Examenopgaven VMBO-KB 2004

Transcriptie

1 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei uur METALEKTRO CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 60 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 61 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden o

2 Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. SLAGBOOMBEVEILIGING Bij de ingang van een parkeergarage wordt een pneumatisch bediende slagboom geplaatst. Het elektrische gedeelte werkt als volgt: Door schakelaar S1 wordt de installatie onder spanning gezet of spanningsloos gemaakt. De slagboom kan met drukknop S2 geopend worden. Voordat de slagboom geopend kan worden, moet er aan twee voorwaarden voldaan zijn: Er moet een auto voor de slagboom staan. Dit wordt door de detectiespoel van sensor 1 gecontroleerd. De auto mag niet te hoog zijn. Dit wordt door sensor 2 gecontroleerd. Als de slagboom geheel geopend is, springt het verkeerslicht van rood op groen. Als de auto sensor 3 passeert, zal de slagboom sluiten en het verkeerslicht van groen op rood springen. In geval van nood kan de portier met schakelaar S3 de slagboom openen. In bijlage 1 is bovenstaande situatie weergegeven in een plattegrond. In bijlage 2 is het stroomkringschema van de slagboom weergegeven. In bijlage 3 zijn de werktekeningen van de pneumatische cilinder weergegeven. Gebruik bijlage 1 voor het beantwoorden van de vragen 1 tot en met 4. 1p 1 In de weg is een detectiespoel geplaatst. Waarop reageert de detectiespoel? zender ontvanger X 1p 2 Sensor 2 bestaat uit een zender en een ontvanger. Waarvoor dient de ontvanger? 1p 3 De slagboom is gemaakt van aluminium. Noem een belangrijke reden waarom men aluminium gebruikt heeft. 1p 4 Welk type lampen zijn in het portiersgebouw toegepast? o 2 ga naar de volgende pagina

3 Gebruik bijlage 2 voor het beantwoorden van de vragen 5 tot en met 12. 1p 5 Welke functie heeft het maakcontact K2:1? A de functie van een drukknopcontact B de functie van een overneemcontact C de functie van een verbreekcontact D de functie van een wisselcontact 1p 6 Hoeveel maakcontacten moet relais K2 minimaal hebben? A 1 B 2 C 3 D 4 1p 7 Wat is de spoelspanning van relais K1? 1p 8 Welk soort schakelaar is S1? 1p 9 Waardoor wordt eindschakelaar S4 bediend? A door een pen B door een rol C door een sleutel D door nadering 1p 10 Welke waarde heeft smeltveiligheid F1? 1p 11 De lampen van de verkeerslichten hebben elk een vermogen van 100 W. Hoe groot is de stroom I1 als lamp H1 brandt? A 0,45 A B 2,3 A C 4,5 A D 230 A 1p 12 Welke spanningsvorm wordt met een oscilloscoop tussen de punten X1.1 en X1.10 gemeten? A B C D o 3 ga naar de volgende pagina

4 Gebruik onderstaande afbeelding voor het beantwoorden van de vragen 13 en p 13 De pneumatische cilinder voor de slagboom wordt met dit stuurventiel aangestuurd. Hoe wordt dit stuurventiel bediend? A elektrisch B met de hand C met lucht D met olie 1p 14 Op het stuurventiel staat bovenstaand symbool. Wat geeft dit symbool onder andere aan? A dat het een 2/2-stuurventiel is B dat het een 3/2-stuurventiel is C dat het een 4/2-stuurventiel is D dat het een 5/2-stuurventiel is Gebruik onderstaande afbeelding voor het beantwoorden van vraag 15. ingaande slag uitgaande slag 1p 15 De cilinder die gebruikt wordt, is dubbelwerkend. Wanneer levert de cilinder de grootste kracht? A de geleverde krachten zijn bij beide slagen gelijk B tijdens de ingaande slag C tijdens de uitgaande slag o 4 ga naar de volgende pagina

5 Gebruik bijlage 3 en 4 voor het beantwoorden van de vragen 16 tot en met 22. 1p 16 Een gat in stuknummer 4 heeft de maat 12H7. Wat zijn dan de grensmaten van dit gat? A 11,941 en 12,000 B 11,968 en 12,000 C 11,968 en 12,018 D 12,000 en 12,018 1p 17 Hoe groot is maat Y van stuknummer 5? 1p 18 Welke schaar moet worden gebruikt om het gearceerde gedeelte van stuknummer 5 te verwijderen? A hefboomschaar B knabbelschaar C uithoekschaar 1p 19 De samengestelde cilinder wordt bevestigd aan ophangbeugel 5. Hoe groot is maat Stc. Z? A 12 mm B 15 mm C 48 mm D 50 mm 1p 20 Bij stuknummer 6 moet schroefdraad M12 worden gesneden. Wat is de kerndiameter van M12? 1p 21 Stuknummer 7 moet worden gedraaid. Welke beitel moet er worden gebruikt? A B C D 1p 22 Hoe groot is maat X van stuknummer 7? A 8 mm B 10 mm C 16 mm D 28 mm o 5 ga naar de volgende pagina

6 FREZEN Gebruik bijlage 3 en 4 voor het beantwoorden van vraag 23. 1p 23 Stuknummer 9 wordt op maat gefreesd. De diameter van de frees is Ø20 mm. De snijsnelheid is 80 m/min. Op welk toerental moet de freesmachine worden ingesteld? A 1000 omw./min B 1300 omw./min. C 1600 omw./min. 2p 24 Kan er met bovenstaande frees geboord worden? Verklaar waaraan dat te zien is. X 1p 25 Bovenstaande afbeelding is een uitvergroting van het onderaanzicht van een frees. Welke hoek wordt er aangegeven met X? A spaanhoek B stelhoek C vrijloophoek D wighoek 1p 26 Door een botte frees kunnen blauwe spanen ontstaan. Wat kan nog meer voor blauwe spanen zorgen? o 6 ga naar de volgende pagina

7 HANDGEREEDSCHAP K EMA EUR 1p 27 Op een boormachine staat de bovenstaande afbeelding. Wat houdt dat in? A De boormachine heeft een lange levensduur. B De boormachine is geschikt om overal veilig te kunnen werken. C De boormachine is geschikt voor alle spanningen. D De boormachine is getest, beproefd en gekeurd volgens de voorschriften. Gebruik onderstaande afbeelding voor het beantwoorden van de vragen 28 en 29. PR mm/in 0/ABS 1p 28 Hoe wordt dit meetinstrument genoemd? A eindmaat B hoogtemaat C schroefmaat D schuifmaat 1p 29 Wat is de afleesnauwkeurigheid van dit meetinstrument? A tot 0,1 mm nauwkeurig B tot 0,01 mm nauwkeurig C tot 0,001 mm nauwkeurig D tot 0,0001 mm nauwkeurig 1p 30 Waaraan kun je de volgorde van een set handtappen herkennen? A aan de diepte van de aansnijding B aan de kleur C aan de tekst op de schacht D aan de vorm van de schacht Gebruik bijlage 4 voor het beantwoorden van vraag 31. 1p 31 In een werkstuk moet schroefdraad getapt worden. Welke boor moet er gebruikt worden als de schroefdraad M 16 x 1 moet zijn? A 14 mm B 14,5 mm C 15 mm D 15,5 mm o 7 ga naar de volgende pagina

8 1p 32 Met welk type boor kan het gat voor bovenstaande schroef worden verzonken? A centerboor B conische plaatboor C platverzinkboor (penboor) D verzinkboor (conische verzinkboor) DRAAIEN 1p 33 Welk gereedschap kun je inspannen in de losse kop van een draaibank? A beitel B boor C klauwplaat 1p 34 In bovenstaande afbeelding is het kopvlak van een werkstuk afgevlakt. Toch is het kopvlak niet helemaal vlak. Wat is hiervan de oorzaak? A De beitel staat goed afgesteld. B De beitel staat te hoog afgesteld. C De beitel staat te laag afgesteld o 8 ga naar de volgende pagina

9 TEKENEN ELEKTROTECHNIEK Gebruik de afbeeldingen uit vraag 35 voor het beantwoorden van de vragen 35 tot en met 38. 1p 35 Welke afbeelding geeft een dubbelpolige schakeling weer? 230V 50Hz 230V 50Hz 230V 50Hz 230V 50Hz L1 L1 L1 L1 S1 S3 S4 S5 E1 S2 E1 E1 E1 E1 N N N N A B C D 1p 36 Hoe noemen we deze afbeeldingen? A bedradingschema s B installatietekeningen C stroomkringschema s D werktekeningen 1p 37 Welke betekenis heeft symbool S5? A dubbelpolige schakelaar B enkelpolige schakelaar C serieschakelaar D wisselschakelaar 1p 38 Van schakelaar S1 naar schakelaar S2 worden twee draden getrokken. Welke kleur hebben de draden? A blauw B bruin C geel/groen D zwart 1p 39 Met een meting moet de weerstand van een lamp bepaald worden. Welke meetschakeling is hiervoor geschikt? A V V A V A V A A B C D o 9 ga naar de volgende pagina

10 PLAATBEWERKEN 1p 40 Waardoor wordt het vastlopen van een zaag tijdens het zagen voorkomen? A door de lengte van het zaagblad B door de tandzetting C door het aantal tanden per inch 1p 41 Van welk materiaal kan een zaagblad gemaakt zijn? 1p 42 Er moet een as gedraaid worden uit materiaal met een vierkante doorsnede. Welke spaninrichting wordt er gebruikt? A onafhankelijke vierklauw B spantang C stelplaat D zelfcentrerende drieklauw 1p 43 Wat is een niet-verspanende bewerking? A boren B draaien C knippen D vijlen 1p 44 In bovenstaande afbeelding moet een hoekprofiel aan een kokerprofiel worden bevestigd. Welk bevestigingsmiddel kan gebruikt worden? A blindklinknagel B draadeind C draadnagel D klinknagel 1p 45 Welke van de onderstaande afbeeldingen is een kraalrand? A B C o 10 ga naar de volgende pagina

11 TEKENEN METAALTECHNIEK 1p 46 Welke lijnsoort is hierboven afgebeeld? A afbreeklijn B hartlijn C maatlijn D stippellijn 1p 47 Welke projectiemethode wordt er gebruikt als bovenstaand symbool in de stuklijst staat? A de projectiemethode volgens het eerste kwadrant B de projectiemethode volgens het tweede kwadrant C de projectiemethode volgens het derde kwadrant o 11 ga naar de volgende pagina

12 HUISINSTALLATIE Gebruik onderstaande afbeelding voor het beantwoorden van de vragen 48 tot en met a 1500 a toilet slaapkamer A b b 3000 b 1p 48 Hoeveel wandcontactdozen moeten er volgens de NEN 1010 minimaal in de slaapkamer worden gemonteerd? A 1 B 2 C 3 D 4 1p 49 Wat voor soort schakelaar wordt met A aangegeven? A dubbelpolige trekschakelaar B enkelpolige trekschakelaar C serietrekschakelaar D wisseltrekschakelaar 1p 50 De leiding naar schakelaar A wordt op de muur gemonteerd. Welke buis geeft de mooiste afwerking? A flexibele buis B K25 C PVC D slagvaste PVC 1p 51 Welke van de onderstaande afbeeldingen stelt een normaaldoos voor? A B C D o 12 ga naar de volgende pagina

13 BADKAMER 1p 52 Hoe heet de leiding tussen de meterkast en het centraal aardpunt? A aardleiding B basisvereffeningsleiding C beschermingsleiding D vereffeningsleiding 1p 53 Welke doorsnede heeft de leiding tussen het centraal aardpunt en de aardmat? A 1,5 mm² B 2,5 mm² C 4 mm² D 6 mm² 1p 54 In een badkamer moet minimaal één lichtaansluitpunt worden geïnstalleerd. Welk ander aansluitpunt moet ook altijd worden geïnstalleerd? A een aansluitpunt voor een badkamerkachel B een aansluitpunt voor een boiler C een aansluitpunt voor een ventilator D een aansluitpunt voor een wasmachine 1p 55 Wat is de maximale afstand tussen twee beugels voor niet-vertikaal gemonteerde flexibele buis? A 200 mm B 300 mm C 400 mm D 500 mm B A 1p 56 Tot welke zone in de badkamer hoort ruimte B in bovenstaande afbeelding? A zone 0 B zone 1 C zone 2 D zone 3 Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina o 13 ga naar de volgende pagina

14 ELEKTRONICA Gebruik bijlage 5 voor het beantwoorden van de vragen 57 tot en met 59. 1p 57 Wat is de naam van dit schema? A aansluitschema B bedradingsschema C installatieschema D stroomkringschema 1p 58 Wat voor onderdeel is aangegeven met A? A diode B LED C thyristor D transistor 1p 59 Wat voor weerstand is aangegeven met B? A instelbare weerstand B lichtgevoelige weerstand C regelbare weerstand D vaste weerstand 1p 60 Een kerstboomverlichting bestaat uit 46 in serie geschakelde lampjes. De kerstboomverlichting wordt aangesloten op 230 V. Hoe groot is de spanning per lampje? A 5 V B 10 V C 50 V D 230 V * 14 einde