Date de réception : 02/03/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Date de réception : 02/03/2012"

Transcriptie

1 Date de réception : 02/03/2012

2 C-49/12-1 Zaak C-49/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 31 januari 2012 Verwijzende rechter: Østre Landsret (Denemarken) Datum van de verwijzingsbeslissing: 25 januari 2012 Verzoekende partij: Her Majesty s Revenue and Customs (HMRC) Verwerende partijen: Sunico ApS (voorheen A/S) M & B Holding ApS (A/S) Sunil Kumar Harwani Beschikking van 18 januari 2012 van het Østre Landsrets (Gerechtshof voor oost-denemarken) (Vijftiende kamer) Vijftiende kamer nr. B : Her Majesty s Revenue and Customs (HMRC) tegen NL

3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-49/12 Sunico ApS (voorheen A/S) Vijftiende kamer nr. B : Her Majesty s Revenue and Customs (HMRC) tegen M & B Holding ApS (voorheen A/S) en Vijftiende kamer nr. B : Her Majesty s Revenue and Customs (HMRC) tegen Sunil Kumar Harwani Na bespreking met partijen heeft de Østre Landsret overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken beslist het Hof van Justitie van de Europese Unie te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 1 van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Feiten Op 17 mei 2010 heeft verzoeker, Her Majesty s Revenue and Customs (HMRC), bij de High Court of Justice, Londen, Verenigd Koninkrijk, een procedure aanhangig gemaakt tegen met name Sunico ApS, Sunico Holdings ApS en M&B Holding ApS, die alle in Denemarken gevestigde vennootschappen zijn, alsook tegen Sunil Kumar Harwani en Mangharam Harwani, die beiden in Denemarken 2

4 SUNICO E.A. wonen. De zaak is nog steeds aanhangig en partijen zijn het eens over de bevoegdheid in casu van de gerechten van het Verenigd Koninkrijk. De zaak betreft de vraag of verzoeker een schade ten belope van ,01 GBP kan vorderen (in het Engels: claim for damages) van met name verweerders e.a. wegens deelname naar verzoekers opvatting aan een samenspanning tot het plegen van fraude naar Engels recht (in het Engels: tortious conspiracy to defraud) tot ontduiking van aan verzoeker verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde (hierna: btw ) in 719 gevallen, waarin goederen via een transactieketen van vennootschappen in het Verenigd Koninkrijk zijn verkocht en waarop een van de Britse vennootschappen in de transactieketen geen aan verzoeker verschuldigde btw betaalde. Verzoeker stelde geen vordering in tegen de vennootschappen in de transactieketen die goederen uit het Verenigd Koninkrijk uitvoerden en btwteruggaaf kregen. De schadevordering berust op het deel van het Engelse recht inzake de onrechtmatige daad (in het Engels: tort), op basis van samenspanning tot het plegen van fraude (in het Engels: unlawful means conspiracy). Verweerders die in het Verenigd Koninkrijk niet btw-plichtig zijn, kunnen op basis van de btw-wetgeving niet worden aangesproken voor de ontdoken btw. Alvorens de procedure in te stellen, verzocht verzoeker de Deense belastingdienst om inlichtingen over verweerders, die de Deense belastingdienst vervolgens verstrekte. Zij werden verstrekt overeenkomstig verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB 2003 L 264, blz. 1). Het Fogedret i København (rechtbank tenuitvoerlegging in Kopenhagen) heeft op 18 mei 2010 verlof tot conservatoir beslag op de activa van met name verweerders verleend. Verweerders stelden daartegen beroep in. Het Østre Landsret bekrachtigde het beslag op 2 juni Op 25 mei 2010 stelde verzoeker bij het Københavns Byret (rechtbank Kopenhagen) een bodemprocedure in krachtens 634, lid 1, retsplejelov (Deens wetboek van burgerlijke rechtsvordering), die luidt als volgt: De crediteur zal binnen een week na de beslaglegging een procedure instellen over het gevorderde waarop de beslaglegging betrekking heeft, tenzij de vordering tegen de schuldenaar tijdens of na de beslagleggingsprocedure vervalt. Tijdens deze procedure zal de crediteur ook een specifieke vordering tot bevestiging van het beslag indienen. Bij beschikking van 8 september 2010 verwees het Københavns Byret de bevestigingsprocedure naar het Østre Landsret. 3

5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-49/12 In de bodemprocedure vorderde verzoeker van verweerders betaling van ,01 GBP aan verzoeker en erkenning door verweerders dat de beslaglegging van 18 mei 2010 rechtmatig was. Verzoekers vordering tot betaling komt overeen met de bij de Britse rechters in casu aanhangige vordering. Verweerders concluderen tot afwijzing van verzoekers vordering tot betaling, subsidiair om verwerping van het beroep en om opheffing van het op 18 mei 2010 door het Fogedret i København gelaste beslag. Het Østre Landsret besliste tijdens de voorbereiding van de bodemprocedure om de vraag of de behandeling van de bodemprocedure moest worden geschorst overeenkomstig 634, lid 5, retsplejelov in afwachting van de behandeling van de schadevordering door de Engelse rechters, separaat te behandelen. 634, lid 5, retsplejelov luidt: Indien een zaak over de betrokken vordering aanhangig is bij een buitenlandse rechter wiens uitspraak bindende kracht in Denemarken zal hebben, zal een beslissing over de ontvankelijkheid van de krachtens de eerste subalinea ingestelde procedure worden uitgesteld tot in de buitenlandse procedure een beslissing is genomen die in kracht van gewijsde is gegaan. De rechtbank kan evenwel onmiddellijk beslissen op vragen over de bevestiging van een beslaglegging. Verzoeker, die verzoekt om schorsing van de bodemprocedure, stelde dat een beslissing van de Engelse rechters op de schadevordering tegen verweerders in Denemarken bindende kracht zal hebben op grond dat de beslissing uitvoerbaar in Denemarken zal zijn overeenkomstig verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken [hierna: verordening (EG) nr. 44/2001 ], die bij de Overeenkomst van 19 oktober 2005 tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken en wet nr van 20 december 2006 inzake verordening (EG) nr. 44/2001 in Deens recht is omgezet. Volgens verweerders, die wensen dat de bodemprocedure wordt voortgezet, zal een beslissing van de Engelse rechters over de schadevordering tegen verweerders geen bindende kracht in Denemarken hebben aangezien die beslissing niet in Denemarken uitvoerbaar zal zijn krachtens verordening (EG) nr. 44/2001. Verzoekers argumenten Volgens verzoeker zal een beslissing van de Engelse rechters in de zaak die HMRC tegen verweerders hebben ingesteld, uitvoerbaar zijn in Denemarken krachtens verordening (EG) nr. 44/2001 die bij de Overeenkomst tussen de 4

6 SUNICO E.A. Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken en wet nr van 20 december 2006 inzake verordening (EG) nr. 44/2001 in Deens recht is omgezet. Volgens verzoeker betreft de bij de Engelse rechter aanhangige zaak de vraag of verzoeker van verweerders schadevergoeding krachtens de bepalingen van Engels recht inzake samenspanning tot het plegen van fraude, die een onderdeel vormen van het Engelse recht inzake de onrechtmatige daad kunnen vorderen. In dit verband wees verzoeker erop dat de bepalingen van Engels recht inzake de onrechtmatige daad, waaronder de bepalingen inzake samenspanning tot het plegen van fraude, toepassing vinden zowel in de verhouding tussen particulieren als in de verhouding tussen de overheid en particulieren en dat de bepalingen verzoeker geen specifieke voorrechten verlenen die verder gaan dan die welke van toepassing zijn op de verhoudingen tussen particulieren. Op die basis stelt verzoeker dat een beslissing van de Engelse rechters in een zaak over schadevordering tegen verweerders valt onder het begrip burgerlijke en handelszaken in de zin van artikel 1, lid 1, van verordening (EG) nr. 44/2001. Volgens verzoeker volgt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat bij de bepaling of een door een overheidsorgaan tegen een particulier ingestelde zaak onder artikel 1, lid 1, van verordening (EG) nr. 44/2001 valt, beslissend is of de vordering van het overheidsorgaan tegen de particulier berust op wettelijke bepalingen die het overheidsorgaan prerogatieven verlenen die verder gaan dan die welke gelden krachtens de bepalingen die van toepassing zijn op de verhouding tussen particuliere personen. Dienaangaande verwees verzoeker naar het arrest van het Hof van 15 mei 2003, TIARD SA, C-266/01, Jurispr. blz. I-4867, waarin het Hof verklaarde dat de vordering van een overheidsorgaan tegen een borg die de betaling van de douaneschuld van een andere partij garandeerde, viel binnen het begrip burgerlijke en handelszaken van het verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Executieverdrag ), voor zover in de rechtsbetrekking tussen overheidsorgaan en borg, zoals deze uit de borgtochtovereenkomst volgt, geen gebruik wordt gemaakt van bevoegdheden die buiten het bestek van de op betrekkingen tussen particulieren toepasselijke regels vallen. Voorts verwees verzoeker naar het arrest van het Hof van 14 november 2002, Steenbergen, C-271/00, Jurispr. blz. I-10489, waarin het Hof verklaarde dat een vordering waarmee een overheidsorgaan op een particulier verhaal zoekt voor de bedragen die het uit hoofde van sociale bijstand aan de gescheiden echtgenoot en het kind van deze persoon heeft uitgekeerd, voor zover de grondslag en de wijze van instellen van deze vordering worden beheerst door de regels van het gemene recht op het gebied van de onderhoudsplicht, en wanneer de verhaalsvordering 5

7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-49/12 gebaseerd is op bepalingen waarmee de wetgever het overheidsorgaan geen eigen recht heeft verleend, onder het begrip burgerlijke zaak van artikel 1, lid 1, van het executieverdrag valt. Ten slotte verwees verzoeker naar het arrest van het Hof van 15 januari 2004, Blijdenstein, C-433/01, Jurispr. blz. I-981, die ook betrekking had op een regresvordering, waarmee een overheidsorgaan op een particulier verhaal zocht voor de bedragen die het uit hoofde van sociale bijstand heeft uitgekeerd, waarbij de vordering viel onder artikel 1, lid 1, van het Executieverdrag, omdat de wetgever het overheidsorgaan geen eigen recht had verleend krachtens de relevante wetgeving om een regresvordering in stellen. Verzoeker stelt voorts dat het feit dat de bepalingen van de btw-wetgeving relevant zijn voor de beoordeling van verzoekers schadevordering op verweerders, voor zover die vordering wordt beschouwd als het door verzoeker geleden verlies wegens de ontduiking van btw in 237 gevallen waarin goederen zijn verkocht via een keten van vennootschappen in het Verenigd Koninkrijk en waarin een van de vennootschappen bij elke ketentransactie verzoeker geen btw betaalde, onverlet laat dat verzoekers schadevordering tegen verweerders onder verordening (EG) nr. 44/2001 valt. Dienaangaande wijst verzoeker erop dat de rechtsgrondslag voor de vordering voortvloeit uit de Engelse bepalingen inzake de onrechtmatige daad en dat uit de rechtspraak van het Hof, met name uit voormelde arresten TIARD, Steenbergen en Blijdenstein alsook uit het arrest van het Hof van 5 februari 2004, Frahuil, C-265/02, Jurispr. blz. I-1543, volgt dat tot bepaling of een zaak waarin een overheidsorgaan een vordering tegen een particulier heeft ingesteld, valt onder verordening (EG) nr. 44/2001 beslissend is of de rechtsgrondslag voor de vordering is te vinden in bepalingen die gelijkelijk van toepassing zijn tussen particulieren en op verhoudingen tussen een overheidsorgaan en een particulier, en niet of publiekrechtelijke bepalingen relevant zijn voor de inhoudelijke beoordeling van de vordering. Argumenten van verweerders Volgens verweerders moet de aanhangige bodemprocedure worden voortgezet en de vordering worden verworpen of ongegrond verklaard, aangezien de in Engeland aanhangige vordering buiten de werkingssfeer van verordening (EG) nr. 44/2001 valt en een beslissing derhalve in Denemarken niet uitvoerbaar zal zijn. Huns inziens is er dus geen rechtsgrondslag voor erkenning of voor de tenuitvoerlegging van een Engelse beslissing in Denemarken. Verzoekers vordering vloeit voort uit de niet-betaling door een Britse derde van in het Verenigd Koninkrijk verschuldigde btw. Verzoeker heeft tevergeefs gepoogd btw te innen van een derde partij die deze btw verschuldigd was, terwijl verzoeker 6

8 SUNICO E.A. geen vordering heeft ingesteld tegen de vennootschappen in de transactieketen die de goederen uitvoerden en btw-teruggaaf kregen. Verzoekers vordering, die wordt betwist, vloeit voort uit de Britse btw-wetgeving zoals toegepast en uitgelegd door verzoeker, die een belastingdienst van het Verenigd Koninkrijk is. De beslag- en de bodemprocedure hebben alleen tot doel de btw te innen. Verzoekers zaak is voorgesteld als een btw-zaak krachtens verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde. Verzoeker merkt op dat het arrest van het Hof van 26 januari 2006, Commissie/ Raad, C-533/03, Jurispr blz. I-1025, punt 62, luidt: Gelet op het voorgaande moet worden geconcludeerd dat verordening nr. 1798/2003 de harmonisatie van de nationale procedureregels op belastinggebied tot doel en als inhoud heeft, teneinde de BTW-heffing te vereenvoudigen en aldus de opbrengsten voor de lidstaten uit deze belasting te vergroten. Samenvattend kan verzoekers vordering worden beschouwd als een btw-vordering die buiten de werkingssfeer van verordening (EG) nr. 44/2001 (zie artikel 1 ervan) valt. Er is niets ongebruikelijks aan vorderingen van overheidslichamen die als schadevordering op basis van algemene aansprakelijkheidsbeginselen worden ingesteld. Door het gebruik van de overheidsbevoegdheid om vergoeding te eisen, die universeel is en geldt op alle rechtsgebieden, wordt een vordering niet min of meer specifiek civielrechtelijk. De bepaling van de werkingssfeer van verordening (EG) nr. 44/2001 kan niet afhangen van overwegingen inzake de rechtsgrondslag naar nationaal recht. Reeds volgens de vroege rechtspraak van het Hof valt een poging van een lidstaat om terugbetaling van de kosten voor de berging van een scheepswrak te vorderen van een particulier buiten de werkingssfeer van het Executieverdrag (arrest Hof van 16 december 1980, Rüffer, 814/79, Jurispr. blz. 3807). Het Hof verklaarde in punt 15 van deze zaak: Het feit dat de beheerder bij het terugvorderen van die kosten ageerde op grond van een vorderingsrecht dat zijn oorsprong vindt in een overheidshandeling, volstond volgens het Hof om zijn actie, ongeacht de aard van de procedure die het nationale recht hem daartoe biedt, aan te merken als vallende buiten het toepassingsgebied van het Executieverdrag. In dit verband verklaarde het Hof in 2007 in een zaak betreffende vergoeding in het kader van krijgsverrichtingen (arrest Hof van 15 februari 2007, Lechouritou, C-292/05, Jurispr. blz. I-1519, punt 41): 7

9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-49/12 Dat de bij de verwijzende rechter ingestelde vordering een civielrechtelijk karakter heeft, voor zover zij strekt tot het verkrijgen van een geldelijke vergoeding voor de aan verzoekers in het hoofdgeding toegebrachte materiële en immateriële schade, is bijgevolg volstrekt irrelevant. Zo ook vloeit verzoekers vordering in de onderhavige zaak voort uit de Britse btw-wetgeving en de niet-naleving ervan door een derde partij. Verzoeker tracht zich te baseren op andere arresten, die uiteenvallen in twee groepen, die nuanceringen vormen op de rechtspraak van het Hof, maar die irrelevant zijn in de onderhavige zaak. De twee groepen betreffen enerzijds de borgverhouding en anderzijds situaties waarin de crediteuren wijzigen. Inzake de borgverhouding zijn er twee arresten: voormelde arresten TIARD en Frahuil. Beslissend is volgens het eerste arrest of de rechtsbetrekking tussen de Nederlandse Staat en PFA [de borg] zoals deze uit de borgtochtovereenkomst volgt, een uiting is van de uitoefening van een overheidsbevoegdheid door de staat als schuldeiser, doordat daarbij gebruik wordt gemaakt van bevoegdheden die buiten het bestek van de op betrekkingen tussen particulieren toepasselijke regels vallen (zie punt 30). Dat was niet het geval gedeeltelijk omdat PFA zich tegenover de Nederlandse Staat vrijwillig heeft verbonden en gedeeltelijk omdat PFA niet tot deze verbintenis is gedwongen, maar haar vrijwillig is aangegaan (zie punten 33 en 34). Vrijwilligheid brengt mee dat de borgtochtverplichtingen van de verzekeringsmaatschappij niet het publiekrechtelijke karakter hadden van douanerechten en accijnzen die gelden voor andere rechtspersonen. In de onderhavige zaak berust verzoekers vordering niet op vrij aangegane verplichtingen of uitingen van vrije wil, maar neemt de vorm aan van een schadevordering, die een bevoegdheid vertegenwoordigt die universeel is en geldt op alle rechtsgebieden. Tot de tweede groep vrijstellingen die situaties betreffen waarin crediteurs wisselden, behoren voormelde arresten Steenbergen en Blijdenstein. De eerste zaak betrof een verhaalvordering van de Gemeente Steenbergen (een lokaal overheidsorgaan) tegen een onderhoudsplichtige doordat de betrokkene zijn (civielrechtelijke) onderhoudsplicht niet was nagekomen. Het lokale overheidsorgaan kwam in zijn plaats op voor het onderhoud en de procedure betrof de terugvordering van de als gevolg daarvan betaalde bedragen. Het lokale overheidsorgaan betaalde aan de onderhoudsgerechtigde in de vorm van sociale bijstand, maar de vordering tegen de onderhoudsplichtige was niet gebaseerd op publiekrechtelijke regels betreffende sociale bijstand, maar op de algemene civielrechtelijke regels betreffende kredietadministratie. Tegen deze achtergrond viel de vordering binnen de werkingssfeer van het Executieverdrag (punten 32 en 34). 8

10 SUNICO E.A. Een overeenkomstige situatie vormde de achtergrond van voormelde zaak Blijdenstein, waarin de Duitse deelstaat Beieren ook een verhaalvordering tegen een in Nederland wonende onderhoudsplichtige had, omdat de deelstaat Beieren opleidingssteun had verleend aan diens dochter die in die deelstaat naar school was geweest. Zoals in de zaak Steenbergen ging het om een civielrechtelijke vordering, die de onderhoudsgerechtigde had tegen haar ouders. Derhalve viel de vordering van de deelstaat binnen de werkingssfeer van het Executieverdrag (arrest Blijdenstein, reeds aangehaald, punten 20 en 21). Uit deze twee arresten volgt uitdrukkelijk dat het Hof niet alleen belang hechtte aan het feit dat de wijziging van crediteuren een civielrechtelijke aangelegenheid is, maar ook dat de rechtsgrondslag voor de plicht tot onderhoud waarvoor het overheidsorgaan was opgekomen, civielrechtelijk was. In de onderhavige zaak wenst de Engelse belastingdienst dat wordt uitgegaan van een wijziging van debiteurs, waarbij verweerders in de plaats komen van de belastingplichtigen. Daartoe gebruikt hij bepalingen inzake buitencontractuele aansprakelijkheid van civiel recht. Maar zoals de aangehaalde arresten aantonen, kan ter beoordeling van de vordering in het kader van verordening (EG) nr. 44/2001 niet worden genegeerd dat de basis van de verplichting tot betaling van btw publiekrechtelijk is. De Engelse rechters wezen in het verleden verzoeken van de Deense belastingdienst af die in de vorm van schadevorderingen werden ingediend, maar in werkelijkheid verzoeken om betaling van heffingen of rechten waren (zie QRS 1 ApS e.a./frandsen [1999], All England Law Reporter (D) 522). Die zaak betrof een vordering van de Deense belastingdienst tot betaling van heffingen en rechten tegen insolvente vennootschappen die deze verschuldigd waren. Opmerkingen van het Landsret Volgens het Østre Landsret moet voor de beslechting van de zaak artikel 1 van verordening (EG) nr. 44/2001 worden uitgelegd. Bijgevolg wordt de behandeling van de procedure geschorst totdat het Hof een prejudiciële beslissing zal hebben genomen over de volgende prejudiciële vraag. BESLISSING: Het Hof wordt verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen: Moet artikel 1 van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, aldus worden uitgelegd dat de werkingssfeer ervan zich uitstrekt tot een zaak waarin de overheidsorganen van een lidstaat een schadevordering tegen in een andere lidstaat gevestigde ondernemingen en woonachtige natuurlijke personen instellen 9

11 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-49/12 op basis van een krachtens het nationale recht van de eerste lidstaat gestelde onrechtmatige daad in de vorm van samenspanning tot het plegen van fraude waarbij wordt deelgenomen aan ontduiking van aan de eerste lidstaat verschuldigde btw? 10

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Vertaling C-182/12-1 Datum van indiening: Zaak C-182/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing 19 april 2012 Verwijzende rechter: Székesfehérvári Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 mei 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 mei 2003 * PRÉSERVATRICE PONCIÉRE TIARD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 mei 2003 * In zaak C-266/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 januari 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 januari 2004 * BLIJDENSTEIN ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 januari 2004 * In zaak C-433/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005* ST. PAUL DAIRY ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005* In zaak C-104/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens het protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Vertaling C-515/13-1 Zaak C-515/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Vertaling C-116/17-1 Zaak C-116/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Vertaling C-533/15-1 Zaak C-533/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 oktober 2015 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 november 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 november 2002 * ARREST VAN 14. 11. 2002 ZAAK C-271/00 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 november 2002 * In zaak C-271/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 30. 11. 2016 ZAAK C-649/16 III. Eerdere procedure De rechter in eerste aanleg heeft de vordering vóór de kennisgeving

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/11/2014

Datum van inontvangstneming : 18/11/2014 Datum van inontvangstneming : 18/11/2014 Samenvatting C-475/14-1 Zaak C-475/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015 Datum van inontvangstneming : 02/07/2015 Vertaling C-255/15-1 Zaak C-255/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 mei 2015 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-330/17-1 Zaak C-330/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 juni 2017 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Vertaling C-637/16-1 Zaak C-637/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2016 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/12/2016

Datum van inontvangstneming : 16/12/2016 Datum van inontvangstneming : 16/12/2016 Vertaling C-539/16-1 Zaak C-539/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 oktober 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Frankfurt am Main

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Vertaling C-320/17-1 Zaak C-320/17. Verzoek om prejudiciële beslissing Datum van indiening 29 mei 2017 Verwijzende rechter Conseil d État (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * In zaak C-518/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/04/2016

Datum van inontvangstneming : 26/04/2016 Datum van inontvangstneming : 26/04/2016 Vertaling C-161/16-1 Datum van indiening: Zaak C-161/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing 21 maart 2016 Verwijzende rechter: Attunda tingsrätt / Zweden Datum

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Vertaling C-513/15-1 Zaak C-513/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 september 2015 Verwijzende rechter: Lietuvos vyriausiasis administracinis

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2017

Datum van inontvangstneming : 30/07/2017 Datum van inontvangstneming : 30/07/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-368/17 van dit artikel voor de erkenning als bedoeld in de artikelen 21, 22, 23 en 24 van verordening

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 C-211/12-1 Zaak C-211/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2012 Verwijzende rechter: Corte d'appello di Roma (Prima Sezione civile)

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * In zaak C-68/07, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door de Högsta domstol (Zweden)

Nadere informatie

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14 Vertaling C-23/14-1 Zaak C-23/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 24/03/2016

Datum van inontvangstneming : 24/03/2016 Datum van inontvangstneming : 24/03/2016 Vertaling C-95/16-1 Zaak C-95/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 februari 2016 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hannover (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-204/15-1 Datum van indiening: 4 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-204/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Vertaling C-327/16-1 Zaak C-327/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING 9.8.2017 ZAAK C-491/17 2. De behandeling van de zaak te schorsen totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële

Nadere informatie

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-110/14-1 Zaak C-110/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2014 Verwijzende rechter: Judecătoria Oradea (Roemenië) Datum van de verwijzingsbeslissing: 25 februari

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Vertaling C-499/15 1 Zaak C-499/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 september 2015 Verwijzende rechter: Vilniaus miesto apylinkės

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 * FBTO SCHADEVERZEKERINGEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 * In zaak 0463/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesgerichtshof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Vertaling C-250/13-1 Zaak C-250/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-165/17-1 Zaak C-165/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 april 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-695/17-1 Zaak C-695/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 december 2017 Verwijzende rechter: Helsingin käräjäoikeus (Finland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Vertaling C-578/13-1 Zaak C-578/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 november 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Kiel (Duitsland)

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 325461 / HA ZA 08-3967 Vonnis in het incident van in de zaak van de rechtspersoon naar publiek recht UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 11 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 11 oktober 2007 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 11 oktober 2007 * In zaak C-98/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door de Högsta domstol (Zweden)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/04/2017

Datum van inontvangstneming : 06/04/2017 Datum van inontvangstneming : 06/04/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 13. 12. 2016 ZAAK C-112/17 [OMISSIS] [OMISSIS] tegen I. 2 - verzoekster - Societé AIR FRANCE S.A., [OMISSIS] Roissy

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * INGMAR ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * In zaak C-381/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Court of Appeal (England

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Vertaling C-388/18 1 Zaak C-388/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 juni 2018 Verwijzende rechter: Bundesfinanzhof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/07/2017

Datum van inontvangstneming : 04/07/2017 Datum van inontvangstneming : 04/07/2017 Vertaling C-308/17-1 Zaak C-308/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 mei 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2014

Datum van inontvangstneming : 31/01/2014 Datum van inontvangstneming : 31/01/2014 Vertaling C-680/13-1 Zaak C-680/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 december 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Frankfurt am Main

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Vertaling C-74/17-1 Zaak C-74/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/08/2012

Datum van inontvangstneming : 23/08/2012 Datum van inontvangstneming : 23/08/2012 C-347/12-1 Datum van indiening: 20 juli 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-347/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Cour de cassation du Grand-Duché de Luxembourg/

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/03/2014

Datum van inontvangstneming : 11/03/2014 Datum van inontvangstneming : 11/03/2014 Vertaling C-58/14-1 Zaak C-58/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2014 Verwijzende rechter: Bundesfinanzhof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Vertaling C-672/13-1 Zaak C-672/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 december 2013 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie