Het omgangs- en informatierecht van grootouders

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het omgangs- en informatierecht van grootouders"

Transcriptie

1 Het omgangs- en informatierecht van grootouders Een onderzoek naar de rechtspositie van grootouders in het kader van het omgangs- en informatierecht Naam: Tessa Platteeuw Studentnummer: Faculteit: Tilburg Law School Opleiding: Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Afstudeerdatum: 22 december 2014 Examencommissie: Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Mw. mr. Y. Bogaers

2 Voorwoord Beste lezer, Deze scriptie heb ik geschreven ter afronding van de studie Rechtsgeleerdheid (accent privaatrecht) aan de Universiteit van Tilburg. Mijn interesse ligt voornamelijk binnen het personen- en familierecht dus de keuze om mijn scriptie bij deze vakgroep te schrijven, was snel gemaakt. Het onderwerp van deze scriptie heeft betrekking op het omgangs- en informatierecht van grootouders. Het idee ontstond toen ik een artikel over dit onderwerp las in het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht. Graag wil ik mijn scriptiebegeleider prof. mr. P. Vlaardingerbroek bedanken voor zijn begeleiding en feedback op mijn stukken. Mevrouw mr. Y. Bogaers wil ik bedanken voor het plaatsnemen in de examencommissie en het lezen van mijn scriptie. Tot slot wil ik mijn lieve familie en vrienden en in het bijzonder Sjoerd bedanken voor hun steun tijdens het schrijven van deze scriptie. Ik wens u veel leesplezier. Tessa Platteeuw Vlissingen, 22 december

3 Lijst met afkortingen AG A-G BW Belgisch BW BGB Cass ECLI ECRM EHRM EVRM Gw HR LJN OLG Rb Stb Amtsgericht Advocaat-Generaal Burgerlijk Wetboek Belgisch Burgerlijk Wetboek Bürgerliches Gesetzbuch Hof van Cassatie European Case Law Identifier Europese Commissie voor de Rechten van de Mens Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Grondwet Hoge Raad der Nederlanden Landelijk Jurisprudentie Nummer Oberlandesgericht Rechtbank Staatsblad 3

4 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Lijst met afkortingen 3 Hoofdstuk 1: inleiding Probleemanalyse en onderwerp Relevantie Onderzoeksdoel en onderzoeksvraag Leeswijzer Onderzoeksmethoden 8 Hoofdstuk 2: het omgangs- en informatierecht van grootouders en kleinkinderen Inleiding Afstammingsrelatie De rechten en plichten van grootouders jegens kleinkinderen Het omgangs- en informatierecht Een terugblik in de wet Omgangsrecht Informatierecht De rechtsingang van het kleinkind Het begrip family life en Europese rechtspraak Conclusie 14 Hoofdstuk 3: omgangs- en informatieverzoeken in de rechtspraak Inleiding Geen nauwe persoonlijke betrekking in de rechtspraak Een bijzondere situatie: sociaal grootouderschap Tussenconclusie Wel een nauwe persoonlijke betrekking in de rechtspraak Een bijzondere situatie: een afgeleid omgangsrecht Tussenconclusie Toewijzing van omgang; omgang in het belang van het kleinkind Afwijzing van omgang; omgang niet in het belang van het kleinkind Art. 1:377f BW (oud) Art. 1:377a lid 3 sub a BW 23 4

5 3.5.3 Art. 1:377a lid 3 sub b BW Art. 1:377a lid 3 sub c BW Art. 1:377a lid 3 sub d BW Het informatierecht in de rechtspraak Alternatieve geschillenbeslechting: mediation Conclusie 26 Hoofdstuk 4: rechtsvergelijking België en Duitsland Inleiding Het omgangsrecht in België De principieel contactgerechtigden De virtueel contactgerechtigden Het informatierecht in België Het omgangsrecht in Duitsland Het informatierecht in Duitsland Conclusie: een vergelijking tussen Nederland, België en Duitsland 34 Hoofdstuk 5: conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Omgangsrecht Informatierecht Aanbevelingen Omgangsrecht Informatierecht 40 Bronvermelding 41 5

6 Hoofdstuk 1: inleiding 1.1 Probleemanalyse en onderwerp In sommige gezinssituaties is omgang tussen grootouders en kleinkinderen niet vanzelfsprekend. Dit kan verschillende redenen hebben, zoals bij een scheiding van de ouders waardoor omgang met het kleinkind wordt bemoeilijkt of het overlijden van een ouder waardoor het contact verwatert. In zulke situaties is het voor grootouders geen vanzelfsprekendheid om omgang te hebben met hun kleinkinderen of om informatie te ontvangen over hun kleinkinderen. Tegenwoordig spelen grootouders vaak een belangrijke rol in het leven van hun kleinkinderen. Grootouders die oppassen op de kleinkinderen hebben zowel een verzorgende als een opvoedende taak. Weliswaar in mindere mate dan de ouders zelf, maar het is zeker een rol van betekenis. Bovendien hebben grootouders de mogelijkheid om de kleinkinderen te informeren over de familiegeschiedenis. In het familierecht zoals dat is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) komt de term grootouder niet voor. De term kleinkind komt slechts voor in één wetsartikel. Dit gegeven heeft mijn interesse gewekt over de rechtspositie van grootouders. Centraal staan in dit onderzoek het omgangs- en informatierecht (titel 15 van Boek 1 BW). In Nederland hebben grootouders geen uit de wet voortvloeiend omgangs- en informatierecht. Grootouders zijn alleen ontvankelijk in een omgangsverzoek indien zij een nauwe persoonlijke betrekking ex art. 1:377a BW met de kleinkinderen kunnen aantonen. Dit gebeurt aan de hand van concrete feiten en omstandigheden. Vervolgens wordt beoordeeld of omgang ontzegd dient te worden in het belang van de kleinkinderen. In de literatuur wordt ter discussie gesteld of de rechtspositie van grootouders in het kader van omgangs- en informatierecht versterkt zou kunnen worden. In die discussie wordt aangehaald dat grootouders in andere landen, zoals in België en Duitsland, een sterkere rechtspositie zouden hebben. In België en Duitsland worden grootouders expliciet in de wet genoemd als omgangsgerechtigden. In deze landen wordt de ontvankelijkheidstoets overgeslagen waardoor een omgangsverzoek in ieder geval inhoudelijk wordt behandeld. 1.2 Relevantie Er bestaat in de rechtspraak weinig eenduidigheid over de vraag wanneer er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. 1 De ontvankelijkheidstoets is daardoor voor grootouders een grote onzekerheid. De drempel om de rechter te verzoeken om omgang is in mijn ogen behoorlijk hoog, omdat een rechtelijke procedure de verhoudingen tussen partijen negatief kan beïnvloeden. 1 Vlaardingerbroek, Grootouders, kleinkinderen en omgang: een typisch Nederlands probleem, EB 2013, p. 3. 6

7 Grootouders die omgang verzoeken met hun kleinkinderen willen deze verhoudingen juist verbeteren. De onzekerheid over de vraag of de rechter het verzoek inhoudelijk gaat behandelen, maakt de drempel om naar de rechter te stappen nog een stuk hoger. 1.3 Onderzoeksdoel en onderzoeksvraag Het onderzoeksdoel is het beschrijven van het juridisch kader van het omgangs- en informatierecht en aan de hand daarvan het beoordelen of de rechtspositie van grootouders in het kader van het omgangs- en informatierecht verbeterd kan worden en als dat mogelijk is, op welke manier. De onderzoeksvraag die in deze scriptie centraal staat, luidt: Verdient de rechtspositie van grootouders ten opzichte van kleinkinderen in het kader van het omgangs- en informatierecht verbetering en op welke manier? 1.4 Leeswijzer Om een antwoord op de onderzoeksvraag te kunnen formuleren, dienen er verschillende onderwerpen onderzocht te worden. Ten eerste is het van belang om het bestaande juridische kader te schetsen. Wat zijn de rechten en plichten van grootouders en kleinkinderen? Hoe worden grootouders en kleinkinderen in het familierecht gedefinieerd? Welke gevolgen heeft de enkele afstammingsrelatie voor beide partijen? Hoe is het omgangs- en informatierecht in Nederland geregeld? Deze vragen komen aan bod in hoofdstuk twee. Vervolgens zal in het derde hoofdstuk door middel van jurisprudentie worden onderzocht hoe er invulling wordt gegeven aan het hiervoor genoemde juridisch kader. In het vierde hoofdstuk zal een rechtsvergelijkend onderzoek worden gedaan. De landen die worden bestudeerd zijn België en Duitsland. Voor deze landen is gekozen omdat de relatie tussen grootouders en kleinkinderen daar anders is vormgegeven dan in Nederland. In België en Duitsland kent men namelijk wel een wettelijk recht op omgang van grootouders met kleinkind. 2 Dat betekent dat grootouders ontvankelijk zijn in hun verzoek op grond van de afstammingsrelatie. Ik wil onderzoeken of er in deze landen gesproken kan worden van een sterkere rechtspositie van grootouders. In het laatste hoofdstuk worden conclusies en aanbevelingen geformuleerd. 2 Art. 375bis Belgisch BW resp lid 1 BGB. 7

8 1.5 Onderzoeksmethoden Het onderzoek wordt verricht aan de hand van literatuur- en jurisprudentieonderzoek. Door middel van dit type onderzoek kan een antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag. Er wordt gebruik gemaakt van boeken, tijdschriftartikelen, wetten, rechtspraak en elektronische bronnen. Ook het rechtsvergelijkende deel van het onderzoek wordt verricht aan de hand van literatuur- en jurisprudentieonderzoek. 8

9 Hoofdstuk 2: het omgangs- en informatierecht van grootouders en kleinkinderen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een juridisch kader geschetst betreffende het omgangs- en informatierecht van grootouders en kleinkinderen. Het is van belang om te definiëren wat in dit onderzoek wordt verstaan onder grootouder en kleinkind, zodat duidelijk is waarover gesproken wordt. Daarnaast wordt beschreven wat het omgangs- en informatierecht inhoudt en aan de hand daarvan wordt de betekenis voor grootouders en kleinkinderen onderzocht. Tot slot wordt aandacht besteed aan het begrip family life en de Europese rechtspraak over dit begrip. 2.2 Afstammingsrelatie Volgens art. 1:197 BW staan een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten in familierechtelijke betrekking tot elkaar. Voor de relatie grootouder-kleinkind geldt aldus dat zij in familierechtelijke betrekking tot elkaar staan indien er bloedverwantschap tussen hen bestaat. Grootouders zijn ingevolge art. 1:3 lid 1 BW tweedegraads bloedverwanten van hun kleinkinderen. Het bloedverwantschap waarover wordt gesproken is een wettelijke bloedverwantschap; biologische banden tussen grootouder en kleinkind hoeven er niet te zijn. In het familierecht worden drie soorten ouderschap onderscheiden, namelijk: biologisch/genetisch, juridisch en sociaal ouderschap. Biologisch ouderschap bestaat indien de ouders tevens verwekkers zijn van het kind. In het BW wordt uitgegaan van juridisch ouderschap. De definities van een juridische moeder staan in art. 1:198 BW. De moeder van een kind is de vrouw uit wie het kind is geboren (sub a). Sinds 1 april 2014 zijn er in de wet mogelijkheden opgenomen voor de duo-moeder om juridisch ouderschap te verkrijgen. De duo-moeder die ten tijde van de geboorte gehuwd is met de moeder of een geregistreerd partnerschap heeft met de moeder wordt automatisch juridisch moeder van het kind, mits er gebruik is gemaakt van een onbekende donor (sub b). Ook de vrouw die het kind heeft erkend (sub c), de vrouw wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld (sub d) of de vrouw die het kind heeft geadopteerd (sub e) wordt juridisch moeder. Een man die ten tijde van de geboorte van een kind gehuwd is met de moeder, wordt de juridische vader. Indien geen sprake is van een huwelijk, kan een man vader van een kind worden door erkenning, een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap of adoptie, art. 1:199 BW. Als er tussen grootouder en kleinkind sprake is van biologisch verwantschap kan dit, ondanks dat er in het BW wordt uitgegaan van juridisch ouderschap, rechtsgevolgen hebben. Zo kan een grootouder die biologisch, maar niet juridisch, verwant is aan zijn kleinkind, niet met dit kleinkind in het huwelijk treden, art. 1:41 BW. 9

10 2.3 De rechten en plichten van grootouders jegens kleinkinderen De term grootouder komt niet voor in het BW en de term kleinkind slechts in art. 1:228 lid 1 BW waarin een adoptieverbod staat beschreven. Aan het enkel zijn van grootouder en kleinkind heeft de wet geen rechten en plichten verbonden. Ter illustratie: de grootouder heeft geen wettelijke zorgof onderhoudsplicht en geen wettelijk omgangs- en informatierecht. Dit betekent niet dat er in de relatie grootouder-kleinkind nooit sprake kan zijn van rechten en plichten jegens elkaar. Als grootouders een bepaalde hoedanigheid uitoefenen kunnen er wel degelijk rechten en plichten bestaan. Grootouders die een nauwe persoonlijke betrekking hebben met hun kleinkind hebben bijvoorbeeld recht op omgang. Grootouders die tevens de rol van pleegouder vervullen van een kleinkind hebben rechten en plichten in deze hoedanigheid. Pleeggrootouders kunnen bijvoorbeeld een verzoek doen tot ondertoezichtstelling van het kleinkind ex art. 1:254 lid 4 BW. Wanneer grootouders de voogdij hebben over hun kleinkinderen, hebben zij het recht en de plicht om de kleinkinderen te verzorgen en op te voeden. 3 Ook kunnen grootouders bijvoorbeeld een verzoek doen tot onder curatele stelling, art. 1:379 BW, een verklaring van vermoedelijk overlijden, art. 1:413 BW, instelling van meerderjarigenbewind, art. 1:432 lid 1 BW of een mentorschap, art. 1:451 lid 1 BW, in de hoedanigheid van grootouder van het kind in kwestie. 2.4 Het omgangs- en informatierecht Een terugblik in de wet Sinds 1995 bestaat er voor grootouders de mogelijkheid om een omgangsregeling te verzoeken bij de rechter. De rechter kon ingevolge art. 1:377f (oud) BW een omgangsregeling vaststellen tussen een kind en degene die in een nauwe persoonlijke betrekking met het kind staat. Met de wet van 25 november 2008, Stb. 2008, 500, in werking getreden op 1 maart 2009, is dat artikel komen te vervallen. Het nieuwe art. 1:377a BW geeft een kind het recht op omgang met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. Ook degene met een nauwe persoonlijke betrekking kan op grond van het nieuwe art. 1:377a BW een omgangsregeling verzoeken bij de rechter. Volgens het wetsvoorstel dat ten grondslag ligt aan deze wetswijziging mag er in beginsel geen verschil zijn in de ontzeggingsgronden indien er sprake is van family life voor de juridische ouder of een derde. 4 Voorheen waren er twee gronden waarop een omgangsverzoek kon worden afgewezen, namelijk indien het belang van het kind zich tegen toewijzing verzette of indien het kind, dat twaalf jaar of ouder is, bezwaar maakte, art. 1:377f lid 1 BW (oud). Een omgangsverzoek kon makkelijker worden 3 Koens, Grootouders en kleinkinderen in het familierecht, FJR 2013, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p

11 afgewezen omdat de ontzeggingsgronden ruimer waren geformuleerd dan de thans in art. 1:377a lid 3 BW opgenomen ontzeggingsgronden. Het informatierecht is sinds 1995 in de wet opgenomen. De strekking van art. 1:377b BW is thans nog steeds dat de niet met het gezag belaste ouder in de gelegenheid wordt gesteld om informatie te verkrijgen over het kind Omgangsrecht Het wettelijk omgangsrecht is thans geregeld in art. 1:377a BW. Ingevolge lid 1 van dit artikel heeft een kind recht op omgang met zijn ouders en degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind. Het omgangsrecht geldt voor iedere juridische ouder. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de ouder die met het gezag is belast en de ouder die niet met het gezag is belast. Art. 1:253a lid 2 en 4 BW hanteert voor de ouder die met het gezag is belast, de term verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De ouder die niet met het gezag is belast, beroept zich op art. 1:377a BW. 5 Naast de (juridische) ouders zijn er andere personen die recht kunnen hebben op omgang met een kind. Deze personen moeten aantonen dat zij een nauwe persoonlijke betrekking met het kind hebben. Voorbeelden zijn de verwekker die het kind niet heeft erkend, de grootouders of broers- en zussen. 6 Lid 2 van art. 377a BW schept vervolgens de mogelijkheid om een omgangsregeling te verzoeken bij de rechter. Om als grootouder ontvankelijk te zijn in een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling moet aangetoond worden dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. Er moet, met andere woorden, sprake zijn van family life ex art. 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM). Bij een van de eerste omgangsverzoeken door een grootouder adviseerde A-G Moltmaker dat het zijn van grootouder voldoende zou moeten zijn om family life met een kleinkind te hebben. 7 De Hoge Raad in deze zaak 8 volgde dit advies niet op, maar oordeelde dat het aantonen van voldoende concrete omstandigheden waaruit family life blijkt, een juiste maatstaf is. De Hoge Raad oordeelde in een andere zaak dat de relatie tussen grootouders en kleinkinderen in beginsel onder de bescherming van art. 8 EVRM valt. De context waarin een beroep op art. 8 EVRM wordt gedaan, bepaalt in welke mate daarnaast feitelijke omstandigheden moeten worden aangetoond. 9 5 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p A. Heida, Omgangsrecht voor grootouders, EB 2006/43 afl. 26, p HR 15 mei 1987, NJ 1988, HR 19 november 1993, NJ 1994,

12 Als blijkt dat de grootouder ontvankelijk is in het omgangsverzoek, moet beoordeeld worden of de omgang met het kleinkind in het belang van dat kind is. 10 Daartoe wordt onderzocht of omgang in het belang van het kleinkind kan worden ontzegd. De ontzeggingsgronden zijn opgenomen in art. 1:377a lid 3 BW en gelden voor zowel de ouders als voor degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. Omgang kan door de rechter worden ontzegd indien omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind (sub a), indien de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang (sub b), indien het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder of met degene met wie hij in een nauwe persoonlijke betrekking staat heeft doen blijken (sub c) of indien omgang anderzijds in strijd is met de zwaarwegende belangen van het kind (sub d) Informatierecht Een grootouder heeft geen wettelijk recht op informatie omtrent het kleinkind. Enkel de nietgezagsouder heeft een uit de wet voortvloeiend informatierecht, art. 1:377b BW. Indien het recht op omgang door de rechter wordt ontzegd, vormt het recht op informatie een compensatie. 11 Met een informatierecht kan de niet-gezagsouder toch inlichtingen verkrijgen over het kind. Uit rechtspraak van de rechtbank Haarlem en de rechtbank Leeuwarden blijkt dat de rechter wel recht op informatie aan grootouders kan toekennen, indien er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. 12 Volgens deze rechtspraak maakt het recht op informatie onderdeel uit van het recht op eerbiediging van family life ex art. 8 EVRM. Echter, als een nauwe persoonlijke betrekking niet aangetoond kan worden, zijn er voor de grootouders geen mogelijkheden om een recht op informatie vast te laten stellen door de rechter De rechtsingang van het kleinkind Minderjarigen hebben geen formele rechtsingang als gevolg van hun processuele handelingsonbekwaamheid ex art. 1:245 jo. 1:253i BW. Het kleinkind dat twaalf jaar of ouder is of jonger dan twaalf jaar, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn 10 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Rechtbank Haarlem 15 augustus 2005, LJN: AU2680 en Rechtbank Leeuwarden 5 september 2007, LJN: BB M.J.C. Koens, Grootouders en kleinkinderen in het familierecht, FJR 2013/78, p

13 belangen ter zake, heeft ingevolge art. 1:377g BW een informele rechtsingang. Een kleinkind kan de rechter middels een briefje of telefoontje vragen om een omgangsregeling vast te stellen. 14 Ook als door een kleinkind een verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling wordt gedaan, moet er sprake zijn van een nauwe persoonlijke betrekking. Er wordt in art. 1:377g BW namelijk verwezen naar art. 1:377a en 1:377b BW. Voor wat betreft het informatierecht heeft een kleinkind geen mogelijkheid om zich tot de rechter te wenden. Art. 1:377b BW verwijst namelijk enkel naar de niet-gezagsouder. 2.5 Het begrip family life en Europese rechtspraak Het EVRM is een mensenrechtenverdrag waarvan de één ieder verbindende bepalingen bij strijd met de Nederlandse wetgeving voorrang hebben, ingevolge art. 94 Gw. Het begrip family life (art. 8 EVRM) speelt een belangrijke rol in het kader van het omgangs- en informatierecht. De nauwe persoonlijke betrekking die door derden aangetoond moet worden bij een omgangsverzoek is namelijk afgeleid van het begrip family life. Het begrip family life behelst verschillende betrekkingen. In de Europese rechtspraak is veelvuldig aan de orde geweest welke betrekkingen onder dit begrip vallen. 15 Onder meer de relatie tussen moeder en kind valt volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) onder family life. 16 Over de relatie tussen de biologische vader en kind heeft het Europese Hof verschillende keren geoordeeld. Uit deze rechtspraak volgt dat er bijkomende omstandigheden moeten worden aangetoond waaruit family life blijkt. 17 Volgens Europese rechtspraak valt de relatie tussen grootouders en kleinkinderen eveneens onder het begrip family life. In de zaak Marckx tegen België heeft het EHRM geoordeeld dat family life in ieder geval de relatie tussen grootouders en kleinkinderen omvat. 18 In de zaak Angela en Rodney Price tegen het Verenigd Koningkrijk 19 klaagden de adoptief grootouders onder andere dat hun family life met kleinkind D. was geschonden. In deze zaak werd het standpunt uit de Markcx-zaak herhaald. De commissie oordeelde dat de schending gerechtvaardigd kan worden met het oog op de fysieke en emotionele gesteldheid van D. (art. 8 lid 2 EVRM). 14 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p. 471; M.J.C. Koens, Grootouders en kleinkinderen in het familierecht, FJR 2013/78, p Hierna volgen een aantal voorbeelden van betrekkingen die volgens Europese rechtspraak onder family life vallen. Dit is een niet-limitatieve opsomming. 16 EHRM 13 juni 1979, Application No. 6833/74 (Marckx tegen België) (family life tussen ongehuwde moeder en haar kind door de geboorte). 17 Zie o.a. EHRM 27 oktober 1994 Application No /91 (Kroon en anderen tegen Nederland) en EHRM 1 juni 2004 NJ 2004, 667 (Lebbink tegen Nederland). 18 EHRM 13 juni 1979, Application No. 6833/74 (Marckx tegen België). 19 ECRM 9 maart 1988, Application No /86 (Angela en Rodney Price tegen het Verenigd Koninkrijk). 13

14 In de zaak L. tegen Finland 20 heeft de grootvader een omgangsverbod opgelegd gekregen en klaagt hij dat dit in strijd is met art. 8 EVRM. Het EHRM oordeelde dat er family life bestond tussen de grootvader en zijn kleinkinderen zonder nadere onderbouwing. Ook in deze zaak wordt het standpunt uit de Markcx-zaak herhaald Conclusie Grootouders en kleinkinderen staan in familierechtelijke betrekking tot elkaar. Dit betekent dat er tussen beiden rechten en plichten kunnen bestaan. Grootouders kunnen bij de rechter een omgangsregeling met hun kleinkinderen verzoeken. Zij moeten door de rechtbank ontvankelijk worden verklaard in dat verzoek. Zij moeten aan de hand van concrete omstandigheden aantonen dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. Indien de rechter de grootouder ontvankelijk acht, wordt onderzocht of een omgangsregeling in het belang van het kleinkind is. In beginsel zijn grootouders niet-ontvankelijk in een verzoek om een informatierecht. Indien de grootouders een nauwe persoonlijke betrekking hebben met hun kleinkinderen, kan een informatieverzoek door de rechter wel worden toegewezen, omdat het recht op informatie deel uitmaakt van hun recht op family life. In de literatuur wordt aan dit juridisch kader een zwakke rechtspositie van grootouders verbonden. In het volgende hoofdstuk wordt de kritiek op de rechtspositie van grootouders nader uitgewerkt aan de hand van jurisprudentieonderzoek. 20 EHRM 27 april 2000, L. v. Finland (application no /94). 21 In de zaak EHRM 15 november 2011, Application No /08 (M.P. en anderen tegen Bulgarije) wordt dit standpunt eveneens herhaald. 14

15 Hoofdstuk 3: Omgangs- en informatieverzoeken in de rechtspraak 3.1 Inleiding In de rechtspraak zijn tal van zaken te vinden die gaan over de rechtspositie van grootouders in het kader van het omgangsrecht en in mindere mate over het informatierecht. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van jurisprudentieonderzoek een beeld gevormd over de invulling van het in hoofdstuk twee uiteengezette juridisch kader. Welke overwegingen maken rechters bij hun oordeel en is er sprake van eenduidigheid in de rechtspraak of juist niet? Tot slot wordt kort aandacht besteed aan alternatieve geschillenbeslechting. 3.2 Geen nauwe persoonlijke betrekking in de rechtspraak In hoofdstuk twee werd besproken dat het aantonen van een nauwe persoonlijke betrekking tussen grootouders en kleinkinderen vaak lastig is. In deze paragraaf worden rechtszaken besproken waarin de grootouder(s) niet-ontvankelijk werden verklaard in het omgangsverzoek. Er wordt onderzocht welke feiten en omstandigheden door de rechter niet voldoende worden beoordeeld om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. De rechtbank Utrecht verklaarde de grootouders die omgang verzochten met hun kleinkind nietontvankelijk omdat er tussen hen in het verleden slechts enkele contacten waren geweest. Volgens de rechtbank is het bestaan van voldoende feitelijke betrekkingen noodzakelijk om ontvankelijk te kunnen zijn in een omgangsverzoek. 22 De Hoge Raad beoordeelde in 1993 een omgangverzoek van een grootmoeder die af en toe oppaste op haar kleinzoon, hem wel eens ophaalde en waarbij de kleinzoon af en toe kwam logeren. 23 Deze feiten en omstandigheden zijn volgens het hof niet voldoende om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. Volgens de Hoge Raad heeft het hof een juiste maatstaf gehanteerd, namelijk de maatstaf die de Hoge Raad al eerder had aangegeven. 24 Een korte periode van ongeveer twee maanden waarin er een aantal bezoeken is gedaan door de grootouders aan het kleinkind in het ziekenhuis en één bezoek daarna, beoordeelde het hof s-hertogenbosch als een te beperkt contact tussen de grootouders en het kleinkind. 25 De rechtbank Haarlem oordeelde dat regelmatige familiebezoeken over en weer geen voldoende omstandigheden zijn waaruit een bijzondere band tussen de grootouders en hun kleindochter blijkt Rechtbank Utrecht 29 april 1986, NJ 1987, HR 25 juni 1993, NJ 1993, In HR 15 mei 1987, NJ 1988, Hof s-hertogenbosch 22 oktober 1997, NJ 1998,

16 Dezelfde rechtbank oordeelde dat wekelijks contact over een korte periode tussen de grootouders en hun kleinkind onvoldoende was om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. De rechtbank overweegt daarbij dat niet is gebleken van een langdurige zorg en langdurige verantwoordelijkheid voor het kleinkind. 27 De term langdurige zorg en verantwoordelijkheid wordt eveneens gebruikt door de rechtbank Assen. Ondanks het feit dat de ouders gedurende acht maanden bij de grootvader hebben gewoond met één van de kleinkinderen, oordeelt de rechtbank dat er geen sprake is geweest van langdurige zorg en verantwoordelijkheid voor dit kleinkind. De reguliere familiebezoekjes daarnaast, leggen te weinig gewicht in de schaal om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. 28 Het hof Arnhem boog zich over een zaak waarin de grootouders verzochten om omgang met hun kleinkind waarmee na het overlijden van de vader het contact was verbroken. Het kleinkind was op dat moment ongeveer drie maanden oud. De grootouders beweren dat er sprake was van nauw contact met hun zoon en zijn gezin en dat zij veelvuldig bij elkaar op bezoek gingen. De grootmoeder stelt daarnaast dat zij geregeld op haar kleinkind heeft gepast en voor hem heeft gezorgd. Deze stellingen worden door de moeder betwist en volgens het hof slagen de grootouders er niet in om voldoende concrete feiten te stellen om aan te tonen dat er een frequenter en intensiever contact was dan normaal is tussen een grootouder en een kleinkind. 29 De rechtbank Roermond hanteerde dezelfde maatstaf bij de beoordeling van een omgangsverzoek. In deze zaak heeft de moeder samen met de kleinkinderen gedurende tien maanden bij de grootouders gewoond, waarbij de zorg voor het merendeel bij de moeder heeft gelegen. De contacten tussen de grootouders en de kleinkinderen hebben qua frequentie en vorm niet meer omvat dan gebruikelijk is tussen grootouders en kleinkinderen. 30 Ook het hof s-hertogenbosch beoordeelde de ontvankelijkheid van de grootouders aan de hand van deze maatstaf. Het hof besliste dat de contacten tussen de betreffende grootouders en hun kleinkinderen gebruikelijke, in het dagelijks verkeer plaatsvindende, contacten zijn. De grootouders verklaarden dat de moeder na de geboorte van het oudste kleinkind gedurende twee à drie maanden bij hen heeft ingewoond, samen met haar kind. Tevens zouden de grootouders een rol hebben gespeeld bij de verzorging van het kleinkind; dit wordt door de moeder betwist. Na deze periode zijn er volgens de grootouders frequente contacten met de kleinkinderen geweest. Het hof oordeelde dat 26 Rechtbank Haarlem 29 oktober 2002, LJN AN Rechtbank Haarlem 11 november 2002, LJN AN Rechtbank Assen 1 september 2010, LJN BO Hof Arnhem 31 mei 2011, LJN BQ Rechtbank Roermond 9 november 2011, LJN BU

17 het voorgaande geen bijkomende omstandigheden zijn waarmee een nauwe persoonlijke betrekking aangetoond kan worden. 31 Grootouders die slechts enkele keren contact hebben gehad met hun kleinzoon werden door het hof s-hertogenbosch niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek. 32 De rechtbank Dordrecht oordeelde dat het regelmatig oppassen in de drie jaar voorafgaand aan de uitspraak en het feit dat er nog steeds goed contact is tussen de grootouders en hun kleinkinderen niet voldoende is voor het bestaan van een nauwe persoonlijke betrekking. De contacten tussen de grootouders en de kleinkinderen hebben niet meer omvat dan gebruikelijk is tussen grootouders en kleinkinderen. De zorg die de grootouders de kleinkinderen gaven, valt niet gelijk te stellen met opvoeden. 33 Recentelijk werd een grootmoeder door de Rechtbank Overijssel niet-ontvankelijk verklaard omdat zij een nauwe persoonlijke betrekking met haar kleinkinderen niet heeft kunnen aantonen. De grootmoeder heeft voor een lange tijd drie dagen in de week op de kleinkinderen gepast, en hierna was er regelmatig contact totdat het contact tussen de vader en zijn kinderen in 2011 werd verbroken Een bijzondere situatie: sociaal grootouderschap Uit de rechtspraak blijkt dat strengere eisen gelden bij een omgangsverzoek door sociale grootouders. In de hierboven besproken rechtspraak was telkens sprake van zowel biologische als juridische banden tussen de grootouders en de kleinkinderen. In de zaak voor de Hoge Raad verzocht een vrouw, die sinds de geboorte van de betreffende minderjarige een rol in diens leven vervult als grootmoeder, om omgang. 35 De vrouw stelt dat de minderjarige frequent op bezoek kwam, een periode van drie tot vier weken voor de minderjarige gezorgd heeft, de minderjarige regelmatig kwam logeren en dat de minderjarige tijdens een zomervakantie gedurende zeven weken bij haar heeft gewoond. In hoger beroep oordeelde het hof dat deze feiten en omstandigheden onvoldoende aantonen dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. De Hoge Raad overweegt dat het hof terecht strenge eisen stelt Tussenconclusie Uit de hierboven besproken jurisprudentie kan een aantal conclusies worden getrokken. Grootouders moeten met concrete feiten en omstandigheden aantonen dat er sprake is van een 31 Hof s-hertogenbosch 6 december 2011, LJN BU Hof s-hertogenbosch 10 april 2012, LJN BW Rechtbank Dordrecht 22 augustus 2012, LJN BX Rechtbank Overijssel 26 augustus 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014: HR 29 maart 2002, NJ 2002,

18 nauwe persoonlijke betrekking. Uit de bestudering van de rechtspraak blijkt dat regelmatig contact, oppassen of logeren niet voldoende is. Verschillende rechters oordelen dat de contacten tussen grootouders en kleinkinderen qua vorm en frequentie meer moeten omvatten dan contacten die tussen grootouders en kleinkinderen gebruikelijk zijn. De invulling hiervan wordt niet duidelijk gemaakt. Een andere overweging die meerdere malen wordt gemaakt, is dat uit de omstandigheden van het geval geen langdurige zorg en verantwoordelijkheid voor de kleinkinderen is gebleken. 3.3 Wel een nauwe persoonlijke betrekking in de rechtspraak In deze paragraaf wordt onderzocht welke feiten en omstandigheden de rechter beoordeelt als zijnde bijzondere omstandigheden waaruit een nauwe persoonlijke betrekking blijkt. De rechtbank Breda oordeelde dat de grootouders waarbij hun kleindochter regelmatig had gelogeerd en waarmee regelmatig contact was, ontvankelijk waren in hun omgangsverzoek. 36 De Hoge Raad oordeelde in 1987 dat het stellen van voldoende concrete feiten en omstandigheden waaruit een nauwe persoonlijke betrekking kan worden afgeleid, een juiste maatstaf is om een omgangsverzoek te beoordelen. 37 In deze zaak werd een nauwe persoonlijke betrekking aangenomen nu de grootmoeder in de eerste vijf levensjaren van haar kleindochter een belangrijke rol had gespeeld in haar verzorging en opvoeding. Het hof Arnhem oordeelde in een zaak dat er tussen de grootouders en de kleinkinderen een voldoende bestendige en betekenisvolle relatie is ontstaan. 38 Omstandigheden waarop dit oordeel werd gebaseerd zijn dat de grootouders zeer betrokken waren bij de zwangerschappen van de moeder en dat zij na de geboorte van de oudste kleinzoon wekelijks zijn gaan oppassen. Nadat de moeder ziek werd, rondom de geboorte van de jongste kleinzoon, zijn de kleinkinderen meerdere dagen en nachten per week bij de grootouders verbleven. Nadat de moeder overleed en de vader met zijn nieuwe partner is gaan samenwonen, werd de oppas en zorg beperkt tot één dag in de week, totdat door de vader het contact werd verbroken. Over een zaak waarin de grootouders van vaderszijde vanaf de geboorte van hun kleinkind voor een periode van bijna anderhalf jaar gedurende drie dagen per week voor hun kleinkind gezorgd, oordeelde de rechtbank Haarlem. 39 Aan deze zorg is een einde gekomen nadat in 2001 de vader overleed. De moeder heeft eind 2002 alle contact met de grootouders verbroken. De rechtbank overweegt dat er bijzondere omstandigheden zijn waaruit een nauwe persoonlijke betrekking blijkt. Deze omstandigheden zijn het bijdragen aan de zorg en opvoeding van het 36 Rechtbank Breda 3 juni 1986, NJ 1987, HR 15 mei 1987, NJ 1988, Hof Arnhem 2 augustus 2005, LJN AV Rechtbank Haarlem 15 augustus 2005, RFR 2006,

19 kleinkind gedurende bijna anderhalf jaar en daarnaast dat is gebleken dat het verbreken van het contact door de moeder tegen de wens van de grootouders was. De rechtbank Haarlem oordeelde in een andere zaak dat langdurige en zeer frequente contacten, in de vorm van regelmatig logeren en om de week een dag oppassen, voldoende bijzondere omstandigheden zijn waaruit een nauwe persoonlijke betrekking blijkt. 40 Het hof s-hertogenbosch oordeelde over een zaak waarin een grootmoeder omgang met haar kleinkinderen verzocht. Na het overlijden van de moeder, is er regelmatig contact geweest tussen de grootmoeder en haar kleinkinderen, namelijk eens in de vier à zes weken. Bij het oordeel van het hof dat er sprake is van en nauwe persoonlijke betrekking lijkt doorslaggevend dat de kleinkinderen er belang bij hebben de grootmoeder te kennen; de grootmoeder vormt een belangrijke schakel met de overleden moeder en hun achtergrond. 41 Het hebben van langdurige zorg en verantwoordelijkheid voor hun oudste kleinkind, variërend van 24 uur per week, drie dagen per week tot regelmatig logeren, was voor de rechtbank Haarlem voldoende om de grootouders die een omgangsverzoek deden ontvankelijk te verklaren. 42 Hieruit blijkt namelijk een voldoende bestendige en betekenisvolle relatie, waarmee een nauwe persoonlijke betrekking kan worden aangetoond. De rechtbank Leeuwarden achtte verscheidene omstandigheden van belang bij haar oordeel dat de grootouders ontvankelijk waren. Er was sprake van minstens tien maal contact tussen de grootouders en hun kleinzoon. Daarnaast achtte de rechtbank onder andere van belang dat er berichten zijn verzonden door de moeder waaruit een goede relatie tussen de grootouders en moeder blijkt, dat de grootouders op kraamvisite zijn geweest en dat er een gezamenlijke vakantie naar Spanje is geweest. Deze omstandigheden samen zijn voldoende bijzondere omstandigheden om een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootouders en hun kleinzoon aan te tonen. 43 Het hof Arnhem oordeelde dat de omstandigheid waarbij de grootouders gedurende een periode van vier maanden waarin de ouders scheidingsperikelen hadden, veel op hun kleindochter hadden gepast en voor haar hadden gezorgd voldoende was om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. Ook het feit dat zowel de grootouders als de ouders de rol van de grootouders in die periode omschrijven als een vangnet en dat na die periode regelmatig contact heeft bestaan tussen de grootouders en de kleindochter, was bij dat oordeel van belang. 44 Het hof s-gravenhage achtte de omstandigheden dat grootmoeder betrokken is geweest bij de buitenschoolse opvang van de kleinkinderen en dat er sprake was van bijna dagelijks contact, 40 Rechtbank Haarlem 25 november 2005, LJN BA Hof s-hertogenbosch 20 juni 2007, LJN BA Rechtbank Haarlem 3 juli 2007, LJN BB Rechtbank Leeuwarden 5 september 2007, LJN BB Hof Arnhem 14 mei 2008, LJN BD

20 voldoende bijzondere omstandigheden om een nauwe persoonlijke betrekking met twee van haar kleinkinderen aan te tonen. Dat er tussen de grootmoeder en de kleinkinderen inmiddels drie jaar geen contact was, verandert het oordeel van het hof niet. 45 Het hof s-gravenhage oordeelde over een zaak waarin de feiten en omstandigheden als volgt waren. De moeder heeft tijdens haar zwangerschap en gedurende het eerste levensjaar van de kleindochter bij de grootmoeder gewoond. De grootmoeder heeft tijdens die periode voor de kleindochter gezorgd. Na deze periode zijn de aard en frequentie van de contacten anders geworden en na de uithuisplaatsing van de kleindochter is het contact verbroken. Het hof oordeelt dat de intensieve contacten gedurende de zwangerschap en het eerste levensjaar omstandigheden zijn waaruit een nauwe persoonlijke betrekking kan worden afgeleid. Dat het contact hierna minder is geworden en uiteindelijk werd verbroken, verandert dit oordeel niet. 46 Hetzelfde hof boog zich over een zaak waarin de grootouders omgang verzochten met hun kleinkind. Zij hebben vanaf de geboorte een rol gespeeld in het leven van het kleinkind. Deze rol omvatte meer dan slechts een oppastaak of logeeradres, zoals de moeder heeft verklaard. Het hof acht het aannemelijk dat het contact tussen de grootouders en hun kleinkind meer heeft omvat dan het normale contact dat tussen grootouders en kleinkinderen bestaat. Uit deze feiten en omstandigheden kan een nauwe persoonlijke betrekking worden afgeleid. 47 De rechtbank Haarlem oordeelde dat een kind er in het algemeen baat bij heeft om met zijn naaste familie (hechte) banden te hebben. Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de grootouders in deze zaak, is de rechtbank summier in haar uitleg. De omstandigheid dat er sprake was van regelmatig contact tussen de grootouders en het kleinkind is voldoende om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. 48 Ook de rechtbank Noord-Holland oordeelde recentelijk dat de grootouders die zeer betrokken waren bij de verzorging en opvoeding van hun kleinzoon en die veel contact met hem hadden, ontvankelijk zijn in hun verzoek om omgang Een bijzondere situatie: een afgeleid omgangsrecht Blijkens de rechtspraak kunnen grootouders een afgeleid omgangsrecht hebben met één van hun kleinkinderen. De rechtbank Haarlem oordeelde over een zaak waarin de grootouders omgang verzochten met hun jongste kleinkind die zij nog nooit hadden gezien. 50 Naar het oordeel van de 45 Hof s-gravenhage 15 april 2009, LJN BJ Hof s-gravenhage 20 mei 2009, LJN BI Hof s-gravenhage 3 juni 2009, LJN BI Rechtbank Haarlem 16 oktober 2012, LJN BY Rechtbank Noord-Holland, 19 maart 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014: Rechtbank Haarlem 24 augustus 2009, LJN BL

21 rechtbank kon een nauwe persoonlijke betrekking tussen het jongste kleinkind en haar grootouders worden afgeleid uit de reeds bestaande nauwe persoonlijke betrekking met de andere drie kleinkinderen. Bij dat oordeel is van belang dat de grootouders een belangrijke rol vervullen in het leven van de oudste drie kleinkinderen en dat er goed en regelmatig contact is. Reeds bestaand family life met een broer of zus van een kleinkind wordt in twee andere zaken eveneens meegenomen in de beoordeling van de ontvankelijkheid. Zowel het hof Amsterdam als de rechtbank Haarlem 51 oordeelden dat het van belang was dat tussen het jongste kleinkind, de ouders, de grootouders en het oudste kleinkind waarmee een nauwe persoonlijke betrekking al vast stond, family life bestond Tussenconclusie Uit de bestudeerde rechtspraak blijkt dat een nauwe persoonlijke betrekking tussen grootouders en kleinkinderen niet snel wordt aangenomen. Zoals eerder bleek, is regelmatig contact of regelmatig oppassen door de grootouders voor veel rechters niet voldoende. Langdurige zorg en langdurige verantwoordelijkheid voor de kleinkinderen wordt in de rechtspraak vaak beoordeeld als zijnde voldoende bijzondere omstandigheden. De duur hiervan verschilt in iedere zaak en varieert van enkele dagen per week tot een aantal maanden tot een periode van bijna anderhalf jaar. Ook langdurig en frequent contact tussen de grootouders en kleinkinderen blijkt voldoende te zijn. Aan contact tijdens de zwangerschap wordt waarde gehecht, net als aan de omstandigheid dat er gedurende een bepaalde periode sprake is geweest van inwoning bij de grootouders. Andere omstandigheden die meewegen in het oordeel dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat kunnen zijn dat er reeds family life met een broer of zus van het kleinkind bestaat, of dat de kleinkinderen er belang bij hebben banden te hebben met hun grootouders. 3.4 Toewijzing van omgang; omgang in het belang van het kleinkind In de voorgaande paragraaf werd duidelijk welke overwegingen de rechter maakt bij het oordeel dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen grootouders en kleinkinderen. Nu wordt besproken welke overwegingen de rechter, blijkens de rechtspraak, maakt bij het oordeel of omgang in het belang van de kleinkinderen is. In twee zaken waarin één van de ouders van de kleinkinderen was overleden, oordeelde de rechter dat het in het belang van hen was om de grootouders te leren kennen in verband met hun 51 Hof Amsterdam 18 mei 2006, LJN AY3589/HR 16 maart 2007, LJN AZ6222 en Rechtbank Haarlem 3 juli 2007, LJN BB

22 verwantschap. 52 Het wegvallen van een ouder heeft vanzelfsprekend een grote impact op een kind, en volgens de rechter kunnen grootouders daarin een positieve rol spelen. Overwegingen hierbij zijn dat grootouders een belangrijke schakel met de overleden ouder vormen en dat zij een stuk achtergrond van de kleinkinderen vormen. 53 De overweging dat kinderen er baat bij hebben om hechte banden met naaste familieleden zoals de grootouders, te hebben, leidt er in een aantal zaken toe dat omgang in het belang van de kleinkinderen wordt geacht. 54 Deze overweging wordt door Huydecoper één van de uitgangspunten van de wettelijke regeling van het omgangsrecht genoemd. 55 Bij het oordeel of omgang in het belang van de kleinkinderen is, wordt door verschillende rechters meegewogen of de grootouders openstaan voor bijvoorbeeld mediation om de onderlinge communicatie te verbeteren Afwijzing van omgang; omgang niet in het belang van het kleinkind In deze paragraaf wordt onderzocht op grond van welke overwegingen de rechter omgang niet in het belang van het kleinkind acht. De rechter kan omgang ontzeggen op basis van vier gronden, ex art. 1:377a lid 3 BW. Sinds 2009 zijn de ontzeggingsgronden voor grootouders en degenen die in een nauwe persoonlijke betrekking tot een kind staan, hetzelfde als voor de juridische ouders. In art. 1:337f BW (oud) waren twee ontzeggingsgronden opgenomen Art. 1:377f BW (oud) Op grond van art. 1:377f lid 1 BW (oud) kon de rechter een omgangsverzoek van een grootouder afwijzen indien het belang van het kleinkind zich hiertegen verzette dan wel indien een kleinkind van twaalf jaar of ouder bezwaar maakte tegen een omgangsregeling. Blijkens de rechtspraak werden situaties waarin onrust of spanningen zouden ontstaan indien omgang werd toegewezen, niet in het belang geacht van het kleinkind. In een zaak waarover de rechtbank Haarlem oordeelde 57, verzette de moeder zich tegen een omgangsregeling en speelde mee dat het kleinkind door zijn jonge leeftijd geen bewuste herinnering had aan de grootouders. Met een gedwongen omgangsregeling bestond het risico dat het kleinkind, mede door een plotselinge confronteren met de grootouders, de spanningen tussen de moeder en de grootouders negatief zou ervaren. Het hof Arnhem oordeelde 52 Hof s-hertogenbosch 20 juni 2007, LJN BA9560 en Rechtbank Noord-Holland 19 maart 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014: Zie ook Hof Arnhem 2 augustus 2005, LJN AV0194 en Hof Leeuwarden 4 december 2012 LJN BY Rechtbank Haarlem 3 juli 2007, LJN BB0425 en Rechtbank Leeuwarden 5 september 2007, LJN BB Zie de conclusie inzake HR 16 maart 2007, LJN AZ Hof Arnhem 2 augustus 2005, LJN AV0194, Hof Amsterdam 18 mei 2006, LJN AY3589 en Rechtbank Leeuwarden 5 september 2007, LJN BB Rechtbank Haarlem 15 augustus 2005, LJN AU

23 dat omgang niet in het belang van de kleinkinderen was omdat de communicatie tussen partijen ernstig verstoord was en de vader geen vertrouwen meer had in de grootouders. De kleinkinderen zijn in deze situatie gebaat bij rust Art. 1:377a lid 3 sub a BW Omgang kan worden ontzegd indien het ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kleinkind. Als de situatie zo is dat omgang onrust en spanningen teweeg zal brengen bij het kleinkind en hiermee de ontwikkeling negatief zal worden beïnvloed, dan kan de omgang worden ontzegd. 59 Deze uitleg werd door het hof s-gravenhage gehanteerd in een zaak waarin de grootmoeder wel een betekenisvolle band had opgebouwd met haar kleinkinderen, maar een rustig en stabiel opvoedingsklimaat door gedwongen omgang niet gegarandeerd kon worden Art. 1:377a lid 3 sub b BW Omgang kan worden ontzegd indien de grootouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang. Deze ontzeggingsgrond is in de rechtspraak over omgang tussen grootouders en kleinkinderen, voor zover mij bekend, (nog) niet toegepast. Uit rechtspraak over omgang tussen kinderen en anderen dan de grootouders, kan worden afgeleid dat kennelijke ongeschiktheid bestaat als er sprake is van alcoholmisbruik, mishandeling of seksueel misbruik 61, het frustreren van een bestaande omgangsregeling 62 of het confronteren van het kind met strafbare feiten tijdens de omgang Art. 1:377a lid 3 sub c BW Omgang kan worden ontzegd indien het kleinkind dat twaalf jaar of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn grootouder(s) heeft doen blijken. Ter illustratie een zaak waarover het hof s-gravenhage oordeelde. 64 Het oudste kleinkind waarmee omgang werd verzocht door de grootmoeder, is op dat moment twaalf jaar en heeft het recht om haar mening kenbaar te maken. Het kleinkind heeft aangegeven dat zij niet naar de woonplaats van de grootmoeder wil omdat zij zich daar niet veilig voelt en dat er sprake is van een gebrek aan vertrouwen. Het hof merkt 58 Hof Arnhem 2 augustus 2005, LJN AV Koens 2013, (T&C BW), art. 1:377a BW, aant Hof s-gravenhage 15 april 2009, LJN BJ Vlaardingerbroek e.a. 2011, p. 466; Hof s-gravenhage 17 januari 2007, LJN AZ Hof s-gravenhage 27 juni 2012, LJN BX Hof s-hertogenbosch 28 oktober 2008, LJN BG Hof s-gravenhage 15 april 2009, LJN BJ

24 deze omstandigheden aan als ernstige bezwaren. Ook in een zaak voor het hof Leeuwarden werden kenbaar gemaakte bezwaren van de kleinkinderen meegenomen in de beoordeling Art. 1:377a lid 3 sub d Omgang kan worden ontzegd indien dit in strijd is met de zwaarwegende belangen van het kleinkind. Dit is een algemeen geformuleerde ontzeggingsgrond, waarbij de rechter rekening kan houden met de omstandigheden van het geval. Omgang kan op deze grond tevens worden ontzegd als sprake is van nadeel maar geen ernstig (sub a) nadeel voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind. 66 In een zaak waarin een grootmoeder ontvankelijk is in haar verzoek om omgang met haar kleindochter, werd omgang in strijd met de zwaarwegende belangen van de kleindochter beoordeeld. Dit oordeel is gebaseerd op de forse problematiek bij de kleindochter waardoor zij gebaat is bij rust. Deze rust kan niet worden gegarandeerd met gedwongen omgang. 67 Een situatie waarin door omgang met de grootouders het risico bestaat dat het kleinkind klem komt te zitten tussen zijn ouder(s) en grootouders werd door het hof s-gravenhage in strijd met de zwaarwegende belangen van het kleinkind beoordeeld. 68 Dit risico was aanmerkelijk omdat er tussen de vader en de grootouders op dat moment geen volwassen relatie bestond die naar het oordeel van het hof wel noodzakelijk was om een omgangsregeling te treffen in het belang van het kleinkind. 3.6 Het informatierecht in de rechtspraak Grootouders hebben geen wettelijk recht op informatie over hun kleinkinderen. Art. 1:377b BW geeft enkel de niet-gezagsouder een wettelijk recht op informatie over zijn kinderen. Desondanks heeft de rechter, met inachtneming van art. 8 EVRM, in een aantal zaken geoordeeld dat de grootouders een recht op informatie hebben op grond van een nauwe persoonlijke betrekking met hun kleinkinderen. De rechtbank Haarlem legde een informatieplicht op aan een moeder, inhoudende dat zij de grootouders ieder half jaar informeert over hun kleinkind en jaarlijks een recente foto aan hen moet doen toekomen. 69 Deze beslissing grondt de rechtbank op art. 8 EVRM, mede nu de vader van het kleinkind is overleden. 65 Hof Leeuwarden 4 december 2012 LJN BY Wortmann 2014, (GS personen- familierecht), art. 1:377a BW, aant Hof s-gravenhage 20 mei 2009, LJN BI Hof s-gravenhage 3 juni 2009, LJN BI Rechtbank Haarlem 15 augustus 2005, LJN AU

De rechten van grootouders

De rechten van grootouders Mr E.L.M. Louwen advocaat familierecht/mediator Bierman advocaten, Tiel De rechten van grootouders Wet Al jaren vragen grootouders aan de rechter om een omgangsregeling met hun kleinkinderen. Al jaren

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-11-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.148.742-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 18-12-2012 Zaaknummer 193036 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 04-08-2014 Zaaknummer 200.123.306/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBALK:2012:5380, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen

Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Mr. C.J.B. Kleinhuis III Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Mr. C.J.B. Kleinhuis Dit boek is gebaseerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Het omgangsrecht van derden. Masterscriptie Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam

Het omgangsrecht van derden. Masterscriptie Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam Het omgangsrecht van derden Masterscriptie Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam Naam: Dorottya Anna Lengyel Studentnummer: 5601673 Scriptiebegeleidster: mw. Dr. J. H. de Graaf Datum:

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Het omgangsrecht van grootouders, broers en zussen. Een onderzoek naar de noodzaak van aanpassing van het omgangsrecht van grootouders, broers en

Het omgangsrecht van grootouders, broers en zussen. Een onderzoek naar de noodzaak van aanpassing van het omgangsrecht van grootouders, broers en Het omgangsrecht van grootouders, broers en zussen. Een onderzoek naar de noodzaak van aanpassing van het omgangsrecht van grootouders, broers en zussen in rechtsvergelijkend perspectief. C.C.P. (Caroline)

Nadere informatie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie De Kinderombudsman Position paper kleinkinderen en omgang na scheiding 1 april 2015 Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie Inleiding De Kinderombudsman is door

Nadere informatie

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend Regelingen en voorzieningen CODE 7.2.3.38 Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend jurisprudentie bronnen EB, Tijdschrift voor scheidingsrecht, afl. 10 - oktober 2010 Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/05/290891 / FA RK 15-3197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013 Protocol Gezag en omgang na scheiding Datum 30 januari 2013 Status Definitief Inleiding - 5 1 Doel van het onderzoek - 6 2 Uitgangspunten - 7 3 Werkwijze van de Raad - 8 3.1 Eerste informatieronde - 8

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:5019 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 03-12-2015 Datum publicatie 04-12-2015 Zaaknummer F 200 170 080_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding Maart 2009 / F&A 9882 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Protocol kind en echtscheiding Pagina 1 Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Protocol kind en scheiding

Protocol kind en scheiding Protocol kind en scheiding Versie 10 januari 2017, versie 2 Verantwoordelijke leidinggevende PSZ de Stampertjes Aantal pagina s 10 Geldig tot 31 januari 2018 Voorwoord Het doel van dit protocol is een

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Het omgangsrecht van derden in Nederland: een derderangs recht?

Het omgangsrecht van derden in Nederland: een derderangs recht? Het omgangsrecht van derden in Nederland: een derderangs recht? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de vraag in hoeverre het Nederlandse voor derden bestaande omgangsrecht navolging verdient aan het

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Informatieplicht van school naar ouders

Informatieplicht van school naar ouders Informatieplicht van school naar ouders Voor wie Alle informatie Beperkte informatie A Ouders die met elkaar zijn getrouwd; voor vader en moeder geldt: B Ouders die zijn gescheiden; Voor vader en moeder

Nadere informatie

Je kleinkinderen niet zien opgroeien

Je kleinkinderen niet zien opgroeien Je kleinkinderen niet zien opgroeien lezing grootouderdag 25 juni 2016 (on)mogelijkheden voor contact- en /of informatieregeling voor grootouders en kleinkinderen mr G.L. Brokking-van Alphen introductie

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT OUDERS

INFORMATIEPLICHT OUDERS INFORMATIEPLICHT OUDERS 1. INLEIDING Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is er maar één ouder van het kind

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:6062

ECLI:NL:RBNHO:2016:6062 ECLI:NL:RBNHO:2016:6062 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 09-09-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/244626 / FA RK 16-3607 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING

PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING Versie september 2015, versie 01 Verantwoordelijke Beleidsmedewerker Kwaliteit Aantal pagina s 8 Geldig tot 31 december 2017 Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is

Nadere informatie

Geen ontzegging van omgang voor onbepaalde tijd bij gezamenlijk gezag

Geen ontzegging van omgang voor onbepaalde tijd bij gezamenlijk gezag Geen ontzegging van omgang voor onbepaalde tijd bij gezamenlijk gezag Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 14 september 2007, LJN: BA5198, NJ 2007, 486 (mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12062012 Datum publicatie 16072013 Zaaknummer 182928 FA RK 112236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers De Thermiek heeft te maken met verschillende groepen die in meerdere of mindere mate rechten kunnen doen gelden op

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176

ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176 ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 18-12-2001 Datum publicatie 18-12-2001 Zaaknummer 78703/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-01-2005 Datum publicatie 14-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 184276/FA RK04-5055 Personen-

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:GHSHE:2017:146 ECLI:NL:GHSHE:2017:146 Instantie Datum uitspraak 19012017 Datum publicatie 20012017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch 200.181.917_01 Personen en

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 168 Initiatiefnota van de leden Oskam en Keijzer «Opgroeien met opa en oma». Omgang in het belang van kleinkind en grootouders Nr. 2 INITIATIEFNOTA

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP Deze vragenlijst is opgesteld en uitgezet door Stichting Meer dan Gewenst in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam t.b.v. de Europese Verkiezingen op 22

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II Het verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige dient te worden ingediend bij de griffie van de rechtbank, onder overlegging van genoemde stukken. Het verzoek kan ook digitaal

Nadere informatie

» Samenvatting. Omgang, Leeftijd, Initiatief bij zoon. [ BW Boek 1-253a ; BW Boek 1-377a ; lid 3c ]

» Samenvatting. Omgang, Leeftijd, Initiatief bij zoon. [ BW Boek 1-253a ; BW Boek 1-377a ; lid 3c ] JPF 2013/16 Gerechtshof 's-hertogenbosch 30 oktober 2012, HV 200.110.342/01; LJN BY2162. ( mr. Bijleveld-van der Slikke mr. Brants mr. Bogaerts ) [X.] te [woonplaats], appellant, hierna te noemen: de vader,

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach 1. Dit protocol: o legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; o formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden, ter

Nadere informatie

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht De positie van de biologische vader in het omgangsrecht Mireille Meijering Augustus 2013 Scriptiebegeleider: Maaike Voorhoeve Tweedelezer: Chantal Mak Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 4 Inleiding...

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 Instantie Datum uitspraak 26-10-2011 Datum publicatie 06-12-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.086.890/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Iedereen in Nederland die jonger is dan 18 jaar staat onder gezag. Dit betekent dat zij sommige beslissingen niet zelfstandig mogen nemen. Meestal hebben de ouders het gezag.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:721

ECLI:NL:RBOVE:2017:721 ECLI:NL:RBOVE:2017:721 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer ak_16 _ 1345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:591

ECLI:NL:GHDHA:2013:591 ECLI:NL:GHDHA:2013:591 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06022013 Datum publicatie 24022014 Zaaknummer 200.113.44001 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Scriptie Rechtsgeleerdheid De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Tijd voor verandering? Naam: Imke Jansen ANR: 767356 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren. 108408 - Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren. inzake de klacht van: ADVIES [Klager], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:4982

ECLI:NL:GHAMS:2013:4982 ECLI:NL:GHAMS:2013:4982 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-05-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 200.114.540/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. Procedure. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr.

» Samenvatting. » Uitspraak. Procedure. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr. Verbeek ) [De moeder] te [plaats] (Marokko), hierna te noemen: de moeder, advocaat: mr. M. Kaouass. Als belanghebbenden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 06-06-2012 Datum publicatie 12-09-2012 Zaaknummer 123542 FARK 11-1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus) Vervangende toestemming tot verhuizing naar Finland Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D.

Nadere informatie

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Initiatiefnota van de leden Oskam en Keijzer Opgroeien met opa en oma. Omgang in het belang van kleinkind en grootouders

Initiatiefnota van de leden Oskam en Keijzer Opgroeien met opa en oma. Omgang in het belang van kleinkind en grootouders 34 168 Initiatiefnota van de leden Oskam en Keijzer Opgroeien met opa en oma. Omgang in het belang van kleinkind en grootouders Nr. 2 INITIATIEFNOTA Inhoud 1. Inleiding en probleemschets 2. Wettelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010

GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010 GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010 PROTOCOL INFORMATIEVOORZIENING GESCHEIDEN OUDERS / VERZORGERS INLEIDING Binnen OSG Sevenwolden worden mentoren, docenten, teamleiders, locatie- (adjunct)directeuren

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 Rapport Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 2 Klacht Het niet opnemen van een rechtsmiddelenclausule conform artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht in de beslissing van 17 december 2003

Nadere informatie

Voorwoord. Inleiding 1. H1 Belang van het kind bij omgang met omgangsplichtige ouder Inleiding 4

Voorwoord. Inleiding 1. H1 Belang van het kind bij omgang met omgangsplichtige ouder Inleiding 4 Welke procedurele middelen en juridische instrumenten kunnen worden ingezet (door het kind) om omgang tussen een kind en zijn omgangsplichtige ouder te bewerkstelligen en in hoeverre is dit in het belang

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders De Groningse Schoolvereniging (hierna: GSV) is een regionale basisschool die vindt dat de zorg voor haar leerlingen voorop moet staan, waarbij onder

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers De Thermiek heeft te maken met verschillende groepen die in meerdere of mindere mate rechten kunnen doen gelden op

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336

ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336 ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336 Instantie Datum uitspraak 11-09-2012 Datum publicatie 14-09-2012 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HV 200.099.711 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-01-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 200.114.823/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding

Protocol School en Scheiding Instemming GMR PO 19 april 2018 Definitief besluit CvB 29 mei 2018 Protocol School en Scheiding Dit protocol legt uit wie voor de wet ouder van een kind is, beschrijft hoe de scholen van SCO Delft omgaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ6142

ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ6142 ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ6142 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-04-2009 Datum publicatie 26-08-2009 Zaaknummer 154625/2009-555 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:5815

ECLI:NL:RBOVE:2015:5815 ECLI:NL:RBOVE:2015:5815 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer C/08/176540 / FA RK 15-2255 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Echtscheiding. Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach

Echtscheiding. Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach Echtscheiding Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach Hoofdpunten - Gezag - Gezag na echtscheiding - Omgang na echtscheiding - Informatieplicht ouder en professional - Medische behandeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

INTERNATIONALE KINDERONTVOERING STAND VAN ZAKEN, VERZET VAN HET KIND?

INTERNATIONALE KINDERONTVOERING STAND VAN ZAKEN, VERZET VAN HET KIND? INTERNATIONALE KINDERONTVOERING STAND VAN ZAKEN, VERZET VAN HET KIND? Ius Commune Conference Amsterdam Workshop Family Law 29 november 2012 Geeske Ruitenberg Opbouw > Toepasselijk recht > Cijfers: wie

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Openbare basisschool De Trinoom Diemewei 45-05 6605 XH Wijchen tel: 024-6456608 administratie@trinoom.nl Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt het

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol Betreft: protocol informatie gescheiden ouders + tekst in schoolgids I Protocol 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:649

ECLI:NL:RBOVE:2016:649 ECLI:NL:RBOVE:2016:649 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 26-02-2016 Zaaknummer C/08/171558 / FA RK 15-1110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie