Alternatieve jurisdictie op grond van de EEX-Verordening en in verhouding tot de Incoterms Het belang van arrest Electrosteel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Alternatieve jurisdictie op grond van de EEX-Verordening en in verhouding tot de Incoterms Het belang van arrest Electrosteel"

Transcriptie

1 Alternatieve jurisdictie op grond van de EEX-Verordening en in verhouding tot de Incoterms Het belang van arrest Electrosteel Naam Jette In der Maur Studentnummer Scriptiebegeleider mr. dr. C.G. van der Plas Tweede lezer dr. A.E. Oderkerk Master Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Datum 17 december 2013

2 Inhoudsopgave Dankbetuiging 4 Lijst van afkortingen 5 Inleiding 6 1. Internationale jurisdictie bij verbintenissen uit overeenkomst Inleiding Jurisdictie op grond van de EEX-Vo Forumkeuze op grond van artikel 23 EEX-Vo Alternatieve bevoegdheid op grond van artikel 5 lid 1 EEX-Vo Artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo Totstandkoming Koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken Plaats van levering Volgens de overeenkomst Afsluiting Een omschrijving van de afspraken in Incoterms Inleiding De Incoterms in de hedendaagse praktijk Totstandkoming De Incoterms 2000 en De verschillende groepen van Incoterms De E-groep De F-groep De C-groep De D-groep Afsluiting 23 2

3 3. De literatuur en de ICC over de Incoterms Inleiding De literatuur over de Incoterms De aangelegenheid De Nederlandse standpunten De Italiaanse standpunten Andere Europese standpunten De ICC over de Incoterms Afsluiting Nationale jurisprudentie in vergelijk met arrest Electrosteel Inleiding Arrest Electrosteel Nederlandse jurisprudentie Jurisprudentie voorafgaand aan arrest Electrosteel Jurisprudentie na de uitspraak in arrest Electrosteel Italiaanse jurisprudentie Jurisprudentie voorafgaand aan arrest Electrosteel Jurisprudentie na de uitspraak in arrest Electrosteel Afsluiting Conclusie Aanbevelingen 40 Bronvermelding 41 3

4 Dankbetuiging Mijn afstudeerscriptie wil ik beginnen met een dankwoord aan alle personen die mij hebben bijgestaan in het proces van het schrijven van deze scriptie. Allereerst wil ik mijn scriptiebegeleider mevrouw C.G. van der Plas bedanken voor de tijd die zij heeft vrijgemaakt om mij te kunnen begeleiden en voor haar leerzame feedback. Mijn dank gaat ook uit naar mevrouw P. De Cesari voor de door haar geboden ondersteuning bij de vertaling van de Italiaanse artikelen en jurisprudentie. Ter afsluiting gaat speciale dank uit naar mijn familie, vriend, vrienden en medestudenten. Ik wil hen bedanken voor alle belangstelling en steun tijdens het schrijven van deze scriptie en gedurende mijn studie. Veel plezier gewenst bij het lezen van mijn afstudeerscriptie. 4

5 Lijst van afkortingen COM EEX-Vo. EU HvJ EU Jur. LJN NJ PbEU Europese Commissie EEX-Verordening/ Brussel I Europese Unie Hof van Justitie van de Europese Unie Jurisprudentie Hof van Justitie van de Europese Unie Landelijk Jurisprudentie Nummer Nederlandse Jurisprudentie Publicatieblad van de Europese Unie 5

6 Inleiding Artikel 2 EEX-Vo. geeft de hoofdregel voor het bepalen van de bevoegde rechter bij verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken. 1 De bijzondere bevoegdheidsgrond van artikel 23 EEX-Vo. gaat echter voor op deze hoofdregel. Artikel 23 EEX-Vo. maakt het voor partijen mogelijk om zelf een bevoegde rechter overeen te komen. 2 Is door partijen geen geldige forumkeuze gemaakt op grond van artikel 23 EEX-Vo., dan is artikel 5 lid 1 EEX-Vo. mogelijk van toepassing. Dit artikel verleent een aantal alternatieve bevoegdheidsgrondslagen ten opzichte van artikel 2 EEX-Vo. Wanneer sprake is van een verbintenis uit overeenkomst, dan biedt artikel 5 lid 1 EEX-Vo. een alternatief bevoegde rechter. De eiser in de procedure heeft hierdoor de mogelijkheid om een keuze te maken voor de bevoegde rechter van artikel 2 EEX-Vo. of voor de bevoegde rechter van artikel 5 lid 1 EEX-Vo. 3 Op 1 maart 2002 is het EEX-verdrag omgezet in een EEX-Vo. In de EEX-Vo. is een nieuwe bepaling toegevoegd: artikel 5 lid 1 sub b. 4 Via deze bepaling kan er een alternatief bevoegde rechter gevonden worden bij twee soorten verbintenissen uit overeenkomst: 1. De overeenkomst tot koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken, artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. 2. De overeenkomst tot verstrekking van diensten, artikel 5 lid 1 sub b tweede streepje EEX-Vo. In dit onderzoek staat artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. centraal. Bij verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken kunnen contractspartijen International Commercial Terms (hierna: Incoterms) op hun overeenkomst van toepassing verklaren. 5 In de literatuur bestaat discussie over de invloed van de Incoterms op de internationale jurisdictie middels artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX- Vo. 6 De discussie gaat voornamelijk over de betekenis van de omschrijving plaats van levering en de omschrijving volgens de overeenkomst. Het Hof van Justitie (hierna: HvJ EU) heeft Strikwerda 2012, p ; Kruisinga 2012, p. 19; Kruisinga 2011, p. 1. Strikwerda 2012, p Strikwerda 2012, p Kruisinga 2011, p. 1. International Chamber of Commerce (ICC) 2010, p. 7. Van Hall 2011, p

7 zowel op 25 februari , als op 9 juni opheldering proberen te geven aan artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. in verhouding tot de Incoterms. 9 Het is opvallend dat het om twee zaken gaat waarbij een Italiaanse contractspartij betrokken is. Daaruit kan worden afgeleid dat er in Italië kennelijk onduidelijkheid bestaat over de betekenis van dit artikel. Ook in Nederland zijn door de nationale rechters diverse uitspraken over dit onderwerp gedaan, wat de indruk wekt dat ook in Nederland onduidelijkheid bestaat over de betekenis van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. Beide landen zijn lidstaat van de Europese Unie en aangesloten bij de EEX-Vo. Deze gelijkenissen bieden de basis voor een rechtsvergelijkend onderzoek tussen deze twee landen. Dit onderzoek zal zich voornamelijk richten op de uitleg van het HvJ EU over artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. in het arrest Electrosteel. 10 De onderzoeksvraag van deze scriptie luidt daarom: Artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. in verhouding tot de meest gebruikte Incoterms en in het kader van de Nederlandse en Italiaanse rechtspraak: biedt het arrest Electrosteel voldoende uitleg voor de praktijk? Er zal worden onderzocht wat de relevantie is van de uitleg door het HvJ EU in dit arrest voor de nationale rechters in Nederland en in Italië. Om dit te kunnen achterhalen, bestaat een deel van dit onderzoek uit een rechtsvergelijking tussen de Nederlandse en Italiaanse nationale jurisprudentie. Daarnaast wordt de discussie in de Nederlandse, Italiaanse en andere Europese literatuur over artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. in verhouding tot de Incoterms uiteengezet. De volgende deelvragen zullen moeten worden beantwoord: 1. Wat is de geschiedenis en inhoud van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo.? 2. Wat is het verschil wanneer je iets overeenkomt via de omschrijving van artikel 5 lid 1 sub b EEX-Vo. tenzij anders is overeengekomen, wat doelt op de forumkeuze van artikel 23 EEX-Vo. en de omschrijving van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. volgens de overeenkomst, wat onder andere doelt op de Incoterm(s)? HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-381/08, LJN BK0529, NJ 2010, 521 (Car Trim/ KeySafety Systems). HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). Kruisinga 2012, p. 19. HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). 7

8 3. Welke afspraken bepalen de Incoterms van de hedendaagse praktijk? 4. Welke discussie bestaat er in de praktijk over artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. in verhouding tot de Incoterms? 5. Vallen ook alle andere Incoterms - naast de Incoterm Ex-Works - die zijn opgesteld door de Internationale Kamer van Koophandel onder het vereiste volgens de overeenkomst neergelegd in artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo.? 6. Hoe verhoudt de rechtspraak van de nationale rechters in Nederland en in Italië zich tot de uitleg van het HvJ EG inzake artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo.? Door de Nederlandse en Italiaanse literatuur en jurisprudentie over de veel gebruikte Incoterms te vergelijken met de uitspraken van het HvJ EU, wordt onderzocht of de uitkomst van het arrest Electrosteel van 9 juni en daarmee artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo, ook van toepassing is op de andere Incoterms. Uiteindelijk zal, door middel van de uitkomsten uit het rechtsvergelijkend onderzoek, en de beantwoording van de deelvragen, een antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag. Aan de hand van de vergeleken literatuur en jurisprudentie zal ook antwoord worden gegeven op de vraag of de Europese Commissie met haar wetsvoorstel Verordening 1215/2012 ter herziening van de EEX-Vo. 12 een voorstel had moeten indienen om de bewoording volgens de overeenkomst van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. te verduidelijken. Dit onderzoek is gebaseerd op de Klassiek Juridische methode, omdat het antwoord geeft op de onderzoeksvraag in de vorm van een rechtsvraag, met behulp van de deelvragen. Daarnaast bestaat dit onderzoek uit twee onderdelen van rechtsvergelijking: op basis van de Nederlandse, Italiaanse en andere Europese literatuur en op basis van de Nederlandse en Italiaanse nationale jurisprudentie HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), (Europese Commissie COM(2010) 748, < 8

9 1 Internationale jurisdictie bij verbintenissen uit overeenkomst 1.1 Inleiding Om de eerste twee deelvragen van dit onderzoek te kunnen beantwoorden, wordt in dit hoofdstuk uitleg gegeven over artikel 2, artikel 23 en artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje van de EEX-Vo. Deze artikelen bepalen de internationale bevoegdheid inzake verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken. Allereerst zal de jurisdictie op grond van de EEX-Vo. in zijn algemeen worden besproken. Daarna komt de forumkeuze van artikel 23 EEX-Vo. aan bod. Vervolgens wordt de alternatieve bevoegdheid van artikel 5 lid 1 EEX-Vo. behandeld en daarna de totstandkoming van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. Als laatste wordt expliciet ingegaan op de terminologie en de inhoudelijke aspecten van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo., waarbij de volgende onderwerpen aan bod zullen komen: koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken, plaats van levering en volgens de overeenkomst. 1.2 Jurisdictie op grond van de EEX-Vo. De regels over internationale bevoegdheid in burgerlijke en handelszaken zijn neergelegd in de EEX-Vo., die is ontstaan op voorstel van de Europese Commissie. 13 De EEX-Vo. is in werking getreden op 1 maart Inmiddels heeft de Europese Commissie op 14 december 2010 een voorstel ingediend om de EEX-Vo. te herzien. 15 De verordening 1215/2012 herziening EEX-Vo. is sinds 9 januari 2013 in werking, maar zal wat betreft de internationale bevoegdheid inzake verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke Voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Commissie van de Europese Gemeenschappen 1999, 348 def., < Verordening 44/2001/EG van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PbEG 2001, L 12/1, < Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), (Europese Commissie COM(2010) 748,< Van het Kaar 2011, p

10 zaken, pas van toepassing zijn op 10 januari Tot die tijd zal de EEX-Vo. van toepassing blijven. 17 Op grond van artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kunnen lidstaten zich tot het HvJ EU wenden voor uitleg over de EEX-Vo. De taak van het HvJ EU is ervoor te zorgen dat de wetgeving in de Europese Unie door alle lidstaten op eenvormige wijze wordt toegepast. 18 Om dit te kunnen verwezenlijken is het HvJ EU bevoegd om door middel van prejudiciële beslissingen uitleg te geven aan de EEX-Vo. De EEX-Vo. komt in beginsel slechts voor toepassing in aanmerking bij geschillen waarbij de verweerder woonplaats heeft in een lidstaat van de Europese Unie. De voornaamste uitzonderingen daarop zijn neergelegd in de artikelen 22 en 23 van de EEX-Vo. 19 Bij de toepassing van de exclusieve bevoegdheidsregels van artikel 22 EEX-Vo. is het geen vereiste dat de verweerder woonplaats heeft in een lidstaat van de Europese Unie. 20 Het vereiste voor artikel 23 EEX-Vo. is dat in ieder geval een van de partijen in een lidstaat van de Europese Unie woonplaats heeft. Daarnaast is het vereist dat partijen een bevoegd gerecht of gerechten van een lidstaat overeen zijn gekomen. 21 De hoofdregel om de bevoegdheid van de rechter te bepalen wordt gegeven in artikel 2 EEX- Vo.: bevoegdheid wordt toegekend aan de rechter van de lidstaat waar de gedaagde woonplaats heeft. De afwijkende bepalingen van artikel 8 t/m 14, artikel 15 t/m 17, artikel 18 t/m 21, artikel 22, artikel 23, artikel 24 en artikel 31 EEX-Vo gaan echter voor op de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo. Deze bepalingen worden de bijzondere bevoegdheidsregels genoemd. 22 In dit onderzoek zullen deze bijzondere bevoegdheidsregels, behoudens artikel 23 EEX-Vo., verder niet worden besproken omdat dit onderzoek gericht is op de bevoegdheid van de rechter bij verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken. Bij dergelijke verbintenissen geeft artikel 2 EEX-Vo. de hoofdregel, maar als partijen Verordening 1215/2012 van het Europees Parlement van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU, L 351/1, < Knot 2013, p Knot 2013, p Kruisinga 2011, p. 1. Strikwerda 2012, p Van het Kaar 2011, p Strikwerda 2012, p Strikwerda 2012, p

11 een forumkeuze hebben gemaakt op grond van artikel 23 EEX-Vo. dan gaat deze forumkeuze voor op artikel 2 EEX-Vo. Daarnaast bestaat er bij verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken nog een alternatieve bevoegdheidsgrond, deze is neergelegd in artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. 1.3 Forumkeuze op grond van artikel 23 EEX-Vo. Artikel 2 EEX-Vo. geeft de hoofdregel voor het bepalen van de bevoegde rechter bij verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken. 23 De bijzondere bevoegdheidsgrond van artikel 23 EEX-Vo. gaat echter voor op deze hoofdregel het is daarom belangrijk om eerst deze bepaling toe te lichten. Artikel 23 EEX-Vo. maakt het voor partijen mogelijk om zelf een bevoegde rechter overeen te komen. Een overeenkomst om een bevoegd gerecht of bevoegde gerechten aan te wijzen die voldoet aan de vereisten van artikel 23 EEX-Vo. wordt ook wel een forumkeuzeovereenkomst genoemd. 24 De mogelijkheid voor partijen om zelf een forumkeuzeovereenkomst op te stellen vloeit voort uit het beginsel van partijautonomie. Middels dit beginsel wordt aan partijen in het internationaal contractenrecht veel vrijheid toegekend. Dit is ook door het HvJ EU benadrukt in het arrest Car Trim van 25 februari waarin het HvJ EU heeft bepaald dat de afspraken die partijen hebben gemaakt over een bevoegde rechter voorrang hebben. 26 In afwijking van de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo. kunnen partijen bij verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken derhalve zelf een forumkeuze maken. Dat partijen bij deze specifieke categorie van verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken de mogelijkheid hebben om een forumkeuze overeen te komen, blijkt uit de omschrijving tenzij anders overeengekomen, neergelegd in artikel 5 lid 1 sub b EEX-Vo. in samenhang met artikel 23 EEX-Vo. 27 Omdat dit onderzoek gebaseerd is op artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. en behandeling van de inhoudelijke aspecten van artikel 23 EEX-Vo. niet essentieel is voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag, zal daar niet verder op in worden gegaan Kruisinga 2011, p. 1. Strikwerda 2012, p HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-381/08, LJN BK0529, NJ 2010, 521 (Car Trim/ KeySafety Systems). Zilinsky 2011, p. 78. Strikwerda 2012, p

12 1.4 Alternatieve bevoegdheid op grond van artikel 5 lid 1 EEX-Vo. Is door partijen geen geldige forumkeuze gemaakt op grond van artikel 23 EEX-Vo., dan is artikel 5 lid 1 EEX-Vo. mogelijk van toepassing. Dit artikel verleent een aantal alternatieve bevoegdheidsgrondslagen ten opzichte van artikel 2 EEX-Vo. Artikel 5 lid 1 EEX-Vo. regelt de bevoegdheid van de rechter bij verbintenissen uit overeenkomst. 28 Artikel 5 lid 1 EEX-Vo. Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, kan in een andere lidstaat voor de volgende gerechten worden opgeroepen: 1. a) ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst: voor het gerecht van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd; b) voor de toepassing van deze bepaling en tenzij anders is overeengekomen, is de plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt: - voor de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken, de plaats in een lidstaat waar de zaken volgens de overeenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden; - voor de verstrekking van diensten, de plaats in een lidstaat waar de diensten volgens de overeenkomst verstrekt werden of verstrekt hadden moeten worden; c) punt a) is van toepassing indien punt b) niet van toepassing is; Wanneer sprake is van een van de gevallen van artikel 5 lid 1 EEX-Vo., dan biedt dit artikel een alternatief bevoegde rechter. De eiser in de procedure heeft hierdoor de mogelijkheid om een keuze te maken voor de bevoegde rechter van artikel 2 EEX-Vo. of voor de bevoegde rechter van artikel 5 lid 1 EEX-Vo. 29 Artikel 5 lid 1 EEX-Vo. bestaat allereerst uit een algemene regel, welke is neergelegd in sub a van dit artikel. 30 Volgens deze regel moet er sprake zijn van een verbintenis uit overeenkomst. Het vereiste verbintenis uit overeenkomst is voor brede uitleg toepasbaar. Wel is er door het HvJ EU beslist dat er alleen sprake kan zijn van een verbintenis uit overeenkomst, wanneer Strikwerda 2012, p Strikwerda 2012, p Strikwerda 2012, p

13 partijen vrijwillig overeenstemming hebben bereikt tot het aangaan van die verbintenis. 31 Volgens artikel 5 lid 1 sub a EEX-Vo. bevindt de jurisdictie zich in de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd. Het HvJ EU heeft in het arrest Tessili uitgelegd dat wanneer de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt niet uit de overeenkomst blijkt, deze plaats moet worden bepaald volgens het recht dat van toepassing is op de overeenkomst en dat is niet altijd eenvoudig vast te stellen. 32 Het HvJ EU heeft beslist dat dit met de toevoeging van sub b aan artikel 5 lid 1 EEX-Vo. wordt voorkomen, omdat bij het bepalen van de plaats middels deze regel geen gebruik wordt gemaakt van het toepasselijke recht. 33 Bij artikel 5 lid 1 sub a EEX-Vo. kan het daarnaast voorkomen dat er meer dan een rechter bevoegd is. Dit is het geval wanneer er meerdere verbintenissen aan de eis ten grondslag liggen, waarvan de uitvoering in verschillende plaatsen geschiedt of zou moeten geschieden. 34 Met de toevoeging van sub b aan artikel 5 lid 1 EEX-Vo. heeft de Europese Wetgever gerealiseerd dat bij twee soorten overeenkomsten, ongeacht de aan de eis ten grondslag gelegde contractuele verbintenis, uitsluitend een rechter bevoegd is. 35 Deze rechter is alternatief bevoegd aangaande alle vorderingen. De twee overeenkomsten waar het om gaat zijn de overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken en de overeenkomst tot de verstrekking van diensten. 36 Dit onderzoek richt zich specifiek op artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo., koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken. 1.5 Artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo Totstandkoming Voorafgaand aan de EEX-Vo. waren de bepalingen van het EEX-Verdrag van toepassing bij geschillen met betrekking tot jurisdictie. 37 Met de invoering van de EEX-Vo. is de tekst van het HvJ EU 17 juni 1992, nr. C-26/91, LJN AD1696, NJ 1996, 316 (Handte/ TMCS); Strikwerda 2012, p HvJ EU 6 oktober 1976, nr. 12/76, LJN AD4014, NJ. 1977, 169 (Tessili/ Dunlop); Strikwerda 2012, p. 249; Wechem & Spanjaard 2010, p ; Kruisinga 2011, p. 2. HvJ EU 23 april 2009, nr. C533/07, LJN BI3059, Jur. 2009, (Falco); HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-381/08, LJN BK0529, NJ 2010, 521 (Car Trim/ KeySafety Systems); Kruisinga 2011, p. 2. Strikwerda 2012, p Strikwerda 2012, p. 249; Kruisinga 2011, p. 2. Kruisinga 2011, p. 2. Kruisinga 2009, p

14 EEX-Verdrag ten aanzien van sommige onderwerpen grondig gewijzigd. 38 Een van de wijzigingen betreft de toevoeging van sub b aan het al bestaande artikel 5 lid 1 EEX-Vo. 39 De wetgever van de Europese Unie heeft in deze specifieke bepaling de plaats van uitvoering ten aanzien van verbintenissen tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken uitgebreider omschreven. 40 Een van de doelen van de wetgever was om daarmee meer rechtszekerheid te bieden. 41 In de verordening 1215/2012 tot herziening van de EEX-Vo. is de inhoud van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. ongewijzigd gebleven. 42 Uit het Voorstel voor Verordening 1215/2012 blijkt, dat de Europese Commissie het niet noodzakelijk vond om de bewoording van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. te herzien. 43 Wel is het artikelnummer veranderd in artikel 7 lid 1 sub b eerste streepje Verordening 1215/ Aan de hand van de onderzochte literatuur en jurisprudentie in dit onderzoek zal worden bekeken of deze beslissing van de Europese Commissie juist is, of dat zij toch beter een voorstel had kunnen indienen om de bewoording volgens de overeenkomst van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. te verduidelijken Koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken In de EEX-Vo. wordt geen verdere toelichting gegeven op het begrip koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. 45 Voor de uitleg van dit vereiste kan worden aangesloten bij de uitleg die het VN-Verdrag inzake internationale koopovereenkomsten van roerende zaken van (hierna: het Weens Koopverdrag) Strikwerda 2012, p Kruisinga 2011, p. 1. Kruisinga 2009, p. 69; Kruisinga 2011, p. 10. Kruisinga 2011, p. 10. Verordening 1215/2012 van het Europees Parlement van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU, L 351/1, < Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), (Europese Commissie COM(2010) 748,< Verordening 1215/2012 van het Europees Parlement van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU, L 351/1, < Kruisinga 2009, p Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (CISG 1980, < 14

15 daaraan geeft. 47 In het Weens Koopverdrag wordt ook geen nauwkeurige omschrijving gegeven van het begrip koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken. Wel geeft artikel 3 lid 1 Weens Koopverdrag uitleg over het begrip koopovereenkomsten: De overeenkomsten tot levering van te vervaardigen of voort te brengen roerende zaken, tenzij de partij die de zaken bestelt een wezenlijk deel van de voor de vervaardiging of voortbrenging benodigde grondstoffen moet verschaffen. Door het HvJ EU wordt het begrip koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken op dezelfde manier uitgelegd als in artikel 3 lid 1 Weens Koopverdrag Plaats van levering Om op grond van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. een bevoegde rechter te kunnen vinden, is het belangrijk om te doorgronden waar het vereiste de plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt voor staat. Artikel 5 lid 1 sub b EEX-Vo. verwijst, in het geval van overeenkomsten tot koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken, naar het eerste streepje van datzelfde artikel. In artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. wordt vervolgens doorverwezen naar: de plaats in een lidstaat waar de zaken volgens de overeenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden. In het arrest Car Trim waar een van de contractspartijen een in Italië gevestigd bedrijf is, heeft het HvJ EU uitleg gegeven over dat begrip: Artikel 5, punt 1, sub b, eerste streepje, van verordening nr. 44/2001 moet aldus worden uitgelegd dat bij een verzendingskoop de plaats waar de goederen krachtens de overeenkomst werden geleverd of hadden moeten geleverd, op basis van de bepalingen van de overeenkomst moet worden bepaald. Indien de plaats van levering niet aldus kan worden bepaald zonder dat het op de overeenkomst toepasselijke materiële recht wordt toegepast, is deze plaats de plaats van de materiële overdracht van de goederen waarmee de koper op de eindbestemming van de verkooptransactie de feitelijke macht om over deze goederen te beschikken heeft verkregen of had moeten verkrijgen. 49 Volgens het HvJ EU wordt de plaats van levering op grond van de autonomie van contractspartijen eerst bepaald door de in de overeenkomst aangegeven plaats van levering. Is er geen plaats van levering bepaald in de overeenkomst, dan wordt volgens het HvJ EU onder de plaats van levering verstaan: de plaats van feitelijke machtsverkrijging door de koper over Strikwerda 2012, p. 249; Kruisinga 2009, p HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-381/08, LJN BK0529, NJ 2010, 521 (Car Trim/ KeySafety Systems). HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-381/08, LJN BK0529, NJ 2010, 521 (Car Trim/ KeySafety Systems). 15

16 de goederen. 50 In dat tweede geval zal deze plaats zich doorgaans in de lidstaat van de koper bevinden. 51 De plaats van levering is relevant, omdat de rechter van die plaats alternatief bevoegd is op grond van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. De mogelijkheid tot een alternatief bevoegde rechter middels artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. wordt gerechtvaardigd door het wenselijk belang van een nauwe band tussen de overeenkomst en het gerecht dat het geschil zal behandelen Volgens de overeenkomst In artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. wordt in samenhang met de plaats van levering de omschrijving volgens de overeenkomst gebruikt. Om een rechter alternatief bevoegd te kunnen verklaren op grond van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. is een overeenkomst vereist tussen partijen die een plaats van levering aanduidt. Deze overeenkomst duidt niet op de forumkeuze van artikel 23 EEX-Vo., maar waarop duidt deze overeenkomst dan wel? Dat is exact de kernvraag van dit onderzoek: wat wordt verstaan onder de omschrijving volgens de overeenkomst? Duidelijkheid wat betreft dit vereiste is derhalve essentieel. In het arrest Electrosteel, waar een van de contractspartijen een in Italië gevestigd bedrijf is, heeft het HvJ EU een belangrijke verdere uitleg geven aan de omschrijving volgens de overeenkomst van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. 53 Het HvJ EU legt artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. als volgt uit: Om na te gaan of de plaats van levering is bepaald volgens de overeenkomst, moet de aangezochte nationale rechter alle relevante voorwaarden en clausules van deze overeenkomst op basis waarvan deze plaats duidelijk kan worden aangewezen in beschouwing nemen. Dit omvat ook de voorwaarden en clausules die algemeen erkend en in de internationale handel gebruikelijk zijn, zoals de door de Internationale Kamer van Koophandel opgestelde Incoterms in de in 2000 gepubliceerde versie. 54 Het HvJ EU heeft in dit arrest bepaald dat de nationale rechter de door partijen afgesproken Incoterms, zoals opgesteld door de Internationale Kamer van Koophandel, in beschouwing moet nemen om erachter te komen wat de plaats van levering is. Deze plaats van levering is van belang om de internationale jurisdictie te bepalen op grond van artikel 5 lid 1 sub b eerste Kruisinga 2011, p. 7. Kruisinga 2011, p. 10; Van het Kaar 2011, p HvJ EU 3 mei 2007, nr. C 386/05, LJN BA6065, Jur (Color Drack/ Lexx International). Kruisinga 2012, p. 19. HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). 16

17 streepje EEX-Vo. 1.6 Afsluiting Het EEX-Verdrag is op 1 maart 2002 omgezet in de EEX-Vo. en hierbij hebben wijzigingen plaatsgevonden. In dit eerste hoofdstuk is stilgestaan bij de internationale bevoegdheidsgronden van de EEX-Vo. inzake verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijk zaken. De hoofdregel om de bevoegdheid van de rechter te bepalen staat in artikel 2 EEX-Vo. Middels artikel 23 EEX-Vo. kunnen partijen echter zelf een bevoegd gerecht of bevoegde gerechten overeenkomen door middel van een forumkeuzeovereenkomst. Deze forumkeuze heeft voorrang op de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo. Hebben partijen geen forumkeuze gemaakt, dan kan bij geschillen inzake verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijk zaken wellicht artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. nog van toepassing zijn. Is dit artikel van toepassing, dan biedt dit artikel een alternatief bevoegde rechter naast artikel 2 EEX-Vo. De toevoeging van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje aan de EEX-Vo. wordt gerechtvaardigd door het wenselijk belang van een nauwe band tussen de overeenkomst en het gerecht dat het geschil zal behandelen. Het doel van dit eerste hoofdstuk was een verduidelijking te brengen in de bevoegdheidsregeling van de EEX-Vo. bij verbintenissen uit overeenkomst tot de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken. 17

18 2 Een omschrijving van de afspraken in Incoterms 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk is geheel gewijd aan de Incoterms. Voor de beantwoording van de derde deelvraag van dit onderzoek zal eerst de totstandkoming van de Incoterms besproken worden en aansluitend komen de versies 2000 en 2010 van de Incoterms aan bod. Vervolgens wordt uitleg gegeven over de afspraken in de Incoterms volgens de E, F, C en D-groep. 2.2 De Incoterms in de hedendaagse praktijk Totstandkoming Op 1 september 1936 zijn de Incoterms, gepubliceerd door de Internationale Kamer van Koophandel (hierna: ICC), in werking getreden. De Incoterms bestaan uit officieel geformuleerde afkortingen die de leveringsvoorwaarden van handelsovereenkomsten inhouden en waarvan mondiaal gebruik wordt gemaakt. 55 Het doel van de Incoterms is om het bedrijfsleven eenduidige regels te bieden, waardoor bij voorbaat problemen tegen kunnen worden gegaan die zouden kunnen ontstaan bij verbintenissen in de internationale handel. Partijen zijn niet verplicht om Incoterms van toepassing te verklaren op hun overeenkomst. 56 De Incoterms zijn in de loop der jaren al meerdere malen herzien. De nieuwste versie van de Incoterms zijn de Incoterms Deze versie van Incoterms trad in werking op 1 januari De Incoterms 2000 en de eerdere versies van Incoterms zijn hierdoor niet ongeldig geworden, zij kunnen nog steeds op de overeenkomst van toepassing zijn. Het is daarom noodzakelijk dat handelspartijen bij het van toepassing verklaren van Incoterms op de overeenkomst daarbij uitdrukkelijk vermelden om welke versie het gaat, omdat er in de versies belangrijke verschillen kunnen bestaan over de rechten en verplichtingen van partijen Oude Alink 2011, p. 33; Vanheusden 2013, p. 27. Vanheusden 2013, p. 27. International Chamber of Commerce (ICC) 2010, p. 1; Van Hall 2011, p. 31. Vanheusden 2013, p. 26 en

19 De Incoterms bepalen afspraken met betrekking tot verschillende hoofdonderwerpen: 1. Wie regelt en betaalt het transport; 2. Wie regelt en betaalt de douaneformaliteiten; 3. De plaats van levering van de goederen; 4. Risico-overgang bij verlies en/of schade; 5. (Eventuele) verzekeringen De Incoterms 2000 en 2010 De Incoterms 2000 bestaan uit dertien verschillende soorten Incoterms. Bij de invoering van de Incoterms 2010 is dit aantal verminderd naar elf. 60 In dit onderzoek zijn zowel de Incoterms 2000 als de Incoterms 2010 van belang. De reden daarvoor is dat in het vierde hoofdstuk van dit onderzoek de Nederlandse en Italiaanse rechtspraak zal worden vergeleken met de uitspraak van het HvJ EU in het arrest Electrosteel, waarbij zowel de Incoterms 2000 als de Incoterms 2010 een belangrijke rol spelen. De Incoterms 2000 en de Incoterms 2010 bestaan uit vier verschillende groepen: de E-groep, F-groep, C-groep en D-groep. 61 Daarnaast worden de Incoterms onderverdeeld in twee vormen van transport: de Incoterms die zien op iedere vorm van transport en de Incoterms die zien op het transport over zee en binnenwateren De verschillende groepen van Incoterms De E-groep: De E-groep omvat een Incoterm: Ex-Works (hierna: EXW). Deze Incoterm is te gebruiken bij iedere vorm van transport. EXW Bijna alle verplichtingen, zoals het regelen en het betalen van het transport vanaf de Van Hall 2011, p International Chamber of Commerce (ICC) 2010, p. 6 en 8; Roos, 2010, p. 24. Oude Alink 2011, p. 33; Van Hall 2011, p. 32 en 33. International Chamber of Commerce (ICC) 2010, p. 9 en 10; Van Hall 2011, p. 32 en 33; Roos 2010, p. 24. Voor een volledige regeling van de Incoterms: International Chamber of Commerce (ICC) 2010, p

20 bedrijfsruimte of een andere overeengekomen locatie van de verkoper (denk hierbij aan de fabriek, de werkplaats of de opslagplaats) en het in en uitklaren van de goederen, rusten op de koper. De levering en de risico-overgang geschiedt in de bedrijfsruimte of andere overeengekomen locatie van de verkoper, in zijn eigen land of op zijn eigen continent De F-groep: Deze groep omvat drie verschillende Incoterms: Free Carrier (hierna: FCA), Free Alongside Ship (hierna: FAS) en Free On Board (hierna: FOB). Er is een Incoterm die ziet op alle vormen van transport (FCA) en de andere twee Incoterms kunnen alleen gebruikt worden bij transport over zee en binnenwateren (FAS en FOB). FCA De verkoper is (eventueel) verantwoordelijk voor het uitklaren van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het transport vanaf de bedrijfsruimte van de verkoper of een andere overeengekomen locatie en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. De levering en de risico-overgang geschiedt in de bedrijfsruimte van de verkoper of op een andere overeengekomen locatie, in het land of op het continent van de verkoper. FAS De verkoper is verantwoordelijk voor het voortransport tot aan de start van het hoofdtransport en het uitklaren van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het inladen van de goederen aan boord, het hoofdtransport vanaf de haven van het land of continent van de verkoper en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. De levering en de risico-overgang geschiedt langszij het schip in de haven van het land of op het continent van de verkoper. FOB De verkoper is verantwoordelijk voor het voortransport tot aan de start van het hoofdtransport, het inladen van de goederen aan boord in de haven van zijn eigen land of zijn eigen continent en het uitklaren van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het transport vanaf de haven van het land of het continent van de verkoper en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. Er bestaat een verschil in het moment van levering en risico-overgang tussen de FOB Incoterm 2000 en de FOB Incoterm 2010: 20

21 - Bij de FOB Incoterm 2000 geschiedt de levering en de risico-overgang op het moment dat de goederen de scheepsreling aan boord passeren. - Bij de FOB Incoterm 2010 geschiedt de levering en de risico-overgang op het moment dat de goederen volledig zijn ingeladen aan boord De C-groep: Deze groep omvat vier verschillende Incoterms: Carriage Paid To (hierna: CPT), Carriage and Insurance Paid to (hierna: CIP), Cost and Freight (hierna: CFR) en Cost Insurance and Freight (hierna: CIF). Twee Incoterms zien op alle vormen van transport (CPT en CIP) en de andere twee Incoterms kunnen alleen gebruikt worden bij transport over zee en binnenwateren (CFR en CIF). CPT De verkoper is verantwoordelijk voor de betaling van het voortransport en het hoofdtransport en daarnaast voor de uitklaring van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het regelen van het transport vanaf de haven van het land of het continent van de verkoper en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. De levering en de risicoovergang geschiedt in het land of op het continent van de verkoper. CIP De verkoper is verantwoordelijk voor de betaling van het voortransport en het hoofdtransport, het afsluiten van een verzekering en de uitklaring van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het regelen van het transport vanaf de haven van het land of het continent van de verkoper en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. De levering en de risico-overgang geschiedt in het land of op het continent van de verkoper. CFR De verkoper is verantwoordelijk voor de betaling van het voortransport en het hoofdtransport tot aan de haven van bestemming en de uitklaring van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het regelen van het transport vanaf de haven van het land of het continent van de verkoper en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. Er bestaat een verschil in het moment van levering en risico-overgang tussen de CFR Incoterm 2000 en de CFR Incoterm 2010: 21

22 - Bij de CFR Incoterm 2000 geschiedt de levering en de risico-overgang op het moment dat de goederen de scheepsreling aan boord passeren. - Bij de CFR Incoterm 2010 geschiedt de levering en de risico-overgang op het moment dat de goederen volledig zijn ingeladen aan boord. CIF De verkoper is verantwoordelijk voor de betaling van het voortransport en het hoofdtransport tot aan de haven van bestemming, het afsluiten van een verzekering en de uitklaring van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het regelen van het transport vanaf de haven van het land of het continent van de verkoper en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. Er bestaat een verschil in het moment van levering en risicoovergang tussen de CIF Incoterm 2000 en de CIF Incoterm 2010: - Bij de CIF Incoterm 2000 geschiedt de levering en de risico-overgang op het moment dat de goederen de scheepsreling aan boord passeren. - Bij de CIF Incoterm 2010 geschiedt de levering en de risico-overgang op het moment dat de goederen volledig zijn ingeladen aan boord De D-groep: De Incoterms 2000 omvat vijf verschillende Incoterms: Delivered At Frontier (hierna: DAF), Delivered Ex Ship (hierna: DES), Delivered Ex Quay (hierna: DEQ), Delivered Duty Unpaid (hierna: DDU) en Delivered Duty Paid (hierna: DDP). Sinds de vaststelling van de Incoterms 2010 is er veel gewijzigd in deze groep Incoterms. Met de Invoering van de Incoterms 2010 is de Incoterm Delivered At Place (hierna: DAP) in de plaats gekomen van de Incoterms DAF, DES en DDU. De Incoterm Delivered At Terminal (hierna: DAT) is in de plaats gekomen van de Incoterm DEQ. Inmiddels omvat deze groep drie verschillende Incoterms: DAP, DAT en DDP. DAP De verkoper is verantwoordelijk voor het regelen en het betalen van het transport van de goederen tot aan de plaatsnaam die vermeldt staat achter de Incoterm en de uitklaring van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het betalen van alle douaneactiviteiten en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. De 22

23 levering en de risico-overgang geschiedt voorafgaand aan de lossing van de goederen, in de plaats die vermeldt staat achter de Incoterm. DAT De verkoper is verantwoordelijk voor het regelen en het betalen van het transport van de goederen tot aan de haven of terminal van de plaats of het continent die achter de Incoterm vermeldt staat en de uitklaring van de goederen bij de douane. De overige verplichtingen, zoals het betalen van de transportkosten vanaf de aankomsthaven of aankomstterminal en het inklaren van de goederen bij de douane, rusten op de koper. De levering en de risico-overgang geschiedt nadat de goederen gelost zijn, in de haven of terminal van de plaats of het continent die achter de Incoterm vermeldt staat. DDP De verkoper is verantwoordelijk voor bijna alle verplichtingen, zoals het regelen en het betalen van het transport van de goederen tot aan de het bedrijf van de koper en het in en uitklaren van de goederen bij de douane. De levering en de risico-overgang geschiedt voorafgaand aan de lossing van de goederen, bij de bedrijfsruimte of een andere overeengekomen locatie van de koper (denk hierbij aan de fabriek, de werkplaats of de opslagplaats), in zijn eigen land of op zijn eigen continent. Deze Incoterm wordt beschouwd als de tegenhanger van de Incoterm EXW Afsluiting Bovenstaand overzicht is weergegeven om een duidelijk beeld te schetsen van de afspraken in Incoterms die in de hedendaagse praktijk mondiaal gebruikt worden. De eerste versie van de Incoterms is gepubliceerd in 1936 en de huidige versie is de Incoterms Partijen hebben zelf de keuze om Incoterms wel of niet op hun overeenkomst van toepassing te verklaren. Het kan voorkomen dat partijen ook nu nog eerdere versies van Incoterms op hun overeenkomst van toepassing verklaren partijen zijn hierin vrij. Incoterms hebben tot doel eenduidige regels 64 International Chamber of Commerce (ICC) 2010, p ; FENEDEX, particuliere vereniging van Nederlandse exporteurs en andere internationaal opererende ondernemingen Incoterms < laatst geraadpleegd op 10 november 2013; Van Hall 2011, p * Deze verwijzing heeft betrekking op alle hiervoor uitgewerkte Incoterms, van de E-groep tot en met de D-groep. 23

24 te bieden aan de internationale handelspraktijk, om onduidelijkheden of problemen tussen partijen te voorkomen. In de Incoterms worden verschillende afspraken bepaald tussen partijen omtrent de plaats van levering, de risico-overgang en de verdeling van de te betalen kosten. 24

25 3. De literatuur en de ICC over de Incoterms 3.1 Inleiding Voor de beantwoording van de vierde deelvraag zal in dit hoofdstuk de discussie omtrent de Incoterms in verhouding tot artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. worden toegelicht aan de hand van Nederlandse, Italiaanse en andere Europese literatuur. Om de vijfde deelvraag van dit onderzoek te kunnen beantwoorden is het van belang om te achterhalen in hoeverre de grondlegger van de Incoterms tot doelstelling had om deze ook van invloed te laten zijn op de jurisdictie via de bewoording volgens de overeenkomst van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. 3.2 De literatuur over de Incoterms De aangelegenheid In de literatuur bestaat discussie over de invloed van de Incoterms op de internationale jurisdictie zoals die wordt bepaald in artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. 65 De discussie gaat voornamelijk over de betekenis van de omschrijving plaats van levering en de omschrijving volgens de overeenkomst. Om een rechter alternatief bevoegd te kunnen verklaren op grond van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. is een overeenkomst vereist tussen partijen die een plaats van levering aanduidt. Zoals in het eerste hoofdstuk van dit onderzoek is besproken, heeft het HvJ EU uitleg gegeven over artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. in het arrest Electrosteel van 9 juni Het HvJ EU heeft in dit arrest beslist dat als er een Incoterm op de overeenkomst tussen partijen van toepassing is, het van wezenlijk belang kan zijn dat de nationale rechter onderzoekt of er in de Incoterm een plaats van levering is bepaald, of dat er slechts een moment van risico-overgang en/of kostenverdeling is afgesproken. 67 Uit deze uitspraak komt naar voren dat het HvJ EU het essentieel vindt dat de nationale rechter de Incoterm in zijn onderzoek betrekt omdat er mogelijk een plaats van levering in de Incoterm is bepaald. Het HvJ EU geeft aan dat deze plaats van levering op duidelijke wijze in de Incoterm moet zijn neergelegd om voor Van Hall 2011, p. 40. HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). Kruisinga 2012, p

26 toepassing in aanmerking te komen. 68 Het arrest Electrosteel betreft de specifieke Italiaanse clausule Resa: Franco Nostra Sede, waarvan in dit arrest werd betoogd dat deze clausule gelijkstaat met de Incoterm EXW. Volgens het HvJ EU is het aan de verwijzende rechter om te beoordelen of de clausule Resa: Franco Nostra Sede gelijkgesteld kan worden met de Incoterm EXW. 69 Wel heeft HvJ EU bepaald dat de Incoterm EXW, naast de risico-overgang en de kostenverdeling bovendien een afzonderlijke plaats van levering aanduidt, waardoor de rechter van die lidstaat (van de plaats van levering ) op grond van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. alternatief bevoegd is. 70 Deze uitleg van het HvJ EU geeft derhalve duidelijkheid wat betreft de Incoterm EXW, maar brengt ook een belangrijke vraag met zich mee: Vallen ook alle andere Incoterms die zijn opgesteld door de ICC onder het vereiste volgens de overeenkomst, neergelegd in artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo.? In Nederlandse, Italiaanse en andere Europese literatuur bestaan verschillende meningen over deze kwestie. De plaats van levering is een veelvuldig terugkerend onderwerp wat nog steeds in de literatuur ter discussie staat. Reden daarvoor is dat deze plaats van grote invloed kan zijn op het bepalen van de jurisdictie via de bewoording volgens de overeenkomst van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. De plaats van levering is neergelegd in afdeling A4 van de Incoterms De Nederlandse standpunten In de Nederlandse literatuur geeft Kruisinga 72 in haar artikel aan dat contractspartijen waakzaam moeten zijn en niet te veel verwachtingen moeten hebben van de opgenomen plaats van levering in een Incoterm, omdat dit niet in alle gevallen van invloed is op de bevoegde rechter volgens artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo. 73 Dit lijkt enigszins tegenstrijdig met wat zij bepleit in een daaropvolgend artikel. In dit - tot op heden - laatste artikel omtrent HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). Kruisinga 2012, p. 20. Vanheusden 2013, p. 80; Van Hall 2011, p. 42. Mr. dr. S.A. Kruisinga LL.M is universitair hoofddocent bij de sectie Handelsrecht en Notariaat van het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht van de Universiteit van Utrecht en redacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht. Kruisinga 2011, p

27 het onderwerp geeft zij namelijk aan dat alle Incoterms van de ICC een plaats van levering bepalen. 74 Betoogt zij in dit artikel 75 dat als er een Incoterm op de overeenkomst van toepassing is, dat de plaats van levering klaarblijkelijk gegeven is en dat er daardoor in al die gevallen een alternatieve rechter bevoegd is op grond van artikel 5 lid 1 sub b eerste streepje EEX-Vo.? Als dat inderdaad de juiste conclusie is van wat Kruisinga bepleit in haar laatste artikel met betrekking tot deze kwestie, dan komt dat overeen met wat van Hall 76 betoogt in haar artikel. Van Hall geeft daarin immers aan dat, afgezien van het feit dat het HvJ EU niet expliciet heeft beslist dat Incoterms voldoen aan het vereiste volgens de overeenkomst om zo de jurisdictie te bepalen, deze conclusie wel getrokken kan worden omdat in de beslissing 77 van het HvJ EU een duidelijk accent wordt gelegd op de plaats van levering die de contractspartijen zijn overeengekomen. 78 Door het HvJ EU is dit ook bevestigd, maar alleen wat betreft de Incoterm EXW. 79 Toch lijken Kruisinga en van Hall van mening te zijn dat alle afzonderlijke Incoterms middels de plaats van levering de bevoegde rechter bepalen. 80 Zij achtten het toepassingsgebied van de Incoterms in verhouding tot de jurisdictie derhalve nog ruimer dan de betekenis die het HvJ EU daar vooralsnog expliciet aan heeft toegekend De Italiaanse standpunten Franzina 81 is van mening dat de Incoterms van de C-groep in een overeenkomst de plaats van levering bepalen, maar volgens hem voldoet deze plaats niet aan het vereiste van duidelijkheid zoals door het HvJ EU gesteld. Volgens hem is het overigens wel mogelijk dat Incoterms relevant zijn ter bepaling van de jurisdictie. Hij geeft aan dat dit in de eerste plaats mogelijk is wanneer expliciet in het contract is aangegeven dat op grond van de plaats van levering in een Incoterm de jurisdictie wordt bepaald. In de tweede plaats zou dit volgens hem mogelijk zijn wanneer de omstandigheden van het geval dat toelaten. Franzina komt tot de conclusie dat het derhalve duidelijk uit het contract of uit de omstandigheden moet blijken dat partijen ermee Kruisinga 2012, p. 20. Kruisinga 2012, p. 20. Mr. S. van Hall is hoofddocent internationaal (handels)recht aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en juridisch adviseur. HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-381/08, LJN BK0529, NJ 2010, 521 (Car Trim/ KeySafety Systems). Van Hall 2011, p. 42. HvJ EU 9 juni 2011, nr. C-87/10, LJN BQ8420, Jur (Electrosteel). Kruisinga 2012, p. 20; Van Hall 2011, p. 42. Prof. P. Franzina is universitair docent bij de Universiteit van Ferrara in Italië. 27

Met ingang van 1 januari 2011 kunnen koper en verkoper kiezen uit de volgende 11 Incoterms : Voor elke vorm van transport: multimodaal transport

Met ingang van 1 januari 2011 kunnen koper en verkoper kiezen uit de volgende 11 Incoterms : Voor elke vorm van transport: multimodaal transport Voor bestellingen via de DORMOT webwinkel hanteren wij binnen Nederland standaard EXW. Neem contact op met onze salesengineers over de mogelijkheden van nationale en internationale bezorging en de daarmee

Nadere informatie

Van Duuren Districenters B.V. INCOTERMS 2010. Aan deze informatie kunnen geen rechten ontleend worden.

Van Duuren Districenters B.V. INCOTERMS 2010. Aan deze informatie kunnen geen rechten ontleend worden. Van Duuren Districenters B.V. INCOTERMS 2010 Stuartweg 8a 4131 NJ Vianen The Netherlands T +31 (0)347-357 000 E info @ vanduuren.nl INCOTERMS 2010 Incoterms zijn internationaal geldende leveringsvoorwaarden

Nadere informatie

Acquisitie en verkoop activiteiten

Acquisitie en verkoop activiteiten Acquisitie en verkoop activiteiten Na bestudering van de stof kan je antwoord geven en/of omschrijven wat de onderstaande termen betekenen. Als bron kan je je stencil, aantekeningen maar uiteraard ook

Nadere informatie

Inhoudstafel. Woord vooraf 11

Inhoudstafel. Woord vooraf 11 Woord vooraf 11 Hoofdstuk 1. Inleiding 13 1.1. De levering als meest kenmerkende prestatie van de koopovereenkomst 13 1.2. Levering wordt logistiek 16 1.3. Leveringsvoorwaarden 19 1.4. Nood aan eenvormige

Nadere informatie

Incoterms 2010. Internationale handel en regelgeving. Tijdschrift Controlling Kluwer 2011

Incoterms 2010. Internationale handel en regelgeving. Tijdschrift Controlling Kluwer 2011 Internationale handel en regelgeving Incoterms 2010 Tijdschrift Controlling Kluwer 2011 Drs. Jean Gieskens AC CCM QT is verbonden als hoofddocent aan de VVCM opleidingen en als docent aan diverse hogescholen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 SEPTEMBER 2015 C.14.0289.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0289.N THALASSA SEAFOODS nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Oude Leeuwenrui 40, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,

Nadere informatie

De risico s en kosten in verband met de levering van uw producten verdelen: de Incoterms

De risico s en kosten in verband met de levering van uw producten verdelen: de Incoterms De risico s en kosten in verband met de levering van uw producten verdelen: de Om handelsverrichtingen buiten de landsgrenzen tot een goed einde te brengen, moet elke onderneming weten welke verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Handleiding: Product configurator

Handleiding: Product configurator Handleiding: Product configurator Editie April 2012 Copyright Renson 2011 N.V. RENSON Ventilation S.A N.V. RENSON Sunprotection-Screens S.A N.V. RENSON Sunprotection-Projects S.A N.V. ARGENT ALU S.A www.renson-ereps.com

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Nieuwe Incoterms Juridische en btw-implicaties

Nieuwe Incoterms Juridische en btw-implicaties Nieuwe Incoterms Juridische en btw-implicaties Agenda Wat is nieuw in Incoterms 2010? Wat regelen de Incoterms? De Incoterms Hoe de juiste Incoterm kiezen? Wat regelen de Incoterms niet? Wat bij afwijking

Nadere informatie

Kroniek. 76 T C R 2 0 1 1, n u m m e r 2. IPR-procesrecht

Kroniek. 76 T C R 2 0 1 1, n u m m e r 2. IPR-procesrecht Kroniek IPR-procesrecht In deze kroniek zal aandacht worden besteed aan een aantal arresten van het Hof van Justitie over de uitleg van de EEX- Verordening (PbEG L 12/2001, p. 1; hierna: EEX-Vo). In het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief DE INCOTERMS. Contact. ZZSituering

PC Advocaten Nieuwsbrief DE INCOTERMS. Contact. ZZSituering ZZSituering PC Advocaten Nieuwsbrief DE INCOTERMS Belgische bedrijven die zich op de internationale markt wagen of die deze stap overwegen, dienen op hun hoede te zijn voor de juridische gevaren die dit

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

INCOTERMS 2010 REGELS Betekenis, historiek, ontwikkeling en draagwijdte

INCOTERMS 2010 REGELS Betekenis, historiek, ontwikkeling en draagwijdte INCOTERMS 2010 REGELS Betekenis, historiek, ontwikkeling en draagwijdte Prof. Dr. Ralph DE WIT Vrije Universiteit Brussel (VUB) Universiteit Antwerpen (UA) Advocaat te Antwerpen (Van Doosselaere Advocaten)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.7.2013 COM(2013) 554 final 2013/0268 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijzigng van Verordening (EG) nr. 1215/2012 betreffende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

KNIPPERLICHTEN 2012 ACTUALIA INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT. Bart Volders advocaat 2 februari 2012 BV o.v.v. BVBA

KNIPPERLICHTEN 2012 ACTUALIA INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT. Bart Volders advocaat 2 februari 2012 BV o.v.v. BVBA KNIPPERLICHTEN 2012 ACTUALIA INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Bart Volders advocaat 2 februari 2012 BV o.v.v. BVBA Plan 1. Inleidende beschouwingen 2. Terugblik 2011 3. Vooruitblik 2012 (en verder) 2 Deel 1.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* In zaak C-26/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september

Nadere informatie

www.asser.nl/cursusaanbod-advocatuur

www.asser.nl/cursusaanbod-advocatuur Cursusaanbod Onderhoud Vakbekwaamheid (PO) voor de advocatuur T.M.C. Asser Instituut 6 dec 2013 IPR Familierecht. Echtscheiding en nevenvoorzieningen inzake boedelscheiding en alimentatie gewezen echtgenoten

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Behaal je diploma secundair onderwijs

Behaal je diploma secundair onderwijs www.diplomasecundair.be Behaal je diploma secundair onderwijs INTKO is dé school voor Tweedekansonderwijs in de regio Halle-Vilvoorde. Ben je ouder dan 18 en heb je je diploma secundair onderwijs nog niet

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 28. 4. 2017 ZAAK C-255/17 Société AIR FRANCE S.A. [OMISSIS] Roissy Charles de Gaulle, Frankrijk [OMISSIS] verweerster,

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267 ECLI:NL:RBAMS:2013:6267 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11092013 Datum publicatie 27092013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C/13/539534 Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2019 COM(2019) 207 final 2019/0100 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Samenwerkingscomité

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 OKTOBER 2009 C.08.0559.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0559.F GT MANAGEMENT, bvba, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen POLYCAR, vennootschap naar Italiaans

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/03/2017

Datum van inontvangstneming : 27/03/2017 Datum van inontvangstneming : 27/03/2017 Vertaling C-88/17-1 Zaak C-88/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 februari 2017 Verwijzende rechter: Korkein oikeus (Finland) Datum

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Amsterdam, 22 juni 2017 Betreft: Schriftelijke opmerkingen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 30. 11. 2016 ZAAK C-649/16 III. Eerdere procedure De rechter in eerste aanleg heeft de vordering vóór de kennisgeving

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Vertaling C-533/15-1 Zaak C-533/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 oktober 2015 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland)

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar C/ nr. 6 BRIEF VAN DE VICEVOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar C/ nr. 6 BRIEF VAN DE VICEVOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2011 2012 32 582 EU-voorstel: Verordening jurisdictie, erkenning en afdwinging van rechterlijke uitspraken op civiel en handelsgebied (Brussel I) (COM(2010)748) C/ nr.

Nadere informatie

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM Dr. Hélène van Lith Supervisor: Prof. Filip De Ly Co-Supervisor: Dr. Xandra Kramer

Nadere informatie

Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal

Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging mr. dr. M. Freudenthal Sdu Uitgevers Den Haag, 2009 Inhoud Afkortingen / XI Woord vooraf/xiii 1. Historische ontwikkelingen / 1 1.1. Inleiding/l 1.1.1.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING 9.8.2017 ZAAK C-491/17 2. De behandeling van de zaak te schorsen totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2008 C.07.0175.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0175.N KANTERS, besloten vennootschap naar Nederlands recht, met zetel te 5469 PT Erp (Nederland), Pastoor van Schijndelstraat

Nadere informatie

Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding LOGISTIEK: INCOTERMS 2010

Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding LOGISTIEK: INCOTERMS 2010 Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding LOGISTIEK: INCOTERMS 2010 Deze cursus is eigendom van VDAB Competentiecentra PSnr: 40600 Wettelijk depot nummer: D2012/5535/030 datum: 01/03/2012

Nadere informatie

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, 90360 / HA ZA 03-161 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2004 Datum publicatie: 24-08-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.7.2017 COM(2017) 357 final 2017/0148 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Luxemburg en Roemenië worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

Leveringscondities en vervoer: een gesplitste eenheid

Leveringscondities en vervoer: een gesplitste eenheid Leveringscondities en vervoer: een gesplitste eenheid C4010 1 Leveringscondities en vervoer: een gesplitste eenheid Mr. D. M. Andela 1. Inleiding C4010 3 2. Levering en leveringscondities C4010 3 2.1.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 293 (R 1379) Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de ten uitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocollen

Nadere informatie

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als

Nadere informatie

Internationale koop en de rol van het Weens Koopverdrag

Internationale koop en de rol van het Weens Koopverdrag Internationale koop en de rol van het Weens Koopverdrag Welke juridische valkuilen zijn er voor de Nederlandse exporteur in de internationale handel en welke mogelijkheden biedt het Weens Koopverdrag?

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Vertaling C-189/14-1 Zaak C-189/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2014 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0169 (E) 12326/16 JUSTCIV 237 COEST 226 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES Europees Economisch en Sociaal Comité ECO/360 Belastingheffing - Richtlijn moedermaatschappij / dochteronderneming Brussel, 25 maart 2014 ADVIES van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

Reactie op prejudiciële vraag 17/01041

Reactie op prejudiciële vraag 17/01041 Reactie op prejudiciële vraag 17/01041 Welke socialezekerheidswetgeving wijst Vo. 883/2004 aan bij een Let die in Letland woont en buiten de EU werkt voor een Nederlandse werkgever op een schip onder Bahamas-vlag?

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Administrative bron. NBB: Nationale Bank van België - Buitenlandse handel. Algemene informatie

Administrative bron. NBB: Nationale Bank van België - Buitenlandse handel. Algemene informatie Metadata Administrative bron NBB: Nationale Bank van België - Buitenlandse handel Algemene informatie Via de maandelijkse intrastat-aangifte verstrekken de ondernemingen inlichtingen over hun intracommunautaire

Nadere informatie

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den

Nadere informatie

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, 107309 Print uitspraak Datum uitspraak: 17-03-2004 Datum publicatie: 13-05-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: In

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) PUBLIC 6094//09 REV LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 2 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité burgerlijk recht (overeenkomsten)

Nadere informatie

Kennisontbijt RRA Advocaten: Valkuilen bij internationaal contracteren

Kennisontbijt RRA Advocaten: Valkuilen bij internationaal contracteren Welkom Kennisontbijt RRA Advocaten: Valkuilen bij internationaal contracteren 18 november 2015 Ayrton Campos Inleiding: kantoor RRA Advocaten N.V. Kerkstraat 4 6367 JE Ubachsberg Voerendaal 045-5620540

Nadere informatie

Voorwoord 5. Inleiding 7 I THEORIE 21

Voorwoord 5. Inleiding 7 I THEORIE 21 Voorwoord 5 Inleiding 7 I THEORIE 21 1 Inleiding internationaal (privaat)recht 23 1.1 Algemeen 23 1.2 Rechtsstelsels 25 1.3 Conflictenrecht 26 1.4 Europese Unie 26 1.5 Rechtsbronnen 27 1.5.1 Wet 27 1.5.2

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2012 COM(2012) 530 final 2012/0260 (COD)C7-0304/12 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 mei 2005 (17.05) (OR. fr) 8136/05 ADD 1 PV/CONS 22 COMPET 72 RECH 81 ADDENDUM BIJ DE ONTWERP-NOTULEN 1 Betreft: 2653e zitting van de Raad van de Europese Unie (CONCURRENTIEVERMOGEN),

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING

Nadere informatie

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V. COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2005/1/16 ARREST van 28 juni 2007 Inzake BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V. tegen BENELUX-MERKENBUREAU Procestaal : Nederlands ARRET du 28 juin 2007 En cause BOVEMIJ VERZEKERINGEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 411 Regels omtrent instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19 Woord vooraf 13 Inleiding 15 1. Belang van het algemeen verbintenissenrecht 15 2. Benoemde en onbenoemde overeenkomsten 15 2.1 Omschrijving 15 2.2 Benoemde overeenkomsten in het Burgerlijk Wetboek 16 2.3

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

STAATSCOMMISSIE VOOR HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STAATSCOMMISSIE VOOR HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STAATSCOMMISSIE VOOR HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Mevr. mr W. Sorgdrager Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH 's-gravenhage 's-gravenhage, 18 april 1997 Excellentie, Bij brief van 1 oktober 1996

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

13585/17 WST/sht/bb DGD 2 Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0149 (E) 13585/17 JUSTCIV 249 SM 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) 30.8.2011. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) 30.8.2011. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 30.8.2011 2010/0383(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie juridische zaken over het

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 7223/04 DCL 1 JUSTCIV 42 DERUBRICERING van document: 7223/04 d.d.: 11 maart 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor een

Nadere informatie

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van 01-02-2012 Richtlijnen van de Europese Commissie betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) door de douaneautoriteiten van de EU met betrekking tot goederen, met name geneesmiddelen,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie