscontrole kostprijzen forensische zorg Nadere regel NR/FZ-0005 Vastgesteld

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

Protocol gecontroleerde experimenteerruimte GGZ Kwaliteitsstatuut 1. Toelichting experimenteerruimte

Protocol gecontroleerde experimenteerruimte GGZ Kwaliteitsstatuut 1. Toelichting experimenteerruimte Protocol gecontroleerde experimenteerruimte GGZ Kwaliteitsstatuut Het GGZ Kwaliteitsstatuut geeft aan wat aanbieders in de GGZ geregeld moeten hebben op het gebied van kwaliteit en verantwoording om curatieve

Nadere informatie