Toets CAT B / Cursus-afhankelijke toets

Transcriptie

1 A VUmc-compas toetsing Toets CAT B / Cursus-afhankelijke toets Cursus B Professionele ontwikkeling en wetenschap 4-5 Cursuscoördinator (vice-) mw. dr. S.A.M. Sikkes / dr. P.H.H. Houben Gelegenheid e Toetsdatum Vrijdag 29 mei 205 Tijd uur ( uur voor extra-tijd studenten) Plaats WN-gebouw, MF-A30 en MF-G53 Aantal en type vragen 47 meerkeuzevragen: 2 tweekeuzevragen, 6 driekeuzevragen, 30 vierkeuzevragen, 3 vijfkeuzevragen, 6 zeskeuzevragen Druk tweezijdig bedrukt Toegestane hulpmiddelen Een rekenmachine ZONDER internettoegang en/of groot eigen geheugen (zoals een grafische rekenmachine), het formuleblad (wordt bij de toets geleverd). Studentinstructie: Dit tentamen mag niet door studenten worden meegenomen MC-toets: kies het beste (volledig juiste en meest complete) antwoord mobiele telefoons uit en in de tas onder de stoel alléén toetsbenodigdheden op tafel vul je studentnummer en naam duidelijk in op het formulier kras NIET in de barcode rechtsonder; ook GEEN doorhalingen zo nodig foutieve hokjes corrigeren door zeer goed te gummen vragen over de inhoud van de toets worden NIET beantwoord commentaren na afloop naar de JVC van je cursus drinken is toegestaan, eten NIET (opbergen in tas) toiletbezoek is toegestaan anderhalf uur na aanvang van de toets gedurende het laatste half uur van de toets mag de toetsruimte niet worden verlaten fraude wordt bestraft Succes! CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina van 23

2 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 2 van 23

3 Casus, behorend bij de vragen t/m 5 Uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat roken mogelijk een sterkere risicofactor voor longkanker is voor mannen dan voor vrouwen. Hoe kunnen we bovenstaande omschrijving ook wel noemen? a. Confounding b. Effectmodificatie c. Publicatiebias d. Selectiebias Vervolg casus Mogelijk leidt roken tot verlies van het Y-chromosoom (LOY) in bloedcellen. Deze hypothese werd in drie grote Zweedse cohort studies (TwinGene, ULSAM en PIVUS) onderzocht. Rookstatus werd als volgt gecodeerd: i) never smoked; ii) party smoker, iii) previously regular smoker; iv) current smoker. 2 Wat is roken in dit onderzoek voor een type variabele? a. Continu b. Dichotoom c. Ordinaal CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 3 van 23

4 Vervolg casus In bovenstaand Figuur staat voor de TwinGene studie de variabele median logr ratio (mlrr-y) weergegeven voor de verschillende groepen. Deze mlrr-y variabele is een continue maat voor het verlies van het Y-chromosoom, waarbij lagere waarden meer verlies aangeven. 3 Welk van de onderstaande statistische toetsen is het meest geschikt om te toetsen of er een significant effect van roken is? a. T-toets voor één gemiddelde b. Pearson-correlatiecoëfficiënt c. Onafhankelijke t-toets d. Logistische regressie e. Gepaarde t-toets f. ANOVA (variantieanalyse) CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 4 van 23

5 Vervolg casus Onderstaande tabel geeft voor de drie cohorten (TwinGene, ULSAM en PIVUS) de aantallen voor rokers en niet-rokers, met en zonder LOY. 4 Wat is de odds ratio in de PIVUS studie voor LOY voor rokers ten opzichte van niet rokers? a b. 0.2 c. 0.4 d. 2.2 e Op basis van deze tabel, welke statistische toets is het meest geschikt om na te gaan of in de PIVUS studie LOY bij rokers significant verschilt van niet rokers? a. Chi-kwadraat toets b. F-toets c. Longrank-toets d. T-toets Einde casus CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 5 van 23

6 6 Bovenstaande figuur is een boxplot van de leeftijd van 85 deelnemers aan een onderzoek. Welke conclusie is correct? a. De leeftijd is scheef verdeeld b. De gemiddelde leeftijd is 33 jaar c. Er zijn meer oude (>33 jaar) dan jonge deelnemers (<33 jaar) d. Twee standaarddeviaties is gelijk aan (80-7)/2=3,5 jaar 7 Welke van de volgende stellingen is van toepassing voor het doen van onderzoek in kinderen? Onderzoek bij kinderen mag a. alleen plaatsvinden wanneer er een geneesmiddel wordt bestudeerd b. alleen plaatsvinden wanneer het onderzoek alleen in deze categorie van proefpersonen kan plaatsvinden c. niet plaatsvinden CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 6 van 23

7 Casus 2, behorend bij de vragen 8 t/m 3 De Australische AIBL studie is een longitudinale cohort studie, waarin onder andere de risicofactoren voor de opstapeling van het amyloid eiwit in het brein wordt onderzocht met behulp van een logistische regressie. In de onderstaande figuur ziet u leeftijd, ingedeeld in kwartielen. Per kwartiel ziet u het aantal mensen met amyloid opstapeling (positive). 8 Welke informatie geeft deze figuur over het verband tussen leeftijd en amyloid opstapeling? Het verband is a. lineair b. niet lineair CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 7 van 23

8 Vervolg casus 2 De onderzoekers maken een predictiemodel om amyloid opstapeling zo goed mogelijk te voorspellen. Hiervoor nemen ze leeftijd (age_dich: 0= jonger dan 65 jaar, = 65 jaar en ouder ), geslacht (gender: 0= man, = vrouw ), en het hebben van geheugenklachten (SMC_dich: 0= afwezig, = aanwezig ) in het model mee. Onderstaande output toont het resultaat. 9 Welke variabele zullen de onderzoekers als eerste selecteren om te verwijderen uit het model? a. Age_dich b. Gender c. SMC_dich d. Constant 0 Waarmee valt de kwaliteit van een dergelijk predictiemodel het beste te onderzoeken? a. ROC curve b. Verklaarde variantie c. Wald-toets CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 8 van 23

9 Vervolg casus 2 De onderzoekers hebben vervolgens de relatie tussen geheugenklachten en amyloid opstapeling onderzocht in een associatiemodel. In deze analyse is APOE_dich meegenomen (0= APOE4 gen afwezig, = APOE4 gen aanwezig ). Welke vorm van vertekening kan met de interactieterm onderzocht worden? a. Confounding b. Effectmodificatie c. Proportional hazards d. Selectiebias 2 Wat is de odds ratio op amyloid opstapeling voor aanwezigheid van het APOE4 gen ten opzichte van afwezigheid van het APOE4 gen? a b..06 c..37 d e f Hoe groot is de kans op het krijgen van amyloid opstapeling voor een 70-jarige man, drager van het APOE4 gen met geheugenklachten? a. 0.0 b. 0.7 c d e f Einde casus 2 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 9 van 23

10 Casus 3, behorend bij de vragen 4 en 5 Onderstaande figuur geeft de lengte van ziekenhuisopname weer voor NHS ziekenhuizen in de Verenigde Staten. 4 Welk van de onderstaande maten kunnen onderzoekers hier het beste bij presenteren om de ziekenhuisduur samen te vatten? a. Het 95% betrouwbaarheidsinterval b. Het gemiddelde c. De mediaan d. De significantie 5 Hoe kan de verdeling in deze figuur beschreven worden? a. Bimodaal b. Normale verdeling c. Scheef links d. Scheef rechts Einde casus 3 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 0 van 23

11 6 Kijk naar bovenstaande stem and leaf-plot. Hoeveel deelnemers aan dit onderzoek zijn 2 jaar? a. b. 3 c. 5 d. 7 7 In de Framingham studie, een grote cohortstudie, wordt het verband tussen opleiding en BMI onderzocht. De onderzoekers vinden de volgende resultaten: Wat kan op basis hiervan geconcludeerd worden? a. Mensen met 0- jaar opleiding hebben een significant hoger BMI dan mensen met een hogere opleiding b. Mensen met some college, vocational school hebben een significant lager BMI dan mensen met een andere opleiding c. Er is een significant verband tussen opleiding en BMI CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina van 23

12 d. Er is geen significant verband tussen opleiding en BMI Casus 4, behorend bij de vragen 8 en 9 In een logistische regressieanalyse wordt de invloed van leeftijd op de aanwezigheid van witte stof beschadigingen (ja/nee) in het brein onderzocht. 8 Welke assumptie voor de relatie tussen leeftijd en witte stof beschadigingen is in bovenstaande analyse onderzocht? a. Continuïteit b. Lineariteit c. Normaliteit d. Proportional hazards 9 Zijn de regressie coëfficiënten voor age en age_sq significant? a. Alleen age is significant b. Alleen age_sq is significant c. Beiden zijn significant d. Beiden zijn niet significant Einde casus 4 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 2 van 23

13 20 Bovenstaand figuur toont een forest plot. Drie van de vijf studies laten een niet significant resultaat zien. Waarom is de summary measure wel significant? De studies van Ng (2004) en Chu (2009) a. hadden meer deelnemers b. hadden minder last van confounding c. hadden minder last van measurement bias d. zijn van recentere datum 2 Bij het uitvoeren van een lineaire regressie met een continue determinant, wordt de determinant opgedeeld in kwartielen. Het verband tussen de determinant en uitkomstmaat blijkt niet lineair. Met welke onderstaande oplossing kan de lineaire regressieanalyse toch worden uitgevoerd? Door de a. determinant als dummyvariabele mee te nemen b. determinant te logtransformeren c. uitkomstmaat als dummyvariabele mee te nemen d. uitkomstmaat te logtransformeren 22 Welke beroepsgroepen mogen worden blootgesteld aan reclame voor receptgeneesmiddelen tijdens een congres volgens de CGR richtlijnen? a. Artsen b. Tandartsassistenten c. Biomedisch onderzoekers die klinisch onderzoek met geneesmiddelen doen d. Antwoord A, en B en C zijn juist CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 3 van 23

14 23 U wilt een nieuw, niet-invasief apparaat gebruiken in de dagelijkse klinische praktijk waarbij patiënten niet aan handelingen worden onderworpen. De data die u met het nieuwe apparaat heeft verkregen bewaart u en wilt u op een later tijdstip gebruiken voor een wetenschappelijk artikel. Nadat u de data heeft verzameld twijfelt u of u nog toestemming nodig heeft van de METc voor het verwerken en opschrijven van de resultaten. Welk antwoord is correct? a. U heeft geen toestemming nodig voor het opschrijven van de data, want het gaat om data die verzameld zijn voor de klinische praktijk b. Alle nieuw apparatuur mag klinisch pas worden gebruikt na toestemming van de METc c. U dient de data weg te gooien omdat het onderzoek onder de WMO valt. d. Na het aanvragen van een niet-wmo verklaring bij de METc kunt u de data opschrijven en publiceren 24 Onderzoekers doen een systematic review (systematische review) naar het effect van virusremmers op het optreden van herpes zoster. Ze overwegen hiervoor de volgende bronnen te gebruiken:. Medline database 2. Embase database 3. Cochrane Database of Systematic Reviews 4. Literatuurreferenties uit reviews en tekstboeken 5. Literatuurreferenties uit artikelen 6. Literatuurreferenties gesuggereerd door experts Welke bronnen kunnen ze het best gebruiken? a. óf 2, én 3 b. t/m 3 c. t/m 5 d. t/m 6 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 4 van 23

15 Casus 5, behorend bij de vragen 25 t/m 28 In een onderzoek naar een nieuwe interventie wordt de bovenstaande figuur gemaakt op basis van de onderzoeksgegevens. 25 Hoe word bovenstaande curve genoemd? a. Kaplan-Meier overlevingscurve b. Proportional hazards-curve c. ROC (receiver operator characteristic) curve d. Scatterplot 26 Wat is bij benadering de mediane duur (in dagen) voor terugkeer naar werk (return to work) in het participatory RTW programma? a. 90 b. 50 c. 300 d De onderzoekers presenteren vervolgens de resultaten van een Cox regressieanalyse gestratificeerd voor de tijdstippen waarop de curves kruisen. Ze vonden een Hazard ratio (T 90 days) van 0.76 (95% CI ; P = 0.36). Wat is de juiste interpretatie van deze HR? a. De kans op herstel is 0.76 b. De kans op herstel is.3 c. Gemiddeld over de tijd is de kans op herstel 0.76 d. Gemiddeld over de tijd is de kans op herstel.3 e. Vóór 90 dagen is gemiddeld over de tijd de kans op herstel 0.76 f. Vóór 90 dagen is gemiddeld over de tijd de kans op herstel.3 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 5 van 23

16 Vervolg casus 5 28 De HR had een p-waarde van Wat zijn mogelijke verklaringen voor een niet-significant effect? a. Het effect is klein b. De onderzoekspopulatie is klein c. De standard error of the mean is groot d. De antwoorden a, b en c zijn correct Einde casus 5 29 In een prospectief cohortonderzoek wordt de relatie tussen systolische bloeddruk en het krijgen van een myocardinfarct onderzocht. De onderzoekers berekenen een odds ratio. Welke risicomaat had in dit geval ook berekend kunnen worden? a. Bonferroni correctie b. Cohen s kappa c. Pearson correlatiecoëfficiënt d. Relatief risico 30 In een analyse worden drie interventies vergeleken en hun effect op overleving. Welke statistische techniek kan toetsen of de overlevingscurves van de groepen significant van elkaar verschillen? a. F-toets b. Kaplan-Meier-toets c. Log-rank-toets d. Wald-toets 3 De term statistische power verwijst naar de kans om met het onderzoek a. de alternatieve hypothese terecht te verwerpen b. de alternatieve hypothese ten onrechte te verwerpen c. de nulhypothese terecht te verwerpen d. de nulhypothese ten onrechte te verwerpen 32 Bij het opstellen van een predictiemodel voor complicaties na een knieoperatie, hebben de onderzoekers de predictor sekse uit het model gehaald. De -2 Log likelihood waardes voor beide modellen zijn: Model (met sekse) 35,933 Model 2 (zonder sekse) 36,038 Is de verwijdering van sekse in dit geval terecht? a. Ja b. Nee c. Hier zijn meer gegevens voor nodig CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 6 van 23

17 33 Om het risico op chronische buikklachten bij kinderen te onderzoeken, zijn socioeconomische status (SECshort: laag, midden() en hoog(2) ) en eenouderschap(singlepar) onderzocht in een logistisch regressiemodel. Wat is het 95% betrouwbaarheidsinterval rondom de odds ratio voor hoge sociaal economische status ten opzichte van lage sociaal economische status? a. -.9; -.57 b. 0.0; 0.03 c. 0.04; 0.06 d. 0.5; 0.2 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 7 van 23

18 Casus 6, behorend bij de vragen 34 t/m 38 Onderzoekers voerden een lineaire regressie uit om de cholesterolconcentratie te voorspellen. In het model is sekse (0=vrouw, =man), roken (0=nee, =ja) en leeftijd in jaren meegenomen. 34 Wat is de interpretatie van de B voor leeftijd? a. Per jaar verschil in leeftijd, verschilt cholesterol met.022 mmol/l b. Per jaar verschil in leeftijd, verschilt cholesterol met.43 mmol/l c. Per jaar verschil in leeftijd, verschilt cholesterol met standaarddeviatie d. Per standaarddeviatie verschil in leeftijd, verschilt cholesterol met.022 mmol/l 35 Wat is in model de interpretatie van (constant)? Dit is a. de gemiddelde cholesterolconcentratie van mannen b. de gemiddelde cholesterolconcentratie van vrouwen c. de verwachte cholesterolconcentratie van rokende mannen op leeftijd=0 d. de verwachte cholesterolconcentratie van rokende vrouwen op leeftijd=0 e. het verschil in cholesterolconcentratie tussen mannen en vrouwen f. het verschil in cholesterolconcentratie tussen mannen en vrouwen op leeftijd=0 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 8 van 23

19 Vervolg casus 6 36 Er zijn twee modellen getest. Wat is de interpretatie van rookgedrag en leeftijd op de relatie tussen sekse en cholesterol? Er is sprake van a. confounding b. effectmodificatie c. geen vertekening d. selectiebias 37 Wat is, op basis van model 2, het cholesterolniveau voor een rokende vrouw van 42 jaar? a. 3.2 b. 4.2 c. 4.4 d Stel dat het cholesterolniveau niet normaal verdeeld is. Welke analyse om het verband tussen leeftijd en cholesterolniveau te toetsen kan er als alternatief uitgevoerd worden? a. Non-parametrische toets b. Parametrische toets Einde casus 6 39 Een groep onderzoekers doet een systematic review. Ze maken een funnel plot. Op een funnelplot staat op de y-as de groote van een studie. Welke bevinding kan wijzen op publication bias? a. Er zijn meer studies met een positief resultaat dan met een negatief resultaat b. Er zijn meer kleine studies dan grote studies c. Het gemiddelde resultaat van kleine studies is anders dan dat van grote studies. d. De studies zijn gelijkmatig verspreid en tonen gemiddeld geen resultaat 40 Wat is het belangrijkste verschil tussen een logranktoets en een coxregressieanalyse? Bij een coxregressie kan men a. corrigeren voor confounding, en bij een logranktoets niet b. een survivalcurve maken, en bij een logranktoets niet c. toetsen of er een significant verschil is, en bij een logranktoets niet CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 9 van 23

20 4 Onderzoekers willen het BMI bij kinderen voorspellen aan de hand van hun frisdrankconsumptie, het aantal uur dat ze TV kijken en de tijd dat ze buiten spelen. Welke analysetechniek past hier het best bij? a. Cox regressieanalyse b. Lineaire regressieanalyse c. Onafhankelijke t-toets d. Pearson-correlatiecoëfficiënt e. Spearman-correlatiecoëfficiënt f. Variantieanalyse (ANOVA) 42 Onderzoekers doen een RCT om te kijken of patienten die veel bewegen sneller herstellen van een hernia dan patiënten die weinig bewegen. Welke analysetechniek past hier het best bij? a. Cox regressieanalyse b. Lineaire regressieanalyse c. Logistische regressieanalyse d. Onafhankelijke t-toets e. Variantieanalyse (ANOVA) 43 In een logistische regressieanalyse vinden onderzoekers een B van (SE=.04). Wat is de odds ratio voor een verschil van 5 eenheden in deze determinant? a b..936 c d Door wie wordt bepaald of een onderzoek WMO-plichtig is? a. door het onderzoeksinstituut b. door de CCMO c. door de opdrachtgever d. door de METC 45 Het verschil in serum cholesterol tussen mannen en vrouwen wordt bekeken. Onderstaande tabel geeft de output weer. Welke toets kan worden uitgevoerd om te toetsen of mannen en vrouwen van elkaar verschillen? a. Een gepaarde t-toets b. Een t-toets voor één gemiddelde c. Een onafhankelijke t-toets CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 20 van 23

21 46 Er wordt een sample-size berekening uitgevoerd voor een experimenteel onderzoek naar de werkzaamheid van een nieuw middel om de systolische bloeddruk te verlagen. De uitkomst is 20. Dit is a. de verschilscore die als een relevant effect wordt gezien b. de standaarddeviatie van de individuele veranderingen c. het totaal aantal benodigde patiënten per groep d. het totaal aantal benodigde patiënten voor de gehele studie 47 In een onderzoek wordt de relatie tussen geslacht (sex: 0=man, =vrouw) en triglyceride concentratie onderzocht. Omdat de triglycerideconcentratie scheef verdeeld is, passen de onderzoekers een logtransformatie toe. Hoeveel keer zo groot is de gemiddelde triglycerideconcentratie bij vrouwen ten opzichte van mannen? a. 0.4 b. 0.4 c..4 d..94 e. 8.9 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 2 van 23

22 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 22 van 23

23 . Continue uitkomstvariabelen Formuleblad Onafhankelijke T-toets: t = s p x x n 2 + n 2 s p = 2 ( n ) s + ( n2 ) ( n + n ) 2 s 2 2 Gepaarde T-toets t = dx sd n Lineaire regressie analyse Y b + b X = 0 95% Betrouwbaarheidsinterval: b t ( ) se( ) 2. Dichotome uitkomstvariabelen Chi-kwadraat toets: ( ) = 2 2 O E χ E ± b 0.975; n + n2 2 df Logistische regressie analyse: P Y ln ( = ) P( Y = ) = b 0 + b X 95% Betrouwbaarheidsinterval: b ±. se( b ) 96 ( b ) OR EXP = ( = ) = ( b + b X +...) P Y + e 0 3. Survival data Cox regressie analyse: ln [ hazard ( Y )] baseline hazard + b X = ( b ) HR EXP = 95% Betrouwbaarheidsinterval: b ±. se( b ) 96 CAT Professionele ontwikkeling en wetenschap / afname 29 mei 205 Pagina 23 van 23