2 Systeemontwerp. 2. Systeemontwerp. Systeemontwerp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Systeemontwerp. 2. Systeemontwerp. Systeemontwerp"

Transcriptie

1 2 Het ontworpen Firestone EPDM daksysteem is enkel technisch aanvaardbaar wanneer aan alle voorwaarden en eisen vermeld in dit hoofdstuk is voldaan. Daarnaast dient het ontwerp te beantwoorden aan nationale en internationale normen, specifieke verwerkingsrichtlijnen en algemene bouwvoorschriften. De informatie in dit hoofdstuk helpt de ontwerper en uitvoerder het meest geschikte Firestone daksysteem te kiezen. Hij vindt er eveneens de basisinformatie terug voor het ontwerp van elk systeem. Volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod: 2. 1 Toepasbaarheid van het Systeem p Systeemkeuze p Draagkracht p Dakhelling / Dakvorm p Ondergrond p Renovatie p Dilatatievoegen p Dampremmende laag p Isolatie p Bevestiging Isolatie p Folie p Bevestiging Folie p Mechanische Bevestigingsmiddelen p Windberekening p Dakdoorvoeren p Opkanten p Onderhoud p Herstelling p De richtlijnen vermeld in dit onderdeel zijn tevens van toepassing op materialen of technieken van andere leveranciers. In dat geval moeten de richtlijnen van de desbetreffende fabrikant eveneens gevolgd worden. De verantwoordelijkheid voor de keuze van producten van andere leveranciers en hun doeltreffendheid ligt uitsluitend bij de ontwerper en de producent van de onderdelen. Daken met specifieke eisen, die niet in dit hoofdstuk beschreven staan, moeten eerst met het technisch departement van Firestone besproken worden. 2 1

2 2. 2 2

3 2.1 Toepasbaarheid van het Systeem De hierna beschreven Firestone EPDM-systemen kunnen toegepast worden op commerciële, industriële, openbare, administratieve en residentiële gebouwen. De informatie in deze publicatie is niet geschikt voor: Andere toepassingen zoals parkeerdaken, waterdichting van kelders, vijvers, etc.. Daken waarvan het draagvermogen onvoldoende is om het gewicht van de volledige dakopbouw en/of andere belastingen voorzien door de ontwerper te dragen. De Firestone EPDM systemen mogen in de hiernavolgende gevallen niet toegepast worden zonder voorafgaande goedkeuring door de technische afdeling van Firestone: Daken blootgesteld aan contact met chemicaliën. Daken onderhevig aan positieve druk, zoals bij geventileerde gebouwen en overhangende daken. Gebouwen met grote gevelopeningen (meer dan 10% van de geveloppervlakte) die kunnen open blijven tijdens een storm, zoals vliegtuighangars, pakhuizen, etc.. Gebouwen die zich in specifieke gebieden bevinden, die niet in deze richtlijnen worden vermeld en speciale aandacht vereisen, zoals aan de voet van heuvels, etc.. 2. Contacteer de technische afdeling van Firestone indien aan lokale vereisten of specifieke voorschriften moet worden voldaan, die niet in dit hoofdstuk staan beschreven. 2 3

4 2.2 Systeemkeuze Het ontwerp van een technisch correct daksysteem is niet altijd eenvoudig. Het vraagt van de ontwerper en/of uitvoerder een goede kennis van de eigenschappen en verwerkingsvoorwaarden van alle onderdelen. 2. Voor de producenten van dakfolies wordt het steeds moeilijker om eenvoudige richtlijnen op te stellen voor het ontwerp van een waterdicht systeem. De oorzaak hiervoor ligt in de grote keuze aan onderconstructies, isolatiematerialen, folies, bevestigingssystemen en andere toebehoren. Daardoor lijken verschillende combinaties mogelijk, maar niet alle zijn technisch aanvaardbaar. Om het ontwerpproces te vereenvoudigen heeft Firestone een samenvatting gemaakt van de meest voorkomende Firestone EPDM dakopbouwen. Een overzicht van deze opbouwen is gegeven in vier verschillende selectietabellen waarbij vertrokken wordt van de onderconstructie. De volgende tabellen werden opgemaakt voor monoliet gestort beton, betonnen platen, stalen en houten ondergronden en laten toe het meest geschikte Firestone daksysteem te selecteren. In de tabellen vinden de ontwerper en/of uitvoerder algemene informatie terug over de verschillende dakopbouwen (dakvloer, draagvermogen, helling) en eveneens de technische vereisten voor de lagen onder de folie (thermische isolatie, ondergrond). Volgende codes worden gebruikt voor de verschillende isolatiematerialen: EPS : geëxpandeerd polystyreen XPS : geëxtrudeerd polystyreen PUR : polyurethaan PIR : polyisocyanuraat MW : minerale wol IPB : perlietplaten ICB : kurkplaten Meer informatie over isolatiematerialen, ondergronden, renovatie, bevestiging van de folie en de isolatie is terug te vinden in de respectievelijke rubrieken en verder in dit hoofdstuk. Voor installatie van een Firestone EPDM daksysteem op andere onderconstructies en isolatieplaten dan vermeld in de volgende tabellen, is toelating van de technische dienst van Firestone vereist. 2 4

5 Onderconstructie MONOLIET GESTORT BETON (1) Thermische Isolatie EPS XPS PUR/PIR MW IPB ICB Geen/Rechtstreekse Plaatsing Firestone Systeem Geballast (2,3,4) Geballast (2,3) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Geballast (2,3,8) Gekleefd (5) Omgekeerd(2,3,8) Gekleefd (7) Gekleefd (5) Gekleefd (5) Gekleefd (6) Gekleefd (9) R.M.A. (3,4) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) R.M.A. (3,8) M.A.S. (3,4) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) M.A.S. (3,8) B.I.S. (3,4) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) B.I.S. (3,8) Ontwerpcriteria Onderconstructie (1) Beton moet structureel gezond en droog zijn. Raadpleeg Firestone s Technisch Departement voor meer informatie aangaande het controleren en evalueren van het vochtgehalte in beton. (2) Voldoende draagvermogen vereist. (3) Dakhelling is beperkt. Thermische Isolatie (4) Minimum densiteit vereist. (5) Vereist een aangepaste tussenlaag / cachering. (6) Hoge compressieweerstand. (7) De cachering moet compatibel zijn en voldoende kleefkracht bieden. N.B.: De keuze voor een dampremmende laag dient door de ontwerper te worden bepaald. Ondergrond (8) Bij ruwe ondergrond is een beschermlaag nodig (polyestervlies, minimum 200 g/m²). (9) De ondergrond moet glad (afgestreken met houten plank), zuiver en droog zijn en vrij van scherpe uitsteeksels, losse of vreemde materialen, vetten, olie of andere producten die het membraan kunnen beschadigen. N.B. Mechanisch bevestigen in monoliet gestort beton vereist een aangepaste bevestigingsmethode en dient te gebeuren met voldoende zorg

6 2. Onderconstructie STAAL (1) Thermische Isolatie EPS PUR/PIR MW IPB ICB Firestone Systeem Geballast (2,3,4) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Gekleefd (5) Gekleefd (7) Gekleefd (5) Gekleefd (5) Gekleefd (6) R.M.A. (3,4) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) M.A.S. (3,4) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) B.I.S. (3,4) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) Ontwerpcriteria Onderconstructie (1) Stalen platen moeten minimum 0,75 mm dik zijn. Mechanisch bevestigen in dunnere platen vereist een aangepast bevestigingssysteem en dient te gebeuren met voldoende zorg. (2) Voldoende draagvermogen vereist. (3) Dakhelling is beperkt. Thermische Isolatie (4) Minimum densiteit vereist. (5) Vereist een aangepaste tussenlaag / cachering. (6) Hoge compressieweerstand. (7) De cachering moet compatibel zijn en voldoende kleefkracht bieden. N.B. De keuze voor een dampremmende laag dient door de ontwerper te worden bepaald. 2 6

7 Onderconstructie BETONNEN PLATEN (1) Thermische Isolatie EPS XPS PUR/PIR MW IPB ICB Geen/Rechtstreekse Plaatsing Firestone Systeem Geballast (2,3,4) Geballast (2,3) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Geballast (2,3,8) Gekleefd (5) Omgekeerd (2,3,8) Gekleefd (7) Gekleefd (5) Gekleefd (5) Gekleefd (6) Gekleefd (9) R.M.A. (3,4) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) R.M.A. (3,8) M.A.S. (3,4) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) M.A.S. (3,8) B.I.S. (3,4) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) B.I.S. (3,8) Ontwerpcriteria Onderconstructie (1) Geprefabriceerde platen van gewapend of licht beton. De platen dienen structureel gezond en droog te zijn. De voegen ertussen moeten met zand en cementmortel opgevuld worden. (2) Voldoende draagvermogen vereist. (3) Dakhelling is beperkt. Thermische Isolatie (4) Minimum densiteit vereist. (5) Vereist een aangepaste tussenlaag / cachering. (6) Hoge compressieweerstand. (7) De cachering moet compatibel zijn en voldoende kleefkracht bieden. N.B. De keuze voor een dampremmende laag dient door de ontwerper te worden bepaald. Ondergrond (8) Bij ruwe ondergrond is een beschermlaag nodig (polyestervlies, minimum 200 g/m²). (9) De installatie van een geschikte renovatieplaat of isolatie is vereist. N.B. Mechanische bevestiging in betonnen platen vraagt een aangepast bevestigingssysteem en speciale aandacht

8 2. Onderconstructie HOUTEN ONDERGRONDEN (1) Thermische Isolatie EPS XPS PUR/PIR MW IPB ICB Geen/Rechtstreekse Plaatsing Firestone Systeem Geballast (2,3,4) Geballast (2,3) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Geballast (2,3) Geballast (2,3,6) Geballast (2,3,8) Gekleefd (5) Omgekeerd (2,3,8) Gekleefd (7) Gekleefd (5) Gekleefd (5) Gekleefd (6) Gekleefd (9) R.M.A. (3,4) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) R.M.A. (3) R.M.A. (3,6) R.M.A. (3,8) M.A.S. (3,4) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) M.A.S. (3) M.A.S. (3,6) M.A.S. (3,8) B.I.S. (3,4) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) B.I.S. (3) B.I.S. (3,6) B.I.S. (3,8) Ontwerpcriteria Onderconstructie (1) Timmerhout (droog en geschaafd), multiplex watervast gelijmd en OSB. Minimum dikte 18 mm. (2) Voldoende draagvermogen vereist. (3) Dakhelling is beperkt. Thermische Isolatie (4) Minimum densiteit vereist. (5) Vereist een aangepaste tussenlaag in plaatmateriaal. (6) Hoge compressieweerstand. (7) De cachering moet compatibel zijn en voldoende kleefkracht bieden. N.B. De keuze voor een dampremmende laag dient door de ontwerper te worden bepaald. Ondergrond (8) Bij ruwe ondergrond is een beschermlaag nodig (polyestervlies, minimum 200 g/m²). (9) Toegelaten over multiplex/osb als het oppervlak glad, zuiver en droog is en vrij van scherpe uitsteeksels, splinters, vreemde materialen, vetten, olie of andere producten die het membraan kunnen beschadigen. Bij timmerhout moet een renovatieplaat worden aangebracht. N.B. Mechanische bevestiging in betonnen platen vraagt een aangepast bevestigingssysteem en speciale aandacht. 2 8

9 2.3 Draagkracht De onderconstructie is het dragend element van het daksysteem. Ze draagt het gewicht van zowel permanente als veranderlijke lasten over naar kolommen, steunbalken en funderingen. Onder veranderlijke belastingen worden sneeuw, regen, verplaatsen van verwerkingsmaterieel en wind verstaan. Permanente lasten zijn lichtkoepels, technische cabines (HVAC-units), dakvloer, thermische isolatie, folie en ballast. De doorbuiging van het dak moet volgens de lokale voorschriften beperkt worden om het gewicht van zowel geconcentreerde als verdeelde lasten te kunnen opvangen. Wanneer het draagvermogen van de onderconstructie voor het volledige daksysteem berekend wordt, moet de ontwerper rekening houden met de extra ballast vereist door de windbelasting. Onder normale omstandigheden hebben geballaste en omgekeerde daksystemen een minimum gewicht van 50 kg/m² in de middenzone van het dak nodig. In de randzones en hoeken kan dit tot 100 kg/m² bedragen. 2. Als betonnen tegels nodig zijn, moeten het gewicht en de verdeling ervan onder de permanente belastingen gerekend worden. Neem de nodige voorzorgen wanneer ballast op het dak wordt gestockeerd, alvorens tot de verdeling ervan over te gaan. Het is aan te raden slechts zoveel ballast op het dak te brengen als dezelfde dag verwerkt kan worden. Bovenstaande geldt eveneens bij het plaatsen van de EPDM rollen op het dak. Plaats de folies zo dicht mogelijk bij hun uiteindelijke positie en verdeeld over het volledige dakoppervlak. Firestone neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor structuuranalyses en raadt ten zeerste aan een berekening door een erkend ingenieur te laten uitvoeren alvorens met het project van start te gaan. 2 9

10 2.4 Dakhelling / Dakvorm Afschot 2. Bij het ontwerp van het dak moet er voldoende afschot voorzien worden om stilstaand water rond regenafvoeren en dakdoorvoeren te vermijden. Firestone s definitie van onvoldoende afwatering is wanneer er na meer dan 48 uur zonder bijkomende neerslag toch nog water op het dak blijft staan. De effectieve, minimum helling moet in overeenstemming zijn met de nationale voorschriften. Het afschot kan in de onderconstructie ingebouwd worden of in de lagen erboven. Een helling in de onderconstructie kan als volgt verkregen worden: Aanpassing van de hoogte van de balken. Dragende elementen met afnemende hoogte. Plaatselijk ophogen van de dakvloer met stukjes hout. Een helling boven de dakvloer kan als volgt verkregen worden: Lichtgewicht beton. Isolatielaag met afnemende dikte. Wanneer een extra helling wordt ingebouwd, moet rekening gehouden worden met de aansluithoogte die overblijft ter hoogte van opkanten, dakranden en dakdoorbrekingen. Afvoeren moeten op het laagste punt van het dak voorzien worden (maximale doorbuiging), niet ter hoogte van kolommen of steunmuren (minimale doorbuiging). Het aantal en de grootte van de afvoeren moet berekend worden in overeenstemming met de nationale voorschriften. 2 10

11 2.4.2 Maximum Helling Met behulp van onderstaande tabel kan bepaald worden welk Firestone EPDM systeem het best geschikt is op basis van de helling of de dakvorm. Systeem Helling/Vorm Geballast/ Gekleefd R.M.A. / M.A.S. / Omgekeerd B.I.S. Helling 0-10% < 6 T* T T Helling 10-33% 6 en < 19 NT T T Helling > 33% > 19 NT T T** 2. Gebogen vorm NT T T T : Toepasbaar. NT : Niet toepasbaar. T* : Wanneer de dakhelling meer dan 5% bedraagt, moeten bijkomende voorzorgsmaatregelen genomen worden om wegrollen van de ballast te vermijden. Dit kan voorkomen worden door: Het gewicht of de grootte van de ballast te verhogen. Een laag betonnen tegels van minimum 50 mm dik te leggen ter hoogte van het laagste punt van de ballast om zo goten en afwateringspunten te beschermen. T** : Enkel toepasbaar na goedkeuring van Firestone. 2 11

12 2.5 Ondergrond Voor het begin van de werken, moet de uitvoerder de ondergrond van het dak controleren. Het is zijn verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de ondergrond conform is met de vereisten voor een Firestone EPDM daksysteem. 2. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene vereisten voor de ondergrond bij de verschillende EPDM daksystemen. Algemene eis Vlak Droog Compatibel Specifieke omschrijving Vrij van scherpe randen en uitsteeksels. Elk ruw oppervlak dat de EPDM-folie kan beschadigen moet afdoende afgedekt worden met een scheidingslaag (beschermmat, renovatiepaneel of isolatie). N.B: Opdat de Firestone EPDM-folies een zo lang mogelijke levensduur zouden kennen, is het nodig hen te scheiden van ruwe oppervlakken zoals ruwe beton, gecementeerde afschotlagen, multiplex, timmerhout, houtwolcementplaten en gegalvaniseerd staal. Firestone raadt het gebruik van een beschermmat in polyestervlies aan (min. 200 g/m²). Stilstaand water, sneeuw, rijm en ijs moeten van het werkoppervlak verwijderd worden. Elk contact tussen EPDM-materialen en incompatibele producten zoals vet, dierlijke vetten, teer, producten op basis van olie (mineraal en plantaardig), sterke zuren en verse bitumen moet vermeden worden. Zonder voegen Geen hoge temperatuur Zuiver Elke voeg groter dan 5 mm dient opgevuld te worden met een geschikt opvullingsmateriaal of overdekt met isolatie. Vermijd ieder contact tussen EPDM materialen en warmtebronnen met een temperatuur hoger dan 82 C. Moeilijk te verwijderen vuil dient vooraf weggenomen te worden met een harde borstel. 2 12

13 Hierna volgen nog een aantal specifieke vereisten voor de volgende ondergronden: Metalen onderconstructie Alle dakdetails dienen zo uitgevoerd te worden dat de thermische isolatie aan opstanden en rond dakdoorvoeren maximaal ondersteund wordt. De richting van de cannelures moet ook dezelfde zijn als die van het dakafschot om het risico op stilstaand water onder de dakdekking dat tijdens de verwerking ingesloten wordt, tot een minimum te beperken. Monoliet gestort beton Het afgewerkte oppervlak dient zo vlak mogelijk te zijn, bij voorkeur mechanisch of manueel met houten regel afgestreken. Betonnen en gecementeerde afschotlagen kunnen aanzienlijke hoeveelheden water bevatten. Het is aan te raden om tijdelijke gaten in de onderzijde van de dakvloer te boren om bouwvocht te laten wegvloeien. Betonnen afschotlagen zijn niet geschikt voor mechanische bevestiging. 2. Betonnen platen Alle voegen in de ondergrond moeten opgevuld worden met een zand en cementmortel. Opgevulde voegen verminderen positieve luchtdruk. Houten onderconstructie De houten ondergrond dient vastgemaakt te worden met bevestigers met platte kop. Nagels mogen niet gebruikt worden. Behandeld multiplex mag worden gebruikt, op voorwaarde dat het niet met ammoniumfosfaten werd behandeld. Bij gebruik van planken mag enkel natuurlijk gedroogd hout gebruikt worden, bij voorkeur met tand en groef. 2 13

14 2.6 Renovatie Bij renovatie hangt de kwaliteit van het nieuwe daksysteem in grote mate af van de staat van het bestaande dak. Naast de eerder vermelde overwegingen, moeten daarom extra maatregelen getroffen worden betreffende het aanpassen, overdekken of volledig vervangen van het bestaande dak. 2. Bij elke renovatie zijn inspecties nodig om de vochtinhoud van het bestaande dak vast te stellen, fouten in het systeem te bepalen en te onderzoeken of er factoren aanwezig zijn die het ontwerp van het nieuwe systeem beïnvloeden. Het onderzoek moet aandacht besteden aan de staat van de onderconstructie, de isolatie en de bestaande dakbedekking. De onderconstructie dient onderzocht te worden op haar mogelijkheid om de extra last tijdens de werken te dragen, inbegrepen de tijdelijke opslag van de materialen op het dak. De uitvoerder moet eveneens de staat van het oppervlak onderzoeken. Het draagvermogen van metalen onderconstructies wordt beperkt door de doorbuiging en deze constructies moeten geëvalueerd worden op hun uittrekweerstand. Houten constructies en andere vochtgevoelige ondergronden moeten grondig onderzocht worden op hun kwaliteit (droogte,...) en uittrekweerstand. Natte of rotte delen moeten vervangen worden voor aanvang van de werken. Isolatieplaten moeten vervangen worden indien ze nat of van slechte kwaliteit zijn. Het is raadzaam de kwaliteit van de bevestiging van de isolatie te onderzoeken. Nieuwe isolatieplaten moeten aangepast zijn aan het bestaande daksysteem. Indien de bestaande dakbedekking behouden blijft, is het aanbrengen van een scheidingslaag afhankelijk van de toestand van deze dakbedekking. De oude dakbedekking moet in goede staat zijn, rotvrij, niet verzadigd met water en - in het geval van een volledige verkleving - vrij van blaasvorming. De tabel op de volgende pagina geeft een overzicht van de specifieke eisen die aan de bestaande dakbedekking worden gesteld. Soms is de uitvoering van waterdichte aansluitingen beperkt door de vrije hoogte. Bij bestaande details (vb. deuren, ramen) is er soms niet voldoende hoogte voorhanden voor een aansluiting boven het maximale waterniveau. Nochtans is een correcte detaillering zeer belangrijk voor de waterdichtheid van het hele systeem. 2 14

15 Specifieke eisen voor renovatie Systeem Bestaande dakdekking Geballast/ Gekleefd R.M.A. / M.A.S. / Omgekeerd B.I.S. Bitumineus / Kiezel 2/3 3 2/3 Bitumineus / Leischilfers 2 1 2/3 Bitumineus / Glad Gietasfalt Teer Eenlaags : Rechtstreekse toepassing, wanneer de ondergrond voldoet aan de algemene voorwaarden (zie 2.5). 2: De ondergrond vereist de installatie van een beschermmat (polyestervlies - min. 200 g/m²). 3: De ondergrond vereist de installatie van een geschikt renovatiepaneel of isolatie. 4: Neem contact op met de technische afdeling van Firestone. N.B.: Volledig gekleefde en mechanisch bevestigde systemen mogen rechtstreeks over een bestaande bitumineuze ondergrond aangebracht worden op voorwaarde dat deze een verwekingspunt heeft hoger dan 85 C. Volledig gekleefde systemen mogen rechtstreeks over een bestaande, gladde, bitumineuze ondergrond worden aangebracht op voorwaarde dat deze niet is afgewerkt met een afstrijklaag of coating op basis van bitumen. Er dient voldoende en uniforme hechting van de bestaande dakbedekking aan de ondergrond te zijn. Bitumineuze aansluitingen kunnen niet herbruikt worden en moeten verwijderd worden indien ze onvoldoende aan de ondergrond kleven. 2 15

16 2.7 Dilatatievoegen 2. Zowel de noodzaak voor dilatatievoegen als het type, de uitvoering en de plaats moeten door de architect bepaald worden. In volgende situaties moet de uitvoering van een dilatatievoeg overwogen worden: Dilatatie- of krimpvoegen in de onderconstructie. Structurele dakelementen (balken, stalen dakplaat) met een richtingsverandering. Aaneengrenzen van verschillende types van onderconstructies, vb. staal en beton. Uitbreiding van bestaande constructie. Mogelijke beweging tussen dakopstand en dakvloer. Daken met afmetingen van meer dan 60 m in één richting. Dilatatievoegen dienen eveneens overwogen te worden op plaatsen waar de binnentemperatuur verandert. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een verwarmde aan een onverwarmde ruimte grenst. Bij geballaste en omgekeerde daksystemen mogen de Firestone EPDM-folies zonder extra voorzorgen geplaatst worden over verschillende eenvoudige dilatatievoegen, waar de folie slechts in één richting kan bewegen. De elasticiteit van de folie laat de nodige ruimte voor beweging zonder dat het systeem hierbij schade ondervindt. Let er wel op dat andere dakelementen niet over dezelfde elasticiteit beschikken en om speciale aandacht vragen. Raadpleeg in het volgende deel de bijkomende informatie met betrekking tot dilatatievoegen. In sommige gevallen is het nodig aan de einden van de isolatieplaten een samendrukbaar snoer uit thermische isolatie te voorzien, waardoor een kleine lus ontstaat in de dampremmende laag en/of de folie. 2 16

17 2.8 Dampremmende Laag Om sommige dakelementen te beschermen of wanneer condensatie door een hoge luchtvochtigheid binnen te verwachten is, kan een dampremmende laag voorzien worden. In sommige gevallen kan de dampremmende laag dienst doen als luchtdichte laag, vooral in gebouwen met een positieve binnendruk. Zowel de noodzaak voor een dampremmende laag als het type, de installatie en de plaats moet door de ontwerper bepaald worden. Het aanbrengen van zo n laag moet overwogen worden in één van de volgende situaties: Gebouwen in regio s waar in de maand januari een gemiddelde buitentemperatuur van minder dan 5 C wordt verwacht en de gemiddelde waarde voor de relatieve luchtvochtigheid binnen tijdens de winter minimum 45% bedraagt. Gebouwen met binnen een hoge luchtvochtigheid zoals zwembaden, textielfabrieken, fabrieken voor voedingswaren en andere gebouwen voorzien van een bevochtigingsinstallatie. Deze gebouwen hebben doorlopend een binnentemperatuur hoger dan 20 C en een relatieve luchtvochtigheid van minstens 70%. Bouwelementen die vocht kunnen afgeven nadat het dak is afgewerkt, zoals binnenwerken met beton of metselwerk, pleisterwerken, gecementeerde afschotlagen, verwarmingselementen op basis van brandstof, etc.. 2. Omdat de voorschriften en het klimaat van land tot land verschillen, dient de ontwerper de nationale voorschriften betreffende dampremmende lagen te volgen. Dampremmende lagen zijn beschikbaar in synthetische materialen (polyethyleen, PVC, etc.). Bitumineuze folies, al dan niet met een metaalfolie-inlage, kunnen ingezet worden op voorwaarde dat het EPDM membraan niet in contact komt met verse bitumen. Onderconstructies met grote hoeveelheden bouwvocht (monoliet gegoten beton, gecementeerde afschotlagen,...) moeten naar behoren uitgehard en gedroogd zijn alvorens de dampremmende laag geïnstalleerd wordt. Het drogingsproces wordt tegengehouden door de aanwezigheid van de dampremmende laag. In dit laatste geval moeten drainagegaten aan de onderkant van de dakvloer geboord worden waarlangs het bouwvocht vlugger kan uitdrogen. 2 17

18 2.9 Isolatie 2. De functie van thermische isolatie is zeer complex. Het wordt ingezet om warmteverlies te vermijden, om de energiekosten voor het koelen van het gebouw te reduceren en interne condensatie te beperken. Het wordt ook gebruikt om een ondergrond te verkrijgen die: Stevig en geschikt is voor de dakfolie. Goed verankerd is tegen windkrachten. Stabiel is om de spanningen op de folie tot een minimum te beperken. Voldoende samendrukbaar is en die kan belopen en belast worden tijdens de werken, zonder beschadigd te raken. Omdat de voorschriften (brand, isolatieniveau) voor thermische isolatie van land tot land verschillen, dient de ontwerper de nationale voorschriften te volgen. Aangezien er verschillende types van isolatie beschikbaar zijn, is het niet mogelijk een volledig overzicht te geven van alle types die als directe ondergrond voor de Firestone EPDM-systemen geschikt zijn. Daarom wordt op de volgende pagina een kort overzicht en beknopte beschrijving gegeven van de meest voorkomende isolatiematerialen. Neem contact op met de technische afdeling van Firestone indien het product dat u wenst te gebruiken niet aan deze technische vereisten voldoet. Voor meer specifieke gegevens over de isolatiematerialen (bevestigingspatroon, overspanning,...), verwijzen we naar de technische vakliteratuur van de desbetreffende fabrikant. 2 18

19 Thermische Isolatie Dakbedekkingssyteem Isolatie R.M.A. / M.A.S./ Thermische Volumieke Samendrukkings- Geballast Omgekeerd Gekleefd Geleidbaarheid Massa weerstand B.I.S. λ D [W/mK] [kg/m 3 ] [kn/m 2 ] Geëxpandeerd 0,034 Min. 20 Min NT 2 1/2 Polystyreen (10% samendrukking) Geëxtrudeerd 0,029 Min. 33 Min NT NT Polystyreen Polyurethaan 0,027 Min. 30 Min NT 1 1 (10% samendrukking) Poly- 0,027 Min. 30 Min NT 1 1 isocyanuraat (10% samendrukking) Perliet 0, Min NT 2 1 (10% samendrukking) Minerale Wol 0, Class III UEAtc 3 NT 2/3 3 Kurk 0,044 Min. 120 Min NT 1 1 (10% samendrukking) Cellenglas 0, Min NT 4 NT N.B.: 1: Rechtstreeks toepasbaar. 2: Geschikte tussenlaag of cachering nodig. 3: Enkel platen met voldoende weerstand tegen dynamische belasting zijn toegelaten. 4: Raadpleeg de technische afdeling van Firestone. NT: Niet toepasbaar

20 Elk isolatiemateriaal dat in een Firestone daksysteem wordt gebruikt moet aan een of meerdere van de volgende specifieke technische voorwaarden voldoen: 2. Samendrukbaarheid Er dient eveneens aandacht besteed te worden aan de lange-termijn weerstand van het isolatiepaneel, zodat het bestand blijft tegen belasting door belopen of uitvoeren van werkzaamheden. Sommige isolatiepanelen, zoals minerale wol, verdragen zeer weinig verkeer of belasting. Dit is eveneens het geval voor bepaalde schuimmaterialen met een uitstekende isolatiewaarde. De dunne celwanden van deze isolatiepanelen worden zeer vlug verbrijzeld bij het belopen. Compatibiliteit Firestone EPDM-membranen zijn chemisch inert en daardoor compatibel met de grondstoffen van alle isolatiepanelen. Toch moeten voor sommige isolatiematerialen speciale voorzorgen getroffen worden. Polystyreen mag niet in contact komen met lijmen, primers en reinigingsproducten. De oplosmiddelen in deze producten zijn agressief voor polystyreen. Firestone raadt aan om een polyethyleen film onder de naadoverlappingen en onder Reinforced Perimeter Strips bij kimfixatiedetails te leggen. Cachering De meeste panelen uit minerale wol zijn niet geschikt voor een volledig gekleefd systeem omdat er onvoldoende hechting wordt bekomen tussen folie en isolatie. Andere isolatiepanelen zijn ongeschikt voor verkleving omwille van hun cachering. Neem contact op met de technische afdeling van Firestone voor meer informatie. Polyurethaan en polyisocyanuraat panelen met naakte of gebitumineerde glasvlies cachering zijn wel geschikt voor kleving. 2 20

21 De volgende tabel geeft meer informatie over de berekening van de dikte van een isolatiepaneel. De eerste kolom geeft de individuele stappen van de berekening. In de tweede kolom werd een concreet voorbeeld uitgewerkt. Berekeningsmethode Voorbeeld Bereken de vereiste U-waarde U = 0,40 W/m 2 K (zie de nationale voorschriften) Bereken R1, vereiste warmteweerstand R1 = 1/0,4 = 2.5 m 2 K/W (omgekeerde van de U-waarde) Bereken R2, warmteweerstand van het niet-geïsoleer- R2 = 0,0012/0,17 + 0,15/2,5 + 0,15 de dak (som van de thermische weerstanden van de = 0,217 m 2 K/W individuele lagen, plus een toeslag van 0,15 m 2 K/W voor externe en interne weerstand) 2. Bereken R3, vereiste thermische weerstand om aan de voorschriften te voldoen R3 = R1 - R2 R3 = 2,5-0,217 = 2,283 m 2 K/W Bereken d = benodigde dikte van de isolatie. d = 2,283 x 0,027 (Vermenigvuldig R3 met de thermische geleidings- = 0,061 m coëfficient van het isolatiemateriaal) = 62 mm N.B.: De U-waarde (W/m²K) drukt de waarde van energieverlies doorheen een structuur uit. Voor het hierboven gegeven voorbeeld werden de volgende materialen en richtwaarden gebruikt. Materiaal Dikte [m] λ-waarde [W/mK] EPDM-folie 0,0012 0,17 Polyisocyanuraat 0,05 0,027 Beton 0,15 2,5 De U-waarde wordt berekend door de som van alle warmteweerstanden van alle lagen van het daksysteem om te keren. De warmteweerstand van elke individuele laag wordt bepaald door de dikte van de laag te delen door de warmtegeleidingscoëfficiënt van het materiaal. De hierboven berekende waarde geeft een minimum dikte voor volledig gedragen isolatie. Neem contact op met de producent van het isolatiemateriaal voor de maximale cannelureoverspanning bij installatie over stalen plooiplaten. Bij de berekening werd geen rekening gehouden met het mogelijke warmteverlies in het geval van een mechanisch bevestigde isolatie en/of dakbedekking. Gelieve de nationale regelgeving te raadplegen voor meer informatie in verband met toe te passen correctiefactoren. 2 21

22 2.10 Bevestiging van de Isolatie Algemene Verwerkingsrichtlijnen Alle isolatieplaten dienen goed aan te sluiten rond dakdoorboringen en dakranden. Let er op niet meer isolatie aan te brengen dan in een dag met EPDM-folie gedicht kan worden of wanneer slecht weer verwacht wordt. 2. Om koudebrugwerking van de voegen te vermijden, raadt Firestone aan om de isolatie in 2 lagen met geschrankte voegen toe te passen Specifieke Verwerkingsrichtlijnen Bij geballaste en omgekeerde systemen hoeft de isolatie niet bevestigd te worden. Indien bevestiging van de isolatie wordt voorgeschreven, moeten geschikte plastic isolatieplaatjes gebruikt worden waarin de schroefkoppen verzonken zitten. Geëxpandeerd polystyreen mag niet voorbevestigd worden. Bij volledig gekleefde systemen moet de isolatie bevestigd worden rekening houdend met het minimum aantal bevestigers en volgens het patroon bepaald door de fabrikant. Bijkomende bevestigers kunnen vereist zijn in lokale windzones (rand- en hoekzones). Raadpleeg de plaatselijke berekeningsmethodes voor meer informatie. Firestone raadt bevestiging van isolatie in bitumen af. Wordt deze bevestigingsmethode echter voorgeschreven door de fabrikant, dan moeten volgende vereisten gevolgd worden: De isolatie dient aangepast te zijn aan de ondergrond, de bevestiging met bitumen en de overige eisen van het systeem. Er dienen bitumen met een hoog verwekingspunt (meer dan 85 C) ingezet te worden. Rechtstreekse bevestiging van isolatie op een stalen onderconstructie is niet toegestaan. Geëxpandeerd of geëxtrudeerd polystyreen mag niet aan bitumen bevestigd worden. Teveel aan bitumen tussen aaneensluitende isolatieplaten moet verwijderd worden alvorens de folie te plaatsen. Bij mechanisch bevestigde systemen (R.M.A. / M.A.S. / B.I.S.) moet het bevestigingspatroon van de isolatie onafhankelijk van de bevestiging van de folie worden bepaald. De isolatie moet bevestigd worden rekening houdend met het minimum aantal bevestigers en volgens het patroon bepaald door de fabrikant. Bijkomende bevestigers kunnen vereist zijn in lokale windzones (rand- en hoekzones). Raadpleeg de plaatselijke berekeningsmethodes voor meer informatie. 2 22

23 2.11 Folie Type en dikte van de folie hangen af van de voorschriften in het bestek. Firestone raadt aan om een dikkere en/of gewapende folie te gebruiken indien een hogere ponsweerstand wordt vereist of een hogere windbelasting dient te worden opgenomen. De Firestone EPDM folies zijn verkrijgbaar in een dikte van 1,1 en 1,5 mm, zowel gewapend als niet gewapend. In het geval van een ongewapende folie is er, naast de standaard folie, eveneens een LSFR (Low Slope Fire Retardant) en FR (Fire Retardant) folie beschikbaar die aan specifieke eisen wat betreft brandgedrag voldoen. Aan de hoogste eisen kan worden voldaan mits gebruik van de MAX FR (gewapend, brandvertragend) folie. Raadpleeg het Technisch Departement van Firestone voor meer specifieke informatie. 2. De grootte van de folies hangt af van het gekozen daksysteem en -situatie. Onderstaande tabel geeft meer informatie over de geschikte foliebreedte. Systeem Geballast Gekleefd R.M.A. M.A.S. B.I.S. (1) Breedte (m) Alle 3,05-5,08-6,10 5,08-6,10-9,15 6,10-7,62-9,15-12,20 2,28-3,05 N.B.: 1: De breedte van de EPDM-folies is afhankelijk van de afstand tussen de bevestigingsstrips en het folietype (al dan niet gewapend). 2: De hierboven vermelde breedtes dienen aangepast te worden in functie van de daksituatie, zoals aantal, soort en tussenafstand van dakdetails, grootte van het gebouw, windbelasting, draagkracht van de constructie, etc.. 3: Een vlakke verlijming in een volledig verkleefd systeem wordt sterk bemoeilijkt door de tijdens koud weer moeilijk te verwijderen vouwen in de folies. Firestone raadt daarom aan om in dit systeem bij voorkeur te werken met drie of vijf meter brede banen, zonder vouwen. 4: Om de relaxatietijd te beperken en plooien te vermijden raden we aan om 6,10 m en 9,15 m brede folies, met één vouw, te gebruiken in het geval van een RMA mechanisch bevestigd systeem. 2 23

24 2.12 Bevestiging Folie Er bestaan drie mogelijkheden om de EPDM-folie aan de ondergrond te bevestigen: ballast, volledig kleven met contactlijm en mechanisch bevestigen met bevestigingsmiddelen. Hierna worden de verschillende mogelijkheden besproken Geballast 2. De verantwoordelijkheid voor de keuze van de ballastlaag ligt bij de ontwerper. De ballast moet de juiste grootte en gewicht hebben om het dakdekkingssysteem de nodige vormvastheid te bezorgen. De volgende tabel geeft een overzicht van de te gebruiken ballast en de te kiezen beschermlaag. We verwijzen eveneens naar de nationale normen voor meer informatie over de toe te passen hoeveelheid. Ballastlaag Omschrijving Beschermlaag Riviergerold grind Gladde, riviergerolde keien zonder scherpe Geen delen en gebroken delen. Nominaal 16/32 mm. Minimum gewicht van 50 kg/m². Gebroken grind Gebroken keien, zonder zand of vreemde Beschermmat bestanddelen. Polyestervlies van min. 200 g/m² Minimum gewicht van 50 kg/m². Betonnen tegels 50 mm dik met gladde onderzijde. Beschermmat Polyestervlies van min. 200 g/m² Volledig Gekleefd De EPDM-folie moet volledig (100%) op een droge en zuivere ondergrond gekleefd worden. De verkleving moet tweezijdig (ondergrond en rugzijde folie) gebeuren met Firestone Bonding Adhesive. Als alternatief voor de contactlijm-methode kan Water Based Bonding Adhesive (water gedragen lijm) éénzijdig worden aangebracht op een OSB of multiplex ondergrond en kan de folie in de lijm worden gerold terwijl deze nog nat is Mechanische Bevestiging Er bestaan drie mechanisch bevestigde systemen om de folie aan een geschikte ondergrond te bevestigen. De positie van de bevestigers moet bepaald worden in functie van de te verwachten windsterkte en de uittrekweerstand van de bevestigers/onderconstructie. In het R.M.A. systeem worden QuickSeam R.M.A. strips mechanisch bevestigd met bevestigingsstrips of plaatjes en bevestigers. De folie wordt vervolgens op deze strips gekleefd volgens de gebruikelijke naadverbindingstechnieken. In het M.A.S. systeem wordt de EPDM-folie met bevestigingsstrips aan de ondergrond bevestigd. Deze strips worden daarna afgedicht met een zelfklevende QuickSeam Batten Cover Strip. 2 24

25 In het B.I.S. systeem worden de EPDM-folies mechanisch bevestigd met een ononderbroken rij bevestigingsstrips (of V-plates in het geval van een gewapende folie) in het midden van iedere overlappende langsnaad. Indien nodig, kunnen extra bevestigingsstrips bovenop de folie geplaatst worden om in overeenstemming te zijn met het voorgeschreven legplan van de bevestigers. Als alternatief voor mechanische bevestiging, kunnen de randzones van het dak ook volledig gekleefd worden. De ondergrond moet dezelfde zijn als in de zone waar de folie mechanisch bevestigd wordt. De uitvoering van de verkleving moet volgens de voorschriften van het volledig gekleefd systeem gebeuren. De gekleefde randzone moet gescheiden worden van de mechanisch bevestigde middenzone door een ononderbroken rij bevestigingsstrips in het M.A.S. en B.I.S. systeem, of een QuickSeam R.M.A. strip in het R.M.A. systeem Kimfixatie 2. Naast de hierboven beschreven bevestiging, moet in alle Firestone EPDM-systemen het membraan mechanisch bevestigd worden op alle plaatsen waar de folie stopt of een hoekverandering ondergaat die groter is dan 15% zoals bij dakranden, doorvoeren, AC units, afvoeren,... Bij kleinere, residentiële toepassingen (< 100 m²) van geballaste en volledig gekleefde systemen, kan de mechanisch bevestigde kimfixatie vervangen worden door een alternatief detail: Geballaste daksystemen: de mechanische kimfixatie kan vervangen worden door de EPDM-folie over ongeveer 20 cm op het horizontale vlak te verlijmen en twee rijen smalle, massieve betontegels (25 cm op 25 cm) of een rij grote, massieve betontegels (50 cm op 50 cm) te plaatsen. De verticale opstand moet eveneens volledig gekleefd worden en bovenaan volgens de richtlijnen afgewerkt worden met een goedgekeurd Firestone-detail (slabbe, metalen afdekkap, etc.). Volledig gekleefde daksystemen: de folie wordt volledig gekleefd, zowel aan de ondergrond als tegen de opstand en wordt bovenaan de opstand naar behoren afgewerkt met een geschikt Firestone detail. Elk mechanisch bevestigd systeem, ongeacht de oppervlakte, vereist de installatie van een mechanische kimfixatie. Alle waterafvoeren moeten aan de onderconstructie bevestigd worden met geschikte bevestigers, om een voldoende en gelijkmatige samendrukking van de Water Block Sealant te bekomen. 2 25

26 2.13 Mechanische Bevestigingsmiddelen 2. De volgende tabel geeft een overzicht van de geschikte bevestigingsmiddelen voor mechanische bevestiging van de EPDM-folie. Het bevestigingsmiddel dient aangepast te zijn aan de Firestone Metal Batten Strips, Firestone V-plates, Firestone Termination Bars of randprofielen en hun verwerkingsvoorschriften. De tabel geeft eveneens informatie over de minimum uittrekweerstand en de verankeringsdiepte van de bevestiger. In het geval van renovatie op een vochtgevoelige ondergrond of bij gebrek aan informatie worden ter plaatse uitgevoerde trekproeven gevraagd. Raadpleeg het Technisch Departement van Firestone voor meer informatie met betrekking tot uittrekwaardes van deze en andere bevestigingssystemen. Toepassing Ondergrond Bevestiger Penetratie (P) Minimum Indringing (E) Uittrekwaarde [mm] [kn] Folie Staal (1) Firestone AP 19 (P) 1,5 Min 0,75 mm Folie Multiplex / OSB Firestone AP 25 (E) 1,5 Min, 18 mm Folie Hout Firestone AP 25 (E) 1,5 Min, 18 mm Folie Beton (2) Firestone HD 25 (E) 3,0 Folie Lichtgewicht (2) - - 2,4 Beton Folie Aluminium (2) Peel Rivet 32 (P) 1,3 Min, 0,9 mm Kimfixatie Betonnen Firestone HD 25 (E) 0,9 Opstand (2) Kimfixatie Metselwerk (2,3) Firestone HD 25 (E) 0,9 N.B.: 1. Controleer de uittrekweerstand indien bevestiging in dunnere platen (vb. sandwichpanelen). 2. Gebruik Firestone Metal Batten Strips voor bevestiging op deze ondergronden. 3. Raadpleeg Firestone voor bevestiging in hol metselwerk. 2 26

27 Firestone All Purpose bevestigers kunnen altijd vervangen worden door Firestone Heavy Duty schroeven indien aan het dakbedekkingssysteem zwaardere eisen worden gesteld dan gebruikelijk. Neem contact op met de technische afdeling van Firestone voor het gebruik van bevestigers op andere ondergronden. Bepaal de benodigde schroeflengte van de Firestone A.P. bevestiger aan de hand van onderstaande tabel. Minimum schroeflengte in functie van de ondergrond Staal Firestone A.P. Hout Firestone A.P. Dikte (mm) te bevestigen lagen Type bevestiger (inch) Type bevestiger (inch) 0 1 1/4 1 1/ /4 1 5/ /4 1 5/ /8 2 1/ /8 2 1/ /4 2 1/ /4 2 7/ /8 3 1/ /4 3 3/ /4 3 3/ /4 4 1/ / NT: Niet van toepassing. Neem contact op met de technische afdeling van Firestone voor een alternatieve oplossing. Iedere ondergrond (dakvlak of opgaande muur) waarin mechanisch bevestigd wordt, moet per bevestigingspunt een minimale uittrekwaarde voorzien zoals bepaald in de voorgaande tabel. Neem contact op met Firestone voor een alternatief bevestigingssysteem, indien deze minimum uittrekwaarde niet aanwezig is. Omdat verschillende factoren de uittrekweerstand kunnen beïnvloeden, raadt Firestone aan ter plaatse testen te laten uitvoeren door een Firestone-technieker of door een onafhankelijk testbureau om zo de eigenlijke uittrekwaarden te bepalen. Alle plaatsen waarover twijfel bestaat moeten getest worden. Daaronder vallen ook hoeken en randzones. 2 27

28 Het minimum aantal testen wordt bepaald door de grootte van het dak. Onderstaande tabel geeft een overzicht. Dakgrootte (m 2 ) Minimum aantal testen < > per 500 m 2 2. Bij nieuwbouw kunnen vooraf vaak geen testen ter plaatse uitgevoerd worden. In dat geval moet de leverancier van de onderconstructie de geschatte uittrekwaarden geven. Deze waarde moet gecontroleerd worden voor de uitvoering van de dakwerken. 2 28

29 2.14 Windberekening Als de wind over het dakoppervlak waait, kunnen zowel over- als onderdrukken ontstaan door de wervelbewegingen. De drukverschillen treden over het volledige dakoppervlak op en moeten door het systeem opgevangen en geneutraliseerd worden. De windkrachten kunnen plaatselijk sterk verschillen, zoals ter hoogte van dakranden, niveauverschillen rond dakopbouwen, etc.. Daarnaast kan het ook gebeuren dat de wind door gevelopeningen (ramen, deuren,...) naar binnen kan, waardoor druk onder de folie kan ontstaan als de ondergrond niet luchtdicht is (staal, hout,...). Bij luchtdichte onderconstructies zoals beton of door de installatie van een luchtdichte onderlaag (verkleefd dampscherm) is dit niet het geval. De ontwerper is verantwoordelijk voor de berekening van het systeem. Hierbij dient met volgende factoren rekening gehouden te worden: windsnelheid, ligging van het gebouw (topografie van de omgeving), afmetingen van het gebouw (hoogte, lengte, breedte), dakvloer (graad van luchtdichtheid), dakdetails (openingen), veiligheidsfactoren, openingen in gevels. 2. Omdat de berekeningsmethodes van land tot land verschillen, kan Firestone geen eenvormige methode voorstellen. We verwijzen naar de plaatselijke berekeningsmethodes voor de bepaling van maximale windbelastingen en windzones. Voor geballaste/omgekeerde systemen is de minimale hoeveelheid ballast 50 kg/m². Als een grindprofiel wordt gebruikt aan de dakrand, moet die minstens 50 mm hoger zijn dan het dakvlak om de ballast te kunnen tegenhouden. Voor meer informatie met betrekking tot ballast, zie ook de nationale normen of de windberekeningsvoorschriften voor geballaste eenlaagse daksystemen. Bij mechanisch bevestigde systemen (R.M.A., M.A.S. en B.I.S.) hangt het aantal bevestigers en de afstand tussen de bevestigingsstrips/quickseam R.M.A. strips af van de volgende factoren: rekenwaarde van de windbelasting, rekenwaarde van de bevestiging, veiligheidsfactor. Rand- en hoekzones kunnen volledig gekleefd worden of van meerdere rijen bevestigingen voorzien om zo de windbelastingen te weerstaan. Voor de volledig gekleefde systemen werden windproeven uitgevoerd volgens de Europese richtlijnen. De resultaten hiervan geven aan dat een volledig gekleefd systeem voldoende weerstand biedt om winddrukken tot 3,5 kn/m² met veiligheidsfactor 2 op te vangen, op voorwaarde dat de onderconstructie voldoende verankerd is en het membraan naar behoren geïnstalleerd. 2 29

30 2.15 Dakdoorvoeren Lichtkoepels 2. De flens van lichtkoepels dient stevig verankerd te worden aan de ondergrond met geschikte bevestigers die elke 300 mm h.o.h. (maximum) geplaatst worden. De flens moet na de bevestiging volledig vlak liggen. De folie moet mechanisch bevestigd worden aan de basis van de opstand. De opstanden van koepels worden afgedicht met EPDM-folie, afzonderlijke stroken EPDM, QuickSeam FormFlash of QuickSeam SA Flashing Doorvoeren Daar waar mogelijk moeten alle ronde buisdoorvoeren met een diameter tussen 25 en 150 mm aangesloten worden met een voorgevormde zelfklevende EPDM-manchette (Firestone QuickSeam Pipe Flashing). Kleinere doorvoeren met een diameter tussen 13 en 64 mm dienen te worden ingewerkt met een QuickSeam Conduit Flashing. Indien de installatie van een manchette niet mogelijk is omwille van bijvoorbeeld moeilijke toegankelijkheid, dienen de doorvoeren waterdicht ingewerkt te worden met QuickSeam FormFlash volgens de verwerkingsrichtlijnen. Voorgevormde zelfklevende EPDMmanchettes mogen niet ingesneden worden tijdens de verwerking. Voorgevormde manchettes en QuickSeam FormFlash mogen niet rond warme buizen (temperatuur hoger dan 82 C) aangebracht worden. In dat geval moet eerst isolatie rond de buis worden aangebracht. Stijve buisdoorvoeren met een buitendiameter groter dan 150 mm moeten ingewerkt worden met QuickSeam FormFlash/SA Flashing volgens de Firestone verwerkingsrichtlijnen Moeilijke Doorvoeren In volgende gevallen moet een omkisting aangebracht worden: stijve doorvoeren met een buitendiameter van minder dan 13 mm, flexibele buizen, groep van dicht bij elkaar staande buizen, doorvoeren met onregelmatige vorm zoals stalen liggers, U-profielen, etc.. Er dient een minimumafstand van 25 mm tussen de buizen en de randen van de omkisting te zijn om zo voldoende ruimte voor opvulling met een Pourable Sealer pasta te hebben Afvoeren Afvoeren dienen met een klemsysteem of een inzetstuk uitgevoerd te worden. Het aanbrengen van Water Block Sealant is eveneens nodig. Volgende materialen kunnen gebruikt worden als inzetstuk: EPDM, zink, flexibele PVC, gegalvaniseerd staal, roestvrij staal. De basisflens van het inzetstuk moet glad zijn en worden ingewerkt met vormfolie zoals beschreven in de Firestone verwerkingsrichtlijnen. 2 30

31 2.16 Opkanten Voorzie voor alle opkanten de minimum hoogte zoals door de plaatselijke bouwvoorschriften bepaald. De opstand moet minstens even hoog zijn als het maximale waterniveau in geval van een verstopte afvoer. De installatie van een Firestone Termination Bar is vereist indien de opstandhoogte 125 mm of lager is. Het afdichten van bestaande openingen in de ondergrond of verticale afvoeren naar buiten is niet toegelaten. Als bestaande afdichtingen blijven zitten, moeten ze stevig aan de ondergrond verankerd zijn en een voldoende en volledige hechting hebben. De bestaande afdichting moet volledig bedekt worden met QuickSeam FormFlash of EPDM-folie. De waterdichting moet steeds aangesloten worden op de onderconstructie en niet op de bestaande dichtingslaag. Bestaande waterdichtingssystemen die afgewerkt zijn met een coating, dienen vooraf met multiplex bedekt te worden. De multiplex wordt mechanisch verankerd in de ondergrond. 2. Wanneer de waterdichting in het verticale gedeelte van de opstand beëindigd wordt (Termination Bar, slabbe,...) dan dient ze een volledige afsluiting tegen de muur te vormen door gebruik van Water Block Sealant en moet het oppervlak erboven waterdicht zijn. Pleisterwerk, ruw metselwerk, geprofileerde stalen platen en andere oneffen oppervlakken zijn niet geschikt om rechtstreeks ingewerkt te worden. Deze vlakken dienen vooraf bedekt te worden met een laag multiplex of een aangepast isolatiemateriaal. Zeer poreuze ondergronden (ongeschaafd hout, betonblokken,...) vragen mogelijks 2 lagen Bonding Adhesive om voldoende hechting te garanderen. Afdekkappen, knelprofielen en andere metalen hulpstukken dienen op correcte wijze bevestigd en afgedicht te worden door de uitvoerder. Let erop dat de folie niet in contact komt met scherpe randen en hoeken en dat er geen voegen groter dan 5 mm onder zitten. 2 31

32 2.17 Onderhoud Firestone EPDM-folies en vormfolies hebben geen extra bescherming tegen weersinvloeden, U.V.-stralen en ozon nodig. 2. EPDM-systeemelementen mogen niet in contact komen met producten als petroleum, vetten, oliën (mineraal en plantaardig), organische oplosmiddelen, dierlijke vetten en verse bitumen. Direct contact met stoom en andere warmtebronnen met een temperatuur hoger dan 82 C moet vermeden worden. Bescherm het Firestone EPDM daksysteem tegen mechanische beschadiging door derden. Scherpe of ruwe, vreemde materialen zoals schroeven, metalen vijlsel, nagels, etc. kunnen de folie beschadigen en moeten tijdens een jaarlijkse inspectie van het dak verwijderd worden. Gebruik een geschikte plank of isolatieplaat telkens ladders op een EPDM-daksysteem worden geplaatst, om zo beschadiging van de folie en/of isolatie te voorkomen. Firestone EPDM-daken kunnen in beperkte mate belopen worden maar zijn niet geschikt voor regelmatig verkeer. De bouwheer is verantwoordelijk om looppaden te voorzien op specifieke plaatsen zoals toegangsplaatsen (deuren, ladders,...) en daken die meer dan eens per maand betreden worden. Bij mechanisch bevestigde systemen raadt Firestone het gebruik van Firestone Walkway Pads aan. Betonnen tegels zijn niet toegelaten. Bij geballaste en omgekeerde systemen mogen in de randzone van het dak over een breedte van drie meter enkel betonnen tegels aangebracht worden. Als geëxpandeerd of geëxtrudeerd polystyreen als directe ondergrond wordt gebruikt, vraagt Firestone de installatie van een beschermlaag onder het membraan op alle punten waar Walkway Pads worden gelegd om het effect van oververhitting te beperken. Afvoeren en goten kunnen verstopt geraken en moeten jaarlijks gecontroleerd worden. Om esthetische redenen kan een acryl PC-100 Coating op de EPDM-folie of vormfolie aangebracht worden. Zoals voor de meeste verfsystemen vraagt deze ingreep een blijvend onderhoud. Iedere toevoeging of verandering van details zoals lichtkoepels, afvoeren, afzuigsystemen, etc. vraagt een aanpassing van het bestaande waterdichtingssysteem. Die dient uitgevoerd te worden door een erkende Firestone plaatser in overeenstemming met de Firestone verwerkingsrichtlijnen. Dakfolies, vooral op hellingen, kunnen glad worden door water, ijs of sneeuw. Om ongevallen te vermijden dient de uitvoerder extra voorzichtig te zijn in zulke gevallen. 2 32

1 Firestone EPDM Daksystemen

1 Firestone EPDM Daksystemen 1 Firestone EPDM Daksystemen 1. Firestone EPDM Daksystemen De keuze voor een hoogkwalitatieve dakbedekking is geen garantie voor een probleemloos dak. Uit ervaring is gebleken dat een dakbedekkingsfolie

Nadere informatie

5. Verwerkingsdetails

5. Verwerkingsdetails 5 1 Naadverbinding........................................................ p. 5. 3 2 Kimfixatie............................................................. p. 5. 9 3 Hoeken..............................................................

Nadere informatie

3.4 Waterdichting Opkanten

3.4 Waterdichting Opkanten 3.4 Waterdichting Opkanten 3.4.1 Waterdichting Opkanten Algemeen De waterdichting van de opkanten is afgeleid van de eerder beschreven methodes van kimfixatie. Ofwel wordt de EPDM folie verlijmd op de

Nadere informatie

3.3 Kimfixatie. 3.3.1 Kimfixatie Algemeen

3.3 Kimfixatie. 3.3.1 Kimfixatie Algemeen 3.3 Kimfixatie 3.3.1 Kimfixatie Algemeen De EPDM folie moet mechanisch bevestigd worden op iedere plaats waar de folie onderbroken wordt of een hoekverandering ondergaat die groter is dan 15% zoals bij

Nadere informatie

Checklist controle uitvoering

Checklist controle uitvoering Checklist voor de controle op de uitvoering van bitumen daksystemen Opmerkingen vooraf: - Deze checklist is slechts een voorbeeld, is zeker niet altijd volledig en dient afhankelijk van de omstandigheden

Nadere informatie

Klik op www.debedijking.nl of www.badhoevese.nl om onze site te bezoeken.

Klik op www.debedijking.nl of www.badhoevese.nl om onze site te bezoeken. Rubbercover EPDM Rubbercover: bewezen prestaties Het Firestone rubbercover membraan is gemaakt van synthetisch rubber, EPDM genoemd. Het Rubbercover Systeem is afgeleid van de hoogwaardige Firestone EPDM

Nadere informatie

Dit deel bevat informatie met betrekking tot ronde dakdoorvoeren en doorvoeren met onregelmatige vormen.

Dit deel bevat informatie met betrekking tot ronde dakdoorvoeren en doorvoeren met onregelmatige vormen. 3.6 Doorvoeren 3.6.1 Doorvoeren Algemeen Dit deel bevat informatie met betrekking tot ronde dakdoorvoeren en doorvoeren met onregelmatige vormen. Iedere dakdoorvoer kan worden ingewerkt met één van de

Nadere informatie

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN Algemeen 1. Voor verkleving met koudlijm eenlaags 2. Voor verkleving met koudlijm met onderlaag 3. Voor renovatie op oude bitumineuze dakdichting 4. Voor plaatsing met ballast

Nadere informatie

TRIDEX: lastenboeken

TRIDEX: lastenboeken TRIDEX: lastenboeken Algemeen 1. voor verkleving met koudlijm 1-laags 2. voor verkleving met koudlijm met onderlaag 3. voor renovatie op oude bitumineuze dakdichting 4. voor plaatsing met ballast 5. voor

Nadere informatie

3.1 Bevestiging Folie

3.1 Bevestiging Folie 3.1 Bevestiging Folie 3.1.1 Bevestiging Folie Algemeen Firestone beveelt de volgende foliebreedtes aan in functie van het gekozen systeem. Systeem Foliebreedte (m) Geballast/omgekeerd dak 3,05-6,10-7,62-9,15-12,20-15,25

Nadere informatie

Icopal Universal Verwerkingsrichtlijnen

Icopal Universal Verwerkingsrichtlijnen Icopal Universal Verwerkingsrichtlijnen Inhoud Icopal Universal 04 Alle voordelen op een rij! 06 Toepassingen op diverse ondergronden 08 Opslag en verwerking 10 Baanverdeling 12 Hoekjes wegsnijden 14 Daksystemen

Nadere informatie

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Juli 2010 Inhoud Blad Kunststof (PVC) en rubber (EPDM) dakbedekkingsconstructies en systemen, ontwerprichtlijnen 1. Algemeen 1 1 2. Materialen 2 1 3. Overzicht

Nadere informatie

DEEL B BITUMEN DAKBEDEKKINGSCONSTRUCTIES EN -SYSTEMEN, ONTWERPRICHTLIJNEN

DEEL B BITUMEN DAKBEDEKKINGSCONSTRUCTIES EN -SYSTEMEN, ONTWERPRICHTLIJNEN DEE B BITUME DAKBEDEKKIGSCOSTRUCTIES E SYSTEME, OTWERPRICHTIJE 1. Algemeen 2. Materialen 3. Overzicht bitumen dakbedekkingsconstructies voor normale daken in relatie tot de bevestiging aan de ondergrond/onderconstructie

Nadere informatie

1. ALGEMEEN 2. BASISPRINCIPES DAKOPBOUW MET EUROTHANE EN POWERDECK

1. ALGEMEEN 2. BASISPRINCIPES DAKOPBOUW MET EUROTHANE EN POWERDECK INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 2. BASISPRINCIPES DAKOPBOUW MET EUROTHANE /POWERDECK. EUROTHANE / POWERDECK TOEPASSINGEN IN HET PLATTE DAK MET BITUMEN OF KUNSTSTOFDAKDICHTING.1. BEtON - bitumineuze dichtingslaag

Nadere informatie

Firestone RubberGard The EPDM reference

Firestone RubberGard The EPDM reference Firestone RubberGard The EPDM reference Technisch Zakboekje Index Inleiding...3 1...4 1.1 Gereedschappen...4 1.2 Producten...5 1.3 Voorzorgsmaatregelen en Aanbevelingen...6 1.4 Ondergrond...7 1.5 Renovatie...8

Nadere informatie

UTHERM ISOLATIEPLATEN. 03. ISOLATIEPLATEN

UTHERM ISOLATIEPLATEN. 03. ISOLATIEPLATEN UTHERM. 03. 110 UTHERM PLAT DAK VOOR PLAT DAK EN LAUWHELLENDE DAKEN isolatie van UNILIN bestaan uit PIR isolatiemateriaal met 2-zijdig een cacheerlaag. Het grootste voordeel van PIR (polyisocyanuraat)

Nadere informatie

UNILIN ISOLATIEPLATEN PIR Voor platte daken

UNILIN ISOLATIEPLATEN PIR Voor platte daken UNILIN ISOLATIEPLATEN PIR Voor platte daken DIVISION INSULATION NU VANAF λd 0,022 www.unilininsulation.nl 5291_PLATDAK_v05.indd 1 15/09/15 11:44 UTHERM Platdak Isolatie voor platdak en flauwhellende daken

Nadere informatie

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Voor platte daken 2017

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Voor platte daken 2017 UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Voor platte daken 2017 DIVISION INSULATION VANAF λ D 0,022 www.unilininsulation.com/nl UTHERM Platdak Isolatie voor platdak en flauwhellende daken Utherm isolatie van UNILIN bestaan

Nadere informatie

3. Overzicht van PVC dakbedekkingsconstructies voor normale daken in relatie tot de bevestiging aan de ondergrond/onderconstructie

3. Overzicht van PVC dakbedekkingsconstructies voor normale daken in relatie tot de bevestiging aan de ondergrond/onderconstructie DEE D KUSTSTOF (PVC) E RUBBER (EPDM) DAKBEDEKKIGSCOSTRUCTIES E SYSTEME; OTWERPRICHTIJE 1. Algemeen 2. Materialen 3. Overzicht van PVC dakbedekkingsconstructies voor normale daken in relatie tot de bevestiging

Nadere informatie

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer) Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer) *100% UV-bestendig *Blijvend soepel en elastisch * Hoge elasticiteit. Tot 400% rek * Scheur-, breuk-,

Nadere informatie

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen April 2008 Inhoud Blad Kunststof (PVC) en rubber (EPDM) dakbedekkingsconstructies en systemen, ontwerprichtlijnen 1. Algemeen 1 1 2. Materialen 2 1 3. Overzicht

Nadere informatie

VERWERKINGSRICHTLIJNEN PLATDAK ISOLATIE IKO ENERTHERM ALU/MG/BGF/BM. Algemene uitvoeringsrichtlijnen

VERWERKINGSRICHTLIJNEN PLATDAK ISOLATIE IKO ENERTHERM ALU/MG/BGF/BM. Algemene uitvoeringsrichtlijnen VERWERKINGSRICHTLIJNEN PLATDAK ISOLATIE IKO ENERTHERM ALU/MG/BGF/BM Algemene uitvoeringsrichtlijnen Opslag De isolatieplaten dienen zodanig te worden opgeslagen dat beschadiging wordt voorkomen. Tevens

Nadere informatie

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Uitgave 2013

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Uitgave 2013 Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D 2013 Alle opdrachten aan BDA Dakadvies B.V. worden aanvaard en uitgevoerd volgens De ieuwe Regeling DR 2011. iets van de inhoud van dit rapport mag aan

Nadere informatie

Het hedendaagse platte dak

Het hedendaagse platte dak Het hedendaagse platte dak Basisregels voor een goede opbouw ir. Marcus Peeters, lector / onderzoeker pba Bouw Odisee AALST campus Dirk Martens Inhoud 1. Opbouw 2. Afschot en afschotisolatie 3. Luchtdichtheid

Nadere informatie

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN juli 2017

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN juli 2017 UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN juli 2017 DIVISION INSULATION VANAF λ D 0,022 www.unilininsulation.nl Inhoudsopgave UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN - UNILIN Utherm Platdak Isolatieplaten... p4 Toepassingstabel...

Nadere informatie

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Uitgave 2008

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Uitgave 2008 Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D 2008 Alle opdrachten aan BDA Dakadvies B.V. worden aanvaard en uitgevoerd volgens De ieuwe Regeling DR 2005. iets van de inhoud van dit rapport mag aan

Nadere informatie

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Januari, 2016

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Januari, 2016 UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Januari, 2016 DIVISION INSULATION NU VANAF λ D 0,022 www.unilininsulation.nl Inhoudsopgave UNILIN PLATDAK ISOLATIEPLATEN - Toepassingstabel p5 - UNILIN Utherm roof PIR B Platdak

Nadere informatie

NEN 6050 Brandveilig werken op het dak

NEN 6050 Brandveilig werken op het dak NEN 6050 Brandveilig werken op het dak www.duweldakmarkt.nl Voorwoord Sinds september 2006 bestaat er een NVN 6050. In deze norm is vastgelegd hoe er brandveilig kan worden gewerkt op het dak. De norm

Nadere informatie

Nebiprofa B.V. TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING

Nebiprofa B.V. TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING 33 DAKBEDEKKINGEN 33.00 ALGEMEEN 33.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01. TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd

Nadere informatie

Platdak systemen BauderTHERM - Partieel klevende dakbanen

Platdak systemen BauderTHERM - Partieel klevende dakbanen Platdak systemen - Partieel klevende dakbanen Dakbanen met recordtijden Op het dak telt vandaag de dag snelheid en rendement naast kwaliteit. Precies daarom heeft Bauder een eigentijds productengamma ontwikkeld,,

Nadere informatie

Monarplan FPO De nieuwe, milieubewuste kunststof daksystemen van Icopal

Monarplan FPO De nieuwe, milieubewuste kunststof daksystemen van Icopal Monarplan FPO De nieuwe, milieubewuste kunststof daksystemen van Icopal Milieuvriendelijk Warmte reflecterend Snelle montage Eenvoudig te reinigen Flexibele installatiemethoden Veelzijdige, duurzame en

Nadere informatie

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten Technische gegevens NOVEX onderdakplaten SVK nv - Aerschotstraat 114 - B-9100 Sint-Niklaas T +32 (0)3 760 49 00 - F +32 (0)3 777 47 84 info@svk.be - www.svk.be NOVEX ONDERDAKPLATEN technische gegevens

Nadere informatie

Voor dak, wand, vloer en zolder

Voor dak, wand, vloer en zolder ISOLATIEPLATEN PIR Voor dak, wand, vloer en zolder DIVISION INSULATION www.unilininsulation.com Al meer dan 30 jaar maakt UNILIN, division insulation dakelementen met poly urethaanisolatie voor het hellende

Nadere informatie

Systeemnummer : PD 1-1-2

Systeemnummer : PD 1-1-2 Systeemnummer : PD 1-1-2 Omschrijving : Membraan-éénlaagse gietasfaltconstructie losliggend, voor personenauto's tot 2000 kg. Toepassing : Dit systeem wordt toegepast t.b.v. gelijktijdige afdichting en

Nadere informatie

Blz 1/13. BIIG No Flame Verwerkingsrichtlijnen

Blz 1/13. BIIG No Flame Verwerkingsrichtlijnen Inhoudsopgave Systeem omschrijving Componenten 2 Verbruik 2 Kwaliteiten IIGO Tack Koude Kleefstof 2 Droogtijden 2 Minimale verwerkingtemperaturen 2 Gereedschap 2 Toepasbare dakbedekkingconstructies Verwerkingrichtlijnen

Nadere informatie

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 1. ALGEMEEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor het gebruik van ETERNIT bouwplaten als steunplaat voor dakbedekking in de

Nadere informatie

Isolatie van hellend dak van buitenaf. Na-isolatie van de zolderruimte. houten draagvloer. Platdakisolatie. betonnen draagvloer.

Isolatie van hellend dak van buitenaf. Na-isolatie van de zolderruimte. houten draagvloer. Platdakisolatie. betonnen draagvloer. voor het hele gebouw Na-isolatie van de zolderruimte van hellend dak van buitenaf houten draagvloer Platdakisolatie betonnen draagvloer Spouwmuurisolatie Begane grondvloer i s o l a t i e p l a t e n SPOUWISOLATIE

Nadere informatie

Monarfin De milieubewuste kunststof daksystemen van eigen bodem

Monarfin De milieubewuste kunststof daksystemen van eigen bodem Monarfin De milieubewuste kunststof daksystemen van eigen bodem Milieuvriendelijk Warmte reflecterend Snelle montage Eenvoudig te reinigen Flexibele installatiemethoden Veelzijdige, duurzame en stabiele

Nadere informatie

WILLCO Isolatiesystemen

WILLCO Isolatiesystemen WILLCO Isolatiesystemen De WILLCO Isolatiesystemen kunnen afgewerkt worden met WILLCO Kunstharssierpleisters, WILLCO Silicoonharssierpleisters, WILLCO Silicaatsierpleisters of WILLCO Minerale Sierpleisters.

Nadere informatie

DAK-ISOLATIEPLAAT PIR

DAK-ISOLATIEPLAAT PIR Productinformatieblad VOCHTPROBLEMEN? Volg ons op : DAK-ISOLATIEPLAAT PIR Verwerkingsfilm bekijken? assortiment PDF/Film De dunste isolatieplaat met het hoogste rendement voor platte & hellende daken www.enertherm.eu

Nadere informatie

Firestone RubberGard The EPDM reference

Firestone RubberGard The EPDM reference Firestone RubberGard The EPDM reference Commerciële Daksystemen 1.000.000.000 m 2 bewijzen de professionele aanpak Het erfgoed van Firestone, succes en kwaliteit, krijgt een verlengstuk naar de bouwsector

Nadere informatie

Cosmofin. Cosmofin. Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

Cosmofin. Cosmofin. Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken Cosmofin Cosmofin Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken Breed lasvenster Licht van gewicht Betrouwbaar Onderscheidend Veelzijdig Een speler van wereldklasse, lokaal toegepast Icopal maakt

Nadere informatie

verwerkingshandleiding ALUTRIX 600 ALUTRIX FR

verwerkingshandleiding ALUTRIX 600 ALUTRIX FR DE EFFECTIEVE DAMPREMMENDE BAAN verwerkingshandleiding ALUTRIX 600 ALUTRIX FR WWW.ALUTRIX.COM 3 VOORWOORD Deze verwerkingshandleiding bevat producttechnische informatie en is bedoeld als hulpmiddel bij

Nadere informatie

Inhoudstafel Constructietekeningen

Inhoudstafel Constructietekeningen Inhoudstafel Constructietekeningen DETAILS OPSTANDEN PRE-001 Opstand detail voor een warm dak met tegelballast - 1 optie PRE-002 Opstand detail voor een ongekeerd dak met grindballast - 1 optie PRE-003

Nadere informatie

Lap Sealant HS...p. 4. 29 Water Block Seal S-20...p. 4. 30 Pourable Sealer S-10 (Delen A & B)...p. 4. 31 FillGard Pourable Sealer...p. 4.

Lap Sealant HS...p. 4. 29 Water Block Seal S-20...p. 4. 30 Pourable Sealer S-10 (Delen A & B)...p. 4. 31 FillGard Pourable Sealer...p. 4. 4 Firestone heeft een volledig gamma producten ontwikkeld, zoals EPDM-folies, niet-gevulkaniseerde EPDM vormfolies, lijmen, QuickSeam producten, mastieken, reinigingsproducten, bevestigingsmiddelen en

Nadere informatie

Bouwgebreken bij platte daken Denk na

Bouwgebreken bij platte daken Denk na Bouwgebreken voorkomen Denk toekomstgericht Bouwgebreken bij platte daken Denk na Wat ben ik binnen enkele jaren van plan? Zouden er installaties kunnen bijkomen?. Kies voor uitvoerders met kennis van

Nadere informatie

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006 Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006 Algemene informatie: Het product is CE-gecertificeerd: prestatieverklaring op www.doerken.be. De folie beantwoordt

Nadere informatie

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Leeswijzer. Uitgave 2013

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Leeswijzer. Uitgave 2013 Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Uitgave 2013 Uitgave 2013 Inhoud Blad 1. Algemeen 1 1 2. Deel A 2 1 3. Deel B 3 1 4. Deel C 4 1 5. Deel D 5 1 6. Deel E 6 1 Uitgave 2013, Blz. 1-1 1 Algemeen

Nadere informatie

Monarplan Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

Monarplan Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken Monarplan Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken Breed lasvenster Licht van gewicht Betrouwbaar Onderscheidend Veelzijdig Een speler van wereldklasse, lokaal toegepast Icopal Synthetic Membranes

Nadere informatie

Technisch HEXA FLOORING

Technisch HEXA FLOORING Technisch HEXA FLOORING MASSIEF NT - I T S ALL IN Deze documentatie maakt onderdeel uit van het Informatief magazine Massief NT - TMA02-082017 HEXA FLOORING HEXA FLOORING De balkonbodemplaat van Massief

Nadere informatie

Nordic Waterproofing Group

Nordic Waterproofing Group Nordic Waterproofing Group Nordic Waterpro ofing Mataki Trebolit nortett Phønix Tag Materialer Kerabit SealEco Hetag Tagmaterial er SealEco Facts Sinds 1967 produceren wij Rubber membranen Internationaal

Nadere informatie

Rhinoxx Isolatie voor platte daken

Rhinoxx Isolatie voor platte daken Rhinoxx Isolatie voor platte daken Productomschrijving Rhinoxx is een drukvaste dakisolatieplaat van steenwol met zeer goede beloopbaarheidsprestaties en voorzien van een glasvlies van 300 g/m 2. Geїntegreerde

Nadere informatie

Gootdichting met niet verkleefbare EPDM. Beknopte handleiding

Gootdichting met niet verkleefbare EPDM. Beknopte handleiding Gootdichting met niet verkleefbare EPDM Beknopte handleiding Voorwoord Deze handleiding is van toepassing wanneer u een goot met UVB EPDM deskundig wenst te dichten. De UVB EPDM folie is geschikt als

Nadere informatie

Afstudeer opdracht Jack van den Broek - 202215. Bijlage materialisering en detailering

Afstudeer opdracht Jack van den Broek - 202215. Bijlage materialisering en detailering Bijlage materialisering en detailering Isolatie materiaal (dak) Er is in dit project sprake van platte daken, galerijen en terrassen met onderconstructies van betonvloeren en stalen dakplaten. De eisen

Nadere informatie

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN 0 Algemeen Voor de verwerking van het thermische isolatiemateriaal wordt verwezen naar de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingsystemen, tenzij de verwerking anders is omschreven in deze verwerkingsvoorschriften.

Nadere informatie

Eterspan: steunplaat dakbedekking TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Eterspan: steunplaat dakbedekking TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor het gebruik van ETERNIT bouwplaten als steunplaat voor dakbedekking in de opbouw van daken. De richtlijnen zijn geldig voor normaal personengebruik

Nadere informatie

DAK-ISOLATIEPLAAT PIR

DAK-ISOLATIEPLAAT PIR Productinformatieblad VOCHTPROBLEMEN? DAK-ISOLATIEPLAAT PIR Verwerkingsfilm bekijken? assortiment PDF/Film Plat dak De dunste isolatieplaat met het hoogste rendement voor platte & hellende daken www.enertherm.eu

Nadere informatie

Systeemnummer : PD 2-1-1

Systeemnummer : PD 2-1-1 Systeemnummer : PD 2-1-1 Omschrijving : Warmdak constructie met XPS geïsoleerd, voor personenauto's tot ca. 2000 kg. Toepassing : Dit systeem wordt toegepast t.b.v. gelijktijdige afdichting en berijdbaarheid

Nadere informatie

Duurzaam bouwen. Het geïsoleerde plat dak

Duurzaam bouwen. Het geïsoleerde plat dak Duurzaam bouwen Het geïsoleerde plat dak 1 Het platte dak Dak: bovenste deel van de gebouwschil buitenklimaat binnenklimaat 2 Het platte dak Dak: bovenste deel van de gebouwschil waterdicht + winddicht

Nadere informatie

BDA PRAKTIJKBLAD DAKEN Ontwerp

BDA PRAKTIJKBLAD DAKEN Ontwerp BPD 12433 22.10.15 DAKEN Ontwerp Ontwerp Product Proofs Progress Leverancier profine Nederland b.v. Regterweistraat 13 NL 4181 CE Waardenburg Postbus 2 NL 4180 BA Waardenburg T: +31(0)418 651717, F: +31(0)418

Nadere informatie

ADVIES PLAATSING ZONNEPANELEN

ADVIES PLAATSING ZONNEPANELEN AMIVAL- TURNHOUT PROJECT: Advies voor plaatsing zonnepanelen BOUWPLAATS: Everdongenlaan 27 2300 Turnhout BOUWHEER: AMIVAL VZW Everdongenlaan 27 2300 Turnhout ADVIES PLAATSING ZONNEPANELEN (a) 2 maart 2017

Nadere informatie

Professionele daksystemen voor plat dak

Professionele daksystemen voor plat dak Riolering & Afvoer Dak, Gevel & Isolatie Professionele daksystemen voor plat dak Folies Supra liquids Topkwaliteit liquide producten voor diverse toepassingen Een zo compleet en complementair mogelijk

Nadere informatie

OC-Plan. Bewezen kwaliteit!

OC-Plan. Bewezen kwaliteit! OC-Plan OC-Plan is een hoogwaardige dakbaan met een bewezen levensduur van meer dan 30 jaar. Bovendien is OC-Plan eenvoudig, brandveilig en rechtstreeks toe te passen op bestaande bitumineuze dakbedekking.

Nadere informatie

Rhinoxx Isolatie voor platte daken

Rhinoxx Isolatie voor platte daken Rhinoxx Isolatie voor platte daken Productomschrijving Drukvaste dakisolatieplaat van rotswol met zeer goede beloopbaarheidsprestaties en voorzien van een glasvlies van 300 g/m². Geїntegreerde harde toplaag

Nadere informatie

Voorwoord. Handleiding

Voorwoord. Handleiding Voorwoord Deze handleiding is een richtlijn ten einde een degelijke en efficiënte afdichting te verzekeren en is opgesteld op basis van jarenlange praktijkervaring van SealEco. Lokale voorschriften of

Nadere informatie

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer) Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer) *100% UV-bestendig *Blijvend soepel en elastisch * Hoge elasticiteit. Tot 400% rek * Scheur-, breuk-,

Nadere informatie

UNIDEK FLAT ROOFS. www.kingspanunidek.nl

UNIDEK FLAT ROOFS. www.kingspanunidek.nl UNIDEK FLAT ROOFS Compleet, helder en betrouwbaar Kingspan Unidek biedt u voor elke vraag een passende oplossing De isolatievraag wordt in de huidige tijd gekoppeld aan beloopbaarheid. Met de Unidek Walker,

Nadere informatie

thermische isolatie HELLENDE DAKEN SARKING Plaatsingsrichtlijn Efisarking BETV NL v04 Pagina 1/17

thermische isolatie HELLENDE DAKEN SARKING Plaatsingsrichtlijn Efisarking BETV NL v04 Pagina 1/17 Plaatsingsrichtlijn Efisarking thermische isolatie HELLENDE DAKEN SARKING BETV-2014.10-NL v04 Pagina 1/17 inhoud INLEIDING ONTWERP VAN DE DAKOPBOUW PRINCIPE DETAILS PRODUCTEN BETV-2014.10-NL v04 Pagina

Nadere informatie

TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING

TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING 33 DAKBEDEKKINGEN 33.00 ALGEMEEN 33.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 09. BESTEKOMSCHRIJVINGEN Het daksysteem leveren met tenminste de volgende onderdelen:

Nadere informatie

Dak Door B. van Etten (TNO Bouw)

Dak Door B. van Etten (TNO Bouw) Dak Door B. van Etten (TNO Bouw) Algemeen Belangrijkste functies van een (niet constructieve) daken is het scheiden van de binnenruimte met de buitenruimte. Bij het scheiden van de binnen van de buitenruimte

Nadere informatie

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN utherm Flat Roof PRINCIPE utherm Flat Roof is een isolatietoepassing met hoge thermsiche prestaties voor het plat dak. Afhankelijk van de dakbedekking wordt een verschillend type

Nadere informatie

Systematisch onderhoud van platte daken Belang van inspecties Water-Sneeuw. Freya Michiels 1

Systematisch onderhoud van platte daken Belang van inspecties Water-Sneeuw. Freya Michiels 1 Systematisch onderhoud van platte daken Belang van inspecties Water-Sneeuw Freya Michiels 1 Wat met de regen? Het afschot moet zodanig zijn dat, na vervorming van het dak, overal een normale afwatering

Nadere informatie

De MineraLe isolatieplaat VOOr PLatte Daken

De MineraLe isolatieplaat VOOr PLatte Daken Ytong Multipor De minerale isolatieplaat voor platte daken Ytong Multipor Hét isolatiemateriaal voor platte daken Isolatiematerialen voor platte daken moeten aan hoge eisen voldoen. Dergelijke daken worden

Nadere informatie

3.5 Hoeken. 3.5.1 Binnenhoek. Geplooide binnenhoek

3.5 Hoeken. 3.5.1 Binnenhoek. Geplooide binnenhoek 3.5 Hoeken 3.5.1 Binnenhoek Geplooide binnenhoek Toepassing Ter hoogte van binnenhoeken kan de EPDM folie in een driehoekige flap worden geplooid die vervolgens tegen de opkant wordt verlijmd zoals geïllustreerd.

Nadere informatie

P R I J S L I J S T. dikte 1,52 mm standaardlengte: 30,50 m¹ LSFR 12,75 / m² standaardbreedtes: 3,05 + 5,08 + 6,10 +9,15 + 12,20 + 15,25 m¹

P R I J S L I J S T. dikte 1,52 mm standaardlengte: 30,50 m¹ LSFR 12,75 / m² standaardbreedtes: 3,05 + 5,08 + 6,10 +9,15 + 12,20 + 15,25 m¹ 1 juli 2012 blad 1 van 4 1) EPDM - MEMBRANEN EPDM-Folie: standaardlengte: 30,50 m¹ LSFR 9,50 / m² dikte 1,14 mm. standaardbreedtes: 3,05 + 4,57 + 5,08 + 6,10 + 7,62 + 9,15 + 12,20 + 15,25 m¹ standaardlengte:

Nadere informatie

Systeemnummer : PD 1-2-1

Systeemnummer : PD 1-2-1 Systeemnummer : PD 1-2-1 Omschrijving : Membraan - tweelaagse gietasfaltconstructie losliggend, ongeïsoleerd, voor licht vrachtverkeer tot ca. 7500 kg Toepassing : Dit systeem wordt toegepast t.b.v. gelijktijdige

Nadere informatie

Systeemnummer : PD 2-1-1

Systeemnummer : PD 2-1-1 Systeemnummer : PD 2-1-1 Omschrijving : Warmdak constructie met XPS, voor personenauto's tot ca. 2000 kg. Toepassing : Dit systeem wordt toegepast t.b.v. gelijktijdige afdichting en en berijdbaarheid van

Nadere informatie

Thermische isolatie van bestaande platte daken

Thermische isolatie van bestaande platte daken Thermische isolatie van bestaande platte daken In onze maatschappij gaat steeds meer aandacht naar energiebesparingen, milieubescherming en comfort, wat een doordachte thermische isolatie van de gebouwschil

Nadere informatie

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST L LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST renolit waterproofing EXCELLENCE IN ROOFING 1 LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST PRODUCTINFORMATIE Thermoplastische soepele kunststof op basis

Nadere informatie

Monarplan PVC Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

Monarplan PVC Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken Monarplan PVC Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken Nederlands product Licht van gewicht Betrouwbaar Onderscheidend Veelzijdig Een speler van wereldklasse, lokaal toegepast Icopal Synthetic

Nadere informatie

Isolatieplaten voor het plat dak

Isolatieplaten voor het plat dak utherm roof Isolatie voor het plat dak ISOLATIEPLATEN www.unilininsulation.com UNILIN, division insulation Al meean 35 jaar zijn wij gespecialiseerd in het vervaardigen en ontwikkelen van inovatieve isolerende

Nadere informatie

Wat is WOLFIN? Bestaande afdichtingsmembranen FPO TPO APP SBS PVC - WOLFIN PIB EPDM. Bitumineuze membranen. Hoogpolymere membranen.

Wat is WOLFIN? Bestaande afdichtingsmembranen FPO TPO APP SBS PVC - WOLFIN PIB EPDM. Bitumineuze membranen. Hoogpolymere membranen. Hartelijk welkom Wat is WOLFIN? Bestaande afdichtingsmembranen Bitumineuze membranen Hoogpolymere membranen Geblazen bitumen Thermoplasten TPE Elastomeren APP SBS PVC - WOLFIN PIB FPO TPO EPDM WOLFIN eigenschappen

Nadere informatie

Product Dikte (mm) Breedte (mm) Lengte (m) Verpakking Artikel nummer

Product Dikte (mm) Breedte (mm) Lengte (m) Verpakking Artikel nummer RubberShell SA RubberShell is een innovatief zelfklevend EPDM membraan. Opgebouwd uit een (compleet vernieuwende) EPDM toplaag, interne glasvezelwapening en een polymeer onderlaag voorzien van een gesiliconiseerde

Nadere informatie

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel B Uitgave 2008

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel B Uitgave 2008 Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel B 2008 Alle opdrachten aan BDA Dakadvies B.V. worden aanvaard en uitgevoerd volgens De Nieuwe Regeling DNR 2005. Niets van de inhoud van dit rapport mag

Nadere informatie

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST L LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST renolit waterproofing EXCELLENCE IN ROOFING 1 LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST PRODUCTINFORMATIE Thermoplastische soepele kunststofdakbaan op basis van PVC-P, gewapend met

Nadere informatie

Dit systeem is toepasbaar op doorlopende ondergronden zoals houten platen, geprofileerde staalplaten

Dit systeem is toepasbaar op doorlopende ondergronden zoals houten platen, geprofileerde staalplaten VERWERKINGSRICHTLIJNEN IKO SECURA IKO IKO pro Activator canister IKO enertherm MG IKO pro Fix gun IKO shield PLUS ALU/SA IKO pro Activator canister 1. Type dakvloer en voorbereiding ondergrond: Dit systeem

Nadere informatie

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid Leginstructies VOORAF Voor een goed resultaat is het absoluut noodzakelijk de leginstructies nauwkeurig te volgen. Het is belangrijk om, bij daglicht, alle panelen voor en tijdens de plaatsing te controleren

Nadere informatie

Rhinoxx D Isolatie voor platte daken

Rhinoxx D Isolatie voor platte daken Rhinoxx D Isolatie voor platte daken Productomschrijving Zeer drukvaste dakisolatieplaat van rotswol met zeer goede beloopbaarheidsprestaties en voorzien van een glasvlies van 300 g/m². Uitermate geschikt

Nadere informatie

BINNENBOUWPLATEN VIDI. board -PRO NIEUW. Versie

BINNENBOUWPLATEN VIDI. board -PRO NIEUW. Versie BINNENBOUWPLATEN PRODUCTINFORMATIE / verwerkingsadvies VIDI board NIEUW De beste plaat voor EEN CONCURRERENDE PRIjs! Versie 2017-12 INHOUDSOPGAVE PRODUCTINFORMATIE PRODUCTINFORMATIE... 3 Unieke eigenschappen...3

Nadere informatie

ISOLATIEPLATEN voor platdak, gevel en vloer

ISOLATIEPLATEN voor platdak, gevel en vloer ISOLATIEPLATEN voor platdak, gevel en vloer www.unilininsulation.nl DIVISION INSULATION 2 Wat? PIR hardschuim isolatie voor spouw, vloer en platdak. De zijn leverbaar met 2-zijdig dampdicht ALU-laminaat,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 2. BASISPRINCIPES DAKOPBOUW MET RECTICEL INSULATION

INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 2. BASISPRINCIPES DAKOPBOUW MET RECTICEL INSULATION INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 2. BASISPRINCIPES DAKOPBOUW MET RECTICEL INSULATION. RECTICEL INSULATION TOEPASSINGEN IN HET PLATTE DAK MET BITUMEN OF KUNSTSTOFDAKDICHTING.1. Beton - Isolatie verkleefd met warme

Nadere informatie

Inleiding. Isolatie. Spouwvulling Binnenisolatie. Buitenisolatie. Dakisolatie Bouwknopen

Inleiding. Isolatie. Spouwvulling Binnenisolatie. Buitenisolatie. Dakisolatie Bouwknopen (her)opbouw van een buitenspouwblad Buitengevelisolatie Herselt Antwerpen, V Driessensstraat Van miniem tot ingrijpend: constructief Van miniem tot ingrijpend: Constructief Visueel Sleephelling Wienerberger

Nadere informatie

BRENG RUST EN COMFORT MET DEZE THERMISCHE EN AKOESTISCHE ISOLATIE

BRENG RUST EN COMFORT MET DEZE THERMISCHE EN AKOESTISCHE ISOLATIE BRENG RUST EN COMFORT MET DEZE THERMISCHE EN AKOESTISCHE ISOLATIE Er zijn appartementen waar je alles hoort. En er zijn appartementen met ISOBET-PLUS Isobet is een gebruiksvriendelijke isolerende mortel

Nadere informatie

16. Staalstructuur en beplating

16. Staalstructuur en beplating 16. Staalstructuur en beplating 16.1. Staalstructuur Volgens de bepalingen van Aquafin bestek voor het uitvoeren van betonconstructies in rioolwaterzuiveringsinfrastructuur Hoofdstuk IV.7 16.2. Gevelbekleding

Nadere informatie

Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds.

Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds. Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds. S Het Dakpan-Paneel is een product van de nv ROBS PRODUCTKENMERKEN Gebruik

Nadere informatie

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT! ISOLEREND HELLINGSYSTEEM VOOR PLATTE DAKEN GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT! Er zijn platte daken met problemen... En er zijn platte daken met Pirotherm! Pirotherm is een lichte isolerende mortel,

Nadere informatie

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn: Montagehandleiding Het Twist-Fix lijnsysteem is conform de EN-795C voor platte daken en geschikt voor vier gebruikers tegelijkertijd. Het lijnsysteem wordt middels ankerpunten mechanisch bevestigd aan

Nadere informatie

UNILIN, DIVISION INSULATION

UNILIN, DIVISION INSULATION isolatieplaten utherm Isolatieplaten (pir) utherm Isolatieplaten (pir) Luchtdicht en energiezuinig isoleren van uw dak, wand, vloer en zolder omschrijving Al meer dan 30 jaar maakt UNILIN, division insulation

Nadere informatie

RENOLIT ALKORTEC SK Plaatsingsrichtlijnen

RENOLIT ALKORTEC SK Plaatsingsrichtlijnen RENOLIT WATERPROOFING 1 RENOLIT ALKORTEC SK Plaatsingsrichtlijnen EXCELLENCE IN ROOFING 2 RENOLIT WATERPROOFING RENOLIT ALKORTEC SK: de zelfklevende dakbaan RENOLIT ALKORTEC SK 35696 Zelfklevende thermoplastische

Nadere informatie