Gezondheidsbarometer van de belgische ondernemingen

Transcriptie

1 Gezondheidsbarometer van de belgische ondernemingen 2010 Baromètre de la santé des belges unie der rechters in handelszaken van België union des juges consulaires de Belgique

2 Graydon Belgium nv /sa Uitbreidingstraat 84-b1 BE-2600 Berchem T: (0) F: (0) Tekst: Eric Van den Broele Lay-out: Patrick Van den Broeck

3 GEZONDHEIDSBAROMETER VAN DE BELGISCHE ONDERNEMINGEN BAROMÈTRE DE LA SANTÉ DES ENTREPRISES BELGES

4 Eric Van den Broele Deputy Senior Manager Research, Graydon Belgium 1. Inleiding 1.1. Graydon Belgium en de modellen voor faillissement en succes Graydon Belgium nv onderhoudt en voedt een databank waarin elke in België gevestigde economische entiteit, drager van een ondernemingsnummer, wordt teruggevonden. De belangrijke diversiteit aan bronnen zorgt ervoor dat eender welke onderneming van de allergrootste firma tot het kleinste zelfstandige bedrijf van bij het ontstaan wordt geregistreerd. Zodoende profileert de Graydon-databank zich als een reusachtige en gemakkelijk hanteerbare bibliotheek waar op evidente wijze alle officiële stukken met betrekking tot een onderneming, zoals jaarrekeningen, oprichtingsaktes en diverse publicaties in het Staatsblad, worden teruggevonden. Naast de bundeling van officiële bronnen worden vele andere (zoals enquêtes, lectuur van kranten, gegevensverzameling rechtstreeks bij de bedrijven, rechtstreeks contact met diverse instanties, ) nauwkeurig up-to-date gehouden. Inderdaad sporen de 140 Graydon-medewerkers, zich scrupuleus houdend aan regelgeving ter zake, met de grootst mogelijke systematiek elk bijkomend gegeven op dat een beter inzicht verschaft in de actuele toestand van de individuele vennootschap of eenmanszaak. De verwerking van de informatiestroom genereert meer dan tachtig knipperlichten waarvan er, in overleg met de U.R.H.B., slechts dertien in deze studie worden besproken. Die signalen vormen op hun beurt, via diverse statistische s en wegingen, de voedingsbodem voor de hieronder geciteerde beoordelingssystemen. Op basis van het volledige gegevenspalet worden actief eigen scoresystemen toegepast die zowel de faillissementskans als de groeimogelijkheden van een bedrijf inschatten. Hiertoe is van bij Graydon s ontstaan een traditie opgebouwd van diepgaand onderzoek, zowel intern als in nauwe samenwerking met de diverse universitaire onderzoekscentra die ons land rijk is. Volledigheidshalve wijzen we op het feit dat in deze studie een aantal knipperlichten individueel worden geëvalueerd op hun alarmwaarde. Onderhavige studie is dan ook bedoeld als aanvullende documentatie ten behoeve van de lezers-handelsrechters van dit tijdschrift. Het is echter geenszins de weergave van de methodiek die Graydon in haar eigen modellen en toepassingen hanteert. Ook zal de lezer begrijpen dat de alarmwaarde van het individuele knipperlicht haar beperkingen kent. Het zijn de op basis van jarenlang onderzoek ontwikkelde slechts ten dele in deze studie betrokken- Graydon-modellen, die de verschillende knipperlichten en andere gegevens via doorgedreven en weging benaderen, die Graydon in staat stellen accurate uitspraken te doen over kansen op faillissement en succes. Graydon Belgium is fier op de intense samenwerking met de verschillende rechtbanken van koophandel en met het vertrouwen dat de rechtbanken in het bedrijf stellen. Op de handelsrechtbanken bestaat de uitdrukkelijke wil de kamers voor handelsonderzoek de nodige instrumenten in handen te geven, opdat de werkzaamheden efficiënt kunnen verlopen. Op de meeste handelsrechtbanken wordt op systematische wijze het handelsonderzoek gedocumenteerd met 1. Introduction 1.1. Graydon Belgium et les modèles de faillite et de succès Graydon Belgium SA alimente et entretient une base de données reprenant toutes les entités économiques sises en Belgique, et porteuses d un numéro d entreprise. Grâce à la grande diversité de sources, n importe quelle entreprise, de la plus grande société à la plus petite entreprise indépendante, y est enregistrée dès sa création. La base de données Graydon se profile comme une bibliothèque géante et facile, dans laquelle sont classés de manière synoptique tous les documents officiels concernant les, comme les comptes annuels, les actes de constitution et les diverses publications au Moniteur belge. Outre les compilations des sources officielles, bien d autres informations encore (enquêtes, lecture des journaux, données collectées auprès des, contact direct avec diverses instances ) y sont conservées et actualisées. Les 140 collaborateurs Graydon passent au crible, en respectant strictement la législation en la matière, avec la plus grande systématique, toute nouvelle donnée offrant une meilleure vue de la situation actuelle des individuelles ou unipersonnelles. Le traitement du flux d information génère plus de quatre-vingt clignotants dont, en concertation avec l U.J.C.B., seulement treize sont présentés dans cette étude. Ces signaux forment à leur tour, via diverses s statistiques et pondérations, la base nourricière pour les systèmes d évaluation évoqués ci-après. Sur base de la palette complète des données, des systèmes de scoring propres sont également activement exploités pour évaluer les risques de faillite et les possibilités de croissance d une entreprise. À cet effet, dès la constitution de l entreprise, on a instauré une tradition d enquête approfondie, tant au niveau interne qu en étroite collaboration avec les différents centres de recherche universitaires présents dans notre pays. Pour être complets, nous signalons que dans cette étude, certains clignotants sont évalués individuellement quant à leur valeur d alarme. La présente étude est donc conçue comme une documentation complémentaire pour les lecteurs-juges des tribunaux de commerce de ce magazine. Elle ne reflète en aucune façon la méthode d que Graydon applique dans ses propres modèles et applications. Le lecteur comprendra également que la «valeur d alarme» de chaque clignotant a ses limites. Ce sont les modèles Graydon, conçus sur la base d une longue enquête et seulement abordés partiellement dans cette étude, qui révèlent les différents clignotants et d autres données issus d une et d une pondération minutieuses et qui permettent à Graydon de formuler des prévisions précises en matière d échec et de succès. Graydon Belgium est fière de la collaboration intense avec les différents tribunaux de commerce et de la confiance que ceux-ci portent à notre entreprise. Les tribunaux manifestent leur volonté de donner aux chambres d enquête commerciale les instruments nécessaires pour mener efficacement leur tâche à bien. Dans la plupart des tribunaux de commerce, il apparaît que les enquêtes commerciales sont systématiquement documentées par les données objectives et les systèmes d interprétation mis à dis- 4 Graydon Belgium

5 de objectieve gegevens en interpretatiesystemen die Graydon ter beschikking stelt. Omgekeerd engageert Graydon zich, en dit van in den beginne, om op geen enkele wijze gebruik te maken van kennis die mogelijkerwijs kan afgeleid worden uit de bevragingen door diezelfde rechtbanken. We blijven hopen dat deze samenwerking de rechtbanken ondersteunt in hun streven bedrijven in moeilijkheden ruim tijdig op te sporen, zodat de rechtbanken daadwerkelijk kunnen bijdragen tot hun herstel Afbakening en omschrijving van het onderzoeksveld Het onderhavige onderzoek is volledig toegespitst op de rechtspersonen of structuren die rechtstreeks in verband kunnen worden gebracht met het uitoefenen van een handelsactiviteit. Hierdoor worden enkel constructies bestudeerd die effectief faillissementsgevoelig zijn. Vervuiling van statistieken én van projecties ten opzichte van een totale populatie wordt zodoende vermeden. Inderdaad zou het weinig kies zijn de faillissementskansen van bijvoorbeeld handelsen af te wegen ten opzichte van een totale populatie van geregistreerde entiteiten waaronder ministeries, OCMW s, vzw s en dergelijke. In totaal werden binnen de op 31 december 2010 actieve populatie vennootschapsvormen geselecteerd voor verder onderzoek. Dezelfde criteria toegepast op de faillissementen uitgesproken in de loop van het jaar 2010 leverde cases op. Praktisch betekent dit dat het jaar 2010 een aanwas kende van het aantal en van +3,63% (einde 2010 was er nauwelijks groei ten opzichte van 2009, einde 2009 waren er 1,4% meer bedrijven actief dan einde 2008, terwijl de groei het jaar voordien was er nog een van 4,8%), terwijl het aantal faillissementen binnen diezelfde selectie iets minder sterk steeg: 233 cases meer dan het jaar voordien of een toename met 3,08%. Wegens de terecht door de rechtbank vereiste objectieve grond der knipperlichten opteren we ervoor om, binnen het kader van deze studie, enkel die signalen te gebruiken die objectief en onweerlegbaar vaststelbaar zijn. Dit betekent dat het ofwel gaat om signalen die uit de jaarrekening worden gehaald (ratio s), ofwel om signalen die een duidelijke rechtsgrond hebben (dagvaardingen RSZ, protesten op wissels,...). Daarnaast worden drie beoordelingssystemen (de FiTo -meter, de Graydon Sociale Score en het basislimietbedrag) gebruikt die Graydon weliswaar als onderdeel van haar modellen aanwendt, maar die volgens een vaste formule worden berekend op basis van de hierboven vernoemde objectieve signalen. Er moet worden opgemerkt dat de bevoegde rechters de signalen, in combinatie met andere factoren én op basis van de eigen ruime ervaring en knowhow, beoordelen. Voor elk knipperlicht wordt geprojecteerd in welke mate het wordt waargenomen, zowel binnen de actieve populatie als binnen de populatie bedrijven die in de loop van 2010 failliet werd verklaard. Door deze benadering wordt uitdrukkelijk getoond in welke verhouding een welbepaald knipperlicht staat ten opzichte van zowel in 2010 actieve als in 2010 gefailleerde ondernemingen. De alarmwaarde van het knipperlicht wordt hiermee statistisch onderbouwd. Voor elk knipperlicht wordt rekening gehouden met de gerechtelijke territoria (de arrondissementen). Bij eerdere publicaties werd ook een tweede tabel geprojecteerd die telkens rekening hield met de staatkundige structuren. Gezien er voor de uitgave van dit tijdschrift werd gekozen ook een overzicht te geven met betrekking tot de evolutie van de Wet op Continuïteit ondernemingen, werd er ook ditmaal voor geopteerd deze tabellenreeks niet te publiceren. Al het cijfermateriaal heeft betrekking tot het jaar Feiten zijn ofwel dat jaar vastgesteld, ofwel is de continuïteit van een eerder geregistreerd gegeven aangetoond. position par Graydon. D autre part, Graydon s engage, et ceci depuis le début, à ne pas utiliser la connaissance qui peut être déduite des questions posées par ces mêmes tribunaux. Nous espérons que cette collaboration soutiendra les tribunaux dans leur effort de détecter à temps les en difficulté, afin de pouvoir contribuer véritablement à leur sauvetage Balisage et description du champ d investigation La présente enquête est entièrement consacrée aux personnes morales ou aux structures qui peuvent être directement liées à l exercice d une activité commerciale. À cet effet, on uniquement les structures qui courent un risque réel de faillite. Ce faisant, on évite ainsi la pollution des statistiques et des projections par rapport à une population totale. En effet, il serait peu judicieux de pondérer les risques de faillite des commerciales, par exemple, par rapport à une population totale d entités enregistrées comprenant notamment des ministères, des CPAS, des ASBL et autres. Pour les réflexions relatives aux unipersonnelles, nous renvoyons à l étude publiée en avril 2006 dans ce magazine. Au total, ont été sélectionnées pour l étude parmi la population active au 31 décembre Les mêmes critères appliqués aux faillites prononcées dans le courant de l année 2010 ont produit cas. Dans la pratique, cela signifie pour l année 2010 une hausse du nombre de de +3,63% (fin 2010 l on ne comptait guère de croissance par rapport à 2009, fin 2009 l on comptait une augmentation de 1,4% de plus d en activité qu à la fin 2008, mais la croissance de l année précédente était de 4,8%), là où le nombre de faillites dans la même sélection a augmenté un peu moins fortement: 233 cas de plus que l année précédente, soit une croissance de 3,08%. En raison du fondement objectif des clignotants exigé à juste titre par le tribunal, dans le cadre de cette étude, nous avons décidé d utiliser uniquement les signaux pouvant être établis de manière objective et incontestable. Cela signifie qu il s agit soit de signaux obtenus à partir de comptes annuels (ratios), soit de signaux présentant un fondement juridique clair (citations ONSS, protêts, etc.). En outre, on utilise trois systèmes d évaluation (le «FiTo -mètre», le Score Social Graydon et le montant limite de base) sans doute exploités par Graydon dans ses modèles, mais qui sont calculés à l aide d une formule fixe sur la base des «signaux objectifs» précités. Il convient de remarquer que le tribunal utilise uniquement les clignotants comme instrument de base. Ce sont les juges compétents qui évaluent les signaux sur la base de leur savoir-faire et de leur propre expérience. Pour chaque clignotant, on a également projeté la fréquence, aussi bien sur la population active que sur les qui ont été déclarées en faillite en Cette approche permet de montrer clairement la position d un clignotant déterminé par rapport aux actives ou faillies en La valeur d alarme du clignotant est ainsi étayée de manière statistique. Pour chaque clignotant, on a tenu compte des territoires judiciaires (les arrondissements). Lors de publications précédentes, un deuxième tableau fut projeté qui à chaque fois tenait compte des structures politiques. Vu que pour l édition de ce magazine on a opté pour y ajouter un aperçu relatif à l évolution de la Loi sur la Continuité des Entreprises, on a également préféré ne pas publier ces statistiques cette fois-ci. Tous les chiffres concernent l année Les faits ont été constatés au cours de cette année ou marquent la continuité de données déjà enregistrées. Graydon Belgium 5

6 1.3. Algemene waarnemingen inzake knipperlichten bij gefailleerden in Observations générales concernant les clignotants des en faillite en 2010 OVERZICHT VAN VENNOOTSCHAPPEN: SITUATIE PER 31 DECEMBER 2010 ondernemingen ondernemingen met knipperlicht Faillissementen in 2010 Nombre d' Nombre d' avec clignotant en Nombre de % vert. % vert. en Nombre de hor. % vert. % vert. en Nombre de Faillites en 2010 hor. % vert. % vert. Brussel-Bruxelles /Halle/Vilvoorde ,12% ,00% 24,10% ,34% 27,35% Brugge ,54% ,12% 3,41% 172 1,08% 2,21% Ieper ,94% ,69% 0,72% 29 0,70% 0,37% Kortrijk ,79% ,38% 4,07% 204 0,95% 2,62% Oostende ,46% ,86% 1,44% 81 1,23% 1,04% Veurne ,03% ,38% 1,00% 57 1,24% 0,73% Dendermonde ,57% ,83% 4,64% 335 1,34% 4,29% Gent ,07% ,93% 5,26% 349 1,28% 4,47% Oudenaarde ,64% ,88% 1,37% 75 1,02% 0,96% Antwerpen ,20% ,86% 12,74% ,30% 16,28% Mechelen ,16% ,79% 2,72% 140 0,99% 1,79% Turnhout ,37% ,03% 3,80% 280 1,43% 3,59% Leuven ,29% ,14% 3,74% 163 0,85% 2,09% Hasselt ,57% ,20% 3,86% 265 1,29% 3,40% Tongeren ,16% ,05% 2,75% 247 1,73% 3,17% Mons ,23% ,68% 2,45% 256 2,53% 3,28% Charleroi ,03% ,78% 3,34% 296 2,16% 3,79% Tournai ,97% ,03% 2,07% 181 2,03% 2,32% Dinant ,05% ,88% 1,06% 80 1,69% 1,03% Namur ,94% ,22% 2,04% 168 1,92% 2,15% Arlon ,43% ,15% 0,48% 39 1,99% 0,50% Marche-en-Famenne ,47% ,61% 0,48% 35 1,67% 0,45% Neufchâteau ,57% ,24% 0,57% 30 1,18% 0,38% Eupen ,47% ,66% 0,42% 25 1,19% 0,32% Liège ,99% ,71% 4,14% 413 2,29% 5,29% Huy ,93% ,11% 0,86% 78 1,87% 1,00% Verviers ,40% ,33% 1,27% 120 1,90% 1,54% Nivelles ,61% ,65% 5,20% 279 1,35% 3,58% BELGIE - BELGIQUE ,00% ,40% 100,00% ,73% 100,00% Commentaar Verschillende internationale studies tonen aan dat bedrijven die naar het faillissement toeglijden een vrij gelijklopend stramien volgen, waarbij vaak jaren voor het faillissement die bedrijven eerst welbepaalde (soms extern waarneembare) defecten vertonen die naderhand worden bevestigd door voor de buitenwereld duidelijk waarneembare fouten. Eerste niet onbelangrijke vaststelling: ondanks het feit dat ook in 2010 heel wat bedrijven de gevolgen van de crisis ondergingen noteren we een -zij het beperkte- daling van het aantal ondernemingen dat één van de dertien knipperlichten vertoont van cases in 2009 (34,95% van de totale populatie) naar cases in 2010 (33,4% van de totale populatie). Daartegenover vinden we bij verdere (op de volgende bladzijden) dat binnen de groep bedrijven mét knipperlichten we een stijging waarnemen van vooral financiële knipperlichten. Deze cijfers bevestigen uitdrukkelijk dat de crisis in eerste instantie die bedrijven die reeds voordien problemen kenden verder hebben aangetast. Gesteld dat het relatieve aantal bedrijven mét knipperlichten in een welbepaald arrondissement mag gelden als graadmeter voor de gezondheidssituatie van de bedrijven in dat arrondissement, zijn er over het land opmerkelijke verschillen te noteren. Inderdaad mag desgevallend opnieuw het arrondissement Ieper met slechts 25,69% (verleden jaar nog 27,5%) ondernemingen met knipperlichten gelden als dat arrondissement met relatief het grootste aantal gezonde ondernemingen. Ook de arrondissementen Dendermonde (27,83% met knipperlichten) en Oudenaarde (27,88% met knipperlichten) scoren bijzonder goed. Het Brusselse arrondissement piekt negatief met 40% ondernemingen (verleden jaar nog 40,2%) met knipperlichtensignaletiek. Het gerechtelijk arrondissement Nijvel telt 37,65% bedrijven met knipperlichten. Het gerechtelijk arrondissement Aarlen (37,15%) staat op een derde plaats Commentaire Plusieurs études internationales indiquent que les qui se rapprochent de la faillite ont des parcours relativement similaires selon lesquels, souvent plusieurs années avant la faillite, les connaissent déjà des problèmes évidents (parfois évaluables de l extérieur) qui seront ensuite confirmés par des erreurs parfaitement claires aux yeux des observateurs externes. Première observation non négligeable: malgré le fait que de nombreuses aient subi les conséquences de la crise en 2010, on note une diminution modeste du nombre d présentant l un des treize clignotants, de cas en 2009 (34,95% de la population totale) à cas en 2010 (33,4% de la population totale). Par contre, l (en pages suivantes) révèle que dans le groupe des avec des clignotants, ce sont surtout les clignotants financiers qui augmentent. Ces chiffres confirment explicitement que la crise a touché principalement les qui étaient déjà en difficulté. En admettant que le nombre relatif d avec clignotants dans un arrondissement donné peut faire office de Baromètre pour la santé des dans cet arrondissement, on remarque des différences notables à l échelle nationale. En effet, l arrondissement d Ypres, avec seulement 25,69% d avec clignotants (alors que l année passée il s agissait encore de 27,5%), peut à nouveau être considéré comme l arrondissement ayant le plus grand nombre relatif d sans clignotants. Autrement dit, l arrondissement d Ypres comporte donc le plus grand nombre d saines. Aussi les arrondissements de Termonde (27,83% avec clignotants) et d Oudenaarde (27,88%) présentent-ils un score favorable. Le score de l arrondissement de Bruxelles est le plus négatif, avec 40% d (l année passée encore 40,2%) avec clignotants, suivi par Nivelles (37,65%) qui prend la deuxième place. L arrondissement d Arlon se situe à la troisième place (37,15%). 6 Graydon Belgium

7 1.4. Alarmwaarde van het knipperlicht Hoe sterk weegt een welbepaald knipperlicht? Dit kan eenvoudig worden berekend door te bepalen hoe vaak een faillissement werd uitgesproken nadat het knipperlicht werd vastgesteld. Hiervoor gaan we na bij hoeveel bedrijven die in 2010 failliet werden verklaard het signaal vroegtijdig voorkwam. Dit wordt in verhouding geplaatst tot het totaal aantal keren dat we datzelfde signaal vaststellen bij ondernemingen die per 31/12/2010 nog actief waren. Onderstaande tabel geeft weer in hoeveel gevallen het knipperlicht in 2010 effectief gevolgd werd door een faillissementsuitspraak alsook het procent van de per 31/12/2010 actieve en het procent van de in 2010 failliet verklaarde bedrijven waar een specifiek knipperlicht voorkomt Valeur d alarme du clignotant Quel est le poids d un clignotant donné? Cela peut être calculé de manière simple en déterminant la fréquence des jugements de faillite après la constatation du clignotant. Pour ce faire, on a déterminé le nombre de qui ont été déclarées en faillite en 2010 et pour lesquelles ce signal est apparu. Cela a été comparé au nombre total de reprises auquel ce même signal a été constaté dans les qui étaient encore actives aux 31 décembre Le tableau ci-dessous indique le nombre de cas dans lesquels le clignotant a été effectivement suivi en 2010 d un jugement de faillite, ainsi que le pourcentage des actives au 31 décembre 2010 et déclarées en faillite en 2010 et dans lesquelles un clignotant spécifique est apparu onderzoek april étude avril 2011 Liquiditeit < 0,5 Liquidité < 0,5 Rentabiliteit 2 jaar negatief Rentabilité négative pendant 2 années successives Algemene schuldgraad > 100% Degré d'endettement général supérieur à 100% Eigen vermogen < 50% kapitaal Fonds propres inférieurs à, 50% du capital Vervallen schuld Fiscus RSZ Dettes échues envers le fisc ou l'onss Basislimietbedrag negatief Montant limite de base négatif Fito -meter sterk negatief FiTo -mètre fortement négatif Dagvaardingen RSZ Citations par l'onss Bestuurder in ander faillissement Administrateur signalé dans une entreprise en faillite Geen publicatie jaarrekening 24 maand Pas de publication des C.A. pendant les 24 derniers mois Protesten op wisselbrieven Protêts GSS sterk negatief Score social Graydon fortement négatif 2006: één fal.per ondernemingen 2006: une faillite par 2007: één fal.per ondernemingen 2007: une faillite par 2008: één fal.per ondernemingen 2008: une faillite par 2009: één fal.per ondernemingen 2009: une faillite par 2010: één fal.per ondernemingen 2010: une faillite par % bij faillerende ondernemingen % auprès des faillies % bij actieve ondernemingen % auprès des actives 40,9 44,1 42,8 71,9 90,2 10,5% 16,5% 27,5 28,7 42,2 59,5 72,1 7,0% 8,7% 30,1 34,1 31,9 50,1 63,9 11,1% 12,3% 25,9 28,1 26,8 25,8 41,8 25,7% 18,5% 15,7 12, ,6 25,3 0,2% 0,1% 7,8 8,2 11,5 17,5 20,6 8,6% 3,0% 8,6 9,5 10,6 17,3 19,1 5,4% 1,7% 13,4 11,7 10,6 11,1 17,3 6,5% 1,9% 8,3 8 7,5 7,8 10,5 12,1% 2,0% 9,3 9 8,5 7,7 7,8 25,1% 3,0% 4,0 3,9 4 3,8 5,7 3,6% 0,3% 2,8 3,1 2,7 2,7 = 3,4 10,4% 0,5% 2010 Het valt opnieuw op dat zuivere berekeningen uit de jaarrekeningen, hoewel de meesten duidelijk in aantal toenemen, aan de hand van traditionele ratio s slechts in beperkte mate alarmgevoelig zijn. Inderdaad werden in 2010 binnen de wereld der en meer dan één bedrijf per groep van 57,8 failliet verklaard. Einde 2009 was dat nog één per 57,5 maar in 2007 was dat nog één per 65. Anders gesteld: 2010 markeert zich door een trendbreuk: niet alleen zijn er naar verhouding steeds minder bedrijven die de samen met de U.R.H.B. gedefinieerde ziektesymptomen vertonen, bovendien worden, voor het eerst sinds vele jaren, naar verhouding ook minder faillissementen uitgesproken. Dit kan zowel wijzen op een versoepeling van de handelsrechtbanken zelf die meer rekening houden met de crisis als gegeven. Deels moet de verklaring ook gezocht worden in het succes van de Wet Continuïteit Ondernemingen die als vangnet fungeert voor bedrijven in moeilijkheden. Wie dan probeert onderscheid te maken tussen een bedrijf dat in moeilijkheden verkeert en een bedrijf dat normaal loopt, aan de hand van bijvoorbeeld het ook in veel actieve ondernemingen voorkomend knipperlicht van de zwakke liquiditeit (type 11) zal absoluut niet het verschil kunnen maken: een bedrijf op 90,2 gevallen met zwakke liquiditeit gaat over de kop. Andere traditionele knipperlichten zoals een hoge schuldgraad of een zwak eigen vermogen discrimineren slechts zwak. Het sterkste signaal blijft zonder enige twijfel de GSS (Graydon Sociale Score). In 2010 gingen inderdaad één op drie gevallen met dit kenmerk naderhand over de kop. Het knipperlicht is des te meer belangwekkend, omdat het effectief vaak voorkomt bij falende ondernemingen (10,37% van alle gefailleerden had dit kenmerk), terwijl het knipperlicht uiterst zelden voorkomt bij actieve ondernemingen (slechts in 0,45% van de gevallen). Beschouwen we de evolutie van de signaalwaarde, dan stellen we vast dat de signalen op basis van klassieke jaarrekening beperkte kracht hebben, terwijl het feitenmateriaal beduidend beter de evolutie aanduidt. Bien que la plupart des calculs purs réalisés à partir des comptes annuels augmentent clairement, il convient de constater à nouveau que ceux-ci, basés sur des ratios traditionnels, présentent une sensibilité restreinte aux signaux d alarme. En 2010, plus d une entreprise par groupe de 57,8 a été déclarée en faillite, pour une sur 57,5 en 2009 et une sur 65 en Autrement dit, 2010 se caractérise par un changement de tendance: non seulement il y a proportionnellement toujours moins d qui présentent les symptômes de maladie définis avec l U.J.C.B, mais pour la première fois depuis de nombreuses années, proportionnellement moins de faillites sont prononcées. Ce qui peut indiquer un assouplissement des tribunaux du commerce, qui tiennent davantage compte de la crise. Mais il faut en rechercher partiellement l explication aussi dans le succès de la Loi relative à la Continuité des Entreprises, qui sert de filet de sécurité pour les en difficulté. Si on tente de faire la distinction entre une société en difficultés et une société en situation normale sur la base, par exemple, du clignotant de faibles liquidités (code 11) également présent dans de nombreuses actives, il sera difficile de distinguer les différences: une société sur 90,2 cas de faibles liquidités est déclarée en faillite. D autres clignotants traditionnels comme un taux d endettement élevé ou des fonds propres réduits font peu de différence. Le signal le plus fort reste sans aucun doute le GSS (Social Score Graydon). En effet, en 2010, une société sur trois présentant cette caractéristique a été déclarée en faillite. Ce clignotant est d autant plus important parce qu il apparaît effectivement souvent dans les en difficulté (10,37% de toutes les en faillite présentaient cette caractéristique), tandis qu il apparaît rarement dans les actives (uniquement dans 0,45% des cas). En observant l évolution de la valeur d alarme du clignotant, nous constatons que sur la base de l classique des comptes annuels, ces signaux n ont qu une valeur limitée, tandis que les faits reflètent l évolution d une manière beaucoup plus efficace. Graydon Belgium 7

8 2. Analyse van de knipperlichten 2.1. Knipperlicht 1: Eigen vermogen kleiner dan 50% van het kapitaal Rubriek 10/15 uit de jaarrekening het nettoactief (eigen vermogen) is gedaald tot minder dan de helft van het kapitaal (artikel Vennootschapswet) en/of beneden het wettelijk minimumkapitaal. Voor 18,48% (in 2009 nog 18,1%) van de ondernemingen is per 31/12/2010 de alarmbelprocedure van toepassing: het nettoactief is dus gedaald tot minder dan de helft van het kapitaal. Belangrijk hierbij is de vaststelling dat slechts 25,69% (in 2009 nog 41,28%) van alle en tegen wie in 2009 het faillissement werd uitgesproken dit kenmerk vertoonde. Het gerechtelijk arrondissement Nijvel telt naar verhouding het grootste aantal onder-gekapitaliseerde ondernemingen met 22,88% (in 2009 nog 22,37%), terwijl Kortrijk en Ieper ter zake het beste scoren. Nochtans is het knipperlicht het sterkst als alarmsignaal binnen de arrondissementen Bergen en Luik. In de loop van 2010 is er in België één bedrijf per groep van 41,8 (in 2009 nog één per 25,8) ondernemingen die dit knipperlicht vertoonde over de kop gegaan. Binnen de groep van ondernemingen met knipperlichten zijn er dus naar verhouding méér ondernemingen die dit kenmerk vertonen. Echter, de alarmbelprocedure bleek minder vaak aanleiding te geven tot een faillissementsuitspraak. 2. Analyse des clignotants 2.1. Clignotant 1: Fonds propres inférieurs à 50% du capital Rubrique 10/15 des comptes annuels actif net (fonds propres) tombés sous la moitié du capital (art du code des ) et/ou sous le capital minimum légal Au 31/12/2010, la procédure de sonnette d alarme à été déclenchée pour 18,48% (l année 2009 encore 18,1%) des : le niveau de l actif net est donc inférieur à la moitié du capital. Fait important, 25,69% (l étude de 2009 encore 41,28%) de toutes les déclarées en faillite en 2009 présentaient cette caractéristique. L arrondissement judiciaire de Nivelles compte, proportionnellement, le plus grand nombre d sous-capitalisées, 22,88% (en 2009 encore 22,37%), tandis que Courtrai et Ypres remportent les meilleurs scores en la matière. Le clignotant revêt la plus grande valeur d alarme dans les arrondissements de Mons et de Liège. Dans le courant de 2010, en Belgique, une entreprise par groupe de 41,8 (une sur 25,8 en 2009) présentait le clignotant indicateur de faillite a fait la culbute. Dans le groupe des avec des clignotants, il y a donc proportionnellement plus d qui présentent cette caractéristique. La procédure de signal d alarme donne cependant souvent moins lieu à un jugement de faillite. KNIPPERLICHT type 1 - CLIGNOTANT type 1 Eigen vermogen kleiner dan 50% van het kapitaal - Fonds propres inférieurs à 50% du capital Ondernemingen met knipperlicht type 1 Entreprises avec clignotant type 1 hor. % vert. % vert. Knipperlicht T1 op faillissementen 2010 Clignotant T1 sur faillites 2010 Brussel-Bruxelles /Halle/Vilvoorde ,33% 24,31% ,38% 39,3 Brugge ,43% 3,15% ,33% 55,9 Ieper ,04% 0,66% ,69% 91,0 Kortrijk ,35% 3,46% ,02% 58,7 Oostende ,83% 1,41% ,40% 51,3 Veurne ,32% 0,91% ,56% 54,1 Dendermonde ,28% 4,30% ,87% 40,1 Gent ,66% 5,15% ,50% 52,4 Oudenaarde ,18% 1,35% ,33% 45,2 Antwerpen ,24% 13,36% ,83% 34,3 Mechelen ,18% 2,93% ,43% 55,5 Turnhout ,56% 3,91% ,93% 40,5 Leuven ,43% 4,05% ,54% 83,8 Hasselt ,33% 3,54% ,28% 44,3 Tongeren ,54% 2,49% ,65% 40,9 Mons ,81% 2,39% ,95% 29,3 Charleroi ,69% 3,39% ,31% 41,2 Tournai ,00% 2,03% ,83% 31,7 Dinant ,25% 1,04% ,50% 39,5 Namur ,30% 2,13% ,38% 38,9 Arlon ,66% 0,49% ,51% 50,6 Marche-en-Famenne ,44% 0,47% ,71% 43,3 Neufchâteau ,85% 0,55% ,67% 57,3 Eupen ,43% 0,39% ,00% 65,2 Liège ,48% 4,20% ,57% 30,1 Huy ,28% 0,92% ,08% 42,7 Verviers ,30% 1,31% ,50% 40,8 Nivelles ,88% 5,71% ,11% 56,6 BELGIE - BELGIQUE ,48% 100,00% ,69% 41,8 GEWEST BRU. - RÉGION BXL ,39% 21,09% ,61% 56,8 GEWEST VLAANDEREN ,18% 53,90% ,92% 45,9 Vlaams-Brabant ,83% 7,27% ,20% 80,3 West-Vlaanderen ,07% 9,59% ,60% 57,4 Oost-Vlaanderen ,02% 10,80% ,96% 45,8 Antwerpen ,94% 20,21% ,80% 37,5 Limburg ,42% 6,03% ,05% 42,8 RÉGION DE LA WALLONIË ,02% 25,01% ,85% 39,1 Brabant wallon ,88% 5,71% ,11% 56,6 Hainaut ,96% 7,81% ,19% 34,3 Namur ,58% 3,16% ,42% 39,1 Luxembourg ,87% 1,50% ,04% 50,1 Liège ,58% 6,82% ,42% 34,2 BELGIE-BELGIQUE ,48% 100,00% ,44% 45,8 8 Graydon Belgium

9 2.2. Knipperlicht 2: Algemene schuldgraad meer dan 100% De solvabiliteit is kleiner dan 0, of de algemene schuldgraad is groter dan 100% Clignotant 2: Taux d endettement général supérieur à 100% La solvabilité est inférieure à 0 ou le taux d endettement général est supérieur à 100%. KNIPPERLICHT type 2 - CLIGNOTANT type 2 Algemene schuldgraad groter dan 100% - Degré d'endettement général supérieur à 100% Ondernemingen met knipperlicht type 2 Entreprises avec clignotant type 2 Knipperlicht T2 op faillissementen 2010 Clignotant T2 sur faillites 2010 hor. % vert. % vert. Brussel-Bruxelles /Halle/Vilvoorde ,84% 16,15% ,10% 69,1 Brugge ,02% 2,11% ,88% 102,7 Ieper ,21% 0,42% ,34% 114,3 Kortrijk ,72% 2,26% ,29% 89,0 Oostende ,83% 0,94% ,35% 77,7 Veurne ,77% 0,60% ,53% 82,8 Dendermonde ,37% 2,82% ,84% 54,7 Gent ,39% 3,42% ,46% 85,7 Oudenaarde ,05% 0,89% ,67% 53,2 Antwerpen ,08% 9,30% ,00% 60,9 Mechelen ,71% 2,00% ,00% 78,9 Turnhout ,48% 2,71% ,29% 56,5 Leuven ,09% 2,81% ,34% 92,9 Hasselt ,84% 2,19% ,45% 55,2 Tongeren ,51% 1,46% ,55% 39,5 Mons ,76% 1,54% ,94% 46,0 Charleroi ,15% 2,16% ,15% 54,5 Tournai ,72% 1,36% ,36% 43,7 Dinant ,85% 0,67% ,25% 43,3 Namur ,75% 1,44% ,10% 54,6 Arlon ,68% 0,32% ,26% 66,8 Marche-en-Famenne ,76% 0,30% ,14% 41,5 Neufchâteau ,66% 0,36% ,33% 74,5 Eupen ,72% 0,27% ,00% 75,3 Liège ,68% 2,73% ,59% 44,0 Huy ,85% 0,59% ,82% 49,6 Verviers ,29% 0,86% ,50% 78,9 Nivelles ,42% 3,85% ,26% 86,1 BELGIE - BELGIQUE ,29% 100,00% ,09% 63,9 GEWEST BRU. - RÉGION BXL ,30% 20,35% ,92% 67,7 GEWEST VLAANDEREN ,97% 54,91% ,47% 67,1 Vlaams-Brabant ,06% 8,15% ,16% 84,7 West-Vlaanderen ,94% 9,51% ,50% 91,8 Oost-Vlaanderen ,92% 10,72% ,86% 65,8 Antwerpen ,13% 21,06% ,12% 62,0 Limburg ,70% 5,48% ,50% 47,6 RÉGION DE LA WALLONIË ,17% 24,73% ,35% 55,5 Brabant wallon ,42% 5,79% ,26% 86,1 Hainaut ,91% 7,60% ,87% 48,5 Namur ,08% 3,18% ,11% 50,4 Luxembourg ,29% 1,47% ,46% 58,1 Liège ,14% 6,70% ,64% 50,3 BELGIE-BELGIQUE ,29% 100,00% ,09% 63,9 Het knipperlicht benadrukt een tekort aan nettobedrijfskapitaal. Het eigen vermogen is dus negatief. De bij de vennootschapswet voorziene alarmbelprocedure is veelal reeds geruime tijd ingetreden. Deze en dienen nieuwe rentabiliteit te creëren en hebben bovenal nood aan vers kapitaal. Over het volledige Belgische territorium ging er in 2010 één bedrijf per 63,9 (in 2009 nog een per 50,1) dat het kenmerk op hun laatste gepubliceerde jaarrekening vertoonde over de kop. Het is binnen arrondissement Tongeren (verleden jaar nog Bergen) dat knipperlicht nr. 2 het sterkst geldt als alarmsignaal, terwijl het in Ieper en Brugge nauwelijks relevant blijkt. In vergelijking met de studies met betrekking op 2005 (een bedrijf per 29,7) en 2006 (een bedrijf per 30,1) boet het signaal systematisch in aan belang. Nu stellen we het probleem vast voor 11,2% der en, in vergelijking met verleden jaar een bijna status-quo, terwijl de alarmwaarde is gezakt naar een bedrijf per 63,9. Op arrondissementsniveau nemen we in Nijvel nu al vijf jaar opeenvolgend het hoogste aantal bedrijven waar met een moeilijk verdedigbare schuldgraad (zelfs een stijging van het aantal bedrijven met 0,91%), gevolgd door de arrondissementen Brussel, Antwerpen en Namen. Gewestelijk piekt Brussel. Relatief hebben de bedrijven uit het Ieper, Tongeren en Kortrijk het minste aantal bedrijven met een nettopassief. Ce clignotant souligne un capital d exploitation net insuffisant. L actif net est donc négatif. Souvent la procédure de sonnette d alarme prévue par la loi sur les est donc déclenchée depuis longtemps déjà. Ces doivent créer une nouvelle rentabilité et ont besoin par-dessus tout de capitaux frais. Sur l ensemble du territoire belge, en 2010, une société sur 63,9 (en 2009 encore une sur 50,1) qui présentaient cette caractéristique dans ses derniers comptes annuels publiés a été déclarée en faillite. C est dans l arrondissement de Tongres (l année passée c était Mons) que le clignotant de code 2 est le plus pertinent en matière de signal d alarme, tandis qu il intervient le moins dans les arrondissements d Ypres et de Bruges. En comparaison avec l étude 2005 (une faillite par 29,7) et 2006 (une faillite par 30,1), le clignotant perd systématiquement en importance. A présent, nous observons le problème chez 11,2% des, soit pratiquement un statu quo par rapport à l année passée alors que le signal d alarme a diminué à une entreprise sur 63,9. Au niveau de l arrondissement, depuis cinq ans c est à Nivelles que l on trouve le plus grand nombre de qui présentent un taux d endettement difficilement défendable (et même une augmentation de 0,91% du nombre d ), suivis par les arrondissements de Bruxelles, d Anvers et de Namur. Au niveau de, c est Bruxelles qui occupe la première position. Proportionnellement, les des régions d Ypres, de Tongres et de Courtrai sont les moins nombreuses à présenter un passif net. Graydon Belgium 9

10 2.3. Knipperlicht 3: Protesten op wisselbrieven Wanneer een onderneming haar engagement van betaling niet kan hardmaken na het onderschrijven van een wisselbrief en er bijgevolg een verschijnsel geprotesteerde wissel wordt waargenomen, dan is er een sterk vermoeden dat de onderneming naar een situatie van discontinuïteit evolueert. Hoewel in sommige sectoren terug meer in zwang, stellen we algemeen vast dat het gebruik van de wissel, en dus ook het protest erop, jaar na jaar vermindert Clignotant 3: Protêts Lorsqu une entreprise ne peut pas remplir son engagement de payer après avoir souscrit une lettre de change et que l on enregistre dès lors un phénomène de protêt, la présomption est forte que l entreprise évolue vers une situation de discontinuité. L utilisation de la lettre de change, et donc du protêt, diminue chaque année. KNIPPERLICHT type 3 - CLIGNOTANT type 3 Protesten op Wisselbrieven - Protêts Ondernemingen met knipperlicht type 3 Entreprises avec clignotant type 3 Knipperlicht T3 op faillissementen 2010 Clignotant T3 sur faillites 2010 hor. % vert. % vert. Brussel-Bruxelles /Halle/Vilvoorde ,43% 30,21% ,56% 6,0 Brugge ,17% 2,13% ,49% 5,5 Ieper ,22% 0,71% ,00% Kortrijk ,11% 1,89% ,90% 3,4 Oostende ,22% 1,10% ,70% 5,7 Veurne ,37% 1,34% ,02% 5,3 Dendermonde ,19% 3,63% ,58% 4,8 Gent ,16% 3,31% ,44% 4,5 Oudenaarde ,16% 0,95% ,33% 4,0 Antwerpen ,22% 9,31% ,28% 5,1 Mechelen ,19% 2,05% ,29% 5,3 Turnhout ,13% 2,05% ,50% 4,7 Leuven ,20% 3,00% ,45% 10,5 Hasselt ,15% 2,44% ,40% 4,4 Tongeren ,17% 1,89% ,43% 5,0 Mons ,62% 4,81% ,30% 6,5 Charleroi ,57% 6,07% ,04% 9,6 Tournai ,37% 2,52% ,87% 5,6 Dinant ,47% 1,74% ,75% 8,3 Namur ,51% 3,47% ,55% 5,0 Arlon ,52% 0,79% ,13% 6,0 Marche-en-Famenne ,82% 1,34% ,71% 9,5 Neufchâteau ,36% 0,71% ,67% 2,8 Eupen ,19% 0,32% ,00% Liège ,41% 5,76% ,60% 4,8 Huy ,39% 1,26% ,85% 6,3 Verviers ,37% 1,81% ,67% 12,5 Nivelles ,21% 3,39% ,87% 6,4 BELGIE - BELGIQUE ,29% 100,00% ,46% 5,7 GEWEST BRU. - RÉGION BXL ,4% 20,35% ,71% 4,7 GEWEST VLAANDEREN ,2% 45,66% ,02% 5,9 Vlaams-Brabant ,4% 12,85% ,52% 15,8 West-Vlaanderen ,2% 7,18% ,24% 5,0 Oost-Vlaanderen ,2% 7,89% ,69% 4,6 Antwerpen ,2% 13,41% ,49% 5,0 Limburg ,2% 4,34% ,93% 4,7 RÉGION DE LA WALLONIË ,4% 33,99% ,10% 6,3 Brabant wallon ,2% 3,39% ,87% 6,4 Hainaut ,5% 13,41% ,68% 7,3 Namur ,5% 5,21% ,65% 5,7 Luxembourg ,6% 2,84% ,65% 5,0 Liège ,4% 9,15% ,77% 5,8 BELGIE-BELGIQUE ,29% 100,00% ,46% 5,7 Bleken in 2003 nog 0,60% van de ondernemingen te kampen met geprotesteerde wissels, dan werden er in 2010 nog 0,29% geteld. Protesten blijken echter duidelijke graadmeters te zijn voor mogelijke discontinuïteit. Van de bedrijven met protesten tegen zich gingen er in 2010 maar liefst 270, of één geval per 5,7 waarnemingen, failliet. Het protest wordt waargenomen in 3,46% van de in 2010 genoteerde faillissementen. De alarmfunctie blijkt het grootst binnen het arrondissement Neufchâteau waar in 2010 één bedrijf op 2,8 dat drager was van het knipperlicht over de kop ging, onmiddellijk gevolgd door het arrondissement Kortrijk. Si en 2003, 0,60% des étaient encore confrontées à des traites protestées, en 2010, elles n étaient plus que 0,29%. Toutefois, les protêts restent des baromètres clairs d une discontinuité éventuelle. Sur les confrontées à des protêts, pas moins de 270, ou une sur 5,7, ont été déclarées en faillite en Le protêt a été signalé dans 3,46% des faillites enregistrées en La fonction d alarme semble être la plus importante dans l arrondissement de Neufchâteau où en 2010, 1 société sur 2,8 présentant ce clignotant a été déclarée en faillite, suivi de près par Courtrai. 10 Graydon Belgium

11 2.4. Knipperlicht 4: Vervallen schulden naar fiscus of RSZ (Achterstallige) vervallen schuld aan RSZ, fiscus of btw. Meestal worden schulden die ouder zijn dan drie maanden vermeld op de jaarrekening. In vele gevallen wordt de vermelde vervallen schuld naderhand gevolgd door een dagvaarding vanwege de RSZ-administratie Clignotant 4: Dettes vis-à-vis du fisc ou de l ONSS venues à échéance Dettes (en souffrance) vis-à-vis du fisc ou de l ONSS venues à échéance. Généralement, les dettes échues depuis plus de trois mois sont mentionnées dans les comptes annuels. Dans de nombreux cas, les dettes échues sont suivies d une citation de la part de l administration de l ONSS. KNIPPERLICHT type 4 - CLIGNOTANT type 4 Vervallen schuld fiscus of RSZ - Dettes échues envers le fisc ou l'onss Ondernemingen met knipperlicht type 4 Entreprises avec clignotant type 4 Knipperlicht T4 op faillissementen 2010 Clignotant T4 sur faillites 2010 hor. % vert. % vert. Brussel-Bruxelles /Halle/Vilvoorde ,08% 23,63% ,00% Brugge ,06% 3,42% ,00% Ieper ,02% 0,34% ,00% Kortrijk ,07% 4,79% ,00% Oostende ,09% 2,05% ,00% Veurne ,07% 1,03% ,00% Dendermonde ,04% 3,08% ,00% Gent ,06% 5,14% ,00% Oudenaarde ,08% 2,05% ,00% Antwerpen ,04% 8,22% ,08% 25,0 Mechelen ,07% 3,42% ,71% 11,0 Turnhout ,02% 1,37% ,00% Leuven ,04% 2,40% ,00% Hasselt ,04% 2,74% ,00% Tongeren ,06% 2,74% ,40% 9,0 Mons ,04% 1,37% ,00% Charleroi ,13% 5,82% ,00% Tournai ,08% 2,40% ,55% 8,0 Dinant ,06% 1,03% ,25% 4,0 Namur ,05% 1,37% ,60% 5,0 Arlon ,05% 0,34% ,00% Marche-en-Famenne ,10% 0,68% ,00% Neufchâteau ,12% 1,03% ,00% Eupen ,05% 0,34% ,00% Liège ,14% 8,22% ,21% 5,8 Huy ,15% 2,05% ,00% Verviers ,05% 1,03% ,83% 4,0 Nivelles ,11% 7,88% ,00% BELGIE - BELGIQUE ,07% 100,00% ,15% 25,3 GEWEST BRU. - RÉGION BXL ,06% 15,07% ,00% GEWEST VLAANDEREN ,06% 51,37% ,08% 51,0 Vlaams-Brabant ,08% 10,96% ,00% West-Vlaanderen ,07% 11,64% ,00% Oost-Vlaanderen ,05% 10,27% ,00% Antwerpen ,04% 13,01% ,12% 20,0 Limburg ,05% 5,48% ,20% 17,0 RÉGION DE LA WALLONIË ,10% 33,56% ,45% 11,9 Brabant wallon ,11% 7,88% ,00% Hainaut ,09% 9,59% ,14% 29,0 Namur ,05% 2,40% ,81% 4,5 Luxembourg ,09% 2,05% ,00% Liège ,11% 11,64% ,94% 6,7 BELGIE-BELGIQUE ,07% 100,00% ,15% 25,3 De op de jaarrekening ingeschreven achterstallen RSZ en bedrijfsvoorheffing betekenen de voorbode van ernstige moeilijkheden inzake de sociale verplichtingen en de te betalen fiscale en parafiscale lasten. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat deze posten soms ten onrechte op de jaarrekening worden vermeld. Graydon beschikt over systemen om de ten onrechte geboekte vervallen schulden te herrekenen. Dit knipperlicht is het enige signaal dat rechtstreeks uit de jaarrekening wordt gehaald én, hoewel aan kracht ingeboet, pertinent relevant blijkt: één op 25,3 bedrijven (in 2008 nog één op 12) met dit knipperlicht ging in 2010 over de kop. Daartegenover staat dat het signaal an sich slechts zelden voorkomt: slechts 292 (in maar in 2006 nog 560) bedrijven is drager van dit signaal. Van alle failliete ondernemingen van 2010 zijn er slechts 12 drager van knipperlicht type 4. Daarenboven valt de sterke teruggang op van dit probleem in vergelijking met bijvoorbeeld 2003 waar nog bedrijven (0,36%) drager waren van een vervallen schuld. Les cotisations ONSS et le précompte professionnel en retard inscrits dans les comptes annuels représentent un signe avant-coureur de graves difficultés en matière d obligations sociales et de charges fiscales et parafiscales à payer. Il convient cependant de tenir compte du fait que ces postes sont parfois repris à tort dans les comptes annuels. Graydon dispose de systèmes permettant de recalculer les dettes échues encodées à tort. Ce clignotant est le seul signal qui est issu directement des comptes annuels et qui, quoiqu il ait affaibli, semble pertinent : une entreprise sur 19 (en 2008 encore une par 12) présentant ce clignotant a été déclarée en faillite en En revanche, ce signal intervient rarement en tant que tel : seulement 292 (en 2009 il s agissait de 272 alors que l étude 2006 en signale 560) présentent ce signal. De toutes les déclarées en faillite en 2010, seulement 12 d entre elles présentaient le clignotant code 4. En outre, il convient de remarquer le recul net de ce problème par rapport à 2003, année au cours de laquelle on enregistrait encore 1251 (0,36%) confrontées à une dette échue. Graydon Belgium 11

12 2.5. Knipperlicht 5: Dagvaardingen van de RSZ De dagvaardingen vanwege de RSZ, het Fonds voor Bestaanszekerheid en het Sociaal Verzekeringsfonds voor Zelfstandigen. In het kader van deze studie wordt enkel rekening gehouden met de dagvaarding an sich. Inhoud noch volume worden hier beoordeeld. Tevens wordt naar de actieve populatie toe enkel rekening gehouden met bedrijven waarvan de dagvaarding jonger is dan zes maanden. Oudere dagvaardingen worden meegenomen in de berekening van de GSS (zie knipperlicht type 12), waardoor er geen versterkend of cumulerend effect bestaat tussen beide parameters Clignotant 5: Citations par l ONSS Les citations par l ONSS, le Fonds de Sécurité d Existence et la Caisse d Assurances sociales pour Travailleurs indépendants portent généralement sur les dettes de plus de 6 mois. Dans le cadre de cette étude, on a uniquement tenu compte des citations proprement dites. Le contenu et le volume n ont pas été évalués. En ce qui concerne la population active, on a uniquement tenu compte des dont la citation remonte à moins de six mois. Les citations plus anciennes sont reprises dans le calcul du GSS (voir le clignotant de code 12). Il n y a donc aucun effet multiplicateur ou cumulatif entre les deux paramètres. KNIPPERLICHT type 5 - CLIGNOTANT type 5 Dagvaardingen vanwege de RSZ - Citations par l'onss Ondernemingen met knipperlicht type 5 Entreprises avec clignotant type 5 Knipperlicht T5 op faillissementen 2010 Clignotant T5 sur faillites 2010 hor. % vert. % vert. Brussel-Bruxelles /Halle/Vilvoorde ,59% 27,79% ,36% 15,7 Brugge ,17% 2,22% ,65% 24,0 Ieper ,77% 0,39% ,45% 33,0 Kortrijk ,15% 2,94% ,88% 21,3 Oostende ,82% 1,42% ,41% 20,7 Veurne ,23% 0,68% ,77% 12,2 Dendermonde ,27% 3,76% ,48% 21,8 Gent ,23% 3,98% ,58% 21,6 Oudenaarde ,31% 1,15% ,67% 48,5 Antwerpen ,50% 9,79% ,65% 14,7 Mechelen ,60% 2,69% ,14% 23,3 Turnhout ,23% 2,87% ,64% 19,3 Leuven ,43% 3,27% ,91% 34,9 Hasselt ,54% 3,76% ,04% 20,5 Tongeren ,40% 2,37% ,29% 11,9 Mons ,83% 3,37% ,20% 14,3 Charleroi ,22% 5,21% ,11% 19,0 Tournai ,97% 2,08% ,18% 14,2 Dinant ,37% 1,33% ,50% 19,3 Namur ,70% 2,80% ,14% 20,3 Arlon ,17% 0,74% ,69% 21,3 Marche-en-Famenne ,81% 0,70% ,57% 20,3 Neufchâteau ,34% 0,71% ,33% 9,4 Eupen ,49% 0,37% ,00% 32,0 Liège ,08% 6,56% ,72% 16,1 Huy ,78% 0,88% ,69% 13,2 Verviers ,93% 1,45% ,50% 14,3 Nivelles ,91% 4,72% ,17% 20,6 BELGIE - BELGIQUE ,87% 100,00% ,50% 17,3 GEWEST BRU. - RÉGION BXL ,41% 19,73% ,53% 12,7 GEWEST VLAANDEREN ,50% 49,35% ,23% 20,9 Vlaams-Brabant ,34% 11,33% ,73% 38,6 West-Vlaanderen ,22% 7,65% ,89% 20,8 Oost-Vlaanderen ,25% 8,89% ,35% 23,3 Antwerpen ,46% 15,35% ,85% 16,5 Limburg ,48% 6,13% ,64% 15,9 RÉGION DE LA WALLONIË ,51% 30,92% ,05% 16,9 Brabant wallon ,91% 4,72% ,17% 20,6 Hainaut ,76% 10,66% ,91% 16,2 Namur ,59% 4,13% ,26% 20,0 Luxembourg ,73% 2,15% ,50% 14,7 Liège ,56% 9,27% ,18% 15,8 BELGIE-BELGIQUE ,87% 100,00% ,50% 17,3 Hoewel de RSZ-administratie regelmatig blijkt te dagvaarden voor relatief kleine bedragen, verjaarde feiten, betwistingen allerhande, blijkt de dagvaarding an sich een interessante risicometer. Toch noteerden we in 2010 en dit ten opzichte van 2009 minder dagvaardingen RSZ, zoals geweten een gevolg van een gewijzigde aanpak vanwege de desbetreffende administratie. Over het jaar 2010 ging één bedrijf over de kop per populatie van 17,3 die drager waren van dit signaal. Naar verhouding komt het probleem het vaakst voor bij en die gevestigd zijn binnen het arrondissement Charleroi, gevolgd door die in Aarlen en Luik. Het alarmsignaal van dit knipperlicht blijkt het sterkst binnen het arrondissement Neufchâteau, gevolgd door dat van Veurne (waar naar verhouding heel wat minder dagvaardingen RSZ zijn) en Hoei. Bien que l ONSS semble adresser régulièrement des citations pour des montants relativement limités, des faits échus ou toutes sortes de contestations, la citation en tant que telle est un «indicateur de risque» intéressant. On note pourtant en 2010 moins d assignations ONSS par rapport à 2009, une conséquence de la modification d approche de l administration concernée. Pour l année 2010, une entreprise sur 17,3 porteuses de ce signal a fait faillite. Proportionnellement, le problème est le plus fréquent chez les fixées dans l arrondissement de Charleroi, suivies par celles d Arlon et de Liège. Le signal d alarme de ce clignotant semble le plus fort dans l arrondissement de Neufchâteau, puis celui de Furnes (où il y a proportionnellement moins d assignations ONSS) et puis Huy. 12 Graydon Belgium