AGRO Actualiteiten. April Themanummer Gecombineerde Opgave. Inhoud

Transcriptie

1 AGRO Actualiteiten April 2012 Themanummer Gecombineerde Opgave Inhoud Deze editie van AgroActualiteiten is grotendeels gewijd aan de Gecombineerde opgave (GO) Er zijn dit keer een aantal belangrijke nieuwe zaken. Zo zijn er diverse gewascodes en gewasindelingen veranderd, o.a. die van natuurlijk grasland en natuurterreinen. Ook is er vanaf dit jaar de mogelijkheid om GPS perceelsmetingen in te lezen. De GO moet in principe digitaal worden ingediend via Mijn dossier op Wilt u de GO toch op papier indienen? Vraag dan via het DR-loket (tel ) een papieren versie aan. Heeft u vragen over de GO 2012? Aarzel dan niet om ons te raadplegen. Uiteraard zijn wij ook bereid de hele opgave samen met u te verzorgen. Nieuwe gewascodes Er zijn dit jaar nogal wat nieuwe gewascodes ingevoerd. Deels hebben deze te maken met het ontkoppelen van de vlas, hennep en zetmeelsteun. Maar minstens zo belangrijk zijn de wijzigingen rond natuurlijk grasland en natuurterreinen. Natuurlijk grasland en natuurterreinen De gewascodes rond natuurlijk grasland en natuurterreinen zijn vanaf dit jaar (weer) aanzienlijk gewijzigd. In tabel 1 is een overzicht opgenomen met daarin alle gewascodes met betrekking tot grasland, natuurterreinen en faunaranden. Ook is vermeld of deze gewascodes te gebruiken zijn voor toeslagrechten (TSR) of gebruiksnormen (GBN). Tabel 1: Gewascodes grasland/natuurterrein/faunaranden Gewascode en omschrijving GBN TSR 265 Grasland, blijvend (> 5ton ds/ha) Ja Ja 266 Grasland, tijdelijk (> 5ton ds/ha) Ja Ja 3718 Grasland, natuurlijk (=< 5ton ds/ha) Nee Ja met beweiding 3718 Grasland, natuurlijk (=< 5ton ds/ha) Nee Nee zonder beweiding 3719 Heide, met beweiding Nee Ja 3719 Heide, zonder beweiding Nee Nee 3720 Faunaranden grasland Ja Ja 3721 Faunaranden akkerbouw Ja Ja 3722 Overige natuurterreinen Nee nee 5 ton droge stof? De opbrengstgrens van 5 ton ds per ha is niet absoluut. De algemene regel is, dat landbouwgrond met blijvend grasland als gewascode 265 opgegeven moet worden. Is het perceel grasland een natuurterrein dan geldt Inhoud: Wet- en regelgeving: Nieuwe gewascodes Welke oppervlakte? GPS-meetgegevens Dubbelclaim Aandachtspunten SNL Overige subsidies Diverse vragen Procedurele zaken gewascode De functie van het perceel (landbouwgrond of natuurterrein) is hierbij van belang en niet de absolute opbrengst van 5 ton ds/ha. AGRO Actualiteiten, Jaargang 13, Nummer 2, April 2012 Pagina: 1 De Bres TM Marum tel: fax: info@accresaccountants.nl internet: Subsidies: Ontkoppeling resterende steun 6 Korte wenken: 6 Accres accountants en belastingadviseurs aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en of handelingen gebaseerd op de informatie uit AGRO Actualiteiten. De functie van het grasland is veel belangrijker dan de opbrengst. Als een perceel grasland de hoofdfunctie natuur heeft, is de gewascode Is de hoofdfunctie landbouw, kies dan voor 265/266. Wel of geen beweiding Wilt u op een natuurterrein (grasland of heide) toeslagrechten benutten, dan zult u hierop moeten weiden. Hiervoor geldt een minimale veebezetting van 0,15 GVE/ha/jaar. Voldoet u niet aan deze beweidingseis, dan kunnen op deze grond geen toeslagrechten worden benut. Daarom ziet u in de GO bij het gebruik van de gewascodes grasland natuurlijk (3718) en heide (3719) ook een extra vraag over de GVE-bezetting als u op het perceel

2 toeslagrechten wilt aanvragen. Alleen runderen, schapen en geiten tellen mee voor deze GVE berekening. De daadwerkelijke veebezetting moet u uit uw administratie kunnen aantonen. Zie tabel 2 voor de GVE-waarde op jaarbasis. Tabel 2: GVE normen voor de beweidingseis Diercategorie GVE per dier Schapen en geiten (ongeacht leeftijd) 0,15 Runderen < 6 mnd 0,20 Runderen 6-24 mnd 0,60 Runderen > 24 mnd 1,00 Overige wijzigingen gewascodes De gewascodes van aardappelen (poot, consumptie en zetmeel) zijn dit jaar gewijzigd, evenals de gewascodes voor vlas. Deze wijzigingen hebben te maken met de ontkoppeling van de steun dit jaar, waardoor een vereenvoudiging mogelijk is. In tabel 3 zijn de aangepaste gewascodes naast de oude gezet. Tabel 3: Aangepaste gewascodes akkerbouwgewassen Gewascode Omschrijving Oude code 2951 Aardappelen, consumptie, 1909, 1911 klei/löss 3792 Aardappelen, consumptie, 1910, 1912 zand/veen 3730 Aardappelen, poot, klei/löss 1926, Aardappelen, poot, 1927, 1929 zand/veen 3732 Aardappelen, zetmeel 859, 1934, Vezelvlas 249, 1933 Welke percelen geeft u op? Wellicht heeft u percelen, die niet de hoofdfunctie landbouw hebben en niet of nauwelijks voor de landbouw worden gebruikt. U mag deze dan niet opgeven voor de benutting van toeslagrechten. DR heeft vorig jaar een lijst gepubliceerd met voorbeelden van niet subsidiabele gronden; te weten: grond met een recreatieve functie (denk aan speel-, spring- en geitenweides, kampeerterreinen,); grond met een verkeerskundige functie (o.a. bermen en stroken langs landingsbanen); grond die praktisch gezien onbruikbaar is voor de landbouw (zoals slikken, schorren, sommige kwelders, smalle stroken langs gebouwen/kassen). Discussie Het uitgangspunt hierbij is, dat het gronden betreft waarvan de hoofdfunctie geen landbouw is. Ook gronden in waterwingebieden waar zware gebruiksbeperkingen op liggen, staan ter discussie. Veel van de percelen die aan de genoemde criteria voldoen, zullen al niet meer door DR zijn ingetekend. Al is dit niet in alle situaties het geval. Geeft u een dergelijk perceel toch op, dan moet u overwegen of u denkt voldoende argumenten te hebben om een eventuele afwijzing aan te vechten. Anders kunt u deze percelen beter niet gebruiken voor het benutten van toeslagrechten en de gebruiksnormen. Welke oppervlakte? De perceelsoppervlakte zoals die in de GO 2012 is vermeld, zal bijna altijd gelijk zijn aan de oppervlakte die bij de beoordeling van de GO 2011 is gehanteerd en die op uw beschikking over 2011 is opgenomen. Evenals voorgaande jaren zal DR de door u opgegeven oppervlakte hieraan gaan toetsen. Toch kunnen zich situaties voordoen, waarbij de topografische grenzen niet (meer) kloppen. Bijv. als er een sloot is gedempt of er op het perceel is gebouwd. Pas dan de intekening aan en geef ook de reden op waarom u de intekening heeft aangepast. Grotere oppervlakte Als u het niet eens bent met de door DR weergegeven oppervlakte, kunt u deze ook aanpassen. Het programma accepteert een grotere oppervlakte alleen als u hierbij een reden aangeeft. Kijk uit voor de herhaalde fout Als u voor de tweede maal een perceel opgeeft met een te grote oppervlakte, loopt u het risico, dat DR dit gaat beschouwen als een opzettelijke fout. Dit kan als gevolg hebben, dat u helemaal geen bedrijfstoeslag krijgt uitbetaald. Als DR dan ook nog opzet vermoed, en dat doet DR heel snel, volgt er uitsluiting van (een deel van) de bedrijfstoeslag voor de komende jaren. Slotenmarge Ook dit jaar is er sprake van de zogenaamde slotenmarge voor de uitbetaling van toeslagrechten, SNL-subsidie, PGV en vaarvergoeding. De regels zijn niet veranderd. Teken de slotenmarge niet in, maar geef alleen de oppervlakte op. Nieuw is dat u binnen de SNL voor iedere beheerseenheid apart moet aangeven of u van de slotenmarge gebruik maakt. De slotenmarge telt alleen voor de uitbetaling van de toeslagrechten SNL, PGV en vaarvergoeding, niet voor de gebruiksruimte. Windhagen rondom fruitpercelen Vanaf 2012 tellen de windhagen rondom fruitpercelen, tot maximaal 2 meter breed, mee met de beteelbare oppervlakte van het fruitperceel. Dit was een aantal jaren niet zo. De oppervlakte telt mee voor de gebruiksnormenberekening en voor het benutten van toeslagrechten. AGRO Actualiteiten, Jaargang 13, Nummer 2, April 2012 Pagina: 2

3 GPS-metingen Als volgens u DR de oppervlakte van uw percelen nog steeds niet goed in haar systeem heeft staan, dan kunt u vanaf dit jaar ook uw GPS-meetgegevens inlezen. Dit kan middels een knop in het scherm, waarin u ook uw percelen intekent. Een GPS-meting kan het hele perceelsvlak bevatten, maar ook enkele grenslijnen. U kunt dan de verschillen tussen de GPS-metingen en de DR-registratie in beeld brengen en er eventueel voor kiezen om de GPS-meetgegevens in de GO over te nemen. DR heeft op het DR-Loket een handleiding opgenomen over de technische eisen waaraan de GPSmeetgegevens moeten voldoen (op zoeken naar GPS-metingen ). Wijziging topografisch perceel Wanneer u besluit om de GPS-meetgegevens in de GO over te nemen, is de kans groot dat hierdoor de aangepaste intekening van het perceel over de topografische grenzen van het perceel gaan. U moet hiervoor dan een reden opgeven. De reden GPSmeting kan dan worden aangegeven. Geen garantie! De GPS-meting wordt niet zondermeer door DR overgenomen. Een GPS-meting wordt net zo behandeld als iedere andere perceelscorrectie. Dit betekent, dat DR handmatig controleert of de perceelscorrectie correct is. Het blijkt namelijk regelmatig voor te komen, dat GPS-metingen niet juist of onnauwkeurig zijn. Iedereen mag GPS-metingen doen. Er zijn door DR ook geen bedrijven goedgekeurd, waarvan de meetgegevens zondermeer worden overgenomen. Als een GPS-meting niet wordt geaccepteerd, dan kan dit een afwijkende perceelsoppervlakte tot gevolg hebben. Het risico hiervan is voor u. Iedere GPS-meting wordt handmatig door DR getoetst. Dit zal veelal ook tot een tragere afhandeling van uw aanvraag leiden, met de daarbij behorende vertraagde uitbetaling. Ons advies Gebruik niet zonder meer een GPS-meting in de GO. Controleer of de eventuele afwijking van de oppervlakte terecht is. Gebruik uw GPS-gegevens ook alleen als de afwijkende oppervlakte een substantieel deel van de perceelsoppervlakte betreft. Dubbelclaim Het komt nog steeds regelmatig voor, dat (delen van) percelen door twee gebruikers worden opgegeven. Dit gebeurt met name wanneer binnen één topografisch perceel meerdere gebruikers een gewasperceel intekenen. DR wilt u vanaf dit jaar sneller informeren over een dubbelclaim. Dit voorkomt wellicht later veel telefoontjes en vervelende kortingen. Melding bij invullen Wanneer u uw percelen opgeeft bij de GO en u tekent een (deel van een) perceel in, die u nog niet in gebruik had, krijgt u een melding. U kunt deze melding negeren als u de feitelijke gebruiker bent. Ook kunt u er voor kiezen het gedeelte dat dubbel is opgegeven te wissen. Als u uw percelen heeft opgegeven en de GO heeft verzonden naar DR, dan krijgt degene die daarna hetzelfde perceel of een deel ervan opgeeft, ook een melding bij het invullen van de GO. Indien bijvoorbeeld uw buurman en u eenzelfde (deel van een) perceel opgeven en u heeft beiden de GO 2012 naar DR verzonden, dan ontvangt u beiden binnen 24 uur nadat van beide bedrijven de GO binnen is een van DR. In deze wordt gewezen op de dubbelclaim en worden de betreffende perceelsgegevens (volgnummer, oppervlakte, gewas) vermeld. Het onterecht opgegeven perceel kan worden gecorrigeerd en de GO kan opnieuw worden ingestuurd. Dubbelclaims kunnen veel ergernis en geld kosten (uitbetalingskortingen). Let daarom op uw mailbox nadat u uw GO heeft ingediend en pas eventueel uw perceelsgegevens aan. Opgeven fosfaattoestand In 2012 zijn een aantal fosfaatnormen verder aangescherpt. Het belang van de gedifferentieerde fosfaatnormen wordt hierdoor steeds groter! Om gebruik te kunnen maken van hogere fosfaatgebruiksnormen moet de fosfaattoestand van de percelen neutraal of laag zijn. Dit wordt bepaald aan de hand van het PAL- en/of Pw-getal, wat u per gewasperceel bij de GO op kunt geven. Omdat dit in de praktijk nogal eens lastig blijkt te zijn, hier een paar aandachtspunten. Fosfaattoestand Voor het bepalen van de fosfaattoestand maakt het verschil of u één grondmonster of meerdere grondmonsters per topografisch perceel heeft. Eén grondmonster U heeft één grondmonster voor een topografisch perceel als het perceel kleiner is dan 5 ha of u heeft de gestratificeerde methode toegepast. U geeft de fosfaattoestand op bij alle gewaspercelen binnen dit topografisch perceel. AGRO Actualiteiten, Jaargang 13, Nummer 2, April 2012 Pagina: 3

4 Meerdere grondmonsters Als u meerdere grondmonsters per topografisch perceel heeft, moet u het gewogen gemiddelde van de fosfaattoestand bepalen. Het gewogen gemiddelde bepaalt u door de fosfaattoestand (PAL- en/of Pw-getal) per grondmonster te vermenigvuldigen met de bijbehorende oppervlakte per grondmonster. Deze berekende waarden telt u bij elkaar op, en het totaal deelt u door de totale oppervlakte van het topografisch perceel. Deze berekening maakt u alleen voor de gewaspercelen, die u zelf in gebruik heeft. De gemiddelde fosfaattoestand geeft u op bij alle gewaspercelen binnen het topografisch perceel. In tabel 4 is een voorbeeldberekening opgenomen van een topografisch perceel grasland van 12 ha met drie monsters. Er is alleen op PAL bemonsterd. Tabel 4: Voorbeeldberekening gewogen gemiddelde Monster PAL Oppervlakte Totaal ha 220 (5x44) ha 170 (5x34) ha 116 (2x58) Gemiddeld (12 ha) 42 (506/12) U dient voor het gehele topografisch perceel een PAL van 42 op te geven. Grasland en bouwland Bestaat het topografisch perceel zowel uit grasland als uit bouwland? Dan bepaalt u zowel het gemiddelde PAL-getal als het gemiddelde Pw-getal van het gehele topografische perceel. Wilt u de fosfaatdifferentiatie toepassen, zorg dan voor geldige grondmonsters. Alle monsters met een monsterdatum van voor 16 mei 2008 zijn voor dit jaar niet meer geldig. Fosfaatarme en/of fixerende gronden Wilt u gebruik maken van de hogere fosfaatnorm voor fosfaatarme en/of fixerende grond? Dan moet u dit aangeven bij het onderdeel Bedrijfsgegevens Hogere fosfaatgebruiksnorm. Vervolgens geeft u het PAL- en/of Pw-getal op bij de betreffende gewaspercelen. U moet dan wel beschikken over een gestratificeerde grondmonster met een PAL-getal lager dan 16 en/of een Pw-getal lager dan 25. Aandachtspunten SNL De uitbetaling van uw aangevraagde subsidie van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL), onderdeel agrarische natuur moet u jaarlijks via de GO aanvragen. Op de topografische kaart zijn alle door DR aan u toegewezen beheereenheden ingetekend. Deze staan ook apart vermeld in de GO. U moet per beheereenheid uitbetaling aanvragen. Controle omvang Controleer per beheereenheid de voorgedrukte oppervlakte en pas deze zo nodig aan. Geef ook de reden van de aanpassing op. De omvang mag niet groter zijn dan het bijbehorende gewasperceel. Nieuwe beheereenheden Als u een beheereenheid van een ander heeft overgenomen, kan het zo zijn, dat deze nog niet in de lijst van uw beheereenheden is opgenomen. Selecteer dan de beheereenheid op de topografische kaart en voeg hem toe aan uw beheereenheden. Tijdelijk in gebruik Heeft u een perceel met een beheereenheid tijdelijk in gebruik genomen waarvan de verhuurder de subsidieaanvraag heeft ingediend en u heeft het perceel op 15 mei in gebruik? Alleen u kunt dan een betaalverzoek voor deze beheereenheid indienen. U moet dan wel, samen met de verhuurder, uiterlijk 15 mei 2012 een subsidieoverdracht melden bij DR. Overige subsidies Naast de toeslagrechten en de SNL kunt u met de GO 2012 nog voor enkele andere subsidies een aanvraag indienen. Deze zijn in het kort hierna opgenomen. Probleemgebiedenvergoeding (PGV) Ook dit jaar kunt u met de GO weer PGV aanvragen. U kunt zien of uw percelen in één van de probleemgebieden liggen als u in de topografische kaart kiest voor kaartlagen. Er zijn twee soorten PGV, waarvoor u subsidie kunt aanvragen met de GO. PGV eenjarig Ontvangt u SNL- of PSAN-subsidie en ligt uw perceel in een probleemgebied? Vraag dan deze subsidie aan. Let op: mogelijk zit deze subsidie verwerkt in uw SNL of PSAN-subsidie Ontkoppelde PGV Deze subsidie is niet gekoppeld aan een SNL- of PSAN-subsidie. Wel moet uw perceel in één van de volgende probleemgebieden liggen. (LNH) Heuvelland (Limburg); Middag-Humsterland (Groningen); Midden-Delfland (Zuid-Holland) Vaarvergoeding U kunt vaarvergoeding aanvragen voor aangewezen percelen binnen bepaalde gebieden in Laag Holland, De Wieden, De Weerribben en De Biesbosch. Dit laatste gebied is nieuw in Tegemoetkoming premie brede weersverzekering Als u dit jaar een (door DR goedgekeurde) brede weersverzekering voor open teelten afsluit, kunt u daarvoor een subsidie op de premie aanvragen. AGRO Actualiteiten, Jaargang 13, Nummer 2, April 2012 Pagina: 4

5 Compensatie schapen en geiten Als u op 1 november 2011 minimaal 100 schapen en/of geiten op uw UBN-nummer had staan, moet u een bijdrage betalen voor de kosten van de I&R databank voor schapen en geiten ( 540). U kunt in 2012 via de GO een compensatie voor deze kosten aanvragen. DR vult zelf uw aanvraag al in wanneer uit de I&Rregistratie van schapen en geiten blijkt, dat u aan deze voorwaarde voldeed. U hoeft dit alleen nog maar te controleren. Subsidie diervriendelijk produceren Heeft u een Beter Leven Kenmerk certificaat van de Dierenbescherming voor de sectoren pluimvee, vleesrunderen en/of varkens? Of het certificaat Scharrelrund van PROduCERT? Dan kunt u een tegemoetkoming op de certificeringskosten aanvragen. De subsidie dierenwelzijn is dit jaar niet meer opengesteld. Diverse vragen Een onderdeel van de GO is de Landbouwtelling, waarbij er veel algemene vragen over uw bedrijf worden gesteld. Wij lichten hier een paar opvallende uit. Aantallen dieren Ieder jaar moet u de aantallen dieren opgeven, die op 1 april van het betreffende jaar op uw bedrijf aanwezig waren. Dit jaar zijn in de GO de aantallen schapen, geiten en runderen al automatisch vanuit de I&Rregistratie overgenomen. De peildatum hiervoor is 1 april U moet alleen deze aantallen nog wel over de subgroepen verdelen. Huisvesting Er zijn dit jaar extra vragen over de huisvesting van uw dieren. Deze vragen zijn o.a. van belang voor het bepalen van de landelijke ammoniakemissie en de emissie van fijnstof. Beweiding en BEX Vorig jaar is u al gevraagd of u als rundveehouder van de BEX gebruik ging maken. Deze vraag is nu voor 2012 opnieuw opgenomen, evenals een aantal algemene vragen over beweiding. Nieuw is dat over het afgelopen jaar (2011) een aantal meer gedetailleerde vragen over beweiding zijn opgenomen. Deze hebben tot doel om DR informatie te geven voor de controle van uw gebruiksnormen over Procedurele zaken De indieningsperiode loopt van 1 april tot en met 15 mei Per werkdag dat u uw GO 2012 te laat indient, krijgt u 1% korting op uw steunbetalingen. Dit geldt zowel voor de bedrijfstoeslag, de SNL als alle andere subsidies die u met de GO aanvraagt! Bij een indiening na 11 juni wordt er niets meer uitbetaald. Ieder jaar zijn er weer collega s van u, die hun GO te laat indienen. Zorg ervoor, dat dit u niet overkomt en begin op tijd! Fouten verbeteren vanaf 16 mei Wanneer u na 15 mei een fout vindt en die corrigeert, kan dit gevolgen hebben voor uw uitbetaling. Dit geldt alleen wanneer de fout invloed heeft op de hoogte van uw subsidie. U krijgt dan alleen een korting over het bedrag waarop de wijziging betrekking heeft. Voor het doorgeven van gewascorrecties geldt, dat er pas vanaf 1 juni een korting zal plaatsvinden. Zorg wel dat u de wijzigingen doorgeeft en wacht niet totdat DR bij u komt dat er iets niet klopt. DR gaat ook dan heel snel uit van opzet met alle (financiële) gevolgen van dien Wijzigingen na 15 mei Een wijziging hoeft u alleen door te geven, als het van invloed is op de uitbetaling van bedrijfstoeslag of aangevraagde subsidies. Foute relatiegegevens Als uw relatiegegevens zijn gewijzigd, maar uw GO staat nog op het oude relatienummer, dan kunt u deze gewoon indienen. DR zal deze dan later overzetten naar het nieuwe nummer. TAN-codes Controleer tijdig of u over voldoende geldige TANcodes beschikt. Anders kunt u uw GO niet digitaal indienen. Nieuwe TAN-codes kunt u via het DR- Loket bestellen. Adviseur inschakelen? Als u uw GO niet zelf wilt invullen, maar dit door ons wilt laten doen, maak dan tijdig een afspraak. We kunnen dan tijdig uw afspraak inplannen en het voorkomt veel stress tegen het einde van de indieningsperiode. Meer informatie over de GO 2012 Via ([ONDERWERPEN] -> [GECOMBINEERDE OPGAVE] kunt u allerlei tabellen en toelichtingen downloaden. Drainage Ook is een aantal vragen over uw drainage opgenomen. AGRO Actualiteiten, Jaargang 13, Nummer 2, April 2012 Pagina: 5

6 SUBSIDIES Ontkoppeling resterende steun De kans is aanwezig, dat u de afgelopen weken van DR een brief heeft ontvangen met daarin de referentiegegevens van de nog te ontkoppelen steun in Het betreft hierbij gegevens over de ontkoppeling van zetmeelsteun, droogsteun (grasdrogerij) en vlas. DR gaat de in deze brief genoemde hoeveelheden omrekenen naar bedragen en vervolgens deze steun toevoegen aan de waarde van uw toeslagrechten die u op 15 mei van dit jaar in eigendom heeft. Als u dit jaar toeslagrechten verhuurt, komt de te ontkoppelen steun ook op de waarde van deze verhuurde toeslagrechten. Deze zijn immers uw eigendom. Uw huurder krijgt hierdoor een hoger bedrag uitgekeerd! Referentieperiode Voor de te ontkoppelen droogsteun loopt de referentieperiode van 2005 t/m Voor vlas en hennep is 2008 het referentiejaar. Voor de te ontkoppelen zetmeelsteun gelden de kilogrammen zetmeel van het teeltcontract De uiteindelijke bedragen zijn nog niet bekend. Controleer uw gegevens DR vraagt u in deze brief de referentiegegevens te controleren. Ons advies: doe dit ook, omdat de ervaring leert dat, zeker in die situaties waarbij de afgelopen jaren bedrijfsveranderingen aan de orde waren, de kans op fouten aanwezig is. Bedrijfsoverdracht binnen familieverband DR heeft bij bedrijfsoverdrachten binnen familieverband (1 e en 2 e graad) automatisch de referentiegegevens al overgezet naar de opvolger. Overdracht referentiegegevens Het kan zijn, dat u de afgelopen periode afspraken heeft gemaakt om deze referentie of een deel ervan aan derden over te dragen. Dit omdat u (een deel van) de grond heeft overgedragen. Voor de overdracht van zetmeelreferentie geldt, dat er naast grond ook aandelen AVEBE moeten zijn overgedragen. Het omgekeerde kan natuurlijk ook. Vraag dan nu bij DR (tel: ) een overdrachtsformulier aan om de referentie over te dragen. U heeft tot 15 april 2012 de tijd om uw referentiegegevens te controleren. Tot 15 mei 2012 kunt u uw referentie overdragen! KORTE WENKEN Graslandvernietigingsmonsters In deze tijd wordt er weer veel grasland vernietigd. Wanneer u dit nu doet en u wilt het volggewas bemesten dan moet u over een graslandvernietigingsmonster beschikken Dit monster moet u zo kort moge;lijk voor het moment van herinzaai laten nemen. Deze eis geldt ook als u geen gebruik maakt van derogatie! In de praktijk blijkt, dat dit nogal eens wordt vergeten. Uw monsternemer kent alle voorwaarden rond deze bemonstering. Controleer uw bemestingsplan Een van de derogatieverplichtingen is, dat u uw bemestingsplan aanpast aan veranderingen in uw bedrijfsvoering. Als u uw GO heeft ingediend, is het wellicht handig om uw bemestingsplan te controleren. Komen de oppervlaktes in uw bemestingsplan nog wel overeen met de oppervlakte die u bij de GO heeft opgegeven? Klopt uw teeltplan nog wel? Mocht u in de loop van dit jaar van de AID een controlebezoek krijgen, dan is de kans groot dat deze uw GO-opgave bij zich heeft en mede aan de hand hiervan uw bemestingsplan gaat controleren. Vooraankondiging Stoppersregeling In het kader van het Aktieplan ammoniak is een vooraankondiging van de stoppersregeling gepubliceerd. U kunt aan de stoppersregeling meedoen als u een varkens- of pluimveebedrijf heeft en uiterlijk eind 2019 met uw bedrijf stopt. U hoeft dan geen emissie-arme stal te bouwen, maar u moet dan wel voor 1 januari 2013 ammoniakreducerende maatregelen gaan nemen. Voor dit moment is het volgende van belang: Heeft u in het Bedrijfsontwikkelingplan (BOP) in 2010 aangegeven, dat u gaat stoppen voor 2020, dan hoeft u nu geen actie te ondernemen. Heeft u in de BOP niet aangegeven, dat u gaat stoppen en wilt u alsnog aan de stoppersregeling meedoen dan moet u dat voor 1 juli 2012 schriftelijk melden bij uw gemeente. In een volgende editie gaat we nader in op de voorwaarden en verplichtingen van deze regeling. Uitscharen naar natuurterrein Als u dieren uitschaart naar natuurterrein dat bij u in gebruik is, kunt u de uitgeschaarde dieren in mindering brengen op het gemiddelde aantal voor het bepalen van de mestproductie. Doordat u deze dieren echter niet naar een ander UBN nummer overschrijft, heeft DR dit niet in beeld. Hou daarom zelf een goede uitschaaradministratie bij, waaruit duidelijk blijkt welke dieren u voor welke periode daadwerkelijk heeft uitgeschaard. De toegestane veebezetting op het natuurterrein is hiervoor geen bewijs! AGRO Actualiteiten, Jaargang 13, Nummer 2, April 2012 Pagina: 6