Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 1 van 39

Transcriptie

1 Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 1 van 39

2 Inleiding Je gaat binnenkort stagelopen. Tijdens je stage zal je met behulp van een aantal opdrachten het geleerde in praktijk gaan brengen. Als het goed is heb je nu genoeg theoretische ondergrond om in een instelling aan de slag te gaan. In het verlengde van de theorie heb je op school ook al geoefend met het uitvoeren van vaardigheden, nu wordt het tijd om met echte mensen te tonen wat je kunt. Aan de opleiding tot verzorgende IG zijn landelijke eisen gesteld, deze staan beschreven in het kwalificatiedossier voor MBO verzorgende In het kwalificatiedossier vind je kerntaken en werkprocessen die een Verzorgende IG uitvoert op haar werkplek. En competenties die de Verzorgende IG nodig heeft om de kerntaken professioneel uit te voeren. De kerntaken en de werkprocessen vormen de basis voor de opdrachten die je op je stageplek uitvoert en waarmee je je competentie-ontwikkeling laat zien. De opdrachten waar je in je stage aan gaat werken noemen we beroepsopdrachten. Beroepsopdrachten zijn een hulpmiddel voor jou om te leren in de praktijk. Door middel van de opdrachten leer je om een goede verzorgende te worden. Met de uitgewerkte opdrachten kun je laten zien en bewijzen hoe jij op weg bent om een goede verzorgende te worden. Bewaar ze dan ook in je portfolio. Per beroepsopdracht wordt in de verantwoording gemeld welke kerntaken, werkprocessen en competenties aan de orde komen. Beroepsopdrachten zijn geen toetsen. Je kunt dus niet zakken op het niet goed uitvoeren van een opdracht. Natuurlijk worden de opdrachten die je uitvoert wel met jou geëvalueerd. Je zult tijdens de stage werken aan 3 beroepsopdrachten: 1 Persoonlijke zorg 2 Zorg voor het huishouden en wooncomfort 3 Methodische handelen I Om zoveel mogelijk te kunnen leren in de praktijk is een goede voorbereiding noodzakelijk. Om tijdens je stage direct aan de slag te kunnen gaan met de beroepsopdrachten moet je je op school voorbereiden. Lees de beroepsopdrachten alvast goed door, maak de oriëntatieopdrachten voor beroepsopdracht 1 en 3 (voor beroepsopdracht 2 oriënteer je je op de stageplek zelf). Maak voor de 3 opdrachten een gezamenlijke planning waarin je aangeeft hoe je aan deze opdrachten gaat werken. Gebruik hiervoor het persoonlijk activiteitenplan van bijlage 1 (pagina 38). Tijdens deze stage werk je ook aan de bewijsmap basisvaardigheden, hierin kun je de geëxamineerde vaardigheden laten aftekenen. Met de beroepsopdracht Persoonlijke zorg bereid je je voor op het laten examineren van de vaardigheden in de praktijk. De stage sluit je af met praktijkexamen 1, dit is een officieel examen, hier kun je dus wel voor zakken. Als je beroepsopdracht 2 goed hebt doorlopen ben je klaar voor het examen. Veel succes met je stage! Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 2 van 39

3 Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 3 van 39

4 Oriënteringsopdracht bij beroepsopdracht 1: Wanneer je een vaardigheid wilt leren doorloop je verschillende fasen: een voorbereidingsfase, een oefenfase en een toetsingsfase. Op school doorloop je deze fasen, maar daarmee is het leren nog niet afgelopen. Uiteindelijk gaat het erom, dat je deze vaardigheden in je eigen beroepspraktijk kunt toepassen. Hoe je de vaardigheid in de praktijk toe gaat passen hangt af van de ervaring die je hebt met de betreffende vaardigheid. - Heb je nog geen enkele ervaring, dan begin je eerst met je te oriënteren. - Heb je een beetje ervaring, omdat je de vaardigheid in de praktijk al eens uitgevoerd hebt, dan kun je verder gaan met oefenen. - Heb je veel ervaring, omdat je de vaardigheid dagelijks uitgevoerd hebt in de praktijk, dan beheers je de vaardigheid en kun je over naar de examineringsfase. In de voorbereiding van je stage ga je vaststellen in welke fase je zit met de vaardigheden welke horen bij het beroep van verzorgende. Dit doe je aan de hand van onderstaande scorelijst. De scorelijst in de beroepsopdracht gebruik je ook om de vaardigheden te laten toetsen. De ingevulde scorelijst gebruik je dus bij: het noteren in welke fase je bent het evalueren en reflecteren om leerpunten te inventariseren Uitvoeren Lees de vaardigheden welke in de scorelijst staan nauwkeurig door Vul de eerste en tweede kolom van de scorelijst in; bepaal per vaardigheid in welke fase je bent (voorbereidingsfase / oefenfase ) Bespreek de ingevulde lijst met je begeleider Gebruik de ingevulde lijst voor het opstellen van je activiteitenplan voor de stage. Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 4 van 39

5 Scorelijst overzicht vaardigheden persoonlijke zorg Vaardigheid voorbereiding oefen toets * Handen wassen volgens voorschrift * Het opmaken van een bed zonder zorgvrager Het opmaken van een bed met zorgvrager Het opmaken van een bed met hulpmiddelen * Wassen van een zorgvrager aan de wastafel * Wassen van een zorgvrager onder douche en/ of in bad Wassen van een zorgvrager op bed * Aan/ uitkleden van een zorgvrager * Het verzorgen van het haar bij een zorgvrager Verzorging van een hoortoestel * Droog en nat scheren van een zorgvrager Knippen van handnagels bij een zorgvrager * Poetsen van tanden/gebitsprothese van de zorgvrager * Verzorgen van prothesen van een zorgvrager * Het aantrekken van steunkousen bij een zorgvrager Een zorgvrager helpen bij eten en/of drinken bij platliggende houding * Een zorgvrager helpen bij eten en/of drinken bij zittende houding Het bijhouden van een vochtlijst/ vochtbalans * Een zorgvrager helpen bij de toiletgang naar het toilet Een zorgvrager helpen bij de toiletgang op bed; (urinaal en/of po gebruiken) Een condoomkatheter aanbrengen bij een zorgvrager * Een zorgvrager met de rolstoel naar het toilet brengen, en helpen bij de toiletgang * Bij een zorgvrager incontinentie-materiaal verwisselen Een zorgvrager helpen bij het opgeven van sputum Een zorgvrager helpen die braakt Een zorgvrager helpen bij de hygiënische verzorging die menstrueert * Een zorgvrager helpen die hevig transpireert * Een zorgvrager ondersteunen met lopen zonder hulpmiddelen Een zorgvrager ondersteunen met lopen met hulpmiddelen rollator vierpoot elleboogkruk Een zorgvrager verplaatsen met behulp van een rolstoel Een zorgvrager ondersteunen bij verplaatsing in bed * Een zorgvrager ondersteunen bij het in en/of uit bed gaan zonder hulpmiddelen Een zorgvrager ondersteunen bij het in en/of uit bed gaan met tillift Helpen bij het aannemen van een voor de zorgvrager gewenste lichaamshouding in bed Helpen bij het hoog leggen van een arm en/of been Observeren, meten en registratie van de lichaamstemperatuur Observeren, tellen en registratie van de polsslag Observeren, tellen en registratie van de ademhaling, zo mogelijk met een saturatiemeter Observeren en registratie van de pupilreactie Verbanden aanleggen: vingerverband handverband elleboog/ hiel /enkelverband mitella zwachtelen onderbeen Maatregelen treffen om een evenwichtig slaap- en waakritme te bevorderen Bewaar de ingevulde scorelijst in je portfolio! Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 5 van 39

6 Ook voor het 2 e onderdeel van beroepsopdracht 1 moet je gaan verkennen wat jouw beginsituatie is. Bekijk aandachtig onderstaande lijsten. Ondersteunen bij de persoonlijke en uiterlijke verzorging Ik kan gebruik maken van het zorgplan Ik kan mijn benaderingswijze in de zorg aanpassen op de levensfase, beperkingen, achtergrond en mogelijkheden van de zorgvrager Ik kan de zelfredzaamheid van de zorgvrager stimuleren Ik pas voorschriften toe m.b.t. hygiëne Ik werk ergonomisch bij het verzorgen van de zorgvrager Ik weet welke richtlijnen en protocollen er zijn op de afdeling gericht op persoonlijke verzorging Ik ben op de hoogte van de beroepscode, ik weet waaraan ik me moet houden Ik ben op de hoogte van de wetgeving waarmee ik te maken heb/krijg (ARBO, WGBO, AWBZ, BOPZ, WMO, wet BIG) Ik ben in staat de zorg te evalueren gericht op product en proces Ik kan de huid observeren en verzorgen. Ik kan maatregelen nemen ter voorkoming van decubitus en intertrigo (=smetten). Ik kan de aangedane huid verzorgen Kan/ weet ik Moet ik meer over leren Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 6 van 39

7 Ondersteunen bij eten en drinken Kan/ weet ik Moet ik meer over leren Ik heb algemene kennis over voeding (schijf van 5, Joules, kcal, bouw en brandstoffen) Ik kan een volwaardige voeding samenstellen Ik weet van de hygiëne bij de bereiding van voeding, het bewaren van voeding, haccp Ik kan de juiste hygiënische maatregelen toepassen bij het bereiden en het bewaren van voeding Ik ken de taak van voedingsassistent, diëtist, logopedist Ik kan de juiste disciplines benoemen bij voedingsproblemen Ik ben bekend met dieetleer (bij diabetes, zoutbeperkt, obstipatie, diarree, ondervoeding, obesitas) Ik kan problemen observeren bij een afwijkende voedingstoestand Ik weet hoe ik bij verminderde eetlust door maatregelen ten aanzien van ambiance en de zintuigen kan prikkelen (reuk, smaak, uitnodigend wat betreft. uiterlijk) Ik heb kennis over voeding bij verschillende culturen Ik ken de slik/ kauwproblemen en andere belemmerende factoren (stomatitis) Ik ken de verschillende visies t.a.v. het geven van zorg ( zoals belevingsgerichte zorg) Ik heb kennis van de verschillende zorgsettings (zoals kleinschalig wonen) Ik weet welke richtlijnen en protocollen de afdeling/locatie hanteert ten aanzien van voeding en vocht Ik kan eenvoudige voorlichting geven over de reden van een bepaald dieet Ik kan zorgen voor omstandigheden die de eetlust opwekken rekening kunnen houden met de bereiding van voeding bij verschillende culturen Ondersteunen bij de uitscheiding Kan/ weet ik Moet ik meer over leren Ik weet welke vormen van incontinentie er zijn Ik kan bij verschillende uitscheidingsproducten de specifieke observatiepunten benoemen Ik weet welke problemen er zijn bij mijn zorgvragers m.b.t. uitscheiding Ik kan blaastraining geven Ik weet hoe ik moet handelen bij de verschillende vormen van incontinentie Ik weet wat blaasretentie is en hoe ik hier bij de zorg op moet letten Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 7 van 39

8 Ondersteunen bij mobiliteit Kan/weet ik Moet ik meer over leren Ik ken de loophulpmiddelen (stok, kruk, looprek, rollator) en rolstoel En ik weet hoe ze gebruikt moeten worden Ik kan benoemen wat lichamelijke, psychische en sociale gevolgen van beperking in mobiliteit zijn Ik kan verplaatsingstechnieken toepassen volgens protocol Ik kan samenwerken met verschillende disciplines en ik kan van de fysiotherapeut, ergotherapeut, revalidatie arts benoemen welke expertise zij hebben Ik weet wat de volgende begrippen inhouden: fysieke belasting ( zowel dynamische als statische fysieke belasting)en psychische belasting Ik ben op de hoogte van de: praktijkrichtlijnen fysieke belasting zorgverleners Verplaatsingsadviezen op basis van haptonomische principes Indicaties en veiligheidsaspecten t.a.v. verplaatsingshulpmiddelen: actieve- en passieve tillift, glijzeilen, draaischijf, glijplank Karvragen en Rijregels. Valpreventie Ik kan loopondersteuning geven. Ik weet hoe je moet werken volgens de ARBO en M&M (BOPZ) en het tilprotocol binnen de instelling Ik weet wat ik moet doen wanneer een zorgvrager valt (MIP) Ondersteunen slaap-waakritme Kan/ weet ik Moet ik meer over leren Ik kan benoemen welke slaappatronen en slaapstoornissen er zijn Ik kan de functie van het slapen benoemen en hier eenvoudige voorlichting over geven Ik kan veranderingen in slaappatronen in verschillende levensfasen benoemen Ik weet wat belevingsgerichte zorg betekent en hoe dit in verhouding staat met het leefplan en leefstijl Ik begeleid zorgvragers die angstig zijn, ik ken hierbij wel mijn grenzen Bespreek de uitkomsten van je inventarisatie met je studieloopbaanbegeleider. Bepaal in overleg met je studieloopbaanbegeleider activiteiten om de eventuele tekorten in je kennis aan te vullen. Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 8 van 39

9 Oriëntatieopdracht bij beroepsopdracht 3 Beantwoord de onderstaande vragen. 1. Wat is een visie op zorg, welke visie(s) is/zijn behandeld op school? Ga tijdens je stage na wat voor visie de instelling heeft waar jij stage loopt 2. Wat is methodisch werken? 3. Wat is het zorgproces? 4. Wat is een zorg(leef)plan 5. Ga tijdens je stage na wat voor een zorg(leef)plan er gebruikt wordt in de instelling waar jij stage loopt 6. Wat is het verschil tussen een zorg(leef)plan en een werkplanning 7. Welke methodieken ken jij ten aanzien van rapportage, zo ja hoe zit deze methodiek in elkaar 8. welke boeken/leermiddelen ga je gebruiken bij deze beroepsopdracht Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 9 van 39

10 Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 10 van 39

11 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...11 Verantwoording...12 Opdracht...13 Deel 1 Vaardigheden...15 Deel 2 Ondersteunen bij persoonlijke zorg...16 Resultatenoverzicht...20 Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 11 van 39

12 Verantwoording Met behulp van deze beroepsopdracht ga je werken aan de volgende kerntaken en de daarbij behorende werkprocessen: Fase 1 Leerjaar 1 Kerntaak 1: Bieden zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier Werkproces 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.5 Begeleidt een zorgvrager B Niveau* B *Zie de competentiekaart Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 12 van 39

13 Opdracht: Persoonlijke zorg geven aan een zorgvrager Wanneer je persoonlijke zorg gaat verlenen is dat veel meer dan een zorgvrager wassen. Dat is bijvoorbeeld ook haren verzorgen, scheren, helpen met aankleden, bed opmaken, eten geven en alles nog eens bespreken onder het genot van een kopje koffie..en ga zo maar door. Met deze opdracht ga je in de praktijk aan de slag. Via de lessen op school heb je de nodige theorie gekregen en heb je alvast geoefend met de vaardigheden die je in de praktijk moet gaan uitvoeren. Deze opdracht bestaat uit 2 delen. In deel 1 richt jij je op de losse vaardigheden. Hierbij werk je met de gegeven scorelijst. Als je er klaar voor bent kun je de vaardigheden laten examineren en laten aftekenen in de bewijsmap. In het 2 e deel van deze opdracht ga je de losse vaardigheden koppelen aan de ondersteuning van de persoonlijke zorg. Je gaat hiervoor 2 verschillende zorgvragers op je afdeling 1 ondersteunen bij hun zorgvragen ten aanzien van de persoonlijke zorg. De persoonlijke zorg heeft betrekking op: de lichamelijke verzorging; hulp bieden bij eten en drinken; hulp bieden bij de uitscheiding; 1 Voor medewerkers van de thuiszorg kan hier ook thuissituatie worden gelezen. Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 13 van 39

14 hulp bieden bij mobiliteitsproblemen; een evenwichtig slaap- en waakritme bevorderen; het bed van de zorgvrager verzorgen; de huishoudelijke verzorging; het nemen van maatregelen om complicaties van langdurige inactiviteit of bedrust te voorkomen; Tot slot maak je een verslag van de ondersteuning bij de persoonlijke zorg van één van zorgvragers. Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 14 van 39

15 Deel 1: Vaardigheden Uitvoeren Maak bij deze opdracht gebruik van de scorelijst vaardigheden die je in de oriëntatie voor deze stage hebt ingevuld. Voor alle vaardigheden moet je de volgende stappen zetten en verwerk dit in een PAP: Vooraf 1. Bedenk welke informatie (voorschriften, zorgplan, ADL-lijst enz.) je nog nodig hebt om de opdracht te behalen en bestudeer dit. 2. Bedenk of je het nog nodig hebt bij een ervaren collega te observeren Zo ja: Overleg dit met haar, doe je observaties en bespreek je bevindingen. 3. Probeer er achter te komen hoe de zorgvrager de zorg ervaart; via gesprek en nonverbale signalen. 4. Bedenk hoe jij vervolgens de vaardigheid (vaardigheden) zal gaan uitvoeren Uitvoeren 1. Zorg dat een ervaren verzorgende je aan het werk kan zien als je de opdracht bij een zorgvrager uitvoert. 2. Evalueer de gegeven zorg met de zorgvrager. 3. Observeer en rapporteer veranderingen in de situatie van de zorgvrager met betrekking tot de zelfzorg of optredende complicaties. Terugblik 1. Evalueer en reflecteer op je ervaringen en bevindingen met degene die je aan het werk heeft gezien. 2. Bespreek met deze persoon of je de vaardigheden voldoende beheerst om de oefenfase te laten aftekenen en over te gaan naar het werken aan de bewijsmap basisvaardigheden 3. Inventariseer leerpunten en neem die op in je POP of een volgend PAP. Evaluatie Je ervaren collega weet aan welke criteria de handeling moet voldoen. Maar daarnaast gelden de onderstaande Algemene beoordelingscriteria als extra bij elke handeling Algemene beoordelingscriteria behorend bij de vaardigheden Criteria m.b.t. de uitvoering: Bij uitvoering van de vaardigheden blijkt dat relevante informatie is opgezocht en bestudeerd. De voorschriften zijn toegepast m.b.t. hygiënisch werken, veilig werken, ergonomisch verantwoord werken, milieubewust- en kostenbewust werken. Criteria m.b.t. het leerproces:. De afspraken met de begeleider zijn nagekomen. Feedback uit eerdere situaties is gebruikt. Leerpunten worden verwerkt in het POP of een volgend PAP NB: om met deel 2 van de beroepsopdracht te mogen starten moeten minimaal de vaardigheden die met een * gemarkeerd zijn allen op voldoende niveau beheerst worden Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 15 van 39

16 DEEL 2: ONDERSTEUNEN BIJ DE PERSOONLIJKE ZORG Uitvoeren Je hebt al meerdere zorgvragers ondersteuning gegeven bij de persoonlijke zorg. Je bent al behoorlijk vaardig 2 in het helpen bij wassen, kleden, eten, bewegen en dergelijke. Natuurlijk heb je daarbij gemerkt dat de manier waarop je de persoonlijke zorg ondersteunt afhankelijk is van de lichamelijke en geestelijke conditie én de persoonlijke behoeften van de zorgvrager. Om te bewijzen dat je bij het ondersteunen van de persoonlijke zorg rekening houdt met de problemen, beperkingen, mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager ga je deze opdracht doen. Je gaat 2 verschillende bewoners/cliënten gedurende wat langere tijd ondersteunen bij (een deel van) hun persoonlijke zorg. Je gaat daarbij een 4-stappen-plan hanteren; dit plan zie je hieronder in een cirkel weergegeven: BESPREKEN BEKIJKEN GEVEN BEVRAGEN Met wat langere tijd wordt bedoeld: voldoende tijd om de bewoners te leren kennen en voldoende tijd om bij elke bewoner de 4 stappen minstens één keer te doorlopen. Als je de 3 bewoners gaat kiezen voor deze opdracht, moet je ervoor zorgen dat ze verschillend zijn: verschillend wat betreft lichamelijke problematiek of geestelijke conditie of sociale situatie en persoonlijkheid. Daarnaast moeten de zorgsituaties van de bewoners/cliënten min of meer complex zijn. (Bijvoorbeeld: het wassen van déze mevrouw, met al die contracturen of het begeleiden van voeding en toiletgang bij déze tegenwerkende meneer ) Je kunt deze opdracht bij 2 zorgvragers tegelijk afleggen, of je kunt er voor kiezen eerst één zorgvrager te volgen en daarna de tweede. In overleg met je begeleider kies je, per zorgvrager, welke aspecten van de persoonlijke zorg je gaat bekijken en uitvoeren. Zo mogelijk doe je dat bij één bewoner/cliënt ten aanzien van de volledige persoonlijke verzorging. 2 Zie onderdeel 1 van deze beroepsopdracht Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 16 van 39

17 - Kies in overleg met je begeleider 2 verschillende zorgvragers. - Bekijk hierbij of deze zorgvragers voldoende complexe zorgsituaties met zich meebrengen; - Bespreek of je de opdracht eerst bij één bewoner/cliënt aflegt en daarna bij tweede, of dat je direct 2 bewoners/cliënten volgt; - Overleg met je begeleider welke aspecten van de persoonlijke zorg je gaat volgen ; bepaal dat per zorgvrager; - Lees eerst aandachtig het zorgdossier, waardoor je een beeld krijgt van de zorgvrager(s). Dit is dus eigenlijk STAP 0; - Doorloop bij iedere zorgvrager onderstaand 4-stappenplan; - Leg een mapje aan, waarin je de aantekeningen verzameld, die je bij de uitvoering van deze opdracht hebt gemaakt. (Maak beknopte aantekeningen! Je hoeft ze niet aan anderen mee te geven om te laten lezen. Je hebt ze nodig bij de besprekingen met je begeleider.) Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 17 van 39

18 4 - stappen - plan STAP 1: BEKIJKEN Bekijk hoe de zorgvrager bij de persoonlijke zorg ondersteund wordt. - Bij welke aspecten van de persoonlijke zorg wordt hij / zij ondersteund? - Hoe doen je collega s dat? Welke uitleg geven zij daarbij? - Zijn daar nog andere disciplines bij betrokken? Welke en waarom? - Wat staat over de persoonlijke zorg genoteerd in het dossier (zorgleefplan / ADL-lijst)? - Wat staat er in het dossier over de bewoner/ cliënt geschreven, dat mede van invloed is op de manier waarop de persoonlijke zorg ondersteund moet worden? Dit hoort dus bij STAP 0 Maak hierover aantekeningen STAP 2: BEVRAGEN Vraag hoe de zorgvrager de ondersteuning bij de persoonlijke zorg ervaart. - Wat zegt de bewoner/cliënt hierover in een (zomogelijk gepland) gesprek? o Welke hulp / Wanneer en Waar / Wijze waarop / Wensen o Welke non-verbale signalen geeft de zorgvrager? - Wat zeggen de collega s hierover? o o Collega s van de eigen discipline Collega s van andere discipline(s) (Gesprek is alleen nodig als bij stap 1 onvoldoende informatie is verkregen.) - Wat zegt de naaste familie hierover? Bespreek dit alleen met familie, indien de zorgvrager - niet in staat is zelf alle informatie te geven. Overleg hierover met je begeleider. Maak hierover aantekeningen STAP 3: GEVEN Geef de zorgvrager ondersteuning bij de persoonlijke zorg. - Bepaal hoe jij nu de bewoner/cliënt zal gaan ondersteunen bij de zorg; Gebruik daarbij de gegevens die je hebt gekregen uit stap 1 en 2; Leg bij twijfel je conclusies en ideeën aan je begeleider voor; - Voer je plan / planning uit. Maak hierover aantekeningen STAP 4: BESPREKEN Evalueer het zorgproces en je leerproces met je begeleider. Bespreek eerst WAT je hebt gedaan en HOE, en welk RESULTAAT dat had voor je bewoner: - Heb je je gehouden aan je plan / planning? Zo nee: waarom niet? - Heb je het beoogde resultaat (de beoogde resultaten) bereikt? Zo niet: waar lag dat aan? - Vind je dat er, op het gebied van de persoonlijke zorg, veranderingen en/of aanvullingen in het dossier van de bewoner nodig zijn? Zo ja: welke en waarom? Bespreek vervolgens wat jij geleerd hebt van deze ondersteuning van de persoonlijke zorg: - Zie je zaken die jij, bij nader inzien, anders zou willen doen bij déze zorgvrager? - Wat heb je geleerd, dat je in het vervolg ook bij andere zorgvragers wil toepassen? Maak hierover aantekeningen Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 18 van 39

19 Verwerk je aantekeningen van één zorgvrager ook in een verslag. In dit verslag moeten ook de volgende punten aan bod komen: - je stelt de zorgvrager kort voor - je beschrijft welke zorg de zorgvrager nodig heeft (=de zorgbehoefte) in de betreffende situatie - je beschrijft wat jij gaat doen bij de zorgvrager, hoe je dit gaat aanpakken en wat je wilt bereiken - geef aan op welke manier je aandacht hebt voor het communiceren met de zorgvrager - beschrijf hoe je rekening houdt met de wensen van de zorgvrager - vertel hoe je de zorg aanpast m.b.t levensfase, beperkingen en mogelijkheden, schaamtegevoelens, privacy en tempo - beschrijf de afspraken die je maakt met collega s over de persoonlijke verzorging - geef aan welke hulpmiddelen je eventueel gebruikt om de zelfredzaamheid te verhogen - beschrijf wanneer en met wie je de handeling uitvoert - geef aan welke andere disciplines bij de zorg betrokken zijn, wat is hun rol bij de zorgvrager - hoe houd je rekening met de werkplek waar je werkt (regels, voorschriften, materialen) - geef aan hoe je gebruik maakt van het dossier, wat en hoe je rapporteert Evaluatie - Maak met je begeleider een afspraak over het moment van evaluatie. Of jullie kiezen ervoor om dat per zorgvrager, telkens ná stap 4 te doen. Of jullie doen dat nadat het 4- stappen-plan bij alle 2 de bewoners/cliënten is uitgevoerd. Of jullie maken hier samen nog andere afspraken over. - De evaluatie kan, naast bovenstaande punten, plaatsvinden aan de hand van de competentiekaart of aan de hand van de prestatie-indicatoren behorend bij werkproces 1.2 (zie hiervoor het kwalificatiedossier). - De begeleider vult het resultaatoverzicht van beroepsopdracht 1 in. - Bewaar je verslag en het resultaatoverzicht beroepsopdracht1 in je portfolio. - Blik met je begeleider terug op het veranderingsproces dat bij jou, gedurende het bezig zijn met deze beroepsopdracht, heeft plaatsgevonden. Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 19 van 39

20 Resultatenoverzicht Onderdeel afgerond Scorelijst vaardigheden persoonlijke zorg Uitvoering geven aan persoonlijke zorg bij 2 zorgvragers in de praktijk met de beoordelingscriteria datum: naam werkbegeleider: handtekening werkbegeleider: naam student: handtekening student: Verslag van de uitgevoerde zorg bij één zorgvrager datum: naam werkbegeleider: handtekening werkbegeleider: naam student: handtekening student: Toelichting op resultaat Stageopdrachten BOL 3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 20 van 39

21 Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 21 van 39

22 Inhoudsopgave Inhoudsopgave..22 Verantwoording...23 Opdracht: huishoudelijke ondersteuning en wooncomfort Oriënteren Uitvoeren Resultaatoverzicht..27 Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 22 van 39

23 Verantwoording Met behulp van deze beroepsopdracht ga je werken aan de volgende kerntaken en de daarbij behorende werkprocessen: Fase 1 Leerjaar 1 Kerntaak 1: Bieden zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier Werkproces 1.5 Begeleidt een zorgvrager B 1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden B 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties B Niveau* *Zie de competentiekaart Door middel van deze beroepsopdracht werk je tevens aan het ontwikkelen van je schrijfvaardigheid Nederlands: Fase 1 Leerjaar 1 Nederlands - schrijven Niveau 2F Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 23 van 39

24 Opdracht: huishoudelijke ondersteuning en wooncomfort Inleiding Als verzorgende kun je in verschillende zorgsettings werken. Naast je werkzaamheden met betrekking tot de persoonlijke zorg behoort ook het uitvoeren van huishoudelijke handelingen tot je taken. Welke taken dat zijn verschilt per zorgsetting. Zo zul je bij kleinschalig wonen intensiever met het ondersteunen van het huishouden bezig zijn dan wanneer je werkt op een afdeling waar ook medewerkers van de huishoudelijke dienst aanwezig zijn. In de thuiszorg kan het huishoudelijk werk ook uitbesteed zijn aan hulpen in de huishouding. Toch moet je bij de opleiding voor verzorgende laten zien dat je ook op huishoudelijk gebied kennis van zaken hebt. Bij dit onderdeel ga je werken aan de volgende punten: 1. Uitvoeren van vaardighedenlijst 2. Uitvoering geven aan planmatig hygiënisch, milieu- en kostenbewust en veilig werken tijdens het ondersteunen van huishouden, wooncomfort op de werkvloer 3. Maken van 2 verslagen volgens criteria verslag Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 24 van 39

25 Oriënteren Bespreek met je werkbegeleider welke huishoudelijke taken er op jouw stageplek gedaan kunnen worden. Gebruik de vaardighedenlijst om je beginsituatie in kaart te brengen. Maak een PAP (zie pagina 11) Uitvoeren Vaardighedenlijst Vaardigheid voorbereiding oefenen toets Overleggen met werkbegeleider Overleggen met zorgvrager Hanteren van zorgplan Hanteren van protocollen Hanteren van hygiënevoorschriften (HACCP) Hanteren van veiligheidsvoorschriften Toepassen van ARBO richtlijnen Ondersteunen bij opruimen en schoonmaken woning/leefruimte passende materialen op doelmatige en doeltreffende manier gebruiken milieubewust kosten bewust veilig en aangenaam Ergonomisch Textiel verzorgen Maaltijd verzorgen Zelfredzaamheid van de zorgvrager stimuleren Evalueren van je zorg met de zorgvrager tevredenheid zorgvrager reageren op klachten acties ondernemen om zorg en welbevinden te verbeteren Evalueren met je werkbegeleider Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 25 van 39

26 Criteria verslag huishoudelijke ondersteuning en wooncomfort Vorm Inhoud verslag Verslag onderbouwing keuzes Onderdeel Beschrijving O V Vorm Lay-out Lettertype Arial pagina s Evaluatie van het geschreven verslag Correct Nederlands Spelling Zinsopbouw Begrijpelijkheid Volledig Objectief Inhoud Zorgvrager met minimaal 2 zorgbehoeftes ten aanzien van: - ondersteunen huishouding en/of wooncomfort of - omgaan met textiel of zorg voor de persoonsgebonden was. - het verzorgen van een maaltijd Onderbou wing Verantwoording keuze zorgvrager Beschrijft waarom keuze voor deze zorgvrager is gemaakt Behoeftes uit zorgleefplan Beschrijft welke ondersteuning nodig is Zelfredzaamheid stimuleren Beschrijft op welke manier de zelfredzaamheid van zorgvrager is gestimuleerd Vaardigheden Beschrijft welke vaardigheden zijn uitgevoerd Doelen evalueren Beschrijft hoe samen met de zorgvrager is geëvalueerd Reflecteren Beschrijft een korte reflectie op haar bijdrage aan ondersteuning bij deze zorgvrager Evalueren De evaluatie kan, naast bovenstaande punten, plaatsvinden aan de hand van de competentiekaart of aan de hand van de prestatie-indicatoren behorend bij werkproces 1.7 (zie hiervoor het kwalificatiedossier). Bewaar je vaardighedenlijst en je verslagen in je portfolio. Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 26 van 39

27 Resultaatoverzicht Onderdeel Handtekening en Datum - Ingevulde vaardigheden lijst Begeleider in de praktijk - 1 verslag huishouding Begeleider in de praktijk Toelichting op resultaat Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 27 van 39

28 Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 28 van 39

29 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...29 Verantwoording...30 Onderdeel Onderdeel 2: Keuzeopdracht...34 Resultatenoverzicht...37 Persoonlijk activiteitenplan (PAP)...38 Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 29 van 39

30 Verantwoording Met behulp van deze beroepsopdracht ga je werken aan de volgende kerntaken en de daarbij behorende werkprocessen: Fase 1 Leerjaar 1 Kerntaak 1: Bieden zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier Werkproces 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op B 1.5 Begeleidt een zorgvrager B Niveau* * Zie competentiekaart. Door middel van deze beroepsopdracht werk je tevens aan het ontwikkelen van je schrijfvaardigheid Nederlands: Fase 1 Leerjaar 1 Nederlands - schrijven Niveau 2F Deze beroepsopdracht bestaat uit 2 delen. Onderdeel 1 is een verplichte opdracht terwijl onderdeel 2 een keuzeopdracht is Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 30 van 39

31 Onderdeel 1: werken met een zorg(leef)plan - A. Maak een werkplanning op basis van de gegevens die jij hebt gevonden in het zorgplan van de zorgvragers die jij gaat verzorgen - B. Schrijf gedurende 3 opeenvolgende diensten de rapportage van de zorgvragers die jij hebt verzorgd Als leerling-verzorgende IG ga je van het zorgverlenen je beroep maken. Beroepsmatig zorgverlenen doe je echter niet zomaar daar zit een idee achter. Je moet van te voren nadenken over: voor wie, ga je wat doen, waarom en hoe, en waar voer je het uit. Kortom je maakt een plan en in de zorg noemen we dat dan een zorg(leef)plan. Op school krijgen jullie les over de theorie van het plannen van zorg, ook wel methodisch handelen genoemd. Door middel van deze opdracht leren jullie in de praktijk omgaan met het zorg(leef)plan. Maak voor het uitvoeren van dit onderdeel een PAP Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 31 van 39

32 Uitvoeren - A. Maak een werkplanning op basis van de gegevens die jij hebt gevonden in het zorgplan van de zorgvragers die jij gaat verzorgen Methodisch handelen is werken volgens plan. Bij dit eerste onderdeel van deze opdracht wordt de focus op jou gericht en wel op je eigen werkplanning. Hoe organiseer jij je eigen werkzaamheden. Maak een werkplanning op papier, houd hierbij rekening met: - taken die je hebt gevonden in de verschillende zorgdossiers - (kijk ook in de afdelingsagenda, mogelijk staan daar ook activiteiten ingepland voor jouw zorgvragers) - de behoeftes en gewoontes van de zorgvragers - de gewoontes van de afdeling (of motiveer waarom je hiervan afwijkt) - de dagindeling van de afdeling (of motiveer waarom je hiervan afwijkt) - werkzaamheden die jij nog niet zelfstandig mag uitvoeren en waarbij je dus hulp nodig hebt, overleg met je begeleider - werkzaamheden die door andere disciplines uitgevoerd moeten worden, overleg met je begeleider - haalbaarheid Bespreek je werkplanning vooraf met je werkbegeleider. Voer je werkplanning uit. Evalueren Evalueer achteraf met je werkbegeleider, hoe de uitvoering van je werkplanning is verlopen. Vraag aan je werkbegeleider of zij haar bevindingen wil opschrijven. De evaluatie kan plaatsvinden aan de hand van de competentiekaart of aan de hand van de prestatie-indicatoren behorend bij werkproces 1.1 (zie hiervoor het kwalificatiedossier). Bewaar je werkplanning en het commentaar in je portfolio als bewijsmateriaal. Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 32 van 39

33 - B. Schrijf gedurende 3 opeenvolgende diensten de rapportage van de zorgvragers die jij hebt verzorgd Bij deze opdracht ga je rapporteren volgens de SOAP-methode: S O A De informatie afkomstig van de cliënt zelf wat zegt deze zelf over zijn eigen belevingen (of wat zegt de familie). De directe observatie van de situatie door de medewerker het gedrag van de cliënt zoals dat door de medewerker wordt waargenomen De conclusie getrokken uit de subjectieve (S) en objectieve gegevens (O) die de medewerker heeft verzameld wat denkt de medewerker dat er aan de hand is P Het plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden wat de medewerker vervolgens gaat doen. En ook, wat is de reactie van de cliënt hierop en hoe moet er verder gehandeld worden. Daarnaast moet je rapportage ook voldoen aan de volgende eisen. Duidelijk leesbaar handschrift en correct taalgebruik.. Rapportage moet overzichtelijk zijn. Gebruikelijk is ook het om dag-, avond- en nachtrapportage in een andere kleur op te schrijven (respectievelijk blauw, groen en rood). De rapportage moet volledig zijn en de meest recente informatie bevatten. Evalueren Je laat je werkbegeleider (of je begeleider van de dienst), je rapportage lezen. Je bespreekt met haar de rapportage aan de hand van de SOAP-criteria, tevens ga je samen met haar na of ook aan bovenstaande eisen hebt voldaan. Vraag aan je werkbegeleider of zij haar bevindingen wil opschrijven. De evaluatie kan plaatsvinden aan de hand van de competentiekaart of aan de hand van de prestatie-indicatoren behorend bij werkproces 1.1 (zie hiervoor het kwalificatiedossier). Bewaar haar commentaar in je portfolio als bewijsmateriaal. Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 33 van 39

34 Keuzeopdracht Een zorg(leef)plan opstellen - A. Voer een anamnese gesprek met twee zorgvragers aan de hand van een standaardformulier - B. Bepaal de zorgproblemen, zorgdoelen, acties en evaluatiedatum in overleg met zorgvrager - C. Stel voor beide zorgvragers een zorg(leef)plan op - D. Evalueer de zorg met de zorgvrager en stel eventueel het zorg(leef)plan bij Je hebt nu een jaar als leerling-verzorgende IG achter de rug en hebt al mede uitvoering gegeven aan het zorg(leef)plan. Nu ga je zelf een zorg(leef)plan opstellen, monitoren en eventueel bijstellen om o.a. daarmee de coördinatie en de continuïteit rondom de zorg van de zorgvrager te kunnen bewaken. Op school zijn alle facetten hierover besproken. Door middel van deze opdracht laat je zien dat je in de praktijk een zorg(leef)plan kunt opstellen. A. Voer een anamnese gesprek met twee zorgvragers aan de hand van een standaardformulier In de theorie heb je geleerd dat de start van het zorg(leef)plan wordt gemaakt met het stellen van de zorgvraag. Voordat je met het anamnese gesprek begint ga je eerst: de voorgeschiedenis, eventuele overdracht en andere rapportages, die in het dossier zit verzamelen, lezen en analyseren. De omvang van het dossier is afhankelijk van de intensiviteit van de zorg, eventuele eerder gegeven zorg en de hoeveelheid disciplines die al bij de zorg van de zorgvragers betrokken zijn geweest. Voer vervolgens een anamnese gesprek volgens de standaardprocedure van de instelling waar je werkt. Orden alle gegevens die je hebt verzameld en breng samenhang aan. Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 34 van 39

35 - B. Bepaal de zorgproblemen, zorgdoelen, acties en evaluatiedatum in overleg met zorgvrager Als je alles hebt geordend ga je in overleg met de zorgvrager en/of 1 e contact persoon de zorgdiagnose, zorgproblemen en zorgdoelen formuleren. Let op de volgende de punten: Geschikte ruimte Privacy van de zorgvrager Welke vragen relevant zijn Actief luisteren Zelfredzaamheid Wensen en verwachtingen Checken of alles duidelijk is C. Stel een zorg(leef)plan op Stel met behulp van bovenstaande gegevens het zorg(leef)plan op. Maak hierbij gebruik van PESDIE(SEPDIE) of van het model dat in de instelling/de organisatie gebruikt wordt. Controleer met de zorgvrager of dit zijn/haar instemming heeft. D. Evalueer de zorg met de zorgvrager en stel eventueel het zorg(leef)plan bij Monitor de gezondheidstoestand van de zorgvager gedurende een afgesproken periode tot aan de evaluatie datum. Rapporteer je bevindingen Evalueer proces/product van de zorg van de zorgvrager met alle betrokkenen. Stel in overleg het zorg(leef)plan bij. De cirkel is rond! Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 35 van 39

36 Maak een reflectieverslag over de uitvoering van je de stappen A t/m D: Beschrijf de verschillende stappen, per stap moeten de volgende punten aan bod komen. Wat ging er goed? Wat ging niet goed? Heb je het doel bereikt? Wat vond de zorgvrager ervan? Wat vond je begeleider ervan Wat zou je bij een volgende zorgvrager, en diens naasten en/of mantelzorger anders doen? Je reflectieverslag wordt ook beoordeeld op het gebruikte Nederlands B1 niveau: Zinsopbouw Spelling Begrijpelijkheid Evalueren Bespreek je reflectieverslag met je werkbegeleider/praktijkopleider. De evaluatie kan plaatsvinden aan de hand van de competentiekaart of aan de hand van de prestatie-indicatoren behorend bij werkproces 1.1 (zie hiervoor het kwalificatiedossier). Bewaar je reflectieverslag in je portfolio als bewijsmateriaal. Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 36 van 39

37 Resultatenoverzicht Onderdeel Opdracht Werkplanning Rapportage afgerond datum: naam werkbegeleider: handtekening werkbegeleider: naam student: handtekening student: Keuzeopdracht datum: naam werkbegeleider: handtekening werkbegeleider: naam student: handtekening student: Toelichting op resultaat Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 37 van 39

38 Bijlage 1 Persoonlijk Activiteiten Plan = PAP Periode Wat wil ik leren? Wat moet ik daarvoor doen? Welke begeleiding en van wie? Waar uitvoeren Start Eind Tijd (uur) Behaald Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 38 van 39

39 Stageopdrachten BOL3 / stage 1 / versie vanaf cohort 2012 / juni 2012 Pagina 39 van 39