1. Instappen in het IKG-systeem Hoe kan je instappen in het IKG-systeem De beslissing tot instap... 4

Transcriptie

1

2 INHOUD 1. Instappen in het IKG-systeem Hoe kan je instappen in het IKG-systeem De beslissing tot instap Wanneer kan je instappen in het IKG-systeem Het opvolgen van de voorwaarden van het IKG-systeem Hoe start je met het IKG-systeem? Informeer de gezinnen Hoe worden de gezinnen geïnformeerd? Wel of niet instappen in het IKG-systeem? Het huishoudelijk reglement, het opvangcontract en het opvangplan Wat is het verschil tussen een opvangcontract en het... 7 huishoudelijk reglement? Welke onderwerpen moeten verplicht opgenomen worden in het huishoudelijk reglement? Het opvangplan De verplichte attesten met de kindcode Het aanvragen van een attest kindcode Aanvraag kindcode via de website van Kind en Gezin Aanvraag kindcode via de Kind en Gezin-lijn Goedkeuring van de aanvraag voor een attest kindcode Fouten of aanpassingen in het attest kindcode De jaarlijkse herberekening van de bijdrage van het gezin Wat als gezinnen valse verklaringen afleggen of gevraagde bewijsstukken niet tijdig voorleggen? De steekproeven De voorrangsregels Wie heeft voorrang? Aan wie moet de voorziening voorrang geven? Verduidelijking van de categorieën Het realiseren van de voorrangsregels De voorrangsregels in de praktijk Het huishoudelijk reglement Communicatie naar de gezinnen Wat als de opvang al volzet is? Zijn er regionale verschillen? Opvolging van de voorrangsregels De aanwezigheidsregistratie van de kinderen De aanwezigheden per dag Kind en Gezin IKG-systeem

3 3.2. De opvangprestaties Vragen met betrekking tot de opvangprestaties Vergoeding aan de voorziening en facturatie aan het gezin Hoe worden de vergoedingen IKG bepaald? Het berekenen van de kwartaalvoorschotten De rekenregels Berekeningswijze voor nieuwe IKG-voorzieningen Berekeningswijze voor IKG-voorzieningen die reeds beschikken over een IKGsaldo van een voorgaand kwartaal Valkuil Saldoberekening Regularisaties Terugvorderingen belastingen Facturatie aan de gezinnen Hoe werkt Intrum? Verloop van de facturatie Verloop bij wanbetaling Uitsluiting uit het IKG-systeem Fiscale attesten Boekhoudkundige inspectie Het beëindigen van het IKG-systeem Stopzetting van het IKG-systeem door de voorziening stopzetting van het IKG-systeem door kind en gezin KLACHTENBEHANDELING Wat doet de klachtendienst? Wanneer neem je contact op met de Klachtendienst? Contactgegevens Kind en Gezin IKG-systeem

4 1. Instappen in het IKG-systeem 1.1. HOE KAN JE INSTAPPEN IN HET IKG-SYSTEEM Je kan een aanvraag indienen om in te stappen in het IKG-systeem als je beschikt over een ontvankelijke aanvraag voor een attest van toezicht. Het aanvraagformulier kan je terugvinden op de website. Het ingevulde formulier en de nodige bijlages verstuur je naar de provinciale afdeling DE BESLISSING TOT INSTAP Om te kunnen instappen in het IKG-systeem moet je voldoen aan onderstaande voorwaarden. Je moet beschikken over: een attest van toezicht een bewijs van kennis van het Nederlands een erkend kwalificatiebewijs voor een persoon die de verantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van de kinderen (voor een zelfstandig kinderdagverblijf) (bijlage 2). een dynamisch ondernemingsplan en een bewijs van kennis van bedrijfsbeheer 1 Je moet voldoen aan volgende voorwaarden: minstens voorschoolse opvang aanbieden: opvang van kinderen die niet of niet voltijds (overgangsperiode) naar school gaan. je opvangaanbod bekend maken aan een coördinatiepunt dat vrije opvangplaatsen zichtbaar maakt, als dit kan binnen de gemeente of regio. de voorrangsregels toepassen zoals bepaald door de Vlaamse Regering (bijlage 1). de gezinnen informeren over het IKG-systeem en je huishoudelijk reglement of het contract met de gezinnen aanpassen aan de regelgeving van het IKG-systeem. je opvangaanbod openstellen voor alle kinderen. Een exclusief opvangaanbod, bv. voor kinderen van werknemers van één bedrijf, kan niet. Eigen voorrangsregels mogen niemand discrimineren omwille van afkomst, levensovertuiging, geslacht, geaardheid, 2 je moet per kalenderjaar minstens 12 uur vorming volgen die rechtstreeks verband houdt met de opvangactiviteit en die kwaliteitsbevorderend is. 1 Zolang de ministeriële besluiten hieromtrent niet door de minister zijn bepaald, kan dit niet gecontroleerd worden. 2 Dit op basis van de antidiscriminatieregelgeving, onder andere: Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie Kind en Gezin IKG-systeem

5 o Dit kan een cursus, workshop, vormingsavond of studiedag zijn. o Start je later met de opvang in het kalenderjaar, dan wordt het aantal verplichte vormingsuren verhoudingsgewijs verlaagd. o Vormingsorganisaties die regelmatig passende vormingsactiviteiten aanbieden, vind je terug op de website ( o Voor het einde van elk kalenderjaar moet je de bewijzen van de gevolgde vorming bezorgen aan Kind en Gezin. o Voor een zelfstandig kinderdagverblijf kunnen zowel de verantwoordelijke als de medewerkers de vereiste vorming volgen. o OPGELET: wacht niet om je in te schrijven voor een geschikte vormingsactiviteit! Het aantal deelnemers kan beperkt zijn. Bijkomende voorwaarden voor een zelfstandig kinderdagverblijf Je opvangvoorziening beantwoordt aan de minimale kwaliteitsnorm in de dienstverlening door te voldoen aan volgende voorwaarden: o Je behaalt minstens een score 4 op het KWAPOI. o Je evalueert de werking van je opvangvoorziening jaarlijks met het Z-KWAPOI of ZiKo. Het Z-KWAPOI is een zelfevaluatie-instrument voor de pedagogische aanpak. Het Ziko is een zelfevaluatie-instrument voor het meten van het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen in de opvangvoorziening. Je toont aan dat de werking bijgestuurd en verbeterd wordt op basis van de bevindingen van het Z-KWAPOI of ZiKo. Bijkomende voorwaarden voor de zelfstandige onthaalouder Als zelfstandige onthaalouder werk je met ZIKO-VO en toon je aan dat de werking van de opvang wordt bijgestuurd op basis van de resultaten ervan. ZIKO-VO is het zelfevaluatieinstrument gemaakt voor de onthaalouders. Met dit systeem kan de onthaalouder elk kind opvolgen. Het systeem vertrekt vanuit de beleving van het kind en gaat het welbevinden en de betrokkenheid van het kind na WANNEER KAN JE INSTAPPEN IN HET IKG-SYSTEEM Je kan ten vroegste starten met IKG op de 1 ste dag van de maand volgend op de beslissing. Als er een latere datum op het aanvraagformulier staat, dan wordt deze datum of de eerste dag van de maand daaropvolgend de startdatum.! IKG kan nooit starten in het midden van een maand! Kind en Gezin IKG-systeem

6 1.4. HET OPVOLGEN VAN DE VOORWAARDEN VAN HET IKG- SYSTEEM Eens je ingestapt bent in het IKG-systeem, moet je voldoen aan de voorwaarden en de werkwijze die het systeem oplegt. Dit wil zeggen dat je: moet voldoen aan de basisvoorwaarden, moet werken volgens het systeem, niet herhaaldelijk dezelfde fouten mag maken, geen valse verklaringen mag afleggen, geen zware fouten tegen de regelgeving mag maken. Als je voorziening niet voldoet dan kan Kind en Gezin beslissen om jouw voorziening: bijkomende voorwaarden op te leggen, tijdelijk te schorsen uit het IKG-systeem, definitief uit te sluiten uit het IKG-systeem. 2. Hoe start je met het IKG-systeem? 2.1. INFORMEER DE GEZINNEN Hoe worden de gezinnen geïnformeerd? De gezinnen waarvan de kinderen in je voorziening worden opgevangen hebben nood aan informatie. Op de website van Kind en Gezin kan je een infobrochure voor de ouders downloaden met uitleg over het IKG-systeem. ( Daarnaast kan je uiteraard andere informatiekanalen voorzien: vb. een info-avond organiseren, Wel of niet instappen in het IKG-systeem? Gezinnen die reeds gebruik maken van je opvangvoorziening en een contract hebben afgesloten voor je de overstap naar het IKG-systeem hebt gemaakt, hebben de keuze om al of niet volgens hun inkomen te betalen. Gezinnen kunnen op basis van een berekening van de opvangprijs, via de website van Kind en Gezin of de Kind en Gezinlijn, een keuze maken. Gezinnen die niet willen deelnemen kunnen de opvang verder zetten op basis van hun huidige contract. Kind en Gezin IKG-systeem

7 Gezinnen die wel willen deelnemen kunnen via de website van Kind en Gezin of de Kind en Gezin-lijn de dagprijs berekenen en een attest kindcode aanvragen. Er is één uitzondering: Kind en Gezin besliste dat jouw voorziening het IKG-systeem kan toepassen maar met een latere startdatum. Als gezinnen de overeenkomst ondertekenen in de periode tussen de toestemming van Kind en Gezin en de effectieve start met het IKG-systeem door de voorziening, dan mogen gezinnen niet kiezen. In de tussenperiode betaalt het gezin de prijs die jij met hen overeenkomt. Na de start betalen ze de prijs volgens hun inkomen. Uiteraard moeten deze gezinnen hierover ook goed geïnformeerd worden. Gezinnen die in het IKG-systeem stappen, kunnen niet meer terug naar het vroegere contract! 2.2. HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT, HET OPVANGCONTRACT EN HET OPVANGPLAN Tussen het gezin en je voorziening bestaat er een contract dat de bepalingen bevat die tussen hen overeengekomen zijn met betrekking tot de opvang van het kind. Het contract bepaalt onder andere dat je instaat voor de opvang van een bepaald kind, tegen een bepaalde vergoeding vanwege het gezin, met een bepaalde opvangregeling en onder bepaalde voorwaarden. Naast de overeengekomen afspraken in het contract worden ook afspraken vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de opvangvoorziening Wat is het verschil tussen een opvangcontract en het huishoudelijk reglement? Het huishoudelijk reglement van een opvangvoorziening is een algemeen document dat eenzijdig uitgaat van de voorziening en voor elk gezin van toepassing is. Elk gezin moet dit huishoudelijk reglement voor ontvangst tekenen 3. Het huishoudelijk reglement bevat de algemene bepalingen over de werking en de leefregels van de voorziening, die voor iedereen dezelfde zijn en door alle partijen nageleefd moeten worden. Het is een eenzijdig document 3 Indien het huishoudelijk reglement voor ontvangst getekend wordt, heeft dit tot gevolg dat gezinnen erkennen er kennis van genomen te hebben. In dat geval wordt ook best in het contract opgenomen dat gezin verklaart een exemplaar ontvangen te hebben en zich ertoe verbindt dit na te leven. Het voordeel van de ondertekening voor ontvangst is dat de voorziening eenzijdig het huishoudelijk reglement mag wijzigen. Hierover moeten dan ook de nodige bepalingen opgenomen worden in het HHR (vb. opzegmogelijkheden in dat geval voor de gezinnen) Indien echter het huishoudelijk reglement voor akkoord getekend wordt, is dit net zoals het contract een wederkerige overeenkomst en kan dit maar gewijzigd worden als de gezinnen ermee akkoord gaan. Kind en Gezin IKG-systeem

8 Een opvangcontract is een wederkerige overeenkomst tussen enerzijds de voorzieningi, en anderzijds een bepaald gezin, over de opvang van een bepaald kind. Het bevat alle specifieke afspraken tussen die partijen. De opvangvoorziening en gezinnen kunnen ernaar terug grijpen als er onduidelijkheid of betwisting is. Het is dan ook belangrijk dat de gezinnen beide documenten ondertekenen en er een kopie van de ondertekende versie wordt bijgehouden. De opvangvoorziening beslist zelf in welk document de informatie met betrekking tot het IKG-systeem wordt opgenomen, en in welke vorm. Kind en Gezin stelt hierbij een modeltekst ter beschikking (bijlage 3: Modeltekst huishoudelijk reglement), die de voorziening kan opnemen in het huishoudelijk reglement of contract met de gezinnen. De modelteksten zijn correct en conform de regelgeving. Het is verplicht om bepaalde informatie aan de gezinnen te verstrekken, maar het is niet verplicht om daarvoor het modeldocument van Kind en Gezin te gebruiken. De opvangvoorziening moet het contract/huishoudelijk reglement niet aan Kind en Gezin bezorgen. Inspectie kan tijdens een inspectiebezoek wel vaststellen of de nodige informatie opgenomen is. Kind en Gezin kan het contract/huishoudelijk reglement opvragen wanneer er klachten zijn. Indien blijkt dat het contract/huishoudelijk reglement onjuiste bepalingen of te weinig informatie bevat, zal Kind en Gezin vragen dit op korte termijn bij te sturen Welke onderwerpen moeten verplicht opgenomen worden in het huishoudelijk reglement? Gezinnen moeten via het huishoudelijk reglement of het contract op de hoogte zijn van: de verplichting om een attest met kindcode aan te vragen en binnen welke termijn (zie 2.3); hoe de financiële bijdrage op basis van het inkomen berekend wordt; wanneer de gezinnen de bijdrage kunnen herberekenen en wanneer ze moeten herberekenen (jaarlijkse herberekening); hoe de facturatie zal verlopen; het feit dat, indien de voorziening zelf de kindcode aanvraagt, de gezinnen eindverantwoordelijke blijven met betrekking tot de aanvraag. Fouten in de aanvraag worden steeds verhaald op de gezinnen; welke andere financiële bijdragen de zelfstandige opvangvoorziening mag vragen en hoeveel ze hiervoor aanrekenen (de prijs moet redelijk zijn en in verhouding tot de werkelijke kost). Deze financiële bijdrage kan enkel gevraagd worden voor: Kind en Gezin IKG-systeem

9 o gebruik en afvalverwerking van de luiers; o warme maaltijd bij een verblijf van minder dan 3 uur; o vervoerskosten om de kinderen van en naar de opvang te brengen; o uitzonderlijke maar noodzakelijke uitgaven voor een individueel kind, op voorwaarde dat deze omschreven zijn in het huishoudelijk reglement. de eventuele sanctionerende vergoedingen die de voorziening vraagt, in welke gevallen ze verschuldigd zijn, hoe deze geregeld zijn en hoeveel ze bedragen. Sanctionerende vergoedingen kunnen enkel gevraagd worden voor een beperkt aantal redenen: o Een kind komt onverwacht niet naar de opvang en de ouder meldt dit niet of te laat, (wat is onverwacht, wat is binnen je voorziening te laat, wat is afwijken van het opvangplan ). o De ouder haalt zijn kind te laat op. (als een kindje later wordt opgehaald dan afgesproken dan mag je een sanctionerende vergoeding vragen zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement, deze uren mogen niet nog eens worden doorgerekend via de opvangprestaties) o Een kind komt systematisch minder naar de opvang dan werd afgesproken in het opvangplan en de ouder is niet bereid een nieuw opvangplan overeen te komen. o Een ouder komt de betalingstermijn niet na, in dit geval mag je voorziening een vergoeding vragen voor de kosten die je maakte om de achterstallen te innen. o Een ouder start de opvang met een ongeldig attest met kindcode: in dit geval mag een sanctionerende vergoeding gevraagd worden van het begin van de opvang tot op het moment dat Kind en Gezin je schriftelijk (via mail of brief) de ongeldigheid meldt van het attest. Het bedrag mag maximaal de basisbijdrage het bedrag van de basisvergoeding dat je van Kind en Gezin ontvangt voor een dag, zijn per opgevangen dag. Hoe de eventuele waarborg geregeld is: o zodra je schriftelijk een plaats garandeert aan het gezin en het huishoudelijk reglement is getekend, mag je een bedrag vragen van het gezin o als het gezin zoals afgeproken de opvang start, moet het bedrag integraal terugbetaald worden in de loop van de eerste maand van de opvang Kind en Gezin IKG-systeem

10 o als het gezin, ondanks de afspraken, de opvang niet laat doorgaan, mag je het bedrag houden, tenzij het aan overmacht te wijten is. Omschrijf duidelijk wat overmacht is. Bij overmacht moet het in principe gaan om situaties die onvoorzienbaar zijn en niet te wijten aan een fout van het gezin. o het bedrag mag maximaal 250 euro bedragen wat er gebeurt als de opvangvoorziening niet meer aan de voorwaarden voldoet voor het IKG-systeem, of niet meer volgens dat systeem wil werken. Dit houdt in dat de gezinnen geïnformeerd worden over: o hoe de gezinnen op de hoogte gebracht zullen worden van de stopzetting; o hoelang de opzegtermijn is bij stopzetting; o hoeveel de bijdrage van het gezin zal bedragen indien de opvangvoorziening op een andere manier verder werkt; wat de gevolgen zijn wanneer gezinnen valse verklaringen afleggen, gevraagde bewijsstukken niet tijdig voorleggen of verschuldigde bijdragen niet of niet tijdig betalen (zie 3.6 en ); het opnamebeleid: dit is de werkwijze die de voorziening hanteert om te bepalen welke kindjes wanneer in de opvang kunnen starten of opgenomen worden, hoe de voorrangsregels bepaald en gerealiseerd worden; de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de klachtendienst van Kind en Gezin over o.a. de toepassing van het inkomensgerelateerde systeem (zie hoofdstuk 7). Het huishoudelijk reglement bevat, naast de verplichte informatie over het IKG-systeem, een aantal belangrijke afspraken, zoals openingsuren; brengen en halen van de kinderen; Voor inspiratie over huishoudelijke reglementen verwijzen we naar de website van Kind en Gezin ( Het opvangplan In het opvangplan worden de dagen genoteerd waarop het kindje gedurende een bepaalde periode aan- of afwezig zal zijn in de opvangvoorziening. Een absolute eis om kinderen een minimaal aantal opvangmomenten per week in de opvang te laten komen is niet aangewezen omdat dit de toegankelijkheid van de opvang kan verminderen. Een voorziening kan dit vooropstellen als de gewenste Kind en Gezin IKG-systeem

11 minimumaanwezigheid, maar moet hiervan kunnen afwijken bvb. om zijn sociale functie ten volle te kunnen realiseren. Een voorziening dient de wettelijke voorrangsregels te respecteren. Het principe van openstaan voor alle kinderen blijft hoe dan ook voorop staan. Een voorziening dient echter ook een pedagogisch beleid te voeren, met het oog op het welbevinden en de betrokkenheid van de opgevangen kinderen. Als een kind aanpassingsproblemen kent in de opvang, doordat het heel weinig naar de opvang komt, kan het inderdaad aangewezen zijn het gesprek hierover met de ouders aan te gaan en eventueel te vragen dat het kind (tijdelijk) meer naar de opvang komt. Het is aangewezen om De gezinnen uit te leggen waarom de opvang een minimum stelt. Zo ruim als haalbaar voor opvangvragen open te staan, bijvoorbeeld door vrijkomende snipperdagen in te vullen. Zo kunnen zoveel mogelijk gezinnen van IKG gebruik maken en zo kan de opvang zo optimaal mogelijk bezet zijn DE VERPLICHTE ATTESTEN MET DE KINDCODE Alle kinderen die in het IKG-systeem worden opgevangen, moeten beschikken over een attest met kindcode. Als ouders beschikken over een geldig aanslagbiljet (niet de electronische aanvraag via tax-on-web), dan mag de voorziening van hen vragen om de kindcode voor te leggen bij de start van de opvang Als de ouders niet beschikken over een aanslagbiljet of als hun inkomen met 20% is gedaald ten opzichte van hun inkomsten op het aanslagbiljet dan krijgen de ouders uiterlijk 2 maanden de tijd om een attest voor te leggen aan de voorziening. Als ouders weigeren om een attest met kindcode aan te vragen of deze afspraak na 2 maanden (zonder gegronde reden) niet nakomen dan kan de voorziening informeren bij de dossierbeheerder of er een aanvraag is. Is er geen aanvraag binnen dan kan de voorziening een attest opmaken met de maximale bijdrage indien ze beschikken over de nodige informatie over het gezin of men kan de opvang stopzetten. De werkwijze van de voorziening moet in het huishoudelijk reglement zijn opgenomen. Kind en Gezin IKG-systeem

12 Het aanvragen van een attest kindcode Aanvraag kindcode via de website van Kind en Gezin De gezinnen kunnen hun attest kindcode aanvragen via de website van Kind en Gezin. Ze geven online alle gevraagde gegevens in voor de berekening van de bijdrage van het gezin. Het aanvraagformulier wordt elektronisch doorgestuurd naar de daarvoor bestemde mailbox via de verstuur balk op de laatste pagina van de aanvraag. Ouders kunnen na het versturen van de aanvraag de aanvraag (pdf) printen en/of bewaren.! Bovenstaand adres is enkel voor de pdf documenten, eventuele vragen of uitleg bijgevoegd door de gezinnen, wordt niet gelezen. Met vragen kunnen gezinnen alleen terecht bij de Kind en Gezinlijn op het nummer Aanvraag kindcode via de Kind en Gezin-lijn Gezinnen die ondersteuning nodig hebben bij het aanvragen van hun attest met kindcode, kunnen bij de voorziening ondersteuning vragen. Als de voorziening het gezin niet kan verder helpen, kunnen ze contact opnemen met de Kind en Gezin-lijn op het nummer (zonaal tarief). De medewerkers van de Kind en Gezin-lijn vullen samen met de gezinnen alle gegevens in en sturen het formulier door naar het IKG-systeem. Hierbij is het belangrijk dat de gezinnen alle info over hun aanslagbiljet en/of inkomens bij de hand hebben Goedkeuring van de aanvraag voor een attest kindcode Wanneer een aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangen de gezinnen twee attesten: Eén attest is bestemd voor de gezinnen en bevat het bedrag van de bijdrage van het gezin voor een volledige opvangdag. Het andere attest is voor jou bestemd en moet door de gezinnen worden bezorgd. Dit staat duidelijk vermeld op het attest. Dit attest bevat de bijdrage van het gezin niet. Samen met deze attesten ontvangen de gezinnen uitleg over de facturatie door Kind en Gezin. Op het attest vind je een unieke kindcode. Deze code is erg belangrijk voor het registreren van de gegevens. Bewaar deze attesten dus zorgvuldig! Als je ervoor opteert om zelf de facturatie van de bijdrage van het gezin te doen, zullen de gezinnen een kopie van hun attest kindcode, waarop de bijdrage vermeld staat, Kind en Gezin IKG-systeem

13 moeten overhandigen. De bijdrage staat enkel hierop vermeld. Het is belangrijk dat je dit opneemt in het contract met de gezinnen en hen hierover goed informeert Fouten of aanpassingen in het attest kindcode Aanpassingen aan een eerder attest met kindode Aanpassingen aan een eerder attest met kindcode kunnen altijd als het over identificatiegegevens gaat. Werden er bij de aanvraag verkeerde inkomensgegevens doorgegeven dan krijgt het gezin drie maanden de tijd om dit aan te passen na het insturen van de aanvraag. Aanpassingen doe je telefonisch ( ) of via Het herberekenen van de bijdrage Wanneer moeten de gezinnen een nieuw attest aanvragen via de website of via de Kind en Gezin-lijn: als de gezinssamenstelling wijzigt (samenwonen, echtscheiding, ); als het aantal kinderen ten laste wijzigt; als het gezamenlijk belastbaar inkomen met minstens 20% daalt; bij de jaarlijkse herberekening op 1 oktober. Bij de eerste drie situaties gaat de nieuwe bijdrage van het gezin in op de eerste van de maand volgend op de melding aan Kind en Gezin De jaarlijkse herberekening van de bijdrage van het gezin Jaarlijks op 1 oktober wordt de dagprijs voor de gezinnen herberekend. De dagprijs wordt aangepast aan de nieuwe inkomensgegevens van de gezinnen, gekoppeld aan de nieuw geïndexeerde bedragen. Als voorziening ben je verplicht om de gezinnen hierover te informeren, daarom ontvang je van Kind en Gezin een brief met een affiche en/of kaartjes om aan de gezinnen af te geven. Als gezinnen de dagprijs niet herberekenen binnen de vooropgestelde termijn, betalen ze de maximum bijdrage.! Gezinnen hebben tot 31 oktober de tijd om de herberekening uit te voeren, je kan dus niet eerder eisen dat ze een nieuw attest afgeven. Kind en Gezin IKG-systeem

14 Wat als gezinnen valse verklaringen afleggen of gevraagde bewijsstukken niet tijdig voorleggen? De steekproeven Vanuit Kind en Gezin wordt er dagelijks, via een steekproef, controle uitgevoerd op de berekening van de bijdrage van het gezin. De gezinnen ontvangen een brief met uitleg over de steekproefcontrole en de vraag om de documenten aan Kind en Gezin over te maken. Als alle documenten aanwezig zijn wordt de bijdrage herberekend. Indien er een verschil is tussen beide bedragen, wordt nagegaan wat de oorzaak van het verschil is en of het verschil te wijten is aan fraude, fout of verkeerde interpretatie. Binnen de 10 dagen na ontvangst van de bewijzen stuurt Kind en Gezin een brief aan de gezinnen met een overzicht van de vaststellingen en de berekende financiële bijdrage. De gezinnen hebben de mogelijkheid om, binnen de 14 dagen, te reageren op de brief met de vaststellingen. Na afloop van de periode waarin gezinnen kunnen reageren op de vaststellingen en als er een verschil wordt teruggevonden tussen het bedrag berekend door de gezinnen en het bedrag berekend door Kind en Gezin, creëert Kind en Gezin een nieuw attest kindcode DE VOORRANGSREGELS Wie heeft voorrang? Alle opvangvoorzieningen die instappen in het IKG-systeem moeten in hun inschrijvingsbeleid de voorrangsregels zoals de minister ze heeft vastgelegd respecteren. De voorrangsregels gelden voor tenminste 20 % van de opvangcapaciteit. Hoewel het niet regelgevend verplicht is, kan je ook ruimer open staan voor de voorrangsgroepen, zeker wanneer deze lokaal of regionaal aanwezig zijn Aan wie moet de voorziening voorrang geven? De zelfstandige opvangvoorziening die deelneemt aan het IKG-systeem stelt zijn dienstverlening open voor alle kinderen, maar geeft voorrang aan kinderen uit onderstaande categorieën: categorie a: kinderen van alleenstaande ouders die door werkomstandigheden of het volgen van een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen; Kind en Gezin IKG-systeem

15 categorie b: kinderen van wie de gezinnen een arbeidsinkomen hebben dat lager ligt dan een inkomensgrens die elk jaar op 1 oktober wordt bepaald, en die door werkomstandigheden of door het volgen van een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen; categorie c: kinderen van wie de gezinnen een inkomen hebben dat lager ligt dan een inkomensgrens die elk jaar op 1 oktober berekend wordt door de Vlaamse Regering, en voor wie kinderopvang een belangrijke factor is met het oog op hun economische en maatschappelijke participatie; categorie d: kinderen voor wie het vanwege sociale en/of pedagogische motieven wenselijk is dat zij gedurende de dag opvang en begeleiding krijgen buiten het eigen gezin; categorie e: kinderen van wie een broertje en/of zusje in de voorziening opgevangen wordt.! Categorie e krijgt voorrang maar telt niet mee in de 20% regel Verduidelijking van de categorieën De term gezinnen : het gaat om het gezin waar het kind doorgaans verblijft en van waaruit het naar de opvang gaat. Dit hoeven niet per definitie de natuurlijke gezinnen te zijn (cfr. definitie van gezin in MB van 17 maart 2008 dat financiële bijdrage van het gezin bepaalt). Wat is het verschil tussen categorie b en c, wat is het verschil tussen arbeidsinkomen en inkomen? Arbeidsinkomen is een inkomen dat men verwerft uit reguliere arbeid. Inkomen is ruimer en kan ook op een andere manier verworven zijn, bijvoorbeeld een uitkering (werkloosheidsuitkering, invaliditeit, ). Het gaat hier enkel om het formeel vaststelbaar inkomen: wat op aanslagbiljet, loonfiche of andere officiële documenten vermeld staat. Het gaat hier om het gezinsinkomen zoals opgenomen in het MB van 17 maart 2008 dat de financiële bijdrage van de gezinnen bepaalt. Alleenstaande ouders: wanneer zijn ouders alleenstaand? Wanneer de ouder niet gehuwd of niet officieel samenwonend is. Onder samenwonen wordt verstaan domicilie hebben op hetzelfde adres. Als de ouder samenwoont met familieleden tot de vierde graad 4, wordt ze als alleenstaande beschouwd. 4 Verwanten in de eerste graad: ouders van het kind Verwanten in de tweede graad: grootouders van het kind, broers en zussen van het kind Verwanten in de derde graad: overgrootouders van het kind, ooms en tantes van het kind, kinderen van broers en zussen van het kind Verwanten in de vierde graad: betovergrootouders van het kind, ooms en tantes van vader/moeder van Kind en Gezin IKG-systeem

16 Gewaarborgd minimaal bruto maandinkomen Dit is dezelfde inkomensgrens zoals wordt bepaald in het MB financiële bijdrage van het gezin tot toekenning voor een korting voor laag inkomen. Deze wordt elk jaar per 1 oktober opnieuw bepaald Het realiseren van de voorrangsregels Als een kind bij aanvang van de opvang behoort tot een voorrangsgroep, mag je het blijven meetellen als kind met voorrang, ook bij een gewijzigde gezins- en/of arbeidssituatie, eenmaal het kind in de opvang is. De voorrangsregels zijn voor de categorieën a, b, c en d in ieder geval bindend tot zij voor ten minste 20 %van de opvangcapaciteit effectief gerealiseerd kunnen worden of als je kan aantonen dat je inspanningen leverde om de 20% te behalen. Als er meer kandidaten zijn voor een vrije plaats, krijgt een kind uit de voorrangsgroepen dus altijd voorrang op andere kinderen, tot minstens 20% van je plaatsen zijn ingevuld door kinderen uit voorrangsgroepen a,b,c en d. Andere voorrangscriteria kunnen op de voorgrond treden nadat je minstens 20% kinderen uit de voorrangsgroepen een opvangplaats gegeven hebt en nadat je voorrang gegeven hebt aan broers en zussen. De andere opnamecriteria mogen niet discriminerend zijn en moeten objectief en duidelijk omschreven zijn (bijvoorbeeld inwoners van de gemeente). Het principe van openstaan voor alle kinderen blijft hoe dan ook voorop staan: je mag geen groepen bij voorbaat uitsluiten. Je kan wel voorrang geven aan bepaalde groepen. Opnamebeleid: afwachten of actieve samenwerking? De nieuwe voorrangsregels betekenen zeker niet dat je verplicht bent om bepaalde plaatsen vrij te houden (het mag wel) en dat je moet afwachten tot iemand uit de voorrangsgroepen een vraag stelt. Als de opvangvoorziening echter zelf (te) weinig aanvragen verwacht uit de voorrangsgroepen, is het zeker aangewezen een netwerk uit te bouwen, samen met andere opvangvoorzieningen en organisaties die gezinnen kunnen doorverwijzen naar opvangvoorzieningen. De voorziening maakt zijn opvangaanbod actief bekend bij deze organisatie (gemeente, OCMW, regioteams Kind en Gezin, ), bij de gezinnen en, indien het bestaat in de gemeente, een systeem dat vrije plaatsen zichtbaar maakt. Kind en Gezin IKG-systeem

17 Vijf voorrangsgroepen: wat is de onderlinge rangorde/prioriteit? De 4 vermelde groepen a, b, c en d staan niet in rangorde ten opzichte van elkaar. De ene voorrangsgroep is niet méér prioritair dan de andere. In principe kan de 20% die als minimum geldt, behaald worden met uitsluitend kinderen uit één van de categorieën a, b, c en d. Als voorziening doe je inspanningen naar alle gezinnen uit de categorieën a, b, c, d en e zodat geen enkele voorrangsgroep, aanwezig in de omgeving van je voorziening, uit de boot valt De voorrangsregels in de praktijk Het huishoudelijk reglement In het huishoudelijk reglement moet duidelijk je opnamebeleid vermeld staan als er meerdere kinderen kandidaat zijn voor één beschikbare plaats. Je beschrijft je werkwijze, of hierbij ook nog andere voorrangsregels gehanteerd worden en op welke manier. Als gezinnen zich aanmelden met een vraag naar kinderopvang, kan je hun toestemming vragen om enkele gegevens over hun gezins- en werksituatie te noteren in functie van de voorrangsregels die je opvang moet kunnen volgen in het kader van IKG. Op het attest met kindcode kan men zien of het gezin al dan niet tot de voorrangsgroep behoort. Vergeet in het contract dat je afsluit met de gezinnen niet uitdrukkelijk te verwijzen naar het huishoudelijk reglement en het opnamebeleid dat je hierin beschreven hebt Communicatie naar de gezinnen Het opnamebeleid met betrekking tot de voorrangsgroepen moet actief aan de gezinnen gecommuniceerd worden: bij het eerste contact, in het huishoudelijk reglement en in eventuele folders voor gezinnen of op een website. Binnen het Ecce Ama project is een instrument ontwikkeld dat je kan helpen om een zicht te krijgen op de mogelijke drempels voor sommige doelgroepen. Als je de drempels kent, kan je bekijken of je drempelverlagend kan werken en of je dit prioritair wil aanpakken. Meer info op: ( Meer inspiratie vind je ook in de handleiding Kinderopvang met sociale functie. ( Kind en Gezin IKG-systeem

18 Wat als de opvang al volzet is? De opvang mag geen kinderen uit andere groepen die momenteel in de opvang verblijven (of aan wie al definitief een plaats toegewezen werd) aan de deur zetten om aan de voorrangsregels te voldoen Zijn er regionale verschillen? Opvangvoorzieningen in stedelijke context krijgen misschien meer aanvragen uit de voorrangsgroepen dan voorzieningen in een landelijke context. Je zal als voorziening in een bepaalde regio misschien niet altijd in de mogelijkheid zijn om de 20% voorrangsgroepen te bereiken. Als je de 20% voorrangsgroepen nog niet bereikt, is het belangrijk dat je inspanningen doet om het voorrangsbeleid effectief uit te voeren Opvolging van de voorrangsregels Regelgevend werd bepaald dat Kind en Gezin in het bijzonder toeziet op de naleving van deze voorrangsregeling. Heel wat voorzieningen bereiken de capaciteit voor voorrangsgroepen, voor andere voorzieningen is dit nog niet zo en zal dit zeker een inspanning vragen. Voor de aanpassing van je opnamebeleid, krijg je als voorziening zeker wat tijd. Voor je de praktijk van de voorrangsregels kan toepassen, is het belangrijk dat je start met het aanpassen van je eigen opnamebeleid en dat je dit opneemt in het huishoudelijk reglement en de folders voor de gezinnen. Er wordt van de voorziening verwacht dat dit gebeurt binnen de 6 maanden na de start van deelname aan IKG. Daarna moet je de theorie omzetten in de praktijk en de voorrangsregels toepassen in de werking van je voorziening. Het doel is de realisatie van deze voorrangsregels stap voor stap op te bouwen. Er moet evolutie zijn in de verhouding tussen de opgevangen groepen. Als je na vele inspanningen de 20% voorrangsgroepen toch nog niet zou bereiken, is het belangrijk dat je kan aantonen dat je inspanningen doet om het voorrangsbeleid effectief uit te voeren. Dit kan je aantonen door je acties te documenteren. Uiteraard weet Kind en Gezin dat het voor zelfstandige kinderopvangvoorzieningen die deelnemen aan het IKG-systeem een aantal jaren kan duren voor het voorrangsbeleid kan toegepast worden voor de totale opvangcapaciteit. Hier wordt zeker rekening mee gehouden. Kind en Gezin IKG-systeem

19 De opvang kan zelf bepalen of er met een wachtlijst wordt gewerkt. Bijvoorbeeld: een wachtlijst bijhouden op basis van de aanvraagdatum, maar bij aanvragen van gezinnen uit de voorrangsgroepen een sterretje noteren. Wanneer er een plaats vrijkomt en nog geen 20% van de plaatsen ingevuld zijn met kinderen uit de voorrangsgroepen, kan de eerstvolgende aanvraag met een sterretje de kans krijgen om met de opvang te starten. Kind en Gezin IKG-systeem

20 3. De aanwezigheidsregistratie van de kinderen 3.1. DE AANWEZIGHEDEN PER DAG Alle kinderen die in de opvang aanwezig zijn moeten worden geregistreerd in een aanwezigheidsregister. Dit is een voorwaarde voor het attest van toezicht. Binnen het IKG-systeem is deze registratie zeer belangrijk omdat het de basis is voor alle berekeningen en facturaties. Je kan zelf bepalen op welke wijze je de aanwezigheden registreert. Dagelijks vul je de aankomst- en vertrekuren in per kind op een formulier en maak je het totaal op van het aantal opgevangen uren. Minstens maandelijks, laat je de gezinnen het formulier met de IKG-dagaanwezigheden, ondertekenen voor akkoord en bezorg je de gezinnen een kopie van het formulier. Je bewaart zelf het origineel document. De ondertekening van het register door de gezinnen is belangrijk. Het kan latere betwistingen omtrent het aantal aangerekende opvangdagen vermijden. Indien mogelijk kan je best de gezinnen dagelijks de aanwezigheden laten ondertekenen. Je vindt een voorbeeld en meer info over deze registratie als bijlage (bijlage 5). Op dit registratiedocument is er plaats voorzien voor de naam en het dossiernummer van de opvangvoorziening. Je vult het document verder aan met de maand en het jaar van de registratie en de voornaam en naam van het kind. Denk er aan dat inspectie deze documenten ten allen tijde moet kunnen inkijken DE OPVANGPRESTATIES Kind en Gezin zal jou, op het einde van elke maand, per mail het formulier opvangprestaties (bijlage 6) bezorgen. Dit formulier is uiterst belangrijk omdat op basis hiervan de saldo s voor jouw voorziening worden berekend en de facturen voor de gezinnen worden opgemaakt. Hoe vul je de opvangprestaties in? (lees zeker de bijlage die maandelijks wordt meegestuurd met het formulier!) Op het document voor de maandregistratie vind je verschillende kolommen terug. Kind en Gezin IKG-systeem

21 In de eerste kolom neem je de kindcode op. Bij het invullen van de kindcode zijn volgende zaken belangrijk: Kijk na of de code klopt met het attest kindcode. Een kind kan meerdere kindcodes hebben, bv. in het geval van co-ouderschap kunnen de vader en de moeder een verschillende kindcode hebben. Een attest kindcode is beperkt geldig. Het is belangrijk om de geldigheid na te gaan. In de tweede kolom noteer je de voornaam van het kindje, in de derde kolom de familienaam: ook hier willen we er de aandacht op vestigen om de naam over te nemen van het attest kindcode. Indien de naam op het attest fout is, kan je dit melden bij Kind en Gezin. De volgende kolommen vul je in naargelang de opvangduur (bv. minder dan 3 uur, tussen 3 uur en 4 uur 59 min, ) van de kindjes. Dit doe je op basis van de aanwezigheden per kind. Tel het totaal aantal uren samen en maak het totaal. De totalen neem je op in het formulier van de opvangprestaties. Onderaan het formulier vul je de naam van de verantwoordelijke in. Wanneer het formulier ingevuld is, kan je het automatisch doorsturen aan Kind en Gezin via de knop verstuur via bovenaan de eerste pagina. De verwerking van de gegevens gebeurt automatisch. Kind en Gezin verwacht uiterlijk de 10 de dag van de volgende maand het ingevulde formulier, zodat de facturen voor de gezinnen tijdig kunnen worden opgemaakt. Wanneer er foute informatie wordt opgenomen in de kolommen, zal jouw formulier door het IKG-systeem geweigerd worden. Het is dus noodzakelijk om de gegevens over te nemen die op het attest met de kindcode staan VRAGEN MET BETREKKING TOT DE OPVANGPRESTATIES Wat doen als je niet alle kindcodes hebt ontvangen van de gezinnen? In eerste instantie kan je contact opnemen met je dossierbeheerder en de kindcodes opvragen. Als je nog kindcodes ontbreekt, kan je de gegevens van de andere kinderen doorsturen voor de 10 e van de maand. Als je de overige ontbrekende kindcodes hebt ontvangen van de gezinnen kan je de eerder doorgestuurde lijst aanvullen en opnieuw versturen naar Kind en Gezin. Let er op dat je niet enkel de aanpassingen doorstuurt maar alle opvangprestaties van alle kinderen, want het nieuwe formulier overschrijft het vorige volledig. Kind en Gezin IKG-systeem

22 Wat doen als gezinnen geen kindcode aanvragen? Als gezinnen, zonder gegronde reden, na twee maanden geen attest met kindcode voorleggen, dan kan je zelf een kindcode aanvragen zonder het opgeven van de inkomensgegevens, als je dit in je huishoudelijk reglement of contract hebt voorzien. De gezinnen betalen in dit geval de maximale bijdrage, het is dus zeer belangrijk dat je de gezinnen aanzet tot en ondersteunt bij het aanvragen van de kindcodes. Je kan eveneens beslissen de opvangovereenkomst stop te zetten, wanneer gezinnen zonder reden weigeren een kindcode aan te vragen. Ook dit moet je dan voorzien in je overeenkomst. Kan ik nog aanpassingen doen aan eerdere registraties? Regularisatie van de geregistreerde aanwezigheden kunnen tot maximaal één jaar na de registratie van de geleverde opvangprestaties. Bijvoorbeeld: de opvangprestaties van mei 2012 worden geregistreerd bij Kind en Gezin op 9 juni 2012, dan kunnen regularisaties tot 9 juni Kan je afwijken van het opvangplan en kan een opvangplan wijzigen? Bij de aanvang van de opvang wordt een opvangplan opgesteld met de gezinnen. Het is de bedoeling dat dit opvangplan weergeeft wanneer het kind op structurele wijze aan- en afwezig zal zijn in de voorziening. Sluitingsperiodes of -dagen van de voorziening en afwezigheden van het kind omwille van geplande vakantiedag(en) van het gezin in het opvangplan opgenomen worden. In de mate dat dit jaarlijks op zelfde data vastligt. Gezinnen kunnen afwijken van het opvangplan, hetgeen betekent dat het kind een bijkomende dag afwezig is, mits ze dit tijdig laten weten. Niet elke vakantie(dag) ligt immers structureel en lang op voorhand vast zodat die niet in het opvangplan kan opgenomen worden. Het huishoudelijk reglement moet bepalen hoelang op voorhand de gezinnen een afwijking/een bijkomende dag afwezigheid moeten doorgeven. Enkel als gezinnen deze afspraken niet nakomen, kan een sanctionerende vergoeding worden gevraagd. De regelgeving verbiedt niet dat het opvangplan aangepast wordt als dit in overleg gebeurt tussen het gezin en de voorziening. Als het organisatorisch mogelijk is voor de voorziening, kan een ander (ook tijdelijk) opvangplan overeengekomen worden. Afwezigheid wegens ziekte binnen het IKG-systeem Bij een onverwachte en niet of niet tijdig meegedeelde afwezigheid kan je een vergoeding vragen van gezinnen. Je moet zelf preciseren op welke manier je verwacht dat gezinnen de afwezigheid van een kind aankondigen en hoe lang op voorhand. Hier zal Kind en Gezin IKG-systeem

23 je een onderscheid moeten maken tussen gewone afwezigheid en afwezigheid door ziekte. Ziekte kan meestal niet ver op voorhand aangekondigd worden. Om te vermijden dat gezinnen ziekte zouden misbruiken om op het laatste een afwezigheid van hun kind te rechtvaardigen, kan je een doktersattest vragen. De voorziening ontvangt in elk geval maandelijks een vast bedrag ter compensatie van eventuele ziekte. Het is niet de bedoeling dat voor tijdig gemelde ziekte van gezinnen een vergoeding gevraagd wordt. 4. Vergoeding aan de voorziening en facturatie aan het gezin 4.1. HOE WORDEN DE VERGOEDINGEN IKG BEPAALD? IKG-voorzieningen krijgen een vast bedrag van Kind en Gezin, los van de financiële bijdrage van het gezin. Het bedrag verschilt naargelang de duur van de opvang. Bovendien krijgen ook een ZOO en een ZKDV een verschillend bedrag. Het verschil tussen een ZOO en ZKDV zijn er: omdat een zelfstandige onthaalouder opvang doet in de eigen woning en daardoor minder kosten heeft; om geen te groot verschil te laten bestaan tussen de kostenvergoeding van een aangesloten onthaalouder en de vaste vergoeding van een zelfstandige onthaalouder die met IKG werkt De bedragen opgenomen in de tabel zijn de bedragen geldig vanaf 1 oktober Vaste vergoeding voor opvang: gedurende 5 tot minder dan 12u per dag gedurende 5 tot minder dan 13u per nacht gedurende minder dan 3u per dag gedurende 3 tot minder dan 5u per dag aansluitend dag en nacht van minder dan 24u of nacht van 13u of meer Zelfstandig kinderdagverblijf 30,42 euro 30,42 euro 40%: 12,16 euro 60%: 18,25 euro 160%: 48,67 euro Zelfstandige onthaalouder 18,27 euro 18,27 euro 40%: 7,3 euro 60%: 10,96 euro 160%: 29,23 euro Kind en Gezin IKG-systeem

24 Extra vaste vergoeding voor lange opvang: gedurende 10 tot minder dan 11u/dag gedurende 11 tot minder dan 12u/dag gedurende 11 tot minder dan 13u/nacht 2,69 euro 5,36 euro 5,36 euro / 2,69 euro 2,69 euro Als de voorziening zelf factureert, dan wordt het bedrag dat de gezinnen betalen afgetrokken van het bedrag dat de voorziening ontvangt van Kind en Gezin HET BEREKENEN VAN DE KWARTAALVOORSCHOTTEN Je voorziening ontvangt een voorschot wanneer je start met het IKG-systeem en aan het begin van elk kwartaal. Hieronder vind je meer informatie over de wijze waarop het voorschot wordt berekend door Kind en Gezin. Een voorschot bestaat steeds uit verschillende delen: Een voorschot basis = voorschot op de basisbijdrage Een voorschot ziekte = vergoeding ter compensatie van de afwezigheid van zieke kinderen Een voorschot bijdrage van het gezin = dit geldt enkel voor voorzieningen die zelf factureren Voorziening waarbij Kind en Gezin factureert, ontvangt voorschot basis + voorschot ziekte. Voorziening die zelf factureert ontvangt voorschot basis + voorschot ziekte voorschot bijdrage van het gezin. Er is een verschil in berekeningswijze voor voorzieningen die reeds geruime tijd deelnemen aan het IKG-systeem en reeds een voorgaand saldo ter beschikking hebben en voorzieningen die nog geen voorgaand saldo ter beschikking hebben De rekenregels Hieronder vind je de verklaring voor alle componenten die gebruikt worden voor de berekening van het IKG-voorschot. Capaciteit De capaciteit van de voorziening op de eerste dag van het kwartaal waarvoor het voorschot wordt berekend. Kind en Gezin IKG-systeem

25 Gemiddeld aantal openingsdagen Gemiddeld is een opvangvoorziening 220 dagen per jaar geopend. Het gemiddelde aantal openingsdagen per kwartaal wordt vastgelegd op 55. Dagen IKG Het aantal kalenderdagen dat de voorziening actief is in het IKG-systeem in het betreffende kwartaal. Dagen IKG factureert zelf Het aantal kalenderdagen dat de voorziening actief is in het IKG-systeem en zelf factureert in het betreffende kwartaal. Dit is enkel van toepassing voor voorzieningen die zelf factureren. Dagen kwartaal Het aantal kalenderdagen in het betreffende kwartaal (1 ste Kw.= 90dg, 2 de Kw.= 91dg, 3 de Kw.= 92 dg, 4 de Kw.= 92dg). Percentage starter Uit analyse van de aanwezigheden die aan Kind en Gezin zijn overgemaakt heeft Kind en Gezin vastgesteld dat een nieuwe IKG-voorziening, bij de start, 40% van de capaciteit volledig benut voor IKG. In het tweede kwartaal dat de voorziening werkt met IKG, wordt de capaciteit van gemiddeld 45% en in het derde kwartaal van gemiddeld 50% benut. Vaste vergoeding IKG Deze vergoeding is de vergoeding waarop een IKG-voorziening recht heeft voor een volledige dag. Op dit ogenblik bedraagt dit bedrag: Voor een zelfstandig kinderdagverblijf: 30,42 euro Voor een zelfstandige onthaalouder: 18,27 euro Gemiddelde van het gezin Op basis van de opvangprestaties van de voorzieningen werd berekend dat de gemiddelde bijdrage van het gezin in IKG-voorzieningen momenteel 13 euro bedraagt. Dit bedrag is enkel van toepassing als de voorziening zelf factureert. Kind en Gezin IKG-systeem

26 Bedrag aanwezigheden basis Dit bedrag is het effectieve bedrag waarop de voorziening recht had voor de basisbijdrage in het kwartaal waarvoor het laatste IKG-saldo werd berekend. Bedrag aanwezigheden bijdrage van het gezin Dit bedrag is het effectieve bedrag dat de voorziening aan bijdrage van het gezin heeft ontvangen in het kwartaal waarvoor het laatste IKG-saldo werd berekend. Dagen kwartaal afrekening Het aantal kalenderdagen in het kwartaal waarvoor het laatste IKG-saldo werd berekend. (dit is belangrijk als het saldo werd berekend op een onvolledig kwartaal.) Dagen IKG afrekening Het aantal kalenderdagen dat de voorziening actief is geweest in het IKG-systeem in het kwartaal waarvoor het laatste IKG-saldo werd berekend. Dagen IKG factureert zelf afrekening. Het aantal kalenderdagen dat de voorziening actief is geweest in het IKG-systeem in het kwartaal waarvoor het laatste IKG-saldo werd berekend en waarbij de voorziening zelf factureert. Voorschotpercentage IKG Kind en Gezin betaalt in principe een voorschot van 90% van het vermoedelijke gebruik. Voor het derde kwartaal (juli, augustus, september) is het bedrag van het voorschot lager, aangezien het voorschot gebaseerd is op het geraamd gebruik en het staat vast dat in die periode het gebruik gemiddeld aanzienlijk lager ligt omwille van vakantieperiode. (Dit om te voorkomen dat het grootste gedeelte van de voorzieningen worden geconfronteerd met negatieve saldi aan het einde van het derde kwartaal.) Vergoeding ziekte ZOO = 16,44 euro ZKDV = 24,36 euro Berekeningswijze voor nieuwe IKG-voorzieningen Zolang er voor de IKG voorziening geen saldo van een voorgaand kwartaal ter beschikking is dat kan worden gebruikt voor de berekening, wordt het voorschot berekend op basis van de capaciteit van de voorziening. Kind en Gezin IKG-systeem

27 Bij het eerste voorschot wordt het percentage starter gebruikt van 40%, bij het volgende voorschot 45% en indien nodig bij de daarop volgende voorschotten 50%. Voorschot basis = Capaciteit * 55 (gemiddeld aantal openingsdagen) * vaste vergoeding IKG * Percentage starter (40%,45% of 50%)* (dagen IKG / dagen kwartaal) * Voorschotpercentage IKG Voorschot ziekte = capaciteit attest van toezicht op de eerste van de maand waarin het voorschot wordt berekend* vergoeding ziekte* aantal maanden in kwartaal * 90% Voorschot bijdrage van het gezin = Capaciteit * 55 (gemiddeld aantal openingsdagen) * Gemiddelde bijdrage van het gezin * Percentage starter (40%,45% of 50%)* (dagen IKG factureert zelf/ dagen kwartaal) * Voorschotpercentage IKG Voorbeeld: Een voorziening met een capaciteit van 22 plaatsen start met het IKG-systeem op 1 november Het eerste voorschot wordt als volgt berekend: Voorschot basis: 22x55x30,42x40%x(61/90)x90% = 8981,20 euro Voorschot ziekte: 22x24,36x2x90% = 964,65 euro Voorschot bijdrage van het gezin: 22x55x13x40%x(61/90)x90% = 3838,12 euro Voorschot als Kind en Gezin factureert = 9945,85 euro Voorschot als voorziening factureert = 6107,73 euro Berekeningswijze voor IKG-voorzieningen die reeds beschikken over een IKG-saldo van een voorgaand kwartaal Van zodra er een eerste kwartaalsaldo werd gemaakt in IKG wordt dit kwartaalsaldo als basis gebruikt voor de berekening van het volgende voorschot. Voorschot basis = Bedrag aanwezigheden basis * (dagen IKG/dagen kwartaal) * voorschotpercentage IKG * (dagen kwartaal afrekening/ dagen IKG afrekening) Voorschot ziekte = capaciteit op attest van toezicht * vergoeding ziekte * (dagen IKG maand 1/dagen maand 1 + dagen IKG maand 2/dagen maand 2 + dagen IKG maand 3/dagen maand 3) * voorschotpercentage IKG Voorschot bijdrage van het gezin = Bedrag aanwezigheden bijdrage van het gezin * (dagen IKG factureert zelf/dagen kwartaal) * voorschotpercentage IKG * (dagen kwartaal afrekening/ dagen IKG factureert zelf afrekening) Kind en Gezin IKG-systeem

28 Valkuil Hou er rekening mee dat de voorschotten die betaald worden door Kind en Gezin bedoeld zijn voor de opvang van de kinderen gedurende meerdere maanden. Het is dus belangrijk de besteding van het voorschot te spreiden en rekening te houden met eventuele afwezigheidsdagen van de kinderen in je voorziening SALDOBEREKENING In de eerste maand van het kwartaal wordt een saldoafrekening gemaakt van het voorgaande kwartaal. Dit kan enkel op voorwaarde dat de voorziening de opvangprestaties voor de 10 e van de maand doorstuurde. Als er opvangprestaties ontbreken wordt er geen saldoafrekening gemaakt. Hoe wordt het saldo berekend? Basisbijdrage Om tot de basisbijdrage te komen wordt het aantal reële opvangdagen vermenigvuldigd met de vaste vergoeding (zie tabel). Vergoeding voor ziekte:capaciteit op 1e dag van de maand op het attest van toezicht * vergoeding ziekte x (aantal dagen IKG-actief in maand] / aantal dagen in maand) Vergoeding lange opvang Het aantal dagen lange opvang wordt vermenigvuldigd met de extra vaste vergoeding (zie tabel) Het totaalbedrag wordt verrekend met het voorschot dat de voorziening ontving. Als het saldo positief is, dan wordt het bedrag overgeschreven op de rekening van de voorziening. Als het bedrag negatief is, dan wordt dit verrekend met de andere bedragen die Kind en Gezin aan de voorziening uitbetaalt. Je voorziening krijgt elk kwartaal een brief met informatie over de berekening van het kwartaalsaldo. Kind en Gezin IKG-systeem

29 4.4. REGULARISATIES Je kan, tot een jaar na het registreren van de eerste aanwezigheden aanpassingen doorgeven. Voorbeeld: De aanwezigheden van mei 2012 worden ingestuurd op 6 juni 2012, aanpassingen aan mei kunnen enkel als dit voor 6 juni 2013 gebeurt. Enkel naar aanleiding van een boekhoudkundige inspectie kan hiervan worden afgeweken. Dit gebeurt door het opsturen van een aangepaste lijst met opvangprestaties. Het nieuwe formulier overschrijft het vorige volledig. Stuur dus niet enkel de aanpassingen door. De aanpassingen worden automatisch geregulariseerd TERUGVORDERINGEN Als je stopt met het IKG-systeem, wordt een saldo berekend. Als dit saldo negatief is, ontvang je een brief met het terug te betalen bedrag en een einddatum voor de vereffening. Als het saldo positief is, wordt het bedrag overgeschreven op rekening van de voorziening. Wanneer je niet of laattijdig het verschuldigde bedrag betaalt aan Kind en Gezin, kunnen er gerechtelijke stappen worden gezet BELASTINGEN De IKG-vergoedingen zijn belastbaar. De Federale Overheidsdienst Financiën verplicht Kind en Gezin om alle vergoedingen, die aan de opvang betaald zijn, door te geven. Binnen de mogelijkheden van de fiscale wetgeving, beslis je zelf of en welke kosten in de belastingsaangifte worden aangetoond in functie van belastingsvermindering. Je kan, als je dit wil, de IKG-vergoeding combineren met de financiële ondersteuning voor zelfstandige kinderdagverblijven. Kind en Gezin IKG-systeem

30 4.7. FACTURATIE AAN DE GEZINNEN Als opvangvoorziening kan je kiezen om zelf te factureren of om de facturatie via Kind en Gezin te laten uitvoeren. Je kan deze keuze éénmaal herzien. De eventuele nieuwe keuze gaat in vanaf het volgende kwartaal. Als de opvangvoorziening zelf factureert, zullen de gezinnen een kopie van hun attest kindcode, waarop de dagbijdrage vermeld staat, moeten bezorgen aan je voorziening. Als Kind en Gezin factureert, houden de gezinnen hun attest, waarop de bijdrage van het gezin vermeld staat, bij. Kind en Gezin doet beroep op de firma Intrum voor de facturatie aan de gezinnen Hoe werkt Intrum? Verloop van de facturatie Intrum ontvangt tweewekelijks een bestand van Kind en Gezin met te versturen facturen. Binnen de 48 uur vertrekt de factuur van Intrum naar de gezinnen. De factuur vermeldt de nodige details over de opvang van de afgelopen maand en verzoekt de geadresseerde om de betaling aan Intrum te verrichten. Eénmaal per jaar verstuurt Intrum, uit naam van Kind en Gezin, fiscale attesten naar de gezinnen. Er kunnen enkel facturen worden opgemaakt na ontvangst van je opvangprestaties. Als je formulieren van verschillende maanden tegelijk verstuurt, ontvangen de gezinnen de facturen van deze maanden in één keer Verloop bij wanbetaling Gezinnen die niet betalen na het ontvangen van de eerste factuur, krijgen na 21 dagen een eerste aanmaning zonder extra kosten. Als gezinnen niet betalen na het ontvangen van de eerste aanmaning, wordt na 16 dagen een tweede aanmaning verstuurd. Hiervoor wordt 10 euro extra kosten aangerekend aan de gezinnen. Als de gezinnen 7 dagen na het versturen van de tweede aanmaning niet betaalden, worden ze telefonisch gecontacteerd. Per dossier worden er twee belpogingen ondernomen door Intrum nv. Dit telefonisch contact heeft als doel na te gaan waarom er geen betaling werd verricht. Het kan immers gebeuren dat gezinnen de factuur niet hebben ontvangen. Het telefonisch contact heeft ook als doel de gezinnen aan te sporen Kind en Gezin IKG-systeem

31 tot betaling. Tijdens dit gesprek kan er met de gezinnen overeengekomen worden om te betalen op een bepaalde dag. 5 dagen na het telefonisch contact wordt er een balans opgemaakt van de nog openstaande facturen en de informatie, verzameld tijdens het telefonisch contact. Dit overzicht en de informatie worden aan Kind en Gezin bezorgd. Als de gezinnen de factuur nog niet betaalden wordt er een ingebrekestelling verstuurd. Hiervoor wordt 15 euro kosten aangerekend aan de gezinnen. Het totaal van de administratieve kosten bedraagt dan 25 euro (10 euro van de tweede aanmaning en 15 euro voor de ingebrekestelling). Gezinnen die een ingebrekestelling ontvangen, hebben 15 kalenderdagen om te betalen. Indien gezinnen niet betalen, is het normale betalingstraject afgelopen en kan er een incassotraject gestart worden. Kind en Gezin ontvangt op regelmatige basis een lijst met de gezinnen die hun facturen niet betaalden. De voorzieningen worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht Uitsluiting uit het IKG-systeem Als de gezinnen 3 keer een ingebrekestelling ontvingen en nog steeds de facturen niet betaalden, worden ze uit het IKG-systeem gezet. De gezinnen krijgen hierover een aangetekende brief. De brief vermeldt de reden van de uitsluiting, informatie over de facturen en de datum van beëindiging. Ook de voorziening wordt op de hoogte gebracht van de uitsluiting. De vergoeding van Kind en Gezin voor de opvang van het kind wordt stopgezet. Als kinderen uit het IKG-systeem worden gezet, moet de voorziening de opzegtermijn opgenomen in hun huishoudelijk reglement niet respecteren en kunnen ze de opvang stopzetten op datum van de uitsluiting. Deze uitzondering op de opzegtermijn moet wel uitdrukkelijk opgenomen worden in het huishoudelijk reglement. Uitgesloten kinderen kunnen niet verder in je voorziening worden opgevangen, omdat de voorziening enkel kinderen kan inschrijven die beschikken over een geldige kindcode. Ook in andere IKG-voorzieningen kunnen ze niet meer terecht Fiscale attesten Jaarlijks, in de loop van de maand maart, ontvangen de gezinnen een fiscaal attest van Intrum. Op het fiscaal attest is vak I ingevuld door Kind en Gezin. Vak II wordt ingevuld door Intrum, volgende zaken worden vermeld: naam van de personen die de opvang betalen; Kind en Gezin IKG-systeem

32 naam en geboortedatum van het kindje; het aantal effectieve verblijfsdagen; het dagtarief zoals vermeld op het attest met kindcode; het bedrag dat de gezinnen effectief betaalden voor de opvang van hun kinderen in het voorbije jaar, niet de factuurbedragen. De maand december zal bv. nooit op het attest staan omdat dit pas betaald kan worden in het volgende jaar.! Eventuele extra kosten of sanctionerende vergoedingen mogen niet op het fiscale attest worden vermeld. Voor inlichtingen over de fiscale attesten kan je terecht bij: Federale Overheidsdienst Financiën Tel: Website: kies voor publicaties de aftrek van kosten voor kinderopvang. Kind en Gezin IKG-systeem

33 5. Boekhoudkundige inspectie De boekhoudkundige inspectie kan alle administratie met betrekking tot het IKG-systeem controleren: aanwezigheden per dag, opvangprestaties, de facturatie, het huishoudelijk reglement, Wanneer het verslag van de boekhoudkundige inspectie onregelmatigheden bevat met betrekking tot het IKG-systeem, volgt je dossierbeheerder de nodige correcties op. Als je voorziening in gebreke blijft de nodige correcties door te voeren, kan gestart worden met de procedure om je voorziening uit het IKG-systeem te zetten omdat je niet voldoet aan de voorwaarden. 6. Het beëindigen van het IKG-systeem 6.1. STOPZETTING VAN HET IKG-SYSTEEM DOOR DE VOORZIENING Wanneer je als voorziening stopt met het IKG-systeem, worden volgende punten in acht genomen: De stopzetting moet minstens 1 maand op voorhand meegedeeld worden aan Kind en Gezin. Je brengt de gezinnen onmiddellijk op de hoogte. Je bent verplicht om de gezinnen een redelijke overgangsperiode te geven (zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement). Wanneer bovenstaande punten niet in acht worden genomen is een sanctie door Kind en Gezin mogelijk (bv. terugvorderen van de ontvangen bedragen) STOPZETTING VAN HET IKG-SYSTEEM DOOR KIND EN GEZIN Kind en Gezin kan je deelname aan het IKG-systeem (tijdelijk of definitief) stopzetten wanneer je niet voldoet aan de voorwaarden die werden opgenomen in het eerste deel van deze brochure. Bij het stopzetten van IKG wordt op het einde van het kwartaal een saldo berekend. Als het saldo positief is wordt dit bedrag op je rekening overgeschreven. Is het saldo negatief dan wordt het teruggevorderd. Kind en Gezin IKG-systeem

34 7. KLACHTENBEHANDELING 7.1. WAT DOET DE KLACHTENDIENST? Advies en tips geven, zodat je een probleem zelf kan aanpakken. Doorverwijzen als de klacht buiten de bevoegdheid van Kind en Gezin valt. Bemiddeling doen ze niet Ontvankelijke klachten laten onderzoeken door de daartoe bevoegde ambtenaren. Aanbevelingen doen om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren WANNEER NEEM JE CONTACT OP MET DE KLACHTENDIENST? Als je vindt dat de dienstverlening van Kind en Gezin te wensen overlaat. Als je klachten hebt over personen of instellingen die erkend zijn door Kind en Gezin of die werken met een attest van toezicht van Kind en Gezin. Je kan niet terecht bij de Klachtendienst met vragen over kinderopvang, de dienstverlening, met vragen van reglementaire, administratieve of juridische aard of met andere informatieve zaken. Hiervoor kan je terecht bij de Kind en Gezin-lijn op het nummer , elke werkdag van 8 tot 20 uur. Je kan ook een sturen naar info@kindengezin.be CONTACTGEGEVENS Klachtendienst Kind en Gezin Hallepoortlaan Brussel Telefoon: Fax: klachtendienst@kindengezin.be Kind en Gezin IKG-systeem

35 Bijlage 1: Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen DE VLAAMSE REGERING, HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 Kind en Gezin: het intern verzelfstandigd agentschap Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin; 2 voorziening: zelfstandige onthaalouder of zelfstandig kinderdagverblijf; 3 zelfstandige onthaalouder: onthaalouder met attest van toezicht als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen, die minstens voorschoolse opvang aanbiedt; 4 zelfstandig kinderdagverblijf: kinderdagverblijf met attest van toezicht als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen; 5 inkomensgerelateerde opvang: opvang waarvoor betaald wordt volgens de hoogte van het beroepsinkomen van het gezin; 6 gezin: de persoon die het kind dat opgevangen wordt door de voorziening, ten laste heeft, en de persoon die er in voorkomend geval mee gehuwd is of, zo niet gehuwd, ermee samenwoont, en het opvangcontract tekent. Samenwonende verwanten tot en met de vierde graad worden evenwel niet in aanmerking genomen. Onder samenwonen wordt verstaan: domicilie hebben op hetzelfde adres. Onder ten laste hebben wordt verstaan: financiële verantwoordelijkheid dragen voor; 7 gezondheidsindexcijfer: het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van s lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen; 8 ministerieel besluit van 17 maart 2008: het ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders; 9 minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen. 10 attest kindcode 5 : attest dat op aanvraag bezorgd wordt aan de gezinnen, en dat een unieke identificatie mogelijk maakt van het kind dat opgevangen wordt door een voorziening. Art. 2. Voorzieningen die inkomensgerelateerde opvang aanbieden aan alle gezinnen waarvoor ze voorschoolse opvang doen, en daarbij voldoen aan een aantal voorwaarden, kunnen daarvoor een vergoeding krijgen van Kind en Gezin, volgens de bepalingen van dit besluit. 5 punt 10 ingevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari 2012 Kind en Gezin IKG-systeem

36 De toepassing van inkomensgerelateerde opvang en van het systeem, vermeld in dit besluit, is evenwel niet mogelijk voor zelfstandige onthaalouders, wat de opvang van eigen kinderen betreft. HOOFDSTUK II. Voorwaarden voor de voorzieningen Art. 3. De gezinnen betalen, als deelname in de opvangkosten, een financiële bijdrage op basis van het inkomen van het gezin conform de bepalingen, vermeld in artikel 1 en artikel 3 tot en met 15 van het ministerieel besluit van 17 maart De voorziening informeert de gezinnen tijdig en nauwgezet over de belangrijkste principes op basis waarvan die bijdrage berekend wordt en neemt daarover de nodige bepalingen op in het contract met de gezinnen of in het huishoudelijk reglement. Art. 4. De voorziening kan boven op de bijdrage, vermeld in artikel 3, een financiële bijdrage vragen aan de gezinnen als deelname in specifieke opvangkosten die niet gerelateerd zijn aan het inkomen van het gezin, conform de bepaling van artikel 17 van het ministerieel besluit van 17 maart De voorziening communiceert daar tijdig en nauwgezet over met de gezinnen en neemt daarover de nodige bepalingen op in het contract met de gezinnen of in het huishoudelijk reglement. Art. 5. De voorziening kan geen andere financiële bijdrage vragen aan de gezinnen dan de financiële bijdrage, vermeld in artikel 3 en 4. De voorziening kan wel een vergoeding vragen aan de gezinnen: 1 conform de bepaling van artikel 18 van het ministerieel besluit van 17 maart 2008; 2 voor opvang die door de gezinnen wordt gestart met een ingetrokken attest kindcode als vermeld in artikel 13. De vergoeding bedraagt maximaal de vaste vergoeding, vermeld in artikel 19 en 20, per opgevangen dag en kan gevraagd worden met terugwerkende kracht voor de periode vanaf de start van de opvang en maximaal tot de dag van kennisgeving door Kind en Gezin over het ingetrokken attest. 6 De voorziening communiceert daar tijdig en nauwgezet over met de gezinnen en neemt daarover de nodige bepalingen op in het contract met de gezinnen of in het huishoudelijk reglement. Art De voorziening stelt haar dienstverlening open voor alle kinderen, maar geeft voorrang aan kinderen die behoren tot de volgende categorieën: 1 kinderen van alleenstaande gezinnen die door werkomstandigheden of doordat ze een opleiding volgen, hun kinderen overdag niet zelf kunnen opvangen; 2 kinderen van wie de gezinnen een arbeidsinkomen hebben dat lager ligt dan een inkomensgrens 6 tweede lid vervangen bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari artikel 6, vervangen bij besluit van 25 september 2009, treedt in werking op 1 juni 2010 Kind en Gezin IKG-systeem

37 die elk jaar wordt berekend zoals vermeld in het derde lid, en die door werkomstandigheden of doordat ze een opleiding volgen, hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen; 3 kinderen van wie de gezinnen een inkomen hebben dat lager ligt dan een inkomensgrens die elk jaar wordt berekend zoals vermeld in het derde lid, en voor wie kinderopvang een belangrijke factor is met het oog op hun economische en maatschappelijke participatie; 4 kinderen voor wie het vanwege sociale of pedagogische motieven wenselijk is dat ze overdag opvang en begeleiding krijgen buiten het eigen gezin; 5 kinderen van wie een broertje of zusje in de voorziening opgevangen wordt. De voorrangsregels voor de categorieën, vermeld in het eerste lid, 1, 2, 3 en 4, gelden voor ten minste 20% van de opvangcapaciteit van de voorziening. De voorzieningen hebben een opnamebeleid waarbij ze actief beschrijven hoe ze die voorrang realiseren. Het opnamebeleid verschaft eveneens duidelijkheid aan de gezinnen over de andere opnamecriteria. Het opnamebeleid wordt actief aan de ouders gecommuniceerd. Kind en Gezin ziet in het bijzonder toe op de naleving van de voorrangsregeling. Voor de berekening van de inkomensgrens, vermeld in het eerste lid, 2 en 3, wordt het gewaarborgde minimale brutomaandinkomen omgerekend naar een belastbaar jaarbedrag door de gegevens te vermenigvuldigen met een coëfficiënt 8 die Kind en Gezin elk jaar op 1 oktober 9 op basis van de volgende formule berekent: gemiddeld gezondheidsindexcijfer van twee jaar voordien x 12 gezondheidsindexcijfer van 1 september 10 van het jaar in kwestie Onder gemiddeld gezondheidsindexcijfer van 2 jaar voordien als vermeld in het derde lid, wordt verstaan: de som van de gezondheidsindexcijfers die gelden in elk van de twaalf maanden van het jaar in kwestie, gedeeld door twaalf. Art. 7. Het zelfstandig kinderdagverblijf voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9, 10, 11 en 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen. Art. 8. De zelfstandige onthaalouder heeft kennis van het Nederlands. Die kennis blijkt uit een kwalificatiebewijs of kan worden bewezen door een taalexamen of een taaltest, vastgelegd door de minister. De zelfstandige onthaalouder volgt in elk kalenderjaar vorming of bijscholing van minstens 12 uur die rechtstreeks verband houdt met de opvangactiviteiten. De zelfstandige onthaalouder werkt met Ziko-Vo en toont aan dat de werking van de opvang wordt bijgestuurd op basis van de resultaten ervan. Onder Ziko-Vo wordt verstaan: zelfevaluatie- 8 de coëfficiënt bedraagt 11,44; bepaald bij het besluit van 25 september 2009, heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2009 de coëfficiënt bedraagt vanaf 1 juli 2010: 11,74 de coëfficiënt bedraagt vanaf 1 oktober 2011: 11,42 9 juli vervangen door oktober bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli juni vervangen door september bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2011 Kind en Gezin IKG-systeem

38 instrument om het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen in de opvang bij onthaalouders te meten, opgesteld door Kind en Gezin. Art. 9. Als er in de regio van de voorziening een coördinatiepunt voor vrije opvangplaatsen is, maakt de voorziening vrije opvangplaatsen bekend aan dat coördinatiepunt. HOOFDSTUK III. Aanvraag en beslissing Art. 10. De voorziening die in aanmerking wil komen voor de vergoedingen, vermeld in hoofdstuk V, dient op zijn vroegst negen maanden voor de door de voorziening beoogde startdatum van de inkomensgerelateerde opvang volgens de bepalingen van dit besluit, een aanvraag op papier in bij Kind en Gezin, met het aanvraagformulier dat opgesteld is door Kind en Gezin. Het aanvraagformulier bevat: 1 de gegevens die rechtstreeks voortvloeien uit de toepassing van het besluit; 2 de vermelding of het gezin, voor het in het systeem is gestapt, al dan niet een financiële bijdrage volgens het ministerieel besluit van 17 maart 2008 heeft betaald; 3 de contactgegevens, meer bepaald de naam van de voorziening, de naam van de verantwoordelijke, het adres van de voorziening en het telefoonnummer van de voorziening; 4 het rekeningnummer van de voorziening. Een voorziening kan een aanvraag voor inkomensgerelateerde opvang indienen op voorwaarde dat de voorziening beschikt over een ontvankelijke aanvraag voor het attest van toezicht als vermeld in artikel 5 van het ministerieel besluit van 24 april 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen. 11 Art Kind en Gezin neemt binnen de perken van de begroting een beslissing over de aanvraag voor inkomensgerelateerde opvang binnen zes maanden na een ontvankelijke aanvraag voor inkomensgerelateerde opvang als vermeld in artikel 10. Kind en Gezin brengt de voorziening daarvan schriftelijk op de hoogte. Een positieve beslissing is mogelijk als de voorziening: 1 beschikt over een attest van toezicht; 2 voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 7 en 8, eerste lid; 3 beschikt over een ondernemingsplan, opgesteld volgens het model dat ter beschikking gesteld wordt door de minister; 4 beschikt over een bewijs van kennis bedrijfsbeheer, volgens de voorwaarden die de minister vastlegt. Een voorziening kan alleen starten met het systeem op de eerste dag van een maand, op zijn vroegst de eerste dag van de maand die volgt op de positieve beslissing en uiterlijk de eerste dag van de vierde maand na de maand van de positieve beslissing. De vergoeding van Kind en Gezin start op de dag dat de voorziening start met het systeem. 11 tweede lid toegevoegd aan artikel 10 bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari artikel 11 vervangen bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari 2012 Kind en Gezin IKG-systeem

39 Art. 11/1. 13 Als een voorziening die werkt met het systeem volgens de bepalingen van dit besluit, wil overschakelen van zelfstandig kinderdagverblijf naar zelfstandige onthaalouder of omgekeerd, kan die voorziening blijven werken met het systeem volgens de bepalingen van dit besluit tijdens de aanvraag voor een nieuw attest van toezicht in het kader van die overschakeling. Bij de toekenning van een nieuw attest van toezicht voor het nieuwe voorzieningstype zal Kind en Gezin de aangepaste vergoeding betalen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de toekenning van het attest van toezicht, tenzij het attest op de eerste dag van de maand ingaat. HOOFDSTUK IV. Systeem Art. 12. Voor de voorziening die een 14 positieve beslissing heeft gekregen van Kind en Gezin, wordt gewerkt volgens het systeem, vermeld in dit hoofdstuk. Art. 13. De gezinnen berekenen, op basis van gegevens over hun inkomen en hun gezin, conform de bepalingen van artikel 3 tot en met 15 van het ministerieel besluit van 17 maart 2008, de bijdrage op basis van hun inkomen met het berekeningsinstrument van Kind en Gezin. Op zijn vroegst vanaf de maand voorafgaand aan de start van de opvang 15 vragen de gezinnen aan Kind en Gezin een attest aan dat de gegevens van het gezin vermeldt, dat aan het kind een kindcode toekent en dat vermeldt of het kind behoort tot een bepaalde voorrangsgroep als vermeld in artikel 6. De aanvraag bevat de gegevens en het resultaat van de berekening en de administratieve gegevens van het gezin. Als de aanvraag volledig is en conform de bepalingen in dit artikel, bezorgt Kind en Gezin het attest aan het gezin. Het gezin bezorgt het attest aan zijn voorziening uiterlijk bij de start van de opvang 16. aanvraag. 17 Gezinnen kunnen fouten in de aanvraag corrigeren tot drie maanden na de indiening van de Art. 14. De voorziening kan voor de gezinnen, en op de wijze, vermeld in artikel 13, zelf de bijdrage op basis van het inkomen berekenen en het attest aanvragen. De voorziening informeert Kind en Gezin daarover in de aanvraag, vermeld in artikel 10. De voorziening informeert de gezinnen daarover zo snel mogelijk, en zeker voor de eerste opvangdag, vermeld in artikel 13. De gezinnen bezorgen daartoe, conform de bepalingen van artikel 3 tot en met 15 van het ministerieel besluit van 17 maart 2008, de nodige gegevens aan hun voorziening. Ook in dat geval bezorgt Kind en Gezin het attest aan het gezin. 13 artikel 11/1 toegevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari voorlopige of definitieve opgeheven bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari Op zijn vroegst vanaf de eerste opvangdag in hun voorziening vervangen bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari uiterlijk bij de start van de opvang toegevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari vierde lid toegevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari 2012 Kind en Gezin IKG-systeem

40 Art. 15. De voorziening registreert nauwgezet het begin- en einduur van de aanwezigheid van elk kind in de opvang en laat die gegevens minstens maandelijks bevestigen door het gezin van het kind. De voorziening bewaart het origineel en bezorgt het gezin een kopie ervan. De voorziening bezorgt Kind en Gezin maandelijks een overzicht met het totaal aantal geregistreerde aanwezigheden in de voorbije maand van elk kind waarvoor het gezin een inkomensgerelateerde bijdrage betaalt, volgens de administratieve richtlijnen van Kind en Gezin. De voorziening houdt een kopie bij van de naar Kind en Gezin doorgestuurde registratietotalen. De gezinnen kunnen een correctie van de geregistreerde aanwezigheden vragen bij de voorziening, conform de ondertekende opvangprestaties, tot een jaar na de registratie ervan. Bij betwisting kan Kind en Gezin de nodige bewijsstukken opvragen. 18 De voorziening kan een regularisatie van de geregistreerde aanwezigheden indienen bij Kind en Gezin. De voorziening stuurt daarvoor de gecorrigeerde geregistreerde aanwezigheden naar Kind en Gezin volgens de administratieve richtlijnen van Kind en Gezin. Kind en Gezin past de regularisatie toe tot maximaal één jaar na de registratie van de geleverde opvangprestaties. 19 Art. 16. Op basis van de bijdrage, vermeld in artikel 13 of 14, en op basis van de aan Kind en Gezin doorgegeven maandregistratie, vermeld in artikel 15, tweede lid, berekent Kind en Gezin maandelijks het bedrag aan financiële bijdragen op basis van het inkomen van het gezin. Kind en Gezin factureert dat bedrag maandelijks aan de gezinnen en int de betaling bij de gezinnen. Kind en Gezin kan de facturatie en de inning volledig of gedeeltelijk uitbesteden aan een debiteurenbeheerder. De voorziening kan, al dan niet via samenwerking met een andere organisatie of instantie, zelf zorgen voor de berekening, de facturatie en de inning van het bedrag aan financiële bijdragen op basis van het inkomen van het gezin. De voorziening informeert Kind en Gezin daarover in de aanvraag vermeld in artikel 10. De voorziening informeert de gezinnen daarover zo snel mogelijk, en zeker voor de eerste opvangdag, vermeld in artikel 13. Art. 17. Op basis van de registratie, vermeld in artikel 15, tweede lid, vergoedt Kind en Gezin de voorziening per kwartaal, volgens de bepalingen van artikel 19 en 20. Als de voorziening zelf de bijdrage berekent, factureert en int als vermeld in artikel 16, derde lid, vergoedt Kind en Gezin het verschil tussen het bedrag dat de voorziening aan de gezinnen gefactureerd heeft, en de vergoeding waarop de voorziening recht heeft conform artikel 19, eerste en derde lid, en artikel 20, eerste en derde lid. Kind en Gezin betaalt per kwartaal een voorschot op de vergoeding, vermeld in het eerste en het tweede lid. Dat voorschot bedraagt minstens 90% van de geraamde totale vergoeding. Het eerste voorschot wordt betaald in de maand waarin gestart wordt met de inkomensgerelateerde opvang volgens dit besluit. De volgende voorschotten worden betaald in de eerste maand van het 18 derde lid toegevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari vierde lid toegevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari 2012 Kind en Gezin IKG-systeem

41 kwartaal. De raming van de totale vergoeding in een kwartaal gebeurt volgens de richtlijnen, bepaald door Kind en Gezin. Kind en Gezin berekent na afloop van het kwartaal het saldo voor het afgelopen kwartaal. De voorziening bezorgt Kind en Gezin daartoe tijdig de nodige gegevens. Kind en Gezin betaalt of verrekent dat saldo in de loop van het kwartaal na het kwartaal waarop het saldo betrekking heeft. Art. 18. De voorziening zorgt zelf voor de berekening, de facturatie en de inning van eventuele financiële bijdragen als deelname in specifieke opvangkosten als vermeld in artikel 4, en van eventuele sanctionerende vergoedingen als vermeld in artikel 5. Art. 18/1. 20 De voorziening kan een bedrag vragen aan het gezin zodra de voorziening een opvangplaats schriftelijk garandeert en het gezin het huishoudelijk reglement heeft getekend. Dat bedrag wordt integraal terugbetaald in de loop van de maand waarin de opvang start. Als de opvang niet plaatsvindt door een situatie van overmacht voor het gezin, wordt het bedrag ook integraal terugbetaald. Het bedrag, vermeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 250 euro. De voorziening communiceert daar tijdig en nauwgezet over met de gezinnen en neemt daarover de nodige bepalingen op in het contract met de gezinnen en in het huishoudelijk reglement. In het bijzonder neemt ze in het huishoudelijk reglement de situaties op waarin het gezin het bedrag niet krijgt terugbetaald. HOOFDSTUK V. Vergoeding door Kind en Gezin Art Het zelfstandig kinderdagverblijf krijgt van Kind en Gezin een vaste vergoeding van 28,95 euro 22 per dag per kind voor een opvang van minstens 5 uur en minder dan 12 uur overdag, en voor een opvang van minstens 5 uur en minder dan 13 uur s nachts. De vaste vergoeding wordt op basis van de verblijfsduur aangepast en bedraagt: 1 40 % voor een opvang van minder dan 3 uur per dag per kind; 2 60 % voor een opvang van 3 tot minder dan 5 uur per dag per kind; % voor aansluitende dag- en nachtopvang van minder dan 24 uur, waarbij een nachtopvang van 13 uur of meer ook als dusdanig wordt beschouwd. Als forfaitaire compensatie voor eventuele ziektedagen van het op te vangen kind krijgt het zelfstandig kinderdagverblijf van Kind en Gezin per maand een bedrag dat gelijk is aan 23,18 euro 23 maal de capaciteit, vermeld op het attest van toezicht van de voorziening dat geldig is op de eerste dag van de maand. 20 artikel 18/1 toegevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari art 19 vervangen bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli geïndexeerd: van 1/10/2011 t.e.m. 30/09/2012: 29,77 euro 23 geïndexeerd: van 1/10/2011 t.e.m. 30/09/2012: 23,84 euro Kind en Gezin IKG-systeem

42 Boven op het bedrag van de vaste vergoeding, vermeld in het eerste lid, krijgt het zelfstandig kinderdagverblijf van Kind en Gezin een extra vergoeding van 2,56 euro 24 per kind dat wordt opgevangen gedurende 10 tot minder dan 11 uur per dag, en een extra vaste vergoeding van 5,11 euro 25 per kind dat wordt opgevangen gedurende 11 tot minder dan 12 uur als het om dagopvang gaat, en gedurende 11 tot minder dan 13 uur als het om nachtopvang gaat. Art De zelfstandige onthaalouder krijgt van Kind en Gezin een vaste vergoeding van 17,39 euro 27 per dag per kind voor een opvang van minstens 5 uur en minder dan 12 uur overdag, en voor een opvang van minstens 5 uur en minder dan 13 uur s nachts. De vaste vergoeding wordt op basis van de verblijfsduur aangepast en bedraagt: 1 40 % voor een opvang van minder dan 3 uur per dag per kind; 2 60 % voor een opvang van 3 tot minder dan 5 uur per dag per kind; % voor aansluitende dag- en nachtopvang van minder dan 24 uur, waarbij een nachtopvang van 13 uur of meer ook als dusdanig wordt beschouwd. Als forfaitaire compensatie voor eventuele ziektedagen van het op te vangen kind krijgt de zelfstandige onthaalouder van Kind en Gezin per maand een bedrag dat gelijk is aan 15,65 euro 28 maal de capaciteit, vermeld op het attest van toezicht van de voorziening dat geldig is op de eerste dag van de maand. Boven op het bedrag van de vast vergoeding, vermeld in het eerste lid, krijgt de zelfstandige onthaalouder van Kind en Gezin een extra vergoeding van 2,56 euro 29 per kind dat langer dan 11 uur per dag wordt opgevangen, en gedurende minder dan 12 uur als het om dagopvang gaat, en gedurende minder dan 13 uur als het om nachtopvang gaat. Art {opgeheven} HOOFDSTUK VI. Regeling in geval van stopzetting, fraude of laattijdige betaling Art. 22. Kind en Gezin kan een voorziening tijdelijk of definitief uitsluiten uit het systeem, vermeld in dit besluit, of extra voorwaarden opleggen als de voorziening: 1 niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk II; 2 niet werkt volgens het systeem, vermeld in hoofdstuk IV; 3 herhaaldelijk dezelfde fout maakt; 4 valse verklaringen aflegt; 5 een zware fout maakt. Bij het opleggen van een maatregel wordt rekening gehouden met de ernst van de inbreuk, de frequentie en de omstandigheden waarin de inbreuk is gepleegd. Kind en Gezin brengt de voorziening schriftelijk op de hoogte van de vaststelling van de inbreuk en 24 geïndexeerd: van 1/10/2011 t.e.m. 30/09/2012: 2,63 euro 25 geïndexeerd: van 1/10/2011 t.e.m. 30/09/2012: 5,25 euro 26 art 20 vervangen bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli geïndexeerd: van 1/10/2011 t.e.m. 30/09/2012: 17,88 euro 28 geïndexeerd: van 1/10/2011 t.e.m. 30/09/2012: 16,09 euro 29 geïndexeerd: van 1/10/2011 t.e.m. 30/09/2012: 2,63 euro 30 artikel 21 opgeheven bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari 2012 Kind en Gezin IKG-systeem

43 de opgelegde maatregel. Als de voorziening tijdelijk of definitief wordt uitgesloten uit het systeem, vermeld in dit besluit, stelt Kind en Gezin een voor de gezinnen redelijke termijn vast waarin de voorziening nog kan werken volgens de bepalingen en het systeem, vermeld in dit besluit. De voorziening krijgt de vergoeding, vermeld in artikel 19 en 20, tot het einde van die termijn. Als het attest van toezicht van de voorziening wordt ingetrokken, eindigt die termijn hoe dan ook uiterlijk op de dag van de intrekking van het attest van toezicht. 31 De voorziening neemt daarover de nodige bepalingen op in het contract met de gezinnen of in het huishoudelijk reglement. Als het systeem volgens de bepalingen van dit besluit wordt stopgezet, kan de voorziening een nieuwe aanvraag indienen bij Kind en Gezin volgens de administratieve richtlijnen van Kind en Gezin. 32 Art. 23. Voorzieningen die niet meer willen werken volgens de bepalingen en het systeem, vermeld in dit besluit, melden dat minstens één maand op voorhand schriftelijk aan Kind en Gezin, en voorzien in een redelijke overgangsperiode voor de gezinnen. Bij gebrek daaraan kan Kind en Gezin beslissen om hun vergoeding, vermeld in artikel 17, derde lid, terug te vorderen. De voorziening neemt daarover de nodige bepalingen op in het contract met de gezinnen of in het huishoudelijk reglement. Art. 24. Als gezinnen valse verklaringen afleggen over de berekening van de financiële bijdrage of niet tijdig de gevraagde bewijsstukken voorleggen, wordt aan hen de maximale bijdrage op basis van het inkomen van het gezin aangerekend, vermeld in artikel 9, derde lid, van het ministerieel besluit van 17 maart 2008, eventueel met terugwerkende kracht. Als gezinnen de aan Kind en Gezin verschuldigde bijdragen voor de opvang herhaaldelijk niet tijdig betalen of geen gevolg geven aan aanmaningen tot betaling, kan Kind en Gezin de vergoedingen, vermeld in artikel 19 en 20, voor de opvang van het kind van dat gezin stopzetten. In de gevallen, vermeld in het eerste en tweede lid, brengt Kind en Gezin het gezin en de voorziening daarvan onverwijld schriftelijk op de hoogte. De voorziening neemt daarover de nodige bepalingen op in het contract met de gezinnen of in het huishoudelijk reglement. HOOFDSTUK VII. Klachtendienst Art. 25. De voorziening kan of de gezinnen kunnen een klacht indienen over de toepassing van de bepalingen en het systeem, vermeld in dit besluit, bij de klachtendienst van Kind en Gezin. 31 eerste lid vervangen bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari derde lid toegevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari 2012 Kind en Gezin IKG-systeem

44 De voorziening brengt de gezinnen op de hoogte van die mogelijkheid en neemt ze op in het contract met de gezinnen of in het huishoudelijk reglement. HOOFDSTUK VIII. Beroep Art. 26. Als Kind en Gezin een negatieve beslissing neemt over de aanvraag van een voorziening of als Kind en Gezin beslist dat de voorziening niet langer inkomensgerelateerde opvang mag aanbieden, kan de voorziening daartegen beroep aantekenen bij Kind en Gezin binnen dertig kalenderdagen nadat de beslissing ter kennis gebracht is van de voorziening. Kind en Gezin neemt een beslissing over het beroep binnen zestig kalenderdagen nadat het beroep ingesteld is, en brengt de voorziening daarvan schriftelijk op de hoogte. HOOFDSTUK IX. Slotbepalingen Art. 27. Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen wordt opgeheven. Art. 28. Gezinnen die een opvangcontract hebben gesloten met de voorziening die in het systeem stapt, vermeld in dit besluit, op het ogenblik dat de voorziening daartoe een voorlopige positieve beslissing krijgt als vermeld in artikel 11, tweede lid, hebben de keuze tussen een van de volgende systemen: 1 de financiële bijdrage betalen volgens het voor hen bestaande systeem tot uiterlijk het einde van de opvang van het kind; 2 de financiële bijdrage betalen volgens het systeem en de bepalingen van dit besluit. Als gekozen wordt voor het bestaande systeem als vermeld in het eerste lid, 1, heeft de voorziening voor dat kind geen recht op de vergoedingen die verbonden zijn aan de bepalingen en het systeem, vermeld in dit besluit. Art. 29. De bedragen, vermeld in artikel 18/1, en 20, worden elk jaar op 1 oktober 34 verhoogd met de procentuele stijging van het gezondheidsindexcijfer tussen 1 september 35 van het vorige jaar en 1 september 36 van het jaar in kwestie. In afwijking van het eerste lid worden voor de eerstvolgende aanpassing op 1 oktober 2011, de bedragen, vermeld in dit besluit, verhoogd met de stijging van het gezondheidsindexcijfer tussen 1 juni van het vorige jaar en 1 september van het jaar in kwestie. 37 Art. 30. De vergoedingen 38, vermeld in dit besluit, kunnen alleen worden toegekend binnen de perken van de begroting /1, ingevoegd bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari juli vervangen door oktober bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli juni vervangen door september bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli juni vervangen door september bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli tweede lid toegevoegd bij besluit van 15 juli 2011, heeft uitwerking met ingang van 1 juli en lanceringspremies opgeheven bij besluit van 21 oktober 2011, treedt in werking op 1 januari 2012 Kind en Gezin IKG-systeem

45 Art. 31. Dit besluit en de toepassing ervan zullen uiterlijk in 2010 geëvalueerd worden. Daarbij zullen onder meer het effect op de kinderopvang en het effect op de gezinnen aan bod komen. Art. 32. Kind en Gezin ziet toe op de naleving van de bepalingen van dit besluit. Het toezicht op de naleving van de regelgeving wordt op stukken of ter plaatse uitgeoefend. De voorziening verstrekt daartoe de door Kind en Gezin gevraagde inlichtingen of stukken over de werking. Het toezicht ter plaatse wordt uitgeoefend door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie 39, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart De voorziening verstrekt de door personeelsleden van dat agentschap gevraagde inlichtingen of stukken over de werking. De personeelsleden van dat agentschap krijgen ook toegang tot de lokalen van de voorziening, hebben het recht alle administratieve stukken die verband houden met de opvang binnen het systeem, vermeld in dit besluit, te raadplegen, en krijgen op hun verzoek inzage in de individuele dossiers van de gezinnen. De gezinnen verstrekken de door Kind en Gezin of door de personeelsleden van het vermelde agentschap gevraagde gegevens. Art. 33. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Art. 34. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. 39 Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin vervangen door Zorginspectie bij besluit van 24 september 2010, heeft uitwerking met ingang van 21 september 2010 Kind en Gezin IKG-systeem

46 Bijlage 2: Kwalificatiebewijzen 1. Een kwalificatiebewijs Een kwalificatiebewijs wordt in de regelgeving over kinderopvang omschreven als een attest, diploma, certificaat of titel van beroepsbekwaamheid. 2. Welke kwalificatiebewijzen komen in aanmerking? (art. 14) In een zelfstandig kinderdagverblijf of zelfstandige buitenschoolse opvang die financiële basisondersteuning willen ontvangen of in een zelfstandig kinderdagverblijf dat met IKG wil werken, moet de persoon die de verantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van de kinderen één van volgende kwalificatiebewijzen hebben: een diploma secundair onderwijs van het derde jaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, uitgereikt vanaf het schooljaar , van de volgende richtingen: kinderzorg, begeleider in kinderopvang of kinderzorg/begeleider in kinderopvang; een diploma van het onderwijs van het derde jaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, van de volgende richting: een naamloos jaar, als bij het diploma een door de verificateur van het ministerie van Onderwijs voor waar en echt verklaard attest is gevoegd waarop vermeld is dat het leerplan kinderzorg volledig is gevolgd; een brevet van het zesde leerjaar van het voltijds beroepssecundair onderwijs, van de studierichting kinderverzorging, uitgereikt uiterlijk tot en met het schooljaar ; een studiegetuigschrift en een kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het voltijds secundair beroepsonderwijs, van de studierichting kinderverzorging, uitgereikt tijdens de periode vanaf schooljaar tot en met schooljaar ; een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, van de studierichting kinderverzorging, uitgereikt in de periode vanaf schooljaar tot en met schooljaar ; Kind en Gezin IKG-systeem

47 een diploma van het secundair onderwijs, uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs, dat betrekking heeft op een examenprogramma van de studierichting personenzorg, specialisatiejaar, en de onderliggende studierichting kinderverzorging van het voltijds secundair onderwijs; een diploma van het tweejarige opleidings- en tewerkstellingsproject voor migrantenvrouwen in de kinderopvang, georganiseerd door VBJK, het huidige Expertisecentrum voor opvoeding en kinderopvang, in samenwerking met het Vlaams Centrum voor Integratie van Migranten en Kind en Gezin in 1996 en 1997; een certificaat van het beroepssecundair volwassenenonderwijs van de richting kinderzorg, begeleider kinderopvang of kinderzorg/begeleider kinderopvang; een diploma secundair onderwijs van het tweede jaar van de derde graad van het voltijds technisch secundair onderwijs van de volgende richtingen: sociale en technische wetenschappen, jeugd- en gehandicaptenzorg, bijzondere jeugdzorg, gezondheids- en welzijnswetenschappen of verpleegaspirant; een diploma secundair onderwijs van het derde jaar van de derde graad van het voltijds technisch secundair onderwijs van de volgende richtingen: internaatswerking of leefgroepenwerking; een diploma secundair onderwijs van het secundair-na-secundair van het voltijds technisch secundair onderwijs van de volgende richtingen: internaatswerking of leefgroepenwerking; een certificaat van het technisch secundair volwassenenonderwijs van de richting jeugd en gehandicaptenzorg; een diploma secundair onderwijs van het derde jaar van de vierde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs van de richting verpleegkunde; een diploma van het hoger beroepsonderwijs van de opleiding verpleegkunde; een ondernemersdiploma verantwoordelijke kinderopvang, uitgereikt door een SYNTRA-centrum; Kind en Gezin IKG-systeem

48 een eindstudiebewijs van de ondernemersopleiding beheerder particuliere opvanginstelling, georganiseerd door het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen of een SYNTRA-centrum; een diploma of certificaat van het hoger onderwijs met een of meer cycli, van het hoger onderwijs van sociale promotie van het korte type, van het universitaire onderwijs met een of meer cycli, van een bacheloropleiding of van een masteropleiding; een eindstudiebewijs van de postgraduaatopleiding leidinggevende in kinderopvang, ingericht door de Arteveldehogeschool van Gent; een eindstudiebewijs van de postgraduaatopleiding verantwoordelijke in kinderopvang, ingericht door de Karel de Grote Hogeschool van Antwerpen; een voor 1 september 2008 behaald attest van hetzij de achtdaagse cursus verantwoordelijke van particuliere kinderdagverblijven, georganiseerd door het centrum voor volwassenenonderwijs, Vormingsleergangen voor Sociaal en Pedagogisch Werk in Kortrijk, hetzij een attest van de achtdaagse cursus dagopvang jonge kinderen, georganiseerd door het centrum voor volwassenenonderwijs TNA, afdeling VLOD in Antwerpen. 3. Wat met kwalificatiebewijzen uit het buitenland? Kwalificatiebewijzen die afgeleverd zijn in een Europese lidstaat en als gelijkwaardig worden erkend door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, NARIC-Vlaanderen, komen eveneens in aanmerking om in orde te zijn met de regelgeving. Voor informatie over de gelijkwaardigheid van een kwalificatiebewijs uit het buitenland kan je terecht op volgende websites: Kind en Gezin IKG-systeem

49 Met al je vragen over gelijkwaardigheid van buitenlandse getuigschriften basisonderwijs, buitenlandse studies secundair onderwijs, buitenlandse diploma's hoger onderwijs en volwassenenonderwijs, kan je bovendien terecht: Tel: Informatie over waar je kwalificatiebewijzen kan behalen Voor informatie over onderwijsinstellingen, studierichtingen enz. kan je terecht op volgende websites: Secundair onderwijs: surf naar Hoger onderwijs: surf naar Volwassenenonderwijs: surf naar VIZO-opleiding in Syntra-centra: surf naar Titel van beroepsbekwaamheid ( ervaringsbewijs ): surf naar Beroepsopleiding Begeleider buitenschoolse opvang, gefinancierd door VDAB, gegeven door VCOK of VDKO: surf naar Kind en Gezin IKG-systeem

50 Bijlage 3: Model huishoudelijk reglement IKG-systeem Het opnamebeleid Onder opnamebeleid noteer je de werkwijze die je hanteert om te bepalen welke kindjes wanneer in de opvang kunnen starten of opgenomen worden, hoe de voorrangsregels bepaald en gerealiseerd worden. Berekening van de basisbijdrage Definitie Onder basisbijdrage wordt verstaan, de bijdrage als deelname in de algemene opvangkosten, los van eventuele bijkomende betalingen voor specifieke opvangkosten Hoe wordt de basisbijdrage geregeld? Het ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in kinderdagverblijven en diensten voor onthaalgezinnen wordt toegepast. Dit ministerieel besluit ligt ter inzage bij de opvangvoorziening, en is te raadplegen op de website van Kind en Gezin: ( De bepalingen met betrekking tot sociaal tarief en opvangmomenten die in dezelfde week allemaal korter zijn dan een uur, zijn evenwel niet van toepassing binnen het IKGsysteem. Welke gegevens moeten worden gebruikt en wanneer? De berekening van de financiële bijdrage is gebaseerd op de gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten van het gezin. De gezinnen moeten dit inkomen kunnen bewijzen aan Kind en Gezin aan de hand van het gevraagde aanslagbiljet, of bij ontbreken daarvan, door recente en officiële inkomensgegevens van het gezin. Als het gezin zijn aanslagbiljet is verloren, dient er een kopie te worden opgevraagd. Kind en Gezin IKG-systeem

51 Herberekeningen gebeuren: op 1 oktober van elk jaar (voor de jaarlijkse herberekening) als er een inkomensdaling is voor het gezin van 20% bij een wijziging in de samenstelling van het gezin op het niveau van de gezinnen bij een wijziging van het aantal kinderen ten laste wordt er een extra kinderkorting toegekend. Het is de verantwoordelijkheid van het gezin om een eventuele herberekening aan te vragen op basis van gedaald gezinsinkomen, wijziging in het aantal kinderen ten laste of gewijzigde gezinssamenstelling, en dit van zodra de wijziging zich voordoet. Kind en Gezin kan aan de gezinnen vragen om bewijsstukken voor te leggen die de basis vormen voor de berekening van de financiële bijdrage. Ook indien de voorziening de berekening uitvoerde, worden de bewijzen opgevraagd bij de gezinnen en dragen zij de eindverantwoordelijkheid voor de berekening. Hoe gebeurt de berekening? De bijdrage wordt berekend door input van de inkomens- en gezinsgegevens in de berekeningsmodule op de website van Kind en Gezin of via de Kind en Gezin-lijn op het nummer (zonaal tarief). Hier vermeld je jouw keuze met volgende mogelijkheden: het gezin doet dit zelf. het gezin kan zich hierin laten ondersteunen door de voorziening. Tip: Voor meer uitleg aan de ouders verwijs je naar de website van Kind en Gezin en/of voeg je informatie toe die je terugvindt in het informatiepakket. Wijze van factureren en betalingen inzake de basisbijdrage De gezinnen ontvangen een factuur met daarop de juiste basisbijdrage voor de opvang van de voorbije maand. De bijdrage is gebaseerd op de basisbijdrage, het aantal opvangdagen en momenten dat het kindje in de opvang was en waarvoor het gezin de dagaanwezigheden ondertekende. Kind en Gezin IKG-systeem

52 Hier vermeld je jouw keuze met volgende mogelijkheden Zij ontvangen maandelijks de factuur van een externe debiteurenbeheerder, in opdracht van Kind en Gezin, als de voorziening beschikt over het attest kindcode en tijdig de opvangprestaties aan Kind en Gezin overmaakt. Zij ontvangen de factuur van de opvangvoorziening. De opvangvoorziening kan zelf de frequentie bepalen van de facturatie en de betalingstermijn. Bijkomende bijdragen (facultatief, enkel indien toegepast door de voorziening) Specifieke opvangkosten of bijkomende bedragen: Naast voornoemde basisbijdrage worden voor volgende specifieke opvangkosten / bijkomende bijdragen aangerekend (door de voorziening zelf te bepalen) gebruik en afvalverwerking van de luiers, kostprijs fles- en/of dieetvoeding, kostprijs warme maaltijd bij een verblijf van minder dan 3 uur, kostprijs warme maaltijd voor kinderen die naar de basisschool gaan, kostprijs vervoerskosten om de kinderen van en naar de opvang te brengen, kostprijs Deze bijdragen mogen niet hoger zijn dan de werkelijk gemaakte kosten door de opvangvoorziening en moeten rekening houden met de maximale bedragen die de regelgeving oplegt. Sanctionerende vergoedingen De voorziening kan eventuele sanctionerende vergoedingen vragen in volgende gevallen: een kind komt onverwacht niet naar de opvang en de ouder meldt dit niet of te laat, de ouder haalt zijn kind te laat op, een kind komt systematisch minder naar de opvang dan werd afgesproken in het opvangplan en de ouder is niet bereid een nieuw opvangplan overeen te komen, een ouder betaalt niet, de voorziening kan de kosten aanrekenen die nodig zijn om de verschuldigde bedragen terug te vorderen een ouder start opvang met ongeldig attest kindcode Bij de sanctionerende vergoeding wordt steeds opgenomen hoeveel tijd een ouder bv. krijgt om verlof of afwezigheid te melden, hoe men omgaat met ziektedagen, hoe en wanneer een opvangplan kan wijzigen,. Vanaf wanneer spreekt je voorziening van onwettige afwezigheid, te late melding afwezigheid? Daarnaast wordt de vergoeding vermeld die de voorziening zal vragen in elke situatie. Kind en Gezin IKG-systeem

53 Waarborg De voorziening vraagt **** euro als waarborg voor de opvang. Deze waarborg wordt terugbetaald aan de ouders in de maand waarin de opvang start, zoals bepaald in het opvangcontract/huishoudelijk reglement ondertekend door de ouders en de opvangvoorziening.(regelgevend is vastgelegd dat dit in elk geval max. 250 euro bedraagt) De waarborg wordt niet terugbetaald aan de ouders indien - de opvang niet wordt gestart op **** en de ouders dit niet laten weten binnen de.. - Bij overmacht: minstens volgende situaties worden aanvaard als overmacht: Fiscaal attest Jaarlijks ontvangen de gezinnen voor kinderen die in de loop van het vorig kalenderjaar in de opvangvoorziening werden opgevangen, een fiscaal attest met vermelding van de betaalde basisbijdrage. Eventueel bijkomende bedragen vermeld in punt 3 staan hierop niet vermeld. Hier vermeld je jouw keuze met volgende mogelijkheden: De gezinnen ontvangen het attest van de externe debiteurenbeheerder, in opdracht van Kind en Gezin. De gezinnen ontvangen het attest van de voorziening. Gevolgen in geval van fout vanwege de gezinnen Wanneer het gezin valse verklaringen aflegt (dit wil zeggen bewust verkeerde gegevens, bewijsstukken gebruikt) met betrekking tot hun inkomen,of de gevraagde bewijsstukken op vraag van Kind en Gezin niet (tijdig) voorlegt, wordt aan dat gezin de maximale basisbijdrage aangerekend, desgevallend met terugwerkende kracht. Deze maximale basisbijdrage wordt aangerekend tot een 1 oktober van het lopend jaar. De maximale basisbijdrage is de bijdrage als vermeld in artikel 9, lid 3 van het ministerieel besluit. Wanneer het gezin de verschuldigde basisbijdragen regelmatig niet (tijdig) betaalt of geen gevolg geeft aan aanmaningen tot betaling, kan de opvangvoorziening de opvang van het kind van dat gezin stopzetten. In dat geval wordt een opzegperiode voorzien van [..](in te vullen door de opvangvoorziening). Kind en Gezin IKG-systeem

54 Indien de facturatie gebeurt door Kind en Gezin is er een opzegtermijn voorzien van één maand startend bij de eerste van de maand volgend op het aangetekend schrijven van Kind en Gezin mbt de uitsluiting. Gevolgen in geval de opvangvoorziening niet meer in het inkomensgerelateerd systeem zal werken Bij stopzetting van het IKG-systeem brengt de voorziening altijd en onmiddellijk de gezinnen op de hoogte. Dit gebeurt schriftelijk/mondeling. Wanneer de opvangvoorziening beslist om niet meer te werken volgens het inkomensgerelateerd systeem, hebben gezinnen de mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen om die reden. De opzegperiode bedraagt dan maanden/dagen. Wanneer Kind en Gezin het IKG-systeem stopzet, biedt ze een redelijke opzegtermijn. Enkel wanneer Kind en Gezin het attest van toezicht niet toekent of intrekt wordt het IKG-systeem onmiddellijk stopgezet. Deze onmiddellijke stopzetting gaat ook in voor de gezinnen. Bij stopzetting zullen de gezinnen al dan niet een andere opvangvoorziening moeten zoeken. Als de voorziening verder werkt zonder het IKG-systeem zal de bijdrage van het gezin. bedragen. Klachtenprocedure Vragen, bemerkingen of problemen in verband met de werking, of specifiek in verband met het inkomensgerelateerd systeem, worden in eerste instantie besproken met de verantwoordelijke van de opvangvoorziening. Indien dit niet leidt tot een bevredigende oplossing, kan er contact opgenomen worden met de Klachtendienst van Kind en Gezin, Hallepoortlaan 27, te 1060 Brussel, tel Fax De Klachtendienst zal de klacht voor verdere behandeling opnemen. Concreet zal nagegaan worden of een correcte toepassing van de regelgeving in verband met het inkomensgerelateerd systeem werd gehanteerd. Nadat al de relevante gegevens zijn verzameld en onderzocht zal de Klachtendienst een eindbevinding opmaken en deze meedelen aan de klager. Indien uit de behandeling blijkt dat de klacht gegrond is, zal de Klachtendienst de voorziening vragen een passende rechtzetting door te voeren en Kind en Gezin hiervan op de hoogte te brengen. Kind en Gezin IKG-systeem

55 Voor blijvende vragen kan men zich wenden tot de Kind en Gezin lijn, hetzij telefonisch op het nummer hetzij per e- mail : ko.ikg@kindengezin.be Kind en Gezin IKG-systeem

56 Bijlage 4: attest kindcode Hallepoortlaan 27 B-1060 Brussel Telefoon: Fax: Attest Kindcode Voor de ouders/opvangvoorzieningen die zelf factureren Kind en Gezin heeft je aanvraag van in het kader van de inkomensgerelateerde opvang ontvangen. Kind en Gezin heeft deze aanvraag goedgekeurd. Hierbij vind je jouw gegevens: Dit attest heeft betrekking op: Kindcode: - - Voornaam en naam ouder: Gezinsbijdrage per volledige dag 1 : Facturatiegegevens: Voorrangsgroep 2 : Geldig van tot Tenzij ondertussen je gezinssamenstelling of het aantal kinderen ten laste gewijzigd is of je gezamelijk belastbaar inkomen met minimum 20% gedaald is. Na toepassing van de maximale bijdrage na steekproefcontrole is een aanvraag tot daling inkomen niet meer mogelijk. Als je meer informatie wenst, kun je contact opnemen met de K&G-Lijn op het telefoonnummer of via ko.ikg@kindengezin.be. Will Verniest Afdelingshoofd Kinderopvang 1 Indien de voorziening zelf factureert, wordt een kopie van dit attest afgegeven aan de voorziening. 2 zoals beschreven in het Besluit van de Vlaamse Regering Kind houdende en regeling Gezin van inkomensgerelateerde opvang IKG-systeem bij zelfstandige opvangvoorzieningen

57 Hallepoortlaan 27 B-1060 Brussel Telefoon: Fax: Attest Kindcode Voor de opvangvoorziening Kind en Gezin heeft je aanvraag van in het kader van de inkomensgerelateerde opvang ontvangen. Kind en Gezin heeft deze aanvraag goedgekeurd. Dit attest bezorg je aan jouw opvangvoorziening. Als de voorziening zelf factureert moet je hen een kopie bezorgen van het attest kindcode voor de ouders. Hierbij vind je jouw gegevens: Dit attest heeft betrekking op: Kindcode: - - Voornaam en naam ouder: Facturatiegegevens: Voorrangsgroep 1 : Geldig van tot Tenzij ondertussen je gezinssamenstelling of het aantal kinderen ten laste gewijzigd is of je gezamelijk belastbaar inkomen met minimum 20% gedaald is. Na toepassing van de maximale bijdrage na steekproefcontrole is een aanvraag tot daling inkomen niet meer mogelijk. Als je meer informatie wenst, kun je contact opnemen met de K&G-Lijn op het telefoonnummer of via ko.ikg@kindengezin.be. Will Verniest Afdelingshoofd Kinderopvang 1 zoals beschreven in het Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen Kind en Gezin IKG-systeem

58 Bijlage 5: Dagaanwezigheden Dagaanwezigheden per kind In te geven door de opvangvoorziening: Naam voorziening Dossiernummer Maand en jaar Voornaam en naam kind maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag in uit totaal in uit totaal in uit totaal in uit totaal in uit totaal in uit totaal in uit totaal Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 De voorziening geeft maandelijks een kopie van deze opvangprestaties aan de ouders. Handtekening van de ouders, voorafgaand door Gelezen en goedgekeurd.... Kind en Gezin IKG-systeem

59 Bijlage 6: Opvangprestaties Hallepoortlaan 27 B-1060 Brussel Telefoon: Fax: htttp:// Opvangprestaties voor zelfstandige onthaalouders Naam voorziening: Dossiernummer: Maand en jaar: Kindcode Voornaam Naam <3u 3u - 4u59 Dagopvang 5u - 10u59 Aantal opvangdagen volgens opvangduur 11u - 11u59 12u <11u Nachtopvang 11u - 12u59 Aansluitend dag- en nachtopvang 13u <24u Aantal kinderen Totalen Ik, verantwoordelijke (voornaam en naam),..., verklaar dat bovenstaande gegevens overeenstemmen met het door het gezin ondertekend maandelijks overzicht van opvangprestaties; dat bovenstaande gegevens volledig en voor waar en echt zijn ingevuld; kennis genomen te hebben van het Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen Datum:.../.../... Handtekening:... (niet van toepassing indien elektronisch) Door te mailen (via knop bovenaan) naar aanwezigheid.ikg@kindengezin.be. Kind en Gezin IKG-systeem